You are on page 1of 4

OGP3

Format voor sterkte-zwakte-analyse bij lesontwerp


Domein: Taal Rekenen/ wiskunde OJW BVO*
*omcirkel wat van toepassing is

Wat ging goed?

Wat mag beter?

B1. Leerdoelen stellen


De student kiest in zijn lesontwerp
voor passende leerdoelen (proces- en
product) die aansluiten bij leerlijnen en
het bestaande onderwijsprogramma
van de stagegroep.

Behalve dat de leerlingen de 4


kernmerken van Pasen konden
benoemen zijn ook de
procesdoelen behaald. Doordat
ik de gesprek goed begeleide
konden de leerlingen zijn
meningen uiten. Het was vooral
indrukwekkend hoe n leerling
zijn mening uiten. Zo vertelde
leerling S hoe hij de dood ziet
en wat er met je daarna gebeurt.
Ook vertelde hij hoe hij zich
voelt en wat het doet met
andere als er iemand overlijdt.
Terwijl leerling S zijn mening
deelde was het zo stil in de kring
dat je wel een speld kunt horen
vallen. Het onderwerp kwam
aanbod doordat er in de kring
werd verteld dat Jezus was
opgestaan.
Uit deze situatie kon ik voor
mezelf al concluderen dat de
procesdoelen behaald zijn.
Tevens heb ik de procesdoelen
ook nog een goed gevalueerd
aan het eind van de les.

Wat betreft mijn


stemgebruik zit een
klein minpuntje. Het
verhaaltje had ik nog
spannender mogen
vertellen. Ook had ik de
betrokkenheid kunnen
verhogen door een
mandje mee te nemen
waarin de paaseieren
lagen.
Door de betrokkenheid
hierdoor te verhogen
zou de les nog beter
verlopen.

B3. Leeractiviteiten begeleiden


De student toont aan dat hij in staat is
om in de lesuitvoering coperatieve
werkvormen te hanteren. De student
toont aan dat hij leerlingen hulp biedt
bij het leerproces, rekening houdend
met de kenmerken van de groep. Hij
bevordert de samenwerking tussen
leerlingen en de redzaamheid van
individuele leerlingen.

Niet van toepassing.

A3. Leiding geven aan het


groepsproces
De student toont dat hij samenwerking
leren tijdens de onderwijsactiviteiten
bevordert en laat expliciet zien dat hij
kinderen aanspreekt op gedrag, hen
positief stimuleert en zicht houdt op
alle groepjesleerlingen.

A4. Interactie aangaan met de groep


De student toont aan dat hij vanuit een
onderzoekende houding gesprekken
voert met de leerlingen door actief te
luisteren. De student evalueert de
onderwijsactiviteiten met kinderen en
hij geeft feedback aan leerlingen op
het samenwerkingsproces en/of op de
gestelde doelen.

B2 Leeractiviteiten ontwerpen
De student toont in het ontwerp aan
dat hij coperatieve werkvormen
hanteert.
De student maakt zichtbaar dat hij
voor aanvang van de lesactiviteiten
benodigde materialen en leermiddelen
klaar zet.

Wat betreft het samenwerken


leren/ coperatief leren is niet
aanbod gekomen. Het zicht
houden over groepjes was dus
ook niet van toepassing.
Het zichthouden over de klas
was me zeker gelukt. Ik had de
leerlingen onder controle en heb
veel gebruik van effectieve
leerkrachtcommunicatie, zowel
verbaal als non-verbaal.
Sommige leerlingen moest ik
nog duidelijk maken dat je
tijdens het luisteren van een
verhaal niet nodig is om vragen
te stellen, dit heb ik non-verbaal
duidelijk gemaakt. Ook heb ik de
leerlingen bewust positief
benaderd.
Het gesprekvoeren met
leerlingen heb ik nauwelijks
gedaan. Het was voornamelijk
de bedoeling dat de leerlingen
aan het woord komen en zich
kunnen uiten aan de rest van de
groep.
Het uiten was duidelijk te zien.
De situatie staat beschreven in
het middelste vakje bovenaan.
Hierin staat vermeld wat de
leerlingen verteld over de dood
en hoe de klas erop reageerde
Ook het evalueren van de
doelen ging harstikke goed.
Leerlingen vertelden eerlijk wat
ze ervan vonden. Ook ik
vertelde hoe goed ik de les vond
verlopen.
Niet van toepassing.
De materialen (het
paasverhaaltje en de
papieren paaseieren die
daarop aansloten)
vonden de leerlingen
leuk, maar om de

betrokkenheid nog meer


te verhogen had ik een
paasmandje met echte
paaseieren kunnen
meenemen.

You might also like