Professional Documents
Culture Documents
va n het ontwerp
Prof. ir. C. van Weeren
.~
,1
Voor mijn ouders, die het fundament voor dit alles legden
Uitgave Publikatieburo Bouwkunde
Faculteit der Bouwkunde / Technische Universiteit Delft
1, 2628 CR Delft
Telefoon (015) 2784737 / Fax (015) 2783030
E-mail U.lJu.::o·~U'''.lUU':;''
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door
middel van druk, fotokopie, of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaan-
de schriftelijke toestemming van de uitgever.
ISBN 90-5269-xxx-x
Intreerede uitgesproken op 19 september1997 door
Prof. ir. C. van Weeren
hoogleraar ontwerpen van draagconstructies
Faculteit der Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft
de Rector IVIi1I1I1IIII:1,IS. van Bestuur,
hnrlnlor:::lrton en andere leden van de
universitaire aerneémslc/7álD,
nPLM::J~l((ffJpn-!p toehoorders.
Dames en heren
Toen mijn \/rl!lnrlloc en ik in onze jeugd allerlei bouwsels maak-
ten om ons tegen van alles te beschermen dachten niet in
eerste
Dat de nrnlhllllllnn die wij realiseerden, ook een
was iets wat ons pas reali-
wanneer het bouwsel instortte of wanneer wij na een
nacht het totale bouwwerk plat op de grond aantroffen.
Bouwmeesters en dralagcGrlstr'uclties
Het vak "ontwerper van draagconstructies" bestond vroeger niet.
En .... er zijn mensen die van mening zijn dat dit vak heden ten
dage ook nog niet bestaat. Er zijn in die visie hooguit randfiguren
(belangrijke randfiguren, dàt weil, die narekenen wat de pre-
ciese van onderdelen van een bouwwerk
moeten zijn. Of liever nog, wat de wanddiktes of wapeningshoe-
veelheden van draagconstructie-onderdelen moeten zijn, waar-
van de architect de uitwendige maten al heeft vastgesteld.
Laten ons een beeld vormen van de manier waarop de dra-
gende functie van bouwwerken in de loop van de tijd tot stand
kwam.
In de oudste was er de natuur, die voor bouwwerken zorgde,
zoals grotten. De mens koos uit het aanbod van de natuur de
bouwsels, die hem het beste pasten. Later begon de mens aan
deze natuurlijke bouwsels bij te schaven en bij te bouwen en
uiteindelijk kwam hij tot geheel kunstmatige bouwsels voor
eigen gebruik.
Later waren er bouwers die de totale zorg voor een bouwwerk
op zich namen en daarbij zorg voor het op een verant-
woorde manier omspringen met materialen en bouwwijzen.
Daarbij ging het dan zowel om de economische aspecten als de
aspecten, als de overige bouwtechnische aspecten.
voorbeeld werd een op deze manier en
maar ook zo voordelig (binnen het budget) en zonder
en gemakkelijk in het onderhoud gerealiseerd.
en op die plaats gebruikelijke
punt. werden varlzeltsrJrel<erld als
onderdeel van die in de soort die de of de
bouwer aansprak.
Ik citeer 1]:
"De Toscaanse is, zoals Vitruvius ook zegt en men werkelijk
kan zien, de meest en sobere van alle stijlen van de
bouwkunst. Want deze heeft nog iets van de vroegste oor-
sprong behouden en bij haar ontbreken alle versieringen, die de
andere zo mooi en het aanzien waard maken. Deze zuil
vindt haar oorsprong in Toscane, een van de meest voortreffe-
landstreken van Italië, waaraan ze ook haar naam heeft ont-
leend ." ..... "" Wanneer in deze stijl slechts een eenvoudige
colonnade wordt gemaakt, kan men de ruimten tussen de zuilen
zeer groot maken omdat de architraven slechts uit hout bestaan.
Daarom is ze zeer doelmatig bij de bouw van villa's om wagens
en andere boerengereedschappen onder te en ook
wegens de geringe kosten " ... "
In dit citaat van Andrea Palladio komen economische en dra-
gende aspecten nadrukkelijk naar voren.
De Toscaanse komt niet zozeer als "vormgeving" naar voren
als wel als een catalogusoplossing die geschikt is voor een spe-
cifieke toepassing en die tot een maakbaar geheel leidt.
Het vakge~lied
het spreken over een VaKqetlled behoort een definitie
ll
van begrippen, zo ook over de benaming IIdraagconstructie .
l
Het begrip "draagconstructie te verwijzen naar een afzon-
derlijk als zodanig herkenbaar onderdeel van een gebouw, zoals
dat b.v. geldt voor een electrische installatie.
Dat is echter niet zo.
leder onderdeel van een totale bouwconstructie, het samenstel
van materiële componenten, waaruit een gebouw is opgebouwd,
dat (mede) een dragende functie vervuld wordt beschouwd als
een onderdeel van de draagconstructie.
ll
Hierbij willldragend zeggen: dienend tot overdracht van krach-
ten.
In de bouwvoorschriften 2] wordt apart de hoofddraagcon-
structie onderscheiden. Het bezwijken van een onderdeel hier-
van geeft aanleiding tot het bezwijken van onderdelen van de
draagconstructie, die tot op enige afstand van het bezweken
onderdeel van de hoofddraagconstructie liggen.
Aan onderdelen van de hoofddraagconstructie worden strenge
veiligheidseisen voor wat betreft het bezwijken door
overbelasting en door brand. Maar ook het gedrag onder de
I ge bruiksbelasting l is van belang. Als vloeren zoveel doorbuigen,
dat op de vloeren staande scheidingswanden gaan scheuren of
als een gebouw teveel beweegt onder invloed van de wind is
het gebouw niet meer bruikbaar.
10
van de draagconstructie gaat samen met het ontwerpen voor
andere functies van de verschillende materiële componenten
van de bouwconstructie: de klimaat beïnvloedende,
afwerkende en vormgevende functies.
Alleen wanneer dit ontwerpen voor verschillende functies
gebeurt kan worden bereikt dat een
Tf"\t",rOnrr1 meer is
dan los herkenbare die naast elkaar staan, zonder zich
om elkaar te bekommeren.
Wanneer onder druk van financiële omstandigheden ontwerpers
en dus ontwerpen van elkaar worden losgekoppeld en er geen
of alleen in een eindstadium communicatie plaatsvindt, is inte-
gratie niet meer mogelijk. Er zal zijn van armoede in het
ontwerp. De schatkist met mogelijkheden blijft gesloten!
11
De omheining van het buitenterrein van energiebedrijf Delfland
in Delft gebukt te gaan onder een teveel aan constructie,
terwijl de vuiloverstort van Den ontworpen door Jan
Brouwer, daarentegen een indrukwekkende en heldere, maar
absoluut niet overdreven draagconstructie bezit.
12
De ont\Nerppriflktijk
(1('"nC"tr, ',f''t,c,C' weegt van oudsher de verschil-
r"''''nC''fC''tc.mc.n in verschillende materialen
tegenover elkaar af. Hij doet dat veelal op basis van financiële
aspecten. Voor zover de architect daarvoor
heeft geformuleerd op een voor de adviseur toegankelijke
manier, doet hij dat ook op functionele en vormgevingsaspecten.
worden meestal totale systemen die later op
onderdelen worden aangepast, daar waar 1"I~ilIJL"ll'''J van
aard optreden.
13
De verschillende systemen, die in de praktijk samen worden toe-
gepast zijn lang niet op elkaar afgestemd dat deze
automatisch een goede constructieve samenhang vertonen.
In dat geval de hiervoor term "hybride constructie"
de definitieve karakterisering van iets dat in de ogen van de
adviseur niet echt goed is, maar waar mee te leven valt.
De aansluitingen zijn veilig, of zijn met van extra voorzie-
ningen veilig gemaakt.
14
Maar we moeten bedenken dat het tussen architect
en constructeur nog niet eens alle functies dekt, die dragende
elementen mede vervullen. Er nog meer adviseurs die iets
van doen hebben met de functies, die dragende elementen ver-
vuilen naast de overdracht van krachten. Daarmee wordt het
samenspel van de betrokkenen nog eens extra gecompliceerd.
15
herkennen en het op het oog ook constructief bijzondere dak is
uitsluitend vorm, net als het plafond daaronder. De
structie van het dak bestaat uit zware voorgespannen betonnen
balken, die qua vorm volledig de restruimte volgen, die is over-
gebleven tussen dakhuid en plafond.
biedt qua
constructie hier niet In hoeverre deze zijn
geëxploreerd weet ik niet. Het is echter mijn overtuiging dat een
nog ontwerp mogelijk was geweest.
16
Als voorbeeld uit de recente ga ik in op de dakconstructie
van de penitentiaire inrichting in Hoorn van de architect Putter
[Iit. 5]. Voor de verblijfsruimte bij de cellen is een zeer ruimtelijk
werkend f'lIl1nrl<.1Ir1lr.rm,,, dak ontworpen. Aan de bovenzijde
moest binnen kunnen vallen.
[lODDl mnrn
17
Aan de onderzijde zijn vooral normaalkrachten en in
veel mindere mate buigende momenten. Daarom kan hier met
een beperkte dikte van het dak worden volstaan.
18
Het gaat er immers niet om, om van studenten aan deze faculteit
adviseurs voor draagconstructies te maken en dit met onder-
zoek te ondersteunen. Ook gaat het er niet om, een rol bij bij-
voorbeeld de begeleiding van afstudeerders op ons te nemen,
waarbij wij als adviseurs voor de draagconstructie optreden.
Overigens vraagt dit wel een permanente alertheid want veel
afstudeerders zouden op consultbasis niets liever willen. Maar
neem het een student in deze tijd maar eens kwalijk, dat hij/zij
steeds calculeert, hoe zo snel mogelijk het benodigde aantal
studiepunten wordt gehaald!
Ik citeer:
"Als twee partijen met onafhankelijke honoraria, waarvan één
hiërarchisch de ander kan overheersen, 1"0""01,,1/0 aan een
parallelontwlk:keltralect
ste eind, inspanning en mag voor het-
zelfde honorarium een en ander ten genoege van de dominante
nog eens overdoen. In een dergelijke situatie past het de
recessieve partij om af te wachten wat de dominante partij ver-
zint of beveelt, " en "In de van de normale bouwpro-
pnrllnPPrllln gewoonlijk finan-
19
op tijdverlenging gerechtvaardigd is. Maar deze negatieve spi-
raal zal in de toekomst toch vaker moeten worden doorbroken,
op straffe van dat blijven van standaard
of bekende componenten. De technische vernieuwing is dan
een zachte dood gestorven."
Einde citaat.
Waar het nu om gaat is om in de ontwerppraktijk van gebouwen
een manier te vinden waarop bouwkundige ontwerpers, of dat
nu architecten of ontwerpers van bouwcomponenten bij het
ontwerpen positief worden gestimuleerd vanuit de mogelijkhe-
den die draagconstructies bieden. Daarmee moet het realiseren
van ontwerpdoelstellingen, of "het dat door de geest
van de ontwerper naar een nivo worden En
dan niet alleen bij die zeer beperkte groep gebouwen waar de
ontwerpers zich van alles, met name op financiëel kun-
nen veroorloven, maar vooral bij die gebouwen, waar nu nog
wordt "dat er nu eenmaal niet meer inzit".
20
De van de leerstoelen ontwerpen van draagconstructies
op de faculteit der Bouwkunde is duidelijk verbonden met het
zich invoegen in een methodologische vanuit
het gebouw als totaal en vanuit de gebouwcomponenten. Voor
een aantal aspecten is de relatie met het " " I , n r ü " " r l bouwma-
nagement apart benoembaar.
Van alle kennis, die geacht wordt te zijn lIorllro,non was nog
21
En de vaardigheid op het van het ontwerpen van draag-
constructies hield meestal niet meer in dan het fout kunnen
overnemen van voorbeelden uit tijdschriften en het kopiëren van
catalogusoplossingen van leveranciers.
Ik ben niet in de eerste geneigd de schuld hiervoor bij de
studenten te zoeken.
Eén van de oorzaken is mijns inziens het halfslachtig invoeren
van het probleemgestuurd onderwijs op de faculteit.
Veel kennisonderdelen op het gebied van
evenzeer op het van de Ifr<:>f'hirc;,IA.flHL'lnn
gekoppeld met het centrale nn1"'Alorn1"I'10n,<:> binnen het onder-
wijsblok of de
kan ook tot een '''-'"11 '-"'11' worden zonder kennis
op het rlrl:l::Inrnllc;,tl-llr-tIOc;, en krachtswerking te
gebruiken.
Hierbij definieer ik dan resultaat" als "een voldoende eind-
22
deze herziening behoeft niet zozeer overal nieuw materiaal te
worden ontwikkeld als wel dat het bestaande materiaal moet
worden omgewerkt om beter binnen het probleem
onderwijs te passen.
Het werk vindt nn~in+"nY"n ... rl plaats voor de wetenscrla
den ontwerpen van draagconstructies én in
gebouwen. Via de draagconstuctie moet de krachtswerking de
toepassing in worden getrokken, zodat dit vak geen theorie
Onderzoek
De centrale opgave op de faculteit der Bouwkunde is het ont-
werpen van de (gebouwde) omgeving. is het mogelijk
om onderzoek op het gebied van het ontwerpen van draagcon-
structies te richten op het praktijkgebied van de adviseur (soms
ontwerper?) van draagconstructies. Dat zou mijns inziens een
misser van de eerste orde zijn. De unieke mogelijkheden van de
faculteit der Bouwkunde worden daarmee miskend.
De primaire aandacht bij onderzoek dient te liggen bij de inter-
actie met de andere ontwerpdisciplines, de mogelijkheden die
vanuit de draagconstructies bestaan om een ontwerp te verrij-
ken.
Bij die onderdelen van het onderzoek op het gebied van draag-
constructies die wél in belangrijke mate van
opzet zal het gaan om het hanteerbaar maken
van de van materialen, systemen en hol'JC't',nn
en de mogelijke detailleringen, die een bijdrage kunnen geven
aan het totale ontwerp.
23
En dan niet alleen een bijdrage als randvoorwaarde, om daar-
mee de ontwerpvrijheid in te perken, maar vooral een bijdrage
om daarmee het ontwerp nieuwe impulsen te geven, door ruimte
te geven voor extra mogelijkheden.
Het onderzoek op het gebied van het ontwerpen van draagcon-
structies zal de mogelijkheden van ontwerpers zodanig moeten
uitbreiden, dat van de mogelijkheden van de dragen-
de functies binnen een ontwerp een vanzelfsprekende bouw-
steen is voor een ontwerp.
24
aanbinden met de in de loop van de catalogus-
oplossingen, die voor veel bouwwerken hebben geleid tot een
nieuwe invulling van het "traditionele bouw".
25
Als gebaar naar de vormgeving kan bij een gebouw van enige
lengte ter plaatse van een vertikale verkeerskern het gebouw
worden geknikt of bajonetvormig worden verschoven. Of een
deel van het gebouw kan iets hoger worden opgetrokken.
Op deze manier een in de Nederlandse bouw te
ontstaan: OntlF71lno;;, de volledig door de kosten rlOrlnrrllno,ornlO
samenvoegingen van de beschikbare standaard-
componenten, waar "architectonisch aan te beleven valt".
een beperkt aantal veel duurdere gebouwen, waar
kan worden van standaard componenten, waar van
alles is.
de mtdagllrJg
Het is gestoeld op wat ik gelukkig óók in
Nederland zie, dat excelleren in de architectuur, zowel voor
nieuwbouw als voor aanpassingen aan de bestaande gebouw-
voorraad, niet alleen mogelijk is met grote budgetten. En met
architectuur bedoel ik dan architectuur in de volledige breedte,
zoals die bij onze faculteit willen invullen met de aspecten:
architectonisch ontwerp, volkshuisvesting, techno-
logie en management.
De ware uitdaging erin om op basis van een grondige kennis
van de bouwtechniek en met een kennis van de moge-
IIIIErl'-'flOn van de bouwindustrie, deze mogelijkheden ook maxi-
maal te benutten. De schatkist is er!
26
Dames en heren, dat ik hier nu voor u sta, dank ik aan velen. Dat
zelfde voor het kunnen functioneren op deze universiteit.
Hen wil ik dank zeggen.
Ik heb gezegd.
27
Literatuur
Bronvermelding
28
Jt:4:t
TUDelft
Technische Universiteit Delft ISBN 90-5269-247-5