Natuurkunde voor Delfstofproductie

P Presentatie t ti 05: 05

Wrijvingsstroming

Docent: Dhr. Ir. D. C C. W Wip. p Telefoonnummer: 465558, Ext.: 372. Email-adres: d.wip@uvs.edu. Gebouw: 16, Kamernummer: 78. Studierichting: Delfstofproductie.
Collegejaar 20072008 AdeK-UvS FTeW 5.1

1. Het getal van reynolds 2. Buisweerstanden 3 Weerstand 3. W t d bij omstroomde t d lichamen li h

Collegejaar 20072008

AdeK-UvS

FTeW

5.2

1. Het getal van reynolds

De energie nodig om een lichaam door een fludum te bewegen of een fludum door een lichaam, is deels afhankelijk van het stromingspatroon dat ontstaat in het fludum. Dit stromingspatroon is afhankelijk van de fysische grootheden (de dichtheid) en (de dynamische viscositeit) van het fludum en tevens van de karakteristieke afmeting gL en de relatieve snelheid v van het lichaam of bewegend object in kwestie.
Re = vgemL (1)

Getallen van Reynolds Re < 1,0 kenmerken bewegingen, waarbij het bewegend object een zuiver laminair stromingspatroon om en op haar oppervlak heeft. De snelheid waarbij turbulentie begint op te treden is groter naarmate het bewegend object meer gestroomlijnd is.
Collegejaar 20072008 AdeK-UvS FTeW 5.3

1. Het getal van reynolds (vervolg)

Figuur 1

Figuur 2

Figuur 3 Collegejaar 20072008

Figuur 4 AdeK-UvS FTeW 5.4

1. Het getal van reynolds (vervolg)

Er kan opgemerkt worden dat viskeuze effecten in relatie staan tot het contact oppervlak. Deze effecten groeien kwadratisch met de karakteristieke lengte van het object. De traagheidseffecten daarentegen zijn afhankelijk van de impuls van het object en staan in relatie tot de massa en nemen toe met de derde macht van de karakteristieke lengte. lengte We kunnen hieruit concluderen dat de beweging g g van kleine lichamen (zoals organismen, bacterin en spermatozon) wordt bepaald door viskeuze effecten en grote lichamen (zoals grote dieren, dieren dolfijnen en walvissen ) wordt bepaald door traagheidseffecten.

Collegejaar 20072008

AdeK-UvS

FTeW

5.5

2. Buisweerstand
De weerstand die een buis veroorzaakt op de stroming er door noemt men de buisweerstand. We kunnen het drukverlies in een buis per eenheid van lengte bepalen.
v gem =

(p1 p 2 )

8L (p1 p 2 ) 8 v gem = L R2

R2

(2)

(p1 p 2 )
L

R 2 = v gem 8 (3)

(p1 p 2 )
L v gem v gem

= :

p 8 v gem = L R2

Vermenigvu ldig (3) met 1 = 32 v p 8 v = 2 = 2 L D v gem R v gem

2 gem 2 gem

1 2 v 64 2 gem = D v gem D

(4)

Substituee r (1) in (4): 1 2 1 2 v gem v gem p 64 2 2 = = 4f D D L Re {

4f

(5)

4f noemt men de buiweersta ndsfactor. 4f geeft het druk verlies per eenheid van lengte aan.
Collegejaar 20072008 AdeK-UvS FTeW 5.6

Drukval in rechte kanalen

Indien een wrijvingsfludum stationair door een recht kanaal stroomt geldt de relatie: 2 (p1 p 2 ) R RL (6) { = 2 1 2 3
oppervlak l k oppervlak

(p1 p 2 ) A1 = A 2

(p1 p 2 ) = A 2
A1

p =

A2 A1

(7) (8)

Uit (5) en (7) volgt : p = (p1 p 2 ) = D hydr = D hydr

A2 1 2 L = 4 f v gem A1 2 D hydr

4 doorstroomoppervlak (9). natte omtrek noemt men de hydraulische diameter.

Collegejaar 20072008

AdeK-UvS

FTeW

5.7

Figuur 5 Collegejaar 20072008 AdeK-UvS FTeW 5.8

3. Weerstand bij omstroomde lichamen

De weerstand die lichamen in een stroming ondervinden, ondervinden uit zich in kracht die door het stromend fludum op het lichaam wordt uitgeoefend. Deze kracht is in het algemeen een gevolg van twee mechanismen mechanismen, dit zijn de optredende wrijving aan het lichaam en de vorm van het lichaam. Men onderscheidt dus de wrijvingsweerstand en vormweerstand. Stroming langs een vlakke plaat is het school voorbeeld van zuivere wrijvingsweerstand. Stroming loodrecht op een vlakke dunne plaat zuivere vorm weerstand.

Collegejaar 20072008

AdeK-UvS

FTeW

5.9

Fi Figuur 6

Fi Figuur 7

Collegejaar 20072008

AdeK-UvS

FTeW

5.10

1 2 v gem 2

Voor een in de langs richting aangestroomde plaat kan aangetoond worden dat de schuifspanning aan de wand voldoet aan de vergelijking:

wand = 0,664 R
L

0,5 e

1 2 v gem 2

(10).

De weerstand aan een kant van de plaat is dan:

Fwand = b wand dx
0

(11).

Voor de loodrecht aangestroomd plaat hebben we het geval van zuivere vormweerstand. De druk voor de plaat bouwt 1 2 zich op tot de orde van grootte van de stuwdruk vgem.
2
Collegejaar 20072008 AdeK-UvS FTeW 5.11

De druk wordt aan de rand van de plaat omgezet in kinetische energie, die vanwege wervelvorming achter de plaat niet in druk wordt omgezet. De kracht op de plaat is dan bij benadering:

1 2 Fwand = Anormaal vgem 2

(12).

In deze vergelijking (12) is Anormaal de grootste doorsnede loodrecht op de snelheid vgem. In het algemeen schrijft men de weerstandskracht met behulp van de weerstandscoefficient Cw. Er geldt dan: 1 2 Fwand = Cw Anormaal vgem (13). 2
Collegejaar 20072008 AdeK-UvS FTeW 5.12

Stroming langs loodrecht aangestroomde bollen en cilinders De relatie tussen de stuwdruk en de weer-standskracht weer standskracht wordt 1 v (14 ). gegeven door de vergelijking F = C A 2 De weerstandscofficent Cw is afhankelijk van de stroming langs het object of lichaam. lichaam
wand w normaal 2 gem

Narmate de energie dissipatie van de kinetische energie groter is, is Cw groter. De energie dissipatie is direct gekoppeld aan de vorm van het zich in de stroming bevindend lichaam. In veel gevallen kan de vorm van lichamen of objecten in benadering opgevat worden als cilinder of bol (denk aan druppels, pijpen, voetballen, enzovoort).

Collegejaar 20072008

AdeK-UvS

FTeW

5.13

Figuur 8 Collegejaar 20072008 AdeK-UvS FTeW 5.14

Einde van Presentatie 05

Collegejaar 20072008

AdeK-UvS

FTeW

5.15