Professional Documents
Culture Documents
Week 1
Wat is kwaliteit?
De kwaliteit van een product of dienst, zowel intern als extern geleverd, is de
mate, waarin het geheel van eigenschappen voldoet aan de
gebruiksverwachtingen van de afnemer, begrensd door de prijs, die hij wil
betalen en de levertijd die hij wil accepteren. In het 7-S model gaat het
voornamelijk om structuur. (Tentamenstof!!)
Wat is integrale kwaliteitszorg?
Alle onderdelen van de organisatie zijn bij kwaliteitszorg betrokken (zie
afbeelding), alle kwaliteitsaspecten hebben invloed op elkaar. Integraal betekend
allesomvattend. (Tentamenstof!!)
Evolutie in het denken over kwaliteit
Pre-industrieel (tot 1900) kleine bedrijven, direct contact / directe feedback
van klant, gilden, meesterschap, vakmanschap, meesters en knechten,
kleinschalig, productcertificaat
1. Industrieel (1880-1940) mechanisatie, specialisatie, anonieme klanten,
begin met steekproeven, kwaliteitscontroleur
2. Na WO II (1945-1960) grote ontwikkelingen; statistiek: steekproeven;
procesbeheersing: meten en terugkoppelen; regelkring; vooral nog gericht op
primaire proces: input, verwerving grondstoffen, ontwerp en ontwikkeling,
productie, opslag, transport, output.
Deming PDCA = Plan (plan opstellen), Do (plan
uitvoeren), Check (voortgangscontrole), Act (corrigeren
en maatregelen nemen om plan te verbeteren).
- TQM: total quality management = integrale
kwaliteitszorg.
3. Product- naar organisatiekwaliteit (1960-heden)
van productkwaliteit naar organisatiekwaliteit; Drie
genoemde prestatiemaatstaven worden gelijktijdig en
integraal toegepast: efficiency, kwaliteit en flexibiliteit;
Ontstaan van kwaliteitsbeleid d.m.v.
kwaliteitshandboek. Organisatorische processen, kwaliteitshandhoek, ISO
9000, Efficiency.
Lieke van Brussel, Avans Hogeschool s-Hertogenbosch 2012-2013
Pagina | 1
Pagina | 2
Pagina | 3
in het kwaliteitshandboek.
Pagina | 4
Week 2
doorlooptijd:
kwaliteit:
productiviteit: aantal, omzet,
winst, solvabiliteit..
leveringsbetrouwbaarheid
ziekteverzuim
klachtenafhandeling
Pagina | 5
De 10
1.
2.
3.
Pagina | 6
ISO 19011:
uitvoeren van audits
ISO 14000:
milieuzorgsystemen
INK-model Instituut Nederlandse Kwaliteitszorg; tien aandachtsgebieden:
P: 1 en 2
D: 3, 4 en 5
D: 6, 7, 8 en 9
A: 10
Om te bepalen hoe een organisatie ervoor staat en hoe groot het gat is met
de gewenste situatie, onderscheidt het INK-model vijf fasen waarin een bedrijf
zich kan bevinden:
1. Productgeorinteerd output staat centraal (=> bewustwordingsfase)
2. Procesgeorinteerd voortbrengingsproces en beheersingsproces daarvan
staan centraal (primair proces) (=> internefase)
3. Systeemgeorinteerd gehele organisatieprocessen staan centraal (hele
organisatie, ook de andere processen dan het primaire proces) (=> interne
fase)
4. Ketengeorinteerd maximaal gebruik van kennis en capaciteiten uit
keten (meer samenwerken met de klant, door na te vragen wat deze
precies wil hebben) (=> integratiefase)
5. Totale zorg voor kwaliteit visie en beleid gebaseerd op verantwoording in
maatschappij (Zijn we goed bezig op het gebied van mvo?) (=>
integratiefase)
Het INK
Pagina | 7
Pagina | 8
Voldoe aan de
verwachtingen van de
afnemers en focus je op
kosten: (kosten-baten)
Kwaliteitskosten =
1. Preventiekosten
2. Beoordelingskosten
3. Faalkosten
Pagina | 9
Pagina | 10
Pagina | 11
- Procesbeheersing
Controle vooraf (feedforward, zorgen dat je geen fouten maakt,
preventiekosten zijn van grote invloed)
Het zoeken naar de optimale situatie, zodat de totale kosten van
preventiekosten en beoordelings- en faalkosten zo laag mogelijk zijn. (er
wordt nog niks aan verbetering gedaan)
Controle achteraf (scheiding tussen inspectie en doen (denken/doen),
kwaliteitsdienst aan het einde van de lijn, kwaliteitsdienst bepaald de
kwaliteit van output, gaat niet om kwaliteitsverbetering.
Elk product wordt gecontroleerd, dit levert hoge (arbeids)kosten, mogelijke
discussies, veel afval en het is niet 100% betrouwbaar. (fouten worden
opgelost of weggegooid en er wordt nog niks aan verbetering gedaan)
Controle tijdens het proces (na iedere deelstap volgt er een controle, wordt
er feedback gegeven om mogelijke fouten in de toekomst te vermijden. Er
wordt steekproefsgewijs controle uitgevoerd, wat zeer betrouwbare
resultaten oplevert. (slechte producten worden al in een vroeg stadium
afgekeurd, dus doorlopen niet ook de rest van de productielijn)
- Steekproeven
Representativiteit:
- geheel zo goed mogelijk in steekproef
vertegenwoordigd,
Betrouwbaarheid:
- schatting tussen twee grenzen
Nauwkeurigheid AQL:
(Acceptable Quality Level) (getal, prestatie-indicator, tolerantieeis, welke waarde vinden
wij acceptabel voor een leverancier en wanneer is het niet meer
acceptabel.
- Keuren of inspecteren van eindproducten. Uitgangspunten vroeger:
Scheiding tussen denken en doen
Kwaliteitszorg als dienst naast de lijn (aparte functie)
Bij massafabricage: uitsorteren van missers
Bij fabricage van enkele stuks: op tijd leveren
- Nadelen:
Controle is niet 100% betrouwbaar
Is een afgekeurd product ook afval?
Kwaliteitsmaatstaven van klant en leverancier kunnen verschillen
- Tegenwoordig: van het beste product naar acceptabele kosten/acceptabel
kwaliteitsniveau (AQL) (Acceptable Quality Level). Ofwel: van 100%
keuring naar steekproeven (tussentijds en op t einde van het proces).
Procesbeheersing: balans tussen juist product, juiste kwaliteiten en
juiste prijs.
- Inspectie: controle achteraf
- Inspectie: Controle tijdens
proces
Lieke van Brussel, Avans Hogeschool s-Hertogenbosch 2012-2013
Pagina | 12
Pagina | 13
1b. Een diagram dat een sterke overeenkomst vertoont met het
visgraatdiagram is het oorzaakrelatiediagram:
Pagina | 14
Pagina | 15
apart:
Pagina | 16
Pagina | 17
Soorten certificatie:
product- en dienstencertificatie initile keuring, typekeuring,
voortbrengingsproces, bv CE-merk: veiligheid, gezondheid, milieu,
consumentenbescherming
certificatie van personen vakbekwaamheid: bv adviseur, keurslager,
piloot
procescertificatie bv. duurzaam geproduceerd, wordt er regelmatig
gekeurd of het proces wel echt kwaliteit levert.
kwaliteitssysteemcertificatie inhoud en effect van regels en procedures
(ISO)
Certificatie en aansprakelijkheid
Leverancier aansprakelijk voor zijn product/dienst.
Certificaat goed: aansprakelijkheid daalt
Keurmerk doet verwachting stijgen: aansprakelijkheid wordt groter.
Pagina | 18
Week 4
Organisatiestructuren en kwaliteit van de
dienstverlening
Klassieke organisatiestructuur
1. Arbeidsverdeling, specialisatie,
expertise (zie ook management :
Adam Smit, Frederick Taylor, Henri
Fayol, Max Weber)
2. Macht bovenin, kennis bovenin
3. Vooral technici en economen
4. Stafdiensten voor het denkwerk
5. Geen klantgerichtheid, HRM
6. Vaak bij massafabricage,
productieproces
9.
7. Aanbrengen eenduidigheid in
- Beslissingen en
verantwoordelijkheden
- Eenheid van leiding
- Optimale span of control
- Scheiding lijn- en staf
- Specialisatie (Fayol)
8. Gezag en gehoorzaamheid
(Weber)
10.
11. Markt- en klantgerichte organisatie-structuur
1. Van sturende, naar structurerende, naar stimulerende acties
2. Flexibel, aanpassingen per jaar, cyclisch denken
3. Doelmatigheid voorop
4. Kwaliteit ingebed in organisatorische context
5. Alles hangt met elkaar samen, integraal.
12. * Zie de 11 kenmerken moderne organisatieleer: blz 174
13.
14. Kwaliteit van dienstverlening
15.
16.Kenmerken van een dienst:
Niet tastbaar
Kopers zijn afhankelijk van
leveranciers
Voorraadvorming is onmogelijk
Kwaliteit is moeilijk te
standaardiseren
Moeilijker meetbaar
Pagina | 19
1.
2. Customer Service Assesment Scale (MARTIN) twee dimensies bij het
streven naar een hogere kwaliteit van een dienst: (procedures / regels en het
menselijke aspect)
- Procedural (procedurele) dimensie betreft de werkwijze: wordt de dienst
geleverd zoals het moet?
- Convivial (menselijke) dimensie de manier waarop het dienstverlenende
bedrijf zich gedraagt t.o.v. de klant: wordt de klant ook oprecht geholpen?
Bij het quality control system moeten er per dimensie vier stappen worden
doorlopen:
PDCA-cyclus