Professional Documents
Culture Documents
Kerndoel 54
De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
- de stijl van een kunstenaar
- vormsoorten (geometrische en organische vormen)
- karakteristieke houding van mensen en dieren
- opbouw, ordening, evenwicht en betekenis
Kerndoel 55
De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
- mening geven over eigen product en werkproces en over dat van groepsgenoten
- mening geven over het werk van kunstenaars
- eigen mening met argumenten onderbouwen
Persoonlijk leerdoel: Ik wil de kinderen vrijheid geven door ze te laten samenwerken. Daarbij zorg ik ervoor dat ik orde houd door duidelijk mijn verwachtingen uit te
spreken. Ik let erop dat ik geen tegenstrijdige opmerkingen maak, maar dat ik consequent blijf en bij mijn standpunt blijf.
Elke woensdag hebben de kinderen een les crea van een uur. Vaak verschillen de opdrachten. Met carnaval zijn de kinderen bijvoorbeeld bezig geweest met het
maken van een carnavalswagen en ze hebben ook ooit een schip geschilderd. Iedere week is het weer anders. De kinderen zijn al op veel verschillende vlakken bezig
geweest met beeldende vorming.
Nu ga ik de kinderen een paradijsvogel laten maken. Dit doen ze aan de hand van tijdschriftbladen. Hieruit kunnen ze scheuren of knippen.
Ik laat om te beginnen een PowerPoint zien op het digibord, waarbij ik inspiratie toon voor de kinderen. De kinderen kunnen zo inspiratie opdoen of ze kunnen hun
fantasie gebruiken. Ik laat de kinderen gewoon in de groepjes werken zoals de tafels staan.
Ik werk bij deze les aan de ontwikkeling van een opdracht om het beeldend vermogen van kinderen te stimuleren.
Ik bespreek de opdracht met kinderen aan de hand van beeldaspecten. Dit benvloedt het onderzoeken van beelden en het maken van beelden. Er ontstaan
verschillende ideen en associaties welke betekenis geven aan de beleving van het onderwerp.
Kinderen ontdekken de mogelijkheden voor het maken van een vogel en ze experimenteren met die mogelijkheden. Uiteindelijk maakt iedereen daardoor iets
bijzonders (Schasfoort, 2012).
Lesverloop
Tijd Leerinhoud Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen / Organisatie
Leraar leergedrag leerling(en)
+/- 10 15 Inleiding Lente komt weer steeds dichterbij en wat is er De kinderen volgen mijn uitleg en doen mee met de Tijdschriften, scharen, lijm,
min. typisch voor de lente? Juist, vogeltjes! PowerPoint. Wanneer ik ze vragen stel, geven ze daar witte blaadjes voor de
Ik wacht tot alle kinderen rustig op hun plaats antwoord op en denken ze mee. achtergrond.
zitten, dan begin ik te vertellen. Ik vertel dat we Blaadjes voor de tips en
crea hebben en dat ik een leuke opdracht voor De kinderen overleggen met elkaar hoe ze de opdracht uit tops.
de kinderen heb. willen werken en wat voor vogel ze willen maken en leggen
Ik laat de kinderen de PowerPoint zien en de materialen klaar.
doorloop deze met ze. Tussendoor stel ik
vragen. Ik vertel de opdracht. De kinderen
mogen in tweetallen aan het werk en wat
werkruis vind ik niet erg. De tweetallen mogen
ze zelf kiezen, maar ik wil wel jongen-meisje-
koppels.
+/- 30 min. Kern De kinderen zijn aan de slag en ik loop rond om De leerlingen gaan in tweetallen aan het werk met het Tijdschriften, scharen, lijm,
vragen te beantwoorden of om te helpen maken van hun vogel. Wanneer er vragen zijn stellen ze die witte blaadjes voor de
wanneer dat nodig is. Ik zal goed rond blijven aan mij of aan een ander groepje. achtergrond.
kijken, zodat ik in kan grijpen op het moment Als ik kinderen aanspreek op hun gedrag, doen ze daar iets Blaadjes voor de tips en
dat er iets gebeurt wat niet ik prettig vind. mee. tops.
+/- 15 min. Afsluiting Ik geef tijdig aan dat we op gaan ruimen en dat De kinderen ruimen snel op en komen rond de tafel staan. Tijdschriften, scharen, lijm,
ik wil dat alles snel en netjes wordt opgeruimd. De kinderen beantwoorden de evaluatievragen en reageren witte blaadjes voor de
Ik geef aan dat de vogels op de voorste tafel op elkaar. achtergrond.
gelegd mogen worden. ondertussen houd ik de Wanneer ik vraag of de kinderen weer gaan zitten, gaan ze Blaadjes voor de tips en
kinderen goed in de gaten en stuur ik kinderen allemaal weer op hun plaats zitten. tops.
aan waar nodig. Iedereen schrijft een blaadje met een tip en een top. De
Vervolgens vraag ik iedereen rond de voorste kinderen die de beurt krijgen, vertellen wat ze hebben
tafel te komen staan en bespreek ik de opdracht opgeschreven.
met de kinderen. Ik stel vragen om te Vervolgens worden de blaadjes uitgewisseld.
evalueren. Welke vogel springt er heel erg uit
als het gaat over kleur? Welke als het gaat over
vorm? Wat doet de achtergrond met de vogels?
Als laatste vraag ik de kinderen of ze weer
willen gaan zitten. Ik vraag dan of iedereen een
tip en een top voor hun maatje op een blaadje
wil schrijven. Ik noem een paar kinderen die dit
even voor mogen lezen. De rest mag het
blaadje uitwisselen met hun maatje, zodat zij
daar wat mee kunnen.
Ik bedank de kinderen voor het meedoen.
Persoonlijke reflectie
Dit was een leuke les. Ik mag nog letten op de manier waarop ik de kinderen hun spullen klaar laat leggen. Dat was eigenlijk een
aandachtspuntje. De kinderen vlogen met zijn allen op de spullen af, maar het werd heel rommelig toen. Ik kan dat beter opdelen in
groepjes.
Verder ging het heel goed. De kinderen waren enthousiast en hadden er zin in. Aan de hand van een PowerPoint liet ik ze voorbeelden en
inspiratie zien. Er werden vragen gesteld wanneer die er waren en later gingen de kinderen gemotiveerd aan de slag. Ik heb de tijd goed in
de gaten gehouden, zodat er op tijd opgeruimd werd en zodat we op tijd konden evalueren. Dat vond ik zelf ook fijn. Ik had daardoor rust
en de kinderen konden nog even met mij napraten over de opdracht.
Organisatorisch:
De voorbereiding is alweer heel goed. Je hebt alles klaarliggen en kunt meteen aan de slag.
Didactisch:
De powerpoint zorgt voor betrokkenheid in de groep. Je maakt gebruik van veel verschillende afbeeldingen, heel sterk! Kijk of het lukt om
meer te vertellen over de kunstenaars.
Leuk dat je jouw eigen voorbeeld hebt verwerkt in de powerpoint. Dit spreekt kinderen aan.
Je legt duidelijk uit wat de opdracht is en hebt dit op het bord staan. Heel goed! Dit zorgt ervoor dat je niet constant dezelfde vraag hoeft te
beantwoorden.
Pedagogisch:
Je benoemt duidelijk wat je wilt. Dit doe je op een positieve manier en de kinderen nemen dit van je aan.
Heel goed dat je Sjoerd aanspreekt op zijn gedrag. Kijk of het je lukt om hem de volgende keer aan het werk te krijgen.
Aan het eind van de les geef jij een compliment aan de gehele klas. Dit is heel mooi om te horen. Je beloont de kinderen voor het harde
werken. Ook krachtig dat je alle werken laat zien. De kinderen waren erg trots.
Je hebt kinderen feedback laten geven op de samenwerking met elkaar. De kinderen deden dit heel goed. Goed dat je ze liet beginnen met
een top (opbouwend feedback).
Welke keuze kun je maken als een kind niet goed aan zijn taak begint?