You are on page 1of 4

Bijlage 2 Format Toelichting lesontwerp

Student: Lisa Bos Docent: Kirsten van Luijk


Vakgebied: Taal Stagegroep: 1/2
Klas: PEH16VD
Welke keuzes heb ik hier gemaakt? Toelichting/ onderbouwing van keuzes
(denk hierbij met name kernbegrippen uit (vak-)
specifieke theorie)
Kennis over (kinderen in) de Ik heb de volgende In mijn voorgaande lessen heb ik me ook
groep is nadrukkelijk
vakspecifieke beginsituatie gericht op letters, woorden en zinnen. Ik
verwerkt in de omschrijving
van de beginsituatie van de gehanteerd: heb geconstateerd dat de kinderen nog
groep, zowel in De kinderen van groep 1 zijn moeite hebben om woorden en zinnen uit
pedagogische zin (gedrag, bezig met het herkennen van elkaar te houden. De kinderen van groep
groepsverhoudingen,
woorden. Het herkennen van 1 weten nog niet wat woorden zijn.
groepsdynamiek) als in
didactische zin het eerste woord van de zin. De kinderen van groep 2 weten wat
(vakspecifieke De kinderen kunnen woorden zijn en kunnen deze
beginsituatie). aangeven wat een letter is. onderscheiden van zinnen. In een zin
De groep 2 kinderen zijn kunnen zij de woorden aanwijzen.
bezig met letters herkennen. Sommige kinderen weten hoe ze de zin
Ze herkennen de opbouw moeten lezen (van links naar rechts).
van een zin en weten wat Echter herkennen ze het begrip zin wel
een woord is. Zij kunnen de maar ze kunnen het niet direct uitleggen
kinderen van groep 1 zonder het te zien.
hiermee helpen. Zij weten
enigszins nog niet wat het Vanuit de sociogram en het
begrip zin inhoudt. Ze klimaatschaal ,die ik heb afgenomen, heb
herkennen een zin echter wel ik geconstateerd dat de kinderen goed
als zij deze zien staan. met elkaar kunnen omgaan. Er zijn een
aantal kinderen die zowel speel als werk
Ik heb de volgende gerelateerd, negatief gekozen worden. Zij
pedagogische beginsituaite veroorzaken ook vaak de negatieve sfeer
gehanteerd: die er ontstaat in de klas.
Uit de typering blijkt dat de De leerlingen die sneller zijn als de
kinderen goed met elkaar andere lopen op bepaalde aspecten voor
kunnen omgaan, maar dat als de rest. De kinderen die minder snel
kiezen op basis van eigen zijn krijgen in deze les de kans om zich
voordeel. Er vallen een ook te laten horen.
aantal kinderen buiten de
groep. Zij veroorzaken vaak
ruzies en of problemen in de
klas. Een aantal kinderen zijn
sneller dan anderen en
geven vaker antwoord op de
vraag. Zij komen dan ook
vaak aan de beurt.

De lesdoelen zijn Aan het einde van de les In deze les kijken de kinderen opnieuw
afgestemd op de
kunnen de kinderen vertellen naar woorden en kijken ze verder naar
beginsituatie. In de
formulering ervan wordt wat een zin is en de zinnen zinnen. De zinnen hebben ze al een
zichtbaar dat kennis van opdelen in woorden en aantal keer gehad, maar deze hebben ze
vakdidactiek en leerlijnen herkennen hoeveel woorden nog niet ontleed in woorden. De kinderen
op een logische manier is
er in een zin staan. De van groep 2 zijn hier al wel meer bekend
verwerkt.
kinderen kunnen een korte mee. Door hen veel te laten benoemen en
zin langer maken door er aan te wijzen pikken de kinderen van
meer woorden aan vast te groep 1 de lesstof indirect op. Op deze
plakken. De kinderen leren manier leggen de kinderen van groep 2
zelf een kloppende zin de stof indirect uit aan de kinderen van
maken. De kinderen leren groep 1. De kinderen van groep 1 krijgen
tweelettergrepige woorden zo vaker de kans de stof te begrijpen en
herkennen. Ze horen en zien het begrip woord te leren kennen. De
dat dit n woord is, ondanks kinderen van groep 2 zijn meer gericht op
de meerdere klanken. de zinnen en hoe deze gevormd worden.
Zij breiden hun kennis uit over de zinnen
Kerndoel 11: en hoe je deze kunt maken en lezen.
Het ontwikkelen van het Hiervoor moeten ze ook de woorden aan
fonologisch bewustzijn. kunnen wijzen en kunnen benoemen wat
- Zinnen opdelen in een woord is. Door dit vaak te herhalen
woorden. breidt ik de kennis van het kind uit.
- Opdelen van
samengestelde
woorden in
afzonderlijke
componenten
- Opdelen van
woorden in
klankgroepen

Werk- en De kinderen zitten in een Doordat de kinderen in een kring zitten


groeperingsvormen zijn
kring en geven antwoorden zijn ze opener en meer betrokken bij de
afgestemd op specifieke
kenmerken van de groep n op mijn vragen. De kinderen les.
op specifieke kenmerken mogen beurtelings naar het Ze delen hun eigen kennis en vullen
van vakdidactiek. bord komen en aanwijzen elkaar aan. Door de interactie die ik in
wat woorden zijn, waar de deze les stop blijven de kinderen meer
zin begint, hoe je de zin moet betrokken De kinderen kunnen de
lezen en waar de zin eindigt. antwoorden van elkaar horen. Ik herhaal
Hierna bedenken de telkens wat de kinderen hebben gezegd
kinderen zelf zinnen en de zodat alle kinderen de kennis binnen
andere leerlingen mogen krijgen.
tellen hoeveel woorden zij
hebben gehoord. De kinderen denken na over de
antwoorden en halen hierdoor hun eigen
kennis op. De kinderen van groep 1
luisteren naar de antwoorden van de
kinderen van groep 2 en kijken naar de
woorden die zij aanwijzen. Zo wordt voor
hen ook duidelijk wat een woord is.

Door de kinderen van groep 1 later in de


kring ook een beurt te geven weet ik of de
stof duidelijk is.

Werk- en De kinderen zitten in de kring De kinderen leren in deze les zinnen te


groeperingsvormen zijn
en het digibord maakt deel ontleden in woorden. De kinderen leren
functioneel ondersteunend
bij het behalen van de uit van de kring. Klassikaal wat zinnen zijn en wat woorden zijn. Ze
lesdoelen. stel ik vragen aan de zitten hiervoor in de kring. Ik heb het
leerlingen. digibord net buiten de kring gezet,
hierdoor kunnen alle leerlingen het bord
zien. Ook kunnen alle leerlingen op een
fijne manier naar het bord lopen en zijn ze
niet direct het middelpunt van de kring. Ze
zijn nog steeds deel van de kring, maar ze
voelen geen druk van anderen.
Een aanzet tot In deze les is samenwerkend n.v.t.
samenwerkend leren krijgt
leren niet van toepassing.
op een logische wijze plek in
het lesontwerp.*

Een aanzet tot ontdekkend In deze les is ontdekkend n.v.t.


leren krijgt op een logische
leren niet van toepassing.
wijze plek in het
lesontwerp**

De proces- en Door de kinderen nogmaals Door de stof terug te koppelen weet ik


productdoelen worden
een aantal zinnen te laten door de antwoorden van de leerlingen of
expliciet gevalueerd met
de kinderen. ontleden, kan ik zien of de zij de stof begrijpen. Om dit te bevestigen
kinderen weten wat woorden laat ik de leerlingen nog een oefening
zijn. Hierna laat ik de maken, in deze oefening komen alle
kinderen benoemen waar elementen voor. Als deze oefening goed
een zin uit bestaat, zo kan ik verloopt kan ik concluderen dat de stof
zien of de kinderen weten duidelijk is.
wat een zin is. Ik vraag hen
wat ze nodig hebben om een
zin te maken, maar ook hoe
ze een zin moeten lezen. Ik
laat de leerlingen de
woorden aanwijzen en hoe
zij een zin moeten lezen. Als
laatste oefening laat de ik
leerlingen zelf een lange zin
bedenken. Hierna tellen de
kinderen hoeveel woorden ze
hebben gehoord. Ik laat een
leerling naar het bord komen
om de woorden aan te wijzen
terwijl de klas nogmaals
meetelt (ik heb de zin dan op
het bord ingetypt).
De werkvormen die worden Ik heb voor het bespreken De kinderen bespreken het lesdoel altijd
gehanteerd bij evaluatie
van de les geen specifieke klassikaal in de kring. Er wordt
zijn passend bij
vakdidactiek en sluiten aan werkvorm gekozen. Ik heb dit teruggekoppeld wat er is gedaan in de les
op specifieke kenmerken klassikaal in de kring en hoe de les is verlopen. Ik doe dit ook
van de groep. gedaan, zodat alle leerlingen omdat de kinderen hier positief op
konden meeluisteren. Ik reageren. Ik probeer zoveel mogelijk
controleer met een opdracht kinderen te betrekken in de kring. Door
of de stof is opgepikt. Als het dan ook in de kring te bespreken
laatst benoem ik of de les kunnen alle kinderen horen wat er wordt
goed is gegaan besproken. Hierdoor is de kans groter dat
wanneer een leerling een onderwerp nog
niet begreep, het nu wel begrijpt. Ook
geeft de kring de mogelijkheid voor alle
leerlingen om antwoord te geven op mijn
vraag.
*bij tenminste 3 lesontwerpen
** bij tenminste 1 lesontwerp

You might also like