You are on page 1of 4

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e) Jens Beekmans Mentor Patrice Goossens


Klas PEH16VC Datum 11-04-2017
Stageschool OBS de Rietpluim Groep 1+2
Plaats Nuenen Aantal lln 29
Vak- vormingsgebied: Levensbeschouwing/ vieringen
Speelwerkthema / onderwerp: Pasen

Persoonlijk leerdoel:
- Ik wil kinderen autonoom laten zijn, ook in situaties waarin ze iets lastig vinden. Dit ga ik doen door niet te snel de oplossing te geven aan de kinderen maar
de juiste vragen te stellen waardoor de kinderen toch zelf op het antwoord of met de oplossing komen.

Kerndoel 38: Evaluatie van lesdoelen:


De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Door aan het begin van de les te checken wat de kinderen al weten van Pasen kan ik
Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze makkelijk en snel de beginsituatie checken. Vervolgens ga ik met de kinderen in gesprek
leren respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de over wat Pasen is.
samenleving, waaronder seksuele diversiteit. Als verwerking lees ik een verhaal voor, de kinderen moeten hier aandachtig naar
luisteren omdat ze moeten herkennen welke kenmerken van Pasen er terugkomen in het
Tussendoel(en): verhaal.
De kinderen maken kennis met bepaalde feestdagen. Je kunt hierbij Ter controle kunnen we aan het einde van de les de woordspin aanvullen met dingen die
denken aan godsdienstige feesten, landelijke feestdagen en persoonlijke ze deze les geleerd hebben.
feesten.

Lesdoel(en):
- De kinderen hebben aan het einde van de les kennis gemaakt met
het paasfeest.
Beginsituatie:
De klas bestaat uit 29 kinderen, zestien jongens en dertien meisjes. De leeftijd verschilt van 4 jaar, kinderen die net op school zitten, tot 6 jaar, kinderen die volgend
jaar naar groep 3 gaan. Er zijn geen kinderen in de klas die zijn blijven zitten of die een klas over hebben geslagen. Vanzelfsprekend is dat de klas nog niet lang bij
elkaar is, omdat de kinderen nog geen twee jaar op school zitten.

De meeste kinderen zijn bekend met het Paasfeest. De meeste kinderen zullen dit feest associren met:
- Samen zijn met de familie
- Paashaas/ Paaseieren zoeken.
- Lekker en uitgebreid eten.
Dit verschilt natuurlijk omdat dit ligt aan de situatie waar de kinderen in zijn opgegroeid. Elk kind kan dus een ander beeld hebben van Pasen. Omdat dit nog niet
eerder aan bod is gekomen bij de kinderen ga ik het begin deze les gebruiken om de beginsituatie van de kinderen te checken. In het verdere verloop van de les ga ik
ze iets bij te brengen over het Paasfeest.

Lesverloop
Tijd Leerinhoud Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen / Organisatie
Leraar leergedrag leerling(en)
+/- 7 - 10 Inleiding Ik ga om voorkennis op te halen samen met de De kinderen denken na over wat zij al van Pasen weten, Vel papier
min woordspin kinderen een woordspin maken over Pasen. Op vaak wordt dit geassocieerd met wat ze thuis vieren. Stift
deze manier kijk je wat de kinderen voor deze
les al weten over dit onderwerp.
+/- 10-12 kringgespre Na het verhaal voorgelezen te hebben ga ik in De kinderen kunnen actief meedenken over de vragen en ze
min k gesprek met de kinderen over wat Pasen nu kunnen om beurten hun verhaal kwijt. Op deze manier staan
eigenlijk is. Ik stel kinderen vragen als: ze stil bij wat er met Pasen gevierd wordt.
Wat vieren jullie thuis als het Pasen is?
Waarom zijn er met Pasen altijd Paaseieren?
Waarom vieren we Pasen?
Ik vind het belangrijk dat de kinderen ideen en
bevindingen die ze bij Pasen hebben kunnen
delen.
+/- 5 10 Verwerking Ik lees een toepasselijk verhaal over Pasen De kinderen luisteren naar het verhaal. Ze denken na over Het boek:
min Boek voor. Drie kinderen naast mij links en rechts wat er allemaal terugkomt in het boek wat te maken heeft
voorlezen mogen voor me op de grond gaan zitten omdat met Pasen.
ze het anders niet goed kunnen zien.
+/- 5 min Aanvullen Na het gesprek dat ik met de kinderen heb De kinderen kunnen, naar aanleiding van het gesprek dat Vel papier
woordspin/ gevoerd en het boek dat ik aan ze heb we hebben gevoerd en het boek dat ik heb voorgelezen, Stift
nabespreke voorgelezen zijn we de woordspin aan gaan nadenken over dingen waarmee ze de woordspin aan willen
n. vullen. vullen.

Na afloop van de les vraag ik aan de kinderen De kinderen denken na over wat ze van deze les vonden.
wat zij vonden van deze les. Ik geef de kinderen Ze mogen om de beurt vertellen wat ze van de les vonden,
feedback op het productdoel. Ik probeer de hulpvragen voor de kinderen zijn:
kinderen zo duidelijk mogelijk te vertellen wat ze - Wat ging er goed?
goed hebben gedaan en wat ze misschien de - Wat ging er minder goed?
volgende keer beter zouden kunnen doen.
Persoonlijke reflectie
Ik vond het fijn om aan het begin van de les een woordspin met de kinderen te maken over Pasen. Op deze manier heb ik de beginsituatie
van de kinderen goed kunnen controleren zodat ik daar de rest van de les op in kon spelen. Vervolgens vond ik het erg leuk om met de
kinderen in gesprek te gaan over Pasen. Ik heb de kinderen gevraagd hoe ze Pasen thuis vieren. Ik heb erop gelet dat ik de kinderen uitleg
laat geven. Waarom hoort dat voorwerp/ die gebeurtenis bij Pasen volgens jou? De mening van de kinderen is hierin heel belangrijk. Mijn
mentor en ik merkte dat sommige kinderen verdwaalden in het lange gesprek. Wij hebben tussentijds besloten om even naar buiten te
gaan. Dit was een goede beslissing, na de pauze was de focus weer volledig terug. Ik ben er trots op dat de kinderen zo actief en
betrokken mee hebben gedaan.

Feedback mentor (inclusief handtekening)


Datum:

You might also like