Professional Documents
Culture Documents
In deze versie heb ik de feedback van de domeinexpert verwerkt met de kleur groen.
Persoonlijk leerdoel:
- Ik houd mezelf aan de tijdsplanning die ik heb gemaakt in de lesvoorbereiding
- Ik kan een gesprek leiden met deze groep kinderen over identiteit. In dit geval een gesprek over de voorwerpen die ze hebben meegenomen die gaan over
hun weekend.
- Ik kan uitleggen dat we in een kring gaan zitten en hoe we dit gaan doen.
De kinderen van groep 5 hebben de eerste drie themas uit de methode voor geschiedenis gehad. De basisschool maakt gebruik van Brandaan als methode. De
vakken geschiedenis, natuuronderwijs en aardrijkskunde worden als apart vak gegeven. In groep 5 is dat het eerste jaar op deze manier. Deze vakken bestaan uit
verschillende themas. De kinderen krijgen telkens een thema tegelijk. Vervolgens gaan ze naar een ander thema, maar ook naar een ander vak. Dit betekent dat de
kinderen maar een vak tegelijk krijgen. In groep 3 en groep 4 hadden de kinderen een doeboek met daarin deze drie vakken. Dit was van dezelfde methode. Hierin
werden themas als winkelen, varen en speuren behandeld. In groep 3 maken ze een helft uit het boek en de andere helft maken ze in groep 4. De kinderen van groep
5 hebben alles wat in de methode aan bod komt hiervoor al gehad.
De kinderen hebben normaal op maandagmiddag een weekendkring. Hierin mogen ze vertellen over het weekend. Doordat er 29 kinderen in de klas zitten, vinden de
kinderen het lastig om bij elk verhaal goed te luisteren. Daarom heeft mijn mentor al verschillende werkvormen toegepast tijdens de weekendkring, bijvoorbeeld de
binnenkring-buitenkring en wandel wissel uit. Doordat de kinderen deze werkvormen al kennen, wil ik een nieuwe werkvorm gaan gebruiken. Ik ga gebruik maken
van de werkvorm: duos. Dit is ook een coperatieve werkvorm. Ik maak gebruik van deze werkvorm omdat de kinderen eerst met tween in gesprek gaan en
vervolgens met een ander duo in gesprek gaan. Tijdens deze werkvorm zijn alle kinderen met elkaar in gesprek. Door deze werkvorm te gebruiken, werk ik aan het
doel voor deze groep. Alle kinderen in de klas worden bij de groep betrokken. Elk kind mag zijn verhaal doen, dit vinden de kinderen in de klas heel leuk.
De kinderen zitten sinds groep 3 bij elkaar in de klas, daardoor kennen ze elkaar al. De kinderen zoeken meestal hun vertrouwde klasgenoten op, dit heb ik
beschreven in mijn typering. In mijn overdenking heb ik hier een doel voor geschreven. Tijdens de werkvorm zal ik zorgen dat de kinderen zo verdeeld zijn dat ze met
iemand anders in gesprek gaan dan normaal.
Lesverloop
Tijd Leerinhoud Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen / Organisatie
Leraar leergedrag leerling(en)
Inleiding Inleiding. Ik geef de kinderen aan dat we in een De kinderen luisteren naar de uitleg en gaan Voorwerpen
+/- 10 min kring gaan zitten. Ik leg kort uit hoe vervolgens aan de slag om de stoelen goed te Stoelen
we dit gaan doen. Ik zet een timer en zetten. Digibord timer
wanneer de timer is afgelopen moeten
alle stoelen in de kring staan.
Ik pak mijn eigen voorwerp erbij en De kinderen luisteren naar mijn verhaal en kijken
begin erover te vertellen. Ik vertel naar mij en het voorwerp.
waarom ik het bij heb en wat ik
belangrijk vind aan de activiteit die ik
heb gedaan in het weekend.
Kern Uitleg en Ik vertel de kinderen dat ze dadelijk De kinderen luisteren naar mijn uitleg. Voorwerpen
+/- 20 min gesprekken ook het verhaal achter het voorwerp Stoelen
voeren met mogen gaan vertellen aan hun Digibord timer
elkaar. klasgenoten. Ik geef een aantal
aandachtspunten aan waar ze aan
moeten denken tijdens het vertellen
van de verhalen. Aandachtspunten:
waarom heb je het voorwerp
meegenomen en waarom vind je dit
belangrijk moet aan bod komen in het
verhaal.
Ik leg de werkvorm: duos uit. Ik maak De kinderen luisteren naar mijn uitleg.
tweetallen en deze twee kinderen
vertellen elkaar hun verhaal. Daaruit
kiezen ze een verhaal. Vervolgens zet
ik twee tweetallen bij elkaar en de
twee gekozen verhalen worden aan
het andere tweetal verteld. Het viertal
kiest een verhaal uit.
Ik maak de tweetallen en geef aan dat De kinderen gaan aan de slag om hun eigen verhaal
ze mogen beginnen. Ik zet een timer, te vertellen aan een klasgenoot. De kinderen
wanneer de timer afgaat, is iedereen luisteren naar elkaars verhalen en komen samen tot
stil, kijken en luisteren ze naar mij. een overeenstemming over het gekozen verhaal.
Dan maak ik viertallen en dan doen
we precies hetzelfde.
Nadat de timer is afgegaan, vraag ik De kinderen luisteren en doen wat ik aangeef. Elke
de kinderen weer goed in de kring te groep vertelt een verhaal. De kinderen geven
gaan zitten. Ik vraag aan elke groep antwoord op mijn vragen.
het gekozen verhaal te vertellen aan
de hele klas. De groepen vertellen
een verhaal. Ik stel vragen over het
verhaal.
Slot Evalueren. Ik bedank de kinderen voor alle De kinderen die ik kies, vertellen kort het verhaal Voorwerpen
+/- 15 min verhalen. Nu vraag ik een paar van iemand anders. Stoelen
kinderen in de klas om iemands
anders verhaal heel kort te vertellen.
Moniek Steenbakkers