You are on page 1of 3

Opdracht 4: EDO-werkvorm op vlak van

systeemdenken
Ik gebruikte een les met als onderwerp ‘Sociaal-economische verscheidenheid’*. Deze is
gemaakt door Sean Van Uytvanck en door hem gegeven tijdens de vorige stageperiode op
woensdag 29/11/’17. Ik heb deze les geobserveerd. Ik gebruik zijn les en niet één van mijn
twee gegeven lessen omdat de onderwerpen hiervan eigenlijk te oppervlakkig zijn om
hiervoor een EDO-werkvorm op vlak van systeemdenken te ontwikkelen. (Mijn
lesonderwerpen waren immers als volgt: ‘Werken met kaarten’ en ‘Het gradennet op de
wereldbol en de wereldkaart’.)

*Ik voeg deze lesvoorbereiding toe als bijlage. Ik werkte hier bijkomstig een lesfase 5 in uit.

Causale lussen:
Ik zal de werkvorm causale lussen in deze les gebruiken als herhalingsfase op het einde van
de les. De leerlingen krijgen allemaal een A4-papier met de opdracht op. Wanneer deze
opdracht gemaakt is, beschikken de leerlingen over een deel-overzicht van de les. Als ze alle
gebruikte begrippen kunnen verklaren en de relaties tussen deze variabelen kunnen
verwoorden, hebben ze al systeemdenkend de les grotendeels herhaald. Niet alle begrippen
die aan bod komen tijdens de les konden in het schema verwerkt worden, dit omdat bv. een
stijging van de variabele ‘vruchtbaarheid grond’ niet sowieso voor een stijging van de
variabele ‘bevolkingsaantal’ zorgt.

Ik bedacht verschillende niveaus van de opdracht en besliste welke ik wilde uitwerken voor
klas 318.

Niveau 1) De leerkracht geeft een pasklaar schema waarin de variabelen verwerkt zijn. Het is
aan de leerlingen om, volgens de legende, aan te geven of de relatie tussen deze
versterkend of verzwakkend is.
 Ik heb de opdracht volgens dit niveau uitgewerkt omdat enerzijds de leerlingen niet
gewend zijn met deze werkvorm (en dat het dus waarschijnlijk al moeilijk genoeg voor
hen zal zijn) en anderzijds omdat het bestaande schema zo makkelijker klassikaal te
verbeteren is, immers enkel de relaties tussen de variabelen moeten overlopen
worden.
In het door hen ingevuld schema wordt er in één plaatje een gedachtegang weergegeven die
anders in verschillende woorden moeten worden uitgeschreven. De leerlingen kunnen
tijdens de klassikale verbetering zien waar hun gedachtegang eventueel niet klopt. Ze leren
dan waar deze verbeterd kan worden.
Niveau 2) De leerkracht verschaft de leerlingen een tekst waarin de verbanden tussen de
variabelen aangehaald worden. De variabelen kunnen in deze tekst al aangeduid staan maar
de leerkracht kan ook vragen aan de leerlingen om dit zelf te doen, op deze manier wordt de
opdracht moeilijker omdat de leerlingen zelf de variabelen moeten herkennen. Daarna
moeten de leerlingen causale lussen vormen met de variabelen die ze hiervoor kunnen
gebruiken.

Niveau 3) De leerkracht geeft enkel de variabelen. Het is aan de leerlingen om deze, op basis
van wat ze tijdens de les geleerd hebben, te verwerken m.b.v. causale lussen.

Niveau 4) Dit is het moeilijkste niveau dat ik bedacht bij deze les. De leerlingen moeten zelf
op zoek gaan naar variabelen die in deze les aan bod kwamen en diegene die ze kunnen
gebruiken, verwerken in een schema met causale lussen.
Naam: …………………………………….. klas: 318

Opdracht: Vul het schema aan.


A) Analyseer de relaties. Welke relaties zijn versterkend en welke verzwakkend?
Noteer een (+) en (-) bij de pijlen. Maak gebruik van de legende.

Legende

+ = versterkende relatie
 Toename wordt toename
 Afname wordt afname

- = verzwakkende relatie
 Toename wordt afname of omgekeerd

You might also like