Professional Documents
Culture Documents
Jeroen Thijsen
0
Inhoudsopgave
Deel 1
Akkoorden en symbolen…………………………………… ………………….. 3
Maj 7……………………………………………………………………………………….…………… 4
Mi 7 ………………………………………………………………………………………………….….. 4
6 akkoorden…………………………………………………………………………………………… 5
Dominant 7…………………………………………………………………………………………….. 5
Tritonus verwantschap……………………………………………………………………………. 5
Halfverminderd (m7b5)…………………………………………………………………….……… 6
Toevoegingen………………………………………………………………………………………….. 6
Sus akkoorden…………………………………………………………………………………………. 11
Verminderd 7/Dim akkoorden……………………………………………………………………. 13
II-V-I………………………………………………………………………………………………………. 14
Oefenmateriaal
Drieklanken-omkeer-oefening……………………………………………………………………. 18
Oefenreeksen akkoordsymbolen………………………………………………………………... 19
Oefenleedsheets akkoordsymbolen…………………………………………………………….. 23
Deel 2
Begeleidingspatronen……………………………………………………….. ….. 27
Pop…………………………………………………………………………………………………………. 28
Disco………………………………………………………………………………………………………. 31
Blues……………………………………………………………………………………………………….. 32
Funk…………………………………………………………………………………………………………. 35
R’nB…………………………………………………………………………………………………………..
Reggae & ska...............................................................................................
Latin…………………………………………………………………………………………………………..44
Swing………………………………………………………………………………………………………. 53
Ballads…………………………………………………………………………………………………….. 55
Songbooks…………………………………………………………………………………………………..
1
Inleiding
Deze reader is bedoeld als ondersteuning van de lessen begeleiden aan de piano. Het is geen
methode maar moet vooral gezien worden als naslagwerk en bron van oefenmateriaal.
De reader bestaat uit twee delen. In het eerste deel zal ik ingaan op de notatie en interpretatie
van akkoordsymbolen. Daarbij ga ik uit van enige basiskennis; ik ga ervan uit dat de gebruiker
van deze reader bekend is met notatie, interpretatie en toepassing van drieklanken en dominant
7 akkoorden. Juist de akkoorden en akkoordsymbolen die in de praktijk nogal eens vraagtekens
oproepen zal ik hier behandelen.
In het 2e deel zal ik in het kort ingaan op enkele veelvoorkomende stijlen binnen het genre
lichte muziek. Ter aanvulling op de lessen zal ik proberen aan te geven hoe je op een handige
manier tot een stijleigen begeleiding kunt komen.
2
Deel 1
Akkoorden en symbolen
De notatie van lichte muziek kenmerkt zich door inconsequentheid. Er zijn veel gebruikte
manieren om dingen aan te duiden. Zo kan een D halverminderd akkoord worden aangeduid als
D(Ø)
Dm7b5
of Fm/D
Sinds enige tijd wordt er geprobeerd om tot een standaardnotatie te komen. Daarin heeft de
notatiewijze die werkt met afkortingen (Ma7, Mi7 etc) de voorkeur boven symbolen als
(^) (Ø)
Toch komen deze symbolen veel voor, daarom zal ik ze hier ook behandelen. Bovendien zijn ze
praktisch als je snel iets moet noteren.
Ma 7 symbool: (^)
Een snelle manier om een ma7 akkoord te spelen: vervang in de drieklank rechts de grondtoon
door de maj7. De maj7 ligt een halve toon onder de grondtoon. De grondtoon speel je links.
3
Mi 7
symbool: -7
Snelle manier om een mi7 te spelen: vervang in de drieklank rechts de grondtoon door de 7 De
Een andere manier is: maak een grote drieklank op de kleine terts
6 akkoorden
In een majeurakkoord wordt de 6 soms ipv de 5 gespeeld en soms naast de 5
C6
4
Mi 6 akkoorden
In een mineur 6 akkoord wordt de 5 meestal vervangen door de 6
Dominant7
• bestaat uit grondtoon (links), terts(3) en septime(7)
• geen kwint!
• toevoegingen als 9,13 zijn optioneel
Tritonus verwantschap
Elke toonsoort heeft een verwante toonsoort. De afstand tussen deze toonsoorten is een
overmatige kwart. De terts en septime van de ene toonsoort zijn resp. de septime en terts van
de andere toonsoort.
C is dus verwant aan F# of Gb
Eb aan A
F aan B etc.
-een harmonisch trucje dat bassisten en pianisten graag gebruiken is de zgn. tritonus-
substituut; ipv van de bastoon van oorspronkelijke 5e trap bv de bastoon g bij G7 speel je de
bastoon van de tritonus-verwant: Db. Het akkoord wordt dan Db7. Dit levert vaak een
verrassend effect op in de harmonie van het stuk.
5
Halverminderd of m7b5
symbool: (Ø)
Toevoegingen
• Zijn optioneel
• In een dominant akkoord te gebruiken als uitbreiding op basistonen grondtoon, terts,
septime
9: maak eerst een drieklank en schuif daarna de grondtoon 1 toon op. 9 ligt 1 toon boven de
grondtoon.
De 9 is gelijk aan de 2. Je noemt het 2 in een “drieklank situatie”. Indien ook een 7 aanwezig
spreek je van een 9.
13: is gelijk aan 6; ook hier geldt: in een drieklank situatie spreek je van 6, Indien ook een 7
aanwezig spreek je van een 13. De 13 komt vaak (maar niet altijd) in combinatie voor met de 9.
11: is gelijk aan 4 komt alleen voor bij mineur 7 akkoorden. In majeur 7 wordt 11 verhoogd tot
#11 (ivm conflict tussen terts en 11)
Een C9 akkoord of een C13 akkoord is dus altijd dominant en bevat altijd de basistonen
grondtoon, terts, septime.
6
Toevoegingen kunnen ook gealtereerd voorkomen, dwz: toevoegingen voorzien van b of #
Alteraties op een dominant 7 akkoord kunnen zijn
b9
C7 #9
7
b13(wordt ook wel genoteerd als #5 )
8
Alteraties kunnen ook voorkomen bij majeur akkoorden:
#5 (wordt ook wel genoteerd als +5 of als + (plus) bv C+ zgn plus akkoord= altijd +5)
#11
9
13b9
C13b9
Tip:
Laat je niet verwarren en afschrikken door ingewikkelde dominant 7 akkoorden met veel
toevoegingen en/of alteraties. De basis blijft altijd grondtoon, terts en septime. Die vormen de
kern van het akkoord en geven het akkoord zijn functie. Je kunt daar altijd op terugvallen.
Bij een F# 13b9#11 akkoord kun je ook nog steeds denken: F#7; heeft dezelfde terts en septime
als C (tritonus) namelijk e en Bb; en dus kun je spelen:
10
Sus akkoorden
Sus 4:
In klassieke muziek en popmuziek lost de 4 in een sus 4 akkoord (suspended 4) meestal op naar
de terts.
In jazz, funk en aanverwante muziek wordt het sus4 akkoord ook gebruikt als kleur in
combinatie met een 9. Je spreekt dan niet meer van sus4 maar slechts van sus. Het akkoord
wordt soms ook aangeduid als Sus9. Qua functionaliteit dekt de term sus hier de lading niet
meer aangezien het ook als niet oplossend akkoord voorkomt.
Een makkelijke manier om een sus akkoord te spelen is: links de grondtoon, rechts de drieklank
van een toon lager;
11
Sus 2
In popmuziek wordt dit symbool gebruikt voor het volgende akkoord.
Dit akkoord lost in principe op naar een majeur of een mineur akkoord. Het kan echter ook als
een opzichzelfstaande klank (niet oplossend) voorkomen.
12
Verminderd 7, symbool: (º)
Het verminderd 7 akkoord, ook dim akkoord (diminished) genoemd. Is een stapeling van kleine
tertsen en is een symmetrisch akkoord.
Consequentie van deze symmetrie binnen het tonale systeem is dat er maar 3
verschijningsvormen zijn van het dim akkoord.
13
II-V-I progressie
Een van de meest voorkomende akkoordprogressies in lichte muziek. Te gebruiken als “drie-
eenheid” en te herkennen aan de volgorde Mi7 – Dom7 – Maj7
14
Omkering:
15
Mineur II-V-I progressie
Ook in mineur komt de II-V-I voor. Te gebruiken als “drie-eenheid” en te herkennen aan de
volgorde Mi7b5 – Dom7 – Mi7
Basisversie:
Het basisprincipe is net als in de majeur II-V-I: septime van V lost op naar terts van I
16
Uitgebreide 4 stemmige versie versie: (V= een 7b9b13 akkoord en I een Mi7 akkoord)
17
Deel 1.2
Oefeningen
Deze oefening bestaat uit een progressie waarbij alle omkeringen van alle majeur en
mineurdrieklanken voorbij komen. Het majeurakkoord schuift steeds een trap op. (Dit
verschijnsel is afkomstig is uit gospelmuziek en wordt ook in popmuziek veel gebruikt)
Speel deze oefening in alle toonsoorten door hem steeds een kwart hoger te spelen en zo de
kwintencircel af te gaan.
18
Oefenreeksen
19
Random ma7 progressie
Bbma7 Ebma7 Ema7 Abma7 B ma7 C# ma7 A ma7 G ma7 F ma7 F# ma7 C ma7 D ma7
F# ma7 G ma7 Bb ma7 C ma7 Ab ma7 A ma7 C# ma7 D# ma7 G# ma7 Bb ma7 Db ma7 Gb ma7
G ma7 F ma7 F ma7 Eb ma7 Db ma7 A ma7 E ma7 Bma7 F# ma7 Eb ma7 Dma7 Bbma7
Random Mi 7 progressie
C#mi7 Bmi7 Abmi7 Emi7 C mi7 D mi7 Bb mi7 A mi7 G mi7 F mi7 F# mi7 Eb mi7
20
A mi7 C# mi7 G mi7 B mi7 F mi7 Ab mi7 F# mi7 E mi7 C mi7 G mi7 Dmi7 Emi7
D# mi7 Gb mi7 Db mi7 A mi7 E mi7 B mi7 F# mi7 G# mi7 Ab mi7 Bb mi7 D mi7 A# mi7
A mi7b5 C# mi7b5 G mi7b5 B mi7b5 F mi7b5 Ab mi7b5 F# mi7b5 E mi7b5 C mi7b5 G mi7b5 Dmi7b5 Emi7b5
C#mi7b5 Bmi7b5 Abmi7b5 Emi7b5 C mi7b5 D mi7b5 Bb mi7b5 A mi7b5 G mi7b5 F mi7b5 F# mi7b5 Eb mi7b5
D# mi7b5 Gb mi7b5 Db mi7b5 A mi7b5 E mi7b5 B mi7b5 F# mi7b5 G# mi7b5 Ab mi7b5 Bb mi7b5 D mi7b5 A# mi7b5
21
A>7 D7 G<7 Bbm7 Eb7 Ab<7 Eb>7 Ab7 Db<7
• Oefen in time, dus in de maat, neem een eenvoudige groove als uitgangspunt bv.
Kwarten.
• Oefen ook met andere liggingen. Zoek de dichtstbijzijnde ligging van het
volgende akkoord.
22
Hieronder volgt een aantal oefenleadsheets.
23
24
25
26
27
Deel 2
Begeleidingspatronen
Hieronder volgt een aantal standaard begeleidingspatronen die veel gebruikt worden in lichte
muziek. Let wel dat van elk patroon ook talloze varianten bestaan. Een goede begeleiding staat
of valt bij subtiele afwisseling en variatie.
Ritmiek en timing zijn sleutelwoorden binnen een goede begeleiding. Het streven is niet zo zeer
naar het correct spelen van de geleerde patronen maar naar een goede en
“lekkere”timing”waarbij je de patronen naar je hand probeert te zetten en te variëren.
Groove
Belangrijk uitgangspunt bij het kiezen van de soort begeleiding is het bepalen van de groove. Bij
een popnummer dat gespeeld wordt door een band wordt de groove meestal bepaald door de
ritmesectie van de band; drums, bas en evt akkoordinstrumenten.
Het spelen van zo’n nummer op piano betekent vaak een “vertaalslag” maken van de groove die
een ritmesectie speelt naar de piano.
Akkoordverbindingen
Probeer bij het verbinden van akkoorden te zoeken naar de dichtstbijzijnde ligging van het
volgende akkoord. Daarmee voorkom je onnodig grote sprongen en dus
stemvoeringsmoeilijkheden (en een hoop lelijkheid.) Grote sprongen kunnen wel maar op
strategische momenten bv na het einde of begin van een muzikale frase.
Bas
Een belangrijke rol bij een goede (begeleidings)groove speelt de bas. De bas geeft ritme en
body aan de klank. Veel mensen hebben de neiging om de bas te hoog te spelen. Daarmee
verlies je echter veel klank aan de onderkant.
Ik geef de voorkeur aan een “basstand”in de linkerhand van een octaaf. Pink en duim spelen de
grondtoon en in het midden ligt de kwint. De grondtonen worden niet tegelijk gespeeld maar
wisselen af. Je hebt dan de optie om een hoge grondtoon, een lage grondtoon of een kwint te
spelen. Dat biedt veel (ritmische) variatiemogelijkheden. Vaak kun je een baspartij interessanter
maken door hem wat melodischer te maken.
28
Pop
Standaard begeleiding in kwarten:
Een van de meest voorkomende en bruikbare patronen bij het spelen van popliedjes is deze
kwartenbegeleiding
• chromatische benadering via targetnotes in bas. De grondtoon van het volgende akkoord
wordt bereikt door via de direct onderliggende tonen. Het is ook mogelijk om een
targetnote via bovenliggende tonen te bereiken.
29
Voorbeelden:
-Let it be – beatles
-Imagine – John Lennon
-Angels – Robbie Williams
-I’ll be there – Jackson 5
8stes:
Voorbeelden:
-If you want me to stay – Sly & Family stone
-Logical song – Supertramp
-Lady - Supertramp
30
6/8ste
Ook wel shufflle genoemd. Veel gebruikt patroon in Rhythm&Blues maar komt ook in
popmuziek regelmatig voor.
Voorbeelden:
I put a spell on you – Creedence Clearwater Revival
Oh darling – Beatles
If I ain’t got u – Alicia Keys
It’s a man’s world – James Brown
6/8ste gebroken
31
Overige pop grooves
Deze percussieve pop groove is een variant op het kwartenpatroon waar dit hoofdstuk mee
begon. Links en rechts zijn het de duimen (resp hoge c en lage g) die tussen de bas en akkoord
voor interessanter ritme zorgen.
32
Disco:
Is eigenlijk al weer een ouderwets aandoende stijl uit de jaren ’70, wordt toch ook weer
regelmatig nieuw leven ingeblazen (bv. Jamiroquai) en als pianobegeleiding uiterst effectief!
Door de stuwende octaafwisselingen in de bas “draagt” deze begeleiding als geen ander.
Disco-patroon 1
Disco-patroon 2
Voorbeelden:
-I will survive – Gloria Gaynor
-PYT – Michael Jackson
-Blame it on the boogie – Jackson 5
-I’m so exiteted – Pointer Sisters
-Irene Cara – Fame
-Jamiroquai – Canned Heat
33
Blues
Blues kent vele verschijningsvormen. In jazz, funk, gospel, pop etc vind je allerlei
blueselementen terug. Ook bestaan er vele soorten bluesschema’s. Het meest
elementair is het 12 matige bluesschema:
Variant:
Er wordt ook wel gezegd dat het enige echte criterium om een stuk een blues te
noemen is dat maat 1 begint met een 1e trap en maat 5 met een 4e trap.
34
Het volgende patroon is te gebruiken bij een blues.
Akkoorden in een schema gaan het meest `bluesy`klinken als je links de grondtoon
speelt en rechts de terts en septime of septime en terts.
Belangrijk: speel geen kwint; de kwint klinkt niet goed in een septime akkoord. Speel als
je het akkoord wilt uitbreiden liever een 9 of 9/13.
Hieronder zie je een voorbeeld van een lopende bas bij een blues.
35
Belangrijk in een blues zijn ook zgn. blues licks; karakteristieke loopjes die een blues
nog meer een bluesgeluid geven. Het materiaal bij deze licks is veelal afkomstig uit de
bluestoonladder. Veel loopjes maken veelvuldig gebruik van de blue note; de 4e noot uit
de bluestoonladder.
Gebaseerd op bluesladder c
Gebaseerd op bluesladder c
36
Voorbeeld van een pianoblues in E. (Ray Charles stijl)
Repertoire:
-Watermelonman – Herbie Hancock
-Ray Charles
-Nina Simone
-Oscar Peterson
-New Coat of paint – Tom Waits
37
Funky-Groove
Een definitie van wat funk eigenlijk is, is moeilijk. Wanneer is muziek funky? Het woord funky
betekent letterlijk “smerig.” Funk als muziekstijl laat zich vooral omschrijven als een op groove
gebaseerde stijl waarbij ritme en herhaling belangrijke parameters zijn. Het harmonisch
materiaal kan daarbij minimaal zijn. Dit is echter geen regel, harmonisch complexe funkstukken
komen eveneens voor.
Een funky pianobegeleiding begint bij een stevige linkerhand in een octaafstand. Met de pink
speel je een lage basnoot op de 1e tel. Met de duim speel je dezelfde noot maar dan een octaaf
hoger. Deze laatste noot speel je niet op de tel maar er tussen. Rechts speel je akkoorden op
een ritmisch puntige manier. Rechts en links grijpen ritmisch in elkaar (bindend element is
vooral de syncopische duimnoot links) en er ontstaat een patroon dat je steeds herhaalt en
eventueel kunt uitbreiden en variëren. Van belang zijn een duidelijke pulse en een syncopische
ritmiek.
Ook in funky pianopartijen is het gebruikelijk om bluesachtige fills te spelen en dus gebruik te
maken van de bluestoonladder.
Repertoire:
-superstitious – stevie wonder
-come together –beatles
-cantaloupe Island – Herbie Hancock
38
Ordinairy people – John Legend
Intro + coupletten + refreinen
Bbmaj7 – Ebmaj7 – Ebmaj7 – Fmaj9
Bridge
Bbm7 – Db/Eb – Fmaj7 – Fmaj7
Refr
Bbmaj7 – Ebmaj7 – Ebmaj7 – Fmaj9
39
40
41
42
43
Virtual Insanity - Jamiroquai
B 3keer
Intro=autro
44
R’nB
R’n B is net als funk een op groove gebaseerde stijl. Veel R’n B grooves zijn langzame funk
grooves waarbij wederom de bas een voorname rol speelt. De 3e tel tel (in drumpartijen vaak
een rimshot of claps) is vaak prominent in de groove. In een vertaling naar een pianopartij
wordt deze 3e tel een accent met het akkoord in de rechterhand.
Repertoire:
-Tyrone – Erikah Badu
-Killing me softy – Roberta Flack
Cd’s:
-Baduism live – Erykah Badu
-Voodoo – D’ Angelo
-Lauren Hill
45
Reagae en Ska
-Message in a bottle – Police
-Smoorverliefd – Doe maar
-Madness
46
Latin
Latin muziek heeft vele verschijningsvormen. Ik maak hier een onderscheid tussen bossa, een
veel voorkomend patroon, en andere patronen die in salsa voorkomen. Salsa is een
verzamelnaam voor voor muziek die afkomstig is uit de Latijns Amerikaanse landen en de
Spaans sprekende eilanden in de Caribische Zee. Onder Salsa vallen muzieksoorten zoals
Merengue, Bachata, Cumbia, Son montuno, Boogaloo, Mambo, Cubaanse Rumba, Cha-cha-cha,
Bomba, Plena.
Bossanova
Deze Braziliaanse muziekstijl is een combinatie van de Braziliaanse ritmiek, voornamelijk samba,
en cool jazz. Bossanova betekent letterlijk vertaald 'nieuwe tendenties'. Aan de wieg van de
bossanova stonden muzikanten als Antonio Carlos Jobim, Luis Bonfá en João Gilberto die de
sambaritmes mengden met de zachte en vaak ingetogen tonen van de cool jazz. De ritmisch
getemperde, maar harmonisch geavanceerde stijl is gebaseerd op een enkel ritme, meestal in
een gesyncopeerde 2/4 maat en met een soepele swing, ook wel balanço genoemd. De
bekendste bossanova is 'The Girl From Ipanema', dat in de loop van de jaren door enorm veel
artiesten is vertolkt. De bekendste uitvoering dateert uit 1963 en is van Stan Getz, João Gilberto
en Astrud Gilberto. Onder meer dankzij de honingzoete en naïeve stem van Astrud Gilberto werd
het wereldwijd een hit. In de jaren '90 moderniseerde de bossanova door toevoeging van
elektronica door artiesten als Arto Lindsay, Bebel Gilberto, Bossacucanova en Cibelle.
Bossa Patroon:
Dit patroon is ook te gebruiken bij samba. Het tempo ligt dan hoger. Bossa en Samba zijn
Braziliaanse stijlen
47
Het volgende patroon is te gebruiken als voorbereiding op de onderstaande guajeos.
Het akkoord is C7 maar rechts speel je in feite een g mineur akkoord waarbij de grondtoon
daalt.
48
Guajeos (wageos)
49
Repertoire:
-blue bossa
-one note samba
-Dindi
-How insensitive
-Corcovado
-smooth operator – sade (bossa)
-pasttime paradise (Ray Baretto salsa versie)
50
51
52
53
54
55
Swing
De term swing heeft betrekking op de een de volgende ritmische benadering van de
8stes.
• Rechte 8stes: alle 8stes duren even lang
• Swing 8stes: lang-kort, lang-kort
Iets staat “in swing” als er sprake is van swing 8stes. Swing is een veel voorkomend
verschijnsel in jazzmuziek.
Een swingbegeleiding bestaat uit het spelen van uitgebreide jazz-akkoorden rechts en
links een bas in 2jen of 4ren.
Repertoire:
Moondance
Feeling good
56
Het spelen van syncopische accenten in de rechthand werkt erg goed bij een
swingbegeleiding. Je kunt dit het beste vergelijken met het soort accenten die in
bigband muziek gebruikelijk zijn. Wissel hierbij lange klanken (ook op de tel) en korte
puntige syncopische klanken af. De linkerhand in 2jen, 4ren. Ook hier komt het gebruik
van targetnotes in de bas veel voor.
Repertoire:
-autumn leaves
-beautiful love
-moondance
-feeling good
57
¾ swing
Swing kan ook als een ¾ maatsoort voorkomen. Er wordt dan gesproken van een “jazzwaltz”
Ook hier worden de 8stes met een triolenopvatting gespeeld en ontstaat er een offbeat
syncopering
Voorbeelden:
-Bluesette
-My favorite things
-Mr Bojangles
Ballads
Een ballad is een langzaam stuk en vind je in diverse stijlen. Vaak kun je in popballads volstaan
met een langzame kwartenbegeleiding.
Een jazzballad wordt vaak gespeeld als een zeer langzame swing feel. Toch worden akkoorden
rechts vaak op de tel neergelegd. Een jazzballad kan echter ook helemaal recht zijn.
Oefening:
Gebruik steeds 3 noten links; grndtoon – kwint – grondtoon of grndtoon – kwint – terts
En 4 rechts; onderste noot van het akkoord verdubbeld.
In gevarieerde gebroken akkoorden speel het volgende schema:
Repertoire:
-Get here – Oletta Adams
-Someone toch watch over me (jazz standard)
-Blame it on my youth (jazz standard)
-angel eyes
-Invitation to the blues – Tom Waits
Songbooks
Songbook-partijen zijn vaak een uitgeschreven pianopartij met daarin verwerkt de melodie van
het stuk. Het is eigenlijk een soort piano-uittreksel. Het onhandige aan deze partijen is dat ze
nogal ingewikkeld kunnen worden. Vooral als groove, accenten en zanglijnen letterlijk genoteerd
worden levert dit nogal eens een op het eerste oog onspeelbare partij op. Neem uitgeschreven
popliedjes in die zin nooit te letterlijk. Timing van zanger of zangers, stembuigingen, ad-libs etc
zijn vaak moeilijk in noten te vatten worden vaak bij benadering genoteerd.
Songbookpartijen zijn ook meestal voorzien van akkoordsymbolen. Probeer een combinatie te
maken van hetgeen uitgeschreven staat en het akkoordsymbool dat genoteerd staat.
58
Het goede aan uitgeschreven partijen in songbooks is dat de liggingen van de akkoorden
meestal overeenkomen met de liggingen gespeeld in het origineel. Die kun je dus zo
overnemen. Hetzelfde geldt b.v. voor intro’s.
VB:
Butterflyz - Alicia Keys
59
60
61
62
63
64
65
66
67
Van blad lezen
Als muzikant en zeker als muziekdocent is het belangrijk om degelijk van blad te kunnen lezen
en tot op een redelijk niveau iets prima vista te kunnen lezen en spelen.
Van blad lezen kun je heel goed trainen.
Een leuke on-line tool om het van blad lezen te oefenen is te vinden op:
http://fastkeys.netau.net
Materiaal:
68
Techniek
Ook techniek is goed te trainen. Hieronder volgen een aantal techniekoefeningen die helpen bij
het losser maken van de vingers en het opbouwen van conditie en snelheid. Het is raadzaam om
bij het studeren te beginnen met een aantal techniekoefeningen.
69
70
71
72
73
Repertoire bij stijlen
Pop begeleiding in kwarten:
-Let it be – Beatles
-Imagine – John Lennon
-Angels – Robbie Williams
-I’ll be there – Jackson 5
-Sunny – Bobby Hebb
-Sitting on the dock of a bay – Marvin Gay
-All long walk – Jill Scott
8sten:
-If you want me to stay – Sly & Family stone
-Logical song – Supertramp
-Lady – Supertramp
-Hold the line - Toto
Disco
-PYT – Michael Jackson
-Blame it on the boogie – Jackson 5
-Can you feel it – Jackson 5
-September – Earth wind & Fire
-Night Fever – Beegees
-Brand new day - Wiz
-I’m so exiteted – Pointer Sisters
-Irene Cara – Fame
-Jamiroquai – Canned Heat
-
Reagae en Ska
-Message in a bottle – Police
-Smoorverliefd – Doe maar
-Is dit alles – Doe maar
-tijd genoeg – doe maar
--Alborosie - Diversity
-Could you be loved – Bob Marley
Blues/Rock ‘n Roll
-Hit the road jack - Ray Charles
74
-Nobody’s fault but mine -Nina Simone
-Oscar Peterson
-New Coat of paint – Tom Waits
-I Feel good – James Brown
-Jailhouse Rock
Bossa
-Blue bossa
-How insensitive
-Corcovado
-Smooth operator – sade (bossa)
-Nature boy
-Dindi
-Wave
-This Masquerade
Funky + groovy
-Superstitious – Stevie Wonder
- I’ve got the blues – Labi Sifre
-Come Together –Beatles
-Cantaloupe Island – Herbie Hancock
-Mercy mercy mercy (standard)
-Another day – Buckshot le Fonque
-Streetlife - crusaders
-Just te 2 of us – Bill Withers
-Morning – Al Jarreau
-Please don’t stop - Richard Bona & John Legend
-Ordinairy people – John Legend
Salsa
-pasttime paradise (Ray Baretto salsa versie)
-one note samba
-Conga – Miami sound Machine
-beautiful – Christina A. salsa versie
Don’t you worry ‘bout a thing – Stevie Wonder
R’nB
-Killing me softy – Roberta Flack
-How come u don’t call me anymore – prince
-Tyrone – Erykah Badu
-On&On – Erykah badu
Swing
Moondance
Feeling good
Moon over Bourbon Street
75
My baby just cares for me
Autumn leaves
¾ Swing (jazz-waltz)
-Bluesette
-My favorite things
-Mr Bojangles
-someday my prince will come
-Footprints
Ballads
-Get here – Oletta Adams
-Kiss from a rose - Seal
-Someone toch watch over me (jazz standard)
-Blame it on my youth (jazz standard)
-angel eyes (jazz standard)
-Misty - (jazz standard)
-Invitation to the blues – Tom Waits
-Be my number two – Joe jackson
Overig
-Englishman in NY - Sting
-Short people – randy newman
-Every little thing she does is magic – Police
-Lady Madonna – Beatles
-All at sea – Jamie Cullum
-Brand new day – The Wizz
76