Professional Documents
Culture Documents
Let op: Neem de machine- en S·O·S-geschiedenis door en controleer op actieve servicebrieven voor de
inspectie.
1.8
1.9
1.10
2.4 Differentieelhuis
2.5 Aandrijfas
2.8 Hefregelklep
2.10 Remaccumulator
2.15 Carter
2.16 Machinechassis
2.17
2.18
2.19
3.1 Modderflappen
3.5 Turbocharger
3.7 Stuurkleppen
3.9 Brandstoftank
3.12 Werklichten
3.15 Waterpomp
3.16
3.17
3.18
4.6 Stuursysteemtank
4.9 Cabinesteunen
Bovenste en onderste radiatorleidingen,
4.10
luchtinlaatleidingen en inlaatluchtkoelerleidingen
4.11 Radiatordop
4.15
4.16
4.17
5.1 Hefcilinder
Overkapping
Steenslagbeschermers
Carrosseriestandschakelaar
5.3
5.4
5.5
Andere opmerkingen
Referentie TA1 Inspectie starre dumptrucks
Voordelen van inspectie:
Minimaliseert stilstandtijd door middel van regelmatig onderhoud
Spoort potentiële problemen op
Spoort problemen op die over het hoofd zijn gezien
Maakt regelmatig onderhoud en reparaties mogelijk
Verlaagt eigendoms- en bedrijfskosten
Richtlijnen:
Richtlijnen voor inspectie van kabelbomen
Controleer of de leidingen, de slangen en de kabelbomen schuren langs:
Elkaar
Scherpe hoeken
Boutkoppen
Controleer of de leidingen, de slangen en de kabelbomen correct bevestigd zijn:
Ontbrekende klemmen en/of kabelbinders
P-klemmen niet bevestigd
3.1 Modderflappen
Controleer op:
Verbogen of beschadigde spatborden
Mogelijk contact met de banden
Losse of ontbrekende moeren, bouten, steunen of riemen
3.2 Ophangingscilinders voor
Controleer op:
Olielekkage, te herkennen aan ophoping van vuil of olie rondom de cilinderlipafdichting
Knikken, krassen of putjes in de cilinderstangen
Losse of ontbrekende cilindervoet
Structurele schade of gebarsten lassen
Beschadigde of losse stuurarm of cilinderkopbouten
Beschadigde of losse cilinderbevestigingsbouten
Niet goed gesmeerde lagerkap
Gebroken of beschadigde vetleidingen, vetnippels of vetafdichtingen
Schurende, beschadigde of versleten kabelbomen of stekkers
Cylindervullingshoogte (afmeting "x") Raadpleeg de OMM & T&Een handleiding voor metingsspecificaties.
3.3 Brandstofleiding, -pomp en filterflens
Controleer de brandstofopvoerpomp, de flenzen van het primaire/secundaire brandstoffilter en de brandstofinspuitpomp op:
Beschadigde, schurende of versleten brandstofleidingen of hydraulische leidingen
Losse verbindingen
Lekkage
3.4 Uitlaatspruitstuk
Controleer op:
Roet, wat wijst op een losse, gebroken of beschadigde verbinding rondom de volgende afdichtvlakken:
Waar het uitlaatspruikstuk is vastgebout aan de cilinderkop
Klemmen en schotten tussen de spruitstuksegmenten bij elke cilinderkop
Waar het uitlaatspruikstuk is vastgebout aan de inlaat van de turbochargerturbine
Barsten of andere schade in het spruitstuk
3.5 Turbocharger
Controleer op:
Roet rondom de gebieden waar de turbocharger aan het uitlaatspruitstuk of aan de uitlaatpijp is bevestigd. Dit kan wijzen op:
Losse verbindingen aan de aansluitingen
Losse of gebroken bevestigingsbouten
Olielekkage rondom de olieleiding van de turbocompressor
Sporen van vuil die kunnen wijzen op lekkage bij de luchtinlaat of luchtaanjager als gevolg van losse of beschadigde slangen of
klemmen bij:
De luchtinlaatslangen en het compressorhuis
Turboaanjaagluchtleidingen
Turbo-overdrukklep en aanjaagleidingen overdrukklep
3.6 Hydraulische leidingen en componenten remsysteem
Inspecteer de volgende componenten:
Serviceremklep
Cabineremspruitstuk
Voorremspanningsafsteller op de linker hefcilinderframesteun.
Controleer op:
Lekkage rondom slangaansluitingen
Schurende, beschadigde of versleten slangen
Schurende, beschadigde of versleten draden/kabelboom/stekkers
3.7 Stuurkleppen
Inspecteer de stuurdrukregelklep en de stuuruitschakelklep op:
Lekkage rondom aansluitpunten voor slangen en regelklepcomponenten
Schurende, beschadigde of versleten slangen
Schurende, beschadigde of versleten kabelbomen of stekkers
3.8 Hydrauliekolietank
Controleer:
De bovenste en onderste bevestigingen op losse bevestigingsbouten en structurele barsten in chassisbevestigingsbeugels.
De tankdopafdichtingen op beschadigingen
De ontluchter op ophoping van vuil en losse deeltjes
De hydraulische leidingen op lekkage en op losse of beschadigde verbindingen
De kijkglasdeksels op beschadigingen
De kijkglazen op beschadigingen of lekken
3.9 Brandstoftank
Controleer op:
Lekkage
Structurele schade aan de tank en lasnaden
De ontluchter en vuldop
Losse of beschadigde bouten
Versleten of beschadigde rubbersteunen
3.10 Ophangcilinders achter
Controleer op:
Olielekkage, te herkennen aan ophoping van vuil of olie rondom de cilinderlipafdichting
Knikken, krassen of putjes in de cilinderstangen
Losse of ontbrekende cilindervoet
Structurele schade of gebarsten lassen
Gebroken of beschadigde vetleidingen of vetnippels
Losse, beschadigde of ontbrekende penhouderbouten
Onregelmatig gevormde penboringen
Schurende, beschadigde of versleten kabelbomen of stekkers
Cylindervulhoogte (afmeting "x") Raadpleeg de OMM & T &Een handleiding voor metingsspecificaties
3.11 Elektrische componenten op grondniveau
Controleer of ze werken:
Compartimentafdekkingen, -grendels en -scharnieren
Accuschakelaar
Motorschakelaar
Hulpstartaansluiting
Hoofdschakelaar startmotor en dynamo
Machinevergrendelregeling en -lampje
Motorvergrendelregeling en -lampje
Schakelaar machinetoegangslampje
3.12 Werklichten
Controleer de rijverlichting, richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, werklampen en andere verlichting op:
Juiste werking
Gebarsten of gebroken glas
Beschadigde kabelbomen
Losse of beschadigde bevestigingssteunen
3.13 Radiator, inlaatluchtkoeler en & aircocondensor
Controleer op:
Verstopte roosters
Verstopt koelblok
Beschadigde ribben
Opmerking: Inspecteer indien mogelijk beide zijden van de koelblokken
3.14 Cilinderkop en klepdeksel
Controleer op:
Ophoping van olie en vuil rondom de afdichtvlakken van de klepdeksel of de cilinderkoppakking. Lekkage hier kan wijzen op:
Losse verbinding aan de aansluiting
Beschadigde pakking of afdichting
3.15 Waterpomp
Controleer de hoofd (en hulp-)pomp op:
Koelvloeistoflekkage rondom de bevestigingsflens van de koelvloeistofpomp
Koelvloeistoflekkage door afwateringsboring in het koelvloeistofpomphuis
5.1 Hefcilinder (zie "Richtlijnen voor inspectie van hydraulische cilinder" voor de inspectieprocedure)
Controleer op:
Olielekkage, te herkennen aan ophoping van vuil of olie rondom de cilinderlipafdichtingen
Olielekkage aan slangaansluitingen
Beschadigingen aan cilinderstangen
Schade aan of slijtage van verbindingspennen en houderplaten van de truckcarrosserie
Vetlekkage uit de chassislagerhouder of het chassislagerdeksel
Gebroken/beschadigde vetleidingen en vetnippels
5.2 Inspectie van truckcarrosserie
Controleer op overmatige slijtage, structurele schade of gebarsten lasnaden op:
Carrosserievoering
Overkapping
Uitlaatpoorten verhitte carrosserie
Steenslagbeschermers
Controleer op verkeerde afstelling, overmatige slijtage of beschadigingen van:
Sloffen, steunpads en vulplaten tuimelaar
Steunpads en vulplaten chassis
Carrosseriestandschakelaar
Prestatiecontroles voor starre dumptrucks
Prestatiecontroles voor starre dumptrucks ü– Normaal M - In de gaten A - Actie Leeg - Niet van toepassing
houden ondernemen
1. Prestatiecontroles
1.1 Hydraulische prestatiecontroles
Status Beschrijving Eenheden Waargenomen Max Min Opmerkingen
1.1.1 1.1.1 Hefcilindertests
Hefcyclustijd hefcilinders
Olietemperatuur ??° tot ??° ??° tot ??° ??° tot ??°