You are on page 1of 12

TA-1 Visuele inspectie voor starre dumptrucks

SMCS - Taakcode - 540 Componentcode - 753S

Cat dealer Klant


Adres Adres
Contactpersoon Contactpersoon

Serienummer: Inspecteur: Temperatuur:


Model: Werkopdracht: Tijd:
Serienummer
SMU: Datum:
motor:
Fabrikant: Locatie eenheid:

Let op: Neem de machine- en S·O·S-geschiedenis door en controleer op actieve servicebrieven voor de
inspectie.

Status van de machine


Normaal
De aangeraden status voor uw starre dumptruck is:
Visuele inspectie voor starre dumptrucks
Visuele inspectie voor starre dumptrucks
ü– Normaal M - In de gaten A - Actie Leeg - Niet van toepassing
houden ondernemen
1. Inspectie van machine voorbereiden
Status Beschrijving Opmerkingen
1.1 Vraag de klant naar klachten van de machinist

1.2 Bereid de machine voor op inspectie

1.3 Voer de veiligheids-/voorbereidingsinspectie uit

1.4 Download de foutcodes van de machine

1.5 Let op de kleur van het uitlaatgas van de motor

Luister of er ongebruikelijke geluiden zijn


1.6
(hydraulische pompen, motor, transmissie en assen)
1.7

1.8

1.9

1.10

Item Nr. Extra opmerking


2. Inspectie op laag niveau
Status Beschrijving Opmerkingen
2.1 Banden en velgen

2.2 Voorwielen en -remmen

2.3 Eindaandrijvingen, remmen en wielassen achter

2.4 Differentieelhuis

2.5 Aandrijfas

2.6 Transmissie en overbrengingstandwielen

2.7 Steun achterashuis

2.8 Hefregelklep

2.9 Bevestigingen motor/koppelomvormer achter

2.10 Remaccumulator

2.11 Oliekoelers en oliekoelerleidingen

2.12 Stuurcilinders en stuurstangenstelsel


Motordemper, taatsbevestigingen
2.13
en steunbevestigingen motor voor
2.14 Pomp secundair stuursysteem/remuitschakeling

2.15 Carter

2.16 Machinechassis

2.17

2.18

2.19

Item Nr. Extra opmerking


3. Inspectie op middelhoog niveau
Status Beschrijving Opmerkingen

3.1 Modderflappen

3.2 Ophangcilinders voor


Brandstofleidingen, brandstofpomp en
3.3
brandstoffilterflens
3.4 Uitlaatspruitstuk

3.5 Turbocharger

3.6 Hydraulische leidingen en componenten remsysteem

3.7 Stuurkleppen

3.8 Hydraulische olietank

3.9 Brandstoftank

3.10 Ophangcilinders achter

3.11 Elektrische componenten op grondniveau

3.12 Werklichten

3.13 Radiator, inlaatluchtkoeler en condenatsor

3.14 Cilinderkop en klepdeksel

3.15 Waterpomp

3.16

3.17

3.18

Item Nr. Extra opmerking


4. Inspectie op hoog niveau
Status Beschrijving Opmerkingen

4.1 Treden en handrails

4.2 Motorkap en platform

4.3 Voorfilter en luchtfilter

4.4 Katrollen, riemen, compressorkoppeling en dynamo

4.5 Koelventilator, ventilatorbescheming en ventilatorhuis

4.6 Stuursysteemtank

4.7 Buitenkant van cabine

4.8 Interieur van cabine

4.9 Cabinesteunen
Bovenste en onderste radiatorleidingen,
4.10
luchtinlaatleidingen en inlaatluchtkoelerleidingen
4.11 Radiatordop

4.12 Behuizing hydraulische pomp

4.13 Zelfsmerende pomp, tank en verstuivers

4.14 Achterremleidingen en -componenten

4.15

4.16

4.17

Item Nr. Extra opmerking


5. Inspectie van uitrustingsstuk
Status Beschrijving Opmerkingen

5.1 Hefcilinder

5.2 5.2 Truckcarrosserie


Carrosserievoering

Overkapping

Uitlaatpoorten verhitte carrosserie

Steenslagbeschermers

Sloffen, steunpads en vulplaten tuimelaar

Steunpads en vulplaten chassis

Carrosseriestandschakelaar

5.3

5.4

5.5

Item Nr. Extra opmerking

Andere opmerkingen
Referentie TA1 Inspectie starre dumptrucks
Voordelen van inspectie:
Minimaliseert stilstandtijd door middel van regelmatig onderhoud
Spoort potentiële problemen op
Spoort problemen op die over het hoofd zijn gezien
Maakt regelmatig onderhoud en reparaties mogelijk
Verlaagt eigendoms- en bedrijfskosten

Richtlijnen:
Richtlijnen voor inspectie van kabelbomen
Controleer of de leidingen, de slangen en de kabelbomen schuren langs:
Elkaar
Scherpe hoeken
Boutkoppen
Controleer of de leidingen, de slangen en de kabelbomen correct bevestigd zijn:
Ontbrekende klemmen en/of kabelbinders
P-klemmen niet bevestigd

Richtlijnen voor inspectie van kabelboomstekkers


Controleer of de stekkers:
Stevig aangesloten zijn
Schuren langs het machineframe
Schuren langs scherpe randen

Implementeer "Richtlijnen voor inspectie van verbindingspennen"


Controleer op:
Losse of gebroken flensbevestigingsbout
Uitgeholde boutgaten in flens (gat bevindt zich achter penbevestigingsbout)
Losse of ontbrekende penbevestigingsbouten
Onregelmatig gevormde penboringen

Richtlijnen voor inspectie van hydraulische cilinder:


Controleer op:
Olielekkage, te herkennen aan ophoping van vuil of olie rondom de cilinderlipafdichting
Olielekkage aan slangaansluitingen
Beschadigingen aan cilinderstangen
Beschadigingen aan of slijtage van verbindingspennen (zie "Richtlijnen voor inspectie van pennen" voor inspectieprocedure)

1. Voorbereiding van inspectie:

1.1 Bereid de machine voor op de inspectie


Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak waarop zich geen personeel en obstakels bevinden
Zet de transmissie in de parkeerstand ("Park")
Schakel de parkeerrem in
Breng de truckcarrosserie omlaag
Draai de contactsleutel in de stand UIT en verwijder de sleutel
1.2 Bereid de machine voor op de inspectie
Verzeker u ervan dat niemand zich op, onder of rondom de machine bevindt. Controleer of personeel zich op veilige afstand bevindt.
Loop om de machine heen en inspecteer onder de machine op zichtbare tekenen van vloeistoflekkage.
Controleer het peil van de motorolie, de hef-, omvormer- en remolie, de transmissieolie, de stuurolie en de koelvloeistof. Vul indien
nodig olie of koelvloeistof bij om het minimumpeil voor elk systeem te bereiken.
1.3 Voer de veiligheids-/voorbereidende inspectie uit
1.4 Download storingscodes van de machine
Download de storingscodes van de machine met behulp van een van de volgende methodes:
Electronic Technician (ET)
VIMS Advisor-bewakingssysteem
1.5 Controleer de kleur van de uitlaatgassen van de motor
Start de machine en controleer de kleur van de uitlaatgassen
Witte rook direct na het starten kan wijzen op koelvloeistof in de cilinders van de motor
Blauwe rook tijdens het starten kan wijzen op olie in de motorcilinder
Zwarte rook tijdens het starten kan wijzen op een verstopt luchtfilter
Continue zwarte rook kan wijzen op een verkeerd lucht-brandstofmengsel
Continue grijze rook kan wijzen op probleem met het brandstofinspuitmoment
1.6 Luister of er ongebruikelijke geluiden zijn (hydraulische pompen, motor, transmissie en assen)
Overmatig lawaai afkomstig van de hydraulische pomp kan wijzen op:
Pompcavitatie
Een defect lager of een lager met speling
Overmatig lawaai afkomstig uit de motorruimte kan wijzen op:
Een vastgelopen brandstofverstuiver
Schade aan motorlagers
Schade aan kleppentrein
Overmatig lawaai afkomstig van de transmissie tijdens het rijden kan wijzen op:
Pompcavitatie
Een defect lager of een lager met speling
Schade aan koppelingsschijf of -tandwielen
Overmatig lawaai afkomstig van het achterdifferentieel, de eindaandrijvingen en de aandrijflijn tijdens het rijden kan wijzen op:
Schade aan tandwielen
Een defect lager of een lager met speling
2 Inspectie op laag niveau:

2.1 Banden en velgen


Correcte bandenspanning
Sneden, barsten, scheuren of blaren in het loopvlak of de wangen van de banden
Deuken of uitstulpingen kunnen wijzen op scheiding tussen de koordlagen en het loopvlak
Veilige profieldiepte
Loopvlak versleten tot op ingebouwde slijtageindicators
Vrijliggende koordlagen
Ongelijkmatige loopvlakslijtage
Barsten, putten van corrosie, of andere zichtbare beschadigingen van de velgen
2.2 Voorwielen en -remmen
Controleer het volgende op lekkage:
Afdichtvlakken tussen het deksel en de wielnaaf
Olielekkage rondom de aftap- en vulstoppen
Afdichting met dubbele conus tussen de wielnaaf en het rempakkethuis
Afdichting met dubbele conus tussen het rempakkethuis en het ashuis
Afdichtvlakken tussen de diverse componenten van het rempakkethuis
Koelolie- en hydrauliekolieleidingen en -stekkers van de remmen
Controleer de magnetische stop, indien aanwezig, op metaaldeeltjes.

2.3 Eindaandrijvingen, remmen en wielassen achter


Controleer de volgende plaatsen op lekkage:
Afdichtvlak tussen het asdeksel en de planeetwieldrager van de eindaandrijving
Olielekkage rondom de aftap- en vulpluggen
Afdichtvlak tussen het eindaandrijvingshuis en het achterwielhuis
Afdichting met dubbele conus tussen het achterwielhuis en de wielas
Afdichting met dubbele conus tussen het rempakkethuis en het achterwielhuis
Afdichtvlakken tussen de diverse componenten van het rempakkethuis
Koelolie- en hydrauliekolieleidingen en -stekkers van de remmen
Controleer de magnetische plug, indien aanwezig, op metaaldeeltjes.
2.4 Differentieelhuis
Controleer het differentieelhuis op de volgende plaatsen op lekkage:
Afdichtvlak tussen het differentieelhuis en het transmissiehuis
Afdichtvlak tussen het differentieelhuis en de wielassen
Olielekkage rondom de aftap- en vulpluggen
Controleer de magnetische plug, indien aanwezig, op metaaldeeltjes.
Controleer het volgende op losse of beschadigde ashuisverbindingen, -bouten, -pennen en -houders:
Zijwaartse regelarm
Transmissiehuis- en ashuissteun
2.5 Aandrijfas
Controleer op:
Losse of ontbrekende bevestigingsbouten van de kruiskoppelingen
Versleten of losse kruiskoppelingen of aandrijfasspiebanen
Wrik met een koevoet tussen het juk en de U-verbinding of tussen het chassis en de aandrijfasspie om te
controleren op beweging. Beweging op deze plaatsen kan wijzen op overmatige slijtage.
Lekkend vet uit de U-verbindingsafdichtingen of uit de aandrijfasspie
Lekkend vet op deze plaatsen kan wijzen op schade aan de afdichting.
2.6 Transmissie en overbrengingstandwielen
Controleer op:
Lekkage rondom slangaansluitingen
Schurende, beschadigde of versleten slangen
Schurende, beschadigde of versleten kabelbomen of stekkers
Olielekkage rondom de aftap- en vulpluggen
Olie- of vuilafzetting op het transmissiehuis en het overbrengstandwielhuis. Controleer indien zichtbaar:
De afdichtvlakken tussen het ashuis en het transmissiehuis
De afdichtvlakken tussen het transmissiehuis en het overbrengstandwiel
Afdichting aandrijfas/juk
2.7 Steun achterashuis
Controleer op:
Losse of beschadigde ovale lagerhouderbouten
Losse of beschadigde houderblokbevestigingsbouten
Penboringen met onregelmatige vormen of overmatige penslijtage
Beschadigde vetleidingen of -nippels
2.8 Hefregelklep
Controleer op:
Lekkage rondom aansluitpunten voor slangen en regelkleponderdelen
Schurende, beschadigde of versleten slangen
Schurende, beschadigde of versleten kabelbomen of stekkers
2.9 Bevestigingen motor/koppelomvormer achter
Controleer op:
Structurele schade aan steunbeugels en motorsteunen
Structurele schade aan of gebarsten lasnaden in chassissteunen
Losse of beschadigde bevestigingsbouten
2.10 Remaccumulator
Controleer op:
Lekkage rondom aansluitpunten voor slangen
Schurende, beschadigde of versleten slangen
Schurende, beschadigde of versleten kabelbomen of stekkers
2.11 Oliekoelers en oliekoelerleidingen
Controleer op:
Lekkage rondom slangaansluitingen
Schurende, gebarsten of beschadigde slangen
Losse verbindingen
Verkeerd bevestigde slangen
2.12 Stuurcilinders en stuurstangen
Controleer de stuurcilinder op: (Zie "Richtlijnen voor inspectie van hydraulische cilinder" voor de inspectieprocedure)
Olielekkage, te herkennen aan ophoping van vuil of olie rondom de cilinderlipafdichting
Beschadigingen aan cilinderstangen
Olielekkage aan slangaansluitingen
Controleer de stuurstangen op:
Olielekkage, te herkennen aan ophoping van vuil of olie rondom de cilinderlipafdichting
Beschadigingen aan cilinderstangen
Olielekkage aan slangaansluitingen
2.13 Motordemper, voorste taats motor, steun, taatsbevestingen, steunbevestigingen
Controleer:
Met vloeistof gevulde motordemper op vloeistoflekkage
Taats- en steunbevestigingen op:
Structurele schade
Losse of beschadigde bouten
Versleten of beschadigde rubbersteunen
2.14 Pomp secundair stuursysteem/remuitschakeling
Controleer op:
Olielekkage bij slangaansluitingen
Schurende, beschadigde of versleten slangen of buizen
Schurende, beschadigde of versleten kabelbomen of stekkers
Loszittende bedradingsverbindingen
2.15 Motoroliecarter
Verzamelde olie op onderzijde van het oliecarter.
Als u olie op het carter aantreft, inspecteert u het volgende:
Controleer op lekkage rondom de bevestigingsflens van het oliecarter.
Controleer op lekkage rondom de oliepeilsensor, aftapkraan, de peilstokbuis en de turbosmeerretourleiding.
2.16 Machinechassis
Controleer op:
Beschadigingen aan frame
Barsten in de constructie
Gebarsten lassen
Raadpleeg Speciale instructies REHS1227 (kleine starre dumptruck) of REHS0541 (grote starre dumptruck)
voor gedetailleerde instructies voor het onderhouden, inspecteren en repareren van het chassis.

3 Inspectie op middelhoog niveau:

3.1 Modderflappen
Controleer op:
Verbogen of beschadigde spatborden
Mogelijk contact met de banden
Losse of ontbrekende moeren, bouten, steunen of riemen
3.2 Ophangingscilinders voor
Controleer op:
Olielekkage, te herkennen aan ophoping van vuil of olie rondom de cilinderlipafdichting
Knikken, krassen of putjes in de cilinderstangen
Losse of ontbrekende cilindervoet
Structurele schade of gebarsten lassen
Beschadigde of losse stuurarm of cilinderkopbouten
Beschadigde of losse cilinderbevestigingsbouten
Niet goed gesmeerde lagerkap
Gebroken of beschadigde vetleidingen, vetnippels of vetafdichtingen
Schurende, beschadigde of versleten kabelbomen of stekkers
Cylindervullingshoogte (afmeting "x") Raadpleeg de OMM & T&Een handleiding voor metingsspecificaties.
3.3 Brandstofleiding, -pomp en filterflens
Controleer de brandstofopvoerpomp, de flenzen van het primaire/secundaire brandstoffilter en de brandstofinspuitpomp op:
Beschadigde, schurende of versleten brandstofleidingen of hydraulische leidingen
Losse verbindingen
Lekkage
3.4 Uitlaatspruitstuk
Controleer op:
Roet, wat wijst op een losse, gebroken of beschadigde verbinding rondom de volgende afdichtvlakken:
Waar het uitlaatspruikstuk is vastgebout aan de cilinderkop
Klemmen en schotten tussen de spruitstuksegmenten bij elke cilinderkop
Waar het uitlaatspruikstuk is vastgebout aan de inlaat van de turbochargerturbine
Barsten of andere schade in het spruitstuk
3.5 Turbocharger
Controleer op:
Roet rondom de gebieden waar de turbocharger aan het uitlaatspruitstuk of aan de uitlaatpijp is bevestigd. Dit kan wijzen op:
Losse verbindingen aan de aansluitingen
Losse of gebroken bevestigingsbouten
Olielekkage rondom de olieleiding van de turbocompressor
Sporen van vuil die kunnen wijzen op lekkage bij de luchtinlaat of luchtaanjager als gevolg van losse of beschadigde slangen of
klemmen bij:
De luchtinlaatslangen en het compressorhuis
Turboaanjaagluchtleidingen
Turbo-overdrukklep en aanjaagleidingen overdrukklep
3.6 Hydraulische leidingen en componenten remsysteem
Inspecteer de volgende componenten:
Serviceremklep
Cabineremspruitstuk
Voorremspanningsafsteller op de linker hefcilinderframesteun.
Controleer op:
Lekkage rondom slangaansluitingen
Schurende, beschadigde of versleten slangen
Schurende, beschadigde of versleten draden/kabelboom/stekkers
3.7 Stuurkleppen
Inspecteer de stuurdrukregelklep en de stuuruitschakelklep op:
Lekkage rondom aansluitpunten voor slangen en regelklepcomponenten
Schurende, beschadigde of versleten slangen
Schurende, beschadigde of versleten kabelbomen of stekkers
3.8 Hydrauliekolietank
Controleer:
De bovenste en onderste bevestigingen op losse bevestigingsbouten en structurele barsten in chassisbevestigingsbeugels.
De tankdopafdichtingen op beschadigingen
De ontluchter op ophoping van vuil en losse deeltjes
De hydraulische leidingen op lekkage en op losse of beschadigde verbindingen
De kijkglasdeksels op beschadigingen
De kijkglazen op beschadigingen of lekken
3.9 Brandstoftank
Controleer op:
Lekkage
Structurele schade aan de tank en lasnaden
De ontluchter en vuldop
Losse of beschadigde bouten
Versleten of beschadigde rubbersteunen
3.10 Ophangcilinders achter
Controleer op:
Olielekkage, te herkennen aan ophoping van vuil of olie rondom de cilinderlipafdichting
Knikken, krassen of putjes in de cilinderstangen
Losse of ontbrekende cilindervoet
Structurele schade of gebarsten lassen
Gebroken of beschadigde vetleidingen of vetnippels
Losse, beschadigde of ontbrekende penhouderbouten
Onregelmatig gevormde penboringen
Schurende, beschadigde of versleten kabelbomen of stekkers
Cylindervulhoogte (afmeting "x") Raadpleeg de OMM & T &Een handleiding voor metingsspecificaties
3.11 Elektrische componenten op grondniveau
Controleer of ze werken:
Compartimentafdekkingen, -grendels en -scharnieren
Accuschakelaar
Motorschakelaar
Hulpstartaansluiting
Hoofdschakelaar startmotor en dynamo
Machinevergrendelregeling en -lampje
Motorvergrendelregeling en -lampje
Schakelaar machinetoegangslampje
3.12 Werklichten
Controleer de rijverlichting, richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, werklampen en andere verlichting op:
Juiste werking
Gebarsten of gebroken glas
Beschadigde kabelbomen
Losse of beschadigde bevestigingssteunen
3.13 Radiator, inlaatluchtkoeler en & aircocondensor
Controleer op:
Verstopte roosters
Verstopt koelblok
Beschadigde ribben
Opmerking: Inspecteer indien mogelijk beide zijden van de koelblokken
3.14 Cilinderkop en klepdeksel
Controleer op:
Ophoping van olie en vuil rondom de afdichtvlakken van de klepdeksel of de cilinderkoppakking. Lekkage hier kan wijzen op:
Losse verbinding aan de aansluiting
Beschadigde pakking of afdichting
3.15 Waterpomp
Controleer de hoofd (en hulp-)pomp op:
Koelvloeistoflekkage rondom de bevestigingsflens van de koelvloeistofpomp
Koelvloeistoflekkage door afwateringsboring in het koelvloeistofpomphuis

4 Inspectie op hoog niveau:

4.1 Treden en handrails


Ga na of de opstaptreden en leuningen aanwezig zijn. Controleer op:
Beschadigde, ontbrekende of losse bouten
Beschadigingen aan opstaptreden en leuningen
Overmatig vuil of losse deeltjes
4.2 Motorkap en platform
Controleer op:
Losse deeltjes of overmatig vuil op serviceplatform
Losse of beschadigde vastgeboute toegangsluiken
Een goede werking van toegangspanelen, -grendels en -scharnieren
Losse of beschadigde platformbevestigingen of -bouten
4.3 Voorfilter en luchtfilter
Controleer op:
Vuil en/of deeltjes in het luchtvoorfilter
Losse of beschadigde slangklemmen op de inlaatluchtslang
Losse of beschadigde luchtfilterdeksels en -klemmen
4.4 Riemschijven, riemen, compressorkoppeling en dynamo
Controleer de riemen op:
Versleten, gebarsten of gebroken riemen
Correcte riemspanning
Controleer op olielekkage rondom de koppeling van de aircocompressor
4.5 Koelventilator, ventilatorbescheming en ventilatorhuis
Controleer op:
Losse, beschadigde of ontbrekende bouten
Los of beschadigd ventilatorscherm
Losse of beschadigde ventilatorkap
Beschadigde, gebarsten of ontbrekende bladen van motorkoelventilator
4.6 Stuurtank en leidingen
Controleer op:
Losse of beschadigde tankbevestigingen en -bevestigingsbouten
Lekkage op de pakking van het tankafdichtoppervlak, moeren en bouten
Barsten in of lekkage uit het oliepeilkijkglas
Lekkage in de hydraulische oliefilterflenzen en leidingaansluitingen
Zorg dat de ontluchter schoon is en goed ventileert
Controleer door de drukontlastknop boven op de ontluchter in te drukken.
4.7 Buitenkant van cabine
Controleer op:
Verbogen of beschadigde cabineconstructie
Gebarsten of gebroken glas
Beschadigde of ontbrekende spiegels
Versleten of gebroken voorruitwisserarm of wisserblad
4.8 Interieur van cabine
Controleer op:
Overmatig vuil in cabineluchtfilter
Correcte werking van stoel en veiligheidsgordel
Slijtage van of beschadigingen aan de veiligheidsgordel
Vervangingsdatum van de veiligheidsgordel
Correcte werking van de deur en de vergrendelingen
Versleten of gebroken ruitvergrendelingen of schuiven
Beschadigde of niet-werkende meters en bedieningselementen
4.9 Cabinesteunen
Controleer op:
Losse of beschadigde bouten
Versleten of beschadigde rubbersteunen
4.10 Bovenste en onderste radiatorleidingen, luchtinlaatleidingen en inlaatluchtkoelerleidingen
Controleer op:
Schurende, gebarsten of beschadigde slangen
Losse, te strakke of beschadigde slangklemmen
4.11 Radiatordop
Als de radiator koud is, controleert u de pakking van de radiatordop op slijtage of beschadigingen
4.12 Behuizing hydraulische pomp
Controleer op:
Lekkage rondom de slangaansluitpunten
Schurende, beschadigde of versleten slangen
Losse of beschadigde slangklemmen van pompaanzuigleidingen
Schurende, beschadigde of versleten kabelbomen of stekkers
4.13 Zelfsmerende pomp, tank en verstuivers
Controleer op:
Lekkage rondom aansluitpunten voor slangen
Schurende, beschadigde of versleten slangen
Schurende, beschadigde of versleten kabelbomen of stekkers
4.14 Achterremleidingen en -componenten
Inspecteer de volgende componenten:
Parkeerremklep
TCS-regelklep
Achterremspanningsafsteller
Drukschakelaar secundaire rem
Remomleiderklep (sleepklep) op de linker hefframecilindersteun
Controleer op:
Lekkage rondom slangaansluitingen
Schurende, beschadigde of versleten slangen
Schurende, beschadigde of versleten kabelbomen of stekkers

5 Inspectie van uitrustingsstuk:

5.1 Hefcilinder (zie "Richtlijnen voor inspectie van hydraulische cilinder" voor de inspectieprocedure)
Controleer op:
Olielekkage, te herkennen aan ophoping van vuil of olie rondom de cilinderlipafdichtingen
Olielekkage aan slangaansluitingen
Beschadigingen aan cilinderstangen
Schade aan of slijtage van verbindingspennen en houderplaten van de truckcarrosserie
Vetlekkage uit de chassislagerhouder of het chassislagerdeksel
Gebroken/beschadigde vetleidingen en vetnippels
5.2 Inspectie van truckcarrosserie
Controleer op overmatige slijtage, structurele schade of gebarsten lasnaden op:
Carrosserievoering
Overkapping
Uitlaatpoorten verhitte carrosserie
Steenslagbeschermers
Controleer op verkeerde afstelling, overmatige slijtage of beschadigingen van:
Sloffen, steunpads en vulplaten tuimelaar
Steunpads en vulplaten chassis
Carrosseriestandschakelaar
Prestatiecontroles voor starre dumptrucks
Prestatiecontroles voor starre dumptrucks ü– Normaal M - In de gaten A - Actie Leeg - Niet van toepassing
houden ondernemen
1. Prestatiecontroles
1.1 Hydraulische prestatiecontroles
Status Beschrijving Eenheden Waargenomen Max Min Opmerkingen
1.1.1 1.1.1 Hefcilindertests

Hefcyclustijd hefcilinders

1.1.2 1.1.2 Cilinderdrifttest Eenheden Waargenomen Olietemperatuurbereik

Olietemperatuur ??° tot ??° ??° tot ??° ??° tot ??°

Maximaal toegestane Minimaal toegestane Minimaal toegestane tijd Minimaal toegestane


Eenheden Waargenomen
beweging tijd (s) (s) tijd (s)
Hefcilinderdrift
1.2 Controles stuurprestaties
*Status Beschrijving Eenheden Waargenomen Max Min Opmerkingen
1.2.1 1.2.1 Controle stuurdraaidiameter

Volledig naar links sturen

Volledig naar rechts sturen

2.3 Controle remprestaties


Status Beschrijving Eenheden Waargenomen Opgegeven (+)Tol. (-)Tol. Opmerkingen
1.3.1 Test parkeerrem (test van OMM)

1.3.2 Test secundaire rem (test van OMM)

1.3.3 Test parkeerrem in OMM

1.3.4 Controle vertragingsrem (test van T&A)

1.3.5 Controle luchtsysteemwaarschuwing (test van T&A)

You might also like