Professional Documents
Culture Documents
Kies je tegenstanders. Speel deze korte spelletjes. De winnaar krijgt de meeste punten, daarna
verminder je telkens met 1 punt. Wie heeft na de 10 spelen de meeste punten behaald?
Hieronder vind je de uitleg van de spelletjes.
1. SPAGHETTIMONSTER
Leg per speler 3 ‘penne’s’ of ‘macaroni’s’ op een bord en geef elke speler
een ongekookte spaghettisliert. Naast het bord leg je een kommetje. De
spelers moeten de penne in de kom krijgen met de spaghettisliert in hun
mond. Ze mogen hun handen niet gebruiken. Wie wint?
2. VLIEGVISSEN
Bepaal een start en finish. Dit kunnen bijvoorbeeld voegen zijn op een
tegelvloer. Iedere speler knipt een vis uit een papier of plastiek zak. Deze
vis moet hij als eerste voortwapperen (met een karton, een plastieken
bordje,…) tot over de finisch. Je kan het moeilijker maken door een
parcours met slalom of obstakels te maken.
3. LEGO LEPEL RACE
Vul voor elke speler een kom met 10 legoblokken en leg een lege kom op
5 meter afstand. Geef elke speler een lepel. De spelers moeten met hun
lepel een blokje opscheppen, het naar de overkant brengen en
teruglopen. Wanneer het blokje onderweg valt, moeten ze terugkeren.
4. KNIKKERSLAG
Zet 2 poten van de salontafel op hoogte, zodat de tafel schuin komt te
staan. Neem een lepel en 3 knikkers. Probeer gedurende 1 minuut de 3
knikkers op de tafel te houden. Wanneer 1 knikker van de tafel valt, is
het game over voor jou en verdien je geen punten.
5. HANDDOEKENRACE
Bepaal een start en finish. Elke speler gaat op een badhanddoek zitten.
Ze proberen als eerste de finish te halen, door zich al schuivend voort te
bewegen. De handen mogen niet gebruikt worden. De eerste krijgt de
meeste punten. Ook hier kan je het moeilijker maken door bochten,… in
het parcours te leggen.
6. KAARTEN JAGEN
Haal alle koningen, dames, boeren, tienen en enen uit een kaarstpel en
schud ze door elkaar. Verspreid ze omgekeerd op een tafel. Neem een
stopwatch. Een speler draait 1 kaart om en legt ze apart. Bedoeling is dat
je de 20 kaarten sorteert volgens soort op 5 verschillende plekken. Je
mag maar 1 hand gebruiken. Dan stopt de tijd en is het de beurt aan de
volgende speler.
7. BALLON SPUITEN
Bij deze opdracht heb je 1 minuut de tijd om een ballon in de emmer te
doen belanden. Je mag hiervoor enkel een plantenspuit gebruiken. De
speler die erin slaagt krijgt het maximaal te verdelen punten. Er worden
geen punten uitgedeeld aan spelers die falen voor deze opdracht.
8. BOTSBAL
Zet 3 (of 5) glazen op een tafel. Probeer een pingpongbal in elk glas te
krijgen door het eerst op de tafel te laten botsen. Je kan met alle spelers
gelijkertijd spelen als je genoeg glazen en balletjes hebt. Anders speel je
om de beurt en wint diegene met de snelste tijd.
9. BOONTJES D(R)OPPEN
Elke speler krijgt een rietje, 5 bonen (het kan ook iets anders zijn: tictac,
m&m, smarties,…) en een glas. Elke deelnemer moet de bonen in het glas
krijgen, door ze op te zuigen met het rietje.
10. KOEKJESMONSTER
Tijdens dit spel legt elke speler een koekje op zijn voorhoofd. Probeer
het koekje in je mond te krijgen, zonder dat je het aanraakt met je
handen.
Tel nu alle punten op voor elke speler en schrijf het in het laatste vakje (bij totaal). Wie is de grote
winnaar?
Speler 1 Speler 2 Speler 3 Speler 4 Speler 5
1
Spaghetti-
monster
2
Vliegvissen
3
Lego lepel race
4
Knikkerslag
5
Handdoekenrace
6
Kaarten jagen
7
Ballon spuiten
8
Botsbal
9
Boontjes
d(r)oppen
10
Koekjesmonster
TOTAAL