GR.

10 WISKUNDE

2 DESEMBER 2014

VRAESTEL 2 MEMORANDUM

VRAAG 1 [15]
B
1.1.1. B  temperatuur (2)
40°C

1.1.2. A A (1)

1.1.3. 25%  antwoord (1)

1.1.4. A A
Die verskil tussen maksimum en minimum is  motivering (verwys na omvang) (2)
kleiner as vir B. (omvang A = 20; omvang B =
28)
 antwoord
1.1.5 A: 28°C antwoord (2)
B: 20°C
Slegs antw: volpunte
1.2.1. 4 antwoord (1)
vir hele 1.2.

1.2.2. 2+3+3=8 metode antwoord (2)

1.2.3. 30−( 5+1+ 4 +6+2+3+3 ) ¿ 30−24  metode (30−tot . dae)

¿ 6 dae
antwoord (2)
1.2.4. ¿ ¿ 104 mm
metode ∑(dae × reenval)
antwoord (2)
VRAAG 2 [12]
2

PQ= ( 5+3 )2+¿ (1−5) ¿ PQ=4 √ 5  formule + substitusie

2.1. √  antwoord (2)

2.2. M SR ( 1+52 ; −2+6

2 )
M SR (3 ;2)  formule + substitusie
 x y (3)

5−1 −1  formule + substitusie

2.3. m PQ = =
−3−5 2  antwoord

6+ 2  formule + substitusie
m SR = =2  antwoord
5−1
Verwantskap (loodreg) (5)
1
2 ×− =−1∴ PQ ⊥ SR
2
ca Vorm ca rede (2)
2.4. Vlieër. Hoeklyne sny loodreg, maar halveer
nie mekaar.
VRAAG 3 [18]

324,8 ° Slegs antw: volpunte

3.1.1 cos ¿ cos 162,4 ¿−0,95 162,4 vir hele 3.1 en 3.2.
2
anwoord (2)
2
3.1.2. cosec ( 38,5 )−¿ tan (120 ° +83,2 ° ) ¿
1,27777 …
¿ 1,27777 …−( 0,428600 … )2 ¿ 1,27777 …−0.18369 … 0.18369 …
¿ 1,09

3.2. cos ( 3 x−15 ° )=0,777 3 x−15 °=39,0132 … ° 1,09 (3)

3 x=54,0132 …° x=18,00 °
39,0132 … °
1 54,0132 …°
3.3. tan 30 ° .sin 2 45 ° . cos 30 °
2 ca antwoord (3)
1 1 1 2 √3
¿ ×
2 √3
× ( )
√2
×
2
1 1 1 √3 1 1 1
¿ × × ×    
√3
2 √3 2 2 2
1
√3 √2 2
¿
8
0
3.4. 1 vir slegs antwoord
 5 (5)
8
5
3
α kwadrant
4
 4 en 5 op regte sye
 y = =3

4 1
1−cotθ=1− ¿−
3 3

4
ca substitusie
3
ca antwoord (5)
VRAAG 4 [9]

4.1. BN 2=1042 −1002 ( Pyth ) BN =28,6 m  stelling rede

 antwoord (slegs as stelling korrek) (3)
100
4.2. cos B ^
A N= B^
A N =15,94 … °  trig verhouding
104
^  B ^ AN
F A N=15,94 … °+ 9,06 ° F^
A N=25°

FN
4.3. tan25 °= ca F ^
AN (3)
100
FN =46,63 … m ca trig verhouding
FB (Vlagpaal )=46,63 …−28,6 FB=18,03 m ca FN

ca antwoord (3)

VRAAG 5 [15]

5.1.1.
y
2

1.5
 gaan deur (0; 0) {y-afsnit}
1

0.5
x  (180°; 0) en (360°; 0) {x-afsnitte}
90 180 270 360
-0.5  (90°; 2) en (270°; -2) {draaipunte}
-1 (3)
-1.5

-2

y
3
5.1.2. 2.5
2  alle asimptote
1.5
1  y afsnit = 0
0.5
(45,1) x
(45°; 1) (3)
-270 -180 -90 90 180 270
-0.5
-1
-1.5
-2
-2.5
-3

 cos x
5.2.1. f ( x )=cos x
g ( x )=tan x +1  +1  tan x (3)

 y [−2; 2] (2)
5.2.2. y ∈[−2 ; 2]

5.2.3. f ( x )=360 °  f ( x )=360 °

g ( x )=180 °  g ( x )=180 ° (2)

5.2.4. amplitude = 1 1
 antwoord [ as antw -1] (2)
2
VRAAG 6 [15]

6.1.1. x=115 ° (binne hoeke ∆) antwoord rede (2)

6.1.2. z=115° ( buite hoek =teenoorst binnehoeke ) antwoord rede

y=135 ° ( buite hoek =teenoorst binnehoeke ) antwoord rede (4)

antwoord rede (2)

6.2.1. ∠ ABD=3 x (verwis∠ e ; AB ∥ CD)
stelling rede
6.2.2. 4 x+3 x +75=180 ( binne ∠ e ⊿ ) x=15 ° antwoord (3)

6.2.3. ∠ ADC=5 x∠ ADC=5 ( 15° ) =75° 5x

∠ BCD=180 °−75 ° =105° (ko−binne ∠e ; AB ∥CD) 75 °
 antwoord rede (4)

VRAAG 7 [8]

7.1. ( x−2 ) +2 ( 2 x +1 ) +2 ( 4 x +1 ) + ( 5 x−2 )=360 ° ( binne ∠e vierhoek ) stelling rede

18 x=360 °x=20 °  vereenvoudiging
 x=20 °
7.2. ∠ A=18° ∠ B=162 ° ∴ ∠ A +∠ B=180 °
∴ AD ∥ BC (ko−binne ∠is suppl) ∠ A
∠ B
OF  som=180 °
 gevolgtrekking + rede
∠ D=82° ∠ C=98 ° ∴ ∠C +∠ D=180 °
∴ AD ∥ BC (ko−binne ∠is suppl) OF

∠ D
∠ C
 som=180 °
 gevolgtrekking + rede

VRAAG 8 [8]

8.1. Buiteoppervlak =2lb+2 bh+2lh

¿ 2(10 ×5)+2(5 ×7)+2(10 ×7)  substitusie in formule
¿ 2(50)+2(35)+ 2(70)
¿ 100+70+140  vereenvoudiging
antwoord (3)
¿ 310 cm2

8.2.1. Vol=π r 2h  radius =3,5  substitusie in formule

¿ 3,14 x 3 , 52 ×5  antwoord (3)
¿ 192,33 m3
x 1000
8.2.2. 192,33 ×1000 ca antwoord (2)
=192 330l

TOTAAL 100