Professional Documents
Culture Documents
Vitruvius Indonesie2012
Vitruvius Indonesie2012
A R C H E O LO G I E l C U LT U U R L A N D S C H A P l M O N U M E N T E N l I M M AT E R I E E L E R F G O E D l V O L K S C U LT U U R
JAARGANG 5 I N U M M E R 18 I JA N U A R I 2012
Natuurleien voor
restauratie en nieuwbouw
7IJ LEVEREN DE JUISTE KWALITEIT MET EEN
BETROUWBAAR EN DESKUNDIG ADVIES
ERFGOED
ALS
6 26
VERBINDING
GEDEELDE
HISTORIE &
ARCHIEVEN
REHABILITATIE
KOTA LAMA
8
IN PADANG
MONUMENTEN-
30
ZORG IN
INDONESIË
BEHEER
MARITIEM
ERFGOED IN
14 INDONESIË 36
FORTEN
IN INDONESIË
REVITALISERING
NOOTMUSKAAT-
20 42
PERK OP
REVITALISERING BANDA BESAR
VAN SPOORWEG-
MUSEUM IN
AMBARAWA
4 kort recent
verschenen 51
48 56
nieuws uit P voor u
het werkveld gelezen
colofon VITRUVIUS NUMMER 18 JANUARI 2012
SUB-SPONSOR
MEDE-ONDERSTEUNERS
Ruurloseweg 83
7251 LC Vorden
Tel. 0575-519 455
Fax 0575-519 550
www.frisowoudstra.nl
Showroom: Battenweg 12, 6051 AD Maasbracht
B. Minkenberglaan 2 – 6109 AL Ohé en Laak
Tel. 0475 - 43 64 39 www.lei-import.nl
Tel. 06-11 454 247 / 0475-55 23 30
Exclusieve natuurleien voor
www.res-nova.nl dakbedekking in de restauratie
COLOFON
Vakblad Vitruvius werkt REDACTIE REDACTIERAAD
met een onafhankelijke Dr. J.E. Abrahamse Dr. C.H.M. (Chris) de Bont Wageningen Universiteit
redactie en redactieraad. Drs. H.G. Baas Drs. H.M.P. (Jeroen) Bouwmeester RCE
mw. Drs. P. J. Braaksma Drs. B. (Boudewijn) Goudswaard The Missing Link/Archeologic
UITGEVER/ R.P.H. Diederiks mw. Dr. B. (Bernadette) van Hellenberg Hubar Res nova
BLADMANAGER
S.A. Muller Dr. R.J. (Reinout) Rutte TU Delft
Robert Diederiks
Drs. E. Raap mw. Drs. F.M.E. (Francien) Snieder Afdeling Archeologie gemeente Amersfoort
mw. Drs. F.M.E. Snieder Prof.Dr.Ir. M. (Theo) Spek Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed, RU Groningen
EINDREDACTIE
Jean Paul Corten Dr. H. van der Velde mw. Ir. G.A. (Gerdy) Verschuure-Stuip TU Delft
Ben de Vries Dr. H. (Henk) van der Velde ADC
ABONNEMENTEN Abonnementen lopen automatisch door. LEZERSSERVICE / NABESTELLINGEN © Copyrights Uitgeverij Educom BV
4 nrs/jaar: Nederland E 45.- /België E 55.-. Opzeggingen (uitsluitend schriftelijk per Adresmutaties/abonnementen en Januari 2012 / ISSN 1874-5008
Voor betaling wordt een factuur verzonden. aangetekend schrijven) dienen uiterlijk nabestellingen doorgeven via Niets uit deze uitgave mag worden
Vermeld bij correspondentie altijd het twee maanden voor afloop van de abonne- info@uitgeverijeducom.nl. gereproduceerd met welke methode
abonneenummer (zie de factuur). Tijdige mentsperiode in ons bezit te zijn. dan ook, zonder schriftelijke
betaling garandeert regelmatige toezending. toestemming van de uitgever.
2
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012 van de redactie
4 4 4
4 4 4
3
kort VITRUVIUS NUMMER 18 JANUARI 2012
4
VITRUVIUS NUMMER 18 JANUARI 2012
kort
Originele vondsten VOC-schip Batavia
voor het eerst terug in Nederland
5
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012
Special Indonesië
Erfgoed als verbinding
I
ndonesië en Nederland delen een geschiedenis die onrecht en wreedheden. Nog steeds worstelen beide landen
vele eeuwen teruggaat. Hoewel de eerste contacten met de scherpe kanten van dit verleden. De inwoners van
tussen beide culturen waren gebaseerd op economisch het Javaanse dorpje Rawagede kregen pas onlangs erkenning
gewin, is het daarbij niet gebleven. Al gauw kreeg de voor het leed dat hen tijdens de zogenaamde politionele
onderlinge relatie ook een culturele dimensie. De getuigen acties is aangedaan. En op het moment dat minister-presi-
daarvan komen wij nu nog dagelijks tegen. Denk bijvoor- dent Jan Peter Balkenende enkele jaren geleden Nederland
beeld aan de Maleise woorden als amok, piekeren of bakke- de deugden van de VOC-mentaliteit voorhield, werd hij met
leien in onze taal, de nootmuskaat die wij ’s avonds over onze hoon overladen. De ondernemingszin van de handelsfirma
bloemkool raspen, de wonderbaarlijke collectie krissen die ging vaak hand in hand met onrecht. Het standbeeld van Jan
wij ’s zondags in een volkenkundig museum bewonderen, de Pieterszoon Coen in Hoorn heeft najaar 2011 tot heftige dis-
Indische trekken in het gelaat van de buurvrouw of de span- cussie geleid. Nog voor die geluwd was, werd de ‘slachter van
nende verhalen over het plantageleven die een verre oom op Banda’ door een onoplettende kraanwagenchauffeur van zijn
elk verjaarsfeestje opnieuw vertelt. Ook in Indonesië vinden voetstuk gestoten, wat in alle kranten breed werd uitge-
we nog vele stille getuigen van dit gedeeld verleden. Terwijl meten. Het zijn tekenen van een onverwerkt verleden.
de nagelaten erfenis in Nederland vooral immaterieel van
aard is, is hij in Indonesië heel tastbaar. Zoals de archieven Toch zijn de scherpe kanten van dat verleden al zover gesle-
van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in het ten, dat we kunnen spreken van een open dialoog. Met de val
Arsip Nasional in Jakarta, de vele forten in alle uithoeken van het Suharto-regime in 1998 ontstond in Indonesië een
van de archipel, de scheepswrakken op de bodem van de vergevingsgezinder klimaat. Toen Nederland in 2005, op
Javazee of de art deco-stad Bandung. Het zijn stuk voor stuk initiatief van minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot, 17
nagelaten fragmenten van een langdurige en complexe augustus erkende als de Onafhankelijkheidsdag van Indone-
relatie tussen twee culturen. sië, was een belangrijk obstakel voor de normalisatie van de
betrekkingen weggenomen. En anno 2011 laten Javanen
Die relatie was niet altijd gelijkwaardig en kende ook zich op hun vrije dag ongegeneerd fotograferen voor de
6
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012
gedenkplaquette van Coen in het oude centrum van Jakarta. gehouden over de revitalisering van historische binnenste-
Het erfgoed, als herinnering aan dat verleden, vormt een den. In alle gevallen waren deelnemers uit Indonesië betrok-
dankbaar onderwerp voor het open debat. ken. Daarnaast kunnen de Rijksdiensten op verzoek van de
prioriteitslanden technische assistentie ter plekke bieden,
Sinds het jaar 2000 voert de Nederlandse overheid een beleid ook dan ter ondersteuning van de lokale experts.
gericht op de instandhouding van het gemeenschappelijk Dit themakatern wil inzicht geven in de vele facetten van het
erfgoed in een achttal prioriteitslanden: Suriname, Brazilië, gemeenschappelijk erfgoedprogramma in Indonesië. Daarbij
Ghana, Zuid-Afrika, Rusland, India, Sri Lanka en Indonesië. zullen de onderscheiden erfgoeden de revue passeren: de on-
De ministeries van Buitenlandse Zaken en van Onderwijs, derwaterarcheologie, het gebouwd- en stedenbouwkundig
Cultuur en Wetenschap geven uitvoering aan dit beleid en erfgoed, het museaal erfgoed en de archivalia. Tegelijkertijd
zoeken daarvoor samenwerking met partijen in deze priori- komen de afzonderlijke disciplines binnen het erfgoedbedrijf
teitslanden. Sinds 2009 spelen ook het Nationaal Archief en aan bod. De inventarisatie en documentatie van forten, de
de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed een actieve rol bij scholing van onderwaterarcheologen, de herontwikkeling
de uitvoering van dit gemeenschappelijk erfgoedprogramma. van het spoorwegmuseum in Ambarawa, de conservering en
Zij richten zich vooral op scholing en training van de ontsluiting van de spoorwegarchieven, de rehabilitatie van
erfgoedexperts in deze landen. Zo worden in Azië in samen- de historische binnenstad van Padang en de restauratie van
werking met UNESCO onderwaterarcheologen opgeleid. In een nootmuskaatplantage in de Banda-archipel. Maar voor-
Brazilië is dit jaar een training georganiseerd voor museum- dat we ons in deze tropische caleidoscoop verliezen, eerst een
beheerders. En recentelijk is in Rotterdam een cursus overzicht van de stand van de erfgoedzorg in Indonesië.
7
Monumentenzorg
1 – Vervallen
perkenierswoning
op Banda Neira.
FOTO BARBARA MENSINK
1991
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012
in Indonesië
M
onumentenzorg is een betrekkelijk De gewijzigde wet van 2010 voorzag in aspecten
Geschiedenisles over Nederland nieuw fenomeen in Indonesië. De als een betere beloning voor de ontdekkers van
begrippen archeologie, geschiedenis en kunstvoorwerpen; zwaardere sancties op overtre-
In De Pers verscheen op 17 augustus 2011 een cultuur zijn bekend, net als de begrippen monu- dingen zoals illegale handel en roof; een grotere
foto van het omgevallen standbeeld van gouver- ment, folklore en natuur, evenals de termen rol voor lokale overheden bij de bescherming van
neur-generaal Jan Pieterszoon Coen in Hoorn wereld, natie, regio en stad. Maar het begrip cultureel erfgoed; een betere registratie van mo-
met de ondertitel: ‘Gevallen of geduwd?’ Los monumentenzorg als gemeenschappelijke noe- numenten.
van de schuldvraag, merkte ik dat de geschiede- mer die al deze losse begrippen verbindt, strijdt Toch is de nieuwe regelgeving nog altijd sterk
nis rond de persoon Coen in Nederland nog in de beroepspraktijk nog steeds om bestaansrecht. op de archeologie gericht. De preoccupatie met
altijd beladen is. Ook voor Indonesische scho- deze discipline blijkt ook al uit de lijst van het
lieren is Coen geen onbekende. Wij leerden op Het begin van het behoud van en onderzoek naar Werelderfgoed in Indonesië. Hierop staan de
school de geschiedenis van ons land vanaf de het Indonesische erfgoed op het gebied van tempelcomplexen van Borobudur en Prambanan
Portugese periode tot aan de post-onafhanke- archeologie en etnografie dateert uit 1778, toen en de vindplaats van de vroege mens, Sangiran.
lijkheidsperiode. De Nederlandse periode, die J.M.C. Rademacher het ‘Bataviaasch Genoot- De lijst is al betrekkelijk lang ongewijzigd, even-
begint bij de aankomst van Cornelis de Hout- schap der Konsten en Wetenschappen’ oprichtte.1 als de lijst van Indonesische natuurlijke erf-
man in 1595 en eindigt bij de onafhankelijkheid Dit werd in 1885 vastgelegd in een wet die de goederen. Daarop prijken de nationale parken
van Indonesië, krijgt daarin opvallend veel aan- basis zou vormen voor de huidige bescherming Komodo, Lorentz en Ujung Kulon en (een deel
dacht. Rijtjes met belangrijke momenten, namen van cultureel erfgoed in Indonesië. van) het tropisch regenwoud van Sumatra.
en data gedurende deze 350-jarige Indonesisch- De wet werd aangenomen en hield lang stand,
Nederlandse relatie, moest ik tijdens de geschie- totdat deze in 1992 werd vernieuwd. Sindsdien Pas de laatste jaren heeft de Indonesische over-
denislessen in mijn hoofd stampen. Tegen- fungeerde de wet als richtlijn voor de monumen- heid haar aandacht verlegd naar het immaterieel
woordig laten veel Indonesiërs zich lacherig tenzorg in Indonesië. Maar na twee decennia erfgoed door wajangpoppen, het traditionele
vereeuwigen bij de herdenkingssteen van Coen bleek hij al verouderd en moest hij worden aan- wapen k(e)ris, het traditionele batiktextiel en het
in het Wajang Museum in Jakarta. gepast. De Indonesische regering nam het initia- inheemse bamboemuziekinstrument angklung
Dit gedeeld verleden kreeg een heel andere tief om de wet te wijzigen, in overleg met als immaterieel cultureel erfgoed te registreren.
lading toen ik als Indonesiër het geluk had betrokken partijen. In oktober 2010 werd de Al deze erfgoederen zijn tussen 2008 en 2010 door
Nederland te bezoeken en allerlei historische nieuwe regelgeving officieel van kracht. UNESCO erkend.
figuren in de vorm van standbeelden en voor-
zien van plakkaten met ronkende teksten op
straten en pleinen zag staan. Dat wat je geleerd
hebt op school over oorlogen, revoluties en lei- Sinds de tweede helft van de jaren ’80 van de vorige eeuw begint het Indonesisch erf-
ders blijkt plotseling te kloppen, zij zijn waar goedbestel langzaamaan vorm te krijgen. Er is een toenemende belangstelling van het
gebeurd; het zijn geen sprookjes. Deze ontmoe- publiek voor het onderwerp, een groeiende inzet van niet-gouvernementele organisaties
tingen met het verleden dreunden nog lang en de particuliere sector, een cumulatie van kennis en een steeds grotere belangstelling
door in mijn hoofd. Van mij mag het standbeeld vanuit het onderzoeks- en onderwijsveld. Om het bestel te completeren en bestendigen
van Coen blijven. Het is onderdeel van onze is echter een grotere inzet van de overheid nodig. Vanwege de snelheid waarmee de
gezamenlijke – en soms bloedige – geschiedenis. Indonesische steden hun gebouwd erfgoed kwijtraken, is dat een urgente opgave.
Het functioneert als een eyeopener.
9
Pelestarian Pusaka Indonesia (BPPI) ofwel de
3 – Restauratie van de
Indonesian Heritage Trust.
Big Ben ofwel Jam
Gadang in Bukittinggi, Vanaf het begin was het eerste en belangrijkste
West-Sumatra. doel van deze verenigingen de sloop van histori-
Het project is in 2010 sche gebouwen tegen te houden, waarbij zij als
door de BPPI, met waakhond optraden. Dat is nooit een gemakke-
financiële hulp van lijke taak. In veel gevallen moest er strijd worden
de Nederlandse gevoerd tegen overheden die vergunningen voor
ambassade in nieuwe projecten gaven (en tegelijkertijd toe-
Jakarta, uitgevoerd. stemming gaven voor de sloop van bestaande
FOTO: BPPI 2010.
historische gebouwen) en tegen kapitaalkrachtige
investeerders. Slechts enkele van die geleverde
veldslagen kende een goed einde.
Uitdagingen
Aan de andere kant leerden de erfgoedverenigin-
gen wijze lessen van die jaren van strijd. Ze ont-
dekten dat een reactieve houding niet voldoende
was om sloop te voorkomen. In een tijdsbestek
van ongeveer dertig jaar werden de activiteiten,
die aanvankelijk bestonden uit het louter verde-
digen van historische gebouwen, uitgebreid met
voorlichting aan zowel publiek als overheid,
het op schrift stellen en publiceren van onder-
zoek en informatie, en het wereldwijd netwerken
met zusterorganisaties.
Hoewel de sloop van gebouwen moeilijk te stop-
pen lijkt, bestaat de hoop dat bewust-bouwen-
programma’s het proces zullen vertragen. Een
voorbeeld: de Indonesian Heritage Trust is sinds
2010 betrokken bij de oprichting van het Muni-
cipality Network of Heritage Cities (JKPI), een
netwerk bestaande uit 35 gemeenten die zich
inzetten voor het behoud van historische gebou-
wen en landschappen in hun steden. JKPI en
In 2011 hoopt de Indonesische regering erken- het historische landschap door sloop van monu- BPPI organiseren regelmatig trainingen om de
ning te verkrijgen voor de saman, een dans uit menten en openbare parken. Nieuwe ontwikke- kennis van monumentenzorg onder overheids-
Atjeh (Aceh), en zullen er nieuwe aanvragen wor- lingen gaan zo snel dat het lijkt alsof men graag functionarissen te vergroten. Het zal vermoede-
den ingediend voor de traditionele Balinese dans, alle historische gebouwen met de grond gelijk wil lijk jaren duren voordat zij zich voldoende
de noken (een attribuut dat vrouwen in het maken, vooral in stadscentra. bewust zijn van het belang van monumentenzorg,
binnenland van Papua gebruiken om baby’s mee maar je moet ergens beginnen. Bovendien dient
in slaap te wiegen en biggen, knollen, groenten De snelle sloop van historische gebouwen was synergie tussen burgers en overheid te worden
en kleren mee te vervoeren) en het miniatuur- halverwege de jaren ’80 de belangrijkste reden gekoesterd.
park ‘Mooi Indonesië’, ook bekend onder de voor het ontstaan van een erfgoedbeweging onder
naam Taman Mini Indonesia Indah in Jakarta. de Indonesische bevolking. Terwijl de overheid Een ander aspect dat iets is verbeterd maar nog
zijn aandacht richtte op opgravingen en kunst- verdere verbetering vergt, betreft de rechts-
Maatschappelijke beweging voorwerpen, werd de samenleving zich bewust bescherming en wetshandhaving. Er bestaat op
Op het vlak van nieuwe erfgoeddisciplines in de van de snelle veranderingen in de leefomgeving. nationaal en lokaal niveau een lijst van be-
stedelijke sfeer laat de overheid het helaas af- Halverwege de jaren ’80 richtten enkele personen schermde gebouwen. Die op nationaal niveau
weten. Alleen onder geïnteresseerden gaan stem- die zich hierover zorgen maakten, erfgoedvereni- is in principe veiliggesteld, omdat de lijst uit
men op om nieuwe regelgeving in het leven te gingen op. In die tijd verrichtten drie erfgoedver- belangrijke monumenten voor het land bestaat.
roepen voor historische gebouwen in stedelijk ge- enigingen pionierswerk in Bandung, Yogyakarta Op lokaal niveau is het een ander verhaal. Geble-
bied, in UNESCO-terminologie, stedelijk land- en Jakarta. In 2011 zijn er in heel Indonesië maar ken is dat het feit dat een historisch gebouw op
schap. Deze regeling voorziet in een actueler liefst tweeënvijftig erfgoedverenigingen, voor- de lijst van een gemeente staat, niet betekent dat
inzicht in cultuurerfgoed en objecten en die namelijk op de eilanden Java en Sumatra en een het gevrijwaard blijft van sloop.
onder de oude regelgeving geen bescherming enkele in het oostelijke deel van het land (Ter- De consequenties van een lokale bescherming
genoten.2 nate, Bali, Papua). Het toenemende aantal erf- zijn niet in de regelgeving of werkwijze van het
De reden voor deze nieuwe aandacht in de parti- goedverenigingen leidde in 2004 tot de vorming gemeentelijk bestuur verankerd. Een historisch
culiere sector is de voortdurende aantasting van van een nationaal platform genaamd Badan gebouw wordt op de lijst gezet, maar vervolgens
10
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012
worden de rechten en plichten van de betrokken en alles daartussen om sloopprojecten te vertra- op gemeentelijke structuurplannen richten en op
partijen niet op schrift gesteld. Het betreft dus gen en de basis voor de erfgoedinfrastructuur in de langere termijn gerichte acties ondernemen,
louter een lijst van gebouwen en adressen. De het land te verbeteren. maar dat zijn luxes die ze zich niet altijd kunnen
eigenaars van de gebouwen zijn vaak niet eens Bovenstaande kenmerken maken de organisaties permitteren.
op de hoogte van die beschermde status. kwetsbaar. De meeste erfgoedverenigingen over-
leven jarenlang puur vanwege de enthousiaste Erfgoedinfrastructuur
Zo zijn er verscheidene incidenten geweest bij de inzet van een groep vrijwilligers. Vrijwilliger zijn Een ander probleem is dat het zonder bemoeienis
sloop van beschermde gebouwen. Verschillende bij een erfgoedvereniging betekent tijd, energie van de overheid en de particuliere sector niet
malen is geprobeerd om een overheidsinstelling en vaak eigen middelen ter beschikking stellen, mogelijk is monumentenzorg op de ontwikke-
of investeerder voor de rechter te slepen, maar in welke vorm dan ook. Dat kan variërend van lingsagenda te krijgen. Er zijn geen middelen
dan liepen de erfgoedverenigingen tegen het financiële ondersteuning tot het beschikbaar beschikbaar om een infrastructuur te bouwen
probleem aan dat ze geen geld hadden voor een stellen van voorzieningen, zoals een auto of zelfs voor de erfgoedbeweging in Indonesië. Hieruit
dure advocaat of de proceskosten. Bovendien zijn een eigen huis dat als kantoor dienst kan doen. volgt dat we behoefte hebben aan de volgende
dergelijke gevallen onbekend terrein voor het zaken.
rechtsstelsel in Indonesië; er bestaat geen juris- Een groep toegewijde vrijwilligers is geweldig,
prudentie die als leidraad zou kunnen dienen. maar er zijn meer en andere middelen nodig om Institutionalisering
Wetshandhaving is kortom een van de grootste de problemen te kunnen aanpakken en monu- Erfgoedverenigingen kunnen een belangrijke rol
uitdagingen in Indonesië. mentenzorg op de ontwikkelingsagenda van een spelen in de documentatie en registratie van erf-
land te krijgen. Erfgoedverenigingen moeten zich goed, maar uiteindelijk is het de overheid die
Kenmerken van erfgoedverenigingen
Ondanks alle uitdagingen en problemen blijft het
aantal erfgoedverenigingen toenemen. Mogelijk
is dit een teken van een groeiend bewustzijn
onder de bevolking van het belang van erfgoed.
Aan de andere kant kan het ook een teken zijn
dat er geen verbetering plaatsvindt in het erf-
goedbestel door de overheid. Een slecht functio-
nerend systeem schept altijd weer mogelijkheden
elders.
11
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012
over bescherming beslist. Veel inspanningen van Een andere stap die kan worden genomen is het Visie
erfgoedverenigingen vinden geen weerklank, creëren van stimulansen voor het behoud van Indien er politieke wil in de vorm van consensus
omdat er geen overheidslichaam bestaat dat die historische gebouwen door middel van fiscaal bestaat, rijst de volgende, fundamentelere vraag:
inspanningen kan institutionaliseren. Het zou voordeel en verlaagde tarieven voor water en hoe bepaalt Indonesië haar identiteit als natie
ideaal zijn als erfgoedverenigingen met de elektriciteit. De meeste historische gebouwen door middel van stedelijke ontwikkeling? Het
overheid samenwerken. Op dit moment kent de bevinden zich in dure gebieden, waar de jaar- formuleren van een identiteit gaat gepaard met
Indonesische regering een Directoraat Geschie- lijkse grondbelasting vrij hoog is. In Indonesië is een beslissing omtrent welke gebouwen behou-
denis en Antropologie dat met erfgoedzaken dit een verplichting waaraan veel eigenaren niet den moeten blijven en welke gemist kunnen
belast is, maar zoals gezegd komen erfgoedzaken kunnen voldoen. Als hiervoor een gunstige belas- worden. Ontwikkeling zonder een helder gefor-
in het algemeen niet aan de orde. tingregeling wordt gecreëerd, kan dit aantrekke- muleerde identiteit leidt louter tot chaos en ont-
Een ander probleem dat betrekking heeft op de lijk zijn voor zowel eigenaars als investeerders. menselijking. Chaos, omdat verschillende ont-
overheid is het tekort aan erfgoedspecialisten; De meeste historische gebouwen zijn ook vrij wikkelingen elkaar tegenwerken en er geen
zowel praktijkspecialisten als beleidsmakers, met groot, waardoor er hoge water- en elektriciteits- sprake is van een samenhangend plan of visie.
name voor gebouwd erfgoed. Gemeentelijke kosten aan verbonden zijn. Ontmenselijking, omdat men er, nadat de meeste
diensten voor ruimtelijke ordening en openbare collectieve herinneringen zijn weggevaagd, geen
werken hebben wel technici in huis, maar voor Politieke wil emotionele binding meer mee heeft. In het geval
erfgoed bestaat nog geen zelfstandige afdeling. Ook in Indonesië kennen we het gezegde: waar van Indonesië is het een kwestie van politieke wil
Op deze wijze vindt het leerproces richting een (politieke) wil is, is een (politieke) weg. Een om voor een plek een identiteit te formuleren.
erfgoedspecialist slechts incidenteel plaats en politieke keuze is in principe het product van een
meestal op basis van persoonlijke interesse. democratisch besluitvormingsproces, tot stand Netwerken en gemeenschappelijk
gekomen in de vertegenwoordigende lichamen. erfgoed
Condities en subsidies In de praktijk ligt de politieke besluitvorming Zolang we bezig zijn monumentenzorg in Indo-
De status van ontwikkelingsland wordt door echter voor een belangrijk deel in handen van nesië op de ontwikkelingsagenda te krijgen,
Indonesië vaak als excuus gebruikt voor het bestuurders, zoals burgemeesters, gouverneurs, moeten zowel de overheid als erfgoedverenigin-
ontbreken van monumentensubsidies. Het wordt ministers of zelfs de premier. Als een bestuurder gen zorgen dat ze mondiger en machtiger wor-
beschouwd als een tertiaire behoefte zonder de politieke wil heeft om een historisch gebied in den. Een manier daarvoor – die de afgelopen twee
prioriteit. Maar de overheid hoeft niet alle restau- de eigen stad te behouden en restaureren, dan decennia al kan worden waargenomen – is net-
raties te financieren; er is geen overheid die zich staat dit op de agenda. Helaas is die politieke wil werken met zusterorganisaties in andere landen.
dat kan veroorloven. Wat de overheid wel kan nog steeds een kwestie van individuele voorkeur Dit gebeurt op verschillende manieren:
doen, is het scheppen van gunstige voorwaarden in plaats van algemeen beleid.
voor investeringen. De Indonesian Heritage Trust wordt actief lid
van de International National Trusts Organi-
sation (INTO) in Londen;
UNESCO Asia and the Pacific probeert de
initiatieven tot behoud van Aziatisch erfgoed
te stimuleren door prijzen uit te reiken. Indo-
nesië heeft al enkele malen een dergelijke prijs
ontvangen, maar loopt met het aantal inge-
diende aanvragen nog steeds achter op andere
landen;
Opleiding voor erfgoedspecialisten. Sinds 2009
biedt de Universiteit Gajah Mada in Yogya-
karta, Indonesië, postgraduate-opleidingen in
monumentenzorg aan, daarmee het voorbeeld
volgend van andere landen zoals Thailand en
Maleisië;
Publieksvoorlichting door de gemeente Solo,
Indonesië, die in 2010 gastheer was voor de
World Heritage Cities International Confe-
rence.
12
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012
13
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012
Agus Sudaryadi
Coördinator maritieme archeologie,
Heritage Preservation Office, ministerie
van Cultuur en Toerisme, Jambi, Indonesië
Judi Wahjudin
M. Hum, hoofd Heritage Conservation
Office in Serang, Banten, Indonesië
maritiem erfgoed
GEMEENSCHAPPELIJK
BELANG ONDERWATER
in Indonesië
I
ndonesië is al vele eeuwen een belangrijke del, maar zorgden er ook voor dat de enorme va- hit-rijk2 was de belangrijkste scheepsroute die
schakel tussen Oost- en West-Azië. Vanaf de riëteit aan natuurlijke producten, die de archipel door de Straat van Malakka richting de Moluk-
7e eeuw ontstonden voortdurend nieuwe zelf voortbracht, over het Aziatische continent ken en de Banda-eilanden, waar specerijen als
handelscentra op de verschillende eilanden in de verspreid raakte. Zowel tijdens het boeddhisti- nootmuskaat, kruidnagel en foelie groeiden.
archipel. Zij dienden niet alleen de doorvoerhan- sche Srivijaya-koninkrijk1 als het latere Majapa- Malakka was aan het einde van de 15e eeuw dè
plek waar Arabische, Indiase en Zuidoost-Aziati-
sche handelaren met die van de verschillen-
de Indonesische eilanden samenkwamen. Dat
maakte het ook een aantrekkelijke plek voor Eu-
ropese handelaren, die elkaars aanwezigheid
voortdurend bestreden.
14
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012
15
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012
zinken zijn gebracht, zoals Harer Majesteits in handen van de Japanse vijand zouden vallen. tijdens de UNESCO-cursussen voor onderwater-
Schip (Hr. Ms.) de Ruyter, Hr. Ms. Java, Hr. Ms. Eind jaren ’90 is gezocht naar deze unieke vlieg- archeologie in Thailand. Gedurende drie Foun-
Kortenaer, Hr. Ms. Evertsen en HNLMS Witte tuigen, maar helaas zonder resultaat.6 Een ander dation Courses (2009, 2010, 2011) en gedurende
de With. Zij zonken in februari 1942 tijdens de type watervliegtuig uit de Tweede Wereldoorlog, twee Advanced Courses (2010, 2011), zijn maar
slag om de Javazee. De Hr. Ms. Piet Hein zonk een Catalina PBY5, is aangetroffen voor de kust liefst dertien Indonesiërs opgeleid. Op grond van
tijdens de slag om Straat Badung in hetzelfde jaar. van Biak, bij Papua. Mogelijk was het eigendom het gemeenschappelijk erfgoedprogramma is de
van het Koninklijk Nederlands Indische Leger RCE betrokken bij de organisatie van deze cur-
Overigens liggen er niet alleen scheepswrakken (KNIL). Het wrak ligt een halve mijl uit de kust sussen en training van de Indonesische experts.9
op de bodem van de Indonesische wateren. Ook op dertig meter diepte en is een populaire duik-
zijn in het verleden vliegtuigen neergestort, of stek. Het is de bedoeling dat dit wrak op korte Een rijk onder water
soms opzettelijk afgezonken. Zo zijn na de slag termijn het middelpunt wordt van een onder- Het Directoraat voor het Onderwater Cultureel
in de Javazee acht Fokker T-4A’s en vijf Fokker waterpark, waarin primair koraal gerevitaliseerd Erfgoed van het Indonesische ministerie van
C-11 W watervliegtuigen in de rivier de Brantas wordt, maar ook het vliegtuig een plek krijgt als Cultuur en Toerisme heeft in totaal 1.234
op Oost-Java afgezonken om te voorkomen dat zij duikobject.7 scheepswrakken (inclusief de eerder genoemde
Zo heeft iedere periode uit de gedeelde Indone- 245 Nederlandse) in haar database opgenomen.
sisch-Nederlandse geschiedenis wel iets achter- De gegevens over deze vindplaatsen zijn zowel
gelaten op de zeebodem. Samen met andere afkomstig uit historische als archeologische bron-
(im)materiële overblijfselen op het land vormen nen. Op dit moment is van slechts 186 schepen
zij de (stille) getuigen van de relatie tussen twee de exacte locatie bekend. Om meer inzicht te
(en soms meer) verschillende landen en culturen. krijgen in haar eigen erfgoed onderwater, is het
Door die te bestuderen kunnen we veel over ons ministerie begonnen met een gebiedsgerichte
verleden te weten komen. Het is van belang de inventarisatie.
verschillende bronnen in samenhang te bestu-
deren. Echter, tot nu toe zijn de Nederlandse De inventarisaties uit tabel 1 zijn uitgevoerd om
wrakken in Indonesische wateren nog maar wei- het cultuurhistorisch potentieel van de verschil-
nig archeologisch onderzocht. Dit heeft voor een lende zee- en rivierbodems te bepalen. De vind-
deel te maken met de capaciteit die in beide lan- plaatsen met hoge waarden komen in aan-
den voor de maritieme archeologie beschikbaar merking voor bescherming onder de nationale
is. De intensieve samenwerking tussen de twee wetgeving – Wet nummer 11 uit 2010 voor de be-
landen op cultureel gebied heeft in het verleden scherming van het cultureel erfgoed. Deze Wet
voor de maritieme archeologie niet veel bete- vervangt wet nummer 5 uit 1992, die gaat over
kend. Feitelijk zijn de eerste initiatieven pas ont- monumenten en eigendom van cultureel erfgoed.
plooid onder het gewijzigde gemeenschappelijk De wijziging in wetgeving toont de verschuiving
erfgoedbeleid in 2009.8 Hierdoor is het mogelijk in de waardering van cultureel erfgoed: van indi-
geworden Indonesische archeologen te trainen viduele voorwerpen van waarde (waarbij eigen-
6 – Deze Catalina zal binnenkort het middelpunt vormen van een nog aan te
leggen koraalrif bij Biak. FOTO’S: MINISTERIE VAN MARITIEME ZAKEN & VISSERIJ, 2009
16
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012
Tabel 1 Aantal survey-projecten uitgevoerd door het ministerie van Cultuur en Toerisme en Tabel 4 Illegale bergingen in Indonesië
door het Nationaal Comité voor Berging en Gebruik van Waardevolle voorwerpen uit gezonken
Nr Jaar Waar
scheepsladingen (voorgezeten door het ministerie van Maritieme Zaken en Visserij).
1 2005 In de wateren van het Ujung Kulon
Nat. Park (werelderfgoed – natuur)
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
Aantal projecten uitgevoerd door 2 2005 Uit de kust van Cirebon
het Indonesische ministerie van 3 2006 Uit de kust van Kalimantan Barat
Cultuur en Toerisme 0 0 0 1 1 5 8 4 2006 Uit de kust van Belitung
5 2006 Uit de kust van Cirebon
Aantal projecten uitgevoerd door het 6 2007 Uit de kust van Jepara
Nationale Comité voor Berging en 7 2008 Uit de kust van Makassar
Gebruik van Waardevolle voorwerpen
8 2008 Uit de kust van Taman Nasional
uit gezonken scheepsladingen 2 3 1 2 6 2 1
Kepulauan Pulau Seribu
9 2008 Uit de kust van Selayar,
Sulawesi Selatan
Tabel 2 Bergingscontracten uitgegeven Tabel 3 Oud RCE-archief scheepswrakken 10 2010 Uit de kust van Blanakan, Cirebon
door de Indonesische overheid in Indonesië. Bijgewerkt tot 2000 door een visser
11 2010 Uit de kust van Blanakan, Cirebon
Nr Vindplaats Hoeveelheid objecten Eeuw 17e 18e 19e door commerciële berger
(vooral porselein)
Zoekobject 28 15 3
1 Pulau Buaya, Kep. Riau 16.031
2 Batu Hitam, Belitung dan Tuban 10.757 Deels geborgen 5 6 5
3 Pulau Seribu (Eks Intan Cargo) 664 Archeologisch 0 0 0
4 Perairan Blanakan 13.590 onderzocht
5 Karimata Strait (Karang Cina) 31.029 TOTAAL 33 21 8
6 Perairan Laut Jawa, utara Cirebon 271.834
7 Perairan Karang Heliputan, Kep. Riau 21.521
8 Perairan Teluk Sumpat, Kep. Riau 15.461
9 Perairan Laut Jawa, utara Karawang 14.814
10 Perairan Laut Jawa, utara Karawang 6.442 7 – Een onderscheidings-
11 Perairan Belitung Timur 34.680
medaille met verschillende
12 Perairan Ujung, Pamanukan 18.469
draagtekens met aan-
13 Gelasa Strait, Bangka Belitung 32.150
duidingen waar de
14 Jepara, Jawa Tengah (MSO) 328
drager geopereerd had.
TOTAAL 487.770 Een van deze draagtekens
is die van de Javazee
1941-1942.
FOTO M. MANDERS 2011
17
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012
18
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012
is afhankelijk van een aantal verschillende wetten trum te bouwen om de capaciteit in Indonesië verklaard en nam de staat de bezittingen (waardoor nu
die niet allemaal goed op elkaar aansluiten. Zo re- verder te vergroten en te verdiepen. staatseigendom van de wrakken) en schuld van 119 miljoen
gulden over. In 1803 werden de resterende kamers
gelt Wet 5 uit 1992 het gebruik van cultureel erf- Het draagvlak voor de bescherming van maritiem
opgeheven en in 1805 werd de handel vrijgegeven.
goed ten behoeve van educatie, wetenschap, erfgoed in Indonesië is nog altijd zeer beperkt. 4 In latere jaren zou de NHM zich steeds meer richten op
cultuur, religie en toerisme. Het ministerie van Er zijn regelmatig overtredingen variërend van bankzaken en als ABN een van de grootste banken van
Cultuur en Toerisme probeert op basis hiervan lokale handel in archeologisch materiaal tot grote Nederland worden.
5 Zie o.a. het boek van Jörg 1986 over het porselein van
het erfgoed te beheren vanwege de wetenschap- professionele illegale bergingen. Een van de
de Geldermalsen.
pelijke waarde voor ons allen. Tegelijkertijd gaat mogelijkheden om het draagvlak te vergroten 6 Bron: www.metaldec.nl/avianet_xtreme.html.
het presidentiële decreet Nummer 19 uit 2007 is het organiseren van tentoonstellingen en het 7 Tahir, 2010.
over het Nationaal Comité voor Berging en Ge- publiceren van boeken en artikelen over dit 8 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en
bruik van Waardevolle voorwerpen uit gezonken onderwerp. Sinds 2006 zijn maar liefst eenen- het ministerie van Buitenlandse Zaken (2008 & 2009).
9 Manders & Underwood, 2011.
scheepsladingen en over de toestemming voor de twintig tentoonstellingen georganiseerd met als
10 Presidentieel Decreet 43 van 1998. Overigens is deze
economische exploitatie van het onderwater onderwerp de onderwaterarcheologie.
later weer vervangen door decreet nummer 19 uit 2007.
cultureel erfgoed. Hierbij is het financiële gewin 11 De UNESCO-conventie voor de Bescherming van het
leidend. Conclusie Cultureel Erfgoed Onderwater is opgesteld in 2001 en in
Ondanks de vele initiatieven die zijn ontplooid 2009 van kracht geworden. Nederland noch Indonesië heeft
In een poging een en ander recht te zetten, intro- in maritieme archeologie en -management, is de conventie geratificeerd. Beide landen zijn wel begonnen
met een onderzoek om te zien of zij zich op korte termijn
duceerde de nationale overheid in 2010 wet num- het effect nog beperkt. Een belangrijke reden
alsnog bij de conventie aansluiten.
mer 11 over cultureel erfgoed. In deze wet staat hiervoor is het gebrek aan coördinatie tussen de 12 Ter vergelijking: Nederland heeft 451 km kustlijn.
expliciet geschreven dat cultureel erfgoed zowel betrokken partijen als overheidsinstellingen, uni-
op land als onder water beschermd moet worden versiteiten en professionele duikbedrijven. Literatuur
en dat beheer duurzaam dient te zijn. Dit is in De Indonesische overheid zet zich reeds in om – Direktorat Peninggalan Bawah Air (Publica-
overeenstemming met de UNESCO-conventie dit te verbeteren. Zo organiseert het coördine- tie gepland 2011). Profil Direktorat Peninggalan
voor de bescherming van het cultureel erfgoed rend agentschap van het ministerie van Mari- Bawah Air, Direktorat Jenderal Sejarah dan
onderwater uit 2001.11 Maar het druist wel in tieme Zaken en Visserij gezamenlijke inven- Purbakala, Kementerian Kebudayaan dan
tegen de werkwijze van het Nationaal Comité tarisaties, waar overheid, universiteiten en visse- Pariwisata. Jakarta.
voor Berging en Gebruik van Waardevolle voor- rijgemeenschappen aan deelnemen. Tegelijkertijd – Hall, D.G.E. (1988). Sejarah Asia Tenggara,
werpen uit gezonken scheepsladingen. Gelukkig worden de competenties van de verschillende Usaha Nasional Surabaya-Indonesia, Cetakan I.
heeft het comité in 2011 nog geen bergings- groepen verbeterd door cursussen te organiseren Surabaya.
vergunningen afgegeven en hopelijk blijft dat waar al deze groepen aan kunnen deelnemen. – Jörg, C.J.A. (1986). The Geldermalsen.
ook zo. Draagvlakvergroting wordt bereikt in samenwer- History and Porcelain. Groningen.
king met musea, media, lokale overheden en be- – Kartodirdjo, Sartono (1988). Pengantar
De capaciteit in de maritieme archeologie is woners. Sejarah Indonesia Baru: 1500-1900 Dari
beperkt wanneer je de enorme weidsheid van Emporium Sampai Imperium Jilid I, Penerbit PT
de Indonesische archipel in ogenschouw neemt. De bescherming van het maritiem erfgoed wordt Gramedia. Jakarta.
De Indonesische kustlijn is maar liefst 108.000 gezamenlijk ter hand genomen door het ministe- – Manders, Martijn & Chris Underwood
km lang en de archipel bestaat uit circa 13.600 rie van Bosbouw, Marine, lokale overheden en de (Publicatie gepland 2012): UNESCO Field
eilanden.12 Op dit moment zijn er 87 duikers lokale vissersgemeenschappen. Het is daarbij van School on Underwater Cultural Heritage 2009-
actief bij zeventien verschillende afdelingen van belang dat Indonesië snel tot een interne over- 2011, Thailand Capacity building in the Asian
het ministerie van Cultuur en Toerisme. Minder eenstemming komt. De overheid kan dat niet and Pacific Region, in: Sila Tripathi (ed)
dan 30% hiervan is daadwerkelijk geschoold in alleen. Zij heeft daarvoor de hulp van andere Maritime Archaeology, Goa.
de maritieme archeologie. Het ministerie streeft partijen nodig en van overheden en experts uit – Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Weten-
ernaar om binnen afzienbare tijd meer dan andere landen. Nederland kan hierbij behulp- schap en ministerie van Buitenlandse Zaken
honderd gediplomeerde maritieme archeologen zaam zijn. Dat is ook in haar eigen belang want (2008): Beleidsbrief Grenzeloze kunst. Den Haag.
te hebben. Indonesië zal dàn het land zijn met de het raakt ook de Nederlandse geschiedenis. Een – Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Weten-
grootste capaciteit aan maritieme archeologen in versterking van de samenwerking zou een conti- schap en ministerie van Buitenlandse Zaken
de wereld! nuering en intensivering van het gemeenschap- (2009): Beleidskader Gemeenschappelijk Cultureel
pelijk erfgoedbeleid betekenen dat ingezet is in Erfgoed 2009-2012. Den Haag.
Om de capaciteit in onderwaterarcheologie te 2009. Daarnaast zou het voor het beheer ook goed – Poesponegoro, Marwati Djoened (1984).
vergroten heeft de Indonesische overheid tussen zijn samen een extra inspanning te leveren om tot Sejarah Nasional Indonesia III, PN Balai
2006 en 2010 acht verschillende trainingen geor- ratificatie van de UNESCO-conventie voor de Pustaka, Jakarta.
ganiseerd. Deze trainingen waren gericht op het Bescherming van het Onderwater Cultureel – Tahir, Zainab (2010). Underwater Cultural
halen van onder andere duikcertificaten en het Erfgoed uit 2001 over te gaan. Heritage Into Concept For Tourism and Protection
doen van opgraving en conservering van objecten ‘Development of Catalina Wreck (Ex-WW II) as
uit zee. Daarnaast werkt de Indonesische over- Noten Maritime Conservation Area’ In Biak Island-
1 Het Srivijaya-koninkrijk was boeddhistisch en duurde
heid samen met een aantal universiteiten en West-Papua, intern concept rapport ministerie
van de 7e -14e eeuw.
volgde een select groepje archeologen de hiervoor 2 Het Majapahit-rijk was hindoe-boeddhistisch en duurde van Maritieme Zaken en Visserij. Jakarta.
genoemde UNESCO-cursussen in Thailand. Er van de 13e eeuw tot omstreeks 1500.
zijn plannen om een permanent trainingscen- 3 In 1799 op 31december werd de VOC officieel failliet
19
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012
Max Meijer
TiMe Amsterdam
SPOREN TUSSEN
VERLEDEN EN
TOEKOMST
1 – Welkomstspandoek voor deelnemers aan
De revitalisering van
de vierdaagse workshop over de toekomst
van het spoorwegmuseum in Ambarawa.
Op de achtergrond het gerestaureerde
Lawang Sewu gebouw ofwel het voormalig
het spoorwegmuseum
hoofdkantoor van de NIS in Semarang.
FOTO MAX MEIJER, 2011
in Ambarawa I
n maart 2011 reisden de auteurs op verzoek
van de Indonesische spoorwegen af naar
Centraal-Java voor het geven van een vier-
daagse workshop met als inzet de revitalisering
van het Ambarawa spoorwegmuseum en z’n
omgeving. Dit artikel geeft een impressie van dit
bezoek en bestaat uit drie onderdelen: een histo-
Centraal-Java is de bakermat van de spoorweggeschiedenis in Nederlands-Indië. rische schets van de aanleg van de eerste spoor-
De eerste spoorlijn werd geopend in 1867 en liep van de havenstad Semarang naar wegen – 150 jaar geleden – in toenmalig Neder-
Tangoeng en werd een paar jaar later doorgetrokken via Solo naar Yogyakarta. Deze lands-Indië (De Vries); de inzet van het erfgoed-
zogenaamde Vorstenlandenlijn kreeg een zijtak naar het garnizoensstadje Ambarawa, ondernemingsmodel tijdens de workshop (Kok);
alwaar fort Willem I lag. Het station Ambarawa is dertig jaar geleden herbestemd tot en een beschrijving van de aanpak van de work-
spoorwegmuseum. Inmiddels heeft dit museum te kampen met een sleetse presentatie, shop (Meijer).
een kwetsbare collectie en tegenvallende bezoekerscijfers.
De Indonesische spoorwegen vroegen de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) Missie en doel
mee te denken over een nieuwe toekomst voor het museum. Tijdens een workshop in De groeiende Indonesische middenklasse is zich
2011 werkte de RCE als procesbegeleider en inhoudelijk consultant aan de gewenste steeds meer bewust van de bijzondere architec-
kennisoverdracht en capaciteitsopbouw. tuur uit de Nederlandse koloniale tijd; inclusief
de bijna zevenhonderd spoorwegstations en de
20
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012
2 – De ruim vijftig Indonesische deelnemers aan de workshop zijn in de centrale hal van het Lawang Sewu-gebouw vereeuwigd. FOTO PT KERETA API 2011
21
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012
archipel. Ondertussen werden onbezonnen plan- houdingen. De emancipatie van de Javaan moest van de staat achter de hand, een jaar later de
nen gelanceerd met geïmporteerde kamelen, Bra- volgens hen worden vertraagd of tegengehouden. eerste spade in de grond 5. Na drie jaar zware
bantse ezels, olifanten en lama’s. De lobby tegen ‘Wacht u voor den eersten stap!’, zo waarschuwde arbeid onder leiding van oud-genisten werd op
de aanleg van spoorwegen was sterk en vooral te in 1863 oud-resident J.D. van Herwerden. In zijn 10 augustus 1867 het traject van vijfentwintig
vinden in kringen van oud-Indischgasten. Zij ogen zouden spoorwegen Java voor ‘den naijveri- kilometer van de havenstad Semarang naar
hadden angst en ontzag voor de natuur. Begrijpe- gen vreemdeling openzetten en het moederland, Tangoeng (Tanggung) feestelijk geopend. Later
lijk, want aardbevingen, vulkanen en landver- met staatsschulden verarmd en van zijn kostbaar- werd de lijn als ‘Vorstenlandenlijn’ doorgetrok-
schuivingen hadden vrij spel en veroorzaakten ste juweel beroofd, in het vorige niet doen terug- ken naar Solo en Yogyakarta. Ter hoogte van
regelmatig grote schade. Bij de railaanleg door zinken (...)’. 4 Kedoengdjati (Kedungjati) werd in 1873 een
grillige bergketens moesten bovendien techni- zijlijn naar het garnizoensstadje Ambarawa aan-
sche problemen worden opgelost zonder dat men Vorstenlandenlijn gelegd, waar zich het militaire fort Willem I6
beschikte over gedetailleerde kaarten. Ook aar- In een tijd waarin het Cultuurstelsel (1830-1870) bevond.
zelde men om geld te investeren in een project door haar geforceerde opbrengsten tot een over- Naast dit militaire motief, waren er twee andere
ten bate van een bevolking, waarvan men dacht belasting van het primitieve vervoer per draag- redenen waarom juist deze lijn werd aangelegd.
dat die niet reislustig was. Al snel bleek dit een buffel en ossenkar leidde, gingen steeds meer De politieke invloed van de sultanfamilies in
misrekening. stemmen op voor de introductie van groot- Solo (Surakarta) en Yogyakarta was groot. Beide
scheepse spoorwegbouw. Alleen wie durfde vorsten stonden gratis grond af in ruil voor een
Een tweede argument was het gevaar voor een het voortouw te nemen? ‘Handelskoning’ Willem eigen station met een koninklijke wachtkamer.
buitenlandse, lees Britse, invasie en dat de legers III had in 1860 oud-artillerieofficier T.J. Stieltjes Het laatste argument was dat de lijn dwars door
dan snel via deze spoorlijnen zouden kunnen gevraagd een onderzoek in te stellen naar de een dichtbevolkt gebied liep, waar men sterk
oprukken. Een derde argument om de komst van mogelijkheid van een spoorweg op Java. afhankelijk was van de verbouw van suikerriet,
de trein te vertragen was de opvatting onder met Uiteindelijk werd in 1863 de particuliere Neder- koffie, tabak en rijst. Door de ontsluiting van
name oud-Indischgasten dat spoorwegen onver- landsch-Indische Spoorweg Maatschappij (NIS) deze gebieden konden de producten gemakkelijk
enigbaar waren met de bestaande koloniale ver- opgericht en die plaatste, met een rentegarantie afgevoerd worden naar noordelijke havenstad
Semarang, en vandaar naar Europa. De tweede
lijn die door de particuliere NIS in exploitatie
werd gebracht was die tussen de bestuurscentra
Batavia (Jakarta) en Buitenzorg (Bogor).
Staatsspoorwegen
Nadat de Nederlandse economie enigszins was
aangetrokken, groeide het enthousiasme van de
staat om zelf te bouwen en werd in 1875 de
Staatsspoorwegen (SS) opgericht, met als doel
het binnenland verder te ontsluiten, de bevolking
betere vervoersmogelijkheden te bieden en de
cultuurondernemingen versneld te ontwikkelen.
Het eerste project dat de SS onder handen nam,
was de aanleg van een spoorweg tussen de belang-
rijke haven en marinestad Surabaya en Malang.
Door tegenstanders werd het als ‘Rijkspleizier-
baan’ (1878) gekwalificeerd. De tijd zou echter
leren dat hier de basis werd gelegd voor één van
de meest succesvolle lijnen uit de spoorweghisto-
rie op Java: de zogenaamde Vlugge Vijf. Rond
1935 werd dit snelle openbaar vervoer onder de
aandacht van het brede publiek gebracht met
slogans als: ‘(...) Bliksemschicht, krachtgedicht, fut
in ’t lijf, Vlugge Vijf. Of: Van Bandoeng naar Bata-
via voor zaken of plezier; geen betere gelegenheid dan
met de Vlugge Vier’. Of: ‘Berg en dal, waterval,
ravijn en rots, S.S. trots. (...)’.7 Hoge bruggen,
viaducten en rails van amper een meter breed
werden bereden door de snelste trein van het
zuidelijke halfrond. Aan de vooravond van de
Tweede Wereldoorlog had het spoorwegnet een
totale lengte van 7.500 km; 5.500 km op het
4 – De loc B 2503 afkomstig van de Duitse machinefabriek Esslingen neemt dichtbevolkte Java en Madura, de rest op Suma-
water in tijdens een ritje over het bergtraject Ambarawa-Bedono. tra 8. Sinds het uitroepen van de onafhankelijk-
22
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012
Stationsgebouw als
gemeenschappelijk erfgoed
Stationsgebouwen waren zonder twijfel sluitpost
op de begroting. De NIS bouwde uit zuinigheid
veelal kleine stations, meestal gemaakt van hout
en bamboe. De grotere stations waren van steen
en hadden soms een galerij. De SS zat iets ruimer
bij kas en beschouwde het station vaker als z’n
visitekaartje. Er kwamen zelfs luxueuze 1e en 2e
klas wachtkamers. Tussen 1910 en 1930 verrezen
stations9 die er soms uitzagen als Hollandse
villa’s in chaletstijl met Indische elementen, zoals
een ruim dakoverschot, luifels aan de voorkant
en zadeldaken rustend op gietijzeren kolommen
met Belgische spanten.
Voor het indrukwekkende hoofdkantoor van de
NIS in Semarang, lokaal Lawang Sewu genoemd,
Duizend Deuren, waren de architecten Jaap
Klinkhamer en Bert Ouëndag verantwoordelijk. 5 – Deelnemers van de workshop namen veelvuldig het woord.
Dit gebouw uit 1902 wordt wel gezien als het
begin van de moderne bouwkunst in Nederlands-
Indië. Het gebouw leent zich uitstekend voor het mingsmodel’ wordt ontwikkeld. In dit project, krachtenveldanalyse. Zo krijgt men een beeld van
tropisch klimaat en is omgeven met galerijen op dat een vervolg is op een project over de culturele de partners voor wie de ontwikkeling en produc-
alle verdiepingen en voorzien van hoge plafonds waarde van mobiel erfgoed, wordt de behouds- tie van culturele waarde van belang is. Dit levert
en uitgebreide natuurlijke ventilatiesystemen. vraag onder meer benaderd vanuit aan business- een krachtenveld op waarin het publieke en
Na een ingrijpende renovatie en herbestemming modellen ontleende elementen. ‘Een business- private domein worden aangevuld met de (lokale)
tot ‘groothandelsgebouw’ heeft de first lady mw. model beschrijft de onderliggende structuur gemeenschap en de culturele consument. Belang-
Ani Yudhoyono het gebouw juli 2011 heropend. waarmee een organisatie waarde creëert, levert en rijke hypothese bij dit model is dat de ontwikke-
Sindsdien loopt het storm met lokale en buiten- verdiensten genereert.’ Zo formuleerde Alexan- ling en productie van culturele waarde gericht
landse bezoekers, waaronder veel architectuur- der Osterwalder het in zijn Businessmodel Gene- moet zijn op het creëren van eigenaarschap.
liefhebbers. En in maart 2011 vormde het statige ration uit 2009. Erfgoedinstellingen zijn precies In alle vier de domeinen is dat eigenaarschap
gebouw de toepasselijke locatie voor de workshop daarmee bezig. Ze creëren en leveren culturele mogelijk en gewenst om zodoende cultureel
over de toekomst van het spoorwegmuseum waarde en genereren daarmee verdiensten, finan- erfgoed een gezond draagvlak te geven.
Ambarawa. cieel, maar ook maatschappelijk.
In de erfgoedtheorie is sinds de jaren ’80 van de Waarde
2. Erfgoedondernemingsmodel vorige eeuw het inzicht gegroeid dat erfgoed niet Deze inzichten over het creëren van waarde, het
Het spoorwegmuseum in Ambarawa verkeert in zozeer deel uitmaakt van het verleden, maar pri- eigenaarschap van diverse partijen en het ont-
een ontwikkelingsfase. Het bezoekersaantal kan mair relevantie ontleent aan het heden. Baanbre- wikkelen van de collectie en objecten, vormen
omhoog en de belangrijkste onderdelen van het kend hiervoor was het werk van David Lowen- belangrijke onderdelen van het erfgoedonderne-
museum, zoals de (werkende) stoomlocomotie- thal, die stelde dat ‘erfgoed geen geschiedenis is.’ mingsmodel, en daarmee het uitgangspunt voor
ven en het unieke spoortraject met tandradbaan Erfgoed ontleent z’n betekenis aan de waarden de workshops in Semarang. Ter plaatste bleek het
zijn aan renovatie toe. De vaste opstelling en die we er vandaag de dag aan toekennen. En die model zich prima te lenen voor het ontwikkelen
behuizing van de collectie, zowel de statische processen van waardetoekenning, van waarde- en uitwerken van verschillende scenario’s of
locomotieven als de kniptangen en morsetoestel- ring, kunnen en moeten we sturen, als we erfgoed ondernemingsplannen. Het vergt enig abstractie-
len zijn sterk gedateerd. Bovendien heeft de tenminste deel willen laten uitmaken van onze vermogen om te begrijpen dat de beslissingen
eigenaar, de Indonesische spoorwegen, behoefte samenleving. Die ontwikkeling van waarden van over de restauratie en conservering niet in het ob-
aan een geïntegreerde aanpak waardoor niet erfgoed hangt direct samen met de (publieke) ject of de collectie zelf besloten liggen. Het zijn
alleen het museum zelf een nieuwe impuls krijgt, functie van erfgoed. altijd keuzes die de erfgoedbeheerder maakt. Ex-
maar ook het spoorwegnet waar het museum op pliciet of impliciet. En niets doen is ook een
aansluit, kan worden gerevitaliseerd. Naast inzichten en theorieën op het gebied van keuze. Het erfgoedonder-nemingsmodel geeft in-
businessmodellen worden in het erfgoedonder- zicht in de bepalende factoren voor een goed on-
Businessmodel nemingsmodel ook andere organisatiehulpmid- derbouwde keuze. Welke culturele waarde wil je
Deze vraag om behoud door ontwikkeling sluit delen gebruikt en geïntegreerd, zoals de PEST ontwikkelen in relatie met welke functie en hoe
uitstekend aan op het RCE-project ‘Erfgoed dat (politieke, economische, sociale en technologi- is deze gerelateerd aan een succesvolle borging
weer beweegt’, waarin een ‘erfgoedonderne- sche factoren), SWOT (‘sterkte-zwakte’-) en bij de betrokken partijen?
23
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012
6 – In de verte verschijnt de stoomtrein op het allereerste spoortraject in Indonesië, namelijk op de lijn Semarang-Tangoeng. Het 1e stationsgebouwtje uit
1867 had ‘bamboezen’ wanden, later vervangen door stenen muren. Kleurenlitho (naar een oorspronkelijk werk) van J.S. Rappard, 1883-1889. BRON: KIT
Bij het gemeenschappelijk erfgoed in Ambarawa Dat vroeg om een open houding bij Indonesische Programma
is dit de belangrijkste vraag. De verantwoorde- partijen en betrokkenen via het principe van Zowel voorafgaand aan als na afloop van de work-
lijkheid voor het beheer ligt in handen van de In- halen-en-brengen. Met andere woorden: de pre- shops, stelde het RCE-team syllabi samen. De
donesiërs, met name de Indonesische spoor- misse dat een lokale samenleving een museum (of eerste bevatte naast praktische gegevens ook in-
wegen. Hun keuze is beslissend. Uit de workshop ander erfgoed) alleen omarmt en instandhoudt, formatie over de context van de workshops, de
bleek duidelijk dat het concept van erfgoed als als er sprake is van voordelen voor die gemeen- eerder uitgevoerde identificatiemissie en de
een onderneming de betrokkenen sterk aansprak. schap. theoretische en praktische onderbouwing door
middel van het erfgoedondernemingsmodel. Bo-
3. Workshop Ambarawa-museum Dit inzicht leidde tot een ontwikkeltraject dat vendien waren zeven beschrijvingen opgenomen
De uitgangspunten voor deze tweede RCE-missie breed en integraal zou moeten worden opgezet: van voorbeelden die relevant leken voor de situ-
waren helder: het bijdragen aan lokale capaci- zowel inhoudelijk als procesmatig. De revitalise- atie in Ambarawa. Deze cases zijn ook tijdens de
teitsopbouw via het delen van kennis en inzich- ring van het Ambarawa-museum en zijn omge- workshops als collectief referentiemateriaal ten
ten conform het gemeenschappelijk erfgoed- ving zou de grootste kans van slagen hebben als behoeve van het te voeren gesprek gebruikt. 10
programma. Vanaf de eerste besprekingen over de het project onderdeel zou uitmaken van een Het workshopprogramma in Semarang besloeg
rol en samenstelling van het RCE-team was dui- brede planmatige ambitie: de ontwikkeling van vier dagen en werd vooraf gegaan door een be-
delijk dat duurzame herontwikkeling van het een cultuurtoeristische aanbodketen. Daarmee zoek aan het museum in Ambarawa, excursies
Ambarawa-museum niet gebaat zou zijn bij een kreeg de revitalisering van het museum de di- over de beide museumspoorlijnen11 en een blik-
kort en eenmalig adviestraject. Vraagsturing en mensie van een breed gedragen ontwikkelings- sembezoek aan fort Willem I. De eerste work-
een interactief proces vormden het uitgangspunt. proces, waarin publiek-private partijen en de shopdag verschafte de ruim vijftig deelnemers
lokale gemeenschap samenwerken. Toon en doel een grondig inzicht in de huidige situatie in en
Publiek-private benadering van de workshops waren daarmee gezet. Zo rond Ambarawa vanuit Indonesisch perspectief.
De missie richtte zich niet primair op advisering diende de identificatiemissie uit 2009 als aan- Met bijdragen vanuit de PT Kereta Api, verschil-
over de intrinsieke kwaliteit of het behoud en be- leiding, het RCE-erfgoedondernemingsmodel lende overheidslagen en universiteiten ontrolden
heer van het erfgoed in en rond het museum, als middel en de revitalisering van collectie, zich tal van beleidsmatige en planologische kan-
maar vooral op de ontwikkeling van lokaal draag- gebouwen en omgeving van het Ambarawa- sen. Daarbij viel op dat de revitalisering van het
vlak en eigenaarschap vanuit de samenleving. museum als doel. museum en het omliggend gebied vooral als een
24
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012
planologisch vraagstuk werd behandeld. Veel nationaal en internationaal perspectief, en vanuit Nederland had in 1940 circa 3.300 km spoor.
visies en schetsen over mogelijke gebiedsinrich- verschillende waardestelllende kaders (cultuur- 9 Karakteristiek is het kopstation Tanjung Priuk
ting, maar weinig andere invalshoeken, zoals mu- historisch, toeristisch, maatschappelijk, econo- (1925), dat door Nederlandse architect C.W. Koch
seologische concepten of doelgroepstrategieën. misch). Daarnaast zijn enkele aanbevelingen in de passagiershaven van Jakarta is gebouwd. Het
witgepleisterde art deco-gebouw is voorzien van een
Na de brede probleemverkenning werden de opgesteld. Ten eerste de suggestie de ontwikke-
enorme perronoverkapping (40x190 m) en van vak-
best-practices van het RCE-team gepresenteerd, ling integraal vanuit één masterplan aan te pak-
werkbogen. Het station staat momenteel leeg, krijgt
zoals het Spoorwegmuseum in Utrecht, de Schoe- ken, waarbij zowel de collectie, het onroerend een nieuwe bestemming of wordt weer in bedrijf ge-
ner Oosterschelde en het Air Berlin’s Rosinenbom- erfgoed als de omgeving ingezet worden als ele- nomen. Andere staaltjes van stationsarchitectuur zijn:
ber.12 menten in de cultuurtoeristische aanbodketen. Jakarta Kota (1929, door G.J.L. Ghijsels, H.A. Hes
Zo’n masterplan verdient een multidisciplinaire en F.B.H. Asselbergs), Bandung (1928, Eh. de Roo),
Op de tweede dag gaf het RCE-team de eigen ob- aanpak. De input vanuit bestaande, vaak auto- Yogyakarta Tugu (1927, H. Cousin), Cirebon (1912,
servaties na aanleiding van de eerste dag ‘terug’ noom opererende disciplines waarbij (cultuur- en P.J.A. Moojen), Semarang Poncol (1914, H. Maclaine
aan de deelnemers, waarna in drie werkgroepen architectuur)historici, sociologen, antropologen, Pont) en Solo Balapan (1927, H. Th. Karsten).
10 Reader Workshop Ambarawa Railway Station and
sterkte- en zwakteanalyses aangaande het ge- museologen, planologen, architecten en econo-
bouw, de collectie en de omgeving werden opge- men elkaar versterken. Tot slot kan er op die ma- Surroundings, Februari 2011, Amersfoort 75 p., en
Observations and Recommendations by RCE-team,
steld. De Indonesische deelnemers toonden zich nier gewerkt worden aan verdere capaciteits-
Workshop Ambarawa Railway Museum, Amersfoort,
in dit proces uiterst betrokken, creatief en kri- opbouw, waarbij jong talent uit Indonesië in
June 2011, 62 p.
tisch. De middag werd besteed aan de introductie Nederland na- en bijscholing krijgt in nieuwe 11 Spectaculair tandradtraject Ambarawa-Bedono
van het RCE-erfgoedondernemingsmodel. kennisdomeinen, zoals museologie, verder onder- (9 km) met stoomtractie. Sinds begin 2011 is ook de
zoek doet, eigen netwerken ontwikkelt en nader toeristische lijn Tuntang-Ambarawa (10 km) weer in
Food for thought kennis neemt van aansprekende best practices. gebruik. De route voert langs het idyllische Rawa
Op basis van de positieve ervaringen met aan- Om de opgedane ervaringen en aanbevelingen Pening-meer. De rijtuigen worden getrokken door
sprekende voorbeelden die de interactie op de ook in de praktijk op een succesvolle manier toe een Krupp-dieseltrein uit 1956.
eerste dag krachtig stimuleerden, presenteerde te passen, zou een verdiepingstraject als vervolg 12 Overige gepresenteerde cases: Eastern & Oriental
het RCE-team de derde dag zeven aansprekende heel zinvol zijn. Express (Thailand/Maleisië/Singapore); Birma-Siam
basisconcepten voor de toekomst van het Amba- dodenspoorlijn; Hoorn-Medemblik Museum Steam
Tram, Medemblik; Netherlands Open Air Museum,
rawa-museum. Deze waren de avond tevoren ge- Noten
1 Zie: www.indonesianheritagerailway.com.
Arnhem; en Museum in Flanders Fields, Ieper,
componeerd en van referentiebeelden voorzien.
2 Revitalization of Indonesia’s railway stations and België.
Zo werden scenario’s voor het museum gepresen-
teerd: Museum of Industrial Technology, Mu- surroundings. Report of a Dutch identification mis-
sion, 2009, door Homme Heringa (adviseur Spoor- Literatuur
seum of Colonial Everyday Life, Steamfun theme-
bouwmeester) en Ben de Vries. De andere twee – M. van Ballegoijen de Jong, Spoorwegstations
park, ‘Slow’ museum, Consolidation-optie, ‘Am-
aanbevelingen zijn: maak een inventarisatie, een op Java, Amsterdam 1993.
barawa-connection’ en ‘Upmarket heritage cen-
waardestelling en uiteindelijk een selectie van de – H. Heringa en B. de Vries, Revitalization of
tre’. Dit leidde tot een levendige discussie en dat meest bijzondere stationsgebouwen. Dit heeft in Indonesia’s railway stations and surroundings.
leverde als achtste optie nog een solide Indo- 2010 geleid tot een boek met een overzicht van ruim Report of a Dutch identification mission
nesian National Railway Museum-concept op. twintig waardevolle stations op Java. En de derde 12-21 September 2009.
Doel van de exercitie was naast het stimuleren aanbeveling was: kies een stationsgebouw en -gebied
– PT. Kereta Api Heritage Department, Stasiun
van het debat, het bevorderen van het keten- en analyseer hoe die elkaar kunnen versterken. Dit
kereta api di pulau Jawa - Indonesia; Railway
denken vanuit open en brede concepten en het onderzoek vond oktober 2011 in en rond het oude,
stations in Java - Indonesia, Jakarta 2010.
nadenken over verschillende doelgroepbenade- vervallen station Surabaya Kota (1870/1899) plaats.
3 Voor beschrijving van deze bonte, kwetsbare – J.J.G. Oegema, De stoomtractie op Java en Su-
ringen.
collectie mobiel erfgoed, zie S. Ferrée, p. 6-10 en matra, Deventer 1982.
www.indonesianheritagerailway.com. – S. Ferrée, Terug naar Insulinde, tandradlijn
De laatste dag werd afgesloten met een concrete
4 M. van Ballegoijen de Jong, p. 14. Ambarawa weerspiegelt Indisch spoorwegverleden,
werksessie waar vooral de Indonesische deel- 5 A.J. Veenendaal jr., p. 64-78. in: Railhobby, november, 2009.
nemers aan zet waren: de inventarisatie van de 6 Tijdens de Japanse bezetting (1942-1945) – A. J. Veenendaal jr., Aanleg van het net van
belangrijkste partijen en hun mogelijke stimule- bevonden zich in en rond dit fort enkele beruchte spoor- en tramwegen, in: Bouwen in de archipel,
rende (of beperkende) rol in het toekomstige gevangenkampen. Hier werden onder erbarmelijke Burgerlijke openbare werken in Nederlands-Indië
revitaliseringsproces. Het leverde lange lijsten op omstandigheden vrouwen en kinderen gevangen
en Indonesië 1800-2000 (red. W. Ravesteijn en
van uiteenlopende betrokkenen uit de publieke gehouden en stierven duizenden.
J. Kop), Zutphen 2004.
en private sector en de lokale gemeenschap, die 7 J.J.G. Oegema, p. 199.
8 Op Sumatra werden vier spoorwegmaatschappijen
– Reader Workshop Ambarawa Railway Station
het beoogde breed gedragen ontwikkelingsproces
opgericht die vooral werden ingezet voor het vervoer and Surroundings, door A. Kok, M. Meijer en
nog eens overtuigend bewezen.
van tabak, steenkolen, olie en militairen. Op Zuid- B. de Vries, Amersfoort, Februari 2011.
Sulawesi (Celebes) werd een lijn van zo’n vijftig – Observations and Recommendations by RCE-
Aanbevelingen
kilometer tussen Makassar en Takalar aangelegd, team, Workshop Ambarawa Railway Museum,
De conclusies van de workshops zijn zowel in
slechts bereden tussen 1922-1930. Op de Billiton Amersfoort, juni 2011.
aanbevelingen op papier als mondeling op de lag een tinlijn en op Borneo een kolenlijntje. Op
slotdag gecommuniceerd. Allereerst de onder- andere eilanden was spooraanleg nauwelijks mogelijk
kenning van de grote potentie van het Amba- vanwege de bergachtigheid van het gebied of een
rawa-museum en zijn omgeving in regionaal, twijfelachtig economisch nut. Ter vergelijking:
25
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012
Gedeelde
historie & archieven
H
et gemeenschappelijk erfgoedprogram- onderzoekers van universiteiten en onderzoeks- Het archivalisch erfgoed in Indonesië van voor
ma gericht op de archieven heeft zich instellingen in de betrokken landen. Deze accen- de onafhankelijkheid laat zich globaal in twee
in de periode 2000-2009 geconcentreerd tuering is vooral ingegeven door de relevantie delen ordenen. Het eerste deel omvat archieven
op aspecten van behoud. Een voorbeeld is de aan- van materiaal in de verschillende landen voor en collecties uit de periode van de Verenigde
passing van de bestaande cursus Behoudsmede- elkaars onderzoek vanuit bepaalde actuele onder- Oost-Indische Compagnie (VOC). Het tweede
werker naar Surinaamse behoeften, waarbij het zoeksthema’s, zoals migratie. Voor onderzoek deel bestaat uit de archieven en collecties uit de
Nationaal Archief samenwerkte met het toenma- naar de achtergronden van Surinamers met een tijd van het Engels interregnum en de koloniale
lige Instituut Collectie Nederland (nu onderdeel Javaanse achtergrond bijvoorbeeld, zijn de ar- periode. Het gaat dan om archieven van instellin-
van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed). chieven in beide landen van groot belang. Maar gen die hier waren gevestigd. Om deze archieven
Ook het adviseren over preventieve conservering ook als het bijvoorbeeld gaat om onderzoek naar te bewaren en beheren werd in 1880 in Batavia
was van belang. Kroon op dat werk was natuur- de Nederlanders die net na de Tweede Wereldoor- (Jakarta) het Landsarchief opgericht. Het ANRI
lijk de opening in april 2010 van het door log naar Brazilië migreerden, waar zij de grootste heeft zich na de onafhankelijkheid over de erfenis
Nederland gefinancierde nieuwe gebouw van het bloemenproducerende coöperatie ter wereld mee van het Landsarchief ontfermd. Dat betreft circa
Nationaal Archief in Suriname. Daarmee zijn de hielpen opzetten. 10.000 meter archief. Hiervan handelt circa 2.500
condities geschapen voor een veilige teruggave meter over de periode van de VOC en het reste-
van de Surinaamse archieven. Tegelijkertijd is de Het is van belang te weten dat het zonder meer rende deel betreft de periode vanaf 1795 tot het
staf van het Nationaal Archief Suriname opgeleid op internet beschikbaar stellen van scans van einde van het Nederlandse gezag in Indonesië.
bij de Nederlandse archiefopleidingen, waarmee originele documenten nog een omstreden onder- Hierin is niet begrepen het Nederlandstalige
de professionele standaarden op een internatio- werp is in sommige prioriteitslanden. materiaal dat nog bij provinciale archiefdiensten
naal niveau zijn gebracht. In deze fase zijn ook of stedelijke administraties en archieven in Indo-
archiefgidsen verschenen of is de publicatie ervan Nationaal Archief en Arsip Nasional: nesië berust. De vaak door koloniale machtheb-
in gang gezet, zoals in India, Rusland, Ghana en een lange relatie bers gebezigde praktijk om archieven naar het
Suriname. De activiteiten met betrekking tot de ‘gedeelde’ moederland te verschepen, ontmoette destijds
archieven met Indonesië zijn voor de periode veel bezwaren in Nederlands-Indië. De archieven
In de huidige fase van het gemeenschappelijk erf- 2011-2012 vastgelegd in een werkprogramma, dat waren daar gevormd, gingen over hun dagelijkse
goedprogramma (2009-2012) ligt de nadruk op de in november 2010 gesloten is tussen het Natio- gang van zaken en fungeerden daarmee als
toegankelijkheid van archieven en collecties en naal Archief in Nederland (NAN) en het Arsip geheugen voor de Nederlands-Indische samen-
de beschikbaarstelling ervan op internet voor Nasional Republik Indonesia (ANRI). leving.
26
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012
Bij de moeizame overdracht van het gezag door (Towards a New Age of Partnership). Dit leidde
Nederland aan Indonesië tussen 1945 en 1949 onder meer tot de publicatie van de inventaris De samenwerking tussen het Nationaal
zijn enige ‘archiefverplaatsingen’ te signaleren. van de VOC-archieven.2 Tegelijkertijd nam de Archief in Nederland en het Arsip Nasi-
Het gaat bijvoorbeeld om documenten van het Rijksuniversiteit Leiden het initiatief om studen- onal Republik Indonesia richt zich op het
geallieerde bestuur van vlak na de Japanse bezet- ten uit Indonesië via het zogeheten Encompass- behoud en de digitale toegankelijkheid
ting, of om documenten die ten tijde van de zo- programma op te leiden tot Master of Doctor. van gedeelde archieven. Zo ontstaat een
genaamde politionele acties in beslag waren digitale omgeving die bruikbaar is voor
genomen bij leiders van de onafhankelijkheids- Binnen de kaders van het huidige gemeenschap- huidig en toekomstig onderzoek.
beweging. pelijk erfgoedprogramma wordt met name ge-
werkt aan de ontsluiting van het archief van de
Na een periode van betrekkelijke afstandelijkheid Algemene Secretarie -de centrale bureaucratische
kwam in de jaren ’60 en zeker in de jaren ’70 van organisatie ten tijde van het koloniaal bestuur- kingsplannen. Verder wordt in samenspraak met
de 20e eeuw een nauwe samenwerking tussen het en aan de beschikbaarstelling van het materiaal het ANRI nagedacht over de mogelijkheden om
toenmalige Algemeen Rijksarchief (de voorgan- via internet. De studenten en medewerkers uit in Jakarta een Centre of Excellence (of Advanced
ger van het Nationaal Archief) en het ANRI op het Encompass-programma, die nu bijvoorbeeld Studies) onder te brengen in het voormalige
gang. De nadruk lag toen bij het opleiden van In- werkzaam zijn bij het ANRI, spelen daarbij een Reinier de Klerkhuis voor de bestudering van (in
donesische archivarissen om het Nederlandsta- belangrijke rol. Momenteel wordt ook een project eerste instantie) vooral de VOC-archieven. In dit
lige bestand in eigen huis te kunnen ontsluiten. voorbereid dat tot doel heeft de Nederlandstalige verband wordt ook gekeken naar andere landen
Daarbij was de microverfilming van archieven in archieven en collecties die buiten het ANRI wor- in Zuidoost-Azië die interesse hebben getoond in
zowel Den Haag als Jakarta een onontbeerlijke den bewaard in bijvoorbeeld de provinciale ar- deze archieven, onder andere vanwege de rol van
operatie. Op deze wijze konden beide landen be- chieven of bij stedelijke archiefdiensten uit de de VOC in de inter-Aziatische handel. Maar ook
schikken over informatie over het gemeenschap- Nederlandse periode vindbaar te maken en – de archieven van de Algemene Secretarie zijn
pelijke verleden. Daarnaast waren er allerlei waar mogelijk en nodig – ook toegankelijk te voor dit centrum van groot belang om inzicht te
bilaterale projecten op het gebied van conserve- maken. In dit laatste geval blijkt dat de documen- krijgen in de werking van het koloniaal bestuur.
ring. Deze vormen van samenwerking kregen ten in de Nederlandse taal – die de medewerkers
in het begin 21e eeuw een sterke impuls in het van de betrokken diensten vaak niet meer be- Tijdens de Mutual Cultural Heritage (MCH)
kader van het zogenaamde TANAP-programma heersen – niet snel worden opgenomen in bewer- conferentie in Albany (Verenigde Staten) in
november 2010 hebben de deelnemende landen
afgesproken dat in de gemeenschappelijke web-
site, de zogeheten MCH-Portal, de prioriteit in
eerste instantie komt te liggen bij het opnemen
van gedigitaliseerde toegangen (inventarissen)
van relevante archieven en collecties. Het via
internet beschikbaar stellen van scans van
originele documenten is een zaak die nog verdere
uitwerking en discussie behoeft.3
27
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012
blijven de standaardelementen van het archief- spoorwegen bevatten. Evenmin wordt duidelijk scheppen voor huidig en toekomstig (weten-
samenwerkingsprogramma als capaciteitsopbouw of alles is overgedragen aan de PT Kereta Api schappelijk) onderzoek. Daarom richt het Natio-
en de deelname aan workshops garant staan voor in Bandung, noch of er ook materiaal bij andere naal Archief zich primair op de resultaten waarin
een blijvende vorm van gespecialiseerde oplei- instellingen berust. Het archiefdepot in Sema- het onderzoekselement voorop staat; alles digita-
ding en training op de kerngebieden van het rang is (nog) niet bezocht. liseren kan niet, is ook niet wenselijk gezien de
professionele archiefwerk. Het ANRI draagt ook kosten daarvan, maar vooral ook van het duur-
bij aan de totstandkoming van de MCH-website. Wel was duidelijk dat het archief van de PT Ke- zaam opslaan. Het hoeft ook niet op het moment
Hij zal zich daarbij in de eerste plaats concentre- reta Api van voor de onafhankelijkheid (in dit dat de toegangen op de zogenaamde Dutch Re-
ren op de digitalisering van de toegangen. En tot geval 1945)7 een grote ‘bewaarverspreiding’ kent. cords beschikbaar zijn. Daarmee kan de onder-
slot: de digitalisering van kernbestanden zal bin- Dit heeft deels te maken met het feit dat met zoeker al een eerste opzet van zijn of haar
nenkort van start gaan. De afronding ervan zal in name materiaal over gebouwen, installaties en onderzoek vormgeven. Het Nationaal Archief zal
de volgende fase van het gemeenschappelijk erf- rollend materieel werd bewaard waar men het overigens de relevante scans wel zondermeer be-
goedprogramma ter hand worden genomen en zal nodig had om een goed beheer te kunnen uitoe- schikbaar stellen. Dat gebeurt zowel via de MCH-
dan gekoppeld kunnen worden aan bijvoorbeeld fenen. website als via de website van het Nationaal
een archivalisch-institutioneel onderzoekspro- Archief. Maar wij zullen ook de emotionele
gramma. De samenwerking tussen het ANRI en Tijdens de twee bezoeken in Bandung is het ar- lading achter de aarzelende houding bij sommige
het Nationaal Archief stopt hier niet. De basis chiefdepot van de hoofdvestiging en een soort landen over de beschikbaarstelling van gescande
voor een verdieping is dan gelegd en in een tussendepot in een voormalige loods bezocht. originelen moeten respecteren. Belangrijker is
volgende fase kunnen de lasten gelijkwaardiger Daar is duidelijk geworden dat bij de bewerking dat het knelpunt van paleografie en de taal een
verdeeld worden over de beide partners. zowel een conserverings- als selectieslag gemaakt digitale oplossing –learning by distance– krijgt.
moet worden. Er liggen honderden, zo niet dui- De eerste voorzichtige stappen zijn op dit gebied
Casus PT Kereta Api 4 zenden kaarten, calques en tekeningen van rol- samen met de Universiteit van Amsterdam gezet.
In november 2010 bezocht de programmadirec- lend materieel, maar ook van allerlei utili- En dan wordt mutual wellicht echt global.
teur gemeenschappelijk erfgoed van het Natio- teitsgebouwen van de PT Kereta Api en haar
naal Archief een bezoek aan het complex van de voorgangers. En dan spreken we nog niet over het Noten
PT Kereta Api, de Indonesische Spoorwegmaat- bijbehorende feitelijke archiefmateriaal als cor- 1 Roelof Hol (1950), oud-rijksarchivaris in Noord-
schappij NV, in Bandung. Het bezoek geschiedde respondentie, een directeursarchief enz. Wat Holland, is momenteel vanuit het Nationaal Archief
in nauwe samenwerking met het ANRI dat de eventueel nog buiten deze bewaarplaatsen in aangesteld als Programmadirecteur gemeenschappe-
eindverantwoordelijkheid heeft als het gaat om oude stations enz. ligt, is momenteel onbekend. lijk cultureel erfgoed (GCE). Het GCE-team bij het
Vanuit de Nederlandse ambassade is tijdelijk een Nationaal Archief bestaat verder uit Frans van Dijk,
de over te dragen archieven. In maart 2011 werd
externe consultant ingehuurd om een eerste Mara de Groot, Jinna Smit en Cees-Jan van Golen.
een vervolgbezoek afgelegd om op maat te kun- 2 Balk, G.L., Van Dijk, F., Kortlang, D. (e.a.),
nen adviseren. ordening in de externe locatie in Bandung aan te
De archieven van de Verenigde Oost-Indische Compagnie,
brengen. De PT Kereta Api zelf organiseert de
1602-1795 (Leiden 2007).
De reden voor deze bezoeken was tweeledig. scanning van met name tekeningen en calques 3 Vergelijk ook de voordracht van Trudy Huskamp
Enerzijds waren er signalen dat de bewaarcondi- om de informatie nog in het lopende werk te kun- Peterson op het congres Archives without borders in
ties van de archieven van de Staatsspoorwegen nen gebruiken. Over de gebruikte standaard voor augustus 2010 waar zij spreekt over de (digitale)
die hier berusten, ernstig te wensen overlieten. dit gedigitaliseerde materiaal is ons niets bekend. ‘haves and have nots’ als wij denken aan het digitaal
Bovendien waren er aanwijzingen dat hier Een bijkomende complicatie is dat de historische beschikbaar stellen van materiaal buiten het domein
stukken berusten die in Nederland verloren zijn archieven formeel niet onder de erfgoeddivisie van de afzonderlijke landen.
van de PT Kereta Api vallen, maar onder de lo- 4 Zie ook het hieraan voorafgaande artikel in dit tijd-
gegaan. Het gaat dan om materiaal dat bij het
pende archiefadministraties (Records Depart- schrift: Sporen tussen verleden en toekomst.
Technisch Bureau van het ministerie van Kolo- 5 CAS, Inventaris van het Commissariaat Indische Zaken
niën werd bewaard. Al dit materiaal is bij een ment). Vanuit het oogpunt van de conservering
moet gewezen worden op het feit dat de locatie in 1880-1949. Het betrof hier vooral de aanschaffingen
bombardement op het Haagse Bezuidenhout in van het Commissariaat Indische zaken vanaf 1927.
het voorjaar van 1945 verloren gegaan.5 Daarmee Cikudapateuh in Bandung wellicht geschikt is
Het Technisch Bureau was gevestigd in het Bezuiden-
heeft het in Indonesië bewaarde materiaal een voor een tijdelijke bewerkings- en selectieslag,
houtkwartier, en is bij het geallieerde bombardement
‘zwaardere’ historische last gekregen. maar niet geschikt is voor de permanente opslag op 3 maart 1945 volledig verwoest. Het materiaal van
In 2008 verrichtte een delegatie van het Neder- van het materiaal. na de Tweede Wereldoorlog betreft vooral aanschaffin-
lands Architectuurinstituut, het Nationaal Ar- gen van het ministerie van Koloniën voor Suriname
chief en PAC (Passchier Architects and Con- De conclusie is duidelijk: een op oplossingen ge- en de Nederlandse Antillen.
6 Verslag van het onderzoek in het archief van het
sultants) onderzoek in het archief van de Dienst richt beleid moet, met steun van het ANRI, van
Burgerlijke Openbare Werken (BOW) vanwege de grond af worden opgebouwd. Het team van het Nationaal Archief ‘Arsip Republik Indonesia’ te
Nationaal Archief bereidt een advies voor een Jakarta en het depot van het ministerie van Openbare
de voorgenomen bewerking.6 In hun rapport
Werken ‘Pekerjaan Unum’ te Citeurup, Indonesia.
wordt gesproken over de afzonderlijke berging strategisch en operationeel plan voor.
2008.
van het materiaal van de spoorwegen, in het bij- 7 Vanuit Indonesisch perspectief wordt de jaarlijkse
zonder dat van de Staatsspoorwegen in Bandung. Tot slot spoorwegdag gevierd op 28 september 1945, de dag
Omdat het onderzoek van deze delegatie een Het lopend gemeenschappelijk erfgoedpro- waarop de Djawatan Kereta Api Repoeblik Indonesia
eigen doel diende, valt uit het rapport echter niet gramma (2009-2011) van het Nationaal Archief werd ingesteld. Tot 1949 opereerde daarnaast nog
op te maken welke delen van het archief van combineert elementen van vorige (2000-2009) en het Verenigd Spoorwegbedrijf van de Nederlandse
BOW materiaal over de Nederlands-Indische andere programma’s om een digitale omgeving te overheid, overigens gerund door Amerikanen.
28
Sein- en uitkijktoren (1839) gebouwd op restanten van het oude bastion Culemborg, waar-
vanuit de rede van Batavia in de gaten gehouden kon worden. FOTO BARBARA MENSINK, 1997
29
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012
Rehabilitatie van de
Kota Lama in Padang
ir. Peter van Dun
Adviseur Shared Build Heritage
Committee, ICOMOS Nederland
Peter Timmer MA
Senior consulent Erfgoed
en Ruimte, RCE
O
p 21 oktober 2009 viel op de website fen zal worden door een aardbeving van mini-
van Radio Nederland Wereldomroep te maal 8,5 op de schaal van Richter.2 De gevolgen
lezen: ‘Op het Indonesische eiland Su- zullen ingrijpend zijn. De aardbeving die de stad
matra zijn minstens 146 belangrijke historische Padang trof op 30 september 2009 had ‘slechts’
gebouwen zwaar beschadigd na de aardbeving op een zwaarte van 7,6 op de schaal van Richter.
30 september. Dat blijkt uit onderzoek van een Zo’n elfhonderd mensen kwamen om het leven.
Indonesisch team van erfgoedspecialisten op Gebouwen werden compleet verwoest of zwaar
kosten van het Prins Claus Fonds. Het gemeen- beschadigd. Dat geldt ook voor het cultureel
tehuis van Padang staat op instorten. Slechts tien erfgoed in de historische binnenstad – de kota
historische gebouwen zijn nog geheel intact’.1 lama.3
Meer dan een jaar na de aardbeving is het meeste
Ring van destructie puin opgeruimd. Momenteel staat de stad voor
Indonesië ligt in de zogenaamde ‘Ring van Vuur’: de opgave de wederopbouw vorm te geven en
een ringvormig gebied rond de Stille Oceaan tegelijkertijd zich voor te bereiden op nieuwe
waar zich geregeld aardbevingen, vulkaanuit- rampen. De gemeente Padang is van oordeel dat
barstingen en tsunami’s voor doen. Een lijst van hierbij het cultureel erfgoed een richtinggevende
aardbevingen van het laatste decennium op en rol moet krijgen. Op initiatief van de Indonesian
rond Sumatra laat zien dat het niet de vraag is Heritage Trust (BPPI) heeft het gemeentebestuur
3 – Aardbevingen op en rond Sumatra de of, maar wanneer de volgende natuurramp zich van Padang de Rijksdienst voor het Cultureel
afgelopen 10 jaar. Padang valt onder ‘Southern zal voltrekken. Wetenschappers verwachten dat Erfgoed verzocht om ondersteuning te bieden
Sumatra’ in deze tabel. USGS, 2010 Sumatra binnen afzienbare tijd opnieuw getrof- bij het opzetten en programmeren van het stads-
30
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012
31
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012
legd. Volgens de principes van de ‘Indische stad’ kolo- niale geschiedenis is nog steeds herkenbaar Daarnaast maakt een kaart de technische kwali-
bestond deze uit rechte wegen en grote pleinen in de stedenbouwkundige opzet en vele histori- teit van de bebouwing duidelijk. Een combinatie
met daaromheen de belangrijkste publieke ge- sche gebouwen in de kota lama. van beide kaarten geeft inzicht in het aantal pan-
bouwen en markten.6 Padang werd het economi- den in slechte en matige toestand van beeldbepa-
sche en administratieve centrum van West- Integrated conservation lend (en beeldondersteunend) belang. Tegelijker-
Sumatra. Spoorwegstations aan de rand van de Stadsrehabilitatie vraagt een benadering die in tijd wordt het gebruik van de panden geïnventa-
stad en in de oude handelswijk, militaire instal- de aanloopfase sterk afwijkt van de klassieke riseerd. Op grond van een SWOT-analyse worden
laties, kerken, hotels, clubgebouwen, handels- monumentenzorg, die zich vooral richt op archi- vervolgens ontwikkelingskansen en -risico’s
gebouwen, banken, woonwijken voor Europea- tectuurhistorisch en technisch herstel. Stadsreha- bepaald. Hiermee wordt beoogd aan te geven
nen en kampongs voor de inheemse bevolking bilitatie vereist een politieke en sociaaleconomi- welke ontwikkelingen de karakteristiek van het
werden aangelegd. De architectuur vertoont een sche benadering van een geheel, meestal histo- desbetreffende gebied kunnen behouden en
verzameling van uiteenlopende bouwstijlen, zoals risch samenhangend gebied met als doel ont- versterken.
de Indische stijl, art deco, neogotiek en een wikkeling te stimuleren. Deze aanpak wordt in Deze aangepaste quick-scan biedt besluitvormers
traditionele Chinese vormgeving voor bijvoor- het buitenland integrated conservation genoemd. in een korte periode een redelijk betrouwbaar in-
beeld de Chinese tempel. Ook in Indonesië kan deze aanpak meerwaarde zicht in de instandhoudingsopgave en ontwikke-
hebben bij historische stadsdelen, die in de loop lingspotentie. Inzet van architectuurstudenten
In 1931 kreeg architect Thomas Karsten een van de tijd in een neergaande economische situ- van lokale universiteiten, die de eenvoudige
opdracht om een nieuw stadhuis aan de alun- atie zijn gekomen. Een verschijnsel dat ook in methode snel begrijpen en daarmee voortvarend
alun, het centrale plein, te bouwen als trots sym- Nederland bekend was met betrekking tot de kunnen werken, kan ook een eurocentrische
bool voor een moderne stad. Na de Indonesische historische stadscentra in de jaren ’50 en ’60 van beoordeling van de bebouwing voorkomen. Daar-
onafhankelijkheid maakte Padang een onge- de vorige eeuw. De rehabilitatie van de Neder- naast stimuleert deze werkwijze jonge professio-
kende groei door en telt tegenwoordig zo’n landse binnensteden was destijds gebaseerd op de nals in de toekomst aandacht te schenken aan
850.000 inwoners. De pluriforme samenleving zogenaamde quick-scan-methode.8 Een benade- mogelijkheden tot hergebruik van de bestaande
heeft geleidelijk plaats gemaakt voor een islami- ring die mogelijkheden biedt voor toepassing in gebouwde omgeving en infrastructuur. De scan
tische dominantie en de regionale cultuur van de andere landen. is dus een methode om politieke besluitvorming
Minangkabau. In het stadsbeeld is dit zichtbaar voor te bereiden. Pas daarna volgt de uitvoering.
in nieuw gebouwde moskeeën en nieuwbouw met Bij deze methode wordt de architectonische Institutionele verankering, publieksacceptatie
bergonjong-daken, een vormgeving die geïnspi- karakteristiek van de bebouwing van het betref- en financiële en economische haalbaarheid zijn
reerd is op de hoorns van de waterbuffel, het fende stadsdeel op eenvoudige wijze in kaart uiteindelijk essentieel wil cultureel erfgoed een
culturele symbool van de Minangkabau.7 De gebracht door de beeldkwaliteit aan te geven. bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van
5 – Het stadhuis van architect Thomas Karsten uit 6 – Voor het stadhuis van Padang staat een
1936 aan de alun alun in het stadscentrum. 2010 zogenaamde Julianaboom, geplant in 1909. 2010
32
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012
Padang in 2005
De eerste Nederlandse betrokkenheid bij de kota
lama van Padang begint bij de oude mijnstad
Sawahlunto, dat meer landinwaarts is gelegen. In
2004 kwam een verzoek van de burgemeester van
Sawahlunto om te onderzoeken of deze plaats een
recreatieve bestemming zou kunnen krijgen, daar
de kolenmijnen gesloten waren en er een grote 7 – Tijdens de workshop in Padang hebben studenten een inventarisatie gemaakt
van de beschadigde historische panden in de oude handelswijk (Action 2010).
8 a - b – De St. Leokapel (links) was zwaar beschadigd, maar is dankzij financiële steun van het Prins Claus Fonds geres-
taureerd. De rooms-katholieke kerk aan de overzijde van de weg staat op instorten (rechts). FOTO’S PETER TIMMER 2010
33
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012
Padang in 2010
Op basis van het gemeenschappelijk erfgoed-
programma heeft het gemeentebestuur van
Padang de RCE in 2010 verzocht om expertise
10 – Analyse per deelgebied van ontwikkelingskansen en -risico’s,
als onderlegger voor een SWOT-analyse voor de oude handelswijk
bij het opzetten en programmeren van een stads-
34
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012
herstel van de kota lama. Aanleiding was de aard- winkelcentra en dure appartementen. Deze van de BPPI is een Damaged Heritage Rapid Assess-
beving in 2009, die desastreuze gevolgen had voor ontwikkeling zal grote gevolgen voor de kota ment Team opgericht (in samenwerking met o.a. de
het cultureel erfgoed in Padang. De oude han- lama hebben. Niet alleen het hiervoor genoemde Bung Hatta University en met ondersteuning van het
delswijk is zwaar getroffen en maakt als geheel stadhuis van Thomas Karsten zal leeg komen te Prins Claus Fonds) dat de schade na de aardbeving
inventariseerde.
een deplorabele indruk. In het stadscentrum is staan. Het vertrek van de publieke voorzieningen 2 International Engineering Team.
het gemeentehuis licht en de rooms-katholieke is een aderlating voor de binnenstad. Nieuwe 3 Het woord kota stamt uit het Sanskriet (koeta) en
kerk tegenover het missiecomplex zwaar bescha- economische dragers voor instandhouding van betekent ‘versterkte plaats’, in Indonesië staat het
digd. Alleen de St. Leokapel, onderdeel van het erfgoed zullen gezocht moeten worden. voor ‘stad’. Lama betekent ‘oud’ (of ‘vroeger‘) in het
missiecomplex, is met ondersteuning van het De resultaten van de workshop zijn verwerkt in Bahasa Indonesia.
Prins Claus Fonds gerestaureerd. een rapport en een beleidsadvies met aanbevelin- 4 Lonely Planet.
Het onderzoek heeft plaatsgevonden in december gen verschillen niet zo veel van die in 2005 met 6 Gill.
7 Colombijn.
2010, met assistentie van BPPI en studenten van dien verstande dat de urgentie tot actie inmiddels
8 Ministeries van VRO en CRM.
de lokale Bung Hatta Universiteit en Padang groter is geworden. De lokale overheid is in over-
9 Martokusumo.
Universiteit. De workshop vond plaats in de weging gegeven een onafhankelijk agentschap te
10 Corten en Van Dun.
voormalige Javasche Bank. Als onderzoeksgebied installeren dat een herstelplan kan ontwikkelen 11 Dit seminar was mede georganiseerd door
werd de oude handelswijk gekozen, omdat die als en uitvoeren. Een dergelijk agentschap, samen-
UNESCO en het National Research Institute
geheel aan rehabilitatie en revitalisatie toe is. Het gesteld uit vertegenwoordigers van de verschil- for Cultural Properties, Tokio, Japan.
veldwerk bood een teleurstellend beeld van de lende belangengroepen, kan ook zelfstandig 12 De resultaten van de workshop met de studenten,
technische staat van de bebouwing en de kwali- fondsen voor de implementatie verwerven. Tot BPPI, vertegenwoordigers uit de lokale samenleving,
teit en omvang van de herstelwerkzaamheden. slot is aanbevolen de samenwerking met de de gemeentelijke en provinciale overheid en de Indo-
Bovendien bleken veel levensvatbare functies verschillende betrokken partijen te bekrachtigen nesische spoorwegen zijn verwerkt in het rapport
verloren te zijn gegaan. Zo verkeerde de stad in in een convenant. Vanuit een gezamenlijke visie Action Plan, the Rehabilitation of the Inner City
2005 al in een verpauperde toestand en was dat zou gekeken kunnen worden naar een duurzaam of Padang (2010) en het beleidsadvies met de
sindsdien alleen maar erger geworden. toekomstperspectief voor de kota lama waar alle aanbevelingen van de Nederlandse delegatie in
Omdat de eilanden voor de kust geteisterd zijn betrokken partijen aan bijdragen. Recommendations Workshop Rehabilitation of
the Inner City of Padang (2011).
door een tsunami, is het surftoerisme sterk terug-
gelopen. De haven – waar de schepen met surfers Rol van betekenis
Literatuur
plachten te vertrekken – ligt er verloren bij, de Hoewel een integrale benadering van erfgoedzorg
- Colombijn, F. (1994). Patches of Padang. The
eigenaar van het in 2005 bejubelde hotel is ver- in Indonesië nog nauwelijks van de grond is ge-
History of an Indonesian Town in the Twentieth
trokken en kleine ambachtslieden – in 2005 nog komen, zijn er wel ontwikkelingen gaande die
Century and the Use of Urban Space. Leiden.
gezien als een toeristische attractie – zijn verdwe- aanknopingspunten bieden. De Indonesische
– Corten, J.P. & P. van Dun (2005). Revisiting
nen. De beschadigde Chinese tempel is nog maatschappij ontwikkelt zich in rap tempo en
West Sumatra. Trailing Historic Recollections
steeds niet gerestaureerd en het voorheen aan- erfgoedzorg blijft daarbij niet achter. De op-
Between Sawahlunto and Padang. Vianen.
trekkelijke rivierfront met zijn pakhuizen ligt er komende middenklasse heeft nieuwe behoeften
– P. van Dun, D.A.J. ter Steege en P.J. Timmer
verwaarloosd bij. Incidenteel vindt particulier en neemt geen genoegen met de verwaarlozing
(2011). Recommendations. Workshop Rehabilitation
herstelwerk plaats, voornamelijk in de Chinese van historische gebieden. Particuliere erfgoed-
of the Inner City of Padang. Amersfoort.
wijk, maar de technische staat en daarmee de organisaties roeren zich steeds meer en gaan
– Gill, R.G. (1994). De Indische stad op Java
architectonische uiting van het stadsdeel krijgen strategische allianties aan met andere niet-
en Madura: Een morfologische studie van haar
hiermee geen bijzondere stimulans. gouvernementele organisaties om te komen
ontwikkeling. Delft.
tot rehabilitatie van het erfgoed. Zij zijn verder
– International Engineering Team (AIFDR)
Gedurende de uitvoering van het veldwerk is in actief bezig met het creëren van bewustwording.
(2009). Building Vulnerability Assessment,
Padang tevens een seminar georganiseerd door
Padang Earthquake. Padang.
het Indonesische ministerie van Cultuur en Toe- De kennis over het omgaan met natuurrampen
– Lonely Planet (2000). Indonesia. Victoria.
risme gericht op de wederopbouw na de aard- heeft eveneens een vlucht genomen. Nederlandse
– Martokusumo, W. (2010). The Ex–Coal
beving. Daarbij stonden de rampgevoeligheid expertise kan mogelijk bijdragen aan een grotere
Mining City of Sawahlunto Revisited: Notions
van het gebied, de mogelijkheden hierop te bekendheid en implementatie van integrated
on Revitalization, Conservation and Urban
anticiperen en het opstellen van richtlijnen voor conservation in Indonesië. Uiteindelijk zal de
Development. In: Nakhara Journal of Environ-
restauratie centraal.11 De handleiding Managing lokale overheid de regie moeten nemen, zo ook
mental Design and Planning, University
Disaster Risks for World Heritage (2010) van in Padang. Indonesische erfgoedorganisaties en
Chulalongkorn, vol. 6. Bangkok.
UNESCO biedt een uitstekende basis voor een Nederlandse adviseurs kunnen daarbij onder-
– Ministeries van VRO en CRM (1976).
optimale disaster preparedness voor historische steunen. Door het politieke, economische en
Hersteld verleden van dorpen en steden, een weg-
gebouwen en gebieden. De lokale overheid is van sociale belang van integrated conservation in-
wijzer voor stads- en dorpsherstel. Den Haag.
plan de binnenstad te verlaten en een nieuw be- zichtelijk te maken kan de overheid gestimuleerd
– De Stuers, H.J.J.L. (1850). De vestiging en
stuurscentrum te bouwen op hoger gelegen grond worden erfgoed een rol van betekenis te geven bij
uitbreiding der Nederlanders ter westkust van
die minder kwetsbaar is voor natuurrampen. Vol- de ontwikkeling van de stad.
Sumatra. Amsterdam.
gens de toekomstvisie voor 2028 zullen de groene
– UNESCO-Asia Pacific (2010). Managing
heuvels ten zuiden van de stad getransformeerd Noten Disaster Risks for World Heritage. Jakarta.
worden tot een nieuw zakencentrum met hotels, 1 Conform het Heritage Emergency Response-beleid
35
VITRUVIUS NUMMER 18 JA-
Forten
in Indonesië
I
n de Indonesische archipel zijn tussen de bosch. Op lokaal en regionaal niveau werd assis- namelijk op de Molukken en Java. Op de Moluk-
komst van de eerste Europeanen in het tentie verleend door regionale kantoren van ken in het noordoosten van de archipel herinne-
begin van de zestiende eeuw en het uitroe- Budpar, gemeenten, universiteiten en erfgoed- ren tientallen forten aan meedogenloze oorlogen
pen van de Indonesische onafhankelijkheid in instellingen. Een fraai voorbeeld van kennis- die daar werden uitgevochten tussen de autoch-
1945 honderden forten, bergvestingen, bunkers opbouw. tone bevolking en Europese kooplieden. De inzet
en andere verdedigingswerken gebouwd.1 Portu- Het onderzoek strekte zich uit van Sabang tot was het monopolie in de handel in kruidnagel en
gezen, Spanjaarden, Nederlanders, Britten, Ja- Merauke, een afstand van ongeveer 5.000 kilo- nootmuskaat; de kostbare specerijen die alleen op
panners en ook de lokale bevolking bouwden for- meter. Daarbij werden tientallen, soms moeilijk deze kleine eilanden groeiden.
ten langs belangrijke handels- en zeeroutes. De bereikbare eilanden bezocht. Op elke site werden
forten maken nu deel uit van het gemeenschap- de overblijfselen en lokale omstandigheden vast- In 1512 bereikten de Portugezen als eerste Euro-
pelijk erfgoed, maar hoeveel waren het er eigen- gelegd in een gestandaardiseerde vragenlijst met peanen over zee deze legendarische specerijen-
lijk? Waar lagen ze? Wat was erover bekend? En gegevens over locatie, bouwkundige toestand en eilanden. De sultan van Ternate verleende hen in
niet in de laatste plaats, wat is er nog van over? voorzien van schetsmatige plattegronden, foto’s 1522, in ruil voor militaire steun tegen aarts-
Al deze vragen waren voor het Departemen en video. Het bleef bij een inventarisatie, want vijand Tidore, het monopolie op de kruidnagel-
Kebudayaan dan Pariwisata (Budpar), ofwel het het uitgebreid opmeten of opgraven van de over- handel en gaf toestemming om het eerste
Indonesische ministerie van Cultuur en Toe- blijfselen viel buiten het budget. Het veldwerk Europese fort in de Indonesische archipel te
risme, aanleiding om van 2007 tot 2009 een groot werd aangevuld met een overzicht van de belang- bouwen: Fortaleza Săo Joăo Baptista (Castelo
inventarisatieproject van alle forten op het Indo- rijkste historische informatie, een iconografie en Gamma Lama). De volgende decennia breidden
nesische grondgebied te laten uitvoeren. een literatuuroverzicht. Het onderzoek beperkte de Portugezen hun handelscontacten uit en
zich niet alleen tot bestaande forten, maar strekte bouwden ook forten op andere eilanden. Na ver-
De inventarisatie en identificatie zich ook uit tot de meer dan honderd verdwenen loop van tijd verslechterden de verhoudingen en
van forten in Indonesië forten. Dat betekent, dat als er in de nabije toe- verdreven de bewoners van Ternate in 1575 de
Het onderzoek werd mede mogelijk gemaakt komst bij grondwerkzaamheden resten van ver- Portugezen. Op Ambon brak een oorlog uit
door een subsidie uit het gemeenschappelijk erf- dwenen forten worden teruggevonden, direct tussen de coalitie van de katholieke Ambonezen
goedprogramma. Hierdoor kon in juli 2007 daad- historische gegevens beschikbaar zijn voor de met de Portugezen en de islamitische bevolking.
werkelijk worden begonnen met het driejarige identificatie en voor archeologisch onderzoek. Het lokale Portugese fort, Fortaleza Nossa Sein-
project: de ‘inventarisatie en identificatie van for- hora da Annunciada, was de beslissende schakel
ten in Indonesië’. De uitvoering werd opgedragen Forten op de Molukken en Java: in de machtsverhoudingen. Die verhoudingen
aan twee private partijen: Pusat Dokumentasi 1512-1815 werden op scherp gezet door de komst van andere
Architektur (PDA) in Jakarta en Passchier Archi- De eerste forten werden gebouwd op plaatsen Europeanen. In 1602 kwamen de eerste schepen
tects and Consultants (PAC) in ’s-Hertogen- waar Europeanen als eerste voet aan wal zetten, van de Verenigde Oost-Indische Compagnie
36
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012
37
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012
De VOC opende in 1610 een handelspost in Banten, Yogyakarta en Soerakarta (ofwel Solo). 137 forten van klasse 3 en 4, die geschikt waren
Jayakarta op Java, die moest uitgroeien tot het Enkele jaren later werd ook Oost-Java onder voor de verdediging tegen de inheemse vijand.
centrum van haar scheepvaart met Europa en controle van de compagnie gebracht. In de belangrijkste bestuurscentra, zoals Ambon
binnen Azië. Toen de lokale prins weigerde toe- In de tweede helft van de 18de eeuw keerde het en Makassar, waren dat grote stenen forten.
stemming te geven voor de bouw van een fort, liet tij als gevolg van de veranderende machtsverhou-
Coen de pakhuizen illegaal versterken. Het geïm- dingen in Europa en raakte de VOC in verval. De Tabel Permanent bezette forten in 1863
proviseerd fort doorstond een beleg (1619) dat plannen om de forten in Azië te moderniseren, KLASSE 1 2 3 4 Totaal
eindigde met een Nederlandse overwinning. kwamen niet verder dan de tekentafel. In 1795 Java / Madura 2 4 16 36 58
Jaya- karta werd verwoest en de versterkte stad bezetten de Franse revolutionaire legers Neder- Sumatra - - 4 44 48
Batavia (tegenwoordig Jakarta) gesticht. Dat land. De Bataafsche Republiek nationaliseerde Borneo - - 1 5 6
leidde tot een krachtproef met het Javaanse weliswaar de failliete VOC, maar kon niet voor- Celebes - - 1 7 8
keizerrijk Mataram, dat in 1628 en 1629 tot twee- komen dat de Britten grote delen van haar han- Molukken - - 9 11 20
maal toe tevergeefs de stad belegerde, waarna delsimperium bezetten. Het einde kwam pas Timor - - - 3 3
de partijen vrede sloten. na de inlijving van Nederland bij het Franse Totaal 2 4 31 106 143
Tussen 1661 en 1757 raakte de VOC veelvuldig keizerrijk van Napoleon Bonaparte. Uiteindelijk
KLASSE 1-2: fort tegen buitenlandse vijand
betrokken bij conflicten over de opvolging aan de bezetten in 1811 de Britten het eiland Java.
3-4: fort tegen inheemse vijand 2
Javaanse hoven. De zwakste partij riep de hulp BRON: STAATSBLAD VAN NEDERLANDSCH-INDIË 1863
van de VOC in, die militaire steun verleende om Nederlands-Indië: 1815-1945
de pretendent op de troon te helpen. Deze hulp Het Britse tussenbestuur eindigde met de terug- De Atjeh-oorlog (1873-1903) was de laatste oorlog
was uiteraard niet gratis. De compagnie kreeg als gave van de Indische bezittingen (1815). Neder- waarin op grote schaal forten zijn gebouwd. Toen
betaling de beschikking over steeds grotere delen lands-Indië bestond toen uit Java, de Molukken, het leger er ondanks de bouw van veertig forten
van de noordkust op Java. In de belangrijkste enkele kleine enclaves op Sumatra, Borneo niet in slaagde het bezette gebied te ‘pacificeren’,
kustplaatsen werden forten gebouwd. Het enige (huidige Kalimantan), Celebes en enkele kleine trok het zich in 1884 terug binnen een ring
moment dat die forten bedreigd werden, was tij- eilanden. Pas in 1910 kwam het hele gebied van van achttien forten om de hoofdstad Kota Radja
dens de zogenaamde Chinese oorlog (1740-1743) de huidige republiek Indonesië onder Neder- (huidige Banda Aceh/Atjeh). In de praktijk leek
in Batavia. Voor het eerst werd toen een VOC- lands gezag. In de tussenliggende eeuw waren deze geconcentreerde linie meer op een belegerde
fort door Javanen belegerd en ingenomen. Maar ongeveer zeventig oorlogen en opstanden uit- vesting dan op koloniale expansie. Kolonel Van
dat was tijdelijk. Na een tegenaanval kwam de gevochten en werden ter verdediging tientallen Heutsz verving in 1898 de wallen van de forten
compagnie uiteindelijk toch als overwinnaar uit forten gebouwd. door prikkeldraad en schakelde over op mobiele
de strijd waarna de machtsbasis van Javaanse oorlogsvoering en actieve contraguerrilla. De
vorsten opnieuw werd verkleind. De VOC bena- Sinds 1853 werden de permanent bezette forten tijd van de forten was voorbij. De militairen
drukte haar macht door de bouw van forten in Nederlands-Indië ingedeeld in vier klassen. In verhuisden naar moderne kazernes.
tegenover de paleizen van de Javaanse vorsten in 1863 waren er 143 forten (zie tabel), waaronder
Op Java, waar de vrees bestond voor een nieuwe
Britse invasie, zijn tussen 1830 en 1850 grote
zwaarbewapende forten gebouwd, die vergelijk-
baar waren met de contemporaine Nederlandse
forten van de Hollandse Waterlinie (klasse 1 en
2 in tabel). Ze moesten de vijand na de landing
zolang mogelijk vasthouden in de ongezonde
kuststrook. Het leger en de regering trokken zich
terug in het binnenland in het gebied dat werd
begrensd door de forten in Ambarawa, Ngawi,
Gombong en Cilicap, gelegen aan de zuidkust. Na
1850 werd de verdediging tegen een buitenlandse
vijand overgenomen door het vergrote veldleger.
Omdat de laatste fase van die strijd zich zou af-
spelen rond Bandung, werden daar tussen 1900
en 1918 de betonnen forten van de Preangerstel-
ling gebouwd. De regering had namelijk in 1927
besloten dat het Koninklijk Nederlands Indische
Leger (KNIL) verantwoordelijk was voor de
verdediging van Java en de marine voor de
buitengewesten.
38
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012
39
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012
Budpar besloot daarom in 2005 alle forten in de deze talrijke, maar onbekende betonnen bunkers en 4, zijn niet precies bekend, behalve de minimale
Indonesische archipel te lokaliseren en systema- en tunnels in kaart gebracht. Door de tijdsdruk grootte van de verboden kring. Binnen dit vrije
tisch te beschrijven. Een eerste bureauonderzoek en de grote aantallen moest hierbij noodgedwon- schootsveld mochten geen stenen gebouwen rond
leverde een lijst van 270 bestaande forten op, gen worden volstaan met een steekproef. het fort worden gebouwd.
maar het was duidelijk dat het er meer moesten Het eindproduct van het project Inventory and
zijn. Er was bovendien nauwelijks iets bekend Identifications Forts in Indonesia is een database Literatuur
over de verdedigingswerken uit de Tweede van forten, die door de Indonesische overheid in – Bonke, A.J. (2008). De inventarisatie
Wereldoorlog. het kader van de nieuwe monumentenwet van en documentatie van forten in Indonesië.
2010 wordt geïncorporeerd voor het uitvoeren In: Saillant 4, p. 26-27.
Onderzoeksresultaten van en het anticiperen op het erfgoedbeleid. – Bonke, A.J. (2009). Tarakan.
Bij de eindevaluatie van het veldonderzoek in de- Het uiteindelijke doel is dat er een einde komt In: Saillant 3, p. 7-10.
cember 2010 bleek dat er geen 270 forten maar aan het willekeurig gebruik en het slopen van – Keppel, J. (2005). Ternate, het klassieke
442 forten bestaan. Daarvan zijn 139 ‘koloniale’ deze monumenten c.q. de vernieling van het kruidnageleiland. In: Saillant 2, p. 17-22.
forten waarover veel historisch informatie be- cultureel erfgoed. De database is tevens bedoeld – Knaap, G.; Teitler, G. (red.) (2002) De
schikbaar is. Dit staat in schril contrast met de als de eerste aanzet tot een uitgebreidere studie Verenigde Oost-Indische Compagnie tussen
achtergrondinformatie over de 128 ‘Nusantara’ naar de geschiedenis van de forten in Indonesië. oorlog en diplomatie. Leiden.
forten, die door de Indonesiërs zijn gebouwd voor Het projectteam is er namelijk in geslaagd om – Pusat Dokumentasi Architektur e.a.
de komst van de Nederlanders. Over de meeste de vrijwel onbekende en onbeminde forten via (2010). Inventory and Identification FORTS
van deze forten, die uiteenlopen van aarden wal- workshops, tentoonstellingen, film, publicaties in INDONESIA. Jakarta.
len tot imposante stenen forten, zijn weinig of en een website bij lagere overheden, universitei- – Database fortenproject:
geen betrouwbare historische gegevens bekend. ten, investeerders en – nog belangrijker – bij een www.bentengindonesia.org.
Archeologisch onderzoek heeft nauwelijks plaats- breed Indonesisch publiek op de kaart te zetten. – Geschiedenis en monumenten van
gevonden. De datering is vaak onbekend. Wellicht binnenkort ook in Nederland, want de het eiland Tarakan: www.tarakan.nl.
De inventarisatie van 175 sites met Nederlandse, voorbereidingen voor een tentoonstelling zijn
Japanse en geallieerde verdedigingswerken uit de in een vergevorderd stadium. FOTOGRAFIE: H. BONKE
40
De nootmuskaatoogst op Banda Besar. TEKENING DOOR MAURITS VERHUELL CA. 1830. MARITIEM MUSEUM ROTTERDAM
41
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012
1 – De ruïne van
Spantje By vóór
reconstructie. FOTO
GROTENBREG, 2009
De revitalisering van
SPANTJ E BY
een nootmuskaatperk
op Banda Besar
H
et was nog altijd onrustig op de Moluk-
ken toen wij onze reis aanvingen. We
schrijven oktober 2001 en ons reisdoel
was de Banda-archipel; een groep van zes minus-
cule eilandjes te midden van de gelijknamige
zee, zo’n 150 zeemijlen verwijderd van Ambon.
Als exclusieve leverancier van nootmuskaat – een
gewild specerij met evenveel bewezen als ver-
meende eigenschappen – vormden de eilandjes
eeuwenlang een bron van grote welvaart. Dat wil
zeggen, voor wie zich de productie wist toe te ei-
genen. Even lang vormden zij eveneens een bron
van afgunst en conflict. En daarmee is hun legen-
darische rol in de wereldgeschiedenis meteen
verklaard.
Het doel van onze reis betrof nou juist die legen-
darische geschiedenis van de Banda-archipel, of
meer specifiek de materiële overblijfselen daar-
van. Onze delegatie, zes in getal, bestond uit
architecten, archeologen en historici. Onze
2 – Tekening van Spantje By. opdracht was de archeologische overblijfselen in
42
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012
43
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012
passeren van de haven van Ambon dienden wij De afgelopen tien jaren stonden daarom in vlees wordt over het algemeen ter plekke gecon-
ons onopvallend te gedragen en aan boord te het teken van wederopbouw en verzoening. De sumeerd of soms als jam geconserveerd.6
blijven. Een vliegreis zou een stuk sneller en christelijke gemeenschap is inmiddels groten-
comfortabeler zijn geweest, maar al lang voor wij deels teruggekeerd, de kerkjes zijn hersteld en Al in de 15e eeuw werden nootmuskaat en foelie
onze reis aanvingen, waren de vluchten van ook het historisch kerkzilver heeft zijn weg terug gebruikt als smaaktoevoeging aan gerechten die
Ambon naar Banda om veiligheidsredenen ge- gevonden. De visserij heeft zich al die tijd weten in de keukens van Europese elite werden bereid.
staakt. Vliegen naar Ambon was nog altijd moge- te handhaven en heeft zich bij het wegvallen van Daarnaast werd aan de nootmuskaat een genees-
lijk. Maar wie van het vliegveld naar de zeehaven het toerisme tot de belangrijkste economische krachtige werking toegeschreven en werd hij
reist, moet de stad passeren; en dat was op dat activiteit ontwikkeld. Het toerisme zelf heeft zich gebruikt als conserveermiddel van bederfelijke
moment geen goed idee. nog altijd niet hersteld. Daar staan nieuwe eetwaren. Tegenwoordig wordt uit nootmuskaat
perspectieven in het onderwijs tegenover. De geperste olie ook gebruikt als bestanddeel van
Toen wij na twee volle zeedagen arriveerden, Hatta-Sjahrir Universiteit op Banda Neira is dure parfums. En er wordt ook wel beweerd dat
lagen de Banda-eilanden er vredig bij. Dat was uitge- groeid tot een regionaal onderwijscentrum het een van de geheime ingrediënten vormt van
twee jaar eerder wel anders. Toen was het religi- voor landbouw en visserij. Maar ook de nootmus- Coca-Cola.
euze conflict dat zich vanuit Ambon had ver- kaat, ooit de basis van Banda’s bestaan, maakt
spreid ernstig uit de hand gelopen. De drie zich op voor een herintrede.5 In het 16e- en 17e–eeuwse Europa was de noot-
kerkjes die de archipel telt waren daarbij in vlam- muskaat letterlijk goud waard. De opkomende
men opgegaan en ook een aantal stadswoningen Nootmuskaat stedelijke elite toonde zijn welvaart aan de hand
op het hoofdeiland Banda Neira. Maar daar was De vrucht van de nootmuskaatboom lijkt qua van de hoeveelheid nootmuskaat op tafel. De
het niet bij gebleven. In de hitte van het conflict vorm, kleur en afmeting op een perzik. De dikke hoge waarde van deze specerij was niet alleen het
was ook het perk Groot Waling door een woe- buitenhuid bestaat uit stevig vruchtvlees. Daar- gevolg van een groeiende vraag naar het prestigi-
dende menigte bestormd, waarbij een groot deel binnen bevindt zich de donkerbruine harde noot, euze product, maar was vooral een gevolg van het
van de familie Van den Broeke het leven liet. De omhuld door een rood membraam: de foelie. De geringe aanbod. Lange tijd was de Banda-archi-
nootmuskaatplantage - die hier wordt aangeduid vrucht is rijp voor de pluk als de zachte buiten- pel namelijk de enige plek op aarde waar de noot-
als perk - was pas enkele jaren voordien verwor- huid open barst. Het vruchtvlees, de foelie en de muskaatboom een bruikbare vrucht opleverde.
ven door Willem van den Broeke, zelf nazaat van noot worden na de pluk gescheiden. De noten De bodem van vulkanisch gesteente en opge-
een roemrucht perkeniersgeslacht. Het was de worden vervolgens op een vuur gedroogd tot de stuwd koraal in combinatie met het tropisch
enige perk in particuliere handen sinds de dop van de pit loslaat. De dop wordt losgeklopt klimaat en de hoeveelheid regen, vormden de
nationalisaties van 1958.3 De frustratie en volks- van de pit en dient weer om het vuur smeulende ideale omstandigheden voor de nootmuskaatbo-
woede bleken daarmee echter nog niet bekoeld te houden. Tot slot wordt de pit in kalk geblust men. Om de Europese keuken te bereiken, had
en de daaropvolgende onrust leidde ertoe dat de om ontkiemen en infecties te voorkomen. De de noot dus een lange weg te gaan. Tot het begin
gehele christelijke gemeenschap de archipel is foelie wordt in de tussentijd gedroogd in de zon van de 16e eeuw begon die bij oosterse handela-
ontvlucht. Het heldhaftig optreden van Des Alwi tot hij zijn kenmerkende gele kleur krijgt. In ren, die hem naar de Perzische Golf vervoerden.
daarbij heeft verder bloedvergieten voorkomen.4 gedroogde vorm zijn beide onderdelen van de Van daaruit vervolgde hij zijn weg via de Zijde-
vrucht dan gereed voor de handel. Het vrucht- route naar Genua en Venetië.7 Een handvol noten
was zodoende op de Europese markt al
gauw een fortuin waard.
44
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012
45
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012
46
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012
bepaald. Aan de hand van de aanwezige restanten Movement. New York. Islands. Banda Neira.
kon de vorm van profielen, lijstwerk, basementen - Attema, Y. & P.C. Wieringa (1998). Verslag – Hanna, W.A. & N. Simmonds (1997), Banda.
en kapitelen goed worden bepaald. Een interview werkbezoek Banda Naira, Lonthor en Ay, A journey Through Indonesia’s Fabled Isles of Fire
met Jetty Kok, die als kind was opgegroeid in het 21 tot 23 oktober 1997. Zeist. and Spice. Banda Neira.
hoofdhuis, gaf een goede indruk van de mate- - Attema, Y. en E. Grotenbreg (2000). – De Jong, J. (2000). De waaier van het fortuin.
riaal- en kleurtoepassing. Zij herinnerde zich met Mutual Heritage in Indonesia: Banda Islands, De Nederlanders in Azië en de Indonesische
name de zwarte marmeren tegels op de vloeren Moluccas. In: Rijksdienst voor de Monumenten- archipel, 1595-1950. Den Haag.
van de veranda’s. Met gebruikmaking van een zorg, Over the Border. Zeist. – Van Leenders, G.J. (1992). Bouwwerken op
tweede foto van de voorgevel kon de vormgeving - Corten, J.P. & P. van Dun (2002). Inheritance de Banda-eilanden. Een rapport over het aantal
van gevel, gevelkozijnen en buitendeuren worden ‘Van Oom Coen’. Report of a Technical Mission en de bouwkundige staat van bouwwerken met
vastgesteld. Uit deze foto bleek dat de kap van to the Banda Islands. Vianen. historische waarde. Medemblik.
oorsprong was bedekt met atap (gedroogde bla- – Grotenbreg, E. (1998). Een indruk van de bouw- – Lingsma, T. (2009). Noodlottige nootmuskaat.
deren van de sagopalm). In verband met brand- nijverheid op de Banda-eilanden. Medemblik. In: NRC Handelsblad 24-25 januari 2009, 26-27.
gevaar is bij de reconstructie echter afgezien van – De Hondt, P. (1760). Histoire Générale des – Seabrook, J. (2001). Soldiers and Spice:
dit materiaal. Als alternatief voor de dakbedek- Voyages Depuis le Commencement du XV-me. Indonesia. Why the Dutch traded Manhattan for
king is een stalen panprofiel in kleur toegepast. Siècle. Onzième Partie. Voyages des Hollandois aux a Speck of Rock in the South Pacific in 1667
Over dit onderdeel is veel gediscussieerd en het Indes Orientales. Description des Isles Moluques, In: The New Yorker August 13, 2001.
vormde een ingrijpende concessie op het oor- d’Amboine, de Banda, et des Autres Lieux du – Weissink, A. (2002). Terug naar Banda.
spronkelijke materiaalgebruik en uiterlijke beeld. Resort de ces Trois Gouvernements. Den Haag. In: De Groene Amsterdammer Jrg. 126,
– Hanna, W.A. (1991). Indonesian Banda. nr. 28, 20-23.
In juni 2010 is het werk gereed gekomen. Naast Colonialism and Its Aftermath in the Nutmeg
de productie biedt het hoofdhuis nu ook plaats
voor educatie van studenten van de Hatta-Sjahrir
Universiteit en informatie voor toeristen. De
feestelijke oplevering, in aanwezigheid van de 9 – Het hoofdhuis
Nederlandse ambassadeur, werd begeleid door van perk Spantje
een regatta van kora-kora’s, de traditionele oor- By na reconstruc-
logsboten, zoals dat bij bijzondere gelegenheden tie. FOTO CH. P.
gebruikelijk is. Niet lang nadien is de initiatief- PHILIPPUS, 2010
nemer en drijvende kracht achter de restauratie,
Des Alwi, komen te overlijden. Het is nu aan de
stichting Banda Permai om de revitalisering van
de nootmuskaatteelt te voltooien.
Noten
1 Corten en Van Dun, pp. 3-19.
2 Seabrook (2001).
3 Weissink, pp. 20-23.
4 Seabrook (2001).
5 Alwi (2002), p. 133.
6 Akveld & Jacobs, pp. 112-115.
7 Hanna (1991), pp. 6-24.
8 Hanna (1991), pp. 25-32.
9 Hanna (1997), pp. 77-85.
10 Hanna (1991), pp. 59-78.
11 Attema (1998), pp. 13-20. 10 – Regatta
12 De Hondt, pp. 93-99. van kora-kora’s
13 Hanna (1991), pp. 91-102. tijdens de
14 Hanna (1991), pp. 103-110. feestelijke
15 Alwi (2002), p. 133. oplevering van
16 Alwi (2002), pp. 132-133. het gerecon-
17 Attema en Grotenbreg, pp. 10-11.
strueerde
hoofdhuis
Literatuur Spantje By.
- Akveld, L. & E.M. Jacobs (2002). De kleurrijke FOTO N. VAN
wereld van de VOC. Amsterdam. DAM, 2010
47
nieuws
VITRUVIUS NUMMER 18 JANUARI 2012
UIT HET WERKVELD
info@frisowoudstra.nl
F R I S O WO U D S T R A RUBRIEK Telefoon 0575-519 455
www. frisowoudstra.nl
48
nieuws
VITRUVIUS NUMMER 18 JANUARI 2012
UIT HET WERKVELD
info@res-nova.nl
Telefoon 0475-552 330 R E S N OVA RUBRIEK
www.res-nova.nl
49
nieuws
VITRUVIUS NUMMER 18 JANUARI 2012
UIT HET WERKVELD
Cultureel
ondernemerschap in
de archeologie
De markt (opdrachtgevers en maatschappij) weer een stem krijgt. Deze suggestie werd zeer werken van private partijen onderling, maar
zit echter lang niet altijd te wachten op archeo- positief ontvangen. Jan Kolen benadrukte dat ook samenwerken met gemeenten, overhe-
logisch producten. Deze markt is door wetgeving archeologie veel dichter bij de belevingswereld den en universiteiten)
afgedwongen en nog steeds vormen –naast ont- van mensen kan worden gebracht (community Q door het belang van archeologie mede uit te
wikkelaars en bouwbedrijven- (lokale) overheden archaeology). Hij gaf als voorbeeld het feno- dragen
de belangrijkste klantenkring van deze archeolo- meen ‘geocaching’ dat laat zien hoezeer de sen- Q door goed te luisteren naar de vraag en
gische bedrijfstak. Willem Willems typeerde deze satie van het ontdekken en vinden bij mensen de interesse van het publiek en van de
markt in zijn bijdrage als ‘een verplichte markt’. leeft. Onderwerpen die dicht bij de eigen his- opdrachtgevers
Toch is er wel degelijk sprake van een markt. torie of actualiteit staan (zoals de archeologie Q door mede initiatief te nemen tot het op-rich-
Opmerkelijk is dat de archeologiebeoefening bij van de tweede wereldoorlog) bieden ook goede ten van een koepelorganisatie
veel lokale overheden zich in de laatste jaren aanknopingspunten om publiek te betrekken. Q door musea te betrekken bij onderzoek en
heeft verplaatst van de wereld van cultuur naar Wim Weijland wil een brug slaan tussen de resultaten
50
recent
VITRUVIUS NUMMER 18 JANUARI 2012
VERSCHENEN
De koorbanken van Oirschot en Aarschot eeuws koorgestoelte, gemaakt door de Eindhovense schrijn-
Gezien door de lens van werker Jan Borchmans. Diens laatmiddeleeuwse vakmanschap
Hans Sibbelee en Jan Verspaandonk is nog wel te zien in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Aarschot,
AUTEUR waar de rijkversierde koorbanken de oorlog overleefden.
Christel Theunissen, Paul Maas en Koorbanken – bedoeld als zitplaats voor geestelijken die in
Jos Koldeweij (red.) het koor de getijden zingen – behoorden in heel West-Europa
UITGAVE tot het vaste meubilair van kapittel- en kloosterkerken en op
Vantilt kleinere schaal waren ze ook aanwezig in parochie- en dorps-
D E TA I L S kerken. Het snijwerk van het eikenhouten koorgestoelte com-
Gebonden, 180 pagina’s, rijkelijk geïllustreerd bineerde religieuze voorstellingen met wereldse afbeeldingen:
ISBN 978-94-6004-085-6 van heel devoot tot speels en zelfs obsceen. Door een gelukkig
Prijs € 24,95 toeval is van de koorbanken in Oirschot een serie foto’s van
Hans Sibbelee bewaard gebleven. Met behulp van deze serie
en de foto’s die Jan Verspaandonk in Aarschot maakte, belicht
51
recent
VITRUVIUS NUMMER 18 JANUARI 2012
VERSCHENEN
52
recent
VITRUVIUS NUMMER 18 JANUARI 2012
VERSCHENEN
53
recent
VITRUVIUS NUMMER 18 JANUARI 2012
VERSCHENEN
Het paleis van de republiek - belangrijkste. De stad wilde haar machtspositie tot uitdruk-
Geschiedenis van het Stadhuis van king brengen in een buitengewoon monumentaal stadhuis, dat
Amsterdam ontworpen werd door Jacob van Campen. Hij creëerde het
AUTEUR meest koninklijke gebouw van Nederland voor de machtigste
Pieter Vlaardingerbroek stad van Europa. Dit Paleis van de Republiek behield in de
UITGAVE eeuwen daarna zijn status als belangrijkste gebouw van Neder-
WBooks (i.s.m. RCE) land. Bij gebrek aan paleizen liet Lodewijk Napoleon, de eerste
D E TA I L S koning van Holland, zijn oog vallen op het gebouw en sindsdien
Gebonden, 288 pagina’s, ca. 250 illustraties heeft het gebouw altijd de paleisfunctie behouden.
ISBN 978-90-4008-661-8 Dit boek behandelt het stadhuis van Amsterdam binnen
Prijs € 39,95 een architectuurhistorische context. De ontwerpgeschiedenis
komt uitgebreid aan bod en ook het uiterlijk en de betekenis van
het gebouw worden verklaard. Daarnaast gaat het uitgebreid
54
recent
VITRUVIUS NUMMER 18 JANUARI 2012
VERSCHENEN
Mythologische voorstellingen ook terug te vinden in allerlei vormen van toegepaste kunst.
op Nederlandse tegels - Metamorphosen Er was echter nog geen onderzoek gedaan naar de verbeelding
van Ovidius, Herders, Cupido’s, Zeewezens van de Metamorphosen in de decoratie van de Nederlandse
AUTEURS wandtegel.
Jan Pluis en Reinhard Stupperich Dit prachtig geïllustreerde boek maakt dat ruimschoots
UITGAVE goed. In het eerste hoofdstuk presenteert Reinhard Stupperich
Primavera Pers van het Archeologisch Instituut van de Universiteit van Heidel-
D E TA I L S berg, de context van de Metamorphosen en de invloed van het
Gebonden, 288 pagina’s, werk in de Westerse cultuur. In daaropvolgende hoofdstukken
ca. 800 kleurenillustraties beschrijven Jan Pluis en Reinhard Stupperich de afzonderlijke
ISBN 978-90-5997-090-8 voorstellingen en wordt de lezer geholpen deze te herkennen
Prijs € 39,50 en te duiden.
Behalve Ovidius’ verhalen komen ook andere mythologische
thema’s aan bod, zoals cupido’s, zeewezens en arcadische
55
voor u
VITRUVIUS NUMMER 18 JANUARI 2012
GELEZEN
Stadsrandenatlas
agnfgznzfmvan de zuidvleugel
Het simpele feit dat het type Loodsenland bijna in ieder dorp
AUTEUR
wel een keer voorkomt, toont aan dat lokale planologie niet leidt
LOLA landscape architects
tot ordening. Een duidelijke sturing op een hoger schaalniveau
UITGAVE
– door intergemeentelijke samenwerkingsverbanden of de
Provincie Zuid-Holland / Provinciaal adviseur
provincie – is nodig om de lukrake bouw van wijkjes en bedrijven-
voor ruimtelijke kwaliteit in Zuid-Holland
terreinen tegen te gaan. De verontrustende constatering dat de
RECENSENTEN
veel voorkomende overgang Groene Grens tussen bebouwing en
Jaap Evert Abrahamse en Edwin Raap
landschap meer en meer transformeert tot een recreatiezone,
D E TA I L S
de Groene Gordel, de laatste jaren is heel belangrijk. Het geeft
Gebonden, 367 pagina’s, kleur
aan dat de notie ‘groen in en om de stad’ in Zuid-Holland in ieder
PRIJS
De atlas is op aanvraag verkrijgbaar via geval tot stand is gekomen. Vanuit cultuurhistorisch oogpunt is
pazh@pzh.nl die ontwikkeling te betreuren. Oude, open cultuurlandschappen
veranderen op grote schaal in beboste groene uitloopgebieden.
Het levert op sommige plekken zeker (gebruiks)kwaliteit op,
maar per saldo wordt de eenvormigheid alleen maar groter.
56
De Singel te Amsterdam
In 1852 wordt Antoni Gaudí geboren in de Catalaanse stad Reus. Hij wordt
later een der grondleggers van de ‘organische architectuur’. In datzelfde jaar
wordt Donatus opgericht. Sinds die tijd verzekeren wij kerkgebouwen,
monumenten en zorginstellingen. Zonder winstoogmerk. Met veel
expertise. Voor meer informatie zie www.donatus.nl of bel 073 - 522 17 00.
Oog voor
cultureel
erfgoed