You are on page 1of 60

ONAFHANKELIJK VAKBLAD VOOR ERFGOEDPROFESSIONALS

A R C H E O LO G I E l C U LT U U R L A N D S C H A P l M O N U M E N T E N l I M M AT E R I E E L E R F G O E D l V O L K S C U LT U U R

JAARGANG 5 I N U M M E R 18 I JA N U A R I 2012

MILITAIRE ARCHITECTUUR GEDEELDE HISTORIE MARITIEM ERFGOED


bouwen voor de eeuwigheid met leisteen

Natuurleien voor
restauratie en nieuwbouw
7IJLEVERENDEJUISTEKWALITEITMETEEN
BETROUWBAARENDESKUNDIGADVIES

"ATTENWEG !$-AASBRACHTs4EL   


www.lei-import.nl
JAARGANG 5
NUMMER 18
JANUARI 2012

ERFGOED
ALS

6 26
VERBINDING
GEDEELDE
HISTORIE &
ARCHIEVEN

REHABILITATIE
KOTA LAMA

8
IN PADANG

MONUMENTEN-
30
ZORG IN
INDONESIË

BEHEER
MARITIEM
ERFGOED IN
14 INDONESIË 36
FORTEN
IN INDONESIË

REVITALISERING
NOOTMUSKAAT-

20 42
PERK OP
REVITALISERING BANDA BESAR
VAN SPOORWEG-
MUSEUM IN
AMBARAWA

4 kort recent
verschenen 51

48 56
nieuws uit P voor u
het werkveld gelezen
colofon VITRUVIUS NUMMER 18 JANUARI 2012

Vitruvius is een informatief, promotioneel, Vitruvius komt tot stand m.m.v.


onafhankelijk vaktijdschrift dat beoogt de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
kennis en ervaring uit te wisselen,
inzicht te bevorderen en belangstelling Coverfoto: Op zondag geniet de jeugd van Jakarta op
geheel eigen wijze van het erfgoed op en rond het
te kweken voor de vakgebieden
centrale Fatahillah plein. Op de achtergrond het
archeologie, cultuurlandschap, monumenten, voormalige Stadhuis (1710), nu het Jakarta
immaterieel erfgoed en volkscultuur. Historisch Museum. FOTO BEN DE VRIES 2011

SUB-SPONSOR

EEN UITGAVE VAN


Uitgeverij Educom BV
Mathenesserlaan 347, 3023 GB Rotterdam
Postbus 842
Tel. 010-425 6544 Fax 010-425 7225
3800 AV Amersfoort
Tel. 033-460 5020 info@uitgeverijeducom.nl
info@shmn.nl www.uitgeverijeducom.nl
www.shmn.nl
Joint venture van de Alliantie en Mitros

MEDE-ONDERSTEUNERS

Nijverheidsweg-Noord 114 Tel. 033-299 8181


3812 PN Amersfoort Fax 033-299 8180 Lange Voorhout 14, 2514 ED Den Haag
Postbus 1513 Tel. 070-306 6800 Fax 070-306 6870 Pelmolenlaan 12-14 Tel. 0348-437 788
3800 BM Amersfoort www.archeologie.nl www.hobeon.nl 3447 GW Woerden www.the-missinglink.nl

Ruurloseweg 83
7251 LC Vorden
Tel. 0575-519 455
Fax 0575-519 550
www.frisowoudstra.nl
Showroom: Battenweg 12, 6051 AD Maasbracht
B. Minkenberglaan 2 – 6109 AL Ohé en Laak
Tel. 0475 - 43 64 39 www.lei-import.nl
Tel. 06-11 454 247 / 0475-55 23 30
Exclusieve natuurleien voor
www.res-nova.nl dakbedekking in de restauratie

COLOFON
Vakblad Vitruvius werkt REDACTIE REDACTIERAAD
met een onafhankelijke Dr. J.E. Abrahamse Dr. C.H.M. (Chris) de Bont Wageningen Universiteit
redactie en redactieraad. Drs. H.G. Baas Drs. H.M.P. (Jeroen) Bouwmeester RCE
mw. Drs. P. J. Braaksma Drs. B. (Boudewijn) Goudswaard The Missing Link/Archeologic
UITGEVER/ R.P.H. Diederiks mw. Dr. B. (Bernadette) van Hellenberg Hubar Res nova
BLADMANAGER
S.A. Muller Dr. R.J. (Reinout) Rutte TU Delft
Robert Diederiks
Drs. E. Raap mw. Drs. F.M.E. (Francien) Snieder Afdeling Archeologie gemeente Amersfoort
mw. Drs. F.M.E. Snieder Prof.Dr.Ir. M. (Theo) Spek Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed, RU Groningen
EINDREDACTIE
Jean Paul Corten Dr. H. van der Velde mw. Ir. G.A. (Gerdy) Verschuure-Stuip TU Delft
Ben de Vries Dr. H. (Henk) van der Velde ADC

ABONNEMENTEN Abonnementen lopen automatisch door. LEZERSSERVICE / NABESTELLINGEN © Copyrights Uitgeverij Educom BV
4 nrs/jaar: Nederland E 45.- /België E 55.-. Opzeggingen (uitsluitend schriftelijk per Adresmutaties/abonnementen en Januari 2012 / ISSN 1874-5008
Voor betaling wordt een factuur verzonden. aangetekend schrijven) dienen uiterlijk nabestellingen doorgeven via Niets uit deze uitgave mag worden
Vermeld bij correspondentie altijd het twee maanden voor afloop van de abonne- info@uitgeverijeducom.nl. gereproduceerd met welke methode
abonneenummer (zie de factuur). Tijdige mentsperiode in ons bezit te zijn. dan ook, zonder schriftelijke
betaling garandeert regelmatige toezending. toestemming van de uitgever.

2
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012 van de redactie

DIALOOG OVER ERFGOED


it is een speciale editie van Vitruvius met een 2009 actief bij betrokken. Daarbij is samenwerking
D zeer uitgebreid kader over verschillende
soorten erfgoed in Indonesië of Republik Indonesia,
gezocht met publieke en private partijen in die prio-
riteitslanden zelf. In deze special vindt u een groot
zoals de grootste eilandstaat ter wereld officieel heet. aantal voorbeeldprojecten van de Nederlands-Indo-
Bijzonder is dat deze special niet alleen met Neder- nesische samenwerking.
landse erfgoedzorgers is gemaakt, maar ook met onze
Indonesische collega’s. Tegelijkertijd zou dat eigen- Op het moment van dit schrijven (oktober 2011)
lijk ook heel normaal moeten zijn, want het gaat hier wordt het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen in
over gemeenschappelijk cultureel erfgoed. Nederlanders en Indo- zijn geboorteplaats Hoorn teruggeplaatst op zijn sokkel, nadat het
nesiërs delen vier eeuwen geschiedenis met elkaar en dat die boei- van de zomer per ongeluk omver was gereden door een kraanwagen.
end en soms beladen is laat deze special zien. Het al dan niet terugplaatsen heeft voor de nodige opschudding ge-
zorgd. De hoofdvraag daarbij was of hij nog steeds een standbeeld
Sinds het jaar 2000 voert de Nederlandse overheid een beleid dat verdient en of de bijbehorende tekst wel voldoende recht doet aan
gericht is op instandhouding van gemeenschappelijk erfgoed in acht de geschiedenis. Er zitten altijd twee kanten aan een medaille. Met
zogenaamde prioriteitslanden, waar Indonesië er een van is. De andere woorden: hoe gaan we om met de zwarte kanten van die
ministeries van Buitenlandse Zaken en Onderwijs, Cultuur en gezamenlijke geschiedenis? In een open dialoog en met respect voor
Wetenschap geven uitvoering aan dit beleid en het Nationaal elkaar komen we daar wel uit.
Archief en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zijn hier vanaf –– De redactie

4 4 4

4 4 4

Vitruvius: elk kwartaal


immaterieel welzijn
4x jaarlijks vakblad Vitruvius ontvangen is ook een mooi geschenk. Neem
contact op met Uitgeverij Educom: 010-425 6544, info uitgeverijeducom.nl.

3
kort VITRUVIUS NUMMER 18 JANUARI 2012

Spectaculaire ontdekking van 100.000 jaar oude werktuigen


Neanderthalers door Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
in dit gebied intacte vindplaatsen uit de vroege
E en internationaal archeologisch onderzoeks-
team onder leiding van de Rijksdienst voor
het Cultureel Erfgoed heeft in het Limburgse
prehistorie aan te treffen. De ontdekking is dus
een toevalstreffer.
St.-Geertruid een spectaculaire archeologische
ontdekking gedaan: een vindplaats uit het mid- De vondst maakt het waarschijnlijk dat op deze
denpaleoliticum, vermoedelijk tussen de 70.000 plek, de Kaap van Sint-Geertruid in de gemeente
en 100.000 jaar oud en mogelijk nog ouder. Slechts Eijsden-Margraten, nog veel meer intacte vind-
van één andere plek in Nederland is een dergelijke plaatsen uit deze periode te vinden zijn.
intacte vindplaats bekend.
Jos Bazelmans, Hoofd Sector Kennis Onroerend
De vondst bestaat uit een vuurstenen kern en Erfgoed van de Rijksdienst: “St.-Geertruid is de
afslagen, die door de Neanderthalers werden rijkste vindplaats van los gevonden artefacten
gebruikt om gereedschap van te maken, en twee uit het middenpaleolithicum in Nederland. De
werktuigen. Neanderthalers waren voorlopers van nieuwe vondsten bevinden zich op de plaats waar
de moderne mens, die hier pas 40.000 jaar geleden ze oorspronkelijk zijn achtergelaten. Dat stelt ons
verscheen. in staat de Neanderthalerbewoning exact te date- Vuurstenen kern.
ren. Nu weten we ook in welk klimaat en in welke
Het onderzoeksteam verwachtte niet onmiddellijk natuurlijke omgeving ze leefden.” van de verzamelde gegevens wordt getracht de in
iets te vinden. Het doel van dit veldonderzoek was de ondergrond aanwezige vindplaatsen zo goed
een beeld te krijgen van de ouderdom van de aan- Het archeologiebeleid van de Rijksdienst is er mogelijk te beheren en te beschermen. Daarnaast
wezige stratigrafische niveaus (bodems) en inzicht overigens op gericht om zoveel mogelijk archeo- kunnen we met deze gegevens kaarten maken met
in de wijze waarop de verschillende niveaus zijn logische vindplaatsen in de bodem te behouden daarop te verwachten vindplaatsen, van welk type,
gevormd. Om zo de kans in te kunnen schatten en zo min mogelijk op te graven. Met behulp op welke diepte en van welke ouderdom. Q

Vijf partijen werken samen aan


erfgoedpark in Lelystad
I n Lelystad, aan de kust van het IJsselmeer zijn
drie organisaties gevestigd die verhalen vertel-
len over het leven van de Nederlanders met de zee:
oktober is een samenwerkingsverband gevormd
waarin de provincie en de gemeente volop partici-
peren. De stuurgroep staat onder voorzitterschap
van Admiraal de Ruyter naar een tentoonstelling
over de zuiderzeewerken en van het handelsschip
De Batavia naar een imponerend scheepswrak. Je
de Bataviawerf; Nieuw Land Erfgoedcentrum en van gedeputeerde Jaap Lodders. Vicevoorzitter is maakt het mee en je wordt er volledig in opgeno-
de afdeling Scheepsarcheologie van de Rijksdienst wethouder Jop Fackeldey. Het praktische werk men. Daarbij is Batavialand ook een kennisinstel-
voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Die drie instel- wordt verricht door een projectgroep met de ling met zijn museum- en archieffuncties; met de
lingen hebben, samen met de Provincie Flevoland directeuren van de drie erfgoedinstellingen. De maritieme rijkscollectie en met de kennis over het
en de Gemeente Lelystad, het plan opgevat om projectgroep wordt geleid door kwartiermaker bouwen van historische vaartuigen.
een nieuw erfgoedpark in te richten: Batavialand. Arnoud Odding, die als adviseur betrokken was
Samen hebben zij de collecties, kennis en ervaring bij de ideevorming. In het komende half jaar Publiek
om in de polder het grote, natte, Nederlandse ver- worden de plannen inhoudelijk, financieel en Erfgoedpark Batavialand bereikt twee omvang-
haal te vertellen. Hoe de zee ons land vormde en organisatorisch onderbouwd zodat de leden van rijke publieksgroepen. Enerzijds is dat het alge-
voorspoed bracht, maar ook rampen en hoe wij het het consortium tot een afgewogen oordeel kunnen mene publiek. Vooral gezinnen met kinderen en
water wegpompten en nieuw land vonden. Heel komen over de haalbaarheid van Batavialand. toeristen. Anderzijds heb je de liefhebbers, de
Nederland is door mensenhand gevormd. Waar verzamelaars, de kenners en de wetenschappers.
zie je dat beter dan in de uitgestrekte polders van Een erfgoedpark Beide groepen - het algemeen publiek én de spe-
Flevoland? Batavialand wordt een erfgoedpark. In een erf- cial interest groepen - zijn even belangrijk voor
goedpark kun je de geschiedenis op twee manieren de toekomst van Batavialand. Want het zijn de
Samenwerkingsverband beleven. Aan de éne kant wordt het natte verhaal liefhebbers die Batavialand als kennisinstelling
In de afgelopen maanden zijn verkennende van Nederland zo meeslepend mogelijk verbeeld. kunnen laten bloeien en alleen als kennisinstel-
gesprekken gevoerd die zoveel kansen en moge- Je wandelt door het park, zoals je door een dieren- ling kan Batavialand ook als erfgoedpark bestaan.
lijkheden aan het licht hebben gebracht dat beslo- park of een attractiepark wandelt. Van een scheeps- Batavialand wordt een inhoudelijk attractiepark:
ten is om de ideeën verder uit te werken. Begin werf waar getimmerd wordt aan het oorlogsschip een erfgoedpark. Q

4
VITRUVIUS NUMMER 18 JANUARI 2012

kort
Originele vondsten VOC-schip Batavia
voor het eerst terug in Nederland

Baardmankruik, bruikleen Western Australian Museum, foto Nieuw Land.

K ostbare archeologische vondsten van VOC-


schip Batavia zijn tijdelijk ‘terug’ in Neder-
land. De vondsten zijn met speciaal vervoer over-
laten veel zien over het leven aan boord van het
VOC-schip Batavia. Interessant zijn bijvoorbeeld
een baardmankruik, een bronzen scheepsbel en
ningkabinet. Hierdoor maakt dit topstuk nu deel
uit van ons nationale culturele erfgoed en behoort
het tot het selecte gezelschap van de drie grootste
gekomen uit Australië voor de spraakmakende een bronzen kookpot. Maar ook vondsten die cameeën ter wereld. Het juweel is een bruikleen
tentoonstelling ‘Schipbreuk, de noodlottige reis oorspronkelijk bedoeld waren voor de handel in van het Geldmuseum te Utrecht.
van de Batavia’. Spectaculair is het skelet van een Azië of voor de navigatie op zee. Daarnaast zijn in
jongedame. Zij is één van de opvarenden die de ‘Schipbreuk’ diverse (onderdelen van) wapens te Schipbreuk: de noodlottige reis
stranding van de Batavia wist te overleven, maar zien en de resten van het menselijk lichaam van van de Batavia
helaas niet wist te ontkomen aan de moordpar- één van de opvarenden. Deze bruiklenen zijn nog ‘Schipbreuk, de noodlottige reis van de Batavia’
tijen. Minstens net zo spectaculair is de bruikleen nooit in Nederland getoond. is een spraakmakende tentoonstelling over het
van het Geldmuseum: een grote laat-Romeinse VOC-schip Batavia. Een tentoonstelling over
camee, toentertijd de meest kostbare lading van Een uniek sieraad de gevaarlijke reis en de barre omstandigheden
de Batavia. Deze bijzondere objecten zijn vanaf Het meest kostbare onderdeel van de lading van op het schip. Over de stranding en hoe de opva-
8 oktober te bewonderen in de tentoonstelling de Batavia was een grote camee. Deze camee is renden zich wisten te redden, niet wetend dat de
‘Schipbreuk’. rond 315 na Chr. gemaakt in hofkringen rond toekomst een hoofdstuk werd vol angst, waanzin
keizer Constantijn de Grote. Namens de schilder en moordzucht. Schipbreuk laat de bezoeker de
Niet eerder vertoond Peter Paul Rubens gaf de Amsterdamse koopman fatale reis maken, met één van de opvarenden als
De archeologische vondsten zijn in bruikleen Gaspar Boudaen het juweel mee aan VOC-opper- gids. De tentoonstelling is een samenwerking van
verkregen van het Western Australian Museum. koopman Francisco Pelsaert voor de verkoop Nieuw Land, Bataviawerf en de Rijksdienst voor
Na een lange vlucht vanuit Perth zijn ze in in Azië. Na de schipbreuk van de Batavia heeft het Cultureel Erfgoed, afdeling Scheepsarcheo-
Nederland aangekomen. Na 48 uur verplichte Pelsaert dit kostbare kunstwerk uit de golven logie. Kijk op www.schipbreukbatavia.nl voor
acclimatisering mogen de vondsten uit de ver- weten te redden. Koning Willem I kocht het stuk de vele activiteiten en meer informatie over de
voerskisten worden gehaald. De voorwerpen in 1823 en schonk het aan het Koninklijk Pen- tentoonstelling. Q

5
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012

drs. Jean-Paul Corten


Coördinator internationale
samenwerking RCE

1 – Huizen uit de koloniale


periode langs de Kali Besar
in het oude centrum van
Jakarta (Kota). De restauratie
van een aantal huizen in deze
wijk is voortvarend ter hand
genomen. FOTO BEN DE VRIES

Special Indonesië
Erfgoed als verbinding

I
ndonesië en Nederland delen een geschiedenis die onrecht en wreedheden. Nog steeds worstelen beide landen
vele eeuwen teruggaat. Hoewel de eerste contacten met de scherpe kanten van dit verleden. De inwoners van
tussen beide culturen waren gebaseerd op economisch het Javaanse dorpje Rawagede kregen pas onlangs erkenning
gewin, is het daarbij niet gebleven. Al gauw kreeg de voor het leed dat hen tijdens de zogenaamde politionele
onderlinge relatie ook een culturele dimensie. De getuigen acties is aangedaan. En op het moment dat minister-presi-
daarvan komen wij nu nog dagelijks tegen. Denk bijvoor- dent Jan Peter Balkenende enkele jaren geleden Nederland
beeld aan de Maleise woorden als amok, piekeren of bakke- de deugden van de VOC-mentaliteit voorhield, werd hij met
leien in onze taal, de nootmuskaat die wij ’s avonds over onze hoon overladen. De ondernemingszin van de handelsfirma
bloemkool raspen, de wonderbaarlijke collectie krissen die ging vaak hand in hand met onrecht. Het standbeeld van Jan
wij ’s zondags in een volkenkundig museum bewonderen, de Pieterszoon Coen in Hoorn heeft najaar 2011 tot heftige dis-
Indische trekken in het gelaat van de buurvrouw of de span- cussie geleid. Nog voor die geluwd was, werd de ‘slachter van
nende verhalen over het plantageleven die een verre oom op Banda’ door een onoplettende kraanwagenchauffeur van zijn
elk verjaarsfeestje opnieuw vertelt. Ook in Indonesië vinden voetstuk gestoten, wat in alle kranten breed werd uitge-
we nog vele stille getuigen van dit gedeeld verleden. Terwijl meten. Het zijn tekenen van een onverwerkt verleden.
de nagelaten erfenis in Nederland vooral immaterieel van
aard is, is hij in Indonesië heel tastbaar. Zoals de archieven Toch zijn de scherpe kanten van dat verleden al zover gesle-
van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) in het ten, dat we kunnen spreken van een open dialoog. Met de val
Arsip Nasional in Jakarta, de vele forten in alle uithoeken van het Suharto-regime in 1998 ontstond in Indonesië een
van de archipel, de scheepswrakken op de bodem van de vergevingsgezinder klimaat. Toen Nederland in 2005, op
Javazee of de art deco-stad Bandung. Het zijn stuk voor stuk initiatief van minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot, 17
nagelaten fragmenten van een langdurige en complexe augustus erkende als de Onafhankelijkheidsdag van Indone-
relatie tussen twee culturen. sië, was een belangrijk obstakel voor de normalisatie van de
betrekkingen weggenomen. En anno 2011 laten Javanen
Die relatie was niet altijd gelijkwaardig en kende ook zich op hun vrije dag ongegeneerd fotograferen voor de

6
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012

2 – Kaart van Indonesië. BART BROEX, RCE, 2011

gedenkplaquette van Coen in het oude centrum van Jakarta. gehouden over de revitalisering van historische binnenste-
Het erfgoed, als herinnering aan dat verleden, vormt een den. In alle gevallen waren deelnemers uit Indonesië betrok-
dankbaar onderwerp voor het open debat. ken. Daarnaast kunnen de Rijksdiensten op verzoek van de
prioriteitslanden technische assistentie ter plekke bieden,
Sinds het jaar 2000 voert de Nederlandse overheid een beleid ook dan ter ondersteuning van de lokale experts.
gericht op de instandhouding van het gemeenschappelijk Dit themakatern wil inzicht geven in de vele facetten van het
erfgoed in een achttal prioriteitslanden: Suriname, Brazilië, gemeenschappelijk erfgoedprogramma in Indonesië. Daarbij
Ghana, Zuid-Afrika, Rusland, India, Sri Lanka en Indonesië. zullen de onderscheiden erfgoeden de revue passeren: de on-
De ministeries van Buitenlandse Zaken en van Onderwijs, derwaterarcheologie, het gebouwd- en stedenbouwkundig
Cultuur en Wetenschap geven uitvoering aan dit beleid en erfgoed, het museaal erfgoed en de archivalia. Tegelijkertijd
zoeken daarvoor samenwerking met partijen in deze priori- komen de afzonderlijke disciplines binnen het erfgoedbedrijf
teitslanden. Sinds 2009 spelen ook het Nationaal Archief en aan bod. De inventarisatie en documentatie van forten, de
de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed een actieve rol bij scholing van onderwaterarcheologen, de herontwikkeling
de uitvoering van dit gemeenschappelijk erfgoedprogramma. van het spoorwegmuseum in Ambarawa, de conservering en
Zij richten zich vooral op scholing en training van de ontsluiting van de spoorwegarchieven, de rehabilitatie van
erfgoedexperts in deze landen. Zo worden in Azië in samen- de historische binnenstad van Padang en de restauratie van
werking met UNESCO onderwaterarcheologen opgeleid. In een nootmuskaatplantage in de Banda-archipel. Maar voor-
Brazilië is dit jaar een training georganiseerd voor museum- dat we ons in deze tropische caleidoscoop verliezen, eerst een
beheerders. En recentelijk is in Rotterdam een cursus overzicht van de stand van de erfgoedzorg in Indonesië. 

7
Monumentenzorg

1 – Vervallen
perkenierswoning
op Banda Neira.
FOTO BARBARA MENSINK
1991
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012

2 – Het standbeeld van Jan


Pieterszoon Coen (1587-1629),
werd in 1893 in zijn geboortestad
Hoorn geplaatst. 16 augustus
2010 werd het van zijn
dra. Hasti Tarekat MSc
sokkel gestoten. Vertegenwoordiger van de
Indonesian Heritage Trust

in Indonesië
M
onumentenzorg is een betrekkelijk De gewijzigde wet van 2010 voorzag in aspecten
Geschiedenisles over Nederland nieuw fenomeen in Indonesië. De als een betere beloning voor de ontdekkers van
begrippen archeologie, geschiedenis en kunstvoorwerpen; zwaardere sancties op overtre-
In De Pers verscheen op 17 augustus 2011 een cultuur zijn bekend, net als de begrippen monu- dingen zoals illegale handel en roof; een grotere
foto van het omgevallen standbeeld van gouver- ment, folklore en natuur, evenals de termen rol voor lokale overheden bij de bescherming van
neur-generaal Jan Pieterszoon Coen in Hoorn wereld, natie, regio en stad. Maar het begrip cultureel erfgoed; een betere registratie van mo-
met de ondertitel: ‘Gevallen of geduwd?’ Los monumentenzorg als gemeenschappelijke noe- numenten.
van de schuldvraag, merkte ik dat de geschiede- mer die al deze losse begrippen verbindt, strijdt Toch is de nieuwe regelgeving nog altijd sterk
nis rond de persoon Coen in Nederland nog in de beroepspraktijk nog steeds om bestaansrecht. op de archeologie gericht. De preoccupatie met
altijd beladen is. Ook voor Indonesische scho- deze discipline blijkt ook al uit de lijst van het
lieren is Coen geen onbekende. Wij leerden op Het begin van het behoud van en onderzoek naar Werelderfgoed in Indonesië. Hierop staan de
school de geschiedenis van ons land vanaf de het Indonesische erfgoed op het gebied van tempelcomplexen van Borobudur en Prambanan
Portugese periode tot aan de post-onafhanke- archeologie en etnografie dateert uit 1778, toen en de vindplaats van de vroege mens, Sangiran.
lijkheidsperiode. De Nederlandse periode, die J.M.C. Rademacher het ‘Bataviaasch Genoot- De lijst is al betrekkelijk lang ongewijzigd, even-
begint bij de aankomst van Cornelis de Hout- schap der Konsten en Wetenschappen’ oprichtte.1 als de lijst van Indonesische natuurlijke erf-
man in 1595 en eindigt bij de onafhankelijkheid Dit werd in 1885 vastgelegd in een wet die de goederen. Daarop prijken de nationale parken
van Indonesië, krijgt daarin opvallend veel aan- basis zou vormen voor de huidige bescherming Komodo, Lorentz en Ujung Kulon en (een deel
dacht. Rijtjes met belangrijke momenten, namen van cultureel erfgoed in Indonesië. van) het tropisch regenwoud van Sumatra.
en data gedurende deze 350-jarige Indonesisch- De wet werd aangenomen en hield lang stand,
Nederlandse relatie, moest ik tijdens de geschie- totdat deze in 1992 werd vernieuwd. Sindsdien Pas de laatste jaren heeft de Indonesische over-
denislessen in mijn hoofd stampen. Tegen- fungeerde de wet als richtlijn voor de monumen- heid haar aandacht verlegd naar het immaterieel
woordig laten veel Indonesiërs zich lacherig tenzorg in Indonesië. Maar na twee decennia erfgoed door wajangpoppen, het traditionele
vereeuwigen bij de herdenkingssteen van Coen bleek hij al verouderd en moest hij worden aan- wapen k(e)ris, het traditionele batiktextiel en het
in het Wajang Museum in Jakarta. gepast. De Indonesische regering nam het initia- inheemse bamboemuziekinstrument angklung
Dit gedeeld verleden kreeg een heel andere tief om de wet te wijzigen, in overleg met als immaterieel cultureel erfgoed te registreren.
lading toen ik als Indonesiër het geluk had betrokken partijen. In oktober 2010 werd de Al deze erfgoederen zijn tussen 2008 en 2010 door
Nederland te bezoeken en allerlei historische nieuwe regelgeving officieel van kracht. UNESCO erkend.
figuren in de vorm van standbeelden en voor-
zien van plakkaten met ronkende teksten op
straten en pleinen zag staan. Dat wat je geleerd
hebt op school over oorlogen, revoluties en lei- Sinds de tweede helft van de jaren ’80 van de vorige eeuw begint het Indonesisch erf-
ders blijkt plotseling te kloppen, zij zijn waar goedbestel langzaamaan vorm te krijgen. Er is een toenemende belangstelling van het
gebeurd; het zijn geen sprookjes. Deze ontmoe- publiek voor het onderwerp, een groeiende inzet van niet-gouvernementele organisaties
tingen met het verleden dreunden nog lang en de particuliere sector, een cumulatie van kennis en een steeds grotere belangstelling
door in mijn hoofd. Van mij mag het standbeeld vanuit het onderzoeks- en onderwijsveld. Om het bestel te completeren en bestendigen
van Coen blijven. Het is onderdeel van onze is echter een grotere inzet van de overheid nodig. Vanwege de snelheid waarmee de
gezamenlijke – en soms bloedige – geschiedenis. Indonesische steden hun gebouwd erfgoed kwijtraken, is dat een urgente opgave.
Het functioneert als een eyeopener.

9
Pelestarian Pusaka Indonesia (BPPI) ofwel de
3 – Restauratie van de
Indonesian Heritage Trust.
Big Ben ofwel Jam
Gadang in Bukittinggi, Vanaf het begin was het eerste en belangrijkste
West-Sumatra. doel van deze verenigingen de sloop van histori-
Het project is in 2010 sche gebouwen tegen te houden, waarbij zij als
door de BPPI, met waakhond optraden. Dat is nooit een gemakke-
financiële hulp van lijke taak. In veel gevallen moest er strijd worden
de Nederlandse gevoerd tegen overheden die vergunningen voor
ambassade in nieuwe projecten gaven (en tegelijkertijd toe-
Jakarta, uitgevoerd. stemming gaven voor de sloop van bestaande
FOTO: BPPI 2010.
historische gebouwen) en tegen kapitaalkrachtige
investeerders. Slechts enkele van die geleverde
veldslagen kende een goed einde.

Uitdagingen
Aan de andere kant leerden de erfgoedverenigin-
gen wijze lessen van die jaren van strijd. Ze ont-
dekten dat een reactieve houding niet voldoende
was om sloop te voorkomen. In een tijdsbestek
van ongeveer dertig jaar werden de activiteiten,
die aanvankelijk bestonden uit het louter verde-
digen van historische gebouwen, uitgebreid met
voorlichting aan zowel publiek als overheid,
het op schrift stellen en publiceren van onder-
zoek en informatie, en het wereldwijd netwerken
met zusterorganisaties.
Hoewel de sloop van gebouwen moeilijk te stop-
pen lijkt, bestaat de hoop dat bewust-bouwen-
programma’s het proces zullen vertragen. Een
voorbeeld: de Indonesian Heritage Trust is sinds
2010 betrokken bij de oprichting van het Muni-
cipality Network of Heritage Cities (JKPI), een
netwerk bestaande uit 35 gemeenten die zich
inzetten voor het behoud van historische gebou-
wen en landschappen in hun steden. JKPI en
In 2011 hoopt de Indonesische regering erken- het historische landschap door sloop van monu- BPPI organiseren regelmatig trainingen om de
ning te verkrijgen voor de saman, een dans uit menten en openbare parken. Nieuwe ontwikke- kennis van monumentenzorg onder overheids-
Atjeh (Aceh), en zullen er nieuwe aanvragen wor- lingen gaan zo snel dat het lijkt alsof men graag functionarissen te vergroten. Het zal vermoede-
den ingediend voor de traditionele Balinese dans, alle historische gebouwen met de grond gelijk wil lijk jaren duren voordat zij zich voldoende
de noken (een attribuut dat vrouwen in het maken, vooral in stadscentra. bewust zijn van het belang van monumentenzorg,
binnenland van Papua gebruiken om baby’s mee maar je moet ergens beginnen. Bovendien dient
in slaap te wiegen en biggen, knollen, groenten De snelle sloop van historische gebouwen was synergie tussen burgers en overheid te worden
en kleren mee te vervoeren) en het miniatuur- halverwege de jaren ’80 de belangrijkste reden gekoesterd.
park ‘Mooi Indonesië’, ook bekend onder de voor het ontstaan van een erfgoedbeweging onder
naam Taman Mini Indonesia Indah in Jakarta. de Indonesische bevolking. Terwijl de overheid Een ander aspect dat iets is verbeterd maar nog
zijn aandacht richtte op opgravingen en kunst- verdere verbetering vergt, betreft de rechts-
Maatschappelijke beweging voorwerpen, werd de samenleving zich bewust bescherming en wetshandhaving. Er bestaat op
Op het vlak van nieuwe erfgoeddisciplines in de van de snelle veranderingen in de leefomgeving. nationaal en lokaal niveau een lijst van be-
stedelijke sfeer laat de overheid het helaas af- Halverwege de jaren ’80 richtten enkele personen schermde gebouwen. Die op nationaal niveau
weten. Alleen onder geïnteresseerden gaan stem- die zich hierover zorgen maakten, erfgoedvereni- is in principe veiliggesteld, omdat de lijst uit
men op om nieuwe regelgeving in het leven te gingen op. In die tijd verrichtten drie erfgoedver- belangrijke monumenten voor het land bestaat.
roepen voor historische gebouwen in stedelijk ge- enigingen pionierswerk in Bandung, Yogyakarta Op lokaal niveau is het een ander verhaal. Geble-
bied, in UNESCO-terminologie, stedelijk land- en Jakarta. In 2011 zijn er in heel Indonesië maar ken is dat het feit dat een historisch gebouw op
schap. Deze regeling voorziet in een actueler liefst tweeënvijftig erfgoedverenigingen, voor- de lijst van een gemeente staat, niet betekent dat
inzicht in cultuurerfgoed en objecten en die namelijk op de eilanden Java en Sumatra en een het gevrijwaard blijft van sloop.
onder de oude regelgeving geen bescherming enkele in het oostelijke deel van het land (Ter- De consequenties van een lokale bescherming
genoten.2 nate, Bali, Papua). Het toenemende aantal erf- zijn niet in de regelgeving of werkwijze van het
De reden voor deze nieuwe aandacht in de parti- goedverenigingen leidde in 2004 tot de vorming gemeentelijk bestuur verankerd. Een historisch
culiere sector is de voortdurende aantasting van van een nationaal platform genaamd Badan gebouw wordt op de lijst gezet, maar vervolgens

10
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012

worden de rechten en plichten van de betrokken en alles daartussen om sloopprojecten te vertra- op gemeentelijke structuurplannen richten en op
partijen niet op schrift gesteld. Het betreft dus gen en de basis voor de erfgoedinfrastructuur in de langere termijn gerichte acties ondernemen,
louter een lijst van gebouwen en adressen. De het land te verbeteren. maar dat zijn luxes die ze zich niet altijd kunnen
eigenaars van de gebouwen zijn vaak niet eens Bovenstaande kenmerken maken de organisaties permitteren.
op de hoogte van die beschermde status. kwetsbaar. De meeste erfgoedverenigingen over-
leven jarenlang puur vanwege de enthousiaste Erfgoedinfrastructuur
Zo zijn er verscheidene incidenten geweest bij de inzet van een groep vrijwilligers. Vrijwilliger zijn Een ander probleem is dat het zonder bemoeienis
sloop van beschermde gebouwen. Verschillende bij een erfgoedvereniging betekent tijd, energie van de overheid en de particuliere sector niet
malen is geprobeerd om een overheidsinstelling en vaak eigen middelen ter beschikking stellen, mogelijk is monumentenzorg op de ontwikke-
of investeerder voor de rechter te slepen, maar in welke vorm dan ook. Dat kan variërend van lingsagenda te krijgen. Er zijn geen middelen
dan liepen de erfgoedverenigingen tegen het financiële ondersteuning tot het beschikbaar beschikbaar om een infrastructuur te bouwen
probleem aan dat ze geen geld hadden voor een stellen van voorzieningen, zoals een auto of zelfs voor de erfgoedbeweging in Indonesië. Hieruit
dure advocaat of de proceskosten. Bovendien zijn een eigen huis dat als kantoor dienst kan doen. volgt dat we behoefte hebben aan de volgende
dergelijke gevallen onbekend terrein voor het zaken.
rechtsstelsel in Indonesië; er bestaat geen juris- Een groep toegewijde vrijwilligers is geweldig,
prudentie die als leidraad zou kunnen dienen. maar er zijn meer en andere middelen nodig om Institutionalisering
Wetshandhaving is kortom een van de grootste de problemen te kunnen aanpakken en monu- Erfgoedverenigingen kunnen een belangrijke rol
uitdagingen in Indonesië. mentenzorg op de ontwikkelingsagenda van een spelen in de documentatie en registratie van erf-
land te krijgen. Erfgoedverenigingen moeten zich goed, maar uiteindelijk is het de overheid die
Kenmerken van erfgoedverenigingen
Ondanks alle uitdagingen en problemen blijft het
aantal erfgoedverenigingen toenemen. Mogelijk
is dit een teken van een groeiend bewustzijn
onder de bevolking van het belang van erfgoed.
Aan de andere kant kan het ook een teken zijn
dat er geen verbetering plaatsvindt in het erf-
goedbestel door de overheid. Een slecht functio-
nerend systeem schept altijd weer mogelijkheden
elders.

De meeste erfgoedverenigingen kennen de vol-


gende gemeenschappelijke kenmerken:
1. Alle organisaties zijn particuliere initiatieven;
2. Wat personeel betreft zijn de organisaties
afhankelijk van de individuele bijdragen van
vrijwilligers;
3. De organisaties worden op parttimebasis ge-
leid. Erfgoedbeheerder is nog geen beroep;
4. Om te overleven moeten ze lokale bronnen
aanspreken en mobiliseren, en een veel voor-
komend verschijnsel is dat ze zich aansluiten bij
universiteiten, beroepsverenigingen of parti-
culiere bureaus om voor operationele doeleinden
logistieke back-up te hebben;
5. Manieren om internet te gebruiken en opti-
maal te benutten zijn nog steeds te duur. Slechts
enkele organisaties kunnen zich een website per-
mitteren en het up-to-date houden van de inhoud
is een tamelijk zwak punt;
6. De meeste organisaties richten zich op ge-
bouwd erfgoed dat op korte termijn door sloop
bedreigd wordt;
7. Het betreft incidentele, korte termijnactivitei-
ten, omdat alle organisaties een constante bron
van inkomsten missen en afhankelijk zijn van
vrijwilligers;
8. De vrijwilligers moeten tactisch en multi-tas-
king zijn, en activiteiten verrichten op juridisch 4 a - b – Demonstratie van leden van de Sumatra Heritage Trust tegen de voorgenomen sloop van
gebied, publiek bewustzijn, documentatie, acties het gebouw van PT. Mega Eltra (het voormalige Lindetevis-Stokvis) in 2002. FOTO’S HASTI TAREKAT.

11
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012

over bescherming beslist. Veel inspanningen van Een andere stap die kan worden genomen is het Visie
erfgoedverenigingen vinden geen weerklank, creëren van stimulansen voor het behoud van Indien er politieke wil in de vorm van consensus
omdat er geen overheidslichaam bestaat dat die historische gebouwen door middel van fiscaal bestaat, rijst de volgende, fundamentelere vraag:
inspanningen kan institutionaliseren. Het zou voordeel en verlaagde tarieven voor water en hoe bepaalt Indonesië haar identiteit als natie
ideaal zijn als erfgoedverenigingen met de elektriciteit. De meeste historische gebouwen door middel van stedelijke ontwikkeling? Het
overheid samenwerken. Op dit moment kent de bevinden zich in dure gebieden, waar de jaar- formuleren van een identiteit gaat gepaard met
Indonesische regering een Directoraat Geschie- lijkse grondbelasting vrij hoog is. In Indonesië is een beslissing omtrent welke gebouwen behou-
denis en Antropologie dat met erfgoedzaken dit een verplichting waaraan veel eigenaren niet den moeten blijven en welke gemist kunnen
belast is, maar zoals gezegd komen erfgoedzaken kunnen voldoen. Als hiervoor een gunstige belas- worden. Ontwikkeling zonder een helder gefor-
in het algemeen niet aan de orde. tingregeling wordt gecreëerd, kan dit aantrekke- muleerde identiteit leidt louter tot chaos en ont-
Een ander probleem dat betrekking heeft op de lijk zijn voor zowel eigenaars als investeerders. menselijking. Chaos, omdat verschillende ont-
overheid is het tekort aan erfgoedspecialisten; De meeste historische gebouwen zijn ook vrij wikkelingen elkaar tegenwerken en er geen
zowel praktijkspecialisten als beleidsmakers, met groot, waardoor er hoge water- en elektriciteits- sprake is van een samenhangend plan of visie.
name voor gebouwd erfgoed. Gemeentelijke kosten aan verbonden zijn. Ontmenselijking, omdat men er, nadat de meeste
diensten voor ruimtelijke ordening en openbare collectieve herinneringen zijn weggevaagd, geen
werken hebben wel technici in huis, maar voor Politieke wil emotionele binding meer mee heeft. In het geval
erfgoed bestaat nog geen zelfstandige afdeling. Ook in Indonesië kennen we het gezegde: waar van Indonesië is het een kwestie van politieke wil
Op deze wijze vindt het leerproces richting een (politieke) wil is, is een (politieke) weg. Een om voor een plek een identiteit te formuleren.
erfgoedspecialist slechts incidenteel plaats en politieke keuze is in principe het product van een
meestal op basis van persoonlijke interesse. democratisch besluitvormingsproces, tot stand Netwerken en gemeenschappelijk
gekomen in de vertegenwoordigende lichamen. erfgoed
Condities en subsidies In de praktijk ligt de politieke besluitvorming Zolang we bezig zijn monumentenzorg in Indo-
De status van ontwikkelingsland wordt door echter voor een belangrijk deel in handen van nesië op de ontwikkelingsagenda te krijgen,
Indonesië vaak als excuus gebruikt voor het bestuurders, zoals burgemeesters, gouverneurs, moeten zowel de overheid als erfgoedverenigin-
ontbreken van monumentensubsidies. Het wordt ministers of zelfs de premier. Als een bestuurder gen zorgen dat ze mondiger en machtiger wor-
beschouwd als een tertiaire behoefte zonder de politieke wil heeft om een historisch gebied in den. Een manier daarvoor – die de afgelopen twee
prioriteit. Maar de overheid hoeft niet alle restau- de eigen stad te behouden en restaureren, dan decennia al kan worden waargenomen – is net-
raties te financieren; er is geen overheid die zich staat dit op de agenda. Helaas is die politieke wil werken met zusterorganisaties in andere landen.
dat kan veroorloven. Wat de overheid wel kan nog steeds een kwestie van individuele voorkeur Dit gebeurt op verschillende manieren:
doen, is het scheppen van gunstige voorwaarden in plaats van algemeen beleid.
voor investeringen.  De Indonesian Heritage Trust wordt actief lid
van de International National Trusts Organi-
sation (INTO) in Londen;
 UNESCO Asia and the Pacific probeert de
initiatieven tot behoud van Aziatisch erfgoed
te stimuleren door prijzen uit te reiken. Indo-
nesië heeft al enkele malen een dergelijke prijs
ontvangen, maar loopt met het aantal inge-
diende aanvragen nog steeds achter op andere
landen;
 Opleiding voor erfgoedspecialisten. Sinds 2009
biedt de Universiteit Gajah Mada in Yogya-
karta, Indonesië, postgraduate-opleidingen in
monumentenzorg aan, daarmee het voorbeeld
volgend van andere landen zoals Thailand en
Maleisië;
 Publieksvoorlichting door de gemeente Solo,
Indonesië, die in 2010 gastheer was voor de
World Heritage Cities International Confe-
rence.

Met Nederland wordt al jarenlang genetwerkt en


enkele resultaten daarvan zijn in deze uitgave van
dit tijdschrift te zien. In september 2010 is er in
Bandung een bijeenkomst belegd over samen-
werking tussen Indonesië en Nederland op ver-
5 – Ondanks demonstraties tegen de sloop van het voormalige gebouw van Lindetis-Stokvis, en schillende gebieden van gemeenschappelijk
ondanks politiebewaking, is het gebouw in 2002 toch gesloopt. Tot op de dag van vandaag (2011) erfgoed.3 In het algemeen kunnen beide landen
ligt het terrein waar eens het gebouw stond er troosteloos bij. FOTO HASTI TAREKAT wat gemeenschappelijk erfgoed betreft samen-

12
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012

werken op projectniveau of door middel van


scholing en training. Projecten die in gezamen-
lijkheid zijn uitgevoerd, hebben betrekking op
restauratie van gebouwd erfgoed, Heritage Emer-
gency Response en documentatie. Scholing en
training hebben plaatsgevonden voor musea,
archieven, Nederlandse culturele centra in Indo-
nesië, voor gemeenten met stedelijk erfgoed en
op het gebied van erfgoedonderwijs.
Samenwerking op het gebied van archieven is een
van de oudste vormen van gezamenlijke zorg om
een gedeeld verleden. Dit is al in 1968 begonnen
op basis van een overeenkomst tussen beide
regeringen. In 2000 is deze gewijzigd in samen-
werking op instellingsniveau. Een van de groot-
ste uitdagingen voor het Nationaal Archief
Indonesië is te voorzien in voldoende personeel
dat de Nederlandse taal machtig is. Hier ligt mo-
gelijk een taak voor de Nederlandse culturele
centra in verscheidene Indonesische steden die
cursussen Nederlands aanbieden. De actuele op-
gave is archiefpersoneel en het algemene publiek
een attractieve cursus Nederlands aan te bieden.
Een ander punt dat tijdens de bijeenkomst in
Bandung aan de orde kwam, was het feit dat de
samenwerking zich voornamelijk op Java concen-
treert. Het zou goed zijn als erfgoedverenigingen
en gemeenten in het westen en oosten van Indo-
nesië ook de gelegenheid krijgen om met Neder-
land samen te werken.

Verder werd aangegeven dat de samenwerking


tussen Indonesië en Nederland zich vooral richt
op het gemeenschappelijk erfgoed in Indonesië.
Denk hierbij aan wetenschappelijke samen-
werking. Er wordt door Indonesische weten-
schappers vrijwel geen onderzoek gedaan naar
gemeenschappelijk erfgoed in Nederland. Er
zijn nauwelijks publicaties over dit onderwerp
van de hand van Indonesische auteurs en vanuit
Indonesisch perspectief. De voor de hand lig-
gende redenen hiervoor is dat het gedeeld ver-
leden in Nederland niet materieel van karakter is
en nauwelijks is terug te vinden in de gebouwde
omgeving. De Indonesische nalatenschap in
6a - b – Het gebouw van de Bank Indonesia (vroeger de Javasche Bank) in Padang, West-
Nederland bestaat vooral uit immaterieel erfgoed Sumatra, voor en na de restauratie door een expertteam van de BPPI in 2009. FOTO BPPI
en zoals bekend, is er weinig aandacht voor deze
erfgoeddiscipline. Het gevolg daarvan op de lange
termijn is een gebrek aan inzicht in gedeeld ver-
leden aan Indonesische zijde. De meeste Indone- Indonesië en Nederland te spreiden. Hoewel de Museum Nasional Indonesia en het Rijksmuseum voor
siërs zijn niet op de hoogte van de Indonesische Indonesiërs zelf het initiatief hadden moeten Volkenkunde. Digitale publicaties van het Rijks-
nalatenschap in Nederland. Alle Indonesische nemen om meer te weten te komen over hun museum voor Volkenkunde.
2 12th Forum UNESCO University and Heritage
kinderen leren vanaf de lagere school over het erfenis in Nederland, kunnen wij, die ons al dan
koloniale verleden tot aan de onafhankelijkheid, International Seminar, 5th to 10th April 2009, Hanoi,
niet beroepsmatig met erfgoed bezighouden,
Vietnam.
maar het lijkt net alsof de geschiedenis daar stopt. de Indonesiërs daartoe stimuleren en daarvoor de 3 The Indonesia-Netherlands Discussions on Shared
Aan gedeeld verleden in de huidige context voorwaarden scheppen. Heritage Cooperation Programs, 25 September 2010,
wordt nog geen aandacht besteed.
Bandung, Indonesia, organized by Indonesia Heritage
Het valt te overwegen om de kennis van het
Noten Trust (BPPI) & The Center for International Heritage
gemeenschappelijk erfgoed in gelijke mate over 1 Gemeen Goed. Gedeeld Cultureel Erfgoed in het Activities (CIE). 

13
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012

Agus Sudaryadi
Coördinator maritieme archeologie,
Heritage Preservation Office, ministerie
van Cultuur en Toerisme, Jambi, Indonesië

Judi Wahjudin
M. Hum, hoofd Heritage Conservation
Office in Serang, Banten, Indonesië

Het beheer van het


Martijn Manders
Maritiem archeoloog RCE

maritiem erfgoed
GEMEENSCHAPPELIJK
BELANG ONDERWATER
in Indonesië
I
ndonesië is al vele eeuwen een belangrijke del, maar zorgden er ook voor dat de enorme va- hit-rijk2 was de belangrijkste scheepsroute die
schakel tussen Oost- en West-Azië. Vanaf de riëteit aan natuurlijke producten, die de archipel door de Straat van Malakka richting de Moluk-
7e eeuw ontstonden voortdurend nieuwe zelf voortbracht, over het Aziatische continent ken en de Banda-eilanden, waar specerijen als
handelscentra op de verschillende eilanden in de verspreid raakte. Zowel tijdens het boeddhisti- nootmuskaat, kruidnagel en foelie groeiden.
archipel. Zij dienden niet alleen de doorvoerhan- sche Srivijaya-koninkrijk1 als het latere Majapa- Malakka was aan het einde van de 15e eeuw dè
plek waar Arabische, Indiase en Zuidoost-Aziati-
sche handelaren met die van de verschillen-
de Indonesische eilanden samenkwamen. Dat
maakte het ook een aantrekkelijke plek voor Eu-
ropese handelaren, die elkaars aanwezigheid
voortdurend bestreden.

Na de Portugezen en Spanjaarden gingen eind


16e eeuw ook vier Hollandse schepen voor de
haven van Malakka voor anker: De Amsterdam,
Hollandia, Mauritius en de Duijfken. Zij werden
geleid door Cornelis de Houtman. In 1596 be-
reikte hij de kust van West-Java en zeilde terug
door de straat van Bali. Bij het tweede bezoek van
de Hollanders werden de Molukken bereikt en
de eerste specerijenaankopen gedaan. Tijdens de
2 – Advertentie voor reizen naar de Oost uit De Nederlander daaropvolgende reizen werd de handel geopend
van zaterdag 6 juni 1914. ARCHIEF M. MANDERS met Banten, Banda, Ternate en Tidore. Met de

14
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012

4 – Het majestueuze passagierschip de DMS Indrapoera. In de jaren vlak


na de Tweede Wereldoorlog is het ook gebruikt als troepentransportschip
naar Indië. Oude ansichtkaart.

3 – Indonesië heeft een rijk maritiem erfgoed onder water. Helaas


is tot op heden nog te vaak gefocust op de waardevolle ladingen uit
scheepswrakken. FOTO: WWW.WANLICARGO.COM, INDONESIË 2009 .

De eeuwenlange Nederlandse hegemonie over de Indonesische archipel heeft niet


alleen op het land zijn sporen nagelaten maar evenzeer onder water. De onderwater-
bodems van Indonesië herbergen een omvangrijk maritiem archief dat nog nauwelijks
is ontsloten. De samenwerking tussen beide landen, in het belang van beide, moet daar
verandering in gaan brengen.

oprichting van de Verenigde Oost Indische binnenlandse sultanaten en de grote Europese


Compagnie (VOC) in 1602, wist Nederland zijn concurrenten Portugal en Engeland. Veel gevech-
positie te versterken. Feitelijk bleef Nederland ten zijn geleverd om het gezag in handen te
het dominante handelsland in de archipel tot de houden. Niet alleen op het land, maar ook op het
onafhankelijkheid van Indonesië in 1945. De water. Bij die gevechten zijn veel schepen gezon-
Nederlandse dominantie werd slechts onderbro- ken en op de bodem van de zeeën en rivieren 5 – De lading van het VOC-schip
ken door het Engels interregnum tussen 1810 en terecht gekomen. Toch was dat niet alleen een de Geldermalsen werd in 1986 bij
Christie’s in Amsterdam geveild voor
1817, toen Nederland onder Frans bewind stond. gevolg van de vele gevechten. Ook door naviga-
37 miljoen gulden. FOTO: RCE 1986.
De VOC, die in 1795 aan een ondragelijke schul- tiefouten of slecht weer konden schepen op de
denlast ten onder ging, werd in 1824 opgevolgd talloze gevaarlijke riffen stranden.
door de Nederlandsche Handelmaatschappij
(NHM).3 De NHM, die aanvankelijk alleen de Gestrand verleden 160.000 stukken Chinees porselein en 125 goud-
failliete boedel van de VOC beheerde, groeide uit De Indonesische regering heeft op basis van ver- baren is geborgen en in 1986 geveild bij Christie’s
tot een machtige handelsonderneming en werd schillende historische en archeologische bronnen in Amsterdam. Dit leverde maar liefst 37 miljoen
dan ook regelmatig de kleine Compagnie ge- een lijst van 245 Nederlandse schepen opgesteld gulden op. Van de rest van de lading, zoals kisten
noemd.4 De kolonisatie van de archipel in de 19e die in Indonesië vergaan zijn. Zij vormen een met thee en zijde, persoonlijke bezittingen,
eeuw zorgde ervoor dat de continue stroom aan belangrijk historisch archief met gemeenschap- proviand, bewapening en het schip zelf, is helaas
handelsvaart werd uitgebreid met een groeiende pelijke waarde op de Indonesische zeebodem. maar heel weinig bekend.5
stroom aan passagiersvaarten tussen de archipel Een van die schepen – misschien wel de bekend-
en Nederland. ste – is de Geldermalsen. Dit spiegelretourschip Naast de resten van VOC-schepen bevat het ma-
van de VOC dat in 1752 vastliep op het Gelria’s ritiem archief in Indonesische wateren ook wrak-
De Nederlandse dominantie was nooit onom- Droogte Rif in de Riau-archipel en vervolgens ken uit de 20e eeuw. Bijvoorbeeld (oorlogs)-
streden en stond voortdurend onder druk van de zonk, werd in 1984 herontdekt. De lading van schepen die tijdens de Japanse bezetting tot

15
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012

zinken zijn gebracht, zoals Harer Majesteits in handen van de Japanse vijand zouden vallen. tijdens de UNESCO-cursussen voor onderwater-
Schip (Hr. Ms.) de Ruyter, Hr. Ms. Java, Hr. Ms. Eind jaren ’90 is gezocht naar deze unieke vlieg- archeologie in Thailand. Gedurende drie Foun-
Kortenaer, Hr. Ms. Evertsen en HNLMS Witte tuigen, maar helaas zonder resultaat.6 Een ander dation Courses (2009, 2010, 2011) en gedurende
de With. Zij zonken in februari 1942 tijdens de type watervliegtuig uit de Tweede Wereldoorlog, twee Advanced Courses (2010, 2011), zijn maar
slag om de Javazee. De Hr. Ms. Piet Hein zonk een Catalina PBY5, is aangetroffen voor de kust liefst dertien Indonesiërs opgeleid. Op grond van
tijdens de slag om Straat Badung in hetzelfde jaar. van Biak, bij Papua. Mogelijk was het eigendom het gemeenschappelijk erfgoedprogramma is de
van het Koninklijk Nederlands Indische Leger RCE betrokken bij de organisatie van deze cur-
Overigens liggen er niet alleen scheepswrakken (KNIL). Het wrak ligt een halve mijl uit de kust sussen en training van de Indonesische experts.9
op de bodem van de Indonesische wateren. Ook op dertig meter diepte en is een populaire duik-
zijn in het verleden vliegtuigen neergestort, of stek. Het is de bedoeling dat dit wrak op korte Een rijk onder water
soms opzettelijk afgezonken. Zo zijn na de slag termijn het middelpunt wordt van een onder- Het Directoraat voor het Onderwater Cultureel
in de Javazee acht Fokker T-4A’s en vijf Fokker waterpark, waarin primair koraal gerevitaliseerd Erfgoed van het Indonesische ministerie van
C-11 W watervliegtuigen in de rivier de Brantas wordt, maar ook het vliegtuig een plek krijgt als Cultuur en Toerisme heeft in totaal 1.234
op Oost-Java afgezonken om te voorkomen dat zij duikobject.7 scheepswrakken (inclusief de eerder genoemde
Zo heeft iedere periode uit de gedeelde Indone- 245 Nederlandse) in haar database opgenomen.
sisch-Nederlandse geschiedenis wel iets achter- De gegevens over deze vindplaatsen zijn zowel
gelaten op de zeebodem. Samen met andere afkomstig uit historische als archeologische bron-
(im)materiële overblijfselen op het land vormen nen. Op dit moment is van slechts 186 schepen
zij de (stille) getuigen van de relatie tussen twee de exacte locatie bekend. Om meer inzicht te
(en soms meer) verschillende landen en culturen. krijgen in haar eigen erfgoed onderwater, is het
Door die te bestuderen kunnen we veel over ons ministerie begonnen met een gebiedsgerichte
verleden te weten komen. Het is van belang de inventarisatie.
verschillende bronnen in samenhang te bestu-
deren. Echter, tot nu toe zijn de Nederlandse De inventarisaties uit tabel 1 zijn uitgevoerd om
wrakken in Indonesische wateren nog maar wei- het cultuurhistorisch potentieel van de verschil-
nig archeologisch onderzocht. Dit heeft voor een lende zee- en rivierbodems te bepalen. De vind-
deel te maken met de capaciteit die in beide lan- plaatsen met hoge waarden komen in aan-
den voor de maritieme archeologie beschikbaar merking voor bescherming onder de nationale
is. De intensieve samenwerking tussen de twee wetgeving – Wet nummer 11 uit 2010 voor de be-
landen op cultureel gebied heeft in het verleden scherming van het cultureel erfgoed. Deze Wet
voor de maritieme archeologie niet veel bete- vervangt wet nummer 5 uit 1992, die gaat over
kend. Feitelijk zijn de eerste initiatieven pas ont- monumenten en eigendom van cultureel erfgoed.
plooid onder het gewijzigde gemeenschappelijk De wijziging in wetgeving toont de verschuiving
erfgoedbeleid in 2009.8 Hierdoor is het mogelijk in de waardering van cultureel erfgoed: van indi-
geworden Indonesische archeologen te trainen viduele voorwerpen van waarde (waarbij eigen-

6 – Deze Catalina zal binnenkort het middelpunt vormen van een nog aan te
leggen koraalrif bij Biak. FOTO’S: MINISTERIE VAN MARITIEME ZAKEN & VISSERIJ, 2009

16
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012

Tabel 1 Aantal survey-projecten uitgevoerd door het ministerie van Cultuur en Toerisme en Tabel 4 Illegale bergingen in Indonesië
door het Nationaal Comité voor Berging en Gebruik van Waardevolle voorwerpen uit gezonken
Nr Jaar Waar
scheepsladingen (voorgezeten door het ministerie van Maritieme Zaken en Visserij).
1 2005 In de wateren van het Ujung Kulon
Nat. Park (werelderfgoed – natuur)
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
Aantal projecten uitgevoerd door 2 2005 Uit de kust van Cirebon
het Indonesische ministerie van 3 2006 Uit de kust van Kalimantan Barat
Cultuur en Toerisme 0 0 0 1 1 5 8 4 2006 Uit de kust van Belitung
5 2006 Uit de kust van Cirebon
Aantal projecten uitgevoerd door het 6 2007 Uit de kust van Jepara
Nationale Comité voor Berging en 7 2008 Uit de kust van Makassar
Gebruik van Waardevolle voorwerpen
8 2008 Uit de kust van Taman Nasional
uit gezonken scheepsladingen 2 3 1 2 6 2 1
Kepulauan Pulau Seribu
9 2008 Uit de kust van Selayar,
Sulawesi Selatan
Tabel 2 Bergingscontracten uitgegeven Tabel 3 Oud RCE-archief scheepswrakken 10 2010 Uit de kust van Blanakan, Cirebon
door de Indonesische overheid in Indonesië. Bijgewerkt tot 2000 door een visser
11 2010 Uit de kust van Blanakan, Cirebon
Nr Vindplaats Hoeveelheid objecten Eeuw 17e 18e 19e door commerciële berger
(vooral porselein)
Zoekobject 28 15 3
1 Pulau Buaya, Kep. Riau 16.031
2 Batu Hitam, Belitung dan Tuban 10.757 Deels geborgen 5 6 5
3 Pulau Seribu (Eks Intan Cargo) 664 Archeologisch 0 0 0
4 Perairan Blanakan 13.590 onderzocht
5 Karimata Strait (Karang Cina) 31.029 TOTAAL 33 21 8
6 Perairan Laut Jawa, utara Cirebon 271.834
7 Perairan Karang Heliputan, Kep. Riau 21.521
8 Perairan Teluk Sumpat, Kep. Riau 15.461
9 Perairan Laut Jawa, utara Karawang 14.814
10 Perairan Laut Jawa, utara Karawang 6.442 7 – Een onderscheidings-
11 Perairan Belitung Timur 34.680
medaille met verschillende
12 Perairan Ujung, Pamanukan 18.469
draagtekens met aan-
13 Gelasa Strait, Bangka Belitung 32.150
duidingen waar de
14 Jepara, Jawa Tengah (MSO) 328
drager geopereerd had.
TOTAAL 487.770 Een van deze draagtekens
is die van de Javazee
1941-1942.
FOTO M. MANDERS 2011

8a-b-c – Binnen een paar jaar wil Indonesië ongeveer 100


maritieme archeologen hebben. De capaciteitstrainingen in
Indonesië moeten hier een voorschot op geven. FOTO’S:
A. SUDARYADI, MINISTERIE VAN CULTUUR EN TOERISME, INDONESIË 2010

17
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012

dom belangrijk is), naar het collectief begrip van


erfgoed, iets dat we met z’n allen delen.

Niet alleen het ministerie van Cultuur en Toe-


risme houdt zich bezig met het maritiem erfgoed.
Ook het Nationaal Comité voor Berging en Ge-
bruik van Waardevolle Voorwerpen uit Gezonken
Scheepsladingen, voorgezeten door het ministe-
rie van Maritieme Zaken en Visserij, heeft inven-
tarisaties uitgevoerd (zie tabel 1). Alleen heeft dit
comité een ander doel, namelijk het commerciële
potentieel van wrakken te onderzoeken. Bij een
eventueel hoge geldelijke waarde kan tot berging
over worden gegaan, vaak in samenwerking met
andere (buitenlandse) partijen. Dit comité is
opgericht bij Presidentieel Decreet.10 Volgens de
Wet mag de Indonesische overheid eerst een
keuze maken uit alle gelichte goederen ten
behoeve van de staatscollectie. De rest van de
goederen mag verkocht worden en het geld vloeit
terug in de staatskas. Echter, geen enkele com-
merciële berging was ooit winstgevend voor die
overheid. De verschillende uitgevoerde ber-
gingen, inclusief het totaal aantal geborgen
vondsten, staat in tabel 2.

Het rijke culturele erfgoed onderwater in Indo-


nesië heeft niet alleen een aantrekkingskracht op
wetenschappers, maar ook op zakenlieden met
een commercieel belang, die het niet altijd op
hebben met de bescherming van dit erfgoed. Er
zijn er die illegaal hun slag slaan. Maar door de
hierboven geschetste situatie zijn legale bergin-
gen ook mogelijk. Illegale bergingen kunnen
plaatsvinden door professioneel georganiseerde
schatgravers die onder de radar van de Indonesi-
sche overheid wrakken leegroven. Maar ook op
kleinere schaal gebeuren ongewenste zaken.
Soms worden vindplaatsen bewust verstoord 9 – Het is van belang
door visnetten over de wrakken heen te trekken dat Indonesië zich
in de hoop dat er archeologisch materiaal in vooral blijft aan-
achterblijft. In tabel 4 is een lijst opgenomen van sluiten bij de
illegale activiteiten op scheepswrakken die aan internationale mari-
tiem-archeologische
het licht zijn gekomen en waar door de Indone-
gemeenschap.
sische overheid actie op is ondernomen. Vooral
In Azië zou zij dan
in de beginjaren 2005 en 2006 zijn voorbeelden op den duur een
gesteld in de handhaving en zijn mensen voor leidende rol kunnen
overtredingen veroordeeld voor celstraffen van gaan spelen. De
vier tot zes maanden. Aziatische aanslui-
ting wordt vorm-
Beheer van het maritiem erfgoed gegeven door de
Het beheer van het maritiem erfgoed is zoals uit Indonesische
het voorgaande kan worden opgemaakt, niet op- deelname aan
timaal in Indonesië. Gezien de grootte van het verschillende
UNESCO-cursus-
land, de rijkdom onderwater en de vele (afgele-
sen op het gebied
gen) eilanden in de archipel is dat niet zo verwon-
van de maritieme
derlijk. Handhaving van de bescherming is lastig. archeologie.
Maar er zijn ook andere redenen. FOTO:
De juridische bescherming van scheepswrakken M. MANDERS 2010

18
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012

is afhankelijk van een aantal verschillende wetten trum te bouwen om de capaciteit in Indonesië verklaard en nam de staat de bezittingen (waardoor nu
die niet allemaal goed op elkaar aansluiten. Zo re- verder te vergroten en te verdiepen. staatseigendom van de wrakken) en schuld van 119 miljoen
gulden over. In 1803 werden de resterende kamers
gelt Wet 5 uit 1992 het gebruik van cultureel erf- Het draagvlak voor de bescherming van maritiem
opgeheven en in 1805 werd de handel vrijgegeven.
goed ten behoeve van educatie, wetenschap, erfgoed in Indonesië is nog altijd zeer beperkt. 4 In latere jaren zou de NHM zich steeds meer richten op
cultuur, religie en toerisme. Het ministerie van Er zijn regelmatig overtredingen variërend van bankzaken en als ABN een van de grootste banken van
Cultuur en Toerisme probeert op basis hiervan lokale handel in archeologisch materiaal tot grote Nederland worden.
5 Zie o.a. het boek van Jörg 1986 over het porselein van
het erfgoed te beheren vanwege de wetenschap- professionele illegale bergingen. Een van de
de Geldermalsen.
pelijke waarde voor ons allen. Tegelijkertijd gaat mogelijkheden om het draagvlak te vergroten 6 Bron: www.metaldec.nl/avianet_xtreme.html.
het presidentiële decreet Nummer 19 uit 2007 is het organiseren van tentoonstellingen en het 7 Tahir, 2010.
over het Nationaal Comité voor Berging en Ge- publiceren van boeken en artikelen over dit 8 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en

bruik van Waardevolle voorwerpen uit gezonken onderwerp. Sinds 2006 zijn maar liefst eenen- het ministerie van Buitenlandse Zaken (2008 & 2009).
9 Manders & Underwood, 2011.
scheepsladingen en over de toestemming voor de twintig tentoonstellingen georganiseerd met als
10 Presidentieel Decreet 43 van 1998. Overigens is deze
economische exploitatie van het onderwater onderwerp de onderwaterarcheologie.
later weer vervangen door decreet nummer 19 uit 2007.
cultureel erfgoed. Hierbij is het financiële gewin 11 De UNESCO-conventie voor de Bescherming van het
leidend. Conclusie Cultureel Erfgoed Onderwater is opgesteld in 2001 en in
Ondanks de vele initiatieven die zijn ontplooid 2009 van kracht geworden. Nederland noch Indonesië heeft
In een poging een en ander recht te zetten, intro- in maritieme archeologie en -management, is de conventie geratificeerd. Beide landen zijn wel begonnen
met een onderzoek om te zien of zij zich op korte termijn
duceerde de nationale overheid in 2010 wet num- het effect nog beperkt. Een belangrijke reden
alsnog bij de conventie aansluiten.
mer 11 over cultureel erfgoed. In deze wet staat hiervoor is het gebrek aan coördinatie tussen de 12 Ter vergelijking: Nederland heeft 451 km kustlijn.
expliciet geschreven dat cultureel erfgoed zowel betrokken partijen als overheidsinstellingen, uni-
op land als onder water beschermd moet worden versiteiten en professionele duikbedrijven. Literatuur
en dat beheer duurzaam dient te zijn. Dit is in De Indonesische overheid zet zich reeds in om – Direktorat Peninggalan Bawah Air (Publica-
overeenstemming met de UNESCO-conventie dit te verbeteren. Zo organiseert het coördine- tie gepland 2011). Profil Direktorat Peninggalan
voor de bescherming van het cultureel erfgoed rend agentschap van het ministerie van Mari- Bawah Air, Direktorat Jenderal Sejarah dan
onderwater uit 2001.11 Maar het druist wel in tieme Zaken en Visserij gezamenlijke inven- Purbakala, Kementerian Kebudayaan dan
tegen de werkwijze van het Nationaal Comité tarisaties, waar overheid, universiteiten en visse- Pariwisata. Jakarta.
voor Berging en Gebruik van Waardevolle voor- rijgemeenschappen aan deelnemen. Tegelijkertijd – Hall, D.G.E. (1988). Sejarah Asia Tenggara,
werpen uit gezonken scheepsladingen. Gelukkig worden de competenties van de verschillende Usaha Nasional Surabaya-Indonesia, Cetakan I.
heeft het comité in 2011 nog geen bergings- groepen verbeterd door cursussen te organiseren Surabaya.
vergunningen afgegeven en hopelijk blijft dat waar al deze groepen aan kunnen deelnemen. – Jörg, C.J.A. (1986). The Geldermalsen.
ook zo. Draagvlakvergroting wordt bereikt in samenwer- History and Porcelain. Groningen.
king met musea, media, lokale overheden en be- – Kartodirdjo, Sartono (1988). Pengantar
De capaciteit in de maritieme archeologie is woners. Sejarah Indonesia Baru: 1500-1900 Dari
beperkt wanneer je de enorme weidsheid van Emporium Sampai Imperium Jilid I, Penerbit PT
de Indonesische archipel in ogenschouw neemt. De bescherming van het maritiem erfgoed wordt Gramedia. Jakarta.
De Indonesische kustlijn is maar liefst 108.000 gezamenlijk ter hand genomen door het ministe- – Manders, Martijn & Chris Underwood
km lang en de archipel bestaat uit circa 13.600 rie van Bosbouw, Marine, lokale overheden en de (Publicatie gepland 2012): UNESCO Field
eilanden.12 Op dit moment zijn er 87 duikers lokale vissersgemeenschappen. Het is daarbij van School on Underwater Cultural Heritage 2009-
actief bij zeventien verschillende afdelingen van belang dat Indonesië snel tot een interne over- 2011, Thailand Capacity building in the Asian
het ministerie van Cultuur en Toerisme. Minder eenstemming komt. De overheid kan dat niet and Pacific Region, in: Sila Tripathi (ed)
dan 30% hiervan is daadwerkelijk geschoold in alleen. Zij heeft daarvoor de hulp van andere Maritime Archaeology, Goa.
de maritieme archeologie. Het ministerie streeft partijen nodig en van overheden en experts uit – Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Weten-
ernaar om binnen afzienbare tijd meer dan andere landen. Nederland kan hierbij behulp- schap en ministerie van Buitenlandse Zaken
honderd gediplomeerde maritieme archeologen zaam zijn. Dat is ook in haar eigen belang want (2008): Beleidsbrief Grenzeloze kunst. Den Haag.
te hebben. Indonesië zal dàn het land zijn met de het raakt ook de Nederlandse geschiedenis. Een – Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Weten-
grootste capaciteit aan maritieme archeologen in versterking van de samenwerking zou een conti- schap en ministerie van Buitenlandse Zaken
de wereld! nuering en intensivering van het gemeenschap- (2009): Beleidskader Gemeenschappelijk Cultureel
pelijk erfgoedbeleid betekenen dat ingezet is in Erfgoed 2009-2012. Den Haag.
Om de capaciteit in onderwaterarcheologie te 2009. Daarnaast zou het voor het beheer ook goed – Poesponegoro, Marwati Djoened (1984).
vergroten heeft de Indonesische overheid tussen zijn samen een extra inspanning te leveren om tot Sejarah Nasional Indonesia III, PN Balai
2006 en 2010 acht verschillende trainingen geor- ratificatie van de UNESCO-conventie voor de Pustaka, Jakarta.
ganiseerd. Deze trainingen waren gericht op het Bescherming van het Onderwater Cultureel – Tahir, Zainab (2010). Underwater Cultural
halen van onder andere duikcertificaten en het Erfgoed uit 2001 over te gaan. Heritage Into Concept For Tourism and Protection
doen van opgraving en conservering van objecten ‘Development of Catalina Wreck (Ex-WW II) as
uit zee. Daarnaast werkt de Indonesische over- Noten Maritime Conservation Area’ In Biak Island-
1 Het Srivijaya-koninkrijk was boeddhistisch en duurde
heid samen met een aantal universiteiten en West-Papua, intern concept rapport ministerie
van de 7e -14e eeuw.
volgde een select groepje archeologen de hiervoor 2 Het Majapahit-rijk was hindoe-boeddhistisch en duurde van Maritieme Zaken en Visserij. Jakarta. 
genoemde UNESCO-cursussen in Thailand. Er van de 13e eeuw tot omstreeks 1500.
zijn plannen om een permanent trainingscen- 3 In 1799 op 31december werd de VOC officieel failliet

19
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012

drs. Arjen Kok


Senior onderzoeker
roerend erfgoed RCE

Max Meijer
TiMe Amsterdam

drs. Ben de Vries


Senior beleidsmedewerker
internationaal RCE

SPOREN TUSSEN
VERLEDEN EN
TOEKOMST
1 – Welkomstspandoek voor deelnemers aan

De revitalisering van
de vierdaagse workshop over de toekomst
van het spoorwegmuseum in Ambarawa.
Op de achtergrond het gerestaureerde
Lawang Sewu gebouw ofwel het voormalig

het spoorwegmuseum
hoofdkantoor van de NIS in Semarang.
FOTO MAX MEIJER, 2011

in Ambarawa I
n maart 2011 reisden de auteurs op verzoek
van de Indonesische spoorwegen af naar
Centraal-Java voor het geven van een vier-
daagse workshop met als inzet de revitalisering
van het Ambarawa spoorwegmuseum en z’n
omgeving. Dit artikel geeft een impressie van dit
bezoek en bestaat uit drie onderdelen: een histo-
Centraal-Java is de bakermat van de spoorweggeschiedenis in Nederlands-Indië. rische schets van de aanleg van de eerste spoor-
De eerste spoorlijn werd geopend in 1867 en liep van de havenstad Semarang naar wegen – 150 jaar geleden – in toenmalig Neder-
Tangoeng en werd een paar jaar later doorgetrokken via Solo naar Yogyakarta. Deze lands-Indië (De Vries); de inzet van het erfgoed-
zogenaamde Vorstenlandenlijn kreeg een zijtak naar het garnizoensstadje Ambarawa, ondernemingsmodel tijdens de workshop (Kok);
alwaar fort Willem I lag. Het station Ambarawa is dertig jaar geleden herbestemd tot en een beschrijving van de aanpak van de work-
spoorwegmuseum. Inmiddels heeft dit museum te kampen met een sleetse presentatie, shop (Meijer).
een kwetsbare collectie en tegenvallende bezoekerscijfers.
De Indonesische spoorwegen vroegen de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) Missie en doel
mee te denken over een nieuwe toekomst voor het museum. Tijdens een workshop in De groeiende Indonesische middenklasse is zich
2011 werkte de RCE als procesbegeleider en inhoudelijk consultant aan de gewenste steeds meer bewust van de bijzondere architec-
kennisoverdracht en capaciteitsopbouw. tuur uit de Nederlandse koloniale tijd; inclusief
de bijna zevenhonderd spoorwegstations en de

20
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012

uitgebreide infrastructuur die uit die tijd zijn


overgeleverd. Daarom vond in 2009 op verzoek Erfgoeddivisie van de Indonesische spoorwegen
van de erfgoeddivisie1 van de Indonesische
spoorwegen, een identificatiemissie vanuit de De herinrichting van het spoorwegmuseum lang,’ aldus mevrouw Ubaidi. ‘Door zijn cen-
RCE plaats. Doel was te onderzoeken op welke Ambarawa is slechts één van de vele projecten trale plek in de stedelijke samenleving kan een
wijze de RCE een bijdrage zou kunnen leveren van de nieuwe erfgoeddivisie van het Indone- gerestaureerd stationsgebouw een economische
aan de revitalisatie van het erfgoed van de spoor- sisch spoorbedrijf. Het lijkt een exponent van betekenis vervullen. En als daarmee de leefom-
wegen. Centraal stond de vraag in hoeverre het een nieuwe erfgoedbenadering in Indonesië. geving verbetert, is ook een sociaal belang ge-
stationsgebouw en -gebied op Java, als uiting van diend. Tegelijkertijd verrijkt zo’n restauratie
een gemeenschappelijk Indonesisch-Nederlands De erfgoeddivisie werd in 2009 opgericht als het culturele leven, dat op zijn beurt weer een
verleden, en veelal gebouwd door Nederlandse zelfstandige afdeling van de PT Kereta Api toeristische, recreatieve of zelfs educatieve rol
architecten, beter in stand kan worden gehouden, (NV Indonesische Spoorwegen), een bedrijf kan spelen. Persoonlijk ben ik gefascineerd
waardoor het een positieve uitstraling kan heb- dat volledig in handen is van de Indonesische door de blik die deze stations op het verleden
ben op z’n stedelijke en sociale omgeving, en vice staat. Doel van deze nieuwe divisie binnen het bieden; een verbintenis met het verre Neder-
versa. enorme bedrijf is de duurzame instandhouding land, dat tegelijkertijd soms zo dichtbij is.’
Een van de drie aanbevelingen2 van de missie van alle historisch waardevolle eigendommen.
was: blaas het spoorwegmuseum van Ambarawa, Het gaat dan vooral om tastbare zaken als sta- De Indonesische spoorwegen staan niet alleen
gevestigd in het voormalige station Willem I tionsgebouwen, rollend materieel en archie- in deze nieuwe erfgoedpolitiek. Er lijkt zelfs
(1907), nieuw leven in. Het museum wil meer be- ven. De ruim zeshonderd stations – voor het sprake van een trend, waarbij steeds meer be-
zoekers trekken, de collectie aantrekkelijker pre- merendeel gebouwd tijdens het Nederlands drijven verantwoordelijkheid nemen voor het
senteren en de voorzieningen in de omgeving bewind – zijn daarbij de grootste zorg voor Ella erfgoed dat zij beheren. Zo heeft ook de Bank
verbeteren. In de buitenlucht staan tweeëntwin- Ubaidi, Executive Vice-President van de erf- Indonesia – de grootste bank in het land –
tig stoomlocomotieven opgesteld 3, waarvan nog goeddivisie. De inzet van haar ambitieuze recentelijk een studie verricht naar de restau-
een aantal speciaal voor toeristen rijdt op het restauratieprogramma is de (her)gebruiksmo- ratiebehoefte van de vele bankgebouwen in
enige tandradtraject op Java. gelijkheden van deze stations te optimaliseren haar bezit; een aantal daarvan is ontworpen
om daarmee hun bestaansbasis te maximalise- door de bekende Nederlandse architect Eduard
1. Het spoor terug ren. Desgevraagd geeft zij ruiterlijk toe dat dit Cuypers. Het Indonesische bedrijfsleven be-
Stoomtreinen symboliseren een tijdperk dat ach- het aanzien van het logge bedrijf de brood- treedt daarmee een domein dat wij in Europa
ter ons ligt. Soms herleven deze nostalgische tij- nodige oppepper moet geven. Maar dat is niet aan onze overheden hebben toegekend. Welk
den, bijvoorbeeld in het spoorwegmuseum van het enige. ‘De instandhouding van deze stati- het duurzaamst is, zal de toekomst moeten
Ambarawa. Een ritje in een houten rijtuig getrok- ons raakt ook een ruimer maatschappelijk be- uitwijzen.
ken door een honderdjarige tandradloc is een
unieke ervaring. De loc B 2503, afkomstig van de
Duitse machinefabriek Esslingen, kreunt, piept
en puft als ie langzaam in beweging komt. De Tegenstanders spoorwegaanleg Indië pas in 1867. Parlementaire ruzies tussen
aandrijfstangen zuchten, de lucht kleurt zwart Terwijl in Nederland de eerste spoorlijn tussen conservatieve en liberale politici en andere
van de rook. Acht kilometer klimmen op een steil Haarlem en Amsterdam in 1839 werd geopend, belanghebbenden waren een belangrijke reden
bergtraject is geen sinecure. reed de eerste stoomlocomotief in Nederlands- voor de late introductie van stoomtractie in de

3 – Deelnemers aan de workshop kregen na afloop


een certificaat van de PT. Kereta Api.

2 – De ruim vijftig Indonesische deelnemers aan de workshop zijn in de centrale hal van het Lawang Sewu-gebouw vereeuwigd. FOTO PT KERETA API 2011

21
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012

archipel. Ondertussen werden onbezonnen plan- houdingen. De emancipatie van de Javaan moest van de staat achter de hand, een jaar later de
nen gelanceerd met geïmporteerde kamelen, Bra- volgens hen worden vertraagd of tegengehouden. eerste spade in de grond 5. Na drie jaar zware
bantse ezels, olifanten en lama’s. De lobby tegen ‘Wacht u voor den eersten stap!’, zo waarschuwde arbeid onder leiding van oud-genisten werd op
de aanleg van spoorwegen was sterk en vooral te in 1863 oud-resident J.D. van Herwerden. In zijn 10 augustus 1867 het traject van vijfentwintig
vinden in kringen van oud-Indischgasten. Zij ogen zouden spoorwegen Java voor ‘den naijveri- kilometer van de havenstad Semarang naar
hadden angst en ontzag voor de natuur. Begrijpe- gen vreemdeling openzetten en het moederland, Tangoeng (Tanggung) feestelijk geopend. Later
lijk, want aardbevingen, vulkanen en landver- met staatsschulden verarmd en van zijn kostbaar- werd de lijn als ‘Vorstenlandenlijn’ doorgetrok-
schuivingen hadden vrij spel en veroorzaakten ste juweel beroofd, in het vorige niet doen terug- ken naar Solo en Yogyakarta. Ter hoogte van
regelmatig grote schade. Bij de railaanleg door zinken (...)’. 4 Kedoengdjati (Kedungjati) werd in 1873 een
grillige bergketens moesten bovendien techni- zijlijn naar het garnizoensstadje Ambarawa aan-
sche problemen worden opgelost zonder dat men Vorstenlandenlijn gelegd, waar zich het militaire fort Willem I6
beschikte over gedetailleerde kaarten. Ook aar- In een tijd waarin het Cultuurstelsel (1830-1870) bevond.
zelde men om geld te investeren in een project door haar geforceerde opbrengsten tot een over- Naast dit militaire motief, waren er twee andere
ten bate van een bevolking, waarvan men dacht belasting van het primitieve vervoer per draag- redenen waarom juist deze lijn werd aangelegd.
dat die niet reislustig was. Al snel bleek dit een buffel en ossenkar leidde, gingen steeds meer De politieke invloed van de sultanfamilies in
misrekening. stemmen op voor de introductie van groot- Solo (Surakarta) en Yogyakarta was groot. Beide
scheepse spoorwegbouw. Alleen wie durfde vorsten stonden gratis grond af in ruil voor een
Een tweede argument was het gevaar voor een het voortouw te nemen? ‘Handelskoning’ Willem eigen station met een koninklijke wachtkamer.
buitenlandse, lees Britse, invasie en dat de legers III had in 1860 oud-artillerieofficier T.J. Stieltjes Het laatste argument was dat de lijn dwars door
dan snel via deze spoorlijnen zouden kunnen gevraagd een onderzoek in te stellen naar de een dichtbevolkt gebied liep, waar men sterk
oprukken. Een derde argument om de komst van mogelijkheid van een spoorweg op Java. afhankelijk was van de verbouw van suikerriet,
de trein te vertragen was de opvatting onder met Uiteindelijk werd in 1863 de particuliere Neder- koffie, tabak en rijst. Door de ontsluiting van
name oud-Indischgasten dat spoorwegen onver- landsch-Indische Spoorweg Maatschappij (NIS) deze gebieden konden de producten gemakkelijk
enigbaar waren met de bestaande koloniale ver- opgericht en die plaatste, met een rentegarantie afgevoerd worden naar noordelijke havenstad
Semarang, en vandaar naar Europa. De tweede
lijn die door de particuliere NIS in exploitatie
werd gebracht was die tussen de bestuurscentra
Batavia (Jakarta) en Buitenzorg (Bogor).

Staatsspoorwegen
Nadat de Nederlandse economie enigszins was
aangetrokken, groeide het enthousiasme van de
staat om zelf te bouwen en werd in 1875 de
Staatsspoorwegen (SS) opgericht, met als doel
het binnenland verder te ontsluiten, de bevolking
betere vervoersmogelijkheden te bieden en de
cultuurondernemingen versneld te ontwikkelen.
Het eerste project dat de SS onder handen nam,
was de aanleg van een spoorweg tussen de belang-
rijke haven en marinestad Surabaya en Malang.
Door tegenstanders werd het als ‘Rijkspleizier-
baan’ (1878) gekwalificeerd. De tijd zou echter
leren dat hier de basis werd gelegd voor één van
de meest succesvolle lijnen uit de spoorweghisto-
rie op Java: de zogenaamde Vlugge Vijf. Rond
1935 werd dit snelle openbaar vervoer onder de
aandacht van het brede publiek gebracht met
slogans als: ‘(...) Bliksemschicht, krachtgedicht, fut
in ’t lijf, Vlugge Vijf. Of: Van Bandoeng naar Bata-
via voor zaken of plezier; geen betere gelegenheid dan
met de Vlugge Vier’. Of: ‘Berg en dal, waterval,
ravijn en rots, S.S. trots. (...)’.7 Hoge bruggen,
viaducten en rails van amper een meter breed
werden bereden door de snelste trein van het
zuidelijke halfrond. Aan de vooravond van de
Tweede Wereldoorlog had het spoorwegnet een
totale lengte van 7.500 km; 5.500 km op het
4 – De loc B 2503 afkomstig van de Duitse machinefabriek Esslingen neemt dichtbevolkte Java en Madura, de rest op Suma-
water in tijdens een ritje over het bergtraject Ambarawa-Bedono. tra 8. Sinds het uitroepen van de onafhankelijk-

22
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012

heid van de republiek Indonesië in augustus 1945


zijn er geen of nauwelijks nieuwe lijnen aange-
legd of stations gebouwd.

Stationsgebouw als
gemeenschappelijk erfgoed
Stationsgebouwen waren zonder twijfel sluitpost
op de begroting. De NIS bouwde uit zuinigheid
veelal kleine stations, meestal gemaakt van hout
en bamboe. De grotere stations waren van steen
en hadden soms een galerij. De SS zat iets ruimer
bij kas en beschouwde het station vaker als z’n
visitekaartje. Er kwamen zelfs luxueuze 1e en 2e
klas wachtkamers. Tussen 1910 en 1930 verrezen
stations9 die er soms uitzagen als Hollandse
villa’s in chaletstijl met Indische elementen, zoals
een ruim dakoverschot, luifels aan de voorkant
en zadeldaken rustend op gietijzeren kolommen
met Belgische spanten.
Voor het indrukwekkende hoofdkantoor van de
NIS in Semarang, lokaal Lawang Sewu genoemd,
Duizend Deuren, waren de architecten Jaap
Klinkhamer en Bert Ouëndag verantwoordelijk. 5 – Deelnemers van de workshop namen veelvuldig het woord.
Dit gebouw uit 1902 wordt wel gezien als het
begin van de moderne bouwkunst in Nederlands-
Indië. Het gebouw leent zich uitstekend voor het mingsmodel’ wordt ontwikkeld. In dit project, krachtenveldanalyse. Zo krijgt men een beeld van
tropisch klimaat en is omgeven met galerijen op dat een vervolg is op een project over de culturele de partners voor wie de ontwikkeling en produc-
alle verdiepingen en voorzien van hoge plafonds waarde van mobiel erfgoed, wordt de behouds- tie van culturele waarde van belang is. Dit levert
en uitgebreide natuurlijke ventilatiesystemen. vraag onder meer benaderd vanuit aan business- een krachtenveld op waarin het publieke en
Na een ingrijpende renovatie en herbestemming modellen ontleende elementen. ‘Een business- private domein worden aangevuld met de (lokale)
tot ‘groothandelsgebouw’ heeft de first lady mw. model beschrijft de onderliggende structuur gemeenschap en de culturele consument. Belang-
Ani Yudhoyono het gebouw juli 2011 heropend. waarmee een organisatie waarde creëert, levert en rijke hypothese bij dit model is dat de ontwikke-
Sindsdien loopt het storm met lokale en buiten- verdiensten genereert.’ Zo formuleerde Alexan- ling en productie van culturele waarde gericht
landse bezoekers, waaronder veel architectuur- der Osterwalder het in zijn Businessmodel Gene- moet zijn op het creëren van eigenaarschap.
liefhebbers. En in maart 2011 vormde het statige ration uit 2009. Erfgoedinstellingen zijn precies In alle vier de domeinen is dat eigenaarschap
gebouw de toepasselijke locatie voor de workshop daarmee bezig. Ze creëren en leveren culturele mogelijk en gewenst om zodoende cultureel
over de toekomst van het spoorwegmuseum waarde en genereren daarmee verdiensten, finan- erfgoed een gezond draagvlak te geven.
Ambarawa. cieel, maar ook maatschappelijk.
In de erfgoedtheorie is sinds de jaren ’80 van de Waarde
2. Erfgoedondernemingsmodel vorige eeuw het inzicht gegroeid dat erfgoed niet Deze inzichten over het creëren van waarde, het
Het spoorwegmuseum in Ambarawa verkeert in zozeer deel uitmaakt van het verleden, maar pri- eigenaarschap van diverse partijen en het ont-
een ontwikkelingsfase. Het bezoekersaantal kan mair relevantie ontleent aan het heden. Baanbre- wikkelen van de collectie en objecten, vormen
omhoog en de belangrijkste onderdelen van het kend hiervoor was het werk van David Lowen- belangrijke onderdelen van het erfgoedonderne-
museum, zoals de (werkende) stoomlocomotie- thal, die stelde dat ‘erfgoed geen geschiedenis is.’ mingsmodel, en daarmee het uitgangspunt voor
ven en het unieke spoortraject met tandradbaan Erfgoed ontleent z’n betekenis aan de waarden de workshops in Semarang. Ter plaatste bleek het
zijn aan renovatie toe. De vaste opstelling en die we er vandaag de dag aan toekennen. En die model zich prima te lenen voor het ontwikkelen
behuizing van de collectie, zowel de statische processen van waardetoekenning, van waarde- en uitwerken van verschillende scenario’s of
locomotieven als de kniptangen en morsetoestel- ring, kunnen en moeten we sturen, als we erfgoed ondernemingsplannen. Het vergt enig abstractie-
len zijn sterk gedateerd. Bovendien heeft de tenminste deel willen laten uitmaken van onze vermogen om te begrijpen dat de beslissingen
eigenaar, de Indonesische spoorwegen, behoefte samenleving. Die ontwikkeling van waarden van over de restauratie en conservering niet in het ob-
aan een geïntegreerde aanpak waardoor niet erfgoed hangt direct samen met de (publieke) ject of de collectie zelf besloten liggen. Het zijn
alleen het museum zelf een nieuwe impuls krijgt, functie van erfgoed. altijd keuzes die de erfgoedbeheerder maakt. Ex-
maar ook het spoorwegnet waar het museum op pliciet of impliciet. En niets doen is ook een
aansluit, kan worden gerevitaliseerd. Naast inzichten en theorieën op het gebied van keuze. Het erfgoedonder-nemingsmodel geeft in-
businessmodellen worden in het erfgoedonder- zicht in de bepalende factoren voor een goed on-
Businessmodel nemingsmodel ook andere organisatiehulpmid- derbouwde keuze. Welke culturele waarde wil je
Deze vraag om behoud door ontwikkeling sluit delen gebruikt en geïntegreerd, zoals de PEST ontwikkelen in relatie met welke functie en hoe
uitstekend aan op het RCE-project ‘Erfgoed dat (politieke, economische, sociale en technologi- is deze gerelateerd aan een succesvolle borging
weer beweegt’, waarin een ‘erfgoedonderne- sche factoren), SWOT (‘sterkte-zwakte’-) en bij de betrokken partijen?

23
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012

6 – In de verte verschijnt de stoomtrein op het allereerste spoortraject in Indonesië, namelijk op de lijn Semarang-Tangoeng. Het 1e stationsgebouwtje uit
1867 had ‘bamboezen’ wanden, later vervangen door stenen muren. Kleurenlitho (naar een oorspronkelijk werk) van J.S. Rappard, 1883-1889. BRON: KIT

Bij het gemeenschappelijk erfgoed in Ambarawa Dat vroeg om een open houding bij Indonesische Programma
is dit de belangrijkste vraag. De verantwoorde- partijen en betrokkenen via het principe van Zowel voorafgaand aan als na afloop van de work-
lijkheid voor het beheer ligt in handen van de In- halen-en-brengen. Met andere woorden: de pre- shops, stelde het RCE-team syllabi samen. De
donesiërs, met name de Indonesische spoor- misse dat een lokale samenleving een museum (of eerste bevatte naast praktische gegevens ook in-
wegen. Hun keuze is beslissend. Uit de workshop ander erfgoed) alleen omarmt en instandhoudt, formatie over de context van de workshops, de
bleek duidelijk dat het concept van erfgoed als als er sprake is van voordelen voor die gemeen- eerder uitgevoerde identificatiemissie en de
een onderneming de betrokkenen sterk aansprak. schap. theoretische en praktische onderbouwing door
middel van het erfgoedondernemingsmodel. Bo-
3. Workshop Ambarawa-museum Dit inzicht leidde tot een ontwikkeltraject dat vendien waren zeven beschrijvingen opgenomen
De uitgangspunten voor deze tweede RCE-missie breed en integraal zou moeten worden opgezet: van voorbeelden die relevant leken voor de situ-
waren helder: het bijdragen aan lokale capaci- zowel inhoudelijk als procesmatig. De revitalise- atie in Ambarawa. Deze cases zijn ook tijdens de
teitsopbouw via het delen van kennis en inzich- ring van het Ambarawa-museum en zijn omge- workshops als collectief referentiemateriaal ten
ten conform het gemeenschappelijk erfgoed- ving zou de grootste kans van slagen hebben als behoeve van het te voeren gesprek gebruikt. 10
programma. Vanaf de eerste besprekingen over de het project onderdeel zou uitmaken van een Het workshopprogramma in Semarang besloeg
rol en samenstelling van het RCE-team was dui- brede planmatige ambitie: de ontwikkeling van vier dagen en werd vooraf gegaan door een be-
delijk dat duurzame herontwikkeling van het een cultuurtoeristische aanbodketen. Daarmee zoek aan het museum in Ambarawa, excursies
Ambarawa-museum niet gebaat zou zijn bij een kreeg de revitalisering van het museum de di- over de beide museumspoorlijnen11 en een blik-
kort en eenmalig adviestraject. Vraagsturing en mensie van een breed gedragen ontwikkelings- sembezoek aan fort Willem I. De eerste work-
een interactief proces vormden het uitgangspunt. proces, waarin publiek-private partijen en de shopdag verschafte de ruim vijftig deelnemers
lokale gemeenschap samenwerken. Toon en doel een grondig inzicht in de huidige situatie in en
Publiek-private benadering van de workshops waren daarmee gezet. Zo rond Ambarawa vanuit Indonesisch perspectief.
De missie richtte zich niet primair op advisering diende de identificatiemissie uit 2009 als aan- Met bijdragen vanuit de PT Kereta Api, verschil-
over de intrinsieke kwaliteit of het behoud en be- leiding, het RCE-erfgoedondernemingsmodel lende overheidslagen en universiteiten ontrolden
heer van het erfgoed in en rond het museum, als middel en de revitalisering van collectie, zich tal van beleidsmatige en planologische kan-
maar vooral op de ontwikkeling van lokaal draag- gebouwen en omgeving van het Ambarawa- sen. Daarbij viel op dat de revitalisering van het
vlak en eigenaarschap vanuit de samenleving. museum als doel. museum en het omliggend gebied vooral als een

24
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012

planologisch vraagstuk werd behandeld. Veel nationaal en internationaal perspectief, en vanuit Nederland had in 1940 circa 3.300 km spoor.
visies en schetsen over mogelijke gebiedsinrich- verschillende waardestelllende kaders (cultuur- 9 Karakteristiek is het kopstation Tanjung Priuk

ting, maar weinig andere invalshoeken, zoals mu- historisch, toeristisch, maatschappelijk, econo- (1925), dat door Nederlandse architect C.W. Koch
seologische concepten of doelgroepstrategieën. misch). Daarnaast zijn enkele aanbevelingen in de passagiershaven van Jakarta is gebouwd. Het
witgepleisterde art deco-gebouw is voorzien van een
Na de brede probleemverkenning werden de opgesteld. Ten eerste de suggestie de ontwikke-
enorme perronoverkapping (40x190 m) en van vak-
best-practices van het RCE-team gepresenteerd, ling integraal vanuit één masterplan aan te pak-
werkbogen. Het station staat momenteel leeg, krijgt
zoals het Spoorwegmuseum in Utrecht, de Schoe- ken, waarbij zowel de collectie, het onroerend een nieuwe bestemming of wordt weer in bedrijf ge-
ner Oosterschelde en het Air Berlin’s Rosinenbom- erfgoed als de omgeving ingezet worden als ele- nomen. Andere staaltjes van stationsarchitectuur zijn:
ber.12 menten in de cultuurtoeristische aanbodketen. Jakarta Kota (1929, door G.J.L. Ghijsels, H.A. Hes
Zo’n masterplan verdient een multidisciplinaire en F.B.H. Asselbergs), Bandung (1928, Eh. de Roo),
Op de tweede dag gaf het RCE-team de eigen ob- aanpak. De input vanuit bestaande, vaak auto- Yogyakarta Tugu (1927, H. Cousin), Cirebon (1912,
servaties na aanleiding van de eerste dag ‘terug’ noom opererende disciplines waarbij (cultuur- en P.J.A. Moojen), Semarang Poncol (1914, H. Maclaine
aan de deelnemers, waarna in drie werkgroepen architectuur)historici, sociologen, antropologen, Pont) en Solo Balapan (1927, H. Th. Karsten).
10 Reader Workshop Ambarawa Railway Station and
sterkte- en zwakteanalyses aangaande het ge- museologen, planologen, architecten en econo-
bouw, de collectie en de omgeving werden opge- men elkaar versterken. Tot slot kan er op die ma- Surroundings, Februari 2011, Amersfoort 75 p., en
Observations and Recommendations by RCE-team,
steld. De Indonesische deelnemers toonden zich nier gewerkt worden aan verdere capaciteits-
Workshop Ambarawa Railway Museum, Amersfoort,
in dit proces uiterst betrokken, creatief en kri- opbouw, waarbij jong talent uit Indonesië in
June 2011, 62 p.
tisch. De middag werd besteed aan de introductie Nederland na- en bijscholing krijgt in nieuwe 11 Spectaculair tandradtraject Ambarawa-Bedono
van het RCE-erfgoedondernemingsmodel. kennisdomeinen, zoals museologie, verder onder- (9 km) met stoomtractie. Sinds begin 2011 is ook de
zoek doet, eigen netwerken ontwikkelt en nader toeristische lijn Tuntang-Ambarawa (10 km) weer in
Food for thought kennis neemt van aansprekende best practices. gebruik. De route voert langs het idyllische Rawa
Op basis van de positieve ervaringen met aan- Om de opgedane ervaringen en aanbevelingen Pening-meer. De rijtuigen worden getrokken door
sprekende voorbeelden die de interactie op de ook in de praktijk op een succesvolle manier toe een Krupp-dieseltrein uit 1956.
eerste dag krachtig stimuleerden, presenteerde te passen, zou een verdiepingstraject als vervolg 12 Overige gepresenteerde cases: Eastern & Oriental

het RCE-team de derde dag zeven aansprekende heel zinvol zijn. Express (Thailand/Maleisië/Singapore); Birma-Siam
basisconcepten voor de toekomst van het Amba- dodenspoorlijn; Hoorn-Medemblik Museum Steam
Tram, Medemblik; Netherlands Open Air Museum,
rawa-museum. Deze waren de avond tevoren ge- Noten
1 Zie: www.indonesianheritagerailway.com.
Arnhem; en Museum in Flanders Fields, Ieper,
componeerd en van referentiebeelden voorzien.
2 Revitalization of Indonesia’s railway stations and België.
Zo werden scenario’s voor het museum gepresen-
teerd: Museum of Industrial Technology, Mu- surroundings. Report of a Dutch identification mis-
sion, 2009, door Homme Heringa (adviseur Spoor- Literatuur
seum of Colonial Everyday Life, Steamfun theme-
bouwmeester) en Ben de Vries. De andere twee – M. van Ballegoijen de Jong, Spoorwegstations
park, ‘Slow’ museum, Consolidation-optie, ‘Am-
aanbevelingen zijn: maak een inventarisatie, een op Java, Amsterdam 1993.
barawa-connection’ en ‘Upmarket heritage cen-
waardestelling en uiteindelijk een selectie van de – H. Heringa en B. de Vries, Revitalization of
tre’. Dit leidde tot een levendige discussie en dat meest bijzondere stationsgebouwen. Dit heeft in Indonesia’s railway stations and surroundings.
leverde als achtste optie nog een solide Indo- 2010 geleid tot een boek met een overzicht van ruim Report of a Dutch identification mission
nesian National Railway Museum-concept op. twintig waardevolle stations op Java. En de derde 12-21 September 2009.
Doel van de exercitie was naast het stimuleren aanbeveling was: kies een stationsgebouw en -gebied
– PT. Kereta Api Heritage Department, Stasiun
van het debat, het bevorderen van het keten- en analyseer hoe die elkaar kunnen versterken. Dit
kereta api di pulau Jawa - Indonesia; Railway
denken vanuit open en brede concepten en het onderzoek vond oktober 2011 in en rond het oude,
stations in Java - Indonesia, Jakarta 2010.
nadenken over verschillende doelgroepbenade- vervallen station Surabaya Kota (1870/1899) plaats.
3 Voor beschrijving van deze bonte, kwetsbare – J.J.G. Oegema, De stoomtractie op Java en Su-
ringen.
collectie mobiel erfgoed, zie S. Ferrée, p. 6-10 en matra, Deventer 1982.
www.indonesianheritagerailway.com. – S. Ferrée, Terug naar Insulinde, tandradlijn
De laatste dag werd afgesloten met een concrete
4 M. van Ballegoijen de Jong, p. 14. Ambarawa weerspiegelt Indisch spoorwegverleden,
werksessie waar vooral de Indonesische deel- 5 A.J. Veenendaal jr., p. 64-78. in: Railhobby, november, 2009.
nemers aan zet waren: de inventarisatie van de 6 Tijdens de Japanse bezetting (1942-1945) – A. J. Veenendaal jr., Aanleg van het net van
belangrijkste partijen en hun mogelijke stimule- bevonden zich in en rond dit fort enkele beruchte spoor- en tramwegen, in: Bouwen in de archipel,
rende (of beperkende) rol in het toekomstige gevangenkampen. Hier werden onder erbarmelijke Burgerlijke openbare werken in Nederlands-Indië
revitaliseringsproces. Het leverde lange lijsten op omstandigheden vrouwen en kinderen gevangen
en Indonesië 1800-2000 (red. W. Ravesteijn en
van uiteenlopende betrokkenen uit de publieke gehouden en stierven duizenden.
J. Kop), Zutphen 2004.
en private sector en de lokale gemeenschap, die 7 J.J.G. Oegema, p. 199.
8 Op Sumatra werden vier spoorwegmaatschappijen
– Reader Workshop Ambarawa Railway Station
het beoogde breed gedragen ontwikkelingsproces
opgericht die vooral werden ingezet voor het vervoer and Surroundings, door A. Kok, M. Meijer en
nog eens overtuigend bewezen.
van tabak, steenkolen, olie en militairen. Op Zuid- B. de Vries, Amersfoort, Februari 2011.
Sulawesi (Celebes) werd een lijn van zo’n vijftig – Observations and Recommendations by RCE-
Aanbevelingen
kilometer tussen Makassar en Takalar aangelegd, team, Workshop Ambarawa Railway Museum,
De conclusies van de workshops zijn zowel in
slechts bereden tussen 1922-1930. Op de Billiton Amersfoort, juni 2011. 
aanbevelingen op papier als mondeling op de lag een tinlijn en op Borneo een kolenlijntje. Op
slotdag gecommuniceerd. Allereerst de onder- andere eilanden was spooraanleg nauwelijks mogelijk
kenning van de grote potentie van het Amba- vanwege de bergachtigheid van het gebied of een
rawa-museum en zijn omgeving in regionaal, twijfelachtig economisch nut. Ter vergelijking:

25
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012

drs. Roelof C. Hol 1


Programmadirecteur
gemeenschappelijk
cultureel erfgoed,
Nationaal Archief

Gedeelde
historie & archieven
H
et gemeenschappelijk erfgoedprogram- onderzoekers van universiteiten en onderzoeks- Het archivalisch erfgoed in Indonesië van voor
ma gericht op de archieven heeft zich instellingen in de betrokken landen. Deze accen- de onafhankelijkheid laat zich globaal in twee
in de periode 2000-2009 geconcentreerd tuering is vooral ingegeven door de relevantie delen ordenen. Het eerste deel omvat archieven
op aspecten van behoud. Een voorbeeld is de aan- van materiaal in de verschillende landen voor en collecties uit de periode van de Verenigde
passing van de bestaande cursus Behoudsmede- elkaars onderzoek vanuit bepaalde actuele onder- Oost-Indische Compagnie (VOC). Het tweede
werker naar Surinaamse behoeften, waarbij het zoeksthema’s, zoals migratie. Voor onderzoek deel bestaat uit de archieven en collecties uit de
Nationaal Archief samenwerkte met het toenma- naar de achtergronden van Surinamers met een tijd van het Engels interregnum en de koloniale
lige Instituut Collectie Nederland (nu onderdeel Javaanse achtergrond bijvoorbeeld, zijn de ar- periode. Het gaat dan om archieven van instellin-
van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed). chieven in beide landen van groot belang. Maar gen die hier waren gevestigd. Om deze archieven
Ook het adviseren over preventieve conservering ook als het bijvoorbeeld gaat om onderzoek naar te bewaren en beheren werd in 1880 in Batavia
was van belang. Kroon op dat werk was natuur- de Nederlanders die net na de Tweede Wereldoor- (Jakarta) het Landsarchief opgericht. Het ANRI
lijk de opening in april 2010 van het door log naar Brazilië migreerden, waar zij de grootste heeft zich na de onafhankelijkheid over de erfenis
Nederland gefinancierde nieuwe gebouw van het bloemenproducerende coöperatie ter wereld mee van het Landsarchief ontfermd. Dat betreft circa
Nationaal Archief in Suriname. Daarmee zijn de hielpen opzetten. 10.000 meter archief. Hiervan handelt circa 2.500
condities geschapen voor een veilige teruggave meter over de periode van de VOC en het reste-
van de Surinaamse archieven. Tegelijkertijd is de Het is van belang te weten dat het zonder meer rende deel betreft de periode vanaf 1795 tot het
staf van het Nationaal Archief Suriname opgeleid op internet beschikbaar stellen van scans van einde van het Nederlandse gezag in Indonesië.
bij de Nederlandse archiefopleidingen, waarmee originele documenten nog een omstreden onder- Hierin is niet begrepen het Nederlandstalige
de professionele standaarden op een internatio- werp is in sommige prioriteitslanden. materiaal dat nog bij provinciale archiefdiensten
naal niveau zijn gebracht. In deze fase zijn ook of stedelijke administraties en archieven in Indo-
archiefgidsen verschenen of is de publicatie ervan Nationaal Archief en Arsip Nasional: nesië berust. De vaak door koloniale machtheb-
in gang gezet, zoals in India, Rusland, Ghana en een lange relatie bers gebezigde praktijk om archieven naar het
Suriname. De activiteiten met betrekking tot de ‘gedeelde’ moederland te verschepen, ontmoette destijds
archieven met Indonesië zijn voor de periode veel bezwaren in Nederlands-Indië. De archieven
In de huidige fase van het gemeenschappelijk erf- 2011-2012 vastgelegd in een werkprogramma, dat waren daar gevormd, gingen over hun dagelijkse
goedprogramma (2009-2012) ligt de nadruk op de in november 2010 gesloten is tussen het Natio- gang van zaken en fungeerden daarmee als
toegankelijkheid van archieven en collecties en naal Archief in Nederland (NAN) en het Arsip geheugen voor de Nederlands-Indische samen-
de beschikbaarstelling ervan op internet voor Nasional Republik Indonesia (ANRI). leving.

26
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012

Bij de moeizame overdracht van het gezag door (Towards a New Age of Partnership). Dit leidde
Nederland aan Indonesië tussen 1945 en 1949 onder meer tot de publicatie van de inventaris De samenwerking tussen het Nationaal
zijn enige ‘archiefverplaatsingen’ te signaleren. van de VOC-archieven.2 Tegelijkertijd nam de Archief in Nederland en het Arsip Nasi-
Het gaat bijvoorbeeld om documenten van het Rijksuniversiteit Leiden het initiatief om studen- onal Republik Indonesia richt zich op het
geallieerde bestuur van vlak na de Japanse bezet- ten uit Indonesië via het zogeheten Encompass- behoud en de digitale toegankelijkheid
ting, of om documenten die ten tijde van de zo- programma op te leiden tot Master of Doctor. van gedeelde archieven. Zo ontstaat een
genaamde politionele acties in beslag waren digitale omgeving die bruikbaar is voor
genomen bij leiders van de onafhankelijkheids- Binnen de kaders van het huidige gemeenschap- huidig en toekomstig onderzoek.
beweging. pelijk erfgoedprogramma wordt met name ge-
werkt aan de ontsluiting van het archief van de
Na een periode van betrekkelijke afstandelijkheid Algemene Secretarie -de centrale bureaucratische
kwam in de jaren ’60 en zeker in de jaren ’70 van organisatie ten tijde van het koloniaal bestuur- kingsplannen. Verder wordt in samenspraak met
de 20e eeuw een nauwe samenwerking tussen het en aan de beschikbaarstelling van het materiaal het ANRI nagedacht over de mogelijkheden om
toenmalige Algemeen Rijksarchief (de voorgan- via internet. De studenten en medewerkers uit in Jakarta een Centre of Excellence (of Advanced
ger van het Nationaal Archief) en het ANRI op het Encompass-programma, die nu bijvoorbeeld Studies) onder te brengen in het voormalige
gang. De nadruk lag toen bij het opleiden van In- werkzaam zijn bij het ANRI, spelen daarbij een Reinier de Klerkhuis voor de bestudering van (in
donesische archivarissen om het Nederlandsta- belangrijke rol. Momenteel wordt ook een project eerste instantie) vooral de VOC-archieven. In dit
lige bestand in eigen huis te kunnen ontsluiten. voorbereid dat tot doel heeft de Nederlandstalige verband wordt ook gekeken naar andere landen
Daarbij was de microverfilming van archieven in archieven en collecties die buiten het ANRI wor- in Zuidoost-Azië die interesse hebben getoond in
zowel Den Haag als Jakarta een onontbeerlijke den bewaard in bijvoorbeeld de provinciale ar- deze archieven, onder andere vanwege de rol van
operatie. Op deze wijze konden beide landen be- chieven of bij stedelijke archiefdiensten uit de de VOC in de inter-Aziatische handel. Maar ook
schikken over informatie over het gemeenschap- Nederlandse periode vindbaar te maken en – de archieven van de Algemene Secretarie zijn
pelijke verleden. Daarnaast waren er allerlei waar mogelijk en nodig – ook toegankelijk te voor dit centrum van groot belang om inzicht te
bilaterale projecten op het gebied van conserve- maken. In dit laatste geval blijkt dat de documen- krijgen in de werking van het koloniaal bestuur.
ring. Deze vormen van samenwerking kregen ten in de Nederlandse taal – die de medewerkers
in het begin 21e eeuw een sterke impuls in het van de betrokken diensten vaak niet meer be- Tijdens de Mutual Cultural Heritage (MCH)
kader van het zogenaamde TANAP-programma heersen – niet snel worden opgenomen in bewer- conferentie in Albany (Verenigde Staten) in
november 2010 hebben de deelnemende landen
afgesproken dat in de gemeenschappelijke web-
site, de zogeheten MCH-Portal, de prioriteit in
eerste instantie komt te liggen bij het opnemen
van gedigitaliseerde toegangen (inventarissen)
van relevante archieven en collecties. Het via
internet beschikbaar stellen van scans van
originele documenten is een zaak die nog verdere
uitwerking en discussie behoeft.3

Het werkprogramma 2011-2012


De kern van het hiervoor genoemde werkpro-
gramma vormt de samenwerking tussen het
ANRI, het Nationaal Archief en de Universiteit
van Leiden voor het vormgeven en de verdere be-
werking van het ‘koloniale’ bestand: de Alge-
mene Secretarie. Daarnaast is de digitalisering
van kernbestanden uit de VOC-periode nadruk-
kelijk aanwezig. Daarbij heeft het ANRI ook sa-
menwerking gezocht met derden, in dit geval de
Corts Foundation, die de digitalisering van de
‘Dagregisters van Batavia’ ter hand gaat nemen.
De Universiteit van Leiden heeft in maart 2011
een overeenkomst met het ANRI en het Indone-
sische ministerie van Onderwijs gesloten over het
vervolg van het Encompass-programma (tot en
met 2015). Daaraan zullen ook andere Indonesi-
sche universiteiten meewerken. De lasten zullen
gelijk verdeeld moeten worden. Indonesië zal de
coördinatie voor de samenstelling van de archief-
gids ‘Nederlandse archieven in provinciale en
1 – Archief van de Indonesische spoorwegen in Bandung is nog niet geheel op orde. FOTO ROELOF HOL, 2010 stedelijke archiefinstellingen’ vormgeven. Verder

27
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012

blijven de standaardelementen van het archief- spoorwegen bevatten. Evenmin wordt duidelijk scheppen voor huidig en toekomstig (weten-
samenwerkingsprogramma als capaciteitsopbouw of alles is overgedragen aan de PT Kereta Api schappelijk) onderzoek. Daarom richt het Natio-
en de deelname aan workshops garant staan voor in Bandung, noch of er ook materiaal bij andere naal Archief zich primair op de resultaten waarin
een blijvende vorm van gespecialiseerde oplei- instellingen berust. Het archiefdepot in Sema- het onderzoekselement voorop staat; alles digita-
ding en training op de kerngebieden van het rang is (nog) niet bezocht. liseren kan niet, is ook niet wenselijk gezien de
professionele archiefwerk. Het ANRI draagt ook kosten daarvan, maar vooral ook van het duur-
bij aan de totstandkoming van de MCH-website. Wel was duidelijk dat het archief van de PT Ke- zaam opslaan. Het hoeft ook niet op het moment
Hij zal zich daarbij in de eerste plaats concentre- reta Api van voor de onafhankelijkheid (in dit dat de toegangen op de zogenaamde Dutch Re-
ren op de digitalisering van de toegangen. En tot geval 1945)7 een grote ‘bewaarverspreiding’ kent. cords beschikbaar zijn. Daarmee kan de onder-
slot: de digitalisering van kernbestanden zal bin- Dit heeft deels te maken met het feit dat met zoeker al een eerste opzet van zijn of haar
nenkort van start gaan. De afronding ervan zal in name materiaal over gebouwen, installaties en onderzoek vormgeven. Het Nationaal Archief zal
de volgende fase van het gemeenschappelijk erf- rollend materieel werd bewaard waar men het overigens de relevante scans wel zondermeer be-
goedprogramma ter hand worden genomen en zal nodig had om een goed beheer te kunnen uitoe- schikbaar stellen. Dat gebeurt zowel via de MCH-
dan gekoppeld kunnen worden aan bijvoorbeeld fenen. website als via de website van het Nationaal
een archivalisch-institutioneel onderzoekspro- Archief. Maar wij zullen ook de emotionele
gramma. De samenwerking tussen het ANRI en Tijdens de twee bezoeken in Bandung is het ar- lading achter de aarzelende houding bij sommige
het Nationaal Archief stopt hier niet. De basis chiefdepot van de hoofdvestiging en een soort landen over de beschikbaarstelling van gescande
voor een verdieping is dan gelegd en in een tussendepot in een voormalige loods bezocht. originelen moeten respecteren. Belangrijker is
volgende fase kunnen de lasten gelijkwaardiger Daar is duidelijk geworden dat bij de bewerking dat het knelpunt van paleografie en de taal een
verdeeld worden over de beide partners. zowel een conserverings- als selectieslag gemaakt digitale oplossing –learning by distance– krijgt.
moet worden. Er liggen honderden, zo niet dui- De eerste voorzichtige stappen zijn op dit gebied
Casus PT Kereta Api 4 zenden kaarten, calques en tekeningen van rol- samen met de Universiteit van Amsterdam gezet.
In november 2010 bezocht de programmadirec- lend materieel, maar ook van allerlei utili- En dan wordt mutual wellicht echt global.
teur gemeenschappelijk erfgoed van het Natio- teitsgebouwen van de PT Kereta Api en haar
naal Archief een bezoek aan het complex van de voorgangers. En dan spreken we nog niet over het Noten
PT Kereta Api, de Indonesische Spoorwegmaat- bijbehorende feitelijke archiefmateriaal als cor- 1 Roelof Hol (1950), oud-rijksarchivaris in Noord-
schappij NV, in Bandung. Het bezoek geschiedde respondentie, een directeursarchief enz. Wat Holland, is momenteel vanuit het Nationaal Archief
in nauwe samenwerking met het ANRI dat de eventueel nog buiten deze bewaarplaatsen in aangesteld als Programmadirecteur gemeenschappe-
eindverantwoordelijkheid heeft als het gaat om oude stations enz. ligt, is momenteel onbekend. lijk cultureel erfgoed (GCE). Het GCE-team bij het
Vanuit de Nederlandse ambassade is tijdelijk een Nationaal Archief bestaat verder uit Frans van Dijk,
de over te dragen archieven. In maart 2011 werd
externe consultant ingehuurd om een eerste Mara de Groot, Jinna Smit en Cees-Jan van Golen.
een vervolgbezoek afgelegd om op maat te kun- 2 Balk, G.L., Van Dijk, F., Kortlang, D. (e.a.),
nen adviseren. ordening in de externe locatie in Bandung aan te
De archieven van de Verenigde Oost-Indische Compagnie,
brengen. De PT Kereta Api zelf organiseert de
1602-1795 (Leiden 2007).
De reden voor deze bezoeken was tweeledig. scanning van met name tekeningen en calques 3 Vergelijk ook de voordracht van Trudy Huskamp
Enerzijds waren er signalen dat de bewaarcondi- om de informatie nog in het lopende werk te kun- Peterson op het congres Archives without borders in
ties van de archieven van de Staatsspoorwegen nen gebruiken. Over de gebruikte standaard voor augustus 2010 waar zij spreekt over de (digitale)
die hier berusten, ernstig te wensen overlieten. dit gedigitaliseerde materiaal is ons niets bekend. ‘haves and have nots’ als wij denken aan het digitaal
Bovendien waren er aanwijzingen dat hier Een bijkomende complicatie is dat de historische beschikbaar stellen van materiaal buiten het domein
stukken berusten die in Nederland verloren zijn archieven formeel niet onder de erfgoeddivisie van de afzonderlijke landen.
van de PT Kereta Api vallen, maar onder de lo- 4 Zie ook het hieraan voorafgaande artikel in dit tijd-
gegaan. Het gaat dan om materiaal dat bij het
pende archiefadministraties (Records Depart- schrift: Sporen tussen verleden en toekomst.
Technisch Bureau van het ministerie van Kolo- 5 CAS, Inventaris van het Commissariaat Indische Zaken
niën werd bewaard. Al dit materiaal is bij een ment). Vanuit het oogpunt van de conservering
moet gewezen worden op het feit dat de locatie in 1880-1949. Het betrof hier vooral de aanschaffingen
bombardement op het Haagse Bezuidenhout in van het Commissariaat Indische zaken vanaf 1927.
het voorjaar van 1945 verloren gegaan.5 Daarmee Cikudapateuh in Bandung wellicht geschikt is
Het Technisch Bureau was gevestigd in het Bezuiden-
heeft het in Indonesië bewaarde materiaal een voor een tijdelijke bewerkings- en selectieslag,
houtkwartier, en is bij het geallieerde bombardement
‘zwaardere’ historische last gekregen. maar niet geschikt is voor de permanente opslag op 3 maart 1945 volledig verwoest. Het materiaal van
In 2008 verrichtte een delegatie van het Neder- van het materiaal. na de Tweede Wereldoorlog betreft vooral aanschaffin-
lands Architectuurinstituut, het Nationaal Ar- gen van het ministerie van Koloniën voor Suriname
chief en PAC (Passchier Architects and Con- De conclusie is duidelijk: een op oplossingen ge- en de Nederlandse Antillen.
6 Verslag van het onderzoek in het archief van het
sultants) onderzoek in het archief van de Dienst richt beleid moet, met steun van het ANRI, van
Burgerlijke Openbare Werken (BOW) vanwege de grond af worden opgebouwd. Het team van het Nationaal Archief ‘Arsip Republik Indonesia’ te
Nationaal Archief bereidt een advies voor een Jakarta en het depot van het ministerie van Openbare
de voorgenomen bewerking.6 In hun rapport
Werken ‘Pekerjaan Unum’ te Citeurup, Indonesia.
wordt gesproken over de afzonderlijke berging strategisch en operationeel plan voor.
2008.
van het materiaal van de spoorwegen, in het bij- 7 Vanuit Indonesisch perspectief wordt de jaarlijkse
zonder dat van de Staatsspoorwegen in Bandung. Tot slot spoorwegdag gevierd op 28 september 1945, de dag
Omdat het onderzoek van deze delegatie een Het lopend gemeenschappelijk erfgoedpro- waarop de Djawatan Kereta Api Repoeblik Indonesia
eigen doel diende, valt uit het rapport echter niet gramma (2009-2011) van het Nationaal Archief werd ingesteld. Tot 1949 opereerde daarnaast nog
op te maken welke delen van het archief van combineert elementen van vorige (2000-2009) en het Verenigd Spoorwegbedrijf van de Nederlandse
BOW materiaal over de Nederlands-Indische andere programma’s om een digitale omgeving te overheid, overigens gerund door Amerikanen. 

28
Sein- en uitkijktoren (1839) gebouwd op restanten van het oude bastion Culemborg, waar-
vanuit de rede van Batavia in de gaten gehouden kon worden. FOTO BARBARA MENSINK, 1997

29
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012

Rehabilitatie van de
Kota Lama in Padang
ir. Peter van Dun
Adviseur Shared Build Heritage
Committee, ICOMOS Nederland

Dick ter Steege MSc


Architect en bouwhistoricus,
Atelier voor Bouwhistorie

Peter Timmer MA
Senior consulent Erfgoed
en Ruimte, RCE

1 – De Batang Arau een jaar na de aardbeving (2009). Het rivierfront


heeft veel schade opgelopen. Alleen het betonnen pakhuis links
op de foto heeft de aardschokken redelijk goed doorstaan.

2 – De karakteristieke bebouwing aan de


Batang Arau vóór de aardbeving.
ACTION PLAN, 2010

O
p 21 oktober 2009 viel op de website fen zal worden door een aardbeving van mini-
van Radio Nederland Wereldomroep te maal 8,5 op de schaal van Richter.2 De gevolgen
lezen: ‘Op het Indonesische eiland Su- zullen ingrijpend zijn. De aardbeving die de stad
matra zijn minstens 146 belangrijke historische Padang trof op 30 september 2009 had ‘slechts’
gebouwen zwaar beschadigd na de aardbeving op een zwaarte van 7,6 op de schaal van Richter.
30 september. Dat blijkt uit onderzoek van een Zo’n elfhonderd mensen kwamen om het leven.
Indonesisch team van erfgoedspecialisten op Gebouwen werden compleet verwoest of zwaar
kosten van het Prins Claus Fonds. Het gemeen- beschadigd. Dat geldt ook voor het cultureel
tehuis van Padang staat op instorten. Slechts tien erfgoed in de historische binnenstad – de kota
historische gebouwen zijn nog geheel intact’.1 lama.3
Meer dan een jaar na de aardbeving is het meeste
Ring van destructie puin opgeruimd. Momenteel staat de stad voor
Indonesië ligt in de zogenaamde ‘Ring van Vuur’: de opgave de wederopbouw vorm te geven en
een ringvormig gebied rond de Stille Oceaan tegelijkertijd zich voor te bereiden op nieuwe
waar zich geregeld aardbevingen, vulkaanuit- rampen. De gemeente Padang is van oordeel dat
barstingen en tsunami’s voor doen. Een lijst van hierbij het cultureel erfgoed een richtinggevende
aardbevingen van het laatste decennium op en rol moet krijgen. Op initiatief van de Indonesian
rond Sumatra laat zien dat het niet de vraag is Heritage Trust (BPPI) heeft het gemeentebestuur
3 – Aardbevingen op en rond Sumatra de of, maar wanneer de volgende natuurramp zich van Padang de Rijksdienst voor het Cultureel
afgelopen 10 jaar. Padang valt onder ‘Southern zal voltrekken. Wetenschappers verwachten dat Erfgoed verzocht om ondersteuning te bieden
Sumatra’ in deze tabel. USGS, 2010 Sumatra binnen afzienbare tijd opnieuw getrof- bij het opzetten en programmeren van het stads-

30
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012

De stad Padang op het eiland Sumatra is in 2009 zwaar getroffen


door een aardbeving. Daarbij is veel gemeenschappelijk cul-
tureel erfgoed in de historische binnenstad – de kota lama –
beschadigd. Op verzoek van de lokale overheid heeft de Rijks-
dienst voor het Cultureel Erfgoed eind 2010 in samenwerking
met de Indonesian Heritage Trust deelgenomen aan een work-
shop over de rehabilitatie van het erfgoed. Dit heeft geresulteerd
in een beleidsadvies aan de gemeente Padang. Conform het
uitgangspunt van integrated conservation staat daarbij niet
alleen de instandhouding van het historische karakter, maar ook
de toekomstige ontwikkeling van de kota lama centraal.

herstel. De RCE besloot vervolgens in samenwer-


king met ICOMOS Nederland een team van drie
personen te sturen, die eind 2010 deelnamen aan
een workshop over de rehabilitatie van de kota
lama.

Cultureel gemeengoed in Padang


Padang ligt op de westkust van Sumatra in het
thuisland van de Minangkabau. In de 17e eeuw
ontstond langs de rivier Arau een nederzetting
met een fort en logecomplex van de Verenigde
Oost-Indische Compagnie (VOC). Dat trok op
zijn beurt veel handelaren en ambachtslieden 3 – Padang in 1929. Duidelijk zichtbaar is de spoorlijn ten oosten van de stad
uit de regio aan. Zoals onder het VOC-bewind met verbindingen naar de oude handelswijk langs de rivier en de Emmahaven
gebruikelijk was, leefden zij gescheiden en zo 4 – Karakteristieke in het zuiden. Topografische Dienst Batavia, uitsnede ‘Garnizoenskaart van
ontstonden wijken met Chinezen, Arabieren, woon-winkel- Padang’, Sumatra, blad 1 en 4 (opname 1926-28). BRON: KIT
Bengalen en inheemse volkeren zoals Minang- panden en een
kabau, Niassers en Javanen. Voor de VOC was moskee in de oude
Padang een relatief onbeduidende handelspost, handelswijk. 2010
gericht op de handel van peper en goud uit het
achterland. De haven van Padang in de rivier-
monding van de Arau bleek ongeschikt om grote
schepen te ontvangen. Goederen dienden dan
ook per kleine boot overgebracht te worden naar
zeeschepen op de rede. De ondergang van de
VOC rond 1800 leidde voor Padang een periode
van neergang in. In de tweede helft van de 19e
eeuw veranderde de situatie. Door de vondst van
exploiteerbare kolenlagen in de Ombilin-regio
(Sawahlunto) en de noodzaak deze te vervoeren
naar de kust, werd een spoorlijn aangelegd en een
nieuwe haven gebouwd. De in 1892 geopende
Emmahaven bood toegang aan moderne zeesche-
pen en werd aangesloten op de nieuwe spoorweg.
Reisgidsen spreken in dit verband over ‘de mooi-
ste spoorlijn ter wereld’.4

De (industriële) vooruitgang zorgde voor nieuwe


bouwopgaven in de stad. ‘Het fort van Padang
verrees niet uit zijne puinhoopen; het terrein,
waarop het vroeger stond, werd verkocht en
wordt thans door de Chinezen bewoond’.5 Ten
noorden van de oude handelswijk en het ‘Chinee-
sche kamp’ werd een nieuw stadscentrum aange-

31
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012

legd. Volgens de principes van de ‘Indische stad’ kolo- niale geschiedenis is nog steeds herkenbaar Daarnaast maakt een kaart de technische kwali-
bestond deze uit rechte wegen en grote pleinen in de stedenbouwkundige opzet en vele histori- teit van de bebouwing duidelijk. Een combinatie
met daaromheen de belangrijkste publieke ge- sche gebouwen in de kota lama. van beide kaarten geeft inzicht in het aantal pan-
bouwen en markten.6 Padang werd het economi- den in slechte en matige toestand van beeldbepa-
sche en administratieve centrum van West- Integrated conservation lend (en beeldondersteunend) belang. Tegelijker-
Sumatra. Spoorwegstations aan de rand van de Stadsrehabilitatie vraagt een benadering die in tijd wordt het gebruik van de panden geïnventa-
stad en in de oude handelswijk, militaire instal- de aanloopfase sterk afwijkt van de klassieke riseerd. Op grond van een SWOT-analyse worden
laties, kerken, hotels, clubgebouwen, handels- monumentenzorg, die zich vooral richt op archi- vervolgens ontwikkelingskansen en -risico’s
gebouwen, banken, woonwijken voor Europea- tectuurhistorisch en technisch herstel. Stadsreha- bepaald. Hiermee wordt beoogd aan te geven
nen en kampongs voor de inheemse bevolking bilitatie vereist een politieke en sociaaleconomi- welke ontwikkelingen de karakteristiek van het
werden aangelegd. De architectuur vertoont een sche benadering van een geheel, meestal histo- desbetreffende gebied kunnen behouden en
verzameling van uiteenlopende bouwstijlen, zoals risch samenhangend gebied met als doel ont- versterken.
de Indische stijl, art deco, neogotiek en een wikkeling te stimuleren. Deze aanpak wordt in Deze aangepaste quick-scan biedt besluitvormers
traditionele Chinese vormgeving voor bijvoor- het buitenland integrated conservation genoemd. in een korte periode een redelijk betrouwbaar in-
beeld de Chinese tempel. Ook in Indonesië kan deze aanpak meerwaarde zicht in de instandhoudingsopgave en ontwikke-
hebben bij historische stadsdelen, die in de loop lingspotentie. Inzet van architectuurstudenten
In 1931 kreeg architect Thomas Karsten een van de tijd in een neergaande economische situ- van lokale universiteiten, die de eenvoudige
opdracht om een nieuw stadhuis aan de alun- atie zijn gekomen. Een verschijnsel dat ook in methode snel begrijpen en daarmee voortvarend
alun, het centrale plein, te bouwen als trots sym- Nederland bekend was met betrekking tot de kunnen werken, kan ook een eurocentrische
bool voor een moderne stad. Na de Indonesische historische stadscentra in de jaren ’50 en ’60 van beoordeling van de bebouwing voorkomen. Daar-
onafhankelijkheid maakte Padang een onge- de vorige eeuw. De rehabilitatie van de Neder- naast stimuleert deze werkwijze jonge professio-
kende groei door en telt tegenwoordig zo’n landse binnensteden was destijds gebaseerd op de nals in de toekomst aandacht te schenken aan
850.000 inwoners. De pluriforme samenleving zogenaamde quick-scan-methode.8 Een benade- mogelijkheden tot hergebruik van de bestaande
heeft geleidelijk plaats gemaakt voor een islami- ring die mogelijkheden biedt voor toepassing in gebouwde omgeving en infrastructuur. De scan
tische dominantie en de regionale cultuur van de andere landen. is dus een methode om politieke besluitvorming
Minangkabau. In het stadsbeeld is dit zichtbaar voor te bereiden. Pas daarna volgt de uitvoering.
in nieuw gebouwde moskeeën en nieuwbouw met Bij deze methode wordt de architectonische Institutionele verankering, publieksacceptatie
bergonjong-daken, een vormgeving die geïnspi- karakteristiek van de bebouwing van het betref- en financiële en economische haalbaarheid zijn
reerd is op de hoorns van de waterbuffel, het fende stadsdeel op eenvoudige wijze in kaart uiteindelijk essentieel wil cultureel erfgoed een
culturele symbool van de Minangkabau.7 De gebracht door de beeldkwaliteit aan te geven. bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van

5 – Het stadhuis van architect Thomas Karsten uit 6 – Voor het stadhuis van Padang staat een
1936 aan de alun alun in het stadscentrum. 2010 zogenaamde Julianaboom, geplant in 1909. 2010

32
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012

gebieden. In Indonesië zullen de gelden uit par-


ticuliere investeringen en (internationale) fond-
sen moeten komen. De overheid zal daarvoor een
gunstig voorwaardenscheppend beleid moeten
creëren. Wanneer op overheidsniveau geen dui-
delijk standpunt ten aanzien van stadsherstel
wordt ingenomen, zullen investeerders dit opvat-
ten als onzekerheid en niet tot actie overgaan.

Padang in 2005
De eerste Nederlandse betrokkenheid bij de kota
lama van Padang begint bij de oude mijnstad
Sawahlunto, dat meer landinwaarts is gelegen. In
2004 kwam een verzoek van de burgemeester van
Sawahlunto om te onderzoeken of deze plaats een
recreatieve bestemming zou kunnen krijgen, daar
de kolenmijnen gesloten waren en er een grote 7 – Tijdens de workshop in Padang hebben studenten een inventarisatie gemaakt
van de beschadigde historische panden in de oude handelswijk (Action 2010).

8 a - b – De St. Leokapel (links) was zwaar beschadigd, maar is dankzij financiële steun van het Prins Claus Fonds geres-
taureerd. De rooms-katholieke kerk aan de overzijde van de weg staat op instorten (rechts). FOTO’S PETER TIMMER 2010

33
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012

economisch teruggang voor de stad dreigde. Na


het uitvoeren een snelle analyse zijn ideeën ge-
formuleerd voor een ontwikkelingsperspectief.
Dankzij de bevlogenheid van de burgemeester
profileert Sawahlunto zich tegenwoordig als toe-
ristische mijnstad en zijn verschillende gebou-
wen gerestaureerd en recreatieve voorzieningen
gerealiseerd.9 De landschappelijk gezien zeer aan-
trekkelijke spoorlijn die Sawahlunto sinds 1894
met de kust- en havenstad Padang verbindt, is re-
cent grotendeels hersteld. Vanaf het hoofdstation
te Padang is er een verbinding met de Emma-
haven en een aftakking – zij het niet meer in
gebruik – naar de oude handelswijk van de stad.
Een voorstel deze lijn naar de oude handelswijk
te heropenen leidde in 2005 tot een workshop in
Padang waarbij de economische en toeristische
mogelijkheden van de oude handelswijk zijn
geanalyseerd en cartografisch vastgelegd. Aan
deze operatie is assistentie verleend door archi-
tectuurstudenten van de Bung Hatta Universiteit
van Padang. De bestaande toestand van zowel de
bebouwing als de economie van de oude handels-
wijk waren in 2005 niet al te best. De resultaten
van de quick-scan en het daarmee geboden
inzicht in het verval van de bestaande situatie en
zijn ontwikkelingsmogelijkheden (met behoud
van karakter en herkenbaarheid van het be-
staande) zijn verwerkt in een beknopt rapport.10
Hiermee is beoogd een politiek draagvlak bij
9 – Een jaar na de aardbeving is de verwoesting van de aardbeving nog steeds zichtbaar in de de lokale bestuurders en steun van de lokale
oude handelswijk. De voormalige Javasche Bank (1930, architectenbureau Ed. Cuypers) in de bevolking te verkrijgen.
oude handelswijk doorstond de aardbeving. Tegenwoordig laat het als ‘Javasche Bank Café’
een glimp zien van een mogelijke nieuwe toekomst voor het gemeenschappelijk erfgoed. De toeristische mogelijkheden konden als aan-
jager voor een algehele economische opbloei
van het gebied gelden; er was al een hotel in een
historisch bankgebouw ondergebracht en kleine
ambachtslui konden aan de bezoekers hun waren
verkopen. Er kwamen in die tijd relatief veel
toeristen die vooral geïnteresseerd waren in de
surfmogelijkheden bij de eilanden voor de kust.
Het uitwerken van een realistisch plan zou
daarna mogelijk moeten zijn. In Padang is het er
in 2005 niet van gekomen. De toeristische afde-
ling van de gemeente zag wel wat in een verdere
uitwerking, maar de formele besluitvorming
heeft tot op heden niet plaatsgevonden. Er is
daarom geen plan uitgewerkt en er zijn geen
investeerders gevonden die kunnen bijdragen aan
de stadsrehabilitatie. Herstel en hergebruik be-
perken zich tot incidenten of blijven achterwege
met verder verval van de historische bebouwing
als gevolg.

Padang in 2010
Op basis van het gemeenschappelijk erfgoed-
programma heeft het gemeentebestuur van
Padang de RCE in 2010 verzocht om expertise
10 – Analyse per deelgebied van ontwikkelingskansen en -risico’s,
als onderlegger voor een SWOT-analyse voor de oude handelswijk
bij het opzetten en programmeren van een stads-

34
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012

herstel van de kota lama. Aanleiding was de aard- winkelcentra en dure appartementen. Deze van de BPPI is een Damaged Heritage Rapid Assess-
beving in 2009, die desastreuze gevolgen had voor ontwikkeling zal grote gevolgen voor de kota ment Team opgericht (in samenwerking met o.a. de
het cultureel erfgoed in Padang. De oude han- lama hebben. Niet alleen het hiervoor genoemde Bung Hatta University en met ondersteuning van het
delswijk is zwaar getroffen en maakt als geheel stadhuis van Thomas Karsten zal leeg komen te Prins Claus Fonds) dat de schade na de aardbeving
inventariseerde.
een deplorabele indruk. In het stadscentrum is staan. Het vertrek van de publieke voorzieningen 2 International Engineering Team.
het gemeentehuis licht en de rooms-katholieke is een aderlating voor de binnenstad. Nieuwe 3 Het woord kota stamt uit het Sanskriet (koeta) en
kerk tegenover het missiecomplex zwaar bescha- economische dragers voor instandhouding van betekent ‘versterkte plaats’, in Indonesië staat het
digd. Alleen de St. Leokapel, onderdeel van het erfgoed zullen gezocht moeten worden. voor ‘stad’. Lama betekent ‘oud’ (of ‘vroeger‘) in het
missiecomplex, is met ondersteuning van het De resultaten van de workshop zijn verwerkt in Bahasa Indonesia.
Prins Claus Fonds gerestaureerd. een rapport en een beleidsadvies met aanbevelin- 4 Lonely Planet.

gen voor de gemeente Padang.12 De aanbevelin- 5 De Stuers, p. 43.

Het onderzoek heeft plaatsgevonden in december gen verschillen niet zo veel van die in 2005 met 6 Gill.
7 Colombijn.
2010, met assistentie van BPPI en studenten van dien verstande dat de urgentie tot actie inmiddels
8 Ministeries van VRO en CRM.
de lokale Bung Hatta Universiteit en Padang groter is geworden. De lokale overheid is in over-
9 Martokusumo.
Universiteit. De workshop vond plaats in de weging gegeven een onafhankelijk agentschap te
10 Corten en Van Dun.
voormalige Javasche Bank. Als onderzoeksgebied installeren dat een herstelplan kan ontwikkelen 11 Dit seminar was mede georganiseerd door
werd de oude handelswijk gekozen, omdat die als en uitvoeren. Een dergelijk agentschap, samen-
UNESCO en het National Research Institute
geheel aan rehabilitatie en revitalisatie toe is. Het gesteld uit vertegenwoordigers van de verschil- for Cultural Properties, Tokio, Japan.
veldwerk bood een teleurstellend beeld van de lende belangengroepen, kan ook zelfstandig 12 De resultaten van de workshop met de studenten,
technische staat van de bebouwing en de kwali- fondsen voor de implementatie verwerven. Tot BPPI, vertegenwoordigers uit de lokale samenleving,
teit en omvang van de herstelwerkzaamheden. slot is aanbevolen de samenwerking met de de gemeentelijke en provinciale overheid en de Indo-
Bovendien bleken veel levensvatbare functies verschillende betrokken partijen te bekrachtigen nesische spoorwegen zijn verwerkt in het rapport
verloren te zijn gegaan. Zo verkeerde de stad in in een convenant. Vanuit een gezamenlijke visie Action Plan, the Rehabilitation of the Inner City
2005 al in een verpauperde toestand en was dat zou gekeken kunnen worden naar een duurzaam of Padang (2010) en het beleidsadvies met de
sindsdien alleen maar erger geworden. toekomstperspectief voor de kota lama waar alle aanbevelingen van de Nederlandse delegatie in
Omdat de eilanden voor de kust geteisterd zijn betrokken partijen aan bijdragen. Recommendations Workshop Rehabilitation of
the Inner City of Padang (2011).
door een tsunami, is het surftoerisme sterk terug-
gelopen. De haven – waar de schepen met surfers Rol van betekenis
Literatuur
plachten te vertrekken – ligt er verloren bij, de Hoewel een integrale benadering van erfgoedzorg
- Colombijn, F. (1994). Patches of Padang. The
eigenaar van het in 2005 bejubelde hotel is ver- in Indonesië nog nauwelijks van de grond is ge-
History of an Indonesian Town in the Twentieth
trokken en kleine ambachtslieden – in 2005 nog komen, zijn er wel ontwikkelingen gaande die
Century and the Use of Urban Space. Leiden.
gezien als een toeristische attractie – zijn verdwe- aanknopingspunten bieden. De Indonesische
– Corten, J.P. & P. van Dun (2005). Revisiting
nen. De beschadigde Chinese tempel is nog maatschappij ontwikkelt zich in rap tempo en
West Sumatra. Trailing Historic Recollections
steeds niet gerestaureerd en het voorheen aan- erfgoedzorg blijft daarbij niet achter. De op-
Between Sawahlunto and Padang. Vianen.
trekkelijke rivierfront met zijn pakhuizen ligt er komende middenklasse heeft nieuwe behoeften
– P. van Dun, D.A.J. ter Steege en P.J. Timmer
verwaarloosd bij. Incidenteel vindt particulier en neemt geen genoegen met de verwaarlozing
(2011). Recommendations. Workshop Rehabilitation
herstelwerk plaats, voornamelijk in de Chinese van historische gebieden. Particuliere erfgoed-
of the Inner City of Padang. Amersfoort.
wijk, maar de technische staat en daarmee de organisaties roeren zich steeds meer en gaan
– Gill, R.G. (1994). De Indische stad op Java
architectonische uiting van het stadsdeel krijgen strategische allianties aan met andere niet-
en Madura: Een morfologische studie van haar
hiermee geen bijzondere stimulans. gouvernementele organisaties om te komen
ontwikkeling. Delft.
tot rehabilitatie van het erfgoed. Zij zijn verder
– International Engineering Team (AIFDR)
Gedurende de uitvoering van het veldwerk is in actief bezig met het creëren van bewustwording.
(2009). Building Vulnerability Assessment,
Padang tevens een seminar georganiseerd door
Padang Earthquake. Padang.
het Indonesische ministerie van Cultuur en Toe- De kennis over het omgaan met natuurrampen
– Lonely Planet (2000). Indonesia. Victoria.
risme gericht op de wederopbouw na de aard- heeft eveneens een vlucht genomen. Nederlandse
– Martokusumo, W. (2010). The Ex–Coal
beving. Daarbij stonden de rampgevoeligheid expertise kan mogelijk bijdragen aan een grotere
Mining City of Sawahlunto Revisited: Notions
van het gebied, de mogelijkheden hierop te bekendheid en implementatie van integrated
on Revitalization, Conservation and Urban
anticiperen en het opstellen van richtlijnen voor conservation in Indonesië. Uiteindelijk zal de
Development. In: Nakhara Journal of Environ-
restauratie centraal.11 De handleiding Managing lokale overheid de regie moeten nemen, zo ook
mental Design and Planning, University
Disaster Risks for World Heritage (2010) van in Padang. Indonesische erfgoedorganisaties en
Chulalongkorn, vol. 6. Bangkok.
UNESCO biedt een uitstekende basis voor een Nederlandse adviseurs kunnen daarbij onder-
– Ministeries van VRO en CRM (1976).
optimale disaster preparedness voor historische steunen. Door het politieke, economische en
Hersteld verleden van dorpen en steden, een weg-
gebouwen en gebieden. De lokale overheid is van sociale belang van integrated conservation in-
wijzer voor stads- en dorpsherstel. Den Haag.
plan de binnenstad te verlaten en een nieuw be- zichtelijk te maken kan de overheid gestimuleerd
– De Stuers, H.J.J.L. (1850). De vestiging en
stuurscentrum te bouwen op hoger gelegen grond worden erfgoed een rol van betekenis te geven bij
uitbreiding der Nederlanders ter westkust van
die minder kwetsbaar is voor natuurrampen. Vol- de ontwikkeling van de stad.
Sumatra. Amsterdam.
gens de toekomstvisie voor 2028 zullen de groene
– UNESCO-Asia Pacific (2010). Managing
heuvels ten zuiden van de stad getransformeerd Noten Disaster Risks for World Heritage. Jakarta. 
worden tot een nieuw zakencentrum met hotels, 1 Conform het Heritage Emergency Response-beleid

35
VITRUVIUS NUMMER 18 JA-

dr. ing. Hans Bonke


Onderzoeker project
De identificatie en
documentatie van
forten in Indonesië

1 – Een middeleeuws kasteel


in de tropen: het Portugese
fort Tolucco (Ternate).

Forten
in Indonesië
I
n de Indonesische archipel zijn tussen de bosch. Op lokaal en regionaal niveau werd assis- namelijk op de Molukken en Java. Op de Moluk-
komst van de eerste Europeanen in het tentie verleend door regionale kantoren van ken in het noordoosten van de archipel herinne-
begin van de zestiende eeuw en het uitroe- Budpar, gemeenten, universiteiten en erfgoed- ren tientallen forten aan meedogenloze oorlogen
pen van de Indonesische onafhankelijkheid in instellingen. Een fraai voorbeeld van kennis- die daar werden uitgevochten tussen de autoch-
1945 honderden forten, bergvestingen, bunkers opbouw. tone bevolking en Europese kooplieden. De inzet
en andere verdedigingswerken gebouwd.1 Portu- Het onderzoek strekte zich uit van Sabang tot was het monopolie in de handel in kruidnagel en
gezen, Spanjaarden, Nederlanders, Britten, Ja- Merauke, een afstand van ongeveer 5.000 kilo- nootmuskaat; de kostbare specerijen die alleen op
panners en ook de lokale bevolking bouwden for- meter. Daarbij werden tientallen, soms moeilijk deze kleine eilanden groeiden.
ten langs belangrijke handels- en zeeroutes. De bereikbare eilanden bezocht. Op elke site werden
forten maken nu deel uit van het gemeenschap- de overblijfselen en lokale omstandigheden vast- In 1512 bereikten de Portugezen als eerste Euro-
pelijk erfgoed, maar hoeveel waren het er eigen- gelegd in een gestandaardiseerde vragenlijst met peanen over zee deze legendarische specerijen-
lijk? Waar lagen ze? Wat was erover bekend? En gegevens over locatie, bouwkundige toestand en eilanden. De sultan van Ternate verleende hen in
niet in de laatste plaats, wat is er nog van over? voorzien van schetsmatige plattegronden, foto’s 1522, in ruil voor militaire steun tegen aarts-
Al deze vragen waren voor het Departemen en video. Het bleef bij een inventarisatie, want vijand Tidore, het monopolie op de kruidnagel-
Kebudayaan dan Pariwisata (Budpar), ofwel het het uitgebreid opmeten of opgraven van de over- handel en gaf toestemming om het eerste
Indonesische ministerie van Cultuur en Toe- blijfselen viel buiten het budget. Het veldwerk Europese fort in de Indonesische archipel te
risme, aanleiding om van 2007 tot 2009 een groot werd aangevuld met een overzicht van de belang- bouwen: Fortaleza Săo Joăo Baptista (Castelo
inventarisatieproject van alle forten op het Indo- rijkste historische informatie, een iconografie en Gamma Lama). De volgende decennia breidden
nesische grondgebied te laten uitvoeren. een literatuuroverzicht. Het onderzoek beperkte de Portugezen hun handelscontacten uit en
zich niet alleen tot bestaande forten, maar strekte bouwden ook forten op andere eilanden. Na ver-
De inventarisatie en identificatie zich ook uit tot de meer dan honderd verdwenen loop van tijd verslechterden de verhoudingen en
van forten in Indonesië forten. Dat betekent, dat als er in de nabije toe- verdreven de bewoners van Ternate in 1575 de
Het onderzoek werd mede mogelijk gemaakt komst bij grondwerkzaamheden resten van ver- Portugezen. Op Ambon brak een oorlog uit
door een subsidie uit het gemeenschappelijk erf- dwenen forten worden teruggevonden, direct tussen de coalitie van de katholieke Ambonezen
goedprogramma. Hierdoor kon in juli 2007 daad- historische gegevens beschikbaar zijn voor de met de Portugezen en de islamitische bevolking.
werkelijk worden begonnen met het driejarige identificatie en voor archeologisch onderzoek. Het lokale Portugese fort, Fortaleza Nossa Sein-
project: de ‘inventarisatie en identificatie van for- hora da Annunciada, was de beslissende schakel
ten in Indonesië’. De uitvoering werd opgedragen Forten op de Molukken en Java: in de machtsverhoudingen. Die verhoudingen
aan twee private partijen: Pusat Dokumentasi 1512-1815 werden op scherp gezet door de komst van andere
Architektur (PDA) in Jakarta en Passchier Archi- De eerste forten werden gebouwd op plaatsen Europeanen. In 1602 kwamen de eerste schepen
tects and Consultants (PAC) in ’s-Hertogen- waar Europeanen als eerste voet aan wal zetten, van de Verenigde Oost-Indische Compagnie

36
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012

(VOC) vanuit Nederland in Azië aan. De Portu-


gezen op Ambon gaven zich zonder verzet over Tussen 1500 en 1945 werden langs de belangrijkste handels- en zeeroutes in de
aan de Nederlanders, die het fort herdoopten in Indonesische archipel vele militaire versterkingen en forten gebouwd. Ze verrezen in alle
Kasteel Victoria. soorten en maten, 442 in totaal, het merendeel gericht op de inheemse vijand. In opdracht
van het Indonesische ministerie van Cultuur en Toerisme zijn deze verdedigingswerken
Spanje en Portugal waren sinds 1580 in één rijk tussen 2007 en 2010 geïnventariseerd en uitgebreid gedocumenteerd. De resultaten zijn
verenigd. In 1605 begonnen de Spanjaarden van- raadpleegbaar via een database. Bovendien staat er een tentoonstelling over deze
uit de Filipijnen aan een tegenoffensief in de monumentale verdedigingswerken op stapel.
noordelijke Molukken en brachten Tidore,
Ternate Bacan, Makian en Halmahera onder hun
gezag. Al snel daarna heroverde de VOC de helft
2 – De verspreiding
van het eiland Ternate en bouwde er fort Oranje van de bestaande
(1607). Toch slaagde zij er niet de Spanjaarden uit forten over de
het andere deel van het eiland te verdrijven. Indonesische
Wel lukte het enkele andere eilanden te bezetten. archipel.
Er kwam pas een einde aan de status quo nadat (NTT= Nusa
de Spanjaarden zich in 1664 hadden teruggetrok- Tenggara Timur;
ken op de Filipijnen. NTB = Nusa
Tenggara
Barat).
De Banda-eilanden in de zuidelijke Molukken
waren de enige eilanden ter wereld waar de mus-
kaatnoot voorkwam. De bewoners handelden met
Indonesische kooplieden, Portugezen, Engelsen
en Nederlanders, maar weigerden om één partij 3 – VOC en
het monopolie in hun lucratieve handel te geven. specerijen-
En van toestemming voor de bouw van een fort monopolie:
was al helemaal geen sprake. De Nederlanders Fort Concordia
trokken zich daar echter niets van aan en bouw- (Banda Besar).
den in 1609 de forten Nassau en Belgica op Banda
Neira. De Bandanezen bleven zich echter hard-
nekkig verzetten tegen de inbreuk op hun rech-
ten. Dit leidde uiteindelijk ertoe dat in 1621
gouverneur-generaal J.P. Coen met een leger van
ruim 1.500 zwaarbewapende soldaten de hele
bevolking van Banda Neira vermoordde of depor-
teerde om zodoende plaats te maken voor de
nootmuskaatplantages van de VOC.

Nadat enkele jaren later ook de Britten het eiland


Run opgaven en alleen nog hun fort in Bengkoe-
len (huidige Bengkulu) op Sumatra behielden,
hadden de Nederlanders al hun Europese concur-
renten uit de Molukken verdreven en protesten
uit de autochtone bevolking onderdrukt of afge-
kocht. Hun Europese en Aziatische vijanden
weken uit naar de vrijhaven Makassar op Celebes
(huidige Sulawesi) waar een levendige handel
ontstond in wat de VOC typeerde als ‘gesmok-
kelde’ specerijen. Pas na maandenlang beleg kon
de compagnie in 1667 het belangrijkste fort
innemen. Het controleerde daarna als fort Rot-
terdam de naleving van het gedicteerde verdrag.
De VOC was definitief winnaar van de specerij-
enoorlog. De ‘illegale’ teelt en smokkel van
specerijen werd voortaan bestreden door de com-
binatie van regelmatige vernielingen van kruid-
nagelbomen, patrouilleschepen en een keten van
kleine forten.

37
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012

De VOC opende in 1610 een handelspost in Banten, Yogyakarta en Soerakarta (ofwel Solo). 137 forten van klasse 3 en 4, die geschikt waren
Jayakarta op Java, die moest uitgroeien tot het Enkele jaren later werd ook Oost-Java onder voor de verdediging tegen de inheemse vijand.
centrum van haar scheepvaart met Europa en controle van de compagnie gebracht. In de belangrijkste bestuurscentra, zoals Ambon
binnen Azië. Toen de lokale prins weigerde toe- In de tweede helft van de 18de eeuw keerde het en Makassar, waren dat grote stenen forten.
stemming te geven voor de bouw van een fort, liet tij als gevolg van de veranderende machtsverhou-
Coen de pakhuizen illegaal versterken. Het geïm- dingen in Europa en raakte de VOC in verval. De Tabel Permanent bezette forten in 1863
proviseerd fort doorstond een beleg (1619) dat plannen om de forten in Azië te moderniseren, KLASSE 1 2 3 4 Totaal
eindigde met een Nederlandse overwinning. kwamen niet verder dan de tekentafel. In 1795 Java / Madura 2 4 16 36 58
Jaya- karta werd verwoest en de versterkte stad bezetten de Franse revolutionaire legers Neder- Sumatra - - 4 44 48
Batavia (tegenwoordig Jakarta) gesticht. Dat land. De Bataafsche Republiek nationaliseerde Borneo - - 1 5 6
leidde tot een krachtproef met het Javaanse weliswaar de failliete VOC, maar kon niet voor- Celebes - - 1 7 8
keizerrijk Mataram, dat in 1628 en 1629 tot twee- komen dat de Britten grote delen van haar han- Molukken - - 9 11 20
maal toe tevergeefs de stad belegerde, waarna delsimperium bezetten. Het einde kwam pas Timor - - - 3 3
de partijen vrede sloten. na de inlijving van Nederland bij het Franse Totaal 2 4 31 106 143
Tussen 1661 en 1757 raakte de VOC veelvuldig keizerrijk van Napoleon Bonaparte. Uiteindelijk
KLASSE 1-2: fort tegen buitenlandse vijand
betrokken bij conflicten over de opvolging aan de bezetten in 1811 de Britten het eiland Java.
3-4: fort tegen inheemse vijand 2
Javaanse hoven. De zwakste partij riep de hulp BRON: STAATSBLAD VAN NEDERLANDSCH-INDIË 1863
van de VOC in, die militaire steun verleende om Nederlands-Indië: 1815-1945
de pretendent op de troon te helpen. Deze hulp Het Britse tussenbestuur eindigde met de terug- De Atjeh-oorlog (1873-1903) was de laatste oorlog
was uiteraard niet gratis. De compagnie kreeg als gave van de Indische bezittingen (1815). Neder- waarin op grote schaal forten zijn gebouwd. Toen
betaling de beschikking over steeds grotere delen lands-Indië bestond toen uit Java, de Molukken, het leger er ondanks de bouw van veertig forten
van de noordkust op Java. In de belangrijkste enkele kleine enclaves op Sumatra, Borneo niet in slaagde het bezette gebied te ‘pacificeren’,
kustplaatsen werden forten gebouwd. Het enige (huidige Kalimantan), Celebes en enkele kleine trok het zich in 1884 terug binnen een ring
moment dat die forten bedreigd werden, was tij- eilanden. Pas in 1910 kwam het hele gebied van van achttien forten om de hoofdstad Kota Radja
dens de zogenaamde Chinese oorlog (1740-1743) de huidige republiek Indonesië onder Neder- (huidige Banda Aceh/Atjeh). In de praktijk leek
in Batavia. Voor het eerst werd toen een VOC- lands gezag. In de tussenliggende eeuw waren deze geconcentreerde linie meer op een belegerde
fort door Javanen belegerd en ingenomen. Maar ongeveer zeventig oorlogen en opstanden uit- vesting dan op koloniale expansie. Kolonel Van
dat was tijdelijk. Na een tegenaanval kwam de gevochten en werden ter verdediging tientallen Heutsz verving in 1898 de wallen van de forten
compagnie uiteindelijk toch als overwinnaar uit forten gebouwd. door prikkeldraad en schakelde over op mobiele
de strijd waarna de machtsbasis van Javaanse oorlogsvoering en actieve contraguerrilla. De
vorsten opnieuw werd verkleind. De VOC bena- Sinds 1853 werden de permanent bezette forten tijd van de forten was voorbij. De militairen
drukte haar macht door de bouw van forten in Nederlands-Indië ingedeeld in vier klassen. In verhuisden naar moderne kazernes.
tegenover de paleizen van de Javaanse vorsten in 1863 waren er 143 forten (zie tabel), waaronder
Op Java, waar de vrees bestond voor een nieuwe
Britse invasie, zijn tussen 1830 en 1850 grote
zwaarbewapende forten gebouwd, die vergelijk-
baar waren met de contemporaine Nederlandse
forten van de Hollandse Waterlinie (klasse 1 en
2 in tabel). Ze moesten de vijand na de landing
zolang mogelijk vasthouden in de ongezonde
kuststrook. Het leger en de regering trokken zich
terug in het binnenland in het gebied dat werd
begrensd door de forten in Ambarawa, Ngawi,
Gombong en Cilicap, gelegen aan de zuidkust. Na
1850 werd de verdediging tegen een buitenlandse
vijand overgenomen door het vergrote veldleger.
Omdat de laatste fase van die strijd zich zou af-
spelen rond Bandung, werden daar tussen 1900
en 1918 de betonnen forten van de Preangerstel-
ling gebouwd. De regering had namelijk in 1927
besloten dat het Koninklijk Nederlands Indische
Leger (KNIL) verantwoordelijk was voor de
verdediging van Java en de marine voor de
buitengewesten.

Na de Eerste Wereldoorlog groeide Japan uit tot


een industriële grootmacht, maar was daarvoor
afhankelijk van de import van grondstoffen en
4 – Verdediging tegen een Europese vijand: Fort Willem I (Ambarawa, Java). olie uit Nederlands-Indië. In Batavia vreesde

38
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012

5 – Bescherming oliebronnen tegen


Japanse invasie: Nederlandse
6 – Japanse verdediging tegen
bunker op vliegveld Tarakan.
geallieerde invasie: Japans kust-
geschut (Air Salobar, Ambon).

men dat de Japanners zich meester zouden


maken van de belangrijkste oliehavens in Balik-
papan en Tarakan op Borneo en daarom werden
er garnizoenen gelegerd en kustbatterijen ge-
bouwd. Na het uitbreken van de Tweede Wereld-
oorlog werden ook op Ambon en Java militaire
versterkingen aangelegd. Het KNIL bleek tijdens
de inval in 1942 geen partij voor het mobiele
Japanse leger en haar luchtoverwicht, waardoor
Nederlands-Indië al op 8 maart 1942 moest capi-
tuleren.

De Japanners verwachtten een geallieerde invasie


vanuit Australië en versterkten de zuidkust van
Sumatra tot Timor. De geallieerde opmars vond
echter plaats via de noordkust van Nieuw-Guinea
(huidige Papua), waarbij onder andere in Biak
hevig werd gevochten. Eind 1944 splitste het ge-
allieerde offensief zich op. De Amerikanen gin-
gen richting de Filipijnen en de Australiërs
heroverden Tarakan en Balikpapan als eerste stap
richting Java, alwaar de Japanners zich voorbe-
reidden op een guerrillaoorlog.
De Japanse capitulatie op 15 augustus 1945
bracht geen vrede, maar was het begin van de 7 – Documentatie formulier database: achterstallig onderhoud fort Rotterdam (Makassar, Sulawesi).
Indonesische onafhankelijkheidsoorlog. Forten
speelden nauwelijks een rol bij de ‘politionele
acties’. Een aantal forten bleef na de onafhanke- kreeg fort Speelwijk in Bantam (West-Java) als Monumentenregister. De ordonnantie werd na
lijkheid in gebruik als kazerne, politiebureau eerste VOC-object de status van beschermd de onafhankelijkheid integraal overgenomen in
of gevangenis. Na verloop van tijd werden de monument. De Oudheidkundige Dienst inventa- de wetgeving van Indonesië.
verouderde onderkomens verruild voor een riseerde in de jaren ’20 van de vorige eeuw alle
modernere behuizing. De forten kwamen leeg te Europese oudheden. De Monumentenordonnan- In 1992 kwam er een nieuwe monumentenwet,
staan. Het verval sloeg toe. tie (Indisch Staatsblad 1931, no. 238) regelde de waarin een ouderdom van vijftig jaar gold als
wettelijke bescherming van ‘zaken welke voor de criterium voor de bescherming van historisch en
Van verdedigingswerk tot prehistorie, geschiedenis en kunst en paleontolo- cultureel erfgoed. Het wettelijk kader is hierin
beschermd monument gie van groot belang moeten worden geacht’. Een goed geregeld, maar bij de uitvoering deed zich
De bescherming van forten als monument gaat in bouwwerk werd daarin pas monument, zodra een praktisch probleem voor. Er mag dan wel een
Indonesië terug tot de Nederlandse tijd. In 1905 het was ingeschreven in het Openbaar Centraal wet zijn, maar zowel van de bestaande forten als

39
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012

De toekomst van het verleden


Erkenning als monument is belangrijk, maar het
biedt geen garantie voor de toekomst. De beste
optie is hergebruik, maar niet alle forten komen
daarvoor in aanmerking. Soms is er niet meer
over dan een enkele muur; soms liggen de forten
op nauwelijks bereikbare eilanden. Ongeveer zes-
tig forten hebben de potentie voor hergebruik.
Het grote voorbeeld is fort Rotterdam in Makas-
sar op Zuid-Sulawesi. Het is niet alleen een toe-
ristische attractie, maar belangrijker, het wordt
door de lokale bevolking intensief gebruikt voor
8 – Nusantara fort Kuta Batee Mereudeu (Pidië, Sumatra). uiteenlopende culturele en alledaagse activi-
teiten. Hetzelfde geldt voor fort Vredeburg in
Yogyakarta, waar wordt samengewerkt met de
Stichting Nieuwe Hollandse Waterlinie. Andere
voorbeelden zijn fort Marlborough in Bengkulu
op Sumatra en fort Van Der Wijk in Gombong in
Centraal-Java. De promotie van de eigen regio-
nale historie en van cultuurhistorisch toerisme
leidde tot de recente restauratie van de forten
Otanaha en Ulupahu in Gorontalo in Noord-Su-
lawesi en van fort Wolio op Buton in Zuidoost-
Sulawesi, het grootste fort in Indonesië. En tot
slot, stimuleert de gemeente Tarakan het bezoek
aan het erfgoed van de Tweede Wereldoorlog op
het eiland. Kortom, het tweede leven van de for-
ten begint overal in Indonesië vorm te krijgen.

9 – Indonesische scholieren op excursie: fort Rotterdam (Makassar, Sulawesi).


Noten
1 In dit artikel wordt als algemene kwalificatie, ana-
loog aan de algemene betekenis van het Indonesische
van de archeologische sites zijn de locaties en de Tweede Wereldoorlog, kan met recht een pio- woord benteng, verder het woord fort gebruikt.
fysieke omstandigheden onvoldoende bekend. niersstudie worden genoemd. Voor het eerst zijn 2 De verschillen tussen categorie 1 en 2, en tussen 3

Budpar besloot daarom in 2005 alle forten in de deze talrijke, maar onbekende betonnen bunkers en 4, zijn niet precies bekend, behalve de minimale
Indonesische archipel te lokaliseren en systema- en tunnels in kaart gebracht. Door de tijdsdruk grootte van de verboden kring. Binnen dit vrije
tisch te beschrijven. Een eerste bureauonderzoek en de grote aantallen moest hierbij noodgedwon- schootsveld mochten geen stenen gebouwen rond
leverde een lijst van 270 bestaande forten op, gen worden volstaan met een steekproef. het fort worden gebouwd.
maar het was duidelijk dat het er meer moesten Het eindproduct van het project Inventory and
zijn. Er was bovendien nauwelijks iets bekend Identifications Forts in Indonesia is een database Literatuur
over de verdedigingswerken uit de Tweede van forten, die door de Indonesische overheid in – Bonke, A.J. (2008). De inventarisatie
Wereldoorlog. het kader van de nieuwe monumentenwet van en documentatie van forten in Indonesië.
2010 wordt geïncorporeerd voor het uitvoeren In: Saillant 4, p. 26-27.
Onderzoeksresultaten van en het anticiperen op het erfgoedbeleid. – Bonke, A.J. (2009). Tarakan.
Bij de eindevaluatie van het veldonderzoek in de- Het uiteindelijke doel is dat er een einde komt In: Saillant 3, p. 7-10.
cember 2010 bleek dat er geen 270 forten maar aan het willekeurig gebruik en het slopen van – Keppel, J. (2005). Ternate, het klassieke
442 forten bestaan. Daarvan zijn 139 ‘koloniale’ deze monumenten c.q. de vernieling van het kruidnageleiland. In: Saillant 2, p. 17-22.
forten waarover veel historisch informatie be- cultureel erfgoed. De database is tevens bedoeld – Knaap, G.; Teitler, G. (red.) (2002) De
schikbaar is. Dit staat in schril contrast met de als de eerste aanzet tot een uitgebreidere studie Verenigde Oost-Indische Compagnie tussen
achtergrondinformatie over de 128 ‘Nusantara’ naar de geschiedenis van de forten in Indonesië. oorlog en diplomatie. Leiden.
forten, die door de Indonesiërs zijn gebouwd voor Het projectteam is er namelijk in geslaagd om – Pusat Dokumentasi Architektur e.a.
de komst van de Nederlanders. Over de meeste de vrijwel onbekende en onbeminde forten via (2010). Inventory and Identification FORTS
van deze forten, die uiteenlopen van aarden wal- workshops, tentoonstellingen, film, publicaties in INDONESIA. Jakarta.
len tot imposante stenen forten, zijn weinig of en een website bij lagere overheden, universitei- – Database fortenproject:
geen betrouwbare historische gegevens bekend. ten, investeerders en – nog belangrijker – bij een www.bentengindonesia.org.
Archeologisch onderzoek heeft nauwelijks plaats- breed Indonesisch publiek op de kaart te zetten. – Geschiedenis en monumenten van
gevonden. De datering is vaak onbekend. Wellicht binnenkort ook in Nederland, want de het eiland Tarakan: www.tarakan.nl.
De inventarisatie van 175 sites met Nederlandse, voorbereidingen voor een tentoonstelling zijn
Japanse en geallieerde verdedigingswerken uit de in een vergevorderd stadium. FOTOGRAFIE: H. BONKE 

40
De nootmuskaatoogst op Banda Besar. TEKENING DOOR MAURITS VERHUELL CA. 1830. MARITIEM MUSEUM ROTTERDAM

41
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012

drs. Jean-Paul Corten


Coördinator internationale
samenwerking RCE

ir. Emile Grotenbreg


Restauratiearchitect Bureau
Monumenten en Archeologie
Amsterdam

1 – De ruïne van
Spantje By vóór
reconstructie. FOTO
GROTENBREG, 2009

De revitalisering van
SPANTJ E BY
een nootmuskaatperk
op Banda Besar
H
et was nog altijd onrustig op de Moluk-
ken toen wij onze reis aanvingen. We
schrijven oktober 2001 en ons reisdoel
was de Banda-archipel; een groep van zes minus-
cule eilandjes te midden van de gelijknamige
zee, zo’n 150 zeemijlen verwijderd van Ambon.
Als exclusieve leverancier van nootmuskaat – een
gewild specerij met evenveel bewezen als ver-
meende eigenschappen – vormden de eilandjes
eeuwenlang een bron van grote welvaart. Dat wil
zeggen, voor wie zich de productie wist toe te ei-
genen. Even lang vormden zij eveneens een bron
van afgunst en conflict. En daarmee is hun legen-
darische rol in de wereldgeschiedenis meteen
verklaard.

Het doel van onze reis betrof nou juist die legen-
darische geschiedenis van de Banda-archipel, of
meer specifiek de materiële overblijfselen daar-
van. Onze delegatie, zes in getal, bestond uit
architecten, archeologen en historici. Onze
2 – Tekening van Spantje By. opdracht was de archeologische overblijfselen in

42
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012

4 – Vloertegel in de kerk van Banda Neira met het monogram van de


VOC. Opmerkelijk in de ‘N’ boven het monogram, die vermoedelijk
duidt op Neira. Normaliter was deze plek in het monogram voor-
3 – Nootmuskaat en foelie. FOTO GROTENBREG, 2009 behouden aan de kamers van de VOC. FOTO GROTENBERG, 2009

5 – Kaart van de Banda-archipel. BART BROEX, RCE, 2011


In juni 2010 is het gereconstrueerde
hoofdhuis van het perk Spantje By fees-
telijk opgeleverd. Dit perk was altijd al
een van de mooiste en productiefste
nootmuskaatplantages van de Banda-
archipel. De reconstructie vormt niet
alleen een waardevolle herinnering aan
een legendarische periode uit de we-
reldgeschiedenis, maar is tevens een
mijlpaal in de revitalisering van de Des Alwi, erfdrager van Banda slaags raakten, wist hij als ‘chrislamist’ – zoals
nootmuskaatteelt in de Molukken. hij zichzelf noemde – de gemoederen te beda-
Des Alwi (1927-2010) was niet alleen de initia- ren. Veel van de historische gebeurtenissen
tiefnemer van de reconstructie van het perk waarin hij zelf figureerde, heeft Des op film
Spantje By maar was tevens de stuwende kracht vastgelegd.
achter de instandhouding van het gemeen- Behalve een illuster historisch figuur was
schappelijk erfgoed in de Banda-archipel. ‘Oom’ Des ook diplomaat en historicus. Als zo-
Als telg van een eens roemrucht parelvisser- danig was hij zich bewust van de precaire band
kaart te brengen, de restanten van de ooit uitbun-
geslacht, kwam Des Alwi al op jonge leeftijd in tussen Indonesië en Nederland en zocht hij
dige plantages op te meten en het toekomst-
contact met Mohammad Hatta en Sutan Sjah- steeds de dialoog met de oud-kolonisator. Dat
perspectief te analyseren. Onze missie, uitgerust
rir, de grondleggers van de Indonesische staat. gold in het bijzonder voor de toenmalige Rijks-
door een Haagse mecenas, volgde op een verzoek
Zij waren door het Nederlandse gezag kort voor dienst voor de Monumentenzorg, die op zijn
van het Moluks gouvernement.1 Maar het bleek
de Tweede Wereldoorlog vanwege hun politieke initiatief sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw
nog niet zo eenvoudig om aan dat verzoek te
opvattingen geïnterneerd op Banda Neira. betrokken is geraakt bij de instandhouding van
voldoen. De reis naar Banda gaat in alle gevallen
Tijdens de oorlog, onder Japans bewind, trok het gemeenschappelijk erfgoed in de Banda-
namelijk over Ambon. En daar waren moslims en
Des als pupil van Hatta naar Batavia om deel te archipel. Als orang kepala lima (bestuursvoor-
christenen in 2001 nog in een gewelddadig con-
nemen aan de onafhankelijkheidsstrijd. Aan zitter) van de Banda-archipel en voorzitter van
flict verwikkeld. Kort voor ons vertrek was zelfs
het einde van de oorlog was hij getuige van het de stichting Banda Permai (Mooi Banda) heeft
de Nederlandse ambassadeur tijdens zijn bezoek
‘vlagincident’ in Surabaya, een belangrijk sym- Des zich steeds ingezet voor de instandhouding
aan het eiland in een hinderlaag beland.2 En
bool in de strijd om erkenning van de onafhan- van dit gemeenschappelijk erfgoed. En niet
hoewel hij daar ongedeerd uit was geraakt, gold
kelijke staat Indonesië. Als verslaglegger was zonder succes. Door zijn vasthoudendheid is
er sindsdien wel een negatief reisadvies voor het
hij aanwezig bij de Proklamasi van 17 augustus het fort Belgica gerestaureerd, het fort Nassau
eiland. Toch besloten wij onze lang uitgestelde
1945, toen Soekarno de onafhankelijke staat gestabiliseerd, het voormalig gouverneurspaleis
reis door te zetten. Wanneer we zouden reizen
Indonesië uitriep. Later keerde hij zich echter hersteld, de afgebrande kerk op Banda Neira
onder begeleiding van Des Alwi – de gezag-
tegen Soekarno’s politiek. In de jaren ’60 trad weer opgebouwd en is het VOC-kerkzilver weer
drager op de Banda-eilanden en nationale
hij op als bemiddelaar in de Konfrontasi, teruggekeerd. Recentelijk is de gerestaureerde
bekendheid – moest het mogelijk zijn de Banda-
het conflict tussen Maleisië en Indonesië over perkenierswoning Spantje By opgeleverd. Het
eilanden, waar de strijd toen al was geluwd,
Borneo dat pas in 1966 werd beslecht. Toen kan nu weer een rol spelen in de revitalisering
ongeschonden te bereiken. Dat betekende een
moslims en christen in 1999 op Banda Neira van de nootmuskaatteelt.
tweedaagse bootreis vanaf Makassar. Bij het

43
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012

passeren van de haven van Ambon dienden wij De afgelopen tien jaren stonden daarom in vlees wordt over het algemeen ter plekke gecon-
ons onopvallend te gedragen en aan boord te het teken van wederopbouw en verzoening. De sumeerd of soms als jam geconserveerd.6
blijven. Een vliegreis zou een stuk sneller en christelijke gemeenschap is inmiddels groten-
comfortabeler zijn geweest, maar al lang voor wij deels teruggekeerd, de kerkjes zijn hersteld en Al in de 15e eeuw werden nootmuskaat en foelie
onze reis aanvingen, waren de vluchten van ook het historisch kerkzilver heeft zijn weg terug gebruikt als smaaktoevoeging aan gerechten die
Ambon naar Banda om veiligheidsredenen ge- gevonden. De visserij heeft zich al die tijd weten in de keukens van Europese elite werden bereid.
staakt. Vliegen naar Ambon was nog altijd moge- te handhaven en heeft zich bij het wegvallen van Daarnaast werd aan de nootmuskaat een genees-
lijk. Maar wie van het vliegveld naar de zeehaven het toerisme tot de belangrijkste economische krachtige werking toegeschreven en werd hij
reist, moet de stad passeren; en dat was op dat activiteit ontwikkeld. Het toerisme zelf heeft zich gebruikt als conserveermiddel van bederfelijke
moment geen goed idee. nog altijd niet hersteld. Daar staan nieuwe eetwaren. Tegenwoordig wordt uit nootmuskaat
perspectieven in het onderwijs tegenover. De geperste olie ook gebruikt als bestanddeel van
Toen wij na twee volle zeedagen arriveerden, Hatta-Sjahrir Universiteit op Banda Neira is dure parfums. En er wordt ook wel beweerd dat
lagen de Banda-eilanden er vredig bij. Dat was uitge- groeid tot een regionaal onderwijscentrum het een van de geheime ingrediënten vormt van
twee jaar eerder wel anders. Toen was het religi- voor landbouw en visserij. Maar ook de nootmus- Coca-Cola.
euze conflict dat zich vanuit Ambon had ver- kaat, ooit de basis van Banda’s bestaan, maakt
spreid ernstig uit de hand gelopen. De drie zich op voor een herintrede.5 In het 16e- en 17e–eeuwse Europa was de noot-
kerkjes die de archipel telt waren daarbij in vlam- muskaat letterlijk goud waard. De opkomende
men opgegaan en ook een aantal stadswoningen Nootmuskaat stedelijke elite toonde zijn welvaart aan de hand
op het hoofdeiland Banda Neira. Maar daar was De vrucht van de nootmuskaatboom lijkt qua van de hoeveelheid nootmuskaat op tafel. De
het niet bij gebleven. In de hitte van het conflict vorm, kleur en afmeting op een perzik. De dikke hoge waarde van deze specerij was niet alleen het
was ook het perk Groot Waling door een woe- buitenhuid bestaat uit stevig vruchtvlees. Daar- gevolg van een groeiende vraag naar het prestigi-
dende menigte bestormd, waarbij een groot deel binnen bevindt zich de donkerbruine harde noot, euze product, maar was vooral een gevolg van het
van de familie Van den Broeke het leven liet. De omhuld door een rood membraam: de foelie. De geringe aanbod. Lange tijd was de Banda-archi-
nootmuskaatplantage - die hier wordt aangeduid vrucht is rijp voor de pluk als de zachte buiten- pel namelijk de enige plek op aarde waar de noot-
als perk - was pas enkele jaren voordien verwor- huid open barst. Het vruchtvlees, de foelie en de muskaatboom een bruikbare vrucht opleverde.
ven door Willem van den Broeke, zelf nazaat van noot worden na de pluk gescheiden. De noten De bodem van vulkanisch gesteente en opge-
een roemrucht perkeniersgeslacht. Het was de worden vervolgens op een vuur gedroogd tot de stuwd koraal in combinatie met het tropisch
enige perk in particuliere handen sinds de dop van de pit loslaat. De dop wordt losgeklopt klimaat en de hoeveelheid regen, vormden de
nationalisaties van 1958.3 De frustratie en volks- van de pit en dient weer om het vuur smeulende ideale omstandigheden voor de nootmuskaatbo-
woede bleken daarmee echter nog niet bekoeld te houden. Tot slot wordt de pit in kalk geblust men. Om de Europese keuken te bereiken, had
en de daaropvolgende onrust leidde ertoe dat de om ontkiemen en infecties te voorkomen. De de noot dus een lange weg te gaan. Tot het begin
gehele christelijke gemeenschap de archipel is foelie wordt in de tussentijd gedroogd in de zon van de 16e eeuw begon die bij oosterse handela-
ontvlucht. Het heldhaftig optreden van Des Alwi tot hij zijn kenmerkende gele kleur krijgt. In ren, die hem naar de Perzische Golf vervoerden.
daarbij heeft verder bloedvergieten voorkomen.4 gedroogde vorm zijn beide onderdelen van de Van daaruit vervolgde hij zijn weg via de Zijde-
vrucht dan gereed voor de handel. Het vrucht- route naar Genua en Venetië.7 Een handvol noten
was zodoende op de Europese markt al
gauw een fortuin waard.

Geen wonder dus dat de Portugezen er


veel aan was gelegen om een snelle en
directe zeeroute naar de nootmuskaat-
eilanden te ontdekken. Al snel na de ver-
overing van Malakka in 1511 slaagden
zij daarin. Tot het eind van 16e eeuw
waren zij de enigen die de zeeroute ken-
den en beheerden. Pas in 1599 wist de
Compagnie van Verre (de voorloper van
de Verenigde Oost-Indische Compagnie,
VOC) de juiste route aan de Portugezen
te ontfutselen en begon een concurren-
tiestrijd tussen beide landen.8 De VOC,
die na haar oprichting in 1602 de con-
currentie voortzette, had zijn zinnen
gezet op een handelsmonopolie op de
nootmuskaat. Immers, wie de handel
in dit exclusieve product beheerste,
bepaalde ook de prijs. Toen was nog niet
te bevroeden dat zij bereid was daarvoor
6 – De slachting van Banda in 1621, voor het fort Nassau. MUSEUM VAN BANDA NEIRA ook de uiterste consequentie te aanvaar-

44
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012

den. Wie absoluut zeker wil zijn van de


prijszetting, dient de volledige produc-
tie te beheersen. En dat betekende
automatisch kolonisatie. Een ongebrui-
kelijke en ongekende stap voor een
handelsonderneming. Toch gebeurde
het zo en daar was grof geweld bij
nodig.

Toen bleek dat de Bandanezen de eer-


der gesloten handelsovereenkomst met
de VOC schonden, was dit voor gouver-
neur-generaal Jan Pieterszoon Coen
aanleiding voor een buitenproportio-
nele strafexpeditie. In 1621 bezette hij
de eilanden met een overmacht van
ruim 1.500 soldaten. De expeditie ein-
digde in een waar bloedbad, waarbij
een groot deel van de inheemse bevol-
king in koelen bloede werd vermoord.
De rest werd als slaaf afgevoerd naar
Batavia (nu Jakarta). De vierenveertig
orang kaya, de traditionele voorman-
7 – Reconstructievoorstel van het perk
nen, werden voor het fort Nassau ont-
Spantje By. TEKENING GROTENBREG, 1998
hoofd en gevierendeeld.9 Het gewenste
handelsmonopolie was nu binnen
handbereik. Toch was er nog een laatste
obstakel voor een volledig monopolie. vuurtjes werden gedroogd. Maar ook de slaven- gemaakt van de overzeese gebiedsdelen van zijn
Het eilandje Run was namelijk nog altijd in En- verblijven bevonden zich meestal binnen de- aartsrivaal Frankrijk, dat toen Nederland in zijn
gelse handen. Dit zou pas van eigenaar wisselen zelfde ommuring. Banda Neira werd de hoofd- greep had. Kapitein Cole slaagde erin te doen wat
aan het eind van de Tweede Engelse Zeeoorlog. plaats van de archipel, waar het bestuur zetelde niemand voordien was gelukt, namelijk de zaai-
Bij de Vrede van Breda in 1667 werd het samen en alle voorzieningen en detailhandel zich con- lingen van de nootmuskaatboom te exporteren.13
met Suriname geruild voor Nieuw-Amsterdam, centreerden. Veel van de perkeniers bezaten hier Zijn zaailingen bleken uitstekend te gedijen op
het huidige Manhattan. een stadswoning, waar zij verbleven als de be- Grenada in het Caraïbisch gebied. In de loop van
drijfsvoering dat toeliet.11 Om de lucratieve per- de 19e eeuw verspreidde de teelt zich naar Malei-
Perkeneconomie keneconomie te beschermen tegen niet-denk- sië, Sri Lanka en Sumatra. Het monopolie op de
Nu de VOC een ontvolkte archipel in handen beeldige vijanden, werd een uitgebreid stelsel van productie was daarmee gebroken. Op een vrije
had, werd de productie op geheel nieuwe leest ge- verdedigingswerken aangelegd. Op alle strate- markt bleek de concurrentiekracht van de Banda-
schoeid. Het volledige leven kwam in het teken gische plekken in de archipel werden forten eilanden niet krachtig genoeg om zich te hand-
van de nootmuskaatproductie te staan en alle gebouwd.12 Overigens verdedigde de VOC zijn haven. In de loop van de 20e eeuw raakten zij dan
geschikte grond werd in werkbare productie-een- monopolie niet alleen op defensieve maar ook ook een steeds groter marktaandeel kwijt aan
heden verkaveld. Om de perken, zoals de planta- offensieve wijze. Telkens als er in de regio een Grenada, dat uitgroeide tot de belangrijkste
ges hier werden genoemd, te bewerken, werden concurrerende nootmuskaatplantage dreigde op producent.
slaven uit de hele regio aangevoerd. Aan het te komen, schroomde de ‘handelsonderneming’
hoofd van elk perk stond een perkenier. Hij ope- niet een expeditie uit te sturen om de bomen plat Maar al voor de concurrentie zich liet gelden, was
reerde als bedrijfsleider en was in dienst van de te branden. er een einde gekomen aan het exclusieve eigen-
VOC. Hoewel de perkeniers een redelijk tot wel- dom van de perken en het exclusieve recht op de
varend bestaan leidden, was het de VOC die de Zo heeft een lucratieve perkeneconomie zich tot handel. In 1795 was de VOC failliet verklaard.
condities van hun bestaan bepaalde en bovenal in de 19e eeuw kunnen handhaven. De exclusieve Het eigendom van de perken, dat aanvankelijk
de prijs die zij voor hun specerijen ontvingen.10 positie leverde Nederland grote winsten op. Maar aan de Nederlandse staat toeviel, kwam uiteinde-
toen die exclusiviteit onder druk kwam te staan, lijk in handen van de perkeniers. Ook het mono-
Een nootmuskaatperk bestond uit een groot per- kwam er ten langen leste ook een einde aan de polie op de handel werd onder druk van de
ceel dat werd beplant met nootmuskaat- en kana- perkeneconomie. Twee factoren waren daarbij liberale tijdgeest opgeheven.14 Dit betekende dat
riebomen. De laatste boden schaduw aan de van doorslaggevend belang: het failliet van de de perkeniers een veel hogere prijs voor hun
fragiele nootmuskaatbomen. Aan de rand van het VOC en het tijdelijk Engels bewind. specerijen ontvingen. Financieel ging het de
perk en dicht bij de aangelegde ontsluitingsweg perkeniers dus voor de wind in de 19e eeuw. De
werd de perkenierswoning gebouwd, veelal bin- Van 1810 tot 1817 stonden de Banda-eilanden winsten die eerder afvloeiden naar Amsterdam,
nen een ommuurd erf. Op het erf bevond zich onder bewind van de Engelse kapitein Christop- bleven nu op de Banda-eilanden hangen. Bij
ook de droogschuur, waar de noten op smeulende her Cole. Engeland had zich in die tijd meester gebrek aan investeringsmogelijkheden staken de

45
VITRUVIUS NUMMER 18 J A N U A R I 2 012

8 a - b – Reconstructie van unieke locatie, in de luwte van de baai van Banda,


Spantje By in uitvoering. blijft de plantage uit de wind. Tot in de 20e eeuw
FOTO CH. P. PHILIPPUS, 2010 was dit verreweg de mooiste en meest produc-
tieve plantage. In 1904 verkocht de door schulden
geplaagde perkenier A.M. Herreburghs zijn perk
en kwam het evenals veel andere perken in han-
den van de NV Kok. Vanwege zijn elegante voor-
komen werd Spantje By het woonverblijf van de
familie Kok. Bij de nationalisatie in 1958 werd
het eigendom van het perk door de Indonesische
staat overgenomen. Sinds 1997 zijn grond en ge-
bouwen in handen gesteld van de stichting Banda
Permai (Mooi Banda). Deze stichting – die tot
diens recente dood onder leiding stond van de
illustere Des Alwi – zet zich in voor de revitali-
sering van de nootmuskaatproductie. Daarvoor
is een programma van rasveredeling opgezet en
verbetering van de teeltmethoden. De resultaten
zijn zeer hoopgevend.16

Met deze revitalisering is er weer een toekomst-


perspectief geschapen voor het indrukwekkende
perkenierscomplex van Spantje By, dat in de
tussentijd tot een ruïne was vervallen. Van het
hoofdhuis was niet veel meer dan een aantal
muurresten overgebleven. De droogschuur en
slavenverblijven lagen er zwaar verwaarloosd bij
en van de voormalige ommuring was niet veel
meer dan de omtrek te herkennen. De zeewering,
die het complex tegen golfslag diende te bescher-
men, was bijna geheel verdwenen. De steeds
verder afkalvende oever dreigde de ruïne te on-
dermijnen. Vooruitlopend op een restauratieplan
en financiering voor herstel, is de zeewering
daarom in 1999 hersteld met steun van de toen-
malige Rijksdienst voor de Monumentenzorg.17
De uitvoering van het restauratie- en reconstruc-
tieplan heeft vervolgens nog tien jaren op zich
laten wachten. In 2009 bood het gemeenschappe-
lijk erfgoedprogramma uitkomst. De Neder-
landse ambassade kon hierdoor de financiering
ondersteunen terwijl de Rijksdienst voor het Cul-
tureel Erfgoed (RCE) zorgde voor de technische
perkeniers veel kapitaal in hun eigen vastgoed. besloot president Soekarno tot nationalisering ondersteuning. Met de kerstdagen van 2009 ging
Veel perkenierswoningen werden zodoende om- van de grotendeels verwaarloosde perken.15 de reconstructie van het hoofdhuis van start.
gebouwd tot ware paleisjes. Maar toen de concur-
rentie in de loop van de 20e eeuw serieuze Revitalisering van de nootmuskaatteelt Vanwege de ruïneuze staat van het hoofdhuis,
vormen aannam en de winsten steeds verder slon- Toch wordt de Bandanese nootmuskaat door waarvan uitsluitend de bouwmuren nog overeind
ken, was de onderhoudslast voor de meeste per- kenners nog altijd als een van de smakelijkste stonden, was het opstellen van een plan voor een
keniers niet meer op te brengen. Het langzame beschouwd. Er blijkt bovendien een markt te historisch verantwoorde reconstructie niet een-
verval van de uitbundige bouwwerken is dan ook bestaan voor dit type van fijne specerijen, waar- voudig. Op basis van aanwezige bouwsporen kon
al sinds die tijd gaande. van de prijzen de laatste jaren stijgen. Er lijkt dus de afmeting en samenstelling van de verdiepings-
een reële bestaansbasis voor de nootmuskaat- vloer nog wel worden bepaald. Maar voor de kap-
Het gebrek aan exportmogelijkheden tijdens de productie op de Banda-eilanden. constructie – die geheel was verdwenen – was dit
Tweede Wereldoorlog betekende de genadeklap Een van de beste plaatsen voor de verbouw van veel lastiger. Vanaf een vooroorlogse archieffoto
voor de nootmuskaatteelt op de Banda-eilanden. nootmuskaat is nog altijd het oude perk Spantje van de familie Kok, kon de oorspronkelijke
Veel nootmuskaatbomen werden gekapt om By (mogelijk een verbastering van ‘Spaanse kaphelling en afstand tussen de daksporen
plaats te maken voor andere gewassen, die nodig baai’). Het ligt op Banda Besar en grenst aan het worden afgeleid. Ook de vorm van de kolommen-
waren voor de dagelijkse levensbehoefte. In 1958 eerder genoemde perk Groot Waling. Door de rijen van de veranda’s kon hierop worden

46
INDONESIË-SPECIAL JANUARI 2012

bepaald. Aan de hand van de aanwezige restanten Movement. New York. Islands. Banda Neira.
kon de vorm van profielen, lijstwerk, basementen - Attema, Y. & P.C. Wieringa (1998). Verslag – Hanna, W.A. & N. Simmonds (1997), Banda.
en kapitelen goed worden bepaald. Een interview werkbezoek Banda Naira, Lonthor en Ay, A journey Through Indonesia’s Fabled Isles of Fire
met Jetty Kok, die als kind was opgegroeid in het 21 tot 23 oktober 1997. Zeist. and Spice. Banda Neira.
hoofdhuis, gaf een goede indruk van de mate- - Attema, Y. en E. Grotenbreg (2000). – De Jong, J. (2000). De waaier van het fortuin.
riaal- en kleurtoepassing. Zij herinnerde zich met Mutual Heritage in Indonesia: Banda Islands, De Nederlanders in Azië en de Indonesische
name de zwarte marmeren tegels op de vloeren Moluccas. In: Rijksdienst voor de Monumenten- archipel, 1595-1950. Den Haag.
van de veranda’s. Met gebruikmaking van een zorg, Over the Border. Zeist. – Van Leenders, G.J. (1992). Bouwwerken op
tweede foto van de voorgevel kon de vormgeving - Corten, J.P. & P. van Dun (2002). Inheritance de Banda-eilanden. Een rapport over het aantal
van gevel, gevelkozijnen en buitendeuren worden ‘Van Oom Coen’. Report of a Technical Mission en de bouwkundige staat van bouwwerken met
vastgesteld. Uit deze foto bleek dat de kap van to the Banda Islands. Vianen. historische waarde. Medemblik.
oorsprong was bedekt met atap (gedroogde bla- – Grotenbreg, E. (1998). Een indruk van de bouw- – Lingsma, T. (2009). Noodlottige nootmuskaat.
deren van de sagopalm). In verband met brand- nijverheid op de Banda-eilanden. Medemblik. In: NRC Handelsblad 24-25 januari 2009, 26-27.
gevaar is bij de reconstructie echter afgezien van – De Hondt, P. (1760). Histoire Générale des – Seabrook, J. (2001). Soldiers and Spice:
dit materiaal. Als alternatief voor de dakbedek- Voyages Depuis le Commencement du XV-me. Indonesia. Why the Dutch traded Manhattan for
king is een stalen panprofiel in kleur toegepast. Siècle. Onzième Partie. Voyages des Hollandois aux a Speck of Rock in the South Pacific in 1667
Over dit onderdeel is veel gediscussieerd en het Indes Orientales. Description des Isles Moluques, In: The New Yorker August 13, 2001.
vormde een ingrijpende concessie op het oor- d’Amboine, de Banda, et des Autres Lieux du – Weissink, A. (2002). Terug naar Banda.
spronkelijke materiaalgebruik en uiterlijke beeld. Resort de ces Trois Gouvernements. Den Haag. In: De Groene Amsterdammer Jrg. 126,
– Hanna, W.A. (1991). Indonesian Banda. nr. 28, 20-23. 
In juni 2010 is het werk gereed gekomen. Naast Colonialism and Its Aftermath in the Nutmeg
de productie biedt het hoofdhuis nu ook plaats
voor educatie van studenten van de Hatta-Sjahrir
Universiteit en informatie voor toeristen. De
feestelijke oplevering, in aanwezigheid van de 9 – Het hoofdhuis
Nederlandse ambassadeur, werd begeleid door van perk Spantje
een regatta van kora-kora’s, de traditionele oor- By na reconstruc-
logsboten, zoals dat bij bijzondere gelegenheden tie. FOTO CH. P.
gebruikelijk is. Niet lang nadien is de initiatief- PHILIPPUS, 2010
nemer en drijvende kracht achter de restauratie,
Des Alwi, komen te overlijden. Het is nu aan de
stichting Banda Permai om de revitalisering van
de nootmuskaatteelt te voltooien.

Noten
1 Corten en Van Dun, pp. 3-19.
2 Seabrook (2001).
3 Weissink, pp. 20-23.
4 Seabrook (2001).
5 Alwi (2002), p. 133.
6 Akveld & Jacobs, pp. 112-115.
7 Hanna (1991), pp. 6-24.
8 Hanna (1991), pp. 25-32.
9 Hanna (1997), pp. 77-85.
10 Hanna (1991), pp. 59-78.
11 Attema (1998), pp. 13-20. 10 – Regatta
12 De Hondt, pp. 93-99. van kora-kora’s
13 Hanna (1991), pp. 91-102. tijdens de
14 Hanna (1991), pp. 103-110. feestelijke
15 Alwi (2002), p. 133. oplevering van
16 Alwi (2002), pp. 132-133. het gerecon-
17 Attema en Grotenbreg, pp. 10-11.
strueerde
hoofdhuis
Literatuur Spantje By.
- Akveld, L. & E.M. Jacobs (2002). De kleurrijke FOTO N. VAN
wereld van de VOC. Amsterdam. DAM, 2010

- Alwi, D. (2002). Spantje By, waardevol restant


van een imposant verleden. In: B.A. van Tilburg,
J.P. Corten e.a. (red.), Een trapgevel in Potsdam.
Monumentenzorg over grenzen. Zeist.
- Alwi, D. (2008). Friends and Exiles. A memoir
of the Nutmeg Isles and the Indonesian Nationalist

47
nieuws
VITRUVIUS NUMMER 18 JANUARI 2012
UIT HET WERKVELD

Hohenzollern Zeddam recreatief landgoed en historische


roman: een nieuw landgoed als economische impuls
I n 2002 hebben enkele ondernemers in de
gemeente Montferland het idee opgevat om
een recreatief landgoed aan de noordzijde van
ruim opgezette kavels. Meteen ten westen van
de locatie ligt de Montferlandsche Berg. Aan
de oostzijde grenst een open broekgebied van
worden, staat in dezelfde relatie tot het verle-
den als de historische roman die de afgelopen
decennia – sinds de Da Vinci code – aan zijn
Zeddam te realiseren. De mogelijkheid daar- de IJssel. Een opvallend ruimtelijke karakter- rentree begonnen is. Met behulp van verschil-
voor diende zich aan omdat het dorp dringend istiek is de wijze waarop een aantal dorpen als lende historische ingrediënten (concepten,
behoefte heeft aan een economische impuls om een ring rond deze berg is ontstaan. Tussen thema’s en feiten) wordt een verhaal verteld over
als gemeenschap prettig te kunnen blijven funct- deze kernen bevindt zich bovendien een aantal iets dat zomaar gebeurd zou kunnen zijn. Een
ioneren. Om dit plan vaste grond onder de voet historische landgoederen. Vanuit ruimtelijk oog- verhaal dat verteld kan worden aan alle gasten
te geven zijn de afgelopen jaren verschillende punt is het ontwikkelen van een nieuw landgoed die resort Hohenzollern in de toekomst zullen
onderzoeken uitgevoerd en zijn de noodzakelijke binnen deze ‘ketting van parels’ (term afkomstig bezoeken.
procedures doorlopen. Een en ander is system- uit het LOP 2008) een logische voortzetting van
atisch op een rij gezet in het rapport Recreatief een historisch proces. In de historische roman die op deze plaats
landgoed De Sedde van maart 2009. geschreven gaat worden, kan de stervormige
Stervorm als uitgangspunt aanleg, mogelijk als recreatief sterrenbos, toe-
Friso Woudstra Architecten werd begin 2010 uit- Na een bezoek op locatie voelde het project- geschreven worden aan de Duitse vorstenfamilie
genodigd om deel te nemen aan een prijsvraag team zich uitgedaagd om nog eens te kijken Hohenzollern-Bergh die in de achttiende eeuw
voor verdere ontwikkeling van de plannen. Bij naar de historische ondergrond van het gebied. de scepter zwaaide over het graafschap en die
de uitwerking heeft Friso Woudstra Architecten Dit startte met cartografisch onderzoek. Hieruit resideerde op Huis Bergh.
Res nova betrokken als specialist in erfgoed- kwam een tot dusver onbekende hoofdstruc-
ontwik-keling. Hoewel er een voorgeschreven tuur van het landschap naar boven die verraadt Insteken op deze ‘historische roman’ past bij
programma was heeft het team ook een alterna- dat hier mogelijk al in de achttiende eeuw een uitstek in het doel van het LOP 2008: ‘In het
tief ontwikkeld: ‘Hohenzollern’ genaamd. padenstelsel volgens bewuste zichtlijnen is buitengebied wonen steeds meer mensen
aangelegd: in het landschap lag een karakter- die kiezen voor rust, stilte, een aantrekkelijke
Deze vrije oefening kwam tot stand door de istieke stervormige infrastructuur. Voor een deel woonomgeving en een goede sfeer. In die
inspiratie die voortkwam uit de bezinning op gaat het hier om oude verbindingswegen, maar omgeving zijn de sporen en samenhang uit het
het fysieke landschap en de cultuurhistorische de kruis- of stervorm doet vermoeden dat hier verleden overal ervaarbaar voor wie er oog voor
achtergrond. Deze blijken creatieve aanjagers een bepaalde planmatige opzet aan ten grond- heeft. De cultuurhistorie van het gebied wint
van formaat te zijn die een breed scala van moge- slag heeft gelegen. aan interesse de laatste jaren. De rijke geschie-
lijkheden openen. denis van dorpen, kastelen en landgoederen,
Een historische roman wordt als inspiratiebron gebruikt om het land-
Het ‘alternatieve’ plan ‘Hohenzollern’, waarbij Of deze aanleg op toeval berust of werkelijk het schap te ontwikkelen en aantrekkelijk te maken
ook de aandachtspunten uit het rapport Recrea- resultaat is van een bewuste opzet, is niet echt voor bewoners en bezoekers’. Vandaar dat ook
tief landgoed De Sedde én de kernkwaliteiten relevant voor de toekomstige ontwikkeling: voor de gebouwtypologie aanknopingspunten zijn
van het Landschapsontwikkelingsplan 2008 wat ten noorden van Zeddam gerealiseerd gaat gezocht in het regionale verleden.
gemeenten Doetinchem, Montferland en Oude
IJsselstreek, zijn meegenomen in het ontwerp- Historisch gegroeide havezate
proces, werd door zowel opdrachtgevers als De Achterhoek is een gebied dat bekend staat om
gemeente met veel enthousiasme ontvangen en zijn landgoederen en havezaten. Bij het creëren
kwam als winnaar uit de bus. van een nieuw landgoed in de sfeer van onze
historische roman rond Hohenzollern, ligt het
Ring van landgoederen rond de dan ook voor de hand om allereerst hier inspra-
Montferlandsche Berg tie te zoeken voor de gebouwtypologie. Havez-
Het projectgebied bevindt zich meteen ten aten als Huis Bergh (het verblijf van de familie
noorden van de bebouwde kom van Zeddam Hohenzollern) kenmerken zich door een schil-
en is op dit moment grotendeels in gebruik Havezate Hohenzollern, een schilderachtige opzet volgens derachtig beeld dat het resultaat is van een
de uitgangspunten van de pondération
als agrarisch gebied, samengesteld uit enkele (ontwerp C. Janssen, FWA). organisch groeiproces: een dergelijk kasteel is

info@frisowoudstra.nl
F R I S O WO U D S T R A RUBRIEK Telefoon 0575-519 455
www. frisowoudstra.nl

48
nieuws
VITRUVIUS NUMMER 18 JANUARI 2012
UIT HET WERKVELD

is voorzien van laanbeplanting waardoor de aan-


wezige zichtlijnen worden begeleid.

De geleidelijk oplopende beleving van het open


broeklandschap naar de beboste flanken van
de Montferlandsche Berg wordt versterkt door
de aanleg van een wandelbos in de zuidweste-
lijke hoek van het terrein. Door dit bos loopt, in
de traditie van het historische landschapspark,
een groot aantal meanderende paden. Hierdoor
ontstaat een intiem karakter. Aan deze paden is
ruimte voor enkele vrijstaande volumes, waar-
onder een theekoepel.

Het noordoostelijke deel van het park kent een


veel opener karakter, waarmee aansluiting
wordt gezocht op het broekgebied. De tuin
wordt ruimtelijk alleen door twee met bomen
omzoomde hoofdlanen doorsneden. De overige
paden lopen vloeiend over in de grasvelden. Als
overgang naar de reeds bestaande overtuin aan
de overzijde van de Oude Doetinchemseweg, is
Voorontwerp voor de ruimtelijke inrichting van resort Hohenzollern dat aansluit op de historische gelaagdheid van de plek en nabij de wegkruising een door de tuinarchitec-
het huidige landschap (ontwerp M. Bangert, Res nova).
tuur van L.A. Springer beïnvloede geometrische
tuin geprojecteerd. De oversteek naar de overtuin
een historisch gegroeid complex. Bij het ontwerp een bijpassende historiserende stijl gebou- wordt verbijzonderd via een lommerdgang of een
van een nieuwe havezate is het de taak van de wen worden gerealiseerd die voldoen aan schilderachtig begroeid raamwerk, waardoor de
architect om dit evenwicht te bereiken door het luxe profiel voor dit resort. De gebouwen visuele en functionele samenhang nog sterker
doelbewust in te zetten op ‘pondération’: com- zullen afwisselend langgevels en topgevels tot uitdrukking wordt gebracht.
positorisch evenwicht tussen de samenstellende aan de straat hebben. Niederzollern krijgt de
onderdelen, waarbij bouwmassa’s van onge- nederzettingstypologie van een brinkdorp. Tot slot
lijke grootte met elkaar gekoppeld en in balans Niederzollern wordt bereikbaar gemaakt via Het door Friso Woudstra Architecten en Res
gebracht kunnen worden. een poortgebouw dat als centrale entree tot nova opgestelde ontwerp voor een nieuw land-
het nieuwe landgoed dient. goed te Zeddam laat zien hoe, door het benut-
In het door Friso Woudstra Architecten opge- ten van aanwezige, maar verborgen patronen
stelde ontwerp is de schilderachtige compositie ™ T
 en zuiden wordt op ‘De Plack’ (een lokaal en thema’s uit het locale en regionale verleden,
tot een evenwichtig geheel gebracht. Tevens is toponiem) een tweede complex van vakantie/ een vanuit cultuurhistorisch en landschap-
gekeken naar zicht op een zo gevarieerd moge- zorgwoningen volgens de boerderijtypologie pelijk oogpunt passend ontwerp kan worden
lijk dakenlandschap vanaf de Montferlandsche gerealiseerd, maar dan in meer monumen- gecreëerd. Zoals een historische roman histo-
Berg. tale vorm. Ten noordoosten hiervan is in de rische concepten, thema’s en feiten behandelt,
toekomst eventueel uitbreiding mogelijk. zo wordt ook hier het verleden gebruikt als
Deze nieuwe havezate wordt het centrum van referentiekader voor een nieuw ‘hoofdstuk’ in de
het landgoed en zal de belangrijkste recrea- Bij de verdere invulling van het terrein is reke- geschiedenis van Zeddam.
tieve functies (waaronder een hotel) huisvesten. ning gehouden met zowel de typologie van
Echter, op het landgoed moet ook een groot historische landgoederen als de landschap- Don Rackham
aantal recreatieve wooneenheden worden ge- pelijke kwaliteiten die in de omgeving aan- Res nova
realiseerd. Om deze onder te brengen is een wezig zijn. De havezate, die op een verhoging zal
aantal bebouwingsclusters bedacht: worden gebouwd, vormt het hart van het De rapporten van Res nova met de hier
landgoed. De stervormige infrastructuur die besproken werken van Friso Woudstra
™ Aan de noordzijde van Hohenzollern komt vanuit het huis uitwaaiert richting de kern van Architecten kunnen ingezien worden via:
het gehucht ‘Niederzollern’ te liggen, waar in Zeddam, de beboste berg en het open landschap, www.res-nova.nl/uitgever.html.

info@res-nova.nl
Telefoon 0475-552 330 R E S N OVA RUBRIEK
www.res-nova.nl

49
nieuws
VITRUVIUS NUMMER 18 JANUARI 2012
UIT HET WERKVELD

Cultureel
ondernemerschap in
de archeologie

O p 1 september jl. vond in het Rijksmuseum


van Oudheden het oprichtingssymposium
van de ADC Roel Brandt stichting plaats, bij-
die van de Ruimtelijke Ordening (RO), mede
door de Maltawetgeving. Hierdoor, en door de
wens tot zelfregulering, kwam het accent te lig-
prak-tiserende archeologie en de musea; musea
zijn immers gespecialiseerd in presentatie en
educatie. Tijdens de discussie reikte ook de
gewoond door 120 collega’s uit de sector. gen op processen en op regelgeving, en werd Archeologische Werkgemeenschap Nederland
Cees van ’t Veen, Jan Kolen, Wim Weijland en naar verhouding weinig aandacht besteed aan (AWN) de sector de uitnodigende hand. De grote
Willem Willems bogen zich ieder vanuit hun de legitimering: het belang van de archeologie groep amateurarcheologen kan nog meer bij
eigen invalshoek over het thema ‘cultureel voor de samenleving. de sector betrokken worden. Inmiddels worden
ondernemerschap in de erfgoedsector en in de Afhankelijkheid van wetgeving alleen is niet hier al initiatieven voor genomen.
archeologie in het bijzonder’. voldoende. Het maakt de branche kwetsbaar en
Het is opvallend hoe zeer de archeologische het bestaansrecht van archeologisch erfgoed Tijd voor een nieuwe stap dus: het publiek
discipline sinds het ontstaan van private onder- wordt dan uit het oog verloren, bracht Cees van meer betrekken bij de archeologie. Een aantal
nemingen is veranderd. Was het vak begin jaren ’t Veen, directeur RCE, naar voren. bedrijven is al heel actief op dit terrein en ook
‘90 nog het speelveld van universiteiten, het Wat is de huidige stand van zaken en hoe zou de overheden, zowel gemeentelijke als regionale
RMO en de Rijksdienst voor het Oudheidkundig sector zich verder kunnen ontwikkelen? en provinciale, staan dicht bij de burger en doen
Bodemonderzoek (inmiddels Rijksdienst voor al veel voor publiek. Juist een systematisch en
het Cultureel Erfgoed), tegenwoordig zijn het De sector is nog steeds in ontwikkeling, maar structureel contact met de samenleving en met
vooral de private partijen en de gemeenten die loopt het risico de binding met de samenleving het publiek is van groot belang. Voor bedrijven
de werkzaamheden vorm geven en uitvoeren. kwijt te raken. De meerwaarde van archeologie is het belangrijk dat ook de opdrachtgever
Je zou kunnen stellen dat de archeologische zal vooral tot uiting komen wanneer onder- gestimuleerd wordt mee te denken en te
branche zich ontwikkelt van: nemers samen, als sector, optrekken en zich onderkennen dat er ook op dit aspect voor haar
1) Een branche die afhankelijk is van subsidies en verder ontwikkelen tot een professionele een taak ligt. Het is echter voor een gezonde
sponsoring naar branche; daarbij zou het betrekken van de archeologische bedrijfstak nog belangrijker dat
2) Een bedrijfstak die actief is in de cul- samenleving en het publiek de normaalste zaak partijen samenwerken waar mogelijk: zoek de
turele (cultuurhistorische) sector en die een van de wereld moeten zijn. connectie, is het devies.
dienst of product verkoopt waar vraag naar Op welke wijze zou dat moeten gebeuren? De Concluderend: binnen het bestel nemen cul-
is vanuit de markt en waar op prijs wordt sprekers op het symposium gingen hier nader turele ondernemers een belangrijke plaats in en
geconcurreerd. op in. Cees van ’t Veen benadrukte het belang zij kunnen een belangrijke bijdrage leveren:
van een koepelorganisatie, zodat de sector Q door connectief ondernemerschap (samen-

De markt (opdrachtgevers en maatschappij) weer een stem krijgt. Deze suggestie werd zeer werken van private partijen onderling, maar
zit echter lang niet altijd te wachten op archeo- positief ontvangen. Jan Kolen benadrukte dat ook samenwerken met gemeenten, overhe-
logisch producten. Deze markt is door wetgeving archeologie veel dichter bij de belevingswereld den en universiteiten)
afgedwongen en nog steeds vormen –naast ont- van mensen kan worden gebracht (community Q door het belang van archeologie mede uit te

wikkelaars en bouwbedrijven- (lokale) overheden archaeology). Hij gaf als voorbeeld het feno- dragen
de belangrijkste klantenkring van deze archeolo- meen ‘geocaching’ dat laat zien hoezeer de sen- Q door goed te luisteren naar de vraag en

gische bedrijfstak. Willem Willems typeerde deze satie van het ontdekken en vinden bij mensen de interesse van het publiek en van de
markt in zijn bijdrage als ‘een verplichte markt’. leeft. Onderwerpen die dicht bij de eigen his- opdrachtgevers
Toch is er wel degelijk sprake van een markt. torie of actualiteit staan (zoals de archeologie Q door mede initiatief te nemen tot het op-rich-

Opmerkelijk is dat de archeologiebeoefening bij van de tweede wereldoorlog) bieden ook goede ten van een koepelorganisatie
veel lokale overheden zich in de laatste jaren aanknopingspunten om publiek te betrekken. Q door musea te betrekken bij onderzoek en

heeft verplaatst van de wereld van cultuur naar Wim Weijland wil een brug slaan tussen de resultaten

Postbus 1513, 3800 BM Amersfoort


Tel. 033-299 8181
ADC ARCHEOPROJECTEN RUBRIEK communicatie@archeologie.nl
www.archeologie.nl

50
recent
VITRUVIUS NUMMER 18 JANUARI 2012
VERSCHENEN

Avondschot - Hoe Nederland zich overeenstemmen met dit heersende beeld.


terugtrok uit zijn Aziatische imperium Het verlies van Nederlands-Indië leidde tot een nationaal
AUTEUR trauma. Velen hadden het gevoel dat ‘de hele wereld’ Neder-
J.J.P. de Jong land had gedwongen om de soevereiniteit over te dragen.
UITGAVE De meeste historici waren later van mening dat Nederland
Boom geen afstand kon doen van zijn kolonie.
D E TA I L S Maar wat was er in 1948 en 1949 werkelijk aan de hand?
Gebonden, 810 pagina’s, geïllustreerd Bij nauwkeurige beschouwing was het een buitengewoon
ISBN 978-94-6105-270-4 complexe periode met allerlei op en tegen elkaar inwerkende
Prijs € 34,90 partijen – Republikeinen, Nederlanders en Amerikanen –,
interne krachten en tegenkrachten. Avondschot is een recon-
structie op basis van overvloedig nieuw bronnenmateriaal.
J.J.P. de Jong, kenner van de koloniale geschiedenis, komt

I n 1949, na vier jaar van conflict, verleende Nederland


Indonesië de onafhankelijkheid. Deze laatste jaren worden
gewoonlijk beschreven als een Nederlands militair en politiek
tot verrassende conclusies. De opvallendste is dat Nederland
zich aan zijn eigen haren uit het Indonesisch moeras omhoog
heeft getrokken, aanvankelijk zelfs tegen de internationale
echec. J.J.P. de Jong komt tot conclusies die volstrekt niet gemeenschap in. Q

De koorbanken van Oirschot en Aarschot eeuws koorgestoelte, gemaakt door de Eindhovense schrijn-
Gezien door de lens van werker Jan Borchmans. Diens laatmiddeleeuwse vakmanschap
Hans Sibbelee en Jan Verspaandonk is nog wel te zien in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Aarschot,
AUTEUR waar de rijkversierde koorbanken de oorlog overleefden.
Christel Theunissen, Paul Maas en Koorbanken – bedoeld als zitplaats voor geestelijken die in
Jos Koldeweij (red.) het koor de getijden zingen – behoorden in heel West-Europa
UITGAVE tot het vaste meubilair van kapittel- en kloosterkerken en op
Vantilt kleinere schaal waren ze ook aanwezig in parochie- en dorps-
D E TA I L S kerken. Het snijwerk van het eikenhouten koorgestoelte com-
Gebonden, 180 pagina’s, rijkelijk geïllustreerd bineerde religieuze voorstellingen met wereldse afbeeldingen:
ISBN 978-94-6004-085-6 van heel devoot tot speels en zelfs obsceen. Door een gelukkig
Prijs € 24,95 toeval is van de koorbanken in Oirschot een serie foto’s van
Hans Sibbelee bewaard gebleven. Met behulp van deze serie
en de foto’s die Jan Verspaandonk in Aarschot maakte, belicht

T ot de verwoesting in 1944 stond in het koor van de


Sint-Petruskerk te Oirschot een prachtig vroegzestiende-
De koorbanken van Oirschot en Aarschot het verhaal van deze
Brabantse koorbanken en hun maker. Q

Encyclopedie der Nederlanden


tocht te betogen dat prinses Máxima ongelijk had toen
AUTEUR zij verklaarde dat dé Nederlander niet bestaat. Daarbij
Wilma de Rek, Bert Wagendorp en worden ze gesteund door de oer-Hollandse wandtegeltjes
Ien van Laanen van illustratrice Ien van Laanen.
UITGAVE
De ‘Encyclopedie der Nederlanden’ groeide uit tot een van de
Atlas meest gelezen rubrieken van de krant. Stamppot, het weer,
D E TA I L S
jenever en seks met het licht uit: de auteurs doken diep in alles
Paperback, 416 pagina’s
waarvan zij – of hun enthousiast meedenkende lezers – dachten
ISBN 978-90-4501-936-9
dat het ‘typisch Nederlands’ was. Meestal was het niet zo. Soms
Prijs € 24,95
ook wel. Want brede rivieren hebben ze misschien in het buiten-
land ook, maar nergens gaan ze zo traag door het oneindige
laagland. En er is op de wereld maar één mensensoort die door

I n de Volkskrant verschijnt sinds april 2010 de ‘Encyclope-


die der Nederlanden’. Bert Wagendorp en Wilma de Rek
proberen wekelijks in een even moedige als gewaagde zoek-
weer en wind over een grauwe dijk naar de markt fietst om een
rauwe haring te verorberen, en daarna thuis in de televisiegids
gaat lezen met de gordijnen open. Q

51
recent
VITRUVIUS NUMMER 18 JANUARI 2012
VERSCHENEN

Amersfoortse Muurhuizen - senliggende muurhuizen behoren tot één van de meest


Dieventorencomplex en geschilderde en gefotografeerde plekken in de historische
Secretarishuisje binnenstad. Diepgaand archiefonderzoek heeft tal van nieuwe
AUTEUR feiten over de bewoningsgeschiedenis van deze belangrijke
Sandra Siemers-Den Dulk monumenten boven tafel gebracht.
UITGAVE Het Secretarishuisje is sinds de vijftiende eeuw altijd
THOTH woonhuis van belangrijke Amersfoortse families geweest.
D E TA I L S De Dieventoren was eeuwenlang de Amers-foortse stads-
Paperback met flappen, 180 pagina’s, gevangenis. De daartussen gelegen muurhuizen hebben een
ca. 100 illustraties in kleur fascineren-de geschiedenis; oorspronkelijk gebouwd als woon-
ISBN 978-90-6868-574-9 huizen, later geheel of gedeeltijk in gebruik geweest als Bank
Prijs € 22,50 van Lening, Huis van Arrest en kazerne met militaire bakkerij.
In Amersfoortse Muurhuizen komen de verbouwingen aan

D e Amersfoortse muurhuizen zijn een uniek fenomeen.


Het Secretarishuisje, de Dieventoren en de daar tus-
de orde en worden bijna vijf eeuwen bewoners aan de lezers
voorgesteld. Q

Natuur in Nederland in de traditie van de klassieker Wilde Planten. Ook hij


AUTEUR behandelt de natuur per landschapstype. Maar hij richt zich
Frank Berendse zowel op planten als op vogels, vlinders en paddenstoelen.
UITGAVE In warme, begrijpelijke taal beschrijft hij tien Nederlandse
KNNV landschappen, van de Drentse hoogvenen tot de duinen, van de
D E TA I L S Gelderse beekdalen tot de polders en van het rivierenland tot
Gebonden, 272 pagina’s, full colour de Limburgse heuvels. Ook de steden passeren de revue. Zijn
ISBN 978-90-5011-376-2 enthousiasme werkt aanstekelijk: je zult zijn wandelingen zelf
Prijs € 24,95 willen maken om al die natuurpracht te kunnen ontdekken.
(vanaf 1 januari 2012 € 29,95) Frank Berendse schetst een poëtisch beeld van de natuur-
pracht die ons land nog rijk is. Hij plaatst tegelijkertijd kritische
kanttekeningen bij ontwikkelingen in heden en verleden die die
rijkdom ondermijnen. Wie de natuur goed kent, zo redeneert hij,
zal haar waarderen en beschermen. Met Natuur in Nederland
hoopt hij daaraan bij te dragen.

N atuur in Nederland presenteert in één prachtige uit-


gave alles wat je wilt weten over de Nederlandse
natuur: planten, dieren en landschappen, samenhang en
Natuur in Nederland is prachtig geïllustreerd. Met foto’s van
o.a. topfotograaf Ruben Smit, aquarellen van Ed Hazebroek, en
tal van kleurrijke kaartjes en figuren. Een fascinerend kijk- en
ontstaansgeschiedenis, landgebruik en wandelmogelijk- leesboek voor natuurliefhebbers, beheerders, beleidsmakers
heden. Frank Berendse schreef dit indrukwekkende boek en docenten. Q

Beleef de natuur in Winterswijk -


Een inspirerende ontdekkingstocht boerenland en fraaie eeuwenoude boerderijen: in de Nationale
in Nationaal Landschap Winterswijk Landschappen en Nationale Parken van Nederland zijn ze aan
AUTEUR te treffen. Maar alleen in het Nationale Landschap Winterswijk
Bernhard Harfsterkamp is de combinatie van alle vier elementen te vinden. In Beleef de
UITGAVE natuur in Winterswijk wordt dit bijzondere Nationaal Landschap
Roodbont nader verkend.
D E TA I L S Zwerftochten door de hoogvenen, wandelingen langs de
Hardcover, 144 pagina’s, geheel full-colour mooiste beken en zoektochten naar de fraaiste plekjes in het
ISBN 978-90-8740-093-4 boerenland laten zien dat natuur en landschap van Winters-
Prijs € 19,95 wijk nog steeds veelzijdig en bijzonder zijn. En dat behoud en
(na 1 december 2011 € 24,95) ontwikkeling nog altijd de aandacht en inzet verdienen.
Ga mee op ontdekkingsreis door het Nationale Landschap

H oogvenen, fraai door bebost landschap kronkelende beken,


een dicht patron van houtwallen met daartussen
en geniet van de beschrijvingen van het gebied en de planten en
dieren die er voorkomen. Q

52
recent
VITRUVIUS NUMMER 18 JANUARI 2012
VERSCHENEN

Geschiedenis van Oranje -


De CANON van ons koninklijk huis – en vaak ook van heel Europa – in tijden van oorlog en
AUTEUR vrede, welvaart en crisis.
Gerben Graddesz Hellinga Koning Willem II en zijn vrouw Anna Pavlona zagen door
UITGAVE hun spilziekte hun enorme vermogen verdwijnen. Ook Willem
Walburg Pers van Oranje, ooit de rijkste edelman van de Lage Landen, liet
D E TA I L S bij zijn dood louter schulden na, maar híj besteedde alles aan
Gebonden, 192 pagina’s, pogingen om ons land te bevrijden. De stadhouders Maurits,
rijkelijk geïllustreerd in kleur Frederik Hendrik en Willem II pleegden ieder op hun eigen
ISBN 978-90-5730-737-9 wijze min of meer een staatsgreep. Stadhouder Willem III
Prijs € 29,95 was bezeten van de strijd tegen Lodewijk XIV. En als koning
(na 1 juni 2012 € 34,50) Willem I verstandiger was geweest zouden België en Nederland
misschien nog steeds één staat vormen.

I n Geschiedenis van Oranje komen alle markante telgen van


het geslacht Oranje-Nassau en hun partners aan de orde,
geplaatst in de tijd waarin ze leefden. Stadhouders en koningen,
Steekpenningen, hofintriges en hele bastaardgezinnen.
Kortom, een boeiende reis door de tijd aan de hand van meer
dan 50 historische royalty-portretten. Van de ouders van Willem
avonturiers, vrijheidsstrijders en ware staatslieden. Maar van Oranje tot en met Amalia, de oudste dochter van Willem
ook klungelaars en geldverspillers, intriganten en schuins- Alexander en Máxima. Een boek dat geen enkele Oranjefan mag
marcheerders. Zij bepaalden de geschiedenis van ons land missen! Q

Van waarheden en werkelijkheid -


De opvattingen van de middeleeuwers
in het blikveld van nu
D e Middeleeuwen lijken een periode die mentaal gezien
ver van ons is verwijderd, maar is dat wel zo? Ludo Milis,
emeritus hoogleraar te Gent, duikt in middeleeuwse, vooral
verhalende teksten, om diepere structuren bloot te leggen van
AUTEUR
het denken en voelen van toen. Met citaten brengt hij de waar-
Ludo Milis
den en normen tot leven zoals tijdgenoten ze zelf formuleerden.
UITGAVE
Eerst kijkt Ludo Milis naar de houding tegenover God, andere
Verloren
goden en religies, en de problemen die er uit voortvloeiden in de
D E TA I L S
Ingebonden, 160 pagina’s, geïllustreerd middeleeuwse samenleving. Vervolgens gaat Milis in op de rol
ISBN 978-90-8704-220-2 van eer en aanverwante waarden als basis van sociaal gedrag.
Prijs € 19,- Uiteindelijk wordt gepeild naar de rol van geesten en de onder-
wereld. Het is verrassend om te zien hoe veel aspecten die
voorgoed achter de rug leken, een nieuwe actualiteit en grotere
herkenbaarheid krijgen in onze multiculturele samenleving. Q

Creatieve fabrieken - Waardecreatie met


herbestemming van industrieel erfgoed
DRU-fabriek in Ulft, Nieuwe Energie in Leiden, De Caballero
AUTEUR
Fabriek op de Binckhorst in Den Haag, De Zaanse Chocolade-
Vera Cerutti
fabriek, Zeche Zollverein in het Ruhrgebied en het Bauhaus Art
UITGAVE
District 798 in Beijing China leveren een tiental inspirerende
C2Publishing
transformatieverhalen op met opmerkelijke overeenkomsten
D E TA I L S
en effecten.
Hardcover, 160 pagina’s, ca. 360 foto’s/illustraties
ISBN 978-90-8176-630-2 Creatieve Fabrieken zoekt antwoord op actuele ruimtelijke
Prijs € 27,50 vragen in een tijd van toename van leegstaande complexen en
stagnerende gebiedsontwikkeling: Hoe vind ik een programma
en een succesvol concept voor lege complexen? Wat is de rol

C reatieve fabrieken vertelt het verhaal van de transformatie


van tien voormalige industriële complexen in bruisende
plekken van creativiteit en innovatie. Wat gebeurt er allemaal
van Tijdelijke tussenfuncties? Hoe gebruik ik de identiteit en
kracht van de plek, de genius loci van cultureel erfgoed? Wat
is de Kunst van het Herbestemmen? Maar vooral hoe kan ik
in die fabrieken en wat levert het op? Verkenningen van de de waarde creëren met het herbestemmen van erfgoed; in
Westergasfabriek, het Klokgebouw in Strijp S, de RDM Cam- ruimtelijke kwaliteit, maatschappelijke betekenis, creatieve
pus en Vertrekhal Oranjelijn in Stadshavens Rotterdam, de inspiratie en productinnovatie. Q

53
recent
VITRUVIUS NUMMER 18 JANUARI 2012
VERSCHENEN

Het paleis van de republiek - belangrijkste. De stad wilde haar machtspositie tot uitdruk-
Geschiedenis van het Stadhuis van king brengen in een buitengewoon monumentaal stadhuis, dat
Amsterdam ontworpen werd door Jacob van Campen. Hij creëerde het
AUTEUR meest koninklijke gebouw van Nederland voor de machtigste
Pieter Vlaardingerbroek stad van Europa. Dit Paleis van de Republiek behield in de
UITGAVE eeuwen daarna zijn status als belangrijkste gebouw van Neder-
WBooks (i.s.m. RCE) land. Bij gebrek aan paleizen liet Lodewijk Napoleon, de eerste
D E TA I L S koning van Holland, zijn oog vallen op het gebouw en sindsdien
Gebonden, 288 pagina’s, ca. 250 illustraties heeft het gebouw altijd de paleisfunctie behouden.
ISBN 978-90-4008-661-8 Dit boek behandelt het stadhuis van Amsterdam binnen
Prijs € 39,95 een architectuurhistorische context. De ontwerpgeschiedenis
komt uitgebreid aan bod en ook het uiterlijk en de betekenis van
het gebouw worden verklaard. Daarnaast gaat het uitgebreid

D e Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was een


land van burgers. In plaats van koningen waren provincies
en steden de belangrijkste machtsfactoren en Amsterdam de
in op de herbestemming van het gebouw tot paleis tegen de
achtergrond van het hofleven van Lodewijk Napoleon om te
eindigen bij de meest recente restauratie. Q

De Amsterdamse School, tapijt, overal vallen de wonderlijke vorm, kleur- en material-


Verbeelde Idealen combinaties in te herkennen.
AUTEURS Het Amsterdamse gemeentebestuur, en in het bijzonder
Menno Jonker en Alice Roegholt wethouder Wibaut, heeft een belangrijke rol gespeeld in de
UITGAVE promotie en de ontwikkeling van De Amsterdamse School.
Museum Het Schip De stad Amsterdam stond in de beginjaren van de twintigste
D E TA I L S eeuw voor de opgave om op grote schaal arbeiderswoningen
Gebonden, harde kaft, 224 pagina’s, te bouwen. De toenmalige jonge garde van architecten gaf
ca. 400 kleurenfoto’s een vernieuwend antwoord op deze vraag naar grootschalige
ISBN 978-90-8143-970-1 stadsuitbreiding. De nieuwe wijken straalden een moderne mo-
Prijs € 45,- numentaliteit uit die in de hele wereld bewondering wekte. De
arbeiderspaleizen vormen hierdoor tot aan de dag van vandaag
een ware gordel van smaragd, waarvoor de belangstelling met
de dag groeit.

D it omvangrijke boekwerk (3 cm dik!) geeft een overzicht van


de veelheid aan verschijningsvormen van De Amsterdamse
School. De stijlfiguren van deze beweging komen niet alleen
De Amsterdamse School had haar oorsprong in Amster-
dam, maar de invloed strekte zich tot heel Nederland en
daarbuiten uit. De beweging wist met het tijdschrift ‘Wendingen’
terug in de architectuur, maar ook in de kunst en de dage- als bindend element vele architecten en vormgevers te
lijkse gebruiksvoorwerpen. Het bijzondere is dat architecten en inspireren en zo komt het dat op veel plekken De Amsterdamse
vormgevers deze stijl op allerlei manieren gebruikten. Of het School in bouwwerken en sierkunst terug te vinden valt. Van de
nu een kleerhanger of een kamerlamp was, een sieraad of een stad Groningen tot Venlo, van Roosendaal tot Bergen. Q

Langs kloosters in Noordoost-Brabant


De oudste kloosters van Nederland D e gids beschrijft de unieke kloostergeschiedenis van
Noordoost-Brabant, met Megen in het noorden, Gemert
in het zuiden, Schijndel in het westen en Boxmeer in het
AUTEURS
oosten. De oudst bewoonde kloosters van Nederland zijn, op
Marga Arendsen (red) en
één na, allemaal te vinden in dit gebied. In de tijd dat elders in
Otto S. Lankhorst(red)
Nederland kloosters verboden waren - in de 17e en 18e eeuw -
UITGAVE
Erfgoedcentrum voor Nederlands Kloosterleven vonden kloosterlingen hier hun toevlucht in katholieke en-
D E TA I L S
claves. De gids richt zich met name op deze oudste kloosters in
Paperback, 96 pagina’s, rijkelijk geïllustreerd de regio, die elk in een apart hoofdstuk worden beschreven. Van-
ISBN 978-90-8107-382-0 af het midden van de 19e eeuw waren er in bijna alle steden en
Prijs € 6,- dorpjes kloosters te vinden. Een groot aantal daarvan komt aan
(excl. verzendkosten) de orde in het laatste hoofdstuk.
Naast historische achtergronden geeft de gids ook
praktische informatie: adressen, websites en gegevens over de
toegankelijkheid van de kloostergebouwen. Q

54
recent
VITRUVIUS NUMMER 18 JANUARI 2012
VERSCHENEN

Beemden en bouwlanden beeldvorming rond het Nederlandse boerenlandschap is


Het verdwijnende boerenlandschap ontstaan en laat zien hoe het denken over het boerenland de
AUTEUR afgelopen decennia is veranderd.
Wim Denslagen Natuurbeschermers koesterden het platteland en generaties
UITGAVE schilders, schrijvers en dichters lieten zich erdoor inspireren.
NAi Publishers (i.s.m. de RCE) Nu houden beleidsmakers zich meer bezig met ‘nieuwe natuur’.
D E TA I L S Het traditionele platteland wordt afgedaan als een nostalgisch
Paperback, 192 pagina’s, geïllustreerd in zw/w plaatje, een anachronisme dat ontwikkeling in de weg staat. In
ISBN 978-90-5662-828-4 Beemden en bouwlanden brengt Denslagen de beeldvorming
Prijs € 19,95 rond het boerenlandschap in kaart: van het deskundige land-
schap van planners en beleidsmakers tot de namaaknatuur van
ecologen, van de vervuilde geïndustrialiseerde landschappen

H et traditionele Nederlandse boerenlandschap dreigt


geruisloos te verdwijnen. Grootschalige geïndustriali-
seerde landbouw, oprukkende bebouwing, maar ook de ont-
tot de postmoderne neorustieke reconstructies van wat nooit
geweest is. Boeiend toont Denslagen hoezeer beeldvorming,
mythen en idealen de waardering van het traditionele boeren-
wikkeling van ‘nieuwe natuur’ leiden ertoe dat het weinige land bij zowel voor- als tegenstanders kleuren. Het resultaat is
van wat er over is vrijwel volledig is versnipperd. Auteur een pleidooi voor de plaats voor het kleinschalige traditionele
Wim Denslagen beschrijft Beemden en bouwlanden hoe de boerenland juist voor de toekomst van ons landschap. Q

Mythologische voorstellingen ook terug te vinden in allerlei vormen van toegepaste kunst.
op Nederlandse tegels - Metamorphosen Er was echter nog geen onderzoek gedaan naar de verbeelding
van Ovidius, Herders, Cupido’s, Zeewezens van de Metamorphosen in de decoratie van de Nederlandse
AUTEURS wandtegel.
Jan Pluis en Reinhard Stupperich Dit prachtig geïllustreerde boek maakt dat ruimschoots
UITGAVE goed. In het eerste hoofdstuk presenteert Reinhard Stupperich
Primavera Pers van het Archeologisch Instituut van de Universiteit van Heidel-
D E TA I L S berg, de context van de Metamorphosen en de invloed van het
Gebonden, 288 pagina’s, werk in de Westerse cultuur. In daaropvolgende hoofdstukken
ca. 800 kleurenillustraties beschrijven Jan Pluis en Reinhard Stupperich de afzonderlijke
ISBN 978-90-5997-090-8 voorstellingen en wordt de lezer geholpen deze te herkennen
Prijs € 39,50 en te duiden.
Behalve Ovidius’ verhalen komen ook andere mythologische
thema’s aan bod, zoals cupido’s, zeewezens en arcadische

D e invloed van Ovidius’ Metamorphosen reikt verder dan


de literatuur. Zijn verhalen over wonderbare gedaante-
veranderingen zijn tevens deel gaan uitmaken van de materiële
taferelen. De auteurs hebben ernaar gestreefd bij iedere
voorstelling ook de grafische bronnen af te beelden of te
vermelden. Een bijzonder en smaakvol vormgegeven boek over
cultuur. De Metamorphosen is niet alleen een inspiratiebron de doorwerking van de klassieke oudheid in de Nederlandse
voor beeldend kunstenaars geweest; scènes uit het werk zijn toegepaste kunst. Q

Lang geleden Arend van Dam heeft de belangrijkste gebeurtenissen


toegankelijk gemaakt voor kinderen vanaf zeven jaar.
AUTEURS ‘Lang geleden’ bevat verhalen over jagers en verzamelaars,
Arend van Dam en Alex de Wolf boeren en vissers, koningen en koninginnen. Maar ook over
UITGAVE
beroemde figuren als Rembrandt van Rijn, Jacoba van Beieren
Unieboek/Het Spectrum en Michiel de Ruyter.
D E TA I L S
Voor de nieuwsgierige lezer is achter in het boek een geïllus-
Gebonden, 143 pagina’s, geïllustreerd, treerde tijdbalk en een korte toelichting per verhaal opgenomen.
ISBN 978-90-4750-025-4
‘Lang geleden’, de met een Zilveren Griffel bekroonde voor-
Tevens op CDROM 978-90-4751-733-7
leesbundel van Arend van Dam en Alex de Wolf, is ook beschikbaar
Prijs € 15,99 (boek) / € 17,50 (CDROM)
als luisterboek. De vijftig toegankelijke voorleesverhalen over de
Nederlandse geschiedenis staan garant voor uren luisterplezier

D e Nederlandse geschiedenis bevat veel mooie en spannende


verhalen, maar vaak zijn ze te moeilijk voor jonge kinderen.
voor jong en oud. Sommige verhalen klinken bijna te sprookjes-
achtig om waar te zijn, maar ze zijn allemaal echt gebeurd. Q

55
voor u
VITRUVIUS NUMMER 18 JANUARI 2012
GELEZEN

Stadsrandenatlas
agnfgznzfmvan de zuidvleugel
Het simpele feit dat het type Loodsenland bijna in ieder dorp
AUTEUR
wel een keer voorkomt, toont aan dat lokale planologie niet leidt
LOLA landscape architects
tot ordening. Een duidelijke sturing op een hoger schaalniveau
UITGAVE
– door intergemeentelijke samenwerkingsverbanden of de
Provincie Zuid-Holland / Provinciaal adviseur
provincie – is nodig om de lukrake bouw van wijkjes en bedrijven-
voor ruimtelijke kwaliteit in Zuid-Holland
terreinen tegen te gaan. De verontrustende constatering dat de
RECENSENTEN
veel voorkomende overgang Groene Grens tussen bebouwing en
Jaap Evert Abrahamse en Edwin Raap
landschap meer en meer transformeert tot een recreatiezone,
D E TA I L S
de Groene Gordel, de laatste jaren is heel belangrijk. Het geeft
Gebonden, 367 pagina’s, kleur
aan dat de notie ‘groen in en om de stad’ in Zuid-Holland in ieder
PRIJS
De atlas is op aanvraag verkrijgbaar via geval tot stand is gekomen. Vanuit cultuurhistorisch oogpunt is
pazh@pzh.nl die ontwikkeling te betreuren. Oude, open cultuurlandschappen
veranderen op grote schaal in beboste groene uitloopgebieden.
Het levert op sommige plekken zeker (gebruiks)kwaliteit op,
maar per saldo wordt de eenvormigheid alleen maar groter.

D e discussie over verrommeling van het landschap woedde


de laatste jaren in alle hevigheid. Deze discussie richt
zich niet alleen op het snelweglandschap, maar vooral op de
Een punt van kritiek betreft de opzet en vormgeving van de
kaarten. In een boek als dit horen duidelijke, bruikbare kaar-
gebieden waar (volgens onderzoek van het Ruimtelijk Planbu- ten, die aangeven wat waar ligt en hoe de verschillende typen
reau) de ruimtelijke dynamiek het hoogst is: de overgangen tus- verdeeld liggen over de ruimte. Dat nu is onvoldoende het geval.
sen stad en land. Niet alleen zijn veel overzichtskaarten te klein afgedrukt om er
iets op te kunnen onderscheiden, de ontwerpers zagen hun kans
Op instigatie van Eric Luiten, provinciaal adviseur ruimte- schoon om af te rekenen met de topografische traditie van ons
lijke kwaliteit in Zuid-Holland, heeft LOLA landscape architects land. De gepresenteerde kaarten hebben een kale topografische
uit Rotterdam een volledige inventarisatie gemaakt van de 370 ondergrond, zodat je wel heel goed moet weten waar welke
stadsranden van die provincie. Dit initiatief verdient alle lof, stadsrand ligt. Dit is geen juiste keuze: topografie leidt niet af,
alleen al omdat Luiten inspeelt op de decentralisatie van het maar biedt een kader en pint de stadsrandentypologie vast op
beleid met betrekking tot ruimtelijke ordening (denk bijvoor- de ondergrond. Het gaat niet om een tekening op een wit vel, er
beeld aan het afschaffen van de rijksbufferzones). Planvorming zitten meer lagen in het landschap en die moet je ook tonen. De
zal zich in toenemende mate op regionaal of gebiedsniveau analysekaarten Landschap komen vreemd over: bodem bestaat
afspelen. De Stadsrandenatlas beoogt greep te krijgen op het onder meer uit zavel en de aard van de rand kan ‘landvorm’ zijn:
karakter van de overgangen tussen stad en land, of zoals Luiten pardon? Een gekartelde rand tenslotte is echt iets dat alleen een
het in ontwerpersjargon noemt: de ‘ruimtelijke differentiatie van landschapsarchitect kan verzinnen: weinig anderen zullen er iets
de buitenkant van de Zuidvleugel’. De basis van de atlas ligt in mee kunnen. Maar de overige tabellen, tekeningen, grafieken en
een typologische benadering: er worden in totaal 10 soorten (lucht)foto’s maken dit soort dingen ruimschoots goed.
stadsranden onderscheiden. Elk type bestaat uit een unieke
combinatie van eigenschappen van stadszijde, de randzone Om het in geografische termen te stellen: geeft deze
zelf en de landzijde. De verschillende typen hebben een naam atlas antwoord op de vragen wie-wat-waar-waarom daar – so
gekregen die de essentie in één woord samenvat. Zo staat what? Ten dele. De wie-wat-waar vragen worden overtuigend
‘Loodsenland’ voor bedrijventerreinen die direct aan het boe- beantwoord. De waarom daar-vraag laten de auteurs links
renland grenzen, ‘Zichtlocatie’ voor bedrijventerreinen met een liggen. Weliswaar komen ze op pagina 41-42 en 81 met enkele
duidelijke oriëntatie op de weg die er langs loopt. Per type wordt conclusies als ‘de groene grens komt veruit het meest voor’,
in algemene termen uitgelegd wat de kenmerken zijn. Van elk ‘de meeste stadsranden liggen op klei’, ‘de stadsrand is niet
type worden twee voorbeelden nader uitgewerkt. duur’ en ‘ieder verstedelijkt dorp heeft zijn eigen Loodsenland.
De typologische indeling en het beeld van de verspreiding van
Beleidsmakers en ontwerpers kunnen aan de hand van de de typen over de provincie zijn heel waardevol. De ‘so what?’-
bevindingen in de atlas nagaan met welk type stadsrand ze vraag komt niet aan de orde. Dat is een legitieme keuze: door de
te maken hebben. Tussen de 370 onderscheiden randen zijn opgave te beperken ligt er nu een alleszins overtuigend tussen-
veel overeenkomsten, waarvan de meeste bekend voorkomen. resultaat. Maar de belangrijkste vraag is natuurlijk: wat gaan
Naast de al genoemde bedrijventerreinen die plompverloren we nu doen? De Stadsrandenatlas is een goede inventarisatie,
aan de rand van de bebouwde kom staan en begrensd worden en deze vraagt om een aantal coherente vervolgacties, onder
door boerenland, de rondweg die het dorp keurig afsluit van het het motto ‘noblesse oblige’: een gedegen analyse, waarin de
omliggende landschap er geen enkele verbinding mee heeft en vraag wordt beantwoord hoe deze toestand is ontstaan, op basis
de recreatiegebieden die wel proberen een graduele overgang waarvan een impuls kan worden gegeven aan de planvorming,
tussen stad en land te bewerkstelligen. voor de verschillende typen stadsranden of per gebied. Q

56
De Singel te Amsterdam

DONATUS VERZEKERT VERTROUWD SINDS 1852

In 1852 wordt Antoni Gaudí geboren in de Catalaanse stad Reus. Hij wordt
later een der grondleggers van de ‘organische architectuur’. In datzelfde jaar
wordt Donatus opgericht. Sinds die tijd verzekeren wij kerkgebouwen,
monumenten en zorginstellingen. Zonder winstoogmerk. Met veel
expertise. Voor meer informatie zie www.donatus.nl of bel 073 - 522 17 00.
Oog voor
cultureel
erfgoed

Stadsherstel Midden-Nederland zet zich in


om het monumentale vastgoed in het hart van
Nederland te behouden. Momenteel is zij verant-
woordelijk voor het behoud en beheer van
ongeveer 240 monumenten in Utrecht en Amers-
foort. Restauraties en herbestemmingen worden
met zorg én met oog voor cultureel erfgoed ge-
realiseerd. Op deze manier houdt Stadsherstel Postbus 842 Tel. 033-460 5020
Midden-Nederland de binnensteden van Utrecht 3800 AV Amersfoort info@shmn.nl
en Amersfoort levendig en blijft het cultureel erf- Bezoekadres: www.shmn.nl
goed ook voor volgende generaties behouden. Muurhuizen 104

You might also like