Professional Documents
Culture Documents
Soorten katernen: 1 dierenvel heeft 2 kanten, die werd dan weer door midden
ἡ τριάς of ternio (soms gevouwen
trinio) Drie vellen (= 3 dubbele bladen
ἡ τετράς / τὸ τετράδιον
of quaternio Vier vellen (= 8 bladen = 16 bladzijden):
τὸ πεντάδιον of
quinternio (quinio) Vijf vellen (= 10 bladen = 20 bladzijden
senio
Zes vellen (= 12 bladen = 24 bladzijden
ἡ δέλτος;
tabula of tabella
(cerata);
ook cera zelf kan
‘wastafeltje’ betekenen
Caudex, codes Een op maat gekapt houtblok die dient om twee of meer
plankjes voor te brengen voor de ‘ringmapjes’
τὸ ἐγχειρίδιον uit een op maat gekapt houtblok twee of meer plankjes
(enchiridion) / pugillares gekliefd, die tot één ‘ringmapje’ werden samengevoegd.
Daartoe werden in de bovenrand gaten geboord om de
plankjes met veters, touw of ringen te verbinden. Een dergelijk
‘schrijfblokje’ (codex) kon men bij het schrijven of lezen in de
hand houden; vandaar de benamingen τὸ ἐγχειρίδιον
(enchiridion) en pugillares
ἡ παράγραφος Een streepje, meestal onder het begin van een regel geplaatst
diende als scheidingsteken voor alinea’s, lyrische strofen en
wisseling van personages in dialogen
Positurae Een systeem van punten en komma’s op drie niveaus
VARRO Meende dat het perkament zou zijn uitgevonden in Pergamum rond
190 VC= onjuist > oudste stuk is gevonden in Syrië rond 197VC
>> Klein-Azië als productieplaats door historische ontwikkelingen
BOBBIO - Had een abdij-scriptorium in N-Italië bij Picenze > was een echt
palimpsest-atelier >> die werden tekstgetuigen van Cicero en
Fronto omdat er nog restjes inkt waren!
ANGELO MAI (1782-1854) Methode gebruikt van chemische preparaten om zo
palimpsesten weer leesbaar te maken
Curatoir van de Vaticaanse bib
ISIDORUS VAN SEVILLA Antieke interpunctietheorie: die heeft het over positurae
PISISTRATUS - Midden 6e eeuw: opgedragen de Homerische zangen op te
schrijven
- Grote boekverzameling > privébibs
- Openbaar archief: toneelstukken opgevoerd tijdens publieke
spelen worden bewaard in publiek archief
PTOLEMAEUS I SOTER - Stichter van het Museum (Μουσεῖον) met de bijbehorende
SATRAAP 322-305, bibliotheek (µεγάλη βιβλιοθήκη), volgens anderen het zijn zoon
KONING 305-285 Ptolemaeus II Philadelphus
DEMETRIUS VAN naar Alexandrië te verhuist en er een bibliotheek opgebouwt
PHALERUM
PTOLEMAEUS EUERGETES - Die confisceerde alle volumes die zich op schepen bevonden
III die Alexandrië aandeden, waarna de eigenaars wel recht
hadden op een kopie.
- Die gretigheid lokte ook allerlei falsarissen aan, die er niet voor
terugdeinsden om de bibliothecarissen die zo erg op nieuwe
teksten gebrand waren voor veel geld vervalsingen in de
handen te stoppen.
ALEXANDRIJNSE - Het kritisch vastleggen van de juiste tekst = hoofdbekommernis
FILOLOGEN/SCHOOL - Indeling in boeken werden door hen voorgesteld
CALLIMACHUS VAN
CYRENE - Dichter
Wetenschappelijk actief:
- Πίνακες: lijsten van beroemde mannen op elk
wetenschappelijk gebied en van hun geschriften, die hij
indeelde in 120 boeken
- =overzicht van de Griekse literatuur behandelde binnen elk
genre (epiek, lyriek, drama, wijsbegeerte, geschiedschrijving,
retoriek…) de auteurs in alfabetische volgorde, met een
biografische en literatuurhistorische inleiding gevolgd door een
opsomming van geschriften met titel, incipit en aantal
verzen/regels
- = antieke naslagwerk bij uitstek voor de studie van de Griekse
literatuur
ARISTARCHUS VAN
SAMOTHRACE - Zette het werk van Aristophanes voort.
- Grammaticus, die de klassieke indeling in acht woordsoorten
uitwerkte
- Nieuwe tekstuitgaven van onder meer Homerus, Hesiodus,
Pindarus en Aristophanes
- Belangrijkste antieke tekstverklaarder
- Meer dan 800 boeken ὑποµνήµατα (commentarii) hebben
geschreven op de door hem uitgegeven en andere teksten
(lyrici, Aeschylus, Sophocles
- Tegen de χωρίζοντες die de Ilias en de Odyssea aan twee
verschillende dichters toeschreven.
DIONYSIUS THRAX - grammaticus
KEIZER CONSTANTIJN - universiteit van Constantinopel (het vroegere Byzantium)
gesticht, het nieuwe studiecentrum bij uitstek
CONSTANTIUS - bibliotheek te Constantinopel gesticht
PHOTIUS - Een samenvatting van de boeken die in zijn literaire kring
werden gelezen. Deze Bibliotheca of Muriobiblion (‘10.000
boeken’) bevat in 280 secties een boekbespreking van evenveel
heidense en christelijke auteurs
ARETHAS - Een vertegenwoordiger van de encyclopedische, filologisch
gerichte theologie
- Hij liet scholia na op vele kerkvaders en deed een beroep op
professionele kopiisten (monniken) die voor hem vele codices
kopieerden.
- Collationeerde verschillende tekstgetuigen om in zijn eigen
exemplaar varianten en correcties aan te brengen.
MAXIMUS PLANUDES - Hij vertaalde Augustinus, Boëthius, Macrobius en Ovidius. ‘
(CA. 1255-1305) - Hij is vooral bekend door zijn gereviseerde versie (de
Anthologia Planudea) van de Anthologia Graeca, die vele
epigrammen bevat die niet voorkomen in de unieke
handschriftelijke getuige van die laatste
DEMETRIUS TRICLINIUS - bestudeerde als eerste de Griekse metriek nadat hij bij toeval
een oud traktaat van Hephaestion
- Hij voerde talrijke juiste conjecturen door, maar ook vele
onverantwoorde wijzigingen
RADULPHUS DE RIVO - Liet aan de priorij van Corsendonk zijn Griekse handschriften
na, waaronder een prachtig 12de-eeuws manuscript van het
Griekse Nieuw Testament dat later nog door Erasmus werd
gebruikt voor de tweede editie van zijn Novum Instrumentum
(Bazel,1519).
LUCIUS AELIUS STILO (CA. - Een kritische editie van de komedies van Plautus
150-74 V.C.),
MARCUS TERENTIUS - selecteerde uit de echte stukken die hij kende de 21 ‘fabulae
VARRO (116-27 V.C.) Varronianae’ en bezorgde daarvan een tweede editie
TITUS POMPONIUS - Zorg waarmee de exemplaren van Griekse en Latijnse auteurs
ATTICUS (109-32 V.C.) uit zijn ateliers nagezien werden door een διορθώτης of
corrector
LUCIUS VALERIUS - 80 n.C. kritische edities
PROBUS (CA. 20-105 N.C.)
SULLA - Bracht rond 90 v.C. de bibliotheek van Aristoteles en van diens
opvolger Theophrastus mee naar Rome
CICERO - Boekenverzamelingen
ATTICUS
PLINIUS DE OUDERE
PISONES
CAESAR - eerste publieke bibliotheek : maar het project werd nooit
gerealiseerd
C. ASINIUS POLLIO - eerste openbare bibliotheek te Rome werd in 39 v.C. gesticht in
het Atrium Libertatis
AUGUSTUS - twee openbare bibliotheken: een eerste in 28 v.C. in de tempel
van Apollo op de Palatijn, de andere kort daarna op het
Marsveld (Campus Martius).>> spoedig navolging in de
provincies
KEIZER VESPASIANUS (69- - Organiseerde universiteiten in een aantal steden, elk met hun
79) bibliotheek. De bekendste is de Bibliotheca Ulpia in Rome
CASSIODORUS (CA. 485- - Richtte er een bibliotheek in waar veel aandacht werd besteed
580) aan onderricht en aan het kopiëren van handschriften
- Institutiones divinarum et saecularium litterarum (ca. 562), met
een lofrede op de kopiist
BENEDICTUS VAN NURSIA - Stichting van de abdij die met zijn Regula de basis zou leggen
(480-547) voor vele eeuwen kloosterleven
COLUMBANUS - De Ierse monnik
- Vanaf de 6de eeuw kwam vanuit de Britse eilanden een
missioneringsgolf naar het vasteland, stichtte klooster
- De bibliotheken van deze kloosters speelden een belangrijke rol
in de transmissie van de klassieke Latijnse literatuur
KAREL DE GROTE - ‘KAROLINGISCHE RENAISSANCE = vernieuwing van het
intellectuele leven.
- Met grote ijver werd naar oude codices gezocht, zowel van
klassieke als van patristieke auteurs.
FRANCESCO PETRARCA - Slaagde erin een handschrift samen te stellen van Livius dat het
(1304-1374) meest complete was sinds vele eeuwen
- Verzamelde koortsachtig alles wat hij van Cicero kon vinden
- ond hij de 16 boeken van Cicero’s brieven Ad Atticum, naast
enkele brieven aan Ad Quintum fratrem en Ad Brutum.
- Persoonlijk exemplaar van Vergilius
-
GIOVANNI BOCCACCIO - Auteur van de Decameron
(1313-1354) - Carmina Priapea door hem gekopieerd
- Geen kritische filoloog
- Vertrouwen in de onfeilbaarheid van antieke auteurs
- Hij waagde zich dan ook niet aan conjecturen.
- Toch van belang voor de ontsluiting van de klassieke auteurs
- Meester hebben gemaakt van de archetypus van onze
handschriften van Varro’s De lingua Latina en van Tacitus’ Annales
11-16 en Historiae
- Liet aan het Florentijnse klooster van Santo Spirito meer dan 100
handschriften na
LEONZIO PILATO - Vertaalde Homerus in Latijns proza
- Deze eerste poging om onderwijs van het Grieks te organiseren
kende nauwelijks succes
COLUCCIO SALUTATI - Leider van de nieuwe humanistische beweging de schakel tussen
(1331-1406) de generatie van Petrarca en Boccaccio: en die van zijn twee
leerlingen Leonardo Bruni en Poggio Bracciolini
- Nodigde EMMANUEL CHRYSOLORAS uit Constantinopel>>> dit
initiatief was beslissend voor de ontwikkeling van de studie van
het Grieks in West-Europa
- Bouwde een imposante bibliotheek
- Cicero’s Ad familiares (1392) + Ad Atticum (1933) als eerste sinds
vele eeuwen over het volledige corpus van Cicero’s brieven.
- Het belang ervan kan moeilijk worden overschat: via de
correspondentie van Cicero voelden de eerste humanisten zich als
het ware in persoonlijk contact met die alles overheersende figuur
uit de Latijnse Oudheid
NICOLAUS VAN CUSA - Bracht een handschrift naar Rome met zestien komedies van
Plautus;
-
ENOCH VAN ASCOLI - Bracht het unieke handschrift met Tacitus’ Opera minora uit de
abdij van Hersfeld naar Rome. Een paar folia ervan zijn bewaard
gebleven
BEATUS RHENANUS - Vond een handschrift van Velleius Paterculus. Hij bezorgde in 1520
de editio princeps van deze tekst. Het handschrift is nu verloren.
LORENZO VALLA (1407- - Streefde ernaar het klassieke Latijn in zijn volle glans te herstellen
1457) - Elegantiarum Linguae Latinae libri VI, een handboek voor elegant
Latijn
- 1446 voltooide hij zijn Emendationes sex librorum Titi Livii waarin
hij honderden fouten van zijn tegenstanders aan de kaak stelt en
zelf heel wat conjecturen voorstelt die ook nu nog algemeen
aanvaard worden
- Bewees de inauthenticiteit De Donatio Constantini
- Vergeleek de Griekse grondtekst van het Nieuwe Testament met
de vertaling van Hieronymus en spaarde zijn kritiek niet.
-
ANGELO POLIZIANO - Overklaste zijn tijdgenoten op filologisch gebied en dichtte zelf
zowel in het Latijn als in de volkstaal (Orfeo) en zelfs in het Grieks.
- Hij gat een aantal zibaldoni (autografe notitieboekjes,
randnotities in de door hem bestudeerde uitgaven (collaties, met
gebruik van sigla) en Miscellanea uit
-
POLITIANUS - De grootste filoloog van de 15de eeuw
- Gepassioneerde drang naar correctheid en volledigheid
- Nadruk op het belang van de studie van de handschriften in hun
onderlinge genealogisch verband
- Hij demonstreerde hoe een groep handschriften onderzocht moet
worden om hun onderlinge verwantschap te ontdekken en
streefde ernaar om de archetypus te identificeren
De eerste helft van de Erasmus
16de eeuw werd - Origineel schrijver met zijn Laus Stultitiae
gedomineerd door het - Polemicus met zijn spot over fanatieke puristen
driemanschap - Als uitgever heel belangrijk: nieuwe edities van Terentius, Curtius
Rufus, Cicero (filosofische geschriften), Suetonius en Plinius’
DESIDERIUS ERASMUS
Naturalis historia
(1466/69-1536),
- Publiceerde (gedeeltelijke) vertalingen van Griekse auteurs
THOMAS MORE - In 1516 publiceerde hij de Opera Omnia van Hieronymus
(1477/78-1535) en - Editie van het Griekse Nieuwe Testament (1516).
JUAN LUIS VIVES - De filologische methode op de Bijbel toe te passen. In 1512 begon
(1492/93-1540). de gedachte om een eigen Latijnse vertaling te maken
- Collationeerde een aantal Griekse handschriften om over een
gezuiverde Griekse basistekst te kunnen beschikken
JUSTUS LIPSIUS 1547 – - Buitengewoon begaafde filoloog en kenner van de antieke, vooral
1606 Romeinse wereld
- Voorzag Latijnse auteurs van tekstkritische notities, die hij in 1569
gebundeld uitgaf in zijn vier boeken Variae Lectiones
- Kritische edities van Seneca en vooral Tacitus
- Heeft bovendien het onderscheid bevestigd tussen de Annales en
de Historiae
BEGRIPPEN (DEEL 2)
De epigrafie = geschriften op steen en ander hard materiaal
De numismatiek = tekst op munten
De papyrologie = vooral documentaire papyri
De codicologie = externe beschrijving en geschiedenis van de codex als
tekstdrager, studie van kopiisten
Centones - cento: ‘lappendeken’)
- = gedichten over een nieuw onderwerp, gefabriceerd met
verzen of halfverzen die vrijwel ongewijzigd uit een
vroegere dichter zijn overgenomen.
Editio princeps Editio princeps = 'de eerste uitgave'. De term wordt vooral
gebruikt voor werken die voor de uitvinding van de
boekdrukkunst met de hand gekopieerd werden, en op een
bepaald moment door iemand met een drukpers
vermenigvuldigd werden.
Collatie Het vergelijken (conferre) van de tekst van de handschriften
onderling of met een bestaande uitgave (indien beschikbaar) of
met een eerste werktranscriptie.
Rasura door het wegschrapen van een eerdere tekst + Herschrijving
superscriptio Over een andere tekst heenschrijven
πίναξ inhoudstafel
tabula
ὑποθέσεις inleidingen
Vox Nihili = een woord dat helemaal niet bestaat >> Een lezing kan
onhoudbaar zijn om taalkundige redenen
Concinnitas = een bijzondere aandacht voor vorm en orde/volgorde, om
menselijke elementen te harmoniseren met (in dit geval)
ritmische regels
Divinatio, door middel Is een fout ontdekt, dan moet die worden verbeterd door een
van. gissing of conjectuur
Coniectura Palmaris Een conjectuur die een juiste en treffende tekst tot stand
brengt, volkomen in harmonie met de samenhang, en tegelijk
het ontstaan van de fout duidelijk verklaart
Crux: † Als geen van de voorgestelde verbeteringen voldoening schenkt,
zet men in de tekst een crux: †.
Anasyllabisme of het heranalyseren van de syllabes in een woord waarbij het
andere lichte woord verandert in een ander: domo IPV modo, suspicio IPV
vervormingen van suscipio
woorden
Metathese of Omkering van de woordorde
Transpositie
Overslaan van een
woord:
Haplografie Één letter of lettergreep wordt bij opeenvolging van twee gelijke
letters of lettergrepen weggelaten: onbewust letters overslaan
omdat je sneller denkt dan schrijft
MENSEN
DOM JEAN MABILLON - Grondlegger van de Paleografie
(1632-1707) - De re diplomatica (1681_
BERNARD DE MONTFAUCON - Grondlegger van de GRIEKSE Paleografie
(1655-1741) - Palaeographia Graeca (1709)
ARISTOPHANES VAN - De belangrijkste antieke filoloog
BYZANTIUM (260-180vc) - Hij werkte systemen uit van accentuatie en prosodie,
met diakritische en tekstkritische tekens
- > hij ontwikkelde een volwaardig
interpunctiesysteem
- ὀβελός = voor delging
- Hyphen (ὑφέν) = verbindingsstreepje
- Diastolè (διαστολή) = scheidingspuntje
- Diplè (διπλῆ) =een belangrijke passage of
aantekening
- Asteriscus (ἀστερίσκος) = een van elders
overgenomen vers
- Antisigma (ἀντίσιγµα) = aanduiden dat de regelorde
verstoord was