You are on page 1of 10

Structureel-analytisch verslag

1) Het boek bestaat uit twee delen. Bespreek waar het hoofdpersonage zich in beide delen
bevindt. (Benoem geografische plaatsen, concrete voorbeelden van ruimtes,...)

Over het algemeen is elke ruimte die de auteur heeft beschreven een geografische ruimte en een
gemarkeerde ruimte, omdat men elke ruimte bijna perfect op de kaart kan aanduiden en de ruimtes
telkens zeer gedetailleerd beschreven werden.

Het eerste deel van het boek heet Thuisfront. Alles speelt zich af in de buurt van waar het
hoofdpersonage John Patterson woont, en dat is in Londen. De plaatsen waar de personages zich
bevinden worden altijd letterlijk vernoemd. Het verhaal speelt zich in het eerste deel vooral af in Londen
en meer in het bijzonder in Hoxton (Allerton Street, waar Martin woont) en Shoreditch (waar John
woont). In Allerton Street woonde Martin, de jeugdvriend van John Patterson die het hoofdpersonage is,
in Hearn Street in de wijk Shoreditch, net buiten Hoxton woont John dan met zijn vader, letterlijk tussen
de treinsporen. De beschrijving in het boek is heel goed, je kan je de straat van de Bromley bijna
letterlijk voorstellen: aardedonker, naar elkaar toegroeiende gevels van huizen, vuile ramen, kaarsen en
petroleumlampen in de voorkamers als het donker is, stinkend, met plassen regen- en afwaswater,
kasseien die weggezakt waren, uitwerpselen die er gewoon lagen... Dit zegt veel over de financiële
situatie van de Bromleys puur op basis van een beschrijving van de straat waarin ze wonen. John zijn
huis in Hearn Street had maar twee kamers, zijn slaapkamer, en dan de kamer met eettafel kachel die
ook als fornuis dienst deed en het bed van zijn vader, met heel veel boeken, drie boeken van zijn
moeder, en dan heel veel boeken die zijn vader is beginnen verzamelen en dikke doeken aan de muren
die later ervoor zullen zorgen dat het vuur dat uitbreekt de vader doet stikken. Zijn middelbare studie
volgde hij in het gymnasium in Cowper Street, daarna ging hij les volgen aan de University College. Men
spreekt in het boek ook van Shaftesbury Street waar het rekruteringsbureau was van de Royal Fusiliers.
Het hoofdpersonage wandelt regelmatig rond en dan volgt er een opsomming van straten die echt
bestaan: Store Street,Tottenham Court Road, New Oxford Street, Charing Cross Road, Trafalgar Square,
kerk van St. Martin in the Fields,... Het is erg filmisch geschreven zodat je je het Londen van die tijd zo
voor de geest kan halen, het decor dat de auteur beschrijft via John Patterson is levensecht.

Het tweede deel heet het Westfront en speelt zich af in de buurt van Arras in Frankrijk. Hij strijdt daar
mee in de oorlog en daar ziet hij ook verschillende strijdmakkers sneuvelen. Hieronder vallen
verschillende plaatsen, bijvoorbeeld Arras, Hazebrouck en Poperinge… De laatste pagina’s spelen zich
opnieuw af in Londen in 1917. In dit deel gaat het over het leven aan het front. Ook hier kan je je
makkelijk een beeld vormen. Het is luguber geschreven, met lijken met holle blikken, omringd door puin
en vernieling. Citaat als voorbeeld: “Wat zich voor me uitstrekte had niets van een landschapsschilderij.
Het was de hel van Danté, verbeeld door Gustave Doré, in het zwart en grauw van pentekeningen, want
nergens was ook maar één lichte kleur te bekennen, bij niet één lichaam, terwijl er toch tientallen lagen,
in de meest onwaarschijnlijke houdingen en in verschillende fasen van ontbinding.”

Thibaut Michielsen - 5ET - 9


Het tweede deel van het boek speelt zich vooral af in Arras (een dorp in het noorden van Frankrijk) en
wanneer John drie dagen verlof krijgt gaat hij naar Talbot House in Poperinge, een militaire club waar
John een vriendelijke aalmoezenier ontmoet die bovendien een fraaie boekenverzameling heeft. Hier
ontmoet hij Jack Cunningham die hem vertelt hoe Martin omgekomen is. De loopgraven worden erg
gedetailleerd beschreven alsook de scène waar de luitenant en hij planten gaan zoeken in het bos waar
ze dan stoten op een stuk waar heel veel Franse soldaten gesneuveld zijn, allemaal lijken die daar liggen,
heel luguber verteld ook.

2) Waarom denk je dat de auteur voor deze twee delen koos?

Ik denk om een goed beeld te schetsen van de situatie van Engeland in 1914-1915 en de situatie aan het
westfront in 1917. In Engeland, het thuisfront, lacht het leven John nog toe. Hij mag gaan studeren, zijn
droom van een academische carrière waarmaken, ook al is het oorlog. Maar aan het einde van het
Thuisfront valt heel die droom aan diggelen als zijn beste vriend zelfmoord pleegt, alsook zijn vader, en
de propaganda en de druk erg toeneemt om je als jongen/man aan te sluiten bij het leger om te gaan
vechten, anders zou je een lafaard zijn. Plus het feit dat hij ontdekt dat Martin ook omgekomen is. Dat
doet hem kantelen. Het Westfront gaat over de harde realiteit van de oorlog geschetst wordt, de
gruwel. Hij sluit zich niet aan uit vaderlandsliefde, daar komt hij wel voor uit.

Ruimte:

3) Welke geografische plaatsen zijn voor het hoofdpersonage belangrijk? Waarom is dat zo?

Mevrouw Bromley’s huis is erg belangrijk in het eerste deel, omdat hij door haar is opgevoed na de dood
van zijn moeder 2 dagen na zijn geboorte. Zijn vader daarmee had hij geen goede band, die had teveel
verdriet ook. Ook nadat hij gewond geraakt in de oorlog zorgt mevrouw Bromley weer voor hem. Dat
dat huis erg belangrijk is komt duidelijk naar voor in volgend citaat: “Ook na mijn zoogtijd was ik vaker
bij de familie Bromley dan thuis. Martins moeder ontfermde zich steeds over me als mijn vader ging
werken en omdat hij vaak al om vier uur ’s morgens de deur uit moest, bracht ik ook vele nachten in
Hoxton door, in een bed dat steeds krapper werd naarmate het gezin uitbreidde. Toen ik oud genoeg
was om alleen thuis te blijven, ging ik nog steeds bijna dagelijks bij mevrouw Bromley langs, tot groot
ongenoegen van haar man omdat mijn vader niet langer kostgeld betaalde.”

In het tweede deel is dit Poperinge waar John naartoe wil omdat het laatste postkaartje van Martin daar
afgestempeld was. Daar denkt hij de nodige antwoorden te kunnen vinden ivm de dood van Martin.

Personages:

Thibaut Michielsen - 5ET - 9


4) In welk personage kan je jezelf het best herkennen? Waarom?

Toch een beetje in het hoofdpersonage John Patterson. John is gepassioneerd door literatuur. Hij heeft
nood aan een warme omgeving. Hij is een beetje een anti-held, hij verzet zich oorspronkelijk tegen de
oorlog en de druk om vrijwillig mee te vechten aan het front houdt zich vast aan principes en wil voor
iedereen goed doen. Hij verandert wel doorheen de tijd. Na de ontdekking van de dood van Martin is hij
in strijd met zichzelf. Moet hij de familie Bromley nu inlichten hierover of niet? Hij had ook wel een
moeilijke zoon-vader relatie. Eigenlijk wilde hij gaan studeren, maar door alle tegenslagen die hij dus
meegemaakt heeft (zelfmoord van zijn vriend, dood van zijn vader) meldt hij zich dan uiteindelijk toch
aan bij het leger. Maar ook daar aan het front probeert hij hoop te brengen, met anderen te helpen met
brieven schrijven. Hij heeft jarenlang zijn gevoelens onderdrukt en met schrijven van brieven voor
anderen aan het front komt alles los. Citaat: “De tranen vallen op mijn handen, op het vel papier, de inkt
liep uit. Ik huilde niet om Walter, al evenmin om Gladys, zelfs niet meer om Mary, ik huilde enkel om
mezelf, om alles wat ik nooit had gehad en ook nooit zou krijgen. Ik had al jaren een leven van steen
geleid.” Maar hij schrijft ook brieven uit naam van mensen die eigenlijk dood zijn. Maar hij wil dat
nieuws niet brengen. Misschien een beetje ‘misplaatst’ maar hij bedoelt het niet slecht. Hij heeft angst
om de waarheid te moeten vertellen. Ook de dood van Martin past hij uiteindelijk aan: hij zou als een
held gestorven zijn, maar in werkelijkheid was het een deserteur en is hij neergeschoten...

5) Noem 3 voorwerpen die volgens jou heel goed passen bij het personage van John. Gebruik het
boek om je keuzes te verantwoorden.

Boek of gedichtenbundel omdat John de liefde voor boeken geërfd heeft van zijn moeder en zijn vader
heeft dit verder in stand gehouden door boeken te verzamelen. Een pen om de brieven mee te kunnen
schrijven. John schrijft veel brieven om personen levend te houden, ook al zijn ze dood. Een grijs vestje
dat hij onder zijn andere jas draagt, dat hijzelf vroeger nog aan Martin gegeven had, en waardoor hij nu
een stukje van hem meedraagt op deze manier.

6) Welk personage vind jij het sympathiekst? Waarom?

Mevrouw Bromley omdat ze een erg zorgzame, zelfstandige vrouw is die ongelukkig getrouwd is, ze ziet
liever haar hond Shakespeare terugkomen dan haar man... Ze heeft veel kinderen en heeft dan ook nog
gezorgd voor John na het overlijden van zijn moeder. Ze zal zich altijd wegcijferen om toch maar het
laatste broodkruimeltje aan anderen te kunnen geven. Ze leeft in armoede maar maakt er toch het
beste van. John ziet haar als een soort moeder. Ze blijft de vader van John verdedigen, ook al heeft hij er
niet zo’n goede band mee door het verlies van zijn moeder. Ze verwoordt dit erg mooi: “En midden in de

Thibaut Michielsen - 5ET - 9


nacht,’ ging ze onverstoorbaar verder, ‘wanneer je eindelijk in een diepe slaap bent gesukkeld, dan
droom je dat die arm er weer aan hangt. Hé, mijn arm is terug, gelukkig maar, denk je dan. Maar zodra
je je ogen opent, wat zie je dan? Dat je arm er toch niet is! En dat, jongen, dat doet pijn, heel veel pijn.
Weet je waar?
Ik schudde mijn hoofd. ‘Precies hier.’ Ze legde de muis van haar hand op mijn borstbeen. Door die hand
heen voelde ik mijn eigen hart kloppen. ‘En dat elke dag opnieuw, John, zolang je leeft.”

7) Welke personages zijn voor John belangrijk in Londen?

In Londen heb je als belangrijke figuren onder andere het gezin Bromley, vooral de moeder en ook Mary
op wie hij verliefd wordt maar het is niet wederzijds en zij trouwt met iemand anders. Ook Martin
Bromley die de rode draad doorheen het verhaal is. Hij is 2 jaar ouder dan John en wil gaan vechten in
de oorlog. Maar hij is met zijn 17 eigenlijk te jong en doet zich dan voor als zijn ouder broer Matthew die
al lang dood is, hij gebruikt zijn geboortepapieren. John en Martin waren beste vrienden maar door de
oorlog lijken hun wegen te scheiden. William Dunn, een mede-student Duitse literatuur, een belangrijk
figuur voor John en ze bouwen een hechte vriendschap op. Helaas pleegt hij zelfmoord door de
toenemende propaganda druk. De ‘thuisblijvers’ worden als lafaards beschouwd, minachten
aangekeken en uitgejouwd. En tot slot zijn vader, de postbode, die vroeg zijn vrouw verloren heeft, het
verdriet nooit heeft verwerkt en nu met de oorlog meer en meer brieven moet ronddragen van
gesneuvelden en dit niet aankan en op de duur zelfs brieven begint achter te houden.

8) Welke personages zijn belangrijk voor John aan het front? Leg uit waarom je dat vindt.

Luitenant Ashwell van wie hij de bediende wordt. Een vriendelijk man maar met een trauma. Ashwell
heeft eerder in die oorlog tijdens een gevecht zijn hele compagnie verloren heeft en dat hij daardoor
een mentale tik heeft gekregen. Hij zegt tegen John Patterson dat hij echter zelf gekozen heeft om naar
het front terug te keren. Van dokters had hij naar huis gemogen. Hij is dus geen lafaard in de ogen van
John Patterson, maar wel een man die labiel is geworden. John heeft in zekere zin ook een aardig
contact met een andere assistent van een luitenant, Simkins, die hem vraagt enkele mooie zinnen uit de
gedichten van Keats te citeren die hij kan gebruiken voor zijn prachtige vriendin Gladys, die zijn
liefdescitaten van Keats heel leuk vindt. Eerst helpt John Patterson hem daar bij. Hij dicteert de brieven
voor zijn collega, maar later heeft hij er geen zin in, niet in de laatste plaats, omdat hij jaloers is. Van zijn
eigen geliefde (Mary Bromley) hoort hij namelijk niets. Jimmy Parker, een eenvoudige soldaat die sterft
door een granaat die bevestigd was een Duitse helm. Ook Jack Cunningham, een oud compagnie genoot
van Martin die John ontmoet in Poperinge en die hem vertelt hoe Martin aan zijn einde is gekomen,
toch een belangrijk keerpunt voor John want na deze ontmoeting moet hij de loopgraven in, en voor dit
te doen besluit hij de brief te schrijven aan mevrouw Bromley om de dood van Martin te melden.

Thibaut Michielsen - 5ET - 9


9) Welke evolutie maakt John door in het boek? Leg uit a.d.h.v. voorbeelden.

Hij is eerst onbezorgd, wil gaan studeren en zeker niet in het leger gaan. Hij houdt zich vast aan zijn
principes. Eerst en vooral deelt John niet het optimisme en het enthousiasme die de eerste weken en
maanden van de oorlog kenmerken. Daarnaast kan hij geen begrip opbrengen voor de haat die opeens
oplaait in Engeland tegen alles wat Duits is. Tot slot weigert hij deel te nemen aan de oorlog, waardoor
hij een van de slachtoffers wordt van de Orde van de Witte Veer. Deze groep van jonge meisjes deelt
witte veren uit aan jongens die niet gaan vechten aan het front, ook al hebben ze de juiste leeftijd. De
veer staat symbool voor lafheid. Op die manier wordt ook John gekleineerd en gebrandmerkt als een
lafaard. Maar dan gaat Martin in het leger en wordt de propaganda druk steeds groter, je bent immers
een lafaard als je niet voor je vaderland gaat vechten. Zelfs Mary op wie hij verliefd is en haar
vriendinnen van de Witte Veer roepen hem dit na. Dan pleegt zijn studiegenoot onder deze druk
zelfmoord, hij geeft zichzelf hiervan de schuld, dat hij er niet genoeg was voor hem. Dan sterft zijn vader
ook nog eens in een brand, wat eigenlijk ook zelfmoord was. Dit plus het bericht dat hij te horen krijgt
dat Martin ook gesneuveld is doet hem veranderen. Hoewel John zijn eerste standpunt dus verlaat door
uiteindelijk toch soldaat te worden, betekent dit niet dat hij al zijn idealen voorgoed opgeborgen heeft.
Later verklaart hij zelf dat hij zich aanmeldde in een soort gevoelloze roes na de zware klap van de dood
van zijn vader en vrienden. Hij meldt zich als soldaat en gaat dus naar het front, niet uit
vaderlandsliefde. Zodra John echter voor het eerst op het slagveld terechtkomt, beseft hij al snel dat zijn
instinct het overneemt. Zelfs iemand als hij, die de oorlog verafschuwt en helemaal niet wil vechten
tegen Duitsers, voelt op dat moment een “felle strijdlust” omdat hij begrijpt dat het “zij of ik” is. Toch
begint zijn waarheidsideaal barsten te vertonen. Die barsten worden steeds duidelijker wanneer één van
zijn medesoldaten, Jimmy Parker, sneuvelt. In plaats van Jimmy’s moeder in te lichten over het ongeval
blijft John haar brieven schrijven, uit naam van haar zoon. Hij verdoezelt de waarheid, iets wat in strijd is
met zijn idealen, maar men kan nog steeds aannemen dat hij dat met de beste bedoelingen doet. Op die
manier houdt John Jimmy nog even in leven en stelt hij het verdriet van diens moeder uit. Hij stuurt zelfs
wat geld mee met de brief omdat hij weet dat Mevrouw Parker het moeilijk heeft om de eindjes aan
elkaar te knopen. Hetzelfde doet John met Mevrouw Bromley; ook haar blijft hij brieven sturen over en
uit naam van haar zoon Martin.
Het idee dat die brief met zoveel goede bedoelingen en zonder eigenbelang gestuurd werd, komt echter
op de helling te staan wanneer John de slotregels van zijn brief aan Mevrouw Parker citeert: “Wat vind
je van Keats en Milton als namen voor de twee katten? Het is een idee van mijn vriend hier. Schrijf me
snel. Je liefhebbende zoon, Jimmy. PS heb je de gegevens van Jack Cunningham al?”. In een vorige brief
had Jimmy al geïnformeerd naar de gegevens van Jack Cunningham omdat John daarnaar gevraagd had.
John gaat er immers van uit dat hij via Jack te weten kan komen wat er gebeurd is met Martin. Op de
duur gaat hij zelfs meer en meer in tegen bv. luitenant Ashwell wanneer hij beslist dat hij toch niet naar
het veiligere Hazebrouck trekt samen met John. Dit valt af te leiden uit volgend citaat: “’Waar ga je
naartoe John?’, ‘Geen idee, sir. Weg’, ‘John, wacht. Ik heb je hulp nodig. Voor iets anders.’ Het was meer
een bede dan een bevel. Ik hield mijn pas in en zei doodkalm: ‘U kunt het wel alleen af, lijkt me. U wilt
zich toch zo graag bewijzen. Dat kan dan zonder mij. Ik vertrek.’, ‘Jij vertrekt pas als ik het zeg, John! Ik
ben nog steeds je officier.’ Hij vluchtte weer in bevelen, maar dat maakte geen indruk meer op mij. ‘Uw
rang kan me gestolen worden, sir,’ zei ik, nog steeds bedaard, ‘en de mijne trouwens ook. Als u mij een
sanctie wilt geven, dan doet u dat maar. U heeft toch al voor mij besloten.” Zijn opgekropte gevoelens

Thibaut Michielsen - 5ET - 9


komen nu ook tot uiting, zijn eenzaamheid en de triestigheid ook. De bekenden van hem die sterven, de
liefde die niet beantwoord wordt. Dat kan je opmaken uit volgend citaat: “De tranen vielen op mijn
handen, op het vel papier, de inkt liep uit. Ik huilde niet om Walter, al evenmin om Gladys, zelfs niet
meer om Mary, ik huilde enkel om mezelf, om alles wat ik nooit had gehad en nooit zou krijgen. Ik had al
jaren een leven van steen geleid. Van dat besef was ik tijdens het lezen doordrongen geraakt. Ik keek om
me heen, naar de barak vol lege bedden, het puin dat op de vloer lag, de geknakte balken van het dak,
en dacht, dit ben ik, dit is mijn lichaam, mijn ziel, een ruimte waarin iedereen altijd slechts op doortocht
is geweest, waar niemand wilde of kon blijven, waar wind en regen vrij spel hadden”. Martin creëert een
eigen wereld door de waarheden niet onder ogen te willen zien.

10) Hoe zie jij de relatie tussen John en zijn vader? Hebben ze een goede/slechte relatie? Leg dat
uitgebreid uit a.d.h.v. voorbeelden.

Johns vader: daar had hij niet zo een heel erg goede band mee, de mama is vroeg gestorven en
vader had daar heel veel verdriet van en kon zijn zoon niet zo goed bijstaan op emotioneel vlak
dan vooral, toch was John wel verdrietig wanneer hij stierf door de rook na het bombardement
in hun huis. Johns moeder was niet getrouwd met Johns vader, maar ze hielden heel veel van
elkaar. Johns moeder kwam uit de gegoede burgerij en haar vader keurde haar relatie niet
goed. Hij onterfde haar. Ze nam echter zeer waardevolle boeken mee van onder andere Keats
en Kipling. Als een soort eerbetoon aan Johns moeder is Johns vader na haar dood een
boekenverzameling begonnen. Zijn vader beschermt deze tijdens de oorlog door er brandveilige
juten zakken voor te hangen. John besluit op zijn achttiende om Engelse Literatuur te gaan
studeren. Zijn vader vindt dit een mooi plan en verkoopt hiervoor een aantal waardevolle
boeken uit zijn collectie, aangezien John net een beurs was misgelopen. Wanneer er een
bombardement is, rent John als een gek naar buiten, nadat hij zijn vader heeft gewaarschuwd.
Hij heeft niet door dat zijn vader niet meerent. Nadat het gevaar is geweken loopt hij terug. Er
is nergens vuur te zien en een aantal mensen zeggen dat er niks ergs is gebeurd. Als John bijna
thuis is ziet hij echter dat zijn huis in de brand staat. Een groep mensen komt hem te hulp.
Binnen ziet hij zijn vader aan tafel zitten, in zijn postbode uniform met zijn boeken catalogus
voor hem op de tafel. Tussen de bladzijden zitten brieven voor een paar families uit de buurt.
Het zijn brieven waarin wordt aangekondigd dat er iemand dood is gegaan in de strijd. John
voelt zich schuldig dat hij zijn vader daar heeft achtergelaten. Ze hebben eigenlijk noch een
goede noch een slechte relatie. Ze zien elkaar wel graag maar leven eerder naast elkaar.

Thibaut Michielsen - 5ET - 9


11) Hoe merk je in het eerste deel dat de Britse bevolking stap voor stap een negatievere houding
aanneemt tegenover alles wat met Duitsland te maken heeft? Geef 3 duidelijke voorbeelden.

Wanneer de oorlog begint verandert er in het begin nog niet zo heel veel. Alles gaat gewoon door. Men
gaat gewoon werken, gewoon naar school. Er is zelfs protest tegen de oorlog. Men gelooft niet dat de
oorlog tot bij hen zal raken. De mensen zijn er in eerste instantie ook tegen.

1- Het is pas als de kranten beginnen te vermelden dat er in België en Frankrijk slachtoffers
beginnen te vallen dat de druk in Engeland toch ook toeneemt. Het patriotisme of
vaderlandsliefde begin dan wel toe te nemen. Meer en meer Britse vlaggen werden aan de
ramen gehangen. En men begin toch meer en meer te denken dat men ook moet gaan vechten,
het land gaan verdedigen.
2- Er komen rekruteerders die de straat opgaan en jongens en mannen aanspreken en proberen te
overtuigen om zich bij het leger aan te sluiten. Naarmate de tijd vordert wordt de sfeer
grimmiger en als je als man of jongen je niet aansluit word je scheef bekeken of zelfs
uitgemaakt. Er worden duidelijke affiches met wijzende vingers opgehangen om toe te treden
tot he leger. Er worden witte veren uitgedeeld waarmee je bestempeld wordt als lafaard.
3- Naarmate het boek vordert begint de haat tegen de Duitsers te groeien. Het gaat zelfs zo ver dat
de lokale horlogewinkel waarvan de eigenaars Duitsers zijn maar die al jaar en dag in Londen
wonen aangevallen worden en alles in de winkel wordt kort en klein geslagen. Ook al hebben
die mensen totaal niets verkeerds gedaan.

12) Hoe merk je dat de propaganda en de rekrutering van soldaten in het eerste deel steeds
dwingender worden? Geef 3 duidelijke voorbeelden.

1- De rekrutering van de nieuwe soldaten start luchtig, met veel muziek en liedjes en zo
probeerden ze nieuwelingen aan te trekken. Kinderen liepen vrolijk achter hen aan en het was
precies feest.
2- Vervolgens werden affiches opgehangen met daarop de minister van Oorlog afgebeeld die recht
naar jou keek met een wijzende vinger en daaronder de tekst YOUR KING AND COUNTRY NEED
YOU! De ophitsende toon van de sergant die ook op straat kwam om nieuwlingen aan te trekken
werd steeds luider. Hij zei hoe het een eer was een uniform te mogen dragen en het vaderland
te verdedigen.
3- Naarmate de tijd vordert wordt de sfeer grimmiger. Er komen meer en meer van die affiches in
de straten en de sfeer werd zelfs dreigender. Er komen meer en meer Britse vlaggen aan de
huizen en de rekruteringsaffiches werden met de dag agressiever van toon. Mensen begonnen
te roepen naar wie nog geen uniform droeg. Ook John kreeg vernietigende blikken. En ook
commentaar dat hij zich moest schamen, vooral van oudere mensen dan. Ze begonnen te
schelden... John hulde zich daarom vaak in leugens, dat hij te jong was nog om in het leger te

Thibaut Michielsen - 5ET - 9


gaan, dat hij afgekeurd was,... Op de duur ging John pas naar huis als het donker was zodat hij
niet zo zou opvallen. Hij voelde zich een rat. Zijn schoolvriend William zegt beter een rat dan een
lemming want een rat heeft een eigen wil, die zijn intelligent. Lemmingen lopen mee, in de
massa, net zoals mensen. In een blinde drift. Ook zijn vriendin Mary doet vervelend tegen hem.
Ze lacht hem zelfs in het openbaar uit. Zij samen met andere meisjes gaat ze ook de straat op
om mannen aan te sporen in het leger te gaan, door middel van geflirt en zo. Op de duur
spreekt men zelfs van dienstplicht, tot zelfs oudere mannen die in dienst zouden moeten gaan.
De propaganda schept soms een verkeerd beeld. Over het aantal doden bijvoorbeeld. Het
achterhouden van informatie zoals bijvoorbeeld dat de soldaten langs beide zijden ook niet
altijd wilden vechten. Met kerst vierden ze immers samen feest in de loopgraven. Niet alle
Duitsers zijn dus slecht maar ze laten het wel zo overkomen.

13) Hoe gaat men aan het front om met brieven? Wat betekenen ze voor de betrokkenen? Bekijk
dit vanuit het standpunt van de soldaten en de oversten.

Brieven worden soms een hele tijd achtergehouden. Aan mevrouw Bromley en Mary vraagt hij om
te brieven en kaarten die ze sturen te nummeren zodat John weet dat hij ze allemaal heeft
ontvangen. Als men brieven krijgt denken de soldaten altijd dat het brieven van het liefje zijn. De
oversten moeten de uitgaande brieven controleren en mogen stukken schrappen als ze het niet
goed vinden of als er teveel informatie zou instaan. Zoals bijvoorbeeld plaatsnamen, aantallen
doden Luitenant Ashwell vindt dit ook niet leuk om te doen maar het moet. Als de brief ok is komt
er een rode stempel ‘Passed by censor’ op en mag deze verstuurd worden. Soldaten vinden het in
die barre tijden superleuk om brieven van thuis te krijgen. Ze roepen zelfs uit “Het lijkt wel kerst”
met al die pakjes en brieven, zakken vol. Als er voor een soldaat dan eens geen post was, zoals
bijvoorbeeld voor Jimmy, dan was die heel triestig.

14) Hoe gaat John om met ‘brieven’ van het front? Wat vind jij ervan?

Hij begint voor andere soldaten liefdesbrieven te schrijven omdat hij dichter Keats goed kent en kan
citeren en zo en meisjes hebben dit graag. Maar hij begint eveneens brieven te schrijven vanuit de
naam van gesneuvelden, alsof ze nog leven en alles goed gaat. Om de familie hoop te geven, om de
waarheid niet te zeggen. Eigenlijk is dit niet goed, dit is liegen en hij zou dit ook al bedoelt hij goed
niet mogen doen. Hetzelfde bij het overlijdensbericht van Jimmy dat hij moet schrijven, hij schreef
dat hij gestorven is als een held terwijl dit eigenlijk niet was. Maar dit misschien iets verzachtender
voor de familie.

Thibaut Michielsen - 5ET - 9


15) De werkelijkheid van de oorlog is erg hard. Kan je telkens een voorbeeld geven van een
personage dat ‘gek’ wordt, vlucht in religie, vlucht in eigen fantasie? Geef bij elk personage
een duidelijke toelichting.

Nadat Johns vader is omgekomen in de brand door het bombardement op hun straat meldt hij zich
aan in het leger. Het Westfront. Luitenant Ashwell is zijn overste die nog maar een paar weken het
peloton aanvoerde omdat hij uit ziekte verlof kwam omdat zijn vorig peloton gedood was in een
aanval. John wordt persoonlijke bediende van de officier, de rechterhand zo’n beetje van luitenant
Ashwell.

De eigen wereld die gecreëerd wordt komt onder andere tot uiting in de verzamelwoede van de
luitenant waar John mee moet naar de bossen om planten te gaan zoeken. En dit in volle oorlog.
Bijna letterlijk tussen de lijken gaan zoeken naar plantjes. Hij sleepte zelfs alles mee een kist,
boeken, allerhande flesjes, een pers uit lood en ijzer om planten te drogen...tamelijk irreël in volle
oorlog. Hij noteerde de vindplaats en de datum van de plantjes. Daar botsen ze wel op lijken, en dat
deed luitenant verstijven.

Ook Martin creëert een eigen wereld door de waarheden niet onder ogen te willen zien. Hij schrijft
brieven in naam van overleden mede-soldaat Jimmy aan die zijn moeder om maar niet de waarheid
te moeten vertellen. John stuurt de moeder van Jimmy ook wat geld zogezegd onder Jimmy zijn
naam, hij kan het echt niet over zijn hart krijgen te melden dat Jimmy gestorven is. In het zakboekje
waarin ze moeten schrijven wat er met hun bezittingen moet gebeuren als ze sneuvelen vermeldt hij
dat hij zijn horloge aan Martin schenkt, maar Martin leeft niet meer... Ook aan mevrouw Bromley,
de moeder van Martin schrijft hij dat hij gehoord heeft dat iemand haar zoon heeft gezien en dat hij
er erg goed uitzag. In werkelijkheid zou Martin al lang gesneuveld zijn maar is het bericht nog niet
tot bij mevrouw Bromley geraakt en Martin krijgt het ook hier niet over zijn hart het nieuws te
melden. Het gek worden had ook te maken met luitenant Ashwell. Hij is bij momenten laf. Al
vond John dat hij eerder verlamd leek. Bij een zware aanval heeft John hem gered. Het leek
wel een beetje of hij dood wilde. Midden in een kogelregen bleef hij gewoon recht staan.
John heeft hem omver geduwd. Hij bleef zelfs eerst liggen toen de rest van het manschap
zich probeerde te verdedigen. Hij moet hiervoor voor de krijgsraad komen. Luitenant Ashley
had al een peloton verloren en was eigenlijk nog in ziekteverlof. Toch komt hij terug maar
dan blokkeert hij telkens. Bij het zien van de lijken als hij en John plantjes gaan zoeken in
het bos, en ook als ze aangevallen worden dus.

Religie komt voor bij de soldaten zelf. Er is 1 soldaat die voor elke strijd die begint bidt en zo
hoopt dat alles goedkomt.

Ook in Poperinge waar John naartoe reist tijdens de paar vrije dagen die hij heeft wordt er
een mis opgedragen waar heel veel soldaten naartoe komen. Het is een verzamelplaats
voor heel veel soldaten, de pastoor zet zijn huis open, Talbot House heet het daar, Every

Thibaut Michielsen - 5ET - 9


man’s club. Er wordt ook gezongen en gedronken, een plaats om even alle zorgen te
vergeten en er is ook een bibliotheek. Soldaten kunnen daar ook berichtjes voor elkaar
ophangen op een prikbord. Hij vindt daar Jack, broer van Martin. Die neemt hem mee naar
de plaats waar Martin is gestorven. Veroordeeld tot de dood door de kogel omdat hij veel
te veel niet geluisterd had naar zijn overste en ook een drankprobleem had en daardoor
stoten uithaalde.

Thibaut Michielsen - 5ET - 9

You might also like