You are on page 1of 398

I o o5

ïUDScai

lEDERLANDSCHEN
SCHAAKBOND

3 ö Xiatqomq
« n ;»V>\ ^u«tfaNUu,>V
TIJ 1 )SCI IRIFT

VAN DEN

NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.

DERDE JAARGANG
1895.

Gedrukt bij de firma KOCH & KNUTTEL,


GOUDA,
1895.
3e Jaargang. N°. 1 Januari 1895.

TIJDSCHRIFT
VAN DEN

NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAN DEN N. S.: Jhr. D. VAN FOREEST, Voorzitter; E. VAN DIEN, Onder-Voorzitter,
J. C. TEN TUSSCIIEDE, Keizersgracht 100, Amsterdam, Penningmeester; L. H. DEEI.MAN, Commis­
saris van Materieel; N. W. VAN LENNEP, Secretaris.
REDACTIE: N. W. VAN LF.NNEP, Kerkstraat 188, Amsterdam: H. J. DEN HERTOG;
J. D. TRESUNG.

Van dit blad, dat omstreeks den I5den van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt
toegezonden, zijn extra-nummers verkrijgbaar a -20 cents en een geheele jaargang ii ( 2.—, eveneens slechts
voor Bondsleden.

INHOUDSOPGAAF: Officieele mededeelingen; Voorwoord; Een onbekend Schaak­


speler, door J. D. T.; Leipziger herinneringen, door v. L. Partijen van het Leipziger tor­
nooi. Verschillende partijen, door J. D. T. Binnenland; Buitenland; Boekbespreking,
door v. L. Problemen. Eindspelen. Puzzles. Laatste berichten.

Evenals het vorige jaar, stelt de Redactie ook thans bandjes beschikbaar voor den
jaargang 1894, a 40 cents. Hun, die er een wenschen te ontvangen, wordt vriendelijk
verzocht, het bedrag voor 15 Februari a. s. aan den Secretaris toe te zenden.
Den leden, die de circulaire in het vorig nummer vervat, nog niet ingevuld terug­
zonden, verzoek ik beleefd, dit alsnog ten spoedigste te doen.
V. L.

Wedstrijd te Beemster.
De Schaak- en Damclub te Beemster schrijft tegen 8 Februari a. s., des morgens te
10 uur, in het Heerenhuis aan de Middenbuurt, een Schaak- en Dam wedstrijd
uit. De prijzen bedragen gezamenlijk vijftig gulden. Het inleggeld is e'én gulden
H.H. Deelnemers moeten zich vooraf bij den Secretaris, den heer J. Schmidt te Beemster,
aanmelden

Voorwoord.
Dit leidt in zeer korte woorden den Derden Jaargang in van ons Tijdschrift.
Finantieel gesteund door de sedert Augustus van het vorige jaar toegetreden dona­
teurs en door de zeer vele afdeelingsleden, die zich rechtstreeks aansloten, kon de
Redactie omzien naar een nieuwen drukker, die op de hoogte is van de typographische
behoeften eener Courant en, bij de bepaling van den levertijd, de leuze niet gebruikt:
«Beter laat dan nooit."
Of de Redactie in haar keuze gelukkig is geweest, zullen deze en de volgende
afleveringen leeren.
Ook nog in een ander opzicht mag de Redactie verbetering constateeren. Zij kan
1
2

hans beschikken over een flink aantal schaakdiagrammen, die zoo noode in de vorige
jaargangen werden gemist, en den meest typischen factor voor een schaakblad uit-

m Wat'de verdeeling van het werk aangaat, de analyses in de rubriek «Verschillende


Partijen» zullen door onzen Redacteur Tresiing in vereeniging met den heer D van
Foreest worden geschreven
Onze Redacteur den Hertog blijft zich belasten met alles wat Problematiek betreft,
en heeft daarbij de verzorging der rubriek Buitenland» op zich genomen, terwijl aan
van Lennep, behalve de overige afdeelingen, de regeling van het geheel is toevertrouwd.
Waar de Redactie al 't mogelijke zal doen, om haar lezers tevreden te stellen aangaande
den inhoud van dit Tijdschrift, daar verwacht zij harerzijds ook steun en medewerking
van allen, die in de gelegenheid zijn, ook maar het kleinste steentje bij te dragen.

Een onbekend Schaakspeler.


Een in zijn tijd bekend Fransch schaakspeler, Delannoy, ontmoette in een hotel
een hem onbekend heer, die bleek te kunnen schaakspelen. Een schaakspel
werd spoedig voor den dag gehaald, de stukken opgezet en men zou juist be­
ginnen, toen Delannov tot den vreemdeling zei: „Pardon meneer, wat moe i u
voorgeven?" „Voorgeven", stottert de andere verbluft, „maar u weet immers met,
hoe sterk ik speel." ,,'t Doet er niet toe," antwoordde Delannoy eenvoudig, „waar
komt u vandaan, als ik vragen mag?"
„Van Carcassonne, maar " „van
Van Oarrassonne?
^arcassonne. Dan eeef ik u een toren
<ti &
voor." Deed het en won de partij.
Het bewustzijn van eigen kracht en de onbekendheid van den tegenspeler gave
Delannoy gelegenheid, aldus met succes op te treden. Hij gaf den provinciaal ee
torai voor, Je. omdat hij diens schaakkrach. kende, maar «»*>*>£
niet kende En op deze wijze zal het meermalen gaan, waar Delannoy s en Car-
_ elkaar "voor ie. bord ontmoet». De „erkere schaakte, aal «.»
nagaan, of zijne tegenpartij ook behoort tot de nj der bekenden in den lande
hem niet in dien rang vindende, zal hij hem even „gaan opknappen . En deze
geringschatting è. priori is ook zeer natuurlijk. Want men kan als regel.aannemen
dat een sterk speler wel eens aan een wedstrijd heeft deelgenomen, of da hij in
elk geval wel eens groote schaakclubs heeft bezocht, om zich met de,ultverkor^en
in die vereeniging te meten, of goed gespeelde partijen in een schaakblad

m Maar^de tekende sterke speler zal zich. leelijk vergissen, waar de onbekende
tegenspeler behoort tot die weinig voorkomende, in de schaakwereld ongenoe
spelers, die op hun beurt de tegenpartij overbluffen door de mate van kracht,
ze ontwikkelen. Want daar zijn van die spelers, die men door geen hunner schaak-
makkers ooit heeft hooren noemen, maar die ons door de taaiheid
dediging of door de kracht in den aanval met verbazing vervullen.
3

Het is mijn plan, u met zoo'n onbekend schaakspeler van groote schaakkracht
in kennis te brengen. Ik bedoel den heer A. Woldendorp van Winschoten. Zui­
verder schaaktalent heb ik onder de mij bekende Nederlandsche schakers niet
aangetroffen. Zonder ooit van theorie of van praktijk studie te hebben gemaakt,
heeft de heer Woldendorp het tot een aanzienlijke hoogte in de schaakspeelkunst
gebracht. Ik heb het voorrecht, hem mijn oudste tegenpartij te mogen noemen
en honderden schaakpartijen zijn er reeds tusschen ons gespeeld ; ook de heer Benima,
de bekende kampioen, speelde en speelt nog veel met hem. Door een ziekte in
het gaan belemmerd, heeft de heer Woldendorp zich nooit buiten de plaats zijner
inwoning kunnen begeven, om andere schakers te ontmoeten.
Hieronder laat ik volgen eenige partijen en eindstellingen, die aan de Neder­
landsche schaakliefhebbers zullen toonen de groote kracht, maar vooral den uit­
muntenden stijl van onzen schaakvriend.

No. 127. Gespeeld te Winschoten, 30 September 1887.

Evansgambiet.

L. Benima. A. Woldendorp. dikwijls met succes, liet- Evansgambiet voor


Wit. Zwart. Zwart te behandelen.
1. e2 — e4 e7 — e5 16. e4 — e5 d6 X e5
2. Pgl — f3 Pb8 — c6 17. Pf3 X e5 f5 —f4!
3. Lfl — c4 Lf8 — c5 18. Kgl — h2
4. b2 — b4 Lc5 X b4 L)eze zet, die vervangen had moeten wor­
5. c2 — c3 Lb4 — a5 den door 18. Pd4, geeft Zwart gelegenheid
tot een uiterst brillant offer, dat, geholpen
6. 0 —0 La5 — b6
door minder juiste verdediging, de partij
7. d2 — d4 e5 X d4 tot een typisch Evansgambiet maakt. De
8. c3 x d4 d7 — d6 tegenaanval overvleugelt den aanval snel.
9. d4 — d5 Pc6 — a5 Dd8 — g5!
10. Lel—b2 Pg8 — f6 19. Pe5 X d7 f4 —f3
Gewoonlijk wordt hier gespeeld 10.... 20. Pe2 — g3
Pe7.
Het beste antwoord was hier: 20. gf'3:
\ 1. Lc4 — d3 Lc8 — g4 Tf3:, hoewel ook dan Zwart een sterken
12. Pbl — e3 0— 0 aanval houdt.
13. Tal—cl Pf6 — h5 Er kan bijv. volgen: 21. Pe5! Tf2 :|
22. Tf2: Lf2later gevolgd door Tf8.
Inleiding tot een ingenienzen aanval.
Op 21. Pb6: volgt Taf8! 22. Le4 (Del.
14. h2 — h3 Lg4 — d7 Dh4. 23. Pg3, Pf4 en wint). Tf2:f
15. Pc3 — e2 f7 —f5 23. Tf2: Tf2:t 24. Khl Pg3f 25. Pg3:
Op deze wijze pleegt de heer W., en Dg3: en Wit is gedwongen, zijn looper
4

op h7 (gevolgd door het looper-offer op g7) A Woldendorp.


te offeren, om remise door eeuwig schaak
te krijgen.
Op 20. g4 zou volgen: te2: 21. Le2:
(De2: TaeS) Pf4 (22. Pf8: Dh4. 23. Lf3
Ph3: 24. Kg2, Pf2: en wint).
Op den tekstzet volgt een elegant slot.
(Zie diagram)
Lb6 x f2!
21. Tfl X f2 Dg5Xg3 +
22. Kh2 — gl Ph5 —f4
Hierop is geen antwoord meer. Op 23.
I)f3 : beslist Ph3 :f 24. Kfl Df2 :f en wint.
Op 23. Kfl wint fg2:f
L Benima.
23. Lb2 — d4 Pf4 x h3f
Opgegeven.

No. 128. Gespeeld te Winschoten, 15 December 1887.

Spaansche Partij.

A. Woldendorp. J. D. Tresling. J. D. Tresling.


1. e2 — e4 e7 — e5
2. Pgl — f3 Pb8 — c6
3. Lfl — b5 Pc6 — d4
4. Lb5 — a4 ! Pd4 X f3f
5. Ddl X f3 Dd8 — f6
6. Df3 — g3 Lf8 — c5
7. Pbl — c3 c7 — c6
Beter ware Pe7.
8. d2 — d3 h7 — h6
9. Lel — e3 Lc5 — b6
10. 0— 0 g7 — g5
A. Woldendorp
11. Tal—el d7 — d6 Hiermee leidt Wit eene mooie combi­
12. Pc3 — d5 Df6 —d8 natie in, die hem de overwinning bezorgt.
13. c2 — c3 f7 —f5 15. a7 X b6
Dit verzwakt het zwarte spel zeer. 16. Tel X e5f! d6 X e5
14. e4 X f5 Lc8 x f5 17. Dg3 X e5f Ke8 —f7
15. Le3 X bö ! (Zie diagram) Op Le6 volgt 18. Pc7f
5

18. De5 X föf Pg8 — f6 22. Tfl — el Ta8 — d8


Op 18.- Kg7 volgt, 19. De5f Pf6 (Kf7 23. Dd7 X b7 Td8 X d3
ao. Pb6: Bb6: 21. LbSf) 20. Pc7 24. Db7 — b8f Df6 — d8
, v ,, De beslissende foutzet; met 24.... Td8
19. Pd5 X f6 Dd8 X f6 had Zwart n0„. veel remisekansen.

20. La4 — b3f Kf7 — g7 25. Db8 — e5 ! Th8 — h7


21. Df5 — d7f Kg7 — f8 Wit kondigt mat in 6 zetten aan.

No. 129. Gespeeld te "Winschoten, 20 Januari 1888.

Onregelmatige Verdediging'.

A. Woldendorp. N. N. 6. Ddl — h5f Ke8 — e7


(Blindelings). 7. Dh5 — f7f Ke7 — d6
1. e2 — e4 e7 — e5 8. d2 — d3 ! Pb8— d7
2. Pgl—f3 d7 — d5 9. Pe5—c4-j- Kd6 — d5
3. Pf3 X e5 d5 X e4 10. Pbl — c3f Kd5 — c5
4. Lfl—c4 Lc8 — e6 11. Lel—e3f Kc5 — b4
5. Lc4 X e6 f7 X e6 12. a2 — a3 ±

No. 130. Gespeeld te Winschoten, 5 Maart 1888.

Noordsch Gambiet.
A. Woldendorp. N. N. g. 0— 0 Lb4 X e3
(Blindelings) 9. Dc2 X c3 0-0
1. e2 — e4 e7 — eo 1(. , _ , . , _no ooo
o jo j, KVJI 10. b2 — b4! Dd8 — e8 ??
2. d2 — d4 e5 X d4 T

3. c2 — c3 d4Xc3 1' L c
-(b?
, Ti-, , o 12- e4 X f5 Pc6 — e5
' n,. y°, r m ' KJ+ 13. Pf3Xe5 Kg8 — h8
Ddl X c2 Lf8-M+ Pe5 _ „6f, h7 x „6
6. Pbl—c3 Pb8 — c6 ; " l vg:f' ö

7. P g l - f 3 Pg8-e7 15. Dc3Xg7±


6

Stelling- uit eene partij.


Eindspel No. 1. Gespeeld 12 November 1887.

J. D. Tresling.

Zwart speelde Tg7, waarop Wit aldus


won :
1. Lg6 :! hg6 : 2. Dd8f Kf7 (Df8 3. Th8f)
3. Tc3! De7 4. Tc7 Ld7 5. Da8: en
Zwart gaf spoedig op.

A Woldendorp.

Stelling uit eene partij.


Eindspel No. 2. Gespeeld 3 September 1891.

A. Woldendorp. Dwingt Wit tot den volg. ongunstigen zet.


3. g3 Dc5:!
4. Dd3! g5
5. Lel Tf2
6. De4
Noodzakelijk om het mat te pareeren.
Dc4:
7. h4
Iets langer houdt Wit zich met Tgl.
Tdf8 !
8. Le3 Tflf
9. Tfl : Dfl :+
J. D. Tresling en A. E. van Foreest. [(). Kh2
(Beurtelings, zonder consultatie, spelende). ()p Lgl> mat in 8 Ketten

Zwart aan den zet speelde: De21*


1 d4 W it, geeft o]), daar na 11. Kh3 zou volgen:
2. Lf4 g4f 12. Dg4f: Dg4f: 13. Kg4: de3: en wint.
Beter ware Lgl. Zwart heeft de partij zoo energiek mo-
Df5 ! | gelijk afgespeeld. J. I). ï.
7

Leipziger herinneringen.

Of het den lezers van dit tijdschrift zal interesseeren, het schaakevenement te
Leipzig eens door een niet-Duitschen bril te bekijken ? En of ik wegens de vol­
gende uitingen, over twee jaar te Neurenberg op mijn kop zal krijgen? Ja, als
onze Moffen Hollandsch verstonden dan . . . .! Toch zijn er sommige, die zich
dit verbeelden, althans niet zelden werd ik met de vraag beleedigd: „Heb jullie
in Holland een eigen taal of spreek jullie daar allemaal Duitschl
Ik schrijf herinneringen; wat ik mij wel het best herinner, dat is de Sauerkraut
en de Schweinsrtlcken, die ons tweemaal daags werden voortgezet. Altijd niet
anders dan Sauerkraut en Schweinsrücken! 's Middags met Compote en s avonds
met Salat. Merkwaardig, waarmee die menschen al niet Salat maken! Rauwe
roode kool, augurken, aardappelen, snij- en andere boonen enz. enz., alles schijnt
goed genoeg, om door middel van olie en azijn tot Salat gepromoveerd te worden.
In een geheel ander daglicht dan al deze zure zwijnerij, deed zich het brouwsel
aan mij voor. De echte drinkers spraken wel van een „riesiges, wunderbares,
ausserordentlich entsetzliches Glas Bier," maar wat voor buitengewoon verschrik­
kelijks nu zoo'n mooi helder-kleurig potteke mee over zich heeft, heb ik nooit
begrepen. Ik vond het in één woord verrukkelijk en was het altijd eens met
dengene, die tien glazen degelijker kost vond dan één. Zeer spoedig had ik dan ook
met een paar aangeworven Duitsche kennissen, die een even groot verschil tus-
schen Hollandsche en Duitsche sigaren meenden te ontdekken, als ik tusschen
Hollandsch en Duitsch bier, een voor beide partijen zeer voordeelig contract
gesloten, ten doel hebbende het op grooten schaal drijven van ruilhandel. Indien
de grensdouane dit had kunnen vermoeden, dan had zij mij zeker met mijn kistjes
niet zoo ongemoeid laten passeeren!
Het is mijn doel, U iets te vertellen over het belangrijkste, dat een schaakcongres
aanbiedt. Allereerst over den Duitschen Schaakbond als den organisator.
Zooals reeds op bladz. 13 van den vorigen jaargang te lezen staat, werd de
Duitsche Schaakbond in 1877, bij gelegenheid van den „Anderssen-Feier" te
Leipzig door Hermann Zwanzig opgericht. In hoofdzaak is hij een vereeniging
van Schaakclubs, die 50 Pi. per jaar en per hoofd in de bondskas storten. (Volgens
officieele opgave zijn er verscheidene kleine clubs, die reeds lang hun betalingen
hebben gestaakt, zonder van de ledenlijst geschrapt te worden). Ook is een recht-
streeksch lidmaatschap opengesteld tegen iets hoogere contributie, doch hiervan
wordt bijna geen gebruik gemaakt. Alle bestuursfunctiên zijn in de handen van
één persoon vereenigd, (in die van Zwanzig tot zijn dood, 5 Januari '94), en de
werkkring bestaat uitsluitend en alleen in de periodieke uitschrijving van een
internationaal schaakcongres. Dat met een zoo bovenmate primitieve regeling nog
waarlijk schitterende resultaten zijn verkregen, is inde eerste plaats te danken aan
Hermann Zwanzig, die alle leemten in organisatie en reglement door zijn persoonlijk
optreden wist aan te vullen of te bedekken, en in de tweede plaats aan de grootte
van het Duitsche rijk. Immers, mogen de inkomsten van den Duitschen Bond
8

proportioneel (bijv. in vergelijking met onzen Bond) zeer klein genoemd worden,
het totaal bedrag bleek tot dusver toereikend, om de uitgaven te dekken.
Het spijt mij, dat ik op den avond van den isten September niet reeds in Leipzig
was. Toen hield Dr. Max Lange, die zich sedert den dood van Zwanzig met de
leiding der zaken had beziggehouden, een geschiedkundige voordracht over den
Duitschen Schaakbond. Wat ik hieruit der vermelding waardig acht, haal ik
derhalve uit andere bladen aan.
Reeds terstond nadat, in Juli '77, de grondvesten van den Bond waren gelegd,
traden, dank zij het werk en der wereldberoemdheid van Anderssen, welke zeer
bijzonder de populariteit van het schaakspel hadden bevorderd, 14 clubs toe. Dit
aantal bedroeg in 78 34, in 79 60, in '84 70 clubs en bleef sedert ongeveer
stationnair: nu eens wat hooger, dan wat lager. Wat den finantieelen toestand
betreft, de gezamenlijke inkomsten bedroegen tot '93 15.750 Mark, de uitgaven
12.364 Mark, zoodat er thans een batig saldo aanwezig is van bijna 3400 Mark.
Deze som zal tot stichting van een reservefonds worden aangewend, hetwelk niet
dan in buitengewone gevallen zal worden aangesproken en jaarlijks met 20 25 pet.
der inkomsten zal worden vermeerderd. Aan deze statistiek knoopte zich een
terugblik op de door den Bond reeds uitgeschreven tornooien. Deze hebben zich
langzamerhand over de geheele schaakwereld algemeene bekendheid en sympathie
verworven, niet het minst door hun geregelden periodieken terugkeer. Zij hebben
meegewerkt te zamen met de gansche Duitsche schaakliteratuur, om ons mooie
spel te doen bloeien, zij hebben al de grootmeesters der kunst tot zich getrokken
en hun gelegenheid gegeven, ons heerlijke en onvergankelijke vruchten van hun
talent te doen genieten. In t bijzonder werd onder de 50 grooten, welke tot
dusver meestreden, Emil Schallopp genoemd, die, al kampte hij niet altijd met
even groot succes, nog zelden in de gelederen was gemist.
Ten slotte deelde Max Lange mede, dat het Leipziger Comité zich meer dan
dit vroeger gebruikelijk was, met het organiseeren van feestelijkheden en gezellige
bijeenkomsten had beziggehouden. ,,Wel heeft dit met de idee van het eigenlijk
schaakspel niets te maken, maar toch bezit dit laatste, evenals de Vrijmetselarij, de
macht, om veel menschen tot elkaar te brengen; immers de schaakspeler, hij moge
komen, waar hij wil en hij moge zijn, wie en wat hij wil, vindt in zijn vereering
van het koninklijk spel een middel tot bondgenootschap met anderen."
Over dit fuiven, dat waarlijk niet illusoir bleek te zijn, straks meer.
{Wordt vervolgd.)
Wij laten thans eenige partijen volgen, te Leipzig gespeeld. Die van het
„Meisterturnier" zijn met zeer veel zorg gekozen en geven een juist idee van de
sterkte der winnende kleur.
9

Tien Keurpartijen uit het „Nleisterturnier" te Leipzig.


^°' 1^1. Gespeeld 5 September 1894.

Wit: Dr. Tarrasch. Zwart: C. Schlechter.


Spaansche Partij.
1- e4 es 13. Tadi Dc6 25. [14 8) Pes
2- p f3 Pc6 14. Td3 Te6 3) 26. Tg3 Pf7
3. Lbs dó 15. Tde3 ") Tae8 27. f3 Ph8
4- Ld7 16. I13 5) Db6 28. Pe2 DC7
5- PC3 Pf6 17. Dd3 c6 29. Tdgi Df7
6. 0—0 Le7 18. Pa4 Dc7 30. Pd4 9) Te7
7. T ei Pd4: ') 19. 04 Pd7 31. gj fg5 •'
8. Pd4: ed4: 20. Khi f6 32. Tg5 : g6
9. Ld7:f Dd7 : 21. Dc2 6) Pe5 33. Pfs Te5
10. Dd4: 0—0 22. PC3 Pf7 34. f4 Tfs :
11. b3 "-) Tfe8 23. g4 7) Da5 35. efj : Lg7
12. Lb2 Lf8 24. Tdi! Db6 36. fg6: Opgegeven.
') Op de rochade volgt hier: 8. Lc6: Lc6: 9. des: des: 10. Dd8: Tad8
11. Pe5 : Le4: 12. Pe4: Pe4: 13. Pd3 f5 14. f3 Lcsf 15. Pcs: PC5: 16. Lgs en
17. Le7, en Wit wint.
) Wit heeft nu een aanmerkelijk vrijer spel. De volgende looperontwikkeling,
die Dr. Tarrasch het eerst te Manchester tegen Blackburne aanwendde, verschaft
Wit een sterken aanval.
•') Zie diagra?n. Op den plausibelen zet Db6 volgt 15. Dfö:! gf6: 16. Pd5
Lg7! (DaS? 17- Pf6:fKh8! 18. Pe8 :f Kg8 19. Lc3 en 20. Tg3f) 17. Pb6:'ab6:
18. a3 en Wit is in het voordeel.

4) Nu het paard door den toren gedekt is, heeft het spelen van den toren
naar g3 voorloopig geen doel.
) De eerste aanval is door Zwart afgeslagen, en de hernieuwing ervan heeft
omstandige voorbereiding van noode.
IO

B) Wit wil vóór alles zijn paard over 03 en e2 naar d4 en f5 brengen, een
manoeuver. dat met groote moeilijkheden gepaard gaat. Bijv. kon nu met ter­
stond Pc3 geschieden, daar 21 Pc5 22. Dcz a5! zou vólgen en het zwarte
paard is uit zijn gunstigen stand niet meer te verjagen.
7) Op Pe2 ware f5 gevolgd.
8) Nog kon Pe2 wegens Pg5 niet geschieden.
9) Nu gaat het van een leien dakje.

j(0, 132. Gespeeld 5 September 1894.


Wit: P. Lipke. Zwart: E. Schiffers.
(14 Opening'.
I# CI4 d5 10. ed4: Dd6 19. Le3 ^5
2. e3 Pf6 11. Pf3 hg5: 20.0—0—0 KfB
3. Ld3 e6 12. hgs: Pe4 21. ds! 3) eds :
4. Pd2 c5 13 Le4: de4: 22. b4 Deó
5. C3 Pc6 14- Pes Lg5 : 23. Th7 ! Lb7
6. {4 Le7 15. fg5: PeS: 24- Lc5t Ke8

Ph3 0_0 16. Dhs ! f6 25. Tg7 : Tc8


8. Pgs hó?1) 17- g6 Pg6: 26. Thi
9. h4! cd4: 18. Dg6: Tf7 2) Opgegeven.
') Zwart deed dezen zet, om de dreiging Dc2 te voorkomen, maar juist door
dit verzwakken van den koningsvleugel wordt de voorgaande drieste zet van Wit
gerechtvaardigd. Zwart had eenvoudig Ld7 moeten spelen; op I)c2? kan dan
volgen 9„..h6 10. Lh7f Kh8 11. h4 Tc8 12. Dd3 Ld6 13. Pf3 Le8 14. Pe5 Pe7
en Zwart kan nu, daar zijn koningsstelling volkomen beveiligd is, zijnerzijds tot
den aanval op de dame-zijde overgaan.
-) Waarschijnlijk nog het beste; na 18. — Ld7 gaat door 19. Th7 Tf7 20.
Dhs een toren verloren.
3) Inleiding tot een interessante slotcombinatie. Zie diagram.
11

No. 133. Gespeeld 6 September 1894.

Wit: R. Teichmann. Zwart: I. H Blackburne.

Driepaardspel.

1. e4 es 15. h4 (15 29. b3 Da3 :t2)


2. Pf3 Pc6 16. a3 Kf7 30. Kbi DC5
3- Pc3 g6 !7- g4') hg4: 31. Dg2 DI15
4. d4 ed4: 18. fg4: Lg4: 32. es! Dfs 3;
5. Pd4: Lg7 19. Tdfr Lh6 33. ef6 :f Df6:
6. Le3 Pge7 20. Le3 Le3 : 34. Dc6: Df7
7. LC4 d6 21, De3: Kg7 35. hs Tf8
8. Dd2 Pes 22. Tf4 Lhs 36. Dc3f Kg8
9. Le2 Pg4 23. Pe2 Le2: 37. De3 Kg7
10. o—o—o Pc6 24. I")e2 : De7 38. Tg6 :f Tg6:
11. Lg4: Lg4: 25. Tgi Tab8 39. Tg6 :f Kh8
12. f3 Le6 26. Tfg4 Th6 40. Dh6f
13. Pc6: bc6: 27. Dg2 Df7
14. Ld4 f6 28. Üfz Da2 Opgegeven.

') Wit offert een pion op in het belang van den aanval. De partij wordt nu
hoogst interessant.
-) Zie diagram. Door Tb3: kan Zwart hier het remise forceeren, daar Wit
niets beters heeft dan 30. Tg6:| Tg6: 31. Tg6:f Kg6: 32. Dfsf Kg7 33. Dd7f enz.

3) De zwarte partij is niet meer te houden. Het best was nog des
12

No. 134. Gespeeld 12 September 1894.

Wit: Blaekburne. Zwart: Dr. S. Tarraseh.

dé Opening.
1. d4 d5 13. LI12 La7? 2) 25. Tdei Te4:
2. Pf3 05 14. Dd2 d4 26. Te4: Df;,
3. dc5: e6 ') 15. Pe4 bs 27. Dd3 Dds
4. e4 Les : 16. Tadi hó? 28. Pe5 ! Pe7
5. Lb5f Pc6 17. Ld3 Kh8 29. Ld2 ! f6
6. eds : eds : 18. Tfei Dd7 30. Pf3 Pc6
7. o—o Pe7 19. Pg3 Tad8 31. Th4 5) Dc4
8. Pc.3 o—o 20. Pe2 Dc8? 3) 32. Dg6 Pe7 fi)
9. Lf4 Lg4 21. Le4 Lds 33. Th6 :f gh6:
10. Le2 a6 22. Pf4 Pf4: 34- Df6 :f Kg8
11. h3 Le6 23. Lf4: Le4: 35 De7 : Dc8 7)
12. 33 Pg6 24. Te4:4) Tfe8 36. Pes Opgegeven.
l) Beter: Pf6, ten einde e4 te verhinderen.
-) Zwart was door tijdsgebrek gedwongen, zet 13—20 zonder grondig overleg
te doen; vandaar de planneloosheid der volgende zetten. Hier kon Zwart f5
spelen, om daarna den d-pion met voordeel op te spelen.
3) Beter: Lds.
4) Wit staat nu veel beter.
5) Hierop heeft Zwart geen afdoend antwoord meer.
6) Zie diagram. Blaekburne, die de gansche partij met groot meesterschap

gevoerd heeft, zet nu door een fraai torenoffer de kroon op zijn werk.
?) Op Lb6 kan het volgende briljante slot volgen: 36. Lh6: Df7 37. Dgsf
Kh7 38. Pes Dg8 39. Dfsf Kh6: 40. Pg4f Kg7 41. Df6f Kh7 42. Dh6 mat.
Deze partij werd te Leipzig algemeen als de mooiste van het gansche tornooi
erkend.

1
13

No. 135. Gespeeld 6 September 1894.

Wit: Walbrodt. Zwart: Dr. Seuffert

Weener partij.

!• e4 es 15. Df3 : Pd6 29. Thdi T6h8


2. Pc3 Pc6 16. Ld3 a6? 30. a4!3) ba4:
3 f4 ef4: 17. g3 hs ? 31. Pa4: cds :
4. P f3 Le7 18. h4 Dd7 32. ed5 : f5
5. LC4 Lh4f 19. Kg2 Ke7 33. Tb3! e4f
6- Kfi d6 20. Pe2 Th6 34. Kg2 Td7
7- d4 Lg4') 21. c4 ! Dg4 35. Pb6 Thd84)
8. Lf4: Pge7 •) 22. 05 Df3 :f 36. Pd7 : Td7:
9- d5 Pes 23. Kf3: Pb5 37. Tb6 h4
10. Les: des: 24. Lbs : abs: 38. gh4: Lh4:
,1. Lb5f Kf8 25. a3 Td8 39. Thi Lgs
12. Dd3 Lf6 26. Td3 gs 40. Ïh7f Kd8
13- Tdi Pc8 27. hg5: Lg5 : 41. Td7 :f
*4- h3 Lf3: 28. PC3 c6 Opgegeven.
') Zwart kan den gambiet-pion niet houden. Op 7 . . .. Lgs volgt 8. Pds.
") Beter U3 : 9. gf3 : Lgs.
3) De beslissende voortzetting, welke de b-lijn voor den witten toren opent en
den aanval aanmerkelijk versterkt.
4) Na 2 5 . . . . Tdd8 36. Pc4 Tb8 37. Pas of 36 Td7? 37. Pes en Wit
wint eveneens.

No. 136. Gespeeld 6 September 1894.

Wit: Janowski. Zwart: Teichmann.

Fransclie partij.
1- e4 e6 12. Pc2 bs 23. Pgs Pb6
2- ^4 ds 13. Le2 as 24. Tf3 Dg7
3. PC3 Pf6 14. o—o o—o 25. Tbi Ta6
4- Lgs Le7 15. Pe3 3) Db6 26. gf5 : gf5 :
5- es Pd7 16. Dd2 f5 27. Tg3 ! De7
6. Le7 : De7 : 17. Ldi b4 28. Th3 ! Tg8
7. Pbs Dd8 ') 18. LC2 a4 4) 29. Khi Tg7
8- c3 a6 19. a3! bc3: 5) 30. Tgi Df8
9- pa3 05 20. bc3: Dc7 31. Ph7: 6)
I0' ^4 P°6 21. g4 g6 Opgegeven.
11. Pf3 C4 •) 22. Dg2 Kh8
') De verdediging van Alapin.
") Sterker is Db6, gevolgd door o—o en f6, waardoor Wit nog langen tijd
verhinderd wordt te rocheeren.
14

3) Dreigt f5.
4) De beslissende fout. De gansche aanval van Zwart op den damevleugel is
voorbarig en moest eerst door Te8, Pf8 en Ld7 voorbereid worden, waarmede
tevens iets was gedaan ter verdediging van den koningsvleugel.
5) Beter nog: b3.
6) Zie diagram. Op 31 ... . Th7 : volgt 32. Th7 :f en 33. Dg6f, en op
31 .... Tg2 : speelt Wit 32. Tg2 : en Zwart kan het mat niet meer pareeren.

No. 137. Gespeeld 5 September 1894.

Wit: I. Mason. Zwart: Gr. Mareo.


Weener partij.
1. e4 es 16. d4 Tf8 31. Kgi
Tf3
2. PC3 Pf6 17. DC2 D(3F 32. Khi
Tf2
3. LC4 Pe4: 18. Kgi Lh3 33. Kgi
Tf3
4. Lf7 :f ') Kf7 : 19. Pe3 ed4: 34. Khi
Tf2
5. Pe+: d5 20. cd4: Pd4: 35. Kgi
Tg2f
6. Df3f Kg8 21. Dd2 Dg3:f2) 36. Khi
Tf2
7. Pe2 Le6 22. fg3:
Pf3f 37- Kgi
Tg2f
8. Db3 Pc6 23. Khi Pd2 : 38. Khi
Tf2
9. Peg3 Tb8 24. Ld2: Tf2 39. Kgi
Tf3
10. C3 Df6 25. Tadi Th5 40. Khi
Tf2
11. o—o I15 26. Lei c6 41. Kgi
Thf5
12. Tei b4 27. Kgi 3)Tg2f 42.
Tg2fa3
13. Pfi I13 28. Khi Tf2 43. Khi
Tfif2
14. Peg3 hg2: 29. Kgi Tg2f 44. Pfi
Tgif
15. Kg2: Les 30. Khi Tf2 45 Kgi :
Tfi:
mat.
') Deze zet kost feitelijk de partij, daar Zwart nu gelegenheid krijgt, zich zeer
snel te ontwikkelen.
15

-) Zie diagram. Elegant en correct, maar op kortere wijze was cie winst te
dwingen door Lb4;bijv. 22. Db4: Df2 :f 23. Khi Dh2 :+ 24. Kh2: Pf3f 25.KIH
Lfif en 26. mat.

Wit heeft geen verdediging meer. Zwart maakt eerst eenige onverschillige
zetten, om tijd te winnen en brengt dan den beslissenden stoot toe.

No. 138. Gespeeld 3 September 1894.

Wit: Dr. Seuflert. Zwart: Prof. Berger.

Spaaiische partij.
1. e4 es 12. La 3 C5 23. Tg3 Kh8
2. Pf3 Pc6 13. Dfi DC7 24. Dd3 C4
3. Lbs Pf6 14. Taei a6 25. De3 Df4
4. o—o Pe4: 15. Pdi Pb5 26. Df4: P f4:
5. Tei Pd6 16. Lb2 Pd4! 27. bc4: bc4:
6. Pe5: Le7 17. Te3 b5 28. Te7 Lc6
7. Ld3 o—o 18. Th3 g6 29. Tg4 Tfe8
8. PC3 Pes : 19. C3 Pe6 30. Te8:f T e8:
9. Tes : Lf6 20. Pe3 Lg7 31. f3 Pd3
10. Ïe2 b6 21. Pfs? gf5 : 32. Ld3: cd3:
11. b3 Lb7 22. Lf5 : h6 33. Kfi Tb8
Opgegeven.
No. 139. Gespeeld 8 September 1894.

Wit: E. Schiffers. Zwart: Th. v. Scheve.

Spaaiische partij.
1. e4 'es 5. PC3 Le7 9. Lgs b5
2. Pf3 Pc6 6. o—o dó 10. Pc6: Lc6:
3. Lbs a6 7. d4 ed4: it. I,b3 o—o
4. La4 Pf6 8. Pd4: Ld7 12. f3 h6
i6

13. Le3 Lby 21. L.C5: Td8 29. Tf2 U4


14. a4 Dd7 22. Ld4 Lgs 30. Dg6 Teif
15. Dd2 cs 23. f4 Lh4 31 Tfi Tfi :f
16. ab5: ab5= 24. f5 Dc6 32. Kfi: Dg2 :f
17. e5 b4? 25. De2! Te8 33. Dg2: Lg2 :f
18. Ta8: La8: 26. Dg4 Lg5 34. Kg2 :
19. ef6: bc3: 27. I14 Te4 Opgegeven.
20. bc3: Lf6: 28. Dh5 Te2

No. 140. Gespeeld 12 September 1894.


Wit: I. Mieses. Zwart: P. Lipke.
Fransche partij.
1. e4 e6 n. PC3 b6 21. Les: Pa6
2. d4 dj 12. h3 Lf3 ? 22. Da4 Dc8
3. Le3') de4: 13. Pf3: ef3: 23. c7f Pd7
4. Pd2 Pf6 ?) 14. a3 Pa6 24. Lc6 DC7 :
5. g3 Pc6 15. C5!4) Pb8 25. Tdi 6) Pb8
6. C3 e5 16. cb6: ab6: 26. Ld7 :f Dd7 :
7. Pe2 Lg4? 17. Lbs c6 27. Da8: Dbs
8. Db3 Dd5? 3) 18. dc6: Dc7 28. Td2 f6
9. C4 Dd7 19. Pa4! I,cs5) 29. Dd5
xo. d5 Pb4 20. Pcs : bc5: Opgegeven.
') Door Alapin ingevoerd.
") Indien Zwart den pion wil behouden, moet hij hier f 5 spelen, welke zet
hem echter aan een heftigen aanval blootstelt.
3) Beter ware ed4:
4) Wit heeft de gansche partij met groote energie en uitnemende positiekennis
gevoerd. Deze zet is van beslissende kracht. Zie diagratn.

~°) Er is geen andere verdediging mogelijk.


6) De kortste weg tot het doel.
T7

Zeven partijen uit het ..Hauptturnier" te Leipzig.


1^1. Gespeeld in het „Vorturnier", 3 September 1894.

W i t : Dr. Trimborn. Z w a r t : Rud. Loman.

Schotsch ffanibiet.
l- e4 e5 i2. Khi De7 23. 05 Tdi
2. Pf3 Pc6 13. ab3 : d6 24. Kgi Teer:
3- d4 ed4: 14. b4 Lb6 25. Tei: Tei
4- LC4 Pf6 15. ed6: cd6: 26. Kf2 Tbx :
5- pg5 Pe5 16. Lg5 : Le6 27. cbó • Tb2 :f
6- Lb3 h6 17- Le7 : Ld5 : 28. Kei a6
7- f4 hg5 : 18. Ld6 : o—o—o 29. Th3 Tb4 :
8. fes : Pe4: 19- Lg3 Lcó 30. Th8f Kd7
9. IM4: PC5 20. Ta3 f5 3I. Tg8 Tbif
IO' 0 0 Pb3 • 21. 04 f4 Opgegeven.
11. Dds Lest 22. Lei The8

No. 142. Gespeeld in het. „Vorturnier", 3 September 1894.


Wit: Nürnberger Zwart: N. W van Lennep.
Spaansclie partij.
e4 e5 11. a-3 Pd4 21. d4 Lbi :
2. Pf3 Pc6 12. La2 h6 22. Tabi : Dg6
3" LbS a6 13- Pf3 Pf3;t 23. Oe4? Lf2 :f
4" La4 f5 14- r>f3: f4 24. Kf2: T)g3f
5- d3 15. Pd5 PJ5; 25. Kfl . V3
6' Pc3 d6 16. ed5: Dg6 26. Dg4 fg2 :f
7- o—o Le7 17. h3 Lf5 27. Kgi nf2f
8- Pei 0—0 18. Lbt Tae8 28. Kli2
9- Lb3f Kh8 19. Ld 2 Lh4 Mat
10. P g5 De8 20. c4 Df7 ')
) Tot dusver heeft Zwart zeer goed gespeeld; hier moest echter 20.... Dh7
geschieden, ten einde Wit's volgenden zet te verhinderen en met g5 te vervolgen.

No- 14'!- Gespeeld in het „Vorturnier", 4 September 1894.


Wit: N. W. van Lennep. Zwart: Scheibe.
Spaansche partij.
l- e4 e5 7- Pd4: ed4: 13. Le3 De7
2. Pf3 Pc6 8. Ld7 :f Pd7: i4. Tadi h5
3- Lb5 d6 9. Dd4: Le7? 15. L f4 Pe5
4" d4 Ld7 10. Dg7 : Lf6 16. Pe2 Lf6
5- Pc3 Pf6 11. Og3 Lh4 17. pd4 Pg6
6. o—o Pd4: 12. I)h3 c6 18. Le3 ne4 :
2
iS

19. Tfei Les 27. Les: Th4 35. K f4 05


20. Lgs Og4 28. Td4 Pes: 36. Tds b6
21. Dg4:?1) hg4: 29. Te5 : Te8 37- h5 Tc6

22. f4 gf3 : 30. Te8 :t Ke8: 38. h6 Tc8


23. Pf3: Kf8 31. Kg2 Th6 39. Td6 Tb8
24. Pe5 : des : 32. gs Te6 40. Tb6:
25. Lf6 ThS 33. Kf3 Tg6 Zwart geeft c
26. g4 TI13 34- a6
') f4 had hier een stuk gewonnen.

No. 144. Gespeeld in het „Vorturnier", 5 September 1894.


Wit: Dr Reiff. Zwart: N W. van Lennep.
f4 Opening-
x. f4 ds 9. o—o o—o 17. I14 e4

2. Pf3 05 10. Dei a6 18. Ph2 f5


3. e3 g6 n. Tbi I)c7 19. Lg7: Kg7 :

4. Lbst Ld 7 12. Pe2 f6 20. 115 Kf7


5. Ld7 : Pd7 : 13. Dh4 Pfs 21. Oh3 P f6
6. PC3 e6 14. Dh3 Tae8 22. Pg3 Tg8
pd6 23- Kf2 r)a5
7. b3 Lg7 15. g4
8. Lb2 Pe7 16. Og2 es Remise
Zwartj schoon aanmerkelijk in 't voordeel, bood remise aan, daar hij nog slechts
een half winstpunt noodig had, om in de „Siegergruppe" te komen.

No. 145. Gespeeld in de „Siegergruppe", 7 September 1894.


Wit:'N W. van Lennep. Zwart: M. Nauhaus.
Spaansche partij.
x. e4 es 8. Dd4: Pf6 15- T f3 C5
2. P f3 P c6 9. o—o Le7 16. Dd3 P ds :
3. Lbs d6 10. b3 0—0 17. W5: f6
4. d4 ed4: 11. Lb2 Dc6 18. Th3 Taf8
5. Pd4: Ld7 12. Pds Dd7 19- Th7
6. Pc3 Pd4: 13. Tadi K.h8 Opgegeven.
7. Ld7 :+ Dd7 : 14- Td3 Tg8

No. 146. Gespeeld in de „Siegergruppe", 11 September 1894.


Wit: Varain. Zwart: N. W. van Lennep.
Dame-Gambiet.
1. d4 ds 5. Lgs dc4: 9. ds eds:
2. C4 e6 6. e3 Le7 10. Pds : Lb7
3. PC3 Pf6 7. LC4: Pd7 11. Lf6: Pf6:
4. pf3 cs 8. o—o b6 12. I)a4f Kf8
'9

13- Pf6: Lf6:? 28. g3 D f6 43. g5 Lb2?


14. Tfdi Dc8 29. Kg2 Ld6 44. Ke2 La3?
15- Td7 Le7 30. Dd3. Ted8 45. h4 Lb4?
16. Ddi Lc6 31. Ph4 Td7 46. Kd32) Kd5:
17- Td2 Lf6 32. D f3 Kg7 47. Pd8ü Kd63)
18. De2 g6 33. Df6:f Kf6: 48. KC4+ K e7
19. Tadi Kg7 34. f4 L f8 49. Pc6f K e8
20. e4 The8 35. Pf3 Ld6 50. Td7= Kd7 :
21. Ld5 Les 36. Pg5 hs 51. Pb4: cb4:
22. Lc6: Dc6: 37. Pe4f Ke7 52. Kb4: Kc6
23- Tds LC7 38. Kf3 f5 53. a6
a4
24. b3 Tad8 39. Pg5 Lc7 54. Kc4 Kd6
25. Db2| Kg8 40. Pe6 Kd6 55. b4 Kc6
26. Dd2 Tds : 41. h3 Ld8 56. Kd4 Kd6
27- ^5: Dd6 42. g4 L f61) remise.
') Beter: [15, gevolgd door Lb6.
') Ken geniale inval van Wit, die het remise-karakter der partij echter niet
vermag te veranderen.
) Op Te7 volgt 48. KC2| Ke4 49. a3 La5 50. l>4 en wint een stuk.

No. 147. Kamppartij om den laten en 2den prijs, gespeeld 13 September 1894.

Wit: N. W. van Lennep. Zwart: E. Varain.

Onregelmatige Opening.

ï. e4 d6 3. h4 P f6 17. f5! efs :


2- d4 g6 10. Pg5 Phs 18. Pds De4:
3. Le3 Lg7 n. Lhs : ghs : 19. g6 T f7 !
4. PC3 P f6 12. De2 f6 20. gf7 :f K f8
5. Le2 0—0 13. Dh5 : ! fg5 : 2i. Dg6 Dds :
6- f4 Pe8 14. hg5 : I)e7 22. Th8|
7- P f3 a6 15. Dh7 :f K f7
8. Dd2 e6 16. Dh5| Kg8 Opgegeven. ')
') Op Ke7 volgt 23. f8Df ! Lf8 : 24. Tli7t Kd8 25. LgSt Le7 26. Te7 : en mat
in enkele zetten.

•\<cB
Verschillende Partijen.
No. 148. Gespeeld in de eerste klasse van den Bondswedstrijd te Rotterdam, 13 Augustus 1894.
Wit : A. G. Olland. Zwart: J. F. Malta.
Frausche Opening'.
1. e2 — e4 ei — e6 Waarom niet Df2:? Op 18. Le6; bc6
1 !l Dnfi: TliS en later Mi7 heeft, /will­
2. d2 — d4 d? — d5
een zeer goed spel.
3. Pbl — c3 Pg8 — f6 18. Dd5 — d6!
4. Lfl — dB J oiiunuviu, v.»
[ets beter is 4. Lgö of e5. siinte manoeuvers.
d5 X e4
0. Pc3 X e4 Pf6 X e4 m -«-« . mm
% mm. i
6. Ld3 X e4 c7 — c5 9, %WM mi III t
* m. wm.
Lel — e3 c5 X d4
1.
m mm m,i s
V////////, Y///////A y///i/A
8. Le3 X d4 Dd8 — a5f 7rv\ //////t
'////////a -.-mm
1 m ^
[ii aanmerking kwam ook Pc6 9. Pf3 mm mm. m
Pd4: 10, Pd4: Lc5, enz.
9.Ld4 — c3 Lf8 — b4 wm « <
10. Pgl — e2 Lb4 X c3
11. Pe2 X c3 0— 0
12. Ddl —f3 Da5 — b6
Hier had Zwart moeten spelen of Pc6, Tf8 — d8
om op 13. Lc6: bc6: 14. Dc6: met La6
19. Tel X e5 h7 — h6
eene stelling te verkrijgen, die minstens
tegen een pion minder opweegt; of Pd7 20. Dd6 — g6 Td8 X dlf
(dreigend ev. 13. Pf6 of 13. Pc5). Op 21. Pc3 X dl Lc8 — d7
12 ... . Pd7 kan dan niet volgen: 13. 22. Te5 — ei Db6 — d4
Lb7: wegens Tb8 14. Le4 La6 15. Tdl
23. Lb5 X c6 Ld7 X c6
Pca 16. I)h3 f5 17. Ld3 Pd3: 18. cd3 :
Tb2: en wint. 24. c2 — c.3
Op 24. Pe3 zon rl'd8 volgen.
13. 0 — 0 — 0! f7 — f5
Dd4 — f4f
Dit verzwakt op bedenkelijke wijze den
e-pion. Beter ware Pd7. 25. Pdl — e3 Td8 — g8
14. Le4 — d3 Pb8 c6 26. Dg6 X f5 Df4 X f5
15. Thl — el e6 eb 27. Pe3 X f5 Lc6 X g2
16. Df3 — d5f Kg8 h8 28. f2 — f4
17. Ld3 — bö Op 28. Kdl zon volsren Tf8.
Beter ware wellicht. 17. Pb5 (e4 18.Pd6). Lg2 06

a7 — a6 29. Kol .12 Tg8 f8


21

30. Pf5 — h4 Kg8 — h7 ? 35. Ph4 — f3 Tf8 — f6


Geheel en al verkeerd gespeeld. 30...Kg8 36. P£3 — d4 Tf6 — g6
was de zet. waarop Zwart remisekansen heeft. 37. Pd4 X c6 Tg6 X c6
Op 31. ke3 volgt dan g5, op 81. t'5, Tt'7 38. c4 — c5 b7 — b6
32. Tf'7 : l\f7: 33. Keo K.t'6 34. kt'4 Ld7 enz.
Door den koning op h7 te spelen, komt
39. Ke3 — d4 b6 X c5
Zwart er niet uit; daarom had hij ook in 40. b4 X c5 Tc6 — f6
de volgende zetten die fout zoo spoedig 41. Kd4 — e5 Tf6 — c6
mogelijk moeten herstellen. I)e looperzet-
42. Keö — d5 Ïe6 — f6
ten kunnen de partij waarlijk niet redden.
43. c5 — c6 Ïf6 — f8
31. Kd2 — e3 Lc6 — h1 44 Tc7 — d7 Tf8 — f5 f
32. c3 — e4 Lhl — c6 45. Kd5 — d6 en Zwart gaf na
33. a2 — a3 Lc6 — hl eenige zetten op.
34. b2 — b4 Lhl — c6 J. D. T.

No. 149. Gespeeld in de eerste klasse van den Bondswedstrijd t<> Rotterdam, 14 Augustus 1894.

Wit: R. J. Loman. Zwart: N W. van Lennep.

Spaansche Partij.
e2 — e4 e7 — e5 resultaat van den tekstzet is: een geiso-
2. Pgl — f3 Pb8 — c6 leerde pion voor Zwart, welk nadeel ech­
ter ruimschoots wordt opgewogen door de
3. Lfl — b5 a7 — a6 vele open lijnen, die Zwart bestrijkt. Daar­
4. Lb5 — a4 f7 — f5 om was in den volgenden zet Pe5: wel­
Deze zet na 3. Lb5 werd door de theorie licht iets sterker.
verworpen, wegens de gevolgen van 4. d3.
6.La4 X c6 d7 X c6
lu de D. Schz. van Juni 1890 trachtte
Oberst von Walthotfen te bewijzen, dat f5 7. Pf3 X e5 Pg8 — f6
aan Zwart een uitnemend spel gaf, maar 8. Lel — g5 Lc8 — f5
eerst na 3 . . . . a6 4. La4. Hiertegen 9. 0 —0 Lf8 — e7
schreef von Bardeleben (Schz. Sept. '90) ,.9
10. CO
en beweerde, dat Wit na 3 . . . . a6 4,
La4 fö 5. d4 ed4: G. eo Lc5 7. 0 — 0 Uier lijkt mij beter 10. Pc3 0—0 11. Pe2.
Pe7 8. c3 altijd positie-voordeel verkreeg. Dd8 — d5 !
Op 8 . . . . dc3: zou dan volgen 9. Lb3 en
11. Pbl — d2 0— 0
op 8 . . . . d3 9. b4 La7 10. Dd3: 0 — 0
11. Lb3f KhS 12. Lg5 h6 13. Le7 : 12. Pd2 — c4
14. Tel enz. Afdwingen van ruil der dames door 12.
Db3 was te verkiezen.
5. d2 — d4 f5 x e4
In de bovenvermelde analyses wordt van
Ta8 — e8
dezen zet geen meidinar gemaakt. Het 13. Pc4— e3 Dd5 — e6
14. Ddl — c2 Lc7 — d6 winnen) gB 2U. Lg3 (op 20. fgö: volgt
15. f2 —f4 Pf6 — dö weer Dtl :f, enz.; op 20. Lf2 wint e3!
den looperl gf'4: 21. Te4: (21. De4: De l :
16. Pe3 X f5 De6 X f5 22. Te4: fg3:) Te5: 22. Tef4:(!)Pf4:
17. Tal—el 23. I)b3f! Kh7 24. Lf4: (Tf4: l)l)lt)
Eindelijk kan Wit dan den geisoleerden Dd3 ! en Zwart moet winnen.
pion winnen, maar de partij is voor hem
19. Lh4 — g3
verloren.
Waarom niet 19. De4:?
Ld6 X e5
20. dl X e5 Df5 X e5
m • s 21. Dc2 — b3(- Kg8 —h8
~ wm mm 22. Db3 X b7
l)it pionnenrooven heeft het voordeel,
dat de verloren partij er het snelst door
L,
MM mm mm m
m wordt uitgemaakt. Van Lenuep voert de
partij nvt krachtig en elegant ten einde.
n fat wm wm
'////' y//. „ v „ y///////; '////////,_ '/
'///ny-y.' /yyyyyyyy,
; ïmw Y///////s
vyyy,
yyy/
WW,
De5 — c5f
23. Kgl — hl Pf4 — d3
W////A "///////,
24. Tfl X f8f Te8 X f8
h7 — h6 25. Tel — gl e4 — e3
18. Lg5 — h4 Pdö X f4 26. Db7 X a6 e3 — e2 !
Verkeerd gespeeld ! Het juiste was LeB : 27. h2 — h3 Tf8 — fl
li», deö : (feB: Dfl :f 20. Tfl : 1 fl :f 21. Opgegeven.
Kf'1 Pe3f en zwart moet in 't eindspel J. 1). T.

No. 150. Gespeeld in de eerste klasse van den Bondswedstrijd te Rotterdam, 14 Augustus 1894.

Wit: N. W. van Lennep. Zwart: L. Benima


Franse-hé Opening-.
1. e2-— e4 e/ e6 later in deze partij een tempo te verliezen,
2. d2 — d4 cl 7 — d5 door na Pel: 7. Le4: Pf6 den looper te
willen bewaren.
3. Pbl — c3 d5 X e4
Deze zet, in verband met den volgenden,
Lf8 — e7
werd het eerst door Lasker aangewend in 7. 0— ü Pf6 X e4
zijn match met Steinitz.
[n eene partij van Lennep—Tresling
4. Pc3 X e4 Pb8 — d7 volgde hier 7- 0 — 0, 8. Le3 1)6 9.
5. Pgl — f3 Pg8 — f6 De2 Lb7 10. Pg3 c5 11. Tadl l)c7, met
ongeveer gelijk spel.
6. Lfl — d3
Steinitz speelde Pg3, om niet, zooals 8. Ld3 X e4 Pd7 — 16
-'3

9. Le4 — d3 0— 0 26. De2 -— e3 Td8 — e8


10. Lel — e3 Kg8 — h8 bö was hier de zet; Zwart schijnt met
opoffering van den a-pion een tegenaanval
Deze zet van Zwart en zijn twaalfde
zijn ten eenenmale onjnist. De voor de op touw te willen zetten.
hand liggende voortzetting is bti 11. c3 27. De3 — b6 Te8 — e6
Lb7. Op Te5 volgt 28. f4.

11. c2 — c4 Lc8 — d7 28. f2 — f3


Deze zet en de volgende van Wit zijn
12. Ddl — e2 Pf6 — 2:8
verkeerd. Zwart maakt een zeer goed ge­
13. Tfl — dl bruik van deze ontblooting der konings-
Beter ware hier 13. Pe5. Kr kon vol­ stelling. Beter ware Kfl.
gen: Lfö (ƒ6 14. Dhö) 14. t'4 l'e7 15. Lf3.
Tf8 — e8
Ld7 — e8 29. Kgl — f2 f6 — f5
14. Tal —cl c7 — c6 30. Pc3 — a4 Db8 — d8 !
15. Le3 — (12 Le7 — f6 Wit heeft zóólang gewacht met het
16. Ld3 — bl a7—a5 nemen van den a-pion, dat hij hem nu
niet meer krijgt. De partij lost zich nu
17. Ld2— c3 g7—g6
snel op in een eindspel, dat zeer ten
18. Tel—c21 Dd8 —c7 gunste van W it staat.
19. Pf3 — d2 Ta8 — d8 ' 31. Db6 X d8
20. Pd2 — e4 Lfö — g7 Er dreigde Dh4f.
21. d4 — d5 ! e6 X dó Te8 X d8
32. Pa4 — c5 Te6 — e5
SI
33. Tdl—cl
Op 33. Pb7: wint T b8 het paard,
maar de zwarte pion is zonder ander nadeel
uiet te redden.
Pg8 — f6 !
34. Pc5 X b7 Td8 — b8
35. Pb7 _ c5 Te5 — d5
Nog de beste voortzetting, maar bij goed
spel moet Wit winnen.
36. Td2 X d5 Tb8 X b2f
37. Kf2 — e3! c6 X d5
22. c4 X d5 Lg7 X c3 Niet beter is Pd5 :f

23. d5 — d6 Dc7 — b8 38. Pc5 X d7 Pf6 X d7


24. Pe4 X c3 f7 — f6 39. Tel — c8f Kh8 — g7
'1'd6: dan 25. Deöt. 40. Tc8 — c7 Tb2 X bl
25. Tc2 — d2 Le8 —d7 41. Tc7 X d7f Kg7 —f6
24

42. Td7 X h7 Tbl — b6 45. Ke3 —f2


43. Th7 — a7 Met Kd3 had Wit meer winstkansen.

V\ it overziet de eenvoudige voortzetting, d4 — d3


die tot winst leidt: 43. <17 Td6 44. Kd4 46. Kf2 — el Td6 — e6f
Ke6 45. Tg7 g5 46. Kc5 en wint. 47. Kei — d2 Te6 — e2f
Op 43. . . . Tb8 44. Kd4 Ke6 45 Kc5,
enz. Op 43. . . . d4j" wint Y\ it eveneens
48. Kd2 X d3 Te2 X g2
door na 44. K.d4: idöj* 45. Kc5 den 49. h2 — h4 Tg2 — h2
koning over c8 naar f8 te spelen. Hoewel W it hier een pion voor was,
bood hij remise aan, 't geen Zwart aannam.
Tb6 X d6
Waarschijnlijk zit er geen winst voor W it in.
44. Ta7 X a5 d5 — d4f J. D. T.

No. 151. Gespeeld te Winschoten, 24 November 1894.


Wit: L. Benima. Zwart : J. D. Tresling.
Giuoco Piano.
1• e2 — e4 e7 — e5 neming, foutief' in verband met de zeer
2. Pgl — f3 Pb8 — c6 goede stelling van de witte stukken, wordt
consequent vervolgd. Maar de zet is weer
3. Lfl — c4 Lf8 — c5 verkeerd. Met 10....j.,e6 had Zwart nog een
4. d2 — d3 Pg8 — f6 vrij gelijk spel. De zet in den tekst bevrijdt
5. Lel — e3 Lc5 — b6 Wit bovendien van zijn eenige zwakke punt,
de min of meer //rückstandige" pion d3.
6. c2 — c3 0— 0
7. Pbl — d2 d7 — d5 11. Le3 x f4 e5 x f4
Dit doorbreken is verkeerd; het hoofd­ 12. Pd2 — e4 ! Pc6 — a5?
nadeel bestaat wel hierin, dat het veld Na dezen zet is de partij verloren. Op
e4 een sterkte van Wit wordt, van waar­ Lg4: zou gevolgd zijn Lt'7 :f, met winst
uit vooral een paard, zooals ook in deze van pion en betere stelling.
partij, zeer krachtig werkt. Beter ware 13. Pf3 — g5!
7....d6. De oude veteraan speelt hier met jeug­
Dit giuoco pianissimo kan nu eenmaal dige kracht. Het hiermee ingeleide offer
niet forte behandeld worden. is volkomen correct.
8. e4 X dö Pf6 X d5 Zie diagram.
9. DdJ — e2 Tf8 — e8 Paf) X e4
10. 0— 0 Pd5 —f4 Zwart kiest hier en vervolgens nog de
beste verdedigingszetten, maar 't is te laat.
Dr. ïarrasch zegt ergens, dat de eene
13. . . . Le6 gaat niet wegens 14. Le6:
tout als bijna logische consequentie de
tweede na zich sleept. fe6 : 15. Dh5 Dd7 (!) lö. Dh7:f enz. Op
13. . . . Dg5: volgt 14. Lf7 :+ en wint.
Deze uitspraak wordt hier bewaarheid.
Zwart wil zijn plan, direct een aanval te 14. De2 — h-5 h7 — h6!
beginnen, niet laten varen en deze onder­ Op Pd6 zou volgen: 15. Pd6 : cd6:(!)
25

18. Dji'6
<3 x Otro Pc4 — d6
19. Dgf) X f4 Lc8 — f5!
/wart lieelt te veel aan pionnen ver­
loren en een te ongunstige koningsstelling,
om de partij te kunnen honden.
20. d3 — d4 Te8 — e4
21. Df4 — g5 Ta8 — e8
22. f2 —f3!
Een zeer sterke zet, die de partij liet
snelst beslist.
Te4 — e6
16. Dt7 :f Kh8 17. 0h5 Kg8 (h6 is Pf7fl
23. Tal — el c7 — cö
18. Dh7 :f en mat in 2 zetten. 24. Tel x e6 re8 x e6
Op 14.... Pe5 volgt: 15 Dh7 Kf8 25. g2 - g4 ! Lf5 — d3
16. Dh8+ Ke7 17. Dg7: Kd7 (T)d5 17. Veel langer had Zwart zich k linnen
Pf'6) 18. (14 Pc4 lil. Pf7: en wint. honden met Tg6.
Op 14,... Le6 volgt: 15. I>h7 :t en
16. dc4: met volgend Tdl. 26. d4 x c5 Ld3 x fl
15. Dh-5 x f7+ Kg8 — h8 27. c5 x b6 Pd6 — b5
16. Df i —g6 h6 x g-5 28. b6 x h7 Pb5 x a7
1i. Pe4 x g5 Dd8 x g5 29. Kgl x fl Pa7 — c6
Op kg8 18. Ph7t Kf8 19. Dh8f Ke7 30. f3 — f4 Geeft op.
20. Dg7 Kd6 21. Pt'7t wint.

M' 2£-

Binnenland.
AMSTERDAM. In[ de correspondentie-partij V. A. S. (Wit) vs. Elberfeld (Zwart)
zijn tot dusver de volgende zetten gedaan: i. e4 e5 2. Pf3 Pc'> 3. LC4 Pf6 4.
1'gS d5 5. ed5: Pa5 6. Lbsf c6 7. dc6: be.6: 8. Le2 h6 9. Pf3 e4 10. Pe5 Ld6
it. d4 Dc7 12. Ld2 o — o 13. o — o Pb7 14. f4 C5 15. LC3 Pd5 t6. Dci f6
17. Pg6 Td8 18. LC4 Le6 19. Ld5: Ld5: 20. De3 Lf7 21. PI14 1,04. 22. Tf2
ed4: 23. Ld4 LC5 24 e3 Td4: 25. cd4: Ld4: 26. Dg3 Td8 27. Pa3 e3 28-
TC2 e2f 29. Khi Lf2 30. Df3 l)f4: 31. T2C1 Df3: 32. Pf3: La2: 33. Pgi eiD
34. Tei: Lei: 35. Tei: Pcs 36. Te2 Ld5 37. PI13, zoodat de stand thans de
volgende is: zie diagram volgende bladzij.

AMSTELVEEN. De Heer W. Fermie Wz. schrijft ons:


„Onze Schaak- en Damclub „Zukertort" beleefde den i8n December haar loden
20

Stand na den 37sten zet van Wit.

geboortedag. Ze telt thans 14 gewone leden en 3 Donateurs. Als eiken winter wordt
ook nu een onderlinge wedstrijd in schaken en dammen gehouden (slechts eenmaal
is van deze goede gewoonte afgeweken). De eerste, met voorgift en in twee
klassen, is afgeloopen. De uitslag is: I. 1* prijs F. v. d. Berg, 2' prijs W. Fermie
Wz., 3e prijs G. v. d. Bijl. II. ie prijs H. Hoogenboom, 2' prijs N. Blesgraaf,
3e prijs N. Boerlage. Bij den damwedstrijd, pas aangevangen en waarbij allen in
dezelfde klasse en gelijk opspelen, zal het puntencijfer bepaald worden volgens het
stelsel, op den Bondswedstrijd te Rotterdam toegepast."

ROTTERDAM. Het volgende schrijven van onzen Rotterdamschen Secretaris-


Penningmeester, M. Geverding Jr., nemen wij m zijn geheel over: „Den 29"
December hield de Afdeeling alhier hare Jaarlijksche Algemeene Vergadering;
zooals ik U onlangs schreef, had het Bestuur een ontwerp gereed gemaakt voor
een nieuw reglement, met het doel de Afdeeling in te richten overeenkomstig de
voorschriften van het Bonds-reglement en de in het Leeskabinet bestaande schaak­
club tegenover den Bond op een zuiverder standpunt te plaatsen.
Bovendien beoogde men met deze reglements-herziening eene betere organisatie
van de schaakclub, om aan het vereenigingsleven meer uitbreiding te geven.
Ditzelfde doel werd nagestreefd door de HH. Vellenga, Bauer en Hoes, die,
zooals ik meen U indertijd geschreven te hebben, ook een ontwerp voor een
nieuw reglement hadden ingediend. Volgens de meening van het Bestuur was aan
dit ontwerp een groot bezwaar verbonden: de schaakclub zou met de Afdeeling,
volgens dat ontwerp nog altijd één lichaam uitmaken. Overigens kon het Bestuur
zich met het ontworpen Reglement dezer drie Heeren volkomen vereenigen en
toen nu bij den aanvang van de vergadering de Heer Hoes mededeelde, dat in
het reglement-ontwerp een wijziging werd aangebracht, waardoor de Afdeeling van
de schaakclub zou worden gescheiden, trok het Bestuur zijn eigen voorstel in en
nam dat van de Heeren Vellenga, Bauer en Hoes over. Dit ontwerp werd met
zeer groote meerderheid aangenomen. Hierdoor is de inrichting va?i de Afdeeling
niet langer strijdig met het Bondsreglement en zijn de leden vereenigd tot een
-1

zelfstandige schaakclub in het Leeskabinet, onder den naam van „Rotterdamsch


Schaakg enootschap."
Het Bestuur bestaat uit de Heeren Smalt als voorzitter, Bauer als penning­
meester en mij als Secretaris. Het Afdeelingsbestuur is onveranderd gebleven.
De Heer Malta wilde voor eene eventueele benoeming van het Bestuur niet in
aanmerking komen.

ARNHEM. Goed nieuws uit Arnhem ! Meestal luiden de berichten uit deze
stad niet zeer bemoedigend. Ondanks de zeer groote moeite, die zich onze Secre-
taris-Penningmeester J. J. Kleinhoonte getroost, om in Arnhem het heilige vuur
wat aan te wakkeren en uit te breiden, kon het hem tot dusver slechts met de
uiterste inspanning gelukken het schaakleven op éénzelfde (niet duizelingwekkende)
hoogte te houden. Daarom besloot hij eens in andere richting een poging te
wagen en het resultaat was boven verwachting. Doch, laat de heer Kleinhoonte
zelf zijn interessante verrichtingen vertellen.
A. 18 Jan. '95. „Tot mijn genoegen kan ik U melden, dat de pogingen om
alhier een schaakclub onder jongelieden van Gymnasium, H. B. S. en andere
instellingen van onderwijs op te richten, aanvankelijk goed slagen en, gebeurt er
niets onverwachts, als werkelijk geslaagd kunnen worden beschouwd. Zeer grooten
steun vond ik daarbij van den zoon van ons geacht Lid Junod Perret. In de
Arnhemsche Courant van gisteren zorgde ik voor een artikeltje en, naar ik verneem,
vindt de zaak bijval onder de leeraren. Morgenavond, half acht, komen de jon­
gelui bijeen, om een en ander te bespreken. Er zijn er ongeveer 13 è. 15, die
zich onvoorwaardelijk bereid verklaarden, r4toe te treden."
A. 20 Jan '95. „Gisterenavond is de jeugdige Arnhemsche schaakvereeniging
tot stand gekomen; 17 leden traden toe, een voorloopig reglement werd vastge­
steld en een Bestuur van 5 leden gekozen. Junod Perret, Voorzitter; Thieme,
Secretaris; Goteling Vinnis, Penningmeester en nog twee anderen.
Ik geloof wel, dat de zaak levensvatbaarheid heeft. Natuurlijk zal ik het belang
van den Bond niet uit het oog verliezen en heb dan ook reeds over een even­
tueel Buitengewoon Lidmaatschap van den Bond gesproken.
Ik ontveins mij verschillende moeilijkheden niet, doch blijft de zaak naar
wensch marcheeren, dan is daarmee een goed voorbeeld gegeven aan andere
plaatsen, ('k meen ten minste, dat dit de eerste schaakclub van dien aard is) en
tevens, zoowel voor den Bond als voor het schaakleven in het algemeen, veel
gewonnen. Immers men mag aannemen, dat de jongelui, die na korter of langer
tijd vertrekken, ook elders als propaganda-makers zullen optreden, of ten minste
de schaakbelangen zullen blijven bevorderen."
Wij onderschrijven deze meening van den heer Kleinhoonte ten volle en zouden
het bijzonder toejuichen, wanneer ook andere Afdeelings-Besturen wilden beproeven,
of ten hunnent niet iets dergelijks tot stand zou kunnen worden gebracht. Een
gunstige uitslag beloont zeker ruimschoots de moeite, die aan de bereiking ervan
moet worden ten koste gelegd.
Intusschen wenschen wij onzen wakkeren Arnhemschen voorvechter van harte
geluk met zijn kranige overwinning! Wij twijfelen er geen oogenblik aan, of de
nieuwe club zal onder zijn beschermheerschap tot grooten bloei geraken.

HELDER. I)e „H. S.", Buitengewoon Lid van den Bond, hield in de laatste
maanden van '93 een onderlingen wedstrijd. Den 7den Januari reikte de Voorzitter,
de heer A. van Voornveld, de prijzen uit en voegde hij allen overwinnaars een
opwekkend woord toe. De uitslag was als volgt:
Eerste klasse: I. D. J. ten Klooster, II. S. F. Kleinbentink, III. A. van Voorn­
veld. Tweede klasse: 1. A. J. Maas, II. W. Westendorp. Derde klasse: I. W.
Thie, II. J. Kikkert, III. F. Bussing. Vierde klasse: I. G. Lagerwey II. M.
F. Engers.
De correspondentie-partij Heider-Arnhem (zie vorig nummer) werd na nog
enkele zetten, door Arnhem opgegeven. I11 een onzer volgende nummers willen
wij haar nogmaals, doch dan van aanteekeningen voorzien, in haar geheel opnemen.

GRONINGEN. Onze lezers wachten nog steeds geduldig op het slot der Cor­
respondentie-partij Appingedam—Groningen, waarvan de eerste zetten op bladzij
71 van den vorigen jaargang zijn opgeteekend. Wij laten de partij thans in haar
geheel volgen:
No. 152. Wit: Appingedam. Zwart: Groningen.
vSinliaiiiisclie partij.
1. 04 cs 14. Le3 b6 27. g4 Dc4
2. P f3 Pc6 15. Dd2 Ld4: 28. I)c4: dc4:
3. PC3 gó 16. IM4: Te4 29. hgó: Tg6:
4. LC 4 Lg7 17. Dd2 as 30. gfs: Tgx :f
5. Pe2 e6 18. o—o—o Lb7 31. Tgi :f KI17
6. 113 Pge7 19- Ld4 Dd6 32. f6 b5
7- c3 d5 2°- h4 f6 33. Kd2 Le4
8. eds : eds : 21. g3 Te6 34. Ke3 Lfs
9. Lbs 0—0 22. f4 f5 35. Kd4 hs
10. Lc6: Pcó: 23. h5 Taf8 36. Tg5 Lg4
11. d4 cd4: 24. Dd3 h6 37. Kc.5 Tb7
12. Pfd4: Pd4: 25. Tdgl TT7 38. f5 a4
13. Pd4: Te8| 26. Les L)°5 39- Kd6 Opgegeven.
Sedert T Oct. '94 houden Staunton's leden een onderlingen wedstrijd. Medio
Januari was de stand als volgt:
Naam. Klasse. Gespeeld. Gewonnen. Naam Klasse. Gespeeld. Gewonnen.
H. B. van Rhijn, I 11 10 E. Wieling, II 10 5
R. Wieringa, I 10 7 G. J. de Winter, II 9 2^
H. Schelteus, I 7 4 H. Zijlstra, III 9 4
L. H. Deelman, I 10 i\ M. Mever, III 11 3
A. H. Becker I 8 o F. P. M. Baetens, III 11 4J
Dr. Boerma I 11 8J Dr. W. Beekhuis, III 12 3
H. Onnes I 9 5
29

De eerste klasse geeft voor aan de tweede pf7, aan de derde Pbi ; de tweede
klasse geeft voor aan de derde pf7.
Ten laatste vermelden wij, dat door „Staunton" op 20 Januari 1.1. een concours
werd uitgeschreven, te houden in het café „de Beurs" des namiddags te 3 uur en
toegankelijk voor alle provincie-genooten. Aangaande denuitslag schrijft men ons:
„Er waren Zondag 18 deelnemers, 9 uit de provincie en 9 uit Groningen (stad).
De wedstrijd loopt vermoedelijk eerst af Zondag 27 Januari of Zondag 3 Februari.
Slechts één schaker uit de provincie heeft nog een zwakke kans, om tot de 5
overblijvenden te behooren, daar zijn partij nog niet beslist is. De over-
blijvenden zijn overigens: H. Postma, Dr. P>oerma, L. H. Deelman en H. B.
van Rhijn."

's GRAVENHAGE. Men schrijft ons van deze plaats:


„Aan den heer J. F. Heemskerk te Sas van Gend is, uit hoofde van de vele
en gewichtige diensten, door hem aan het Schaakgenootschap „Discendo Discimus
bewezen, gedurende zijn verblijf te 's Gravenhage, door de algemeene vergadering
van dit genootschap, onlangs gehouden, het Eere-lidmaatschap van „D. D. aan­
geboden, welk Eere-lidmaatschap door hem welwillend is aanvaard. '

APPINGEDAM. Wij ontvingen een uitvoerig en belangwekkend schrijven van


den heer Swaving alhier, dat wij gaarne in zijn geheel zouden opnemen, zoo plaats­
gebrek het ons niet belette. Wij willen dan volstaan met de mededeeling, dat de
Appingedamsche Schaakclub op dit oogenblik twee correspondentie-partijen speelt
met haar Zwolsche zuster-vereeniging, die tot dusver als volgt verliepen:

Zwolle—Appingedam. Appingedam—Zwolle.
Siciliaansch. Russisch Paardsiwl.
1. e4 e5 i- e4 e5
2. Pf3 eó 2. Pf3 Pf6
3. PC3 Pc6 3. Pe5: d6
4- d4 cd4: 4. Pf3 Pe4
Stand n a den 9 d e n zet van Wit. S t a n d n a den 8 s t e n zet van Z w a r t .

II ÉI I * fü t
mm ^ wm,
^ lil 'wk mm
wm vm
•m WW//, • /M'//,
ww. w///.
% vm, mm
'm////. mm, „ «45^ is?

W.M W/WA v////////.

v/,w>'// -mm, .1 a w.
föf
vmti
m - %}*?///

5- PfU: Pf6 j 5. d4 d5
6. Pl>5 dó 6. Ld3 Pcó
7- Lf4 e5 7. hg Le7
8. Lgs aó • 8. 0—0 o—(
9. Lf 6:

• II 1-cB

Buitenland.
LIYERPOOL. Van de twee correspondentie-partijen tusschen Steinitz en de
Schaakclub, alhier, werd de eene door den ex-champion gewonnen, de andere als
remise afgebroken. Hier volgt de partij, die Steinitz won.
No. 153. Wit: Liverpool. Zwart: Steinitz.
Spa arische partij.
T- e4 es 9. Ph4 gó 17. PC3 b6?
2. Pf3 Pcó xo. o—o Pdó 18. La3 Le8
3- Lbs dó 11. £4. Lhó! 19. Pds IM7
4- d4 Ld7 12. Khi Pb5 : 20. Dhs?*) Tds:!
5- Pc3 Pge7 13. Pbs : 0—0 21. eds : Pd4
ó. des : des •' 14- LC5 Tf7 22. Pe7f De7 :
7- Lg5 f6 15. f5 g5 23. Ddi Df7
8. Le3 Pc8 16. Pgó! Lg7 ') Wit geeft op.
') 16—, hgó:, dan 17. fgó: Tg7 18. Dhs of 17—, Te7 18. Le7 : De7 : 19. PC7 : enz.
2) Ook nu kan hgó: nog niet geschieden: 17—, hgó: 18. fgó:Te7 19. DI15 Lf8
20. Pd5 enz. De zet in den tekst had echter ook de partij moeten doen ver­
liezen.
®) Hier had Wit aldus kunnen winnen: 20. Pge7f Pe7: 21. 1x7: Te7:
22. Pe7:| De7: 23. Ddsf.

ST. PETERSBURG. Curt von Bardeleben, te Leipzig, heeft onlangs aan


Tschigorin voorgesteld, te dezer stede een match te spelen om een inzet van
3000 Mark. Dit voorstel is aangenomen en het ontwerp der te stellen voorwaar­
den is aan het oordeel van von Bardeleben onderworpen. Eenige Duitsche bladen
hebben melding gemaakt van een nieuwe match tusschen Tschigorin en Dr. Tar-
rasch, te organiseeren door de Schaakclub te Berlijn; tot dusver echter is be­
treffende deze zaak geenerlei correspondentie met St. Petersburg gevoerd.

AUSTRALIË. In April zal waarschijnlijk een match beginnen om 't Kampioen­


schap van Australië tusschen Esling, champion vati Victoria en Wallace, champion
van New South Wales.

NEW-YORK. De „Manhattan Club" heeft de „British Chess Club" te Londen


uitgedaagd tot een kabelmatch, met 5 spelers aan weerszijden. Laatstgenoemde
club heeft de uitdaging aangenomen. Zij stelde echter tevens voor, het aantal
deelnemers aan eiken kant op xo te brengen en Lasker, die lid is van beide ver-
eenigingen, uit te noodigen, als „umpire" op te treden. Een zoogenaamde „trophy"
(een groot schaakstuk van edel metaal, met inscriptie) ter waarde van ƒ 240, zal
het eigendom worden der winnende club.
De match Albin-Showalter is na een hardnekkigen strijd door Showalter gewon­
nen met 10 tegen 7, bij 8 remis.

LONDEN. Als altijd zijn club-matches aan de orde van den dag. De in
Engelsche bladen afgedrukte tabellen, die het resultaat dezer wedstrijden veraan­
schouwelijken, zijn natuurlijk slechts van locaal belang. Toch zijn ze ook voor
ons merkwaardig als welsprekende getuigen van de intense ambitie, die alle Lon-
densche schakers bezielt. Het is onzen lezers zeker niet onbekend, dat in de
Engelsche metropolis een „Chess League" bestaat, die speciaal het bevorderen
van club-matches tot doel heeft gekozen. De clubs, die er toe behooren, zijn
naar haar kracht, in drie groepen gesplitst. I11 de „A-division" dingen de vol­
gende vereenigingen mee: „Athenseum", „Bohemians", „City of London", City
News-Rooms", „Ludgate Circus", „Metropolitan", „North London". De „Metro­
politan", die al de vier tot dusver gespeelde matches won, heeft op 't oogenblik
in deze groep de leiding. N

Lnsker is steeds vooruitgaande. Zijn broeder Dr. B. Lasker, die hem is komen
verplegen, is reeds weer naar Berlijn teruggekeerd. Men spreekt van een te
organiseeren triangular-match tusschen Blackburne, Gunsberg en Lasker. „Hoe
is dat plan uit te voeren?" vragen wij ons af. Immers, Lasker heeft tegenover
Steinitz de verplichting op zich genomen, dat hij vóór het tot stand komen der
return-championship-match, aan geenerlei wedstrijd zou deelnemen !
Men houdt het ook voor waarschijnlijk, dat een match zal worden georganiseerd
tusschen Blackburne en een Duitsch meester, hetzij von Bardeleben of Mieses.

Boekaankondiging.
LUDWIG BACHMANN, Geistreiche Schachpartien alter und neuer Zeit.
Ansbach, C. Brügel & Sohn. 1893/94, f 2.25^
JAMES MASON, The Principles of Chess in Theory and Practice.
London, Horace Cox, 1894, f 1.65.
Dr. S. TARRASCH. Dreihundert Schachpartien.
Leipzig, Veit^& Co., 1894, f 5.55-
Een paar jaar geleden werd door den bekenden Duitschen schaakmeester en auteur
van schaak- en damhandleidingen, Jean Dufresne, een werkje geschreven, dat de beste
match- en tournooipartijen der laatste jaren bevat (een 74 tal), voorzien van zeer vele
aanteekeningen en diagrammen. Het boekje is uitgegeven in Reclam's Universal-Bi:
bliothek, terwijl de titel luidt: »Das Buch der Schachmeisterpartien." Aan 't slot vindt
men een register, dat van bijna alle schaakmeesters een beknopte biographie geeft.
'y 'y

oude doos en bovendien de beste concours- en matchpartijen van het loopende jaar
zullen opgenomen worden.

Het tweede der werkjes, dat ik mij voornam te bespreken, is van den Engelschen
meester James Mason. Hierover kan ik kort zijn. Ik heb reeds veel plaats aan het
vorige gegeven, en een zware taak wacht mij nog bij het derde.
Men gelooft zijn oogen nauwelijks, wanneer men de scherpe en juiste opmerkingen
leest, en het mooi-heldere, stijlvolle Engelsch, waarin deze zijn vervat, en daarbij bedenkt,
dat de schrijver ervan zijn carrière begon als vuilnisjongen te New-York, enthans....
neen, niet millionnair is, maar in een bijna voortdurenden staat van delirium-tremens
verkeert.
't Is treurig, een man nog in de kracht van zijn jaren, met geheel verloopen voor­
komen, als 't ware drank-zweetende, voor een schaakbord te zien zitten, nu eens la­
chende en domme dingen zeggende, dan weer als wezenloos voor zich kijkende, nu
eens met vaste en vlugge hand een paar geniale zetten doende, een volgend oogenblik
echtermet dwalende blikken stukken inzettende en stukken omgooiende als een kleinkind.
Mason heeft zijn roemperiode achter den rug. Tot nog voor weinige jaren gold hij
als een der sterkste spelers der wereld; hij werd door velen naast, door sommigen
boven Steinitz gesteld, en zelfs Duitschers hoorde ik in Leipzig de meening verkon­
digen, dat Mason in zijn bloeitijd sterker was dan Tarrasch nu.
Doch dit alles is maar bijzaak. Hoofdzaak is het boekje, dat de man, hoe dan ook,
heeft geschreven en dat m, i. den besten leercursus van het schaken bevat, die in de
laatste jaren werd gepubliceerd. Deze voortreffelijkheid schuilt voornamelijk in de
door Mason aangewende methode. Deze is geheel nieuw en lijnrecht in strijd met de
tot dusver algemeen gevolgde.
Hoe handelt men tot dusver? Men onderwijst den leerling eerst de regels van het
spel, den loop der stukken enz , doch nauwelijks zijn deze rudimenta er met meer of
minder moeite »in", of men zet de stukken op en gaat van zijn leerling partijen winnen,
deze genoeglijke bezigheid met allerlei Jschoone opmerkingen over «Spaansche partij",
«tweepaardspel inde nahand", «gambiet", »ontbloote koningsstelling", «zwakke pionnen"
enz. enz., voor dc; tegenpartij des te leerzamer makende.
Zóó gaat het mondeling, zóó ongeveer gaat het ook in de boeken. Mason heeft m. i.
gelijk, wanneer hij dit systeem afkeurt en voor een groot gedeelte eraan de schuld
geeft, dat zoovelen, reeds na zoo'n eerste partij, deze niet herhaald wenschen te zien,
onder voorgeven, dat het schaakspel hun veel te ingewikkeld en te lastig is. De opening
is het moeilijkste van de schaakpartij: alle stukken staan op het bord, een reusachtig
groot aantal zetten is mogelijk, zonder dat het voor iemand, die niet anders dan de speel-
wetten kent, ook maar eenigszins doenlijk is, in te zien, waarom de zet, door den
leeraar of de handleiding aangeprezen, beter is dan welke andere ook.
Mason bewaart de studie der openingen voor het laatst en begint met de eindspelen.
Eerst zeer eenvoudige stellingen met slechts een paar stukken, waarmee voor de hand
liggende mat-combinaties kunnen uitgevoerd worden. Is de leerling goed op de hoogte
der krachten bijv. van koning en dame, dan wordt een nieuw stuk er bij genomen enz.;
telkens meer stukken en ingewikkelder combinaties. Hierdoor wordt den leerling lang­
zamerhand en als 't ware ongemerkt, de bekwaamheid geschonken tot de leiding van
het volle bord. Dit zal hem niet alles hopeloos verward en moeilijk voorkomen,
want hij doorgrondt de idee van elk stuk, de portee van eiken zet reeds. Hij heeft
reeds leeren combineeren en de schoonheden van het spel zijn hem niet verborgen,
34

Niet als hulpelooze staart hij de stukken aan, maar als machthebbende, daar hij hun
deugden en gebreken volkomen kent....
De practische lessen en raadgevingen, die Mason schrijft, zijn verder zóó uitmuntend,
dat ik alleen hierom reeds, het zeer fraai uitgevoerde deeltje in veler handen zou
wenschen.

En nu Dr. Tarrasch. Je voelt je zoo klein tegenover zoo'n reus, zoo beelemaal niets.
Je moet hem inleiden bij een publiek, dat reeds jaren hem applaudisseert. Je gaat
staan op een stoel, om wat grooter te schijnen, je vraagt het woord, doch al sprekende,
neemt het lichaam, dat je bezig bent te ontleden, steeds grooter vormen aan, de rol­
len dreigen plotseling te verwisselen, het publiek schaterlacht, en.... je weet niet
beter te doen, zoolang je althans geen David bent geworden, dan het podium te ver­
laten en den Goliath alleen te laten, geheel alleen en geheel vrij, teneinde ieder inde
gelegenheid te stellen, hem des te beter te kunnen zien en bewonderen . . Dit is een
variant op het oude spreekwoord: goede wijn behoeft geen krans.
Het boek, waarin Dr. Tarrasch zijn eigen portret laat zien, zijn eigen leven vertelt
en 300 zijner eigen partijen aanbiedt, van eigen aanteekeningen voorzien, is en wil zijn
een pendant van het Morphy-boek. Nu is het misschien afgeronder, completer dan
het laatste, de photographische kunst moge er sedert Morphy's dagen op vooruitgegaan
zijn, de partijnoten mogen correcter zijn dan die van Lange, kortom, als arbeidspro­
duct moge het Tarrasch-boek boven het Morphyboek staan, hët laatste blijft mij sym­
pathieker, innemender, gracieuser. In het eerste is de verstandsman aan het woord, die
zichzelf bewondert, die poseert; in het laatste spreekt ons de auteur van zijn liefde,
van zijn vereering, van zijn hart voor een medeschaker, die hij groot wil maken, al
ware het ten koste van zich zelf. Het eerste drukt den lezer neer, ontmoedigt hem,
het tweede verheft hem. Wellicht wordt deze meening door niemand gedeeld en hin­
dert het anderen niet, iemand op de volgende wijze over zichzelf te hooren borduren:

„Reeds als een buitengewoon mensch kwam ik ter wereld; ik had n.1. tot niet geringe ontstelte­
nis van mijne ouders een horrelvoet, die mij echter niet verhinderde, snelle vorderingen te maken.
Op mijn vierde jaar kon ik lezen en schryven en op myn zesde las ik reeds alle boeken der va­
derlijke biblotheek, die ik machtig kon worden, en niet zonder ze te begrijpen. Ik bezocht het
Elisabeth-Gymnasium, waar ook Anderssen zijn opleiding genoten had. Nog heden herinner ik mij
met genoegen, hoe mijn meester de handen boven het hoofd in elkaar sloeg boven zyn eigen
hoofd namelijk — toen ik voor de eerste maal lezen moest en niet, gelyk mijn medescholieren, met
moeite spelde, maar vloeiend en met den juisten klemtoon, gelijk een volwassen persoon van stapel
liep .., . Desniettegenstaande waren myne meesters volstrekt niet bijzonder tevreden over mij. Dit
feit berustte op een principieel verschil van meening. Ik was n.1. een ijverig tegenstander van
het huiswerk, waarvan de schadelijkheid nu wel algemeen erkend wordt; mijn ideaal, dat ik prac-
tisch trachtte tot werkelijkheid te maken, was de vijf- of hoogstens zes-urige arbeidsdag *) enz.

En t. a. p. na zijn overwinning in Manchester 1890:


„Toen de uitslag van het tornooi in Duitschland bekend werd, verhief zich een storm van geest­
drift, welke zich in talrijke felicitatie-telegrammen van vereenigingen en particulieren luchtte en
mij bewees, dat ik een hartewensch van vele Duitsche schaakspelers had vervuld. Bemerkenswaard
onder deze uitingen was het telegram, dat de van ouds beroemde „Augustea" in Leipzig aan mij
afzond: „Den eersten Duitschen meester wenscht „Augustea" geluk." Hoezeer mij deze gelukwensch
verheugde, bracht hij mij toch het verschil voor oogen, dat tusschen het Duitsche en het Engelsche
schaakpubliek, met betrekking tot het waardeeren van mijn succes, bestaat. In Duitschland gold ik
derhalve eerst nu als de eerste Duitsche Meester, die de andere Duitsche schaakspelers overtrof, een
*) De zes-jarige Tarrasch over den zesurigen arbeidsdag ! Wat zou dat een opgang hebben gemaakt in Constaniia !
35

titel, op welken ik reeds na mijn overwinning te Breslau (1889) had gemeend, met recht aanspraak
te mogen maken; in Engeland daarentegen plaatste men mij terstond op één lijn met Steinitz, den
„Champion of the World", en op het banket, dat aan het einde van het congres plaats vond, werd
onder algemeene bijvalsbetuigingen een match tussehen Steinitz en mij op het tapijt gebracht, die door
schaakvrienden in Manchester zou worden georganiseerd. Over het algemeen werd ik door het
Engelsche publiek zeer gevierd en nauwelijks kon ik mij uit de handen van interviewers en auto-
graphen-verzamelaars redden. Ook moet ik geen ongunstigen indruk te Manchester hebben achter­
gelaten want enz. enz.

Doch hierbij komt nog iets. Wat in de oogen van den auteur, de waarde van zijn
boek zeker verhoogt, het steeds op den voorgrond dringen van zijn eigen persoonlijk­
heid, vermindert haar in tegendeel voor mij. Ontdoet men Dr. Tarrasch van al de
heerlijkheid, die zijn schaaktalent hem langzamerhand en terecht heeft geschonken,
dan blijft er zoo bitter weinig over!
Men leze de volgende zinsneden uit «Deutsches Wochenschach", na den uitslag van
het Leipziger congres den verslaggever uit de pen gevloeid:
tDen eersten prijs behaalde wederom de heer Dr. S. Tarrasch uit Nürnberg. Aan de
lezers van '>Wochenschach" is het portret van dezen pröeminenten Duitschen meester
bekend. Zoo ernstig en diepdenkend als hij daarop schijnt, ziet men hem steeds voor
het schaakbord zitten, maar het is niet in staat, ons een volkomen indruk te schen­
ken van zijn beminnenswaardige, geestrijke persoonlijkheid. Men moet er bij denken,
de achter een gouden bril, hel flikkerende oogen, het glimlachen van den onder 't spre­
ken zoo vriendelijken mond, de innemende gestalte van dezen in de volle kracht zijner
gezondheid bloeienden, 32-jarigen meester. Men moet zijne steeds levendige gesprekken
hooren, welke schoon meestentijd over ernstige onderwerpen handelend, hem toch
vatbaar voor elke aaardigheid maken, en steeds slagvaardig met geestige antwoorden.
Dan eerst begrijpt men ten volle de waarde van deze zeldzaam veelzijdig en gelijk­
matig ontwikkelde persoonlijkheid." Ja, herhaal ik, men behoeft slechts dergelijke uit­
drukkingen te lezen, en den bewusten held gezien te hebben — een nietig, niet in het
minst imponeerend, zwak uitziend mannetje, met een leelijk rood gezicht, en nat-ge-
plakte haren, met affectatie sprekend, en stervend van ijdelheid — om het voor de
zooveelste maal te betreuren, dat in Duitschland het beruchte roeren van den strooppot
niet strafbaar is bij de wet!
Het sticht zeker geen goed, maar wel een boel kwaad.
Hetgeen mij echter door Tarrasch zelf en door zijn onhandige vrienden wordt opge­
drongen, wil ik verder buiten kwestie laten. Ondanks hemzelf mag het voortreffelijke
van zijn boek niet door het minder goede schade lijden En dit voortreffelijke is geheel
eenig in zijn soort. Men ontwaart op elke bladzijde, waar de schaker Tarrasch aan
het woord is, dat men te doen heeft met een artiest, die al de fijnheden zijner kunst
verstaat en die ook anderen wil doen genieten.
Meesterpartijen met meesteraanteekeningen! Alles met een zorg, met een helderheid,
met een logica gerangschikt en uitgewerkt, dat men niet weet, aan welke gemoeds­
stemming het eerst en het luidruchtigst uiting te geven : aan die van dankbaarheid
voor zóóveel heerlijks of aan die van bewondering voor zóóveel diepte en grootschheid
van gedachte.
Het is een onbegrijpelijk mooi boek, een boek van ernstig studeeren, van stil ge­
nieten, een boek om te vereeren, maar niet een boek om lief te hebben.

v. L.
36

Problemen-
Redacteur: H. J. DEN HERTOG, Marnixkade 43, Amsterdam.
No. 168. L. N. de Jong. No. 169. R. Weinheimer.
Oude-Wetering Eerv. verm. — „ilünehener N. N."

Mat in 4 zetten. Mat in 4 zetten.

No. 170. E Pradignat. No. 171. A. L. Studd.


2e Prijs. — „Staats-Zeitung". (Münehener N. N.")

vyyy/ss. y/y ssz


Mat in 3 zetten. Mat in 3 zetten.

No. 172. E. B. Greenshields. No 173. H. Keidanski.


Eerv. verm. — „Hackney-JIercury". („Frankfurter Schachblatt".)

'"<<«< . - 1 'fr'
Mat in 3 zetten. Mat in 3 zetten.
37

No. 174. W. A, Clark. No. 175. V. Marin.


le Eerv. verm. — „Hackney-Mercury". 2e Eerv. verm. — „Hackney-Mercury".

Mat in 2 zetten. Mat in 2 zetten.

No 176. Mevr. Baird. No. 177. N Maximoff.


3e Eerv. verm; — „Hackney-Mercury". St. Petersburg.

Mat in 2 zetten. Mat in 2 zetten.

No. 178 R L'hermet. No. 179. W. Ulle.


Maagdenburg. 's Gravenhage.

Mat in 2 zetten. Mat in 2 zetten.

*
38

Oplossingen der Augustus-September-problemen, 1894

143. i. Ka2, Dg5 of I g 3 2. Tb2, ad lib. 3 . D. of C 2 geeft schaak enz. 1 r


Pg8 ad. lib. 2. Da7f, ad lib. 3. D. of pion geeft schaak enz. 1—, g5 2. IM5 :f,
KdS: 3. Dbst enz. I—, Kc4 2. Da7, Pb6 3. Dc7t enz. — 144. 1. Pf6, Lc4:
2. Db2 enz. 1—, Kcs 2. Pe4t enz. 1—, anders 2. Pc6| enz. — 145. 1. Pb2,
Lb2: 2. DC3 enz. 1-, Ke6: 2. LfS enz. — 146. 1. Lb3, e2 2. Pe4t enz. 1—,
anders 2. Tf4| enz. — 147. 1. Dg7, Kd4 2. Td6 enz. 1—, Lg7 : of Pe4 2.
Te6t enz. 1—, Pf5: 2. De7t enz. 1—, Ld2 : 2. Tf8| enz. — 148. 1. DfS, Lai
2. Te4ad. lib. 3. Tei, resp. — e2, —e6 enz. 1—, Kb2 of — ai 2. Df6:t, K.
ad. lib. 3. ü. of T. geeft schaak enz. 1—, Kc2, 2. De4:|, Kb2 3. Tei enz. 1 ,
Lb2 2. De4:f, Kaï 3. Dc2 enz. 1—, LC3 2. TC3:, ad. hb. 3. Des, resp. f6
enz. 1—, Ld4 2. De4t, K. ad. lib. 3. Tei (t) enz. — 149. 1. Dai, Les 2. Pbs,
Lal: d4 enz. 1-, Pe3 2. Pe3 L. of Pd. ad. lib. 2. D. X Lf resp. Pe6 of Pdc2
enz. 1 — , Pd2 : 2. Pe6, Kfs: 3. Dd4 enz. 1—, Lh4: 2. Pe6, Kfs: 3. Ph4:t enz.
x—, Ld3 2. ed3 Kd3: 3. Dc3t enz. — 150. 1. Pds, Lg4: 2. f4t, K. ad. lib
3 D of L. geeft schaak enz. 1-, Pg4: of Lhi 2. Kd7t, ad lib. 3. D. of L. geeft
schaak enz. i-, Kd5: 2. Lb3t, KeS 3. K. geeft schaak enz. 1-, Ke6: 2. DeBf,
K. ad lib. 3. L. of Pd. geeft schaak enz. 1—, Kfs 2. Tf4f, K. ad hb. 3. K. ot
D. geeft schaak enz. — 151. 1. d3, bes: 2. Dei enz. 1-, bs 2. Pa6 enz. 1—,
Lgj: 2. Pe4 enz. 1—, Dh6: 2. De3 enz. — 152. 1. Da4, Td4: 2. Dc4 enz.
Kd5: 2. Dd7f enz. 1—, Kf3 2. Dc2: enz. 1— anders 2. Te5t enz. — 153.
x. Dg3Ke4 2. Df3:f enz. 1-, Pc5 2. Td2f enz. 1 , anders 2. D. X Pd. enz. —
154 1 DgsC2 2. C5, ad lib. 3. D.f resp. d3 enz. 1—, Lds resp. d3 2. Pg6f,
Kd4 3. De3f enz. 1-, L. anders 2. d3, ad lib. 3. I)., Pd. of pion geeft schaak

enz. 1—, c.5 2. dc3ad lib. 3. D. of Pd. geeft schaak enz. 1—, cd2 : 2. Ld2 : enz.
Goede oplossingen ontvingen wij van de HH. A. Okkinga (143, i44, i45>
i47> ïSï, 152.); A. Korst (alle); H. Mendes da Costa (14.3, i44, H5. T46> T47»
151, 152).
Verder zond de heer Jos. Reijalt ons nog correcte oplossingen van Nos. 132,
133, i34, 135 en 137 en de heer W. Fermie Wz. van de Mei-problemen.

H # è # -4
Uit de Probleem-wereld.

Wij waardeeren het ingezonden stuk van den Heer De Jong (zie Blz. 229 en
volgende, van den vorigen jaargang) als een bewijs van groote belangstelling in
ons Tijdschrift niet alleen, maar ook — en wel voornamelijk — in de zaak der
problematiek. Over 't algemeen heeft de beoefening der probleem-theorie in ons
land steeds veel te wenschen overgelaten. Daaraan meenen wij te moeten toeschrijven
het feit, dat de Nederlandsche probleem-auteurs tot dusver in buitenlandsche tor­
nooien over 't algemeen niet veel succes hadden. Men is ons op het gebied der
39

theorie in Duitschland, in Engeland verre vooruit. Buitengewone inspanning wordt


dus vereischt, willen wij inhalen, wat we al te lang hebben verzuimd. Wrijving
van gedachten, die onmisbare factor bij alle voorwaarts streven, op welk gebied
dan ook, is ook hier in de eerste plaats gewenscht. De heer De Jong gaf een
goed voorbeeld; mogen velen hem volgen!
Wij meenen onze repliek het best in te leiden door, scherper dan wij dachten
het te moeten doen op Blz. 180 en volgende van den vorigen jaargang, onze
persoonlijke opinie omtrent de kwestie der „schijnoplossingen" te omschrijven.

„Schijnoplossingen" zijn, blijkens de uiting van erkende meesters, middelen om


den oplosser in de iuar te brengen.
Op grond nu hiervan,
i°. dat bij het volgen van goede oplossingsmethoden de sleutelzet eerst wordt
vastgesteld, nadat de bedoeling van den auteur in haar geheel is doorzien»
en de oplosser dus niet licht ertoe komt, schijnoplossingen door te rekenen;
2°. dat, waar analyse niet wèl mogelijk is en dus het probeeren moet beginnen,
het geluk een voorname rol gaat spelen, m. a. w. dat daar een positie voor
den één schijnoplossingen vertoont, voor den ander niet;
3 • dat, summa summarum, het zich vertoonen van schijnoplossingen te zeer
afhankelijk is van subjectieve overwegingen,
meenen wij, dat bij het beoordeelen van de objectieve waarde van het probleem
geen rekening mag gehouden worden met het al of niet aanwezig zijn van
„schijnoplossingen".
Tot motiveering van de uitdrukking „blijkens de uiting van erkende meesters"
in de eerste alinea van bovenstaande beschouwing, diene het volgende.
Josef Pospisil zegt in zijn Probleem-theorie (blz. 34): „Die günstige Postirung
weisser Figuren, ihre grosse Actionsfreiheit vermag ebenfalls den Laien irrezulei-
ten • • • • Dergleichen Schemangrijfe nennt man „Verftlhrungen", und ihrer Gegen-
wart verdankt vornehmlich der Problemdichter die Möglichkeit, die Lösung von
zwei- und dreizügigen Aufgaben zu erschweren."
Pospisil beschouwt dus de schijnoplossing wel degelijk als een middel, om den
oplosser op een dwaalspoor te brengen. Zoo ook Kohtz en Kockelkorn. Als zij
op blz. 21 van hun rapport het begrip „schijnoplossing" hebben gedefinieerd
(„eine Lösung, in welcher nur eine Variante in n -f- 1 Zügen geht, alle andern
aber in n Ztlgen sich erledigen"), spreken ze daarna bv. over „die Falie filr den
Löser", en doen dus duidelijk uitkomen, dat ook zij in de „schijnoplossing" niets
anders zien dan een middel, om den oplosser een beetje voor den mal te houden.
Nu meenden wij, in de aflevering van Augustus—September 1894 tegenover
de meening van Kohtz en Kockelkorn op het punt van „schijnoplossingen" onze
persoonlijke opinie te mogen plaatsen, en zie, nu treedt de Heer de Jong op als
verdediger van het goed recht van eiken probleem-criticus, die het aanwezig zijn
van schijnoplossingen aan de totale waarde van het probleem ten goede wil doen
komen. Rn hoe verdedigt hij dat goed recht? Wel, eenvoudig door aan den term
„schijnoplossingen" een geheel nieuwe beteekenis toe te kennen!

De Heer de long wenscht eene schijnoplossing te noemen „elke dreigende neven­


oplossing, die eerst bij nadere studie geen oplossing blijkt te zijn." Deze definitie
komt vrij wel overeen met die van Kohtz en Kockelkorn; maar toen meenen wij
uit het betoog van den Heer de Jong op te maken, dat hij met den term „schijn­
oplossing" iets anders bedoelt dan de genoemde Duitsche autoriteiten. Naar
onze opvatting wenscht hij „schijnoplossing" te noemen: elke schijnbare oplossing,
van welker niet-opgaan de oplosser-componist zich wel gemakkelijk overtuigt; die
echter toch pleit voor het consciëntieus te-werk-gaan van den auteur bij het con-
strueeren van zijn probleem.
Dit meenen wij uit de beschouwingen van den Heer de Jong te distilleeren.
't Gaat nu natuurlijk niet aan, te zeggen, dat hij ongelijk heeft. Wij kunnen
slechts onze opinie tegenover de zijne stellen. Wij plaatsen ons daarbij op het
standpunt van den probleem-criticus.
Wij krijgen een probleem te beoordeelen, dat aan een concours deelneemt. De
auteurs-oplossing kennen we niet. We trachten nu, nadat wij ons overtuigd heb­
ben, dat het probleem naar deti vorm correct is i), de bedoelde oplossing op te
sporen langs analytischen weg (dus niet door sleutelzetten te probeereti). Zijn wij
hiermee gereed, dan is het noodig, dat we ons nu ervan gaan overtuigen; dat
geen enkele andere xe zet opgaat, 't Wordt nu probeeren, en nog eens probeeren!
Daar vinden we opeens een schijnbare nevenoplossing, die slechts in één variant
niet opgaat. Let wel: geen bijzonder kunstmiddeltje (bv. een nijdig zwart pion­
netje, dat een actief wit stuk den toegang tot zeker veld ontzegt,) is noodig ge­
weest ! Nu zegt de Heer de Jong waarschijnlijk: het scheppen (of het laten blij­
ven bestaan, zoo men wil,) van deze „schijnoplossing" vormt een onderdeel van
de „leistung" van den componist; hij moet daarvoor ook beloond worden.
Wij redeneeren echter anders. Naar onze meening heeft de auteur eerst ge­
zorgd, dat de door hem bedoelde oplossing in alle onderdeelen opging, en geheel
aan zijn idee beantwoordde. Toen is hij met alle witte stukken een eersten zet
gaan doen, en heeft onderzocht, of die zetten „opgingen". Daarbij is hij ook
gekomen tot den door ons bedoelden „schijn sleutelzet . Hij heeft alle varianten
doorgerekend en heeft bemerkt, dat één speelwijze niet opging. „Dat is leuk!"
moet hij o. i. gemompeld hebben. Maar, vragen wij, heeft de auteur nu aanspraak
o]) grooter belooning, dan wanneer die schijnbare nevenoplossing er niet was?....
Voor ons is zulk een „schijnoplossing" volstrekt niet gecomponeerd; zij is slechts
een toegiftje, dat er zoo van zelf bijgekomen is.
Iets anders is het, wanneer we opmerken, dat eene oplossing kunstmatig onmo­
gelijk is gemaakt. Heeft de auteur dat dan bv. gedaan door den witten koning
op bijzondere wijze op te stellen (zóó nl., dat hij in een enkel geval schaak krijgt),
dan verdient deze methode van nevenoplossing-verijdeling o. i. bijzondere waar­
deering. We geven in dit geval bv. één punt meer voor constructie, en beloonen
dus de ingenieuze manier, waarop de schijnoplossing onmogelijk gemaakt is, en
niet het aanwezig zijn van de schijnoplossing.

i) Wij hebben hier het oog op onmogelijke pionnen-stellingen en7.


4i

Wat eindelijk betreft: het in de oorspronkelijke positie geheel vrij opstellen van
het stuk, waarmee de sleutelzet wordt gedaan (iets, waarop de Heer de Jong zeker
ook het oog heeft gehad), dat verdient beslist waardeering. Doch ook hier treden
voor ons de „schijnoplossingen" geheel op den achtergrond.
De eenige kwestie, die hier naar onze meening ter sprake kan komen is: Hoe
is 't mogelijk, dat er geen nevenoplossingen zijn? Wij gelooven, dat de componist
in dit opzicht veel aan het gelukkig toeval te danken kan hebben, en als we iets in
hem bewonderen willen, dan is het op zijn hoogst de ijver, waarmede hij alle
oplossingsmogelijkheden heeft nagegaan, om tot het inzicht te komen, dat er geen
nevenoplossing was.

Uit dit alles moge blijken, dat ik het met den Heer De Jong niet eens ben, wat
de kwestie der „schijnoplossingen" aangaat, zooals hij ze opvat.
We hebben nu beiden onze meening gezegd. Behoett het bijzondere vermelding,
dat het ons veel genoegen zou doen, als ook anderen hun stem in deze zaak
deden hooren?
* *
*

Nieuw uitgeschreven probleemwedstrijd..


Gevraagd: slechts één driezet. Adres: „Sezione scacchistica del Giornale di Sicilia,
Piazzo Stazione Centrale, Palermo, Italia".—Termijn van inzending: 31 Maart a. s.
Drie prijzen: frs. 75, 40 en 20. Wijze van inzending: de gewone (motto en
verzegeld couvert). Prijsrechter is de bekende Italiaansche componist G B. Valle.
* *
*

Een jeugdig Amerikaansch componist, W. Pulitzer, Orange Valley, N. J., heeft


onder den titel van „Chess Harmonies" een kleine verzameling zijner eigene pro­
blemen in 't licht gegeven. De prijs is 60 cents (ƒ 1.50), en gebonden 1 dollar
(ƒ 2.50). Wij zijn niet in het bezit van dit werkje en kunnen onzen lezers dus
niet mededeelen, in hoeverre de aanschaffing aan te bevelen is. Men kan het
bestellen aan 't adres van den auteur.
De volgende problemen zijn er aan ontleend.
180. W. Pulitzer. 181. W. Pulitzer.

Mat in 2 zetten. Mat in 2 zette


42

Eindspelen.
Stellin» uit mie partij.
No. 3. Gespeeld te Amsterdam, 6 Februari 1888.
D. van Foreest. Na de zetten i. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3.
LC4 Pf6 4. Pg5 cl5 5.ed5:Pa5 6. Ll">5t
c6 7. dcó : bc6 : 8. Le2 h6 9. Pf3 64
10. Pe5 Ld6 11. f4 DC7 12. d4 0—0
13. o—o 05 14. C3 Tb8 15. b3 Pc6 16.
La3? Td8 17. Dcj cd4: 18. c.d4:Pd4:
19. DC7: Pe2 20. Khi LC7 : 21. Pc6
Lb7 ! 22. Pb8 : Pg4 23. Les e3 24. h3
ontstond nevenstaande diagramstelling, in
welke Zwart mat aankondigde in vier
zetten als volgt:
24 Td8 — di ! !
25. TfiXdi Pg4— f2t
26. Khi — h2 LC7 X f4t
M S. Vet. 27. g2 — g3 Lf4Xg3mat-

Stelling- uit eeue partij.


No. 4. Gespeeld te Amsterdam, Augustus 1894.
L. Gans In bovenstaande stelling speelde Wit:
1. Tai — gi d5 — d4! ?
Met dezen zet meende Zwart de partij
te zullen winnen, werd echter door de
volgende combinatie verrast:
2. Dg6 —hóf Kh8 — g8
3. Tgi X g4+ fS X g4

4. Ld3 — 117-j-! Kg8 — h8


5. Lh7—e4f !! Kh8 — g8
6. T f3 X f8| D e7 X f8
7. Dh6 — h7| mat.

N. W. van Lennep.
43

Puzzles.
No. 1 JE. H. E van Woelderen No 2 E. H. E van Woelderen

Wit doet zijn laatsten zet over, en Wit doet zijn laatsten zet over en
dwingt zelfmat in één zet. geeft mat in één zet.

Laatste berichten
St. PETERSBURG. De correspondentiepartij St. Petersburg—Parijs (zie blz.
250 van den vorigen jaargang) is als volgt voortgezet: 38. LC5, Kc6 39 Ld6
Kd5 40. Kd2, Tdy 41. Ke3, Tb7 42. Th4, Tbi 43. Lb4, Tdi'44. Kf3)' Tfxf
45- Kg4, Ke4 46. rh2, Lf4: 47. gf4 Tf4:f 48. Kg3, Tf3f 49. Kg2, Tf5 50. Th4f.

NEW-YORK. Voor de Kabelmatch, die eerlang zal plaats hebben tusschen de


„Manhattan Chess Club" te dezer stede en de „British Chess Club" te Londen
zijn thans de volgende bepalingen vastgesteld: 1. Van elke club nemen 10 leden'
deel aan den wedstrijd. - 2. Men zal beginnen te spelen om n uur 's morgens
(„New-York time"), gelijkstaand met 4 uur 's middags („Greenwich time")- er zal
een pauze zijn van een half uur. - 3. Nadat men 6 uur lang gespeeld heeft,
zullen de nog loopende partijen beoordeeld worden door E. Lasker, eere-lid van'
beide clubs. — 4. Tijd: 20 zetten per uur. - 5. Tijdens den wedstrijd ma<r er
met worden geconsulteerd; evenmin zal men boeken of manuscripten mogen raad­
plegen. — 6. De verliezende club zal aan hare tegenpartij, binnen 60 dagen na
afloop der match, een „trophy" doen toekomen, ter waarde van 100 dollars. —
7. Bij het telegrapheeren zal men zich bedienen van de Duitsche (algebraïsche) notatie.

KROMMENIE. Woensdagavond 2 Januari 1.1. begon alhier in 't Heeren-Loge-


ment, op initiatief van den heer S. Waagmeester Jr., een schaakwedstrijd met af-
44

en aanspel en met voorgift, volgens de methode, door ons in het Juni-Juli-nummer


van den vorigen jaargang uiteengezet.' Slechts genoodigde schaakliefhebbers uit
den omtrek konden deelnemen; het inleggeld bedroeg 50 cents en vijf prijzen
werden uitgeloofd.
De volgende Woensdagavonden werd de strijd, die nog niet beslist is, voortge­
zet. Een ooggetuige verhaalt ons nog:
„Er zijn veertien deelnemers, wier samenzijn zeer gezellig is. De stilte, die voor
sommigen wel wat meer gewenscht ware, ontbreekt geheel; het is een praten,
schertsen en lachen, waardoor dan ook wel eens een dwaze zet wordt gedaan!
De uitslag hopen we in het volgend nummer mee te deelen.

PARIJS. De lang vooruit aangekondigde, doch telkens verschoven match


Janowski—Mieses, begon alhier den 8sten Januari 1.1. onder de volgende voor­
waarden: 1. Overwinnaar is hij, die het eerst zeven winstpunten behaald heeft.
De eerste vier remisen tellen niet, elke volgende telt j. 2. Bedenktijd: 18 zetten
per uur. 3. Dagelijks (behalve Dinsdag en Zondag) wordt gespeeld van i<- uur
's middags tot 6J uur 's avonds. 4. De inzet bedraagt 800 Francs.
De voorzet in de eerste partij viel bij, loting Janowski ten deel, zoodat deze in
alle oneven partijen Wit heeft.
iste partij Spaansch 3 a6 46 zetten J. wint.
2de „ Alapin's-opening 2. Pe2 21 „ J. „
3de „ d4-opening 2. e3 28 „ M. „
4de „ Weener-opening 3. g3 44 » J- »
5de „ Spaansch 3 a6 56 „ remise.
6de „ Weener-opening 3. L.C4 28 „ M. wint.
7de „ Spaansch 3 a6 55 „ M. „
8ste „ Weener-opening 3. Lc4 92 „ M. „
Ook de 9de partij werd door Mieses gewonnen, zoodat de stand thans is:
Mieses 5, Janowski 3, remise 1.
LEIPZIG. E;nde Februari of begin Maart zal een match tusschen Blackburne
en Von Bardeleben gespeeld worden. Die het eerst 5 partijen heeft gewonnen,
geldt als overwinnaar en ontvangt den uitgeloofden prijs van 300 gulden. De
kamp zal te Hastings, de woonplaats van Blackburne, plaats vinden.
3e Jaargang. N". 2. Februari 1895.

TIJDSCHRIFT
VAN DEN

NEDEttLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAX DEN N. S.: Jhr. D. VAN FOREEST, Voorzitter; E. VAN DIEN, Onder-Voorzitter;
J. TEN TUSSCHKDE, Keizersgracht 100, Amsterdam, Penningmeester; L. H. DEELMAN, Commis­
saris van Materieel; N. W. VAN LENNEP, Secretaris.
REDACTIE: N. W. VAN LENNEP, Kerkstraat IS8, Amsterdam; H. J. DEN HERTOG;
J. D. TRESLING.

Van dit blad, dat omstreeks deu ISden van iedere uiaand gratis aan de Bondsleden wordt
toegezonden, zün extra-nummers verkrijgbaar a 20 cents en een gelieele jaargang ii f i. eveneens «lecliN
voor Bondsleden.

INHOUDSOPGAAF; Officieele mededeelingen; Leipziger herinneringen, doorv. L.


I'artijen van de match Janowski-Mieses; Partijen van het New-Yorker tornooi; Verschil­
lende partijen; Binnenland; Buitenland; Problemen; Eindspelen; Ingezonden stuk;
Laatste berichten.

Wegens vele te laat of nog niet ingekomen circulaires, kan de ledenlijst pas in het
Maart-nummer verschijnen.
De bandjes voor den jaargang 1894 zijn in de maak, en worden zoo spoedig mogelijk
verzonden. Nog enkele exemplaren zijn beschikbaar.
Leden, die hun bibliotheek willen completeeren en tevens den Bond bevoordeelen,
kunnen exemplaren van de eerste twee jaargangen a f 2. (gebonden f 2.40) bekomen.
Leden, die in de gelegenheid zijn, iets voor den Bond te doen. kunnen ter versprei­
ding een onbepaald aantal ex. van het Januari-nummer aanvragen. Het zal hun
bijzonder gaarne worden verstrekt.
De Redactie houdt zich dringend aanbevolen voor berichten en aankondigingen van
wedstrijden, niet het minst van onderlinge club-wedstrijden. Slechts als leden en
afdeelingsbesturen medewerken, is het ons mogelijk maandelijks een volledige kroniek
van binnenlandsche schaakgebeurtenissen te leveren

Wedstrijd te Arnhem.
De Afdeeling r Arnhem" schrijft een wedstrijd uit met af- en aanspel en met voor­
gift, te houden te Arnhem, op Zondag 24 Februari a s., 's morgens 11 uur in «Place
Royale", Koningsplein bij den Schouwburg. Bij dit tornooi, waarvan de leidino-
aan den Bondssecretaris is opgedragen, zullen de bij Bondswedstrijden gebruikelijke
bepalingen worden gevolgd.
T. De deelneming aan den wedstrijd is open voor iedereen.
Tl. Gespeeld wordt volgens het Reglement op het Schaakspel van den N. S. B.
III. Elke speler is gehouden, zijn partij(en) volledig en duidelijk genoteerd hij den leider in
te leveren.
i\. I n d e eerste ronde worden slechts zooveel partijen gespeeld als noodig zijn, o m het getal
deelnemers tot een macht van 2 terug te brengen.
4
4<S

V. Indien twee spelers van gelijke klasse, tegen elkander spelende, billijkerwijs dezelfde kleur
zouden moeten hebben, zullen in de oneven ronden de hoor/ere nummers en in de even
ronden de lagere nummers wit hebben. Overigens wordt de kleurverdeeling bij iedere
partij tusschen spelers vau gelijke klasse geregeld door den leider, naarmate der kleur­
verdeeling van de bereids door ieder der spelers in hunne klasse gespeelde partyen.
VI. Indien een partij hinderlijk lang duurt en daardoor den voortgang van den wedstrijd bedreigt
waarschuwt de leider de spelers, dat hij na een kwartier de partij zal afsluiten. Na dat
kwartier wordt ieder der spelers gevraagd, of hij de partij als gewonnen opeischt of
remise wil geven. Geven beide spelers dan remise, dan wordt geloot; wil een van beiden,
of willen beiden als winner gelden, dan beoordeelt de leider de stelling, en beslist onher­
roepelijk wie winner is, of dat de partij remise is, en dus geloot moet worden.
VII. Het inleggeld bedraagt 30 cents per ronde.
VIII. De loting zal plaats hebben, Zondagmorgen te 11 uur precies, tevens termijn van toetreding.
IX. De prijzen bestaan uit standaardwerken op schaakgebied, en kunstvoorwerpen.
X. De leider beslist in gevallen, waarin deze bepalingen niet voorzien, of bij geschil onder
de deelnemers.
Gedurende den wedstrijd zal tevens een tombola-wedstrijd worden gehouden, terwijl
van Lennep zich bereid heeft verklaard, Zondagavond tegen eventueele liefhebbers
simultaan te spelen.
Het is zeker onnoodig, de leden tot deelneming ain te sporen, en hen op te wekken
bij niet-leden voor dit afwisselend programma der Arnhemsche afdeeling propaganda
te maken. Het Bondsjaar '95 moet eens flink worden geopend!

Wedstrijd te Helder.
Het Hoofdbestuur maakt bekend, dat bij voldoende deelneming op Zondag 10 Maart
te Helder in »Café 't Centrum" een wedstrijd zal worden gehouden met af- en aanspel
en met voorgift.
De loting voor den wedstrijd zal plaats hebben Zondagmorgen te 10 uur precies,
tevens termijn van toetreding. Alleen bondsleden kunnen deelnemen. Overigens zijn derege-
lings-bepalingen geheel gelijk aan die voor den wedstrijd te Arnhem, hierboven vermeld.
Wij hopen, dat zeer vele Noord-Hollandsche schakers, aangelokt door het succes
van het verleden jaar te Alkmaar gehouden tornooi, naar Helder zullen gaan, waar
ons Buitengewoon Lid, de Heldersche Schaakclub, hen met groot genoegen in zijn
lokalen ten strijde zal opwachten.

È fa & *3
Leipziger herinneringen.
(Vervolg).
Eigenlijk heb ik in mijn vorig stukje Dr. Max Lange wel wat te veel goeds
van den üuitschen Schaakbond laten vertellen. Men mag n.1, volstrekt niet uit
mijn aanhalingen opmaken, met name uit die pathetische beschouwing over het
uitschrijven van internationale tornooien, dat de Duitsche Schaakbond deze
zelf bekostigt! 't Lijkt er niets na! Tot dusver hebben de Duitsche congressen
gemiddeld iets meer dan 7000 Mark verslonden, waarvan de Bond er echter nooit
47

meer dan iooo voor zijn rekening nam, om de heel eenvoudige reden, dat zijn
jaarlijksche inkomsten niet eens evenveel Mark (ruim IIOO) bedragen als die van
onzen Bond, guldens. De vraag is dus: wie betaalt het ontbrekende, en hiermee
heb ik tevens de grootste moeilijkheid aangeroerd, waarmee onze buren-schakers
elke twee jaar bij hun internationale concours te kampen hebben. En nu moge
men beweren, dat die Duitsche Schaakbond een onding is en geen recht van
bestaan heeft, dat hij reeds in de eerste jaren na zijn oprichting deze chronisch
gebleken wanverhoudingen door reglementswijziging had moeten verbeteren — het
is een feit, dat van het eerste congres af, Leipzig 1879, tot het achtste toe,
Leipzig 1894, telkenmale de schaakliefhebbers in de plaats, waar het congres ge­
houden werd, de niet geringe som van + 6000 Mark mochten bijpassen. Erg
happig zijn de Duitsche steden of liever de Duitsche Schaakclubs dan ook niet
om den armen en gebrekkigen Oom binnen hun muren te ontvangen. En dit is
zeer begrijpelijk, ofschoon niet bevorderlijk voor den bloei van het schaakspel in
Duitschland. Door het reeds aangestipte ontbreken van voldoende Bondsfinantien
en van een voldoend Bondsbestuur, komen nagenoeg alle verantwoordelijkheid,
alle last en alle kosten voor rekening van het plaatselijk Comité, dat wel twee
jaren van hard werken noodig heeft, om het stedelijk Bestuur en verschillende
vereenigingen en maatschappijen tot subsidieering te bewegen, om alle heele, halve,
koude, lauwe, warme, bekende, onbekende, sterke en zwakke schakers tot steunen
te bekeeren, om een programma vast te stellen, dat bij de vorige niet achterstaat
en het ieder naar den zin maakt, om in éen woord alle noodige voorbereidende
maatregelen te treffen. Dat deze bezwaren niet voor de poes zijn, wordt vol­
doende door de omstandigheid geïllustreerd, dat inderdaad voor het jaar 1891
„zelfs Zwanzig's gevreesde dondersteenen de deuren van geen enkele Schaakver-
eeniging vermochten te doen openspringen", die den Bond met zijn veeleischenden
voor- en na-sleep wilde recipieeren, en dat Dresden zich slechts met de grootst
mogelijke moeite liet overhalen om op zijn eenmaal genomen besluit terug te
komen en zijn voor het jaar 1893 beoogde invitatie één jaar te vervroegen. Aan
deze concessie was het althans te danken, dat de schaakwereld niet gedurende
drie jaren zonder internationale feestviering bleef.
Der langen Rede kurzer Sinn of te wel des I'udels Kern is dus eigenlijk, dat
in Duitschland de organisatie der schaakkrachten nog op vrij losse schroeven
steunt, want ofschoon tot dusver elke twee jaar, op bovengenoemde uitzondering
na, een gastvrije Schaakclub te vinden was, zoo mag men toch op den den duur
niet rekenen op zoo onzekere ressources, en zou het wenschelijk mogen heeten dat
het op de Algemeene Vergadering van den Duitschen Schaakbond niet langer als
een uitkomst werd beschouwd, als een redding na langen tijd van angstige span­
ning, wanneer een der afgevaardigden uit naam zijner Vereeniging, het volgende
congres voor zijn rekening neemt. Dat moest veeleer een zaak van grooten naijver
uitmaken tusschen de verschillende afdeelingen in stede van een zaak van opoffering.
Waar dus de Leipziger schakers met name Max Lange onzen dank verdienen
alleen reeds om het feit, dat zij de lasten en lusten van het congres aanvaardden,
daar mogen wij hun wel driedubbel erkentelijk zijn voor het schitterend onthaal,
4?

dat zij allen toegestroomden schaakliefhebbers aanboden. Het door heil ontworpen
en uitgevoerde programma vergoedde zeker ruimschoots, dat de prijzen in Meister­
en Hauptturnier niet zoo hoog waren als vroeger. Een hartelijke ontvangst en een
gezellig, genotvol verblijf maken een meer blijvenden aangenamen indruk dan een
handvol Marken.
Voor mijn komst in Leipzig waren reeds twee nummers afgespeeld. Ten eerste
de reeds vermelde redevoering van Max Lange en ten tweede, een kranslegging
op het graf van den grooten Zwanzig. Deze indrukwekkende plechtigheid had
Zondag 2 September des morgens te 7 uurplaats. Zij werd met een koraal geopend,
geblazen door zes trompetters; daarop sprak Max Lange eenige gevoelvolle woor­
den; vier kransen werden neergelegd en een'tweede koraal besloot deze gedachtenis­
viering, die eenvoudig was doch vol wijding.
Laat ik hier nu terstond, als van iets dat mij dadelijk .inpakte", van de
geheel eenige wijze mogen gewagen, waarop de Duitschers weten feest te vieren.
Och, wat zijn al die onderlinge maaltijden, genoegelijke bijeenkomsten, enz. enz.
bij ons toch eigenlijk koud, vervelend en stijf! Om niet eens te spreken van boven-
genoemden grafdienst, waarvan alleen reeds het denkbeeld hier te lande belachelijk
zou schijnen en bij uitvoering zeker noodzakelijkerwijs zou mislukken; immers de
eene helft der belanghebbenden zou natuurlijk om allerlei redenen verhinderd zijn
mede op te gaan, en de andere helft zou te laat komen. Verklaren kan ik het
niet, maar een feit is het, dat wij ]niet met die „Gemüthlichkeit' in die kinderlijk-
oprechte, blijde stemming, welke buitensluit al wat zweemt naar dronkemans-op-
winding en dronkemans-aardigheden kunnen samenzijn, zooals onze naburen dat
kunnen. Doch bij hen werkt dan ook alles daartoe mede: de lust en de bekwaam­
heid om met bijna gewijde, daarom niet te minder uitgelaten vroolijkheid, en met
gepaste, doch allerminst stijve of vervelende scherts, feest te vieren is een eigen­
aardig element van het Duitsche volkskarakter. — De Duitscher kan zich nu een­
maal geen bijeenkomst denken of er hoort een „Feier bij. „Das gesellschaftliche
Moment" moet te pas of te onpas bij alle gelegenheden worden „gefördert' en
het „gemüthliche Zusammensein" na de vergadering is ongetwijfeld van veel meer
belang dan de vergadering zelf. Een Duitsche onderlinge maaltijd kan nooit,
zooals bij ons, in het water vallen, daar men in de eerste plaats vooruit van
algemeene deelneming is verzekerd; doch, wat meer zegt, bij den maaltijd zelf
gaat het ook heel anders toe: alles is er „feierlich" tot zelfs het menu en de
wijnkaart; toepasselijke feestelijke liederen worden met orkestbegeleiding gezongen,
uit volle borst, en niet maar zoo heel eventjes, doch onophoudelijk, van de soep
tot het dessert; toasten en voordrachten van allerlei soort worden gehouden, ernstige,
komische, lange, korte, hoogdravende en eenvoudige, zoowel door heeren als door
dames, en dat alles zonder dat iemand het ooit in zijn hoofd krijgt, om een zoo­
genaamde pikante mop te debiteeren of zich een beetje aangeschoten aan te stellen
enfin, zoo'n feestviering is niet naar den eisch te beschrijven, het menu doet het
hem niet en de wijn en het zingen niet, en de toasten niet, en de dames ook niet,
maar dat alles bij elkaar doet het hem, de stemming doet het hem en de „Feier-
lichkeit". Wie het reeds heeft bijgewoond, begrijpt dit.
49

De lezer (of, bij ontstentenis van een lezer, de zetter) zal reeds gemerkt hebben,
dat ik wat lang van stof ben en dat het met mijn herinneringen maar niet best
wil vlotten. Doch, nu ben ik er, hoor! nu komen de herinneringen, de oudste
staat mij weer zoo levendig voor den geest, alsof het gisteren gebeurde. Verbeeld
u, 't was Zondagmorgen, ongeveer acht uur geloof ik, ik stapte aan het Leipziger
station uit den trein, waarin ik 14 uur lang had gezucht en met een gevoel van
onuitsprekelijke verlichting schudde ik den trein van mij af, zooals men een te
nauwe schoen wegschudt. Eerst met al mijn bagage door een tourniquet gewrongen,
waar ik mijn „rondreis" moest afgeven, nog een paar passen en ik stond vóór
het station, rondkijkende, zooals een vreemdeling altijd doet. Totdat plotseling
mijn oog op iets bekends rustte, op iets geel-bruins in den vorm van een jasje,
op iets langs en diks in den vorm van een wandelstok, op iets korts en wits in
den vorm van een cigarette Vijzelaar!
Ja, niemand minder dan Vijzelaar. En nu moge men beweren, dat het allemaal
onzin is, dat ik wist, dat Vijzelaar ook naar Leipzig ging, dat ik mij dus volstrekt
niet over dat geel-bruine jasje, die wandelstok en die cigarette behoefde te verbazen,
het kan mij allemaal niet schelen, voor mij was het zien der drie genoemde en
beroemde attributen, iets onverwacht genoeglijks, waardoor ik opeens al de vreem-
digheid van Leipzig vergat, en het Amsterdamsch Panopticum met zijn gezellig
spectakel mij scheen toe te lachen. Wie Vijzelaar kent, begrijpt ook dit.
Toen in een aapje naar „Ftlrstenhof', het hotel, waar het congres zou worden
gehouden, maar hier konden wij geen kamers meer krijgen: alles was reeds bezet
en dat wel door op schaakgebied beter klinkende namen dan de onze. De kellner
liet ons de vreemdelingenlijst zien: Tarrasch, Blackburne, Schiffers, Lipke, Mason,
Janowski.... kortom een lijst om van te rillen en om slecht van te slapen.
Nadat wij ander logies hadden gevonden vlak in de buurt, betraden wij „Ftlr­
stenhof' voor de tweede maal, doch nu als congres-bezoekers en niet als aspirant­
logeergasten.
De lokaliteit was in één woord uitnemend. Het Leipziger Comité had de geheele
eerste verdieping met zijn groote en kleine kamers en met zijn reusachtige tegelijk
tooneel- bal- en ontbijtzaal afgehuurd. In de laatste grepen natuurlijk de ver­
schillende festiviteiten plaats en de eerste waren naar gelang van geschiktheid en
ruimte tot Bestuurs Meister- of Hauptturnierkamers ingericht. Zoo speelde het Meister-
turnier in drie kamers, het Hauptturnier in drie grootere. Ook over de meubi­
leering, de verlichting, de versiering en de hoogte der kamers zelf, kon men alles­
zins tevreden zijn; de wanden o. a. waren door het Comité met talrijke beelte­
nissen van schakers en met congres-groepen behangen.
(Wordt vervolgd).

Zeven partijen van de Match Janowski—Mieses.


No. 154. Eerste Match-partij gespeeld te Parijs, 8 Januari 1895.
Wit: D. Janowski. Zwart: J. Mieses.
Spaansche Partij.
1. e4 es 17. L g5 : P f65) 33. T e7 T f7
2. P f3 P c6 18. D f3! h66) 34. d5 P f6
3. L bs a6 19- D h3 P h7 35. D C3 Dg7
4. L a4 P f6 20. L h4 T f4 36. T f7 : D f7 :
5. P 03 L ei 2i. (I4! D f8 37. T e6 K gj
6. o —o d6 22. L C27) T b8 38. g410) gs
7. d3 o—o 23. D d3 g6 39. fgs: hg5 :
8. P e2 P e8') 24. Lg38) e49) 40. D d2 K h6
9. P g3 f5 -) 25. D d2 T f6 41. D f2 T f8
10. efs : L f5: 26. L e4: P f5 42. D f5 ü g7 ")
11. Pf5: T f5 : 27. Te2 P g3: 43- D f3 D h8
12. T ei ! T f83) 28. hg3: P g5 44. D e4 ? D g8
13.. C3 L f64) 29. L d3 as 45. D f3 D h8 ,
14. D b3f K h8 30. T aei D g8 46. T e7
15. D b7 : P e7 31. f4 P h7 Opgegeven.
l6- p g5 L gs : 32. C4! T a8
') Het nadeel van deze voortzetting is, dat op e8 het paard ongunstig geplaatst
is en de e-lijn voor Wit zeer sterk wordt, zooals ook in deze partij.
Zwart moest spelen bs 9. Lb3 Lg4 10. Pei! d5 waardoor hij een zeer goed
spel had.
-) Consequentie van den vorigen zet.
:l) Reeds hier is het moeilijk voor Zwart zijn spel voort te zetten. In aanmer­
king kwam g6 en later Pg7-
4) Na dezen „blunder" is de partij reeds verloren. Mieses was in de eerste
twee match-partijen bepaald slecht gedisponeerd.
5) Op Tb8 volgt 18. Le7: De7: 19. Db8:
Stand na den 38sten zet van Wit.
5i

6) Pg6 wordt gevolgd door 19. d4 en laler Lc2.


7) Men lette op de fijne wijze, waarop Janowski den aanval leidt.
s) Dit is nog sterker dan Le7 : De7 : 25. Dg6: hoewel ook dit zou doen winnen.
s) De pion gaat altijd verloren.
l0) Het einde nadert, Zwart moet zich laten slachten! Zie diagram.
") Er dreigde 43. Tf6:| en 44. Dh7 mat. J. D. T.

No. 155. Tweede Match-partij gespeeld te Parijs 9 Januari 1895.


Wit: J. Mieses. Zwart: D. Janowsky.
Alupin's Opening-,
l- e4 e5 8. f3?4) ds 15. P ds Lest
2. Pe2') Les 9 L d3 05 16. Khi T es:
3- ^4 ed4: 10. o—o cd4: 17. P 07 T b8
4. P d4: Pf6! 11. Ld4: de4: 18. L C4 L f5
5. P C3 o—o 12. Lf6: Df6: 19. D f3 Ld6!
6. Le32) Te8 13. fe4: Dh6! 20. T aei6) Tei:
7. L C4 •') L b4 14. e5 ®) P c6 21. Tei: Dli2:mat.
') Zie aangaande deze opening de Januari-Februari aflev. 1894 van dit Tijdschrift.
De hier door Zwart gespeelde tweede zet LC5 komt mij beter voor dan Pc6.
De zet is natuuilijker, daar de Eooperzet op zichzelf krachtiger en meer aanvallend
is en de voorname kracht van Pc6, het dekken van den e-pion hier niet is vereischt.
") Beter was 6. Pb3 Lb4 7. Lgs Te8 (h6 8. Lh4 g5 9. Lg3 Pe4: en Wit krijgt
later sterken aanval op den verzwakten koningsvleugel) 8. Df3.
Door deze partij wordt bewezen, hoe gevaarlijk het is tegen een sterk speler een
opening aan te wenden, die men niet volkomen beheerscht.
) Hier had Dd3 Lb4 8. f3 d5 9* 0—0—Wit nog een goed spel gegeven.
Na den tekstzet is verlies onvermijdelijk.
*) Beter ware nog steeds Dd3. Na f3 gaat altijd een officier verloren. Zie diagram.
Stand na den 8sten zet van Wit.

5) Op een pion meer of minder moet'Wit niet meer zien.


') Wit speelt terecht op mat! J. ]). T.
52

No. J56. Derde Match-partij gespeeld te Parijs, 10 Januari 1895.

Wit: D Janowski. Zwart: I Mieses.

(14 0|M'iiin»\

i- t'4 ^5 IO- °—0 DC7 19. cd4: L C5!6)


2. 03 e6 11. g4 -) g6 20. D L <34: !
3- L d3 C5 12. Dh3 P e4 21. L d4: D dy
4- c3 Pf6 I3-Tf33) P es : 22. L b6: ab6:
5. P d2 Le7 14. des:4) Pd2: 23. L C2 D d4f
6. f4 0—0 15. L d2 : d4 24. K g27) D b2:
7. P gf3 b6') 16. ed4:5) Lf3: 25. T fi T d2f
8. P es L b7 17. L) f3: T ad8 26. T f2 T te :|
9. 1) f3 P bd7 18. L e3 cd4: 27. K te : T c8
Opgegeven.
') De wijze, waarop Wit hier de d-opening behandelt, geeft haar altijd een
eigenaardig, min of meer abnormaal karakter. De verdediging ligt niet voor de
hand. Wit heeft op den koningsvleugel spoedig een overwegende stelling door de
vele officieren, die hij daar in 't gevecht kan voeren. Zwart moet daarvoor equi­
valent hebben en dient zich dit te verschaffen op den damevleugel. Dit kan echter
alleen geschieden door na C4, as, bs, Ld7 enz. dóór te breken op de b-lijn;
dezelfde voortzetting dus, die Dr. Tarrasch voor Wit aanraadt in een dergelijke
damevleugel-positie uit de d-opening ontstaan.
2) Te vroeg! Beter ware DI13 (waar de witte dame bij alle fianchetteering
van Zwart bijzonder goed staat) en later Pdf3.
3) Verkeerd, zooals uit de voortreffelijke voortzetting van Mieses blijkt. Beter
ware Le4: de4: 14. gs.
Zie diagram.
Stand na den 13den zet van Wit.

4) Op fes: volgt Pgs.


s) Waarvoor dit offer dient? 16. Tf2 Dc6 17. e4 C4 18. Lfi Les (niet d3, zoo-
53

als Wochenschach aangeeft wegens 19. g5!) en Wit kan pionverlies niet voorkomen.
Echter is het middel hier nog erger dan de kwaal.
6) Ook op Ld4 : zou deze zet zijn gevolgd. Zwart beslist de partij in eenige
krachtige zetten.
7) Op IM4: Td4 : gaat of de f-pion verloren öf op 25. Tfi de b-pion.
J. IX T.
No- 157• Vierde Match-partij gespeeld te Parijs, 11 Januari 1895.
Wit: J. Mieses. Zwart: D. Janowski.
Weener Opciiin».
1- e4 es 15. D d2 P C2 29. D di T g6
2- P c3 P c6 16. D c2 : D hóf 30. g4 °) ii6
3- 83 P f6 17. Kgi De 3 :t 31. Khi D g3
4* E o 2 E C5 18. K. I12 c6 5 ) 32. g^ 7 ) •
5- d3 o—o 19. P gi! TaeS 33. Kgi I) e3t
6. P ge2 a6') 20. P di I) hóf 34. P f2 g4

7- o—o dó 21. P h 3 K h8 35. D d 3 D ,17


8. K I11 ? •) P g 4 || 22. T h i f5 36. I) g 3 Tfó! 8 )
9. Dei 3 ) P b4 23. Kgi Ldt: 37. D h 4 f K g8
10. h3 Pc2: 24. D di : r)e 3 t 38. L fi bs
11. D di Pai: 25. Kh 2 fe 4 : 39. L e 2 ü e3
12. hg4: L g4: 26. de4: T e6 40. Lg4: 9 ) g5!
13. I,e3 ) 4 L e3 : 27. T fi T fi: 41. L eóf K g7 ! , 0 )
l 4 - fe3 : ^85 28- O fi: T f6 Opgegeven.
') Om, ingeval van Pa4 den looper op te kunnen terugtrekken. M.i. is
Zwart's vorige zet niet de jutste; in deze opening moet Zwart trachten lang te
rocheeren en daarna (of daarvóór) oprukken met den h-pion. Uit oprukken is de
natuurlijke voortzetting op de fianchetteering van den witten koningsvleugel.
) Een fout, des te merkwaardiger, omdat Mieses zoo geconfijt is in deze ope­
ning. De beste zet, die Wit in deze opening altijd moet trachten te doen is Pds.
Stand na den 18den zet van Zwart.
54

Er dreigt dan 9. Lg5; op h6 kan dan volgen 9. 03 of Le3, terwijl op Pd5 : 9.


ed5 : de pion d5 een zeer sterken voorpost vormt.
3) Kgi was nog het beste.
4) Hierdoor gaat weer een pion verloren. Beter Ld2 ; maar Wit staat reeds slecht.
5) Overbodig! Zwart kon hier veel sneller winnen door f5. Dit dreigt Tf8-f6-h6.
Speelt Wit 19. I)b3f, dan Kh8 en Zwart wint of het paard e2 of de zooeven ge­
noemde toren beweging wordt uitgevoerd. Op 19. Dei volgt Dd3 : Zie diagram.
6) In aanmerking kwam Df3, maar de partij is toch niet meer te houden.
7) De pion is niet meer te redden.
8) De stelling is zóó, dat Wit den g-pion niet kan krijgen en zijn lot moet
afwachten.
9) Anders komt g3-
,0) Het allerbeste! Op 42. Dh2 geeft Deif mat in eenige zetten.
J. D. T.
No. 158. Vijfde Match-partij gespeeld te Parijs 12 Januari 1895.

Wit: D. Janowski. Zwart: J Mieses.


Spaiuisilie Partij.

1. e4 e5 20. T fei T f7 39. h3 T h4


2. P f3 P c6 21. D d4 D f8 40. T e8 h5
3. L b5 a6 22. D e3 D g7 41. T c8 T C4
4. L a4 d6l) 23. b410) K e8 42. g3") K. f5
5. P c3 L d7 24. f4! K f8 43- b5 ?'5) cb5 :
6. o—o P as " ) 25. f5 D g5 ") 44. T C4: bc4 :f
7. Ld7:f Dd7: 26. T e7 : D e3 :f 45. K d4 K e6
8. d4 ed4: 27. T7e3: X f5 : 46. g4 h4!16)
3
9. P ds ) P c6 28. T e-j )1S T f7 47. gs K f5
10. Pd4: Pge7J) 29. Tf7:f K f7 : 48. K ds : K gs :
11. L g5 ! P d4 : 30. K f2 c6 49. K C4 :17) K f4
12. D d4: f65) 31. dc6: bcó: 50. K d4 K g3
13. Lf6: )6 P ds : 32. K e3 as 51. Ke3 KI13:
14. eds : gf6: 33. a3 ab4: 52-Kf3 K ll2

15. Df6: T g8 ) 7 34. ab4: T e8|! 53- K f2 h3

16. T aei-j- L e-j 35. K d2 13) T g8 54- C4 K hi


17. Te68) Kd8 36. T e2 T g4 55. C5 h2
18. D f7 T f8 37. C3 ds 56. c6 Pat.
19. D g79) D e8 38. Kd3 Kf6
') Dit geeft altijd een moeilijk spel voor Zwart. Beter daarom Pf6.
:) Deze zet ziet er te ongezond uit om goed te kunnen zijn. Wit profiteert er
uitnemend van.
3) Uitstekend! c6 kan niet volgen en Pf6 is ook verhinderd.
4) Op Le7 volgt Pfs.
5) Er dreigde Le7 : en dan Dg7 :.
55

r') Een correct offer. Twee pionnen en een veel betere positie wegen wel tegen
een stak minder op. Zie diagram.
Stand na den 13den zet van Wit.

') Niet beter is Dg7 16. Taeif Kd7 17. Df5f Kd8 18. Te3 Le7 19. Tfeienz.
Toren a8 kan niet in 't spel komen.
s) Sterker lijkt me Te3, om op de 3e lijn tc kunnen werken.
9) Wellicht ware hi>r TO17 : nog beter. Volgt dan Lf6, zoo speelt Wit 20. De+.
Op Lba: volgt dan 21. Tbi Dg7 22. Db4 Ld4 23. Db7 : Tc8 (!) (Lf2 :f 24.
Khi Tc8 25. Td6:f) 24. Tfi of e2.
10) Hiermee heeft Wit zeker as en Ta6 willen verhinderen.
") De beste zet; 26. f6 en winst van Le7 is toch niet te pareeren. Zwart wil
daarom tot een eindspel komen, omdat hier, met slechts torens van weerszijden
veel remise-kansen zijn, ondanks den pion minus.
12) De hiermee afgedwongen ruil van torens komt mij wonder goed voor. Wit
moet beide torens bewaren om door vooruitbrengen van g- en h-pion te winnen.
Van hier af speelt Mieses zeer sterk.
Stand na den 42sten zet van Zwart.
f

56
13) Beter ware het den koning te houden op den vleugel, waar het overwicht
van pionnen is.
") Er dreigde h4.
14) Hierdoor geeft Wit de winst uit de hand. Het scherpziend oog van Dr. Tarrasch
vond hier de volgende in al haar eenvoud toch sehoone wijze om te winnen : 43.
Tc7! Kf6 (gaat de K op de e-lijn, dan wint Th7, gaat hij op de g-lijn, dan wint
nu 44. l>5 cb5: 45. TC4:! dc4:f(n 46. Kd4 Kf5 47. K.C5 Ke4 48. Kbs: Kf3 49.
g4) 44. Td7 ! Kf5 (Te4 45. Tdóf) 45. b5 en wint. Zie diagram.
16) Dezen fijnen zet had Wit bij zijn 43en zet zeker overzien; hg4: zou zwart
doen verliezen.
17) Ke4: helpt evenmin; de partij is remise.
J. D. T.
No. 159. Zesde Match-partij, gespeeld te Parijs, 14 Januari 1895.
Wit: J. Mieses. Zwart: D. Janowski.
Weener Opening.
1. e4 es 11. P f3: P g4 21. C3 P e2
2. P C3 P c6 12. P d5 d6 22. L f2 L f2:
3. L c4 P f6 13. T fi! f6 23. T f2 : P g3
4. d3 L C5 14. Ph2! T f8 24. D g7f K c67)
5. L g5 ') h6 -) 15. Pg4= Lg4: 25. a4l T c88)
6. L In g5 16. D h6 P d4! 26. as! DI14:9)
7. L g3 I15? 17. Kd25) f5 27. P c7f Kd7
8. I14 g4 18. D h76) T f7 28. P g6f Opgegeven.l0)
9. Dd2 aó?3) 19. Dg8f T f8
10. f4! gf3:4) 20. D góf Kd7
') M.i. is deze zet vóór de korte rochade van Zwart niet aan te raden. Zwart
mist echter niet alleen het juiste antwoord, maar gaat zijn positie aan den ko­
ningsvleugel zóó verknoeien, dat na den 7en zet Dr. Tarrasch het zwarte spel
„irreparabel" noemt.
S t a n d n a den 1 6 d e n zet van Zwart.
57

•) Hier moest Zwart spelen dó. Volgt dan Pd5 (Df3 Pd4), zoo speelt Zwart
Le6 7. Lfó : (Pf6:f gfó: 8. Le6: fg5: 9. LD3 Dfó) gfó: 8. 0115 Pd4 9. 0—0—0
c6, enz.
3) Men kan tot dusverre uit het spel van Zwart niet zien, dat hier een meester
voor 't bord zit.
4) In elk geval was dó iets beter.
s) Op Pfó:| volgt Tf6: 18. Tfó: Pcz :f 14. Kfi (Kd2 Le3f) Pe3f 20. Kei
(Kgi Pf5f) Pc2f en Zwart geeft eeuwig schaak! Zie diagram.
") Zooals Dr. Tarrasch aangeeft was hier sterker C3! c6 (Pc6 19. efs: of Deóf)
19. Dgó| Tf7 (!) 20. PC3! d5 21. ed5:
7) Op Kc8 volgt Pc7:
8) Op Dd7 volgt 26. Lbst abs : 27. ab5 :f en wint de dame.
°P 25 b6 volgi 26. Pe7f Kb7 (Kd7 27. Pcöf Kcó: 28. Ldst en 29. 1>4 mat)

27. Ld5f en wint. Zie diagram.


Stand na den 25sten zet van Wit.

) Beter Te8, waarop echter, zooals Dr. Tarrasch opmerkt, b3 volgt met de
moeilijk te pareeren voortzetting 28. Pb4f Kcs 29. d4 ed4: 30. IM4 : mat.
Mieses heeft deze partij prachtig gespeeld!
J. D. T.
No. 160. Zevende Match-partij, gespeeld te Parijs 17 Januari 1895.

Wit: D. Janowski. Zwart: J. Mieses.


Spaansclie Partij.
l- e4 e5 8. d3 Lg7 15- T, g7 : K g7 :
2. P f3 P có 9. L e3 -) o—o 16. d4?5) g5 !
3. L bs a6 10. Dd2?3) P d4 17. des: P gó!
4. L a4 dó 11. Ld7:4) P f3 18. eó6) D eó:
5- P c3 Pge7 12. gf3: Dd7: 19. Pe2 P h4t
6. o—o Ld7 13. Kg2 f5 20. K hi L) I13
7. T ei ') gó! 14. Lhó f4 21. Dc3t K hó7)
58

22. Tgi D f3 8) 34. Kg2 Ths 46. P C7: a5


23. Df3: P f3: 35- K f3 Thl 47 Kfs T d2
24. Tgdi T ae8 36. P e2 T g7 48. P e8 TI12;
25. P 03 T e5 37. T f8 T h3f 49. P d6: T a2:
26. T d3 g4 38- K f4: T g2 50. e$ T e2
27. Kg2 Ths 39. Tb8 Tf2:t 51. Kf6 T f21
28. Tf3:9) gf3 :f 40. Kg4 T e$ 52-Ke7 b3

29. Kf3: T h2 : 41. P C3 bs 53. P C4 b2


30. Tgi Th3t 42. Tb7 T C2 : 54. P a3 T f3
31. Ke2 T h4 43. T 07 : b4 55. P bi T fi
32. Kf3 Tf7 44. Kf4 T d3 Opgegeven.
33. T g8 T h3t 45- p d5 T C7:
') De juiste voortzetting was hier Lb3, dreigend Pg5.
Op Pa5 volgt dan 8. d4.
:) Beter schijnt Lg5_
3) Hierbij overziet Wit den volgenden zet van Zwart.
4) Door Ld4: ed4: 12. Ld7: dc3: zou Zwart een officier winnen. Op n.
Ddi volgt Lg4- Wit moet zich dus de ontblooting van zijn koningsvleugel ge­
troosten.
5) Tot hiertoe was het witte spel nog wel te houden. Met h4 gevolgd door
Thi Tagi en het brengen van den koning naar den damevleugel zou Wit zich
nog goed hebben kunnen verdedigen. Zie diagram.
Stand na den 15den zet van Zwart.

6) Op ed6: volgt Ph4f 19. Kfi (!) Dh3t 20. Ke2 Df3 :f 21. Kfi Dg4 met
volgend f3, of ook 19 Pf3: met winst der kwaliteit.
7) De koning staat hier met het oog op het volgend eindspel zeer goed.
8) Simplex veri sigillum. Door dezen afruil der dames, in verband met de
krachtige torenzetten in den 29en en 3oen zet, wint Zwart het snelst.
9) Op Thi volgt Pe5 29. Tdi f3-)- 30. Kfi. De toren hi is nu afgesloten en
Zwart wint door verdubbeling van de torens o p d e h-lijn o p den duur pion h2.
Na den tekstzet is het einde slechts een kwestie van tijd. J. D. T.
59

Zes partijen uit het New-Yorker Meestertornooi.


N°- 161- Gespeeld in November 1894.
Wit: I. W. Showalter. Zwart: S. Jasnogrodsky.
Fransche Partij.
r- e4 e6 15. o—o Dd7 29. T b6 Tg77)
2- d4 d5 16. P d2 P 67 5) 30. Tabi T hg8
3"Pc3 Pf6 i7-Pb3 PfS 31. D a6:8) T g2 :f
4- Lg5 Le7 18. L f5 f! gf5 : 32. Kfi T f2 :f
5. Lf6: Lf6: 19. T fbi f6 33. K e i ! Tgif
6" e5 L e7 20. ef6: D f7 34- K f2 : D h4 :|
7- D g 4 LfB1) 21. P c s Df6: 35-Kgi: D d4: |
8. P f32) L d7 22. P f4 L f7 36. K g2 D d2f
9. L d 3 Pc63) 23. D d 3 ! L 05:6) 37- K f 3 Dc3f
IO ' a 3 g6 24- bes: c6 38. P d3 Kd8
"• h4 h5 25. D b 3 Td7 39. T b7 : Ldj
12. D g3 De74) 26. D a 4 aó 4o. Td7:f
I3- ^ e 2 0-0-0 27. P d3 1 C7 Opgegeven.
i4. b4 Le8 28. Pes L e8
') Gewoonlijk wordt hier o—o gespeeld.
) Een sterk centrum door middel van 8. f4 te vormen schijnt rationeeler.
:i) Waarom niet 05? Deze zet is in stellingen als deze bijna altijd noodzakelijk.
4) 10 gó had geen raison d'être, wanneer Zwart niet van plan was nu
Pe7 en C5 te laten volgen, met het doel aan de dame een uitweg te verschaffen.
De tekstzet is slecht; met de er mee voorbereide rochade loopt Zwart vrijwillig
het gevaar tegemoet.
3) Men vergelijke de vorige aanteekening.
") Beter: es. Op 24. Dbs kan dm volgen Les : 25. bes: ef4: 26. Dl>7:tKd7.
') Zie diagram.
Stelling n a den 2 9 s t e n z e t van Z w a r t .

) De rest behoeft geen commentaar; de gansche partij is meesterlijk door


Showalter gespeeld.
6o

No. 162. Gespeeld in November 1894.


Wit: A. Albin. Zwart: S. Jasnogrodsky.
Fransehe Partij.

1. e4 e6 19. Kc2 T fe8 37. T f4 T d3f


2. d4 d5 20. I14 L f62) 38. Ke2 T d5
3. P 03 P f6 21. b3 C4 39. h5 Kf8
4. L gs de4: 22. bc4: L 04: 4 0 . T 1)4 a5
5. P e4: L e7 23. P d 6 L e2 41. T b 8 f Ke7
6 . L f6 : gf6: 24. T d 2 L g4 42. T b7f K e6
7. L d3 P c6 25. f3 J, e6 43. f4? T di !
8. 03 e5 26. P e 8 : T e8: 44. T b6f Ke7
9 . L C4 ed4: 27. g4 T c8 45. T b7f Kf8
10. D b3') o—o 28. P e 2 b5 46. T b 8 f Kg73)
11. o—o—o P a5 29. g5 L C3: 47. T c 2 : ! L C2:
12. D 34 PC4: 30. P C3: b4 48. f5! h6?
13. D04: L e6 31. T d4 L f5! 49. f6f Kh7
14. Dd4: Dd4: 32. Kb3 bc3: 50. góf Lg6:
15. T d 4 : f5 33. T ci c.2 51. h g 6 :f Kg6:
16. P g3 05 34. Kb2 T b8f 52. K d i : Kf6:
17. T di La2: 35. KC3 T bi 53. T b s 4 ) Opgegeven.
18. P f5: L gsf 36. Kd2 T b3

') O p D h 5 volgt P e s 1 1 . £4 P g 6 e n z .
") Zie diagram.
Stand na den 20sten zet van Wit.

De tekstzet h a d v e r v a n g e n moeten worden d o o r L f 4 21. P h 3 L e 6 .


3) Zwart had tevreden moeten zijn m e t eeuwig s c h a a k . M e n moet e c h t e r toe­
geven, d a t d e ingenieuze n u volgende c o m b i n a t i e v a n Albin niet gemakkelijk t e
voorzien was.
4) Het gebeurt zelden, dat m e n in d e p r a k t i s c h e partij gelegenheid v i n d t t o t
zulk een briljant eindspel.
6i

No. 163. Gespeeld in November 1894.

Wit: H. V. Pillsbury. Zwart: W. Steinitz.


Dame-Gambiet.
x. d4 d5 14. P 07 T c8 27. T d2 Td8
2. C4 dc4:? 15. P ds ed5: 28. P h44) d4
3. P f3 ') e6 16. T e7 : P f6 29. T d3 P e5
4- e3 c5 I7-Pg5 Lg42) 30. T b3 D c6
5. P C3 P c6 18. Lh7:| PI17: 3i-Tg3f Kf8
6. LC4: P f6 19. Dg4: Tci:| 32. Ü d2 T c8
7. o—o cd4: 20. L ci: P f6 33. D hóf Ke7
8. ed4: L e7 21. Ddi P c6 34. P fsf Kd7
9- L f4 o—o 22. T ei Dd4: 35. I14 Dcij
10. T ci D b6 23. P f3 D bó 36. D ci: Tci:f
11. P b5 P e8 24. L g5 Db2: 37. Kh2 d3
12. T ei P as 25. T e.23) D b5 Opgegeven.5)
13. L d3 L d7 26. L f6 : gf6:
') Om e5 te verhinderen.
2) Zeer fijn gespeeld en tevens het eenige middel, om Wit's aanval te breken.
Zwart offert tijdelijk een pion, om dien eenige zetten later met positie-voordeel
}erug te winnen. Zie diagram.
Stand n a den 17den z e t ' v a n Z w a r t .

) Beter was 25. Lf6 : Df6: 26 Dd5 : met vermoedelijk remise.


4) De omstandigheid, dat Wit zelf dreigt te worden matgezet, maakt den nu
volgenden aanval van nul en geener waarde.
) Steinitz heeft het moeielijke en ingewikkelde eindspel schitterend gespeeld.

O
02

No. 164. Gespeeld in November 1894.


Wit: W. Steinitz. Zwart: S. Jasnogrodsky.

Geweigerd Roningsgambiet.
t. e4 e5 n. K fi L b6 21. P e3") ^3:
2. f4 Les 12. h3 Pf6 3 ) 22. De 3 : Pas
3 Pf3 dó 13. g4 Te8 4 ) 23. b3 ! L cfi
4. LC4 PC6 14- Kg2 d5 24. Dh6 K h8
5. c3 Pfó 15- Lgs de 4 : 25. gs T g8
6 ^3 o—o 1 ) 16. de4: De7 26. h4 T a6
7. Lb3 Pg4 2 ) 17. Pbd2 Ld7 27. Kh2 fg5:
8. D e2 as 18. P C4 L 05 28. f6 D f8
9. f5 a4 15. Thdi Ted8 29. P g5 : 7 )
10. LC2 Lf2f 20. Lf6: gf6: 5 ) Opgegevén.
') Te vroeg: beter ware Lg4-
:) Een volstrekt nuttelooze zet.
3) Op Pf2 volgt 13. Th2 en Zwart verliest twee stukken voor den toren.
4) Tegen een meester van Steinitz' kracht is het eigenlijk onverschillig wat Zwart
nog speelt. De stelling ; s onhoudbaar.
5) Df6 : dan 21. Td5-
6) Zie diagram.
Stand na den 21sten zet van Wit.

7) Dh6 : kan klaarblijkelijk wegens 30. Pt"7 : mat niet geschieden.

No. 165. Gespeeld in November 1894.


Wit: D. G-. Baird. Zwart: A. Albin.
Spaansche Partij.
1. e4 e5 4. La 4 P f6 7- P e 5 : P e 5 :')
2. Pf3 Pc6 5. 0-0 P e4: 8. des: P C5")
3. L b5 a6 6. d4 bs 9- ^ ^3 P ^3.
63

xo. ab3: Lb7 15. L e3 h4 5 ) 20. K fi L f3


11. D g4 3 ) De7 16. Dgs 6 ) T h6 21. D h4: D gó
12. P C3 De6 17. Dg7:7) T gó 22. Pe2 Tgif
x3- ^ o34) h5 18. D h8 f L f8
14. h3 LC5 19. Tei 8 ) T g2 :f Opgegeven.
') Niet ba4 : wegens 8. Pcó : dcó : 9. Tei.
-') Weer deugt ba4 : niet wegens 9. DC15.
3) Zwak gespeeld; beter PC3 I)h4 12. Pd 5 met gelijk spel.
4) Ook nu nog had Wit een gelijk spel kunnen krijgen door 13. Deó : feó
14. Le3 enz.
5) Zie diagram.
S t a n d n a den 15den z e t van Z w a r t .

'") Og7 : volgt o—o—o en Tg8.


) Op 17. LC5 : ware Tgó 18. De7f De7 : 19. Le7: Tg2 :f en wint gevolgd.
Kr bleef dus niets anders over dan 17. Les : Tgó 18. Dg6 : I)gó : 19. f3 I)c2 : 20
1 f2 Db3 : en Zwart heeft 2 pionnen meer en dame tegen toren en paard.
8) Wit heeft geen afdoende verdediging meer.
1GG. Gespeeld in November 1894.
Wit: J. W. Showalter. Zwart: E. Hymes.
Spaansclie Partij.
T- e4 e5 12. PC3 fe4: 23. fó 0113:
2. P f3 Pcó 13. L b3-|- Kh8 24. D g4 Dg4:+
3- L b 5 aó 14. Pe4: L f5') 25. Pg 4 : L d8
4- L a 4 dó 15. Pg3 L gó 26. Peó h5
5- o—o Ld7 16. P e2 Lhs 2 ) 27. P hó Leó:
6- c3 P f6 17. L f7 28. deó: Lfó:
g4
7. L C2 L e7 18. ds 3 ) P e5 29. P f7f Kg7
8. d4 o—o 19. f4 p g6 30. gfó :f P fó:
9- h3 P e8 20. g5 Ph44) 31. L hóf Kh7
10. P h2 ed4 : 21. P d4 D c8 32. L f8: 6 )
11. cd4: f5 22. f5! gó s ) Opgegeven.
64

') Beter: Pf6 15, Pg5 ds.


-) Hier was d5 noodzakelijk. Het niet opspelen van den d-pion kost zwart
de partij.
3) Showalter neemt de eerste gelegenheid waar, om d5 te verhinderen.
4) Zie diagram.
Stand na den 20sten zet van Zwart.

5) Ook andere zetten zijn niet in staat redding aan te brengen.


6) Van 18. d5 af is deze partij meesterlijk door Showalter gespeeld.

h- # è # H

Verschillende Partijen.
No. 167. Gespeeld om den lsten en 2den prijs in den Bondswedstrijd te Alkmaar, 18 Maart 1894.
Wit: J. Vijzelaar. Zwart: A. Bleykmans.
Giuoco Piano.
1. e2 — e4 e7 — e5 8. P d2 — c4 Lb6 X e3
2. P gl — f3 P b8 — c6 Beter ware 0—0 of Pe7. Ook kwam
Q T, fl 0A T. f8 pö Lc4: Pe7 in aanmerking.
4: d2_ d3 d7 —d6 9. P c4 X e3 Le6Xb3?
5. Lel—e3 Lc5 — b6 10- a2 X b3 Pc6 — e7
g p (]2 Pg8 f6 Hier had Zwart door d5 de stellingen
7 L c4 b3 moeten gelijkmaken. Hij komt nu in het
nadeel.
Gewoonlijk wordt hier gespeeld e3 01
Pfl gevolgd door Pg3 of door Lb6: en Pe3. H- ^ 0 0 0
Lc8 e6 12. P f 3 — M Dd8—d7
Sterker schiint ons Pe7 srevolgd door c6. Beter Pg6.
65

13. f2—f4 eöXfé dreigende Dh6, eventueel gevolgd door


Lets beter nog- Pg6. Wit krijgt nu den Itl-f3-h3 (rlel-e3-h3) dan niet te voorko­
aanval. men is.
14. T f 1 X f4 P e7 — g6 19. Pg4 — h6
15. T f4 X f6 Hier ziet Wit den winueuden zet over
t hoofd. Door Dh6 zou hij in 't voordeel
Dit kwaliteitsoffer is correct en brengt
Wit bij goed spel in het voordeel. gekomen zijn: 19. Dh6 Tg8 20. Pf6:
Pf3|! 21. Khl Pg5 22. Pg8: (hé Tg6)
g7 X f6
lg8: 23. Ta7 : en Wit is 2 pionnen in
Op Ph4: zou gevolgd zijn: 16. Dh5 het voordeel.
gf6:? (beter Pg6) 17. Pg4 De6 18. Tfl
en wint.
a7 — a6
Tempoverlies! Zwart had c5! moeten
16. P e3 — g4 D d7 — e6 spelen.
17. Ph4 — f 5 Kg8—h8 20. T al — f l T a8 — d8
18. Dell—cl2 P g6 — e5 W ederom zwak! Nog was c5 beter.
Andere zetten helpen evenmin, daar het 21. c2 — c4 ?
Stand n a den 1 8 d e n zet van Z w a r t .
Waarom nu niet dadelijk Pd4?
c7 — c6
Zwart ziet het gevaar maar niet in.
Nog zou hier cö ot Tg8 de partij hebben
gered.

22. P f5 — d4 De6 — e7 ? ?
De slechtste zet. Beter nog Dd7, waarop
V\ it hoogstens den f-pion kan winnen, daar
nu op 23. Phf5 Tg8 ! zou kunnen volgen.
23. Ph6 — f5 D e 7 — c7
24. Dd2 — h6 Opgegeven.
D. v. F.

No. 168. Gespeeld in de eerste klasse van den Bondswedstrijd te Kotterdam, 11 Augustus 1894.
Wit: L. Benima. Zwart: A. G Olland.
Giuoco Piano.
1. e2 — e4 e/ — e5 In den regel speelt men hier Le6 ofPey.
2. P g l — f3 P b8 — c6 8. 0— 0
3. L 11 c4 L f8 CÖ 1'fl, gevolgd door Pg3, komt ons hier
4. c2 — c3 P g8 — f6 beter voor. Ook De2 komt in aanmerking.

5. d2 — d3 d7 — d6 L c8 — e6
6. L cl — c3 L c5 — b6 9. L c4 — b5 0—0
7. Pbl —d2 Dd8 —e7 10. d3 —d4 Le6 — d7
66

11. L b5 — c!3 P f6 — g4 25. L b3 — dl D f6 — L6 !


12. h2 — ho 26. Pd2 — b3?? Kh8 —g8
Dc2 ware liet juiste antwoord op den 27. Dfl— g2 Lf5Xh3
laatsten net van Zwart, waardoor f5 ver­
28. Dg2— d2 g7 — g5
hinderd wordt.
29. Pb3 — c5 Pe7 —f5
P g4 X e3
30. P c5 — d7 L h3 — f 1 f?
13. f2 X e3 f7 — f'5!
S t a n d n a den 3 0 s t e n zet van W i t .
14. e4 X f5
Beter Dc2. W/cm
...Wm. mm.... VË2&, vflm
e5 X d4
15. L d3 — c4f K g8 — I18
16. e3 X d4 Ld7Xf5
Met zeer goede stelling.
17. Kgl — h2
Wederom een zwakke zet, die Wits
positie bedenkelijk maakt. Beter was Kh 1.
De heer Benima schijnt al heel slecht op
dreef geweest te zijn in deze zijn eerste
partij van den wedstrijd.
T a8 — e8
Jammer! Hier laat Zwart, die de partij
In aanmerking kwam hier d5 (18. Ldo :
tot dusver uitstekend heeft gespeeld, zich
Dd6f)
de overwinning ontgaan. Direct beslissend
18. T fl — el? toch ware hier Pg3 : Op 31 Pf8: Lflf 32.
Ook de laatste kans om met Del hier Kg3: (op Kgl volgt mat in 3 zetten)
nog een redelijk spel te krijgen, laat Wit Dh3| 33. Ki'2 Dg2f 34. Ke3 Dg3f 35.
zich ontgaan: 18. Del Df6; lü. Dh4! Lf3! Le5:! 36. Tfl:! Lf4| 37. K~ Ld2:
eventueel gevolgd door Tael. — Op 18 . . . en wint.
Dd7 19. Dg3 Tf6 (dó 20. Lb5! gevolgd Op 31. Kg3: volgt: Dh4f en Tf2f.
door Lc6: en Pe5) 20 lJh4. Op 31. Kgl wint Ld7 : een officier.
D e7 — f6 De tekstzet doet de rollen omkeeren en
19. T el X e8 T f8 X e8 Wit komt nu in het voordeel.

20. Ddl—fl Pc6 —e7 31. Kh2 — gl P f5 X g3


21. T al — el d6 — d5 32. Dd2 —h2! T f8 — f2
22. L c4 — b3 c7 — c6 Zeer fijn gespeeld, maar tevens ook het
eenige, om het verlies van een stuk te
23. P f3 — e5 L b6 — c7 verhinderen.
24 g2 — g3
33. D h2 X g3 T f2 — g2f
Beter ware wellicht l'dfli, gevolgd
door Kgl. 34. D g3 X g2 L fl X g2
T e8 — f8 ! 35. Kgl X g2 Dh6 —h4
67

36. P d .7 —f6f ! K g8 g7 Weer geheel eu al verkeerd. b4 was


37. T el — hl Dh-5 X hlf d e zet ' . _ ,r
38. Kg2te X hl Kg7 X f6 .. v • = L v ™
^ 45. (14 X co b6 X c5
39. L dl—c2 i/ j r - o lo c' ii
46. Kg2 — ho c5 — c4 !
Veel sterker is Pd7t Ke7 (K.f'5 40. Lc2+ ,r, t> io 1 < o t j/? v i. 1 i
. . . , . „ \ ' 1 7 . F d 3 — b 4 r L d b X b 4 !
en wint den h-pion) 40 ie5 bb 41. Fd3!
Het zal Wit nu, dunkt ons, niet moeilijk 48. c3 X b4 d5 d4
vallen de partij te winnen. Speelt Zwart 49. K h3 — g4 c4 — c3
Ld6, dan volgt eerst 42. b4, eventueel op qq ^9 cg (|^ (.y

a5 gevolgd door a3. Op 41 ... . Kf6 volgt , T _ Tr - ,


42. Lg4 dreigend Ld7. ^ 51. L dl — c2 K c7 — d6
Dat Wit de partij echter nog verliest, 52. a.2 — a4 K d6 —- c7
is haast ongeloofelijk; remise kon hij nog 53. K gl h3 K c7 d6
tot op het allerlaatst verkrijgen. -j j £-

h7 — h5 Wit wil de partij verliezen. Kg4 ofb5'.


Zwart maakt natuurlijk dadelijk gebruik eu remise.
17 IA !
van den zwakken zet van zij11 tegenpartij. JY db eO .
Zou hij op dit oogenblik nog hebben dur- 55. L f5 — c2 K e5 — f4
ven vermoeden, dat hij dè partij zou winnen ?
40. P e5 — d7f K f6 — e7 Nu is het te laat!
41. P d7 — c5 b7 — b6 gö — g4f
42. P c5 — d3 h5 — h4 57• K h3 X h4 ? g4 — g3
43. Lc2 —dl 58- K h4 h3 K f4 — f3
Nu moet de looper weer terug (zie de ^ ^ g^ '
noot bij zet 39.) 60. L b3 — d5f K f3 — f2
L c7 — d6 ! 61. L d5 X g2 c3 — c2
44. Khl —g2 Opgegeven. t>- v-

No. 169. Gespeeld in de eerste klasse van den Bondswedstrijd te Rotterdam, 13 Augustus 1894.
A. G. Olland.
Wit: Zwart: W. B. H. Meiners.
Geweigerd Evans» amh iet.
1. e2 — e4 e7 — e5 °f laat gedwongen om b5 te laten volgen,
9 P gl f3 P b8 c-6 want ba5 : verschaft Zwart een gewichtige
T _ T i l - torenlijn e n W i t eengeïsoleerdeupion. N a
1 c° 1)5 staat de looper op bö zeer goed; wordt
4. b2 — b4 L CO — b6 de looper hier later genomen, dan ver-
5. c2 c3 d7 d6 goedt m. i. de open c-lijn aan Zwart het
6 a9 ^4 a7 nadeel van den dubbelen pion op de
b-lijn.
Hier was beter aa. Wit is dan vroeg Na ati 7. a5 La7 zal Zwart later voor
68

het alternatief kunnen staan: bf W its ] 24. P f3 — el P f4 X e2


looper, wanneer die op e3 wordt gespeeld, 25. T dl X d8 T f8 X d8
te slaan, en aan Wit een open torenlij n te
Stand na den 25sten zet van Wit.
verschaffen, bf zich door Wit na Lal : liet
paard of wellicht zelfs den toren te doen
deplaceeren op a7.
7. D dl — b3
Deze zet wordt meestal gespeeld; waarin
V////////y '////////, :
echter zijne kracht bestaat is moeilijk te V///////A 7//////A ' '*?///. '*'///.

zeggen. Ik heb nog nooit een partij gezien,


waarin bij goed spel van Zwart de dame
hier gunstig stond. Haar juiste plaats is mm. mm m
c2 of e2.
D d8 — e7
8. d2 — d3 Pg8—f6
9. 0—0 0—0
Te haastig! Zwart kon hier als volgt
10. L cl — g5 winstkansen krijgen: PgSf 26. hgö : Td8 :
Verkeerd gespeeld. Deze looper moet na Er dreigt nu zoowel g4, Kg7 en li4 als
10. a5 La7 op e3 geplaatst worden. Lc4. Op 27. c4 volgt Td4 28. c5 La7
h7 — h6 en Zwart wint den b- of den e-pion; op
27. lJd3 speelt Zwart Lc4 28. Tdl Ld3:
11. L g5 — h4 P c6 — d8 !
29. Td3: Td3: 30. Üd3 : Df2: of Li2 :
Een uitstekende wijze om tot den aanval
27. lJe2 wordt gevolgd door Lc4 en Wit
over te gaan.
kan zich niet meer roeren.
12. P bl—d2 P d8 — e6 27. f4 ruineert het witte spel heelemaal.
13. Tal—el P e6 — f4 Neemt Wit bij den 26en zet niet met
den h- maar met den f-pion, dan volgt
14. Kgl —hl P f4 — g6
26. Pfl: 27. Tf8:f Kf8: 28. Pef3 g4 29.
Hier ware g5 15. Lg3 Kg7 de juiste
Dd2 Ke7 30. Del (Dg5f f6 31. Dg7|
voortzetting; Zwart is te zoetsappig in zijn
Lf7) Del: 31. Pel: Lc4. Wit staat inge­
aanval.
metseld. Zwart kan nu bf door Lb6-e3-
15. L h4 — g3 P f6 — h5 d2 den c-pion winnen, bf als het paard op
16. d3 —d4 De7 — f6 c2 komt door Ld3 den e-pion. Bovendien
zou Zwart door c5 en aö en dan oprukken
17. d4 X e5 d'6 X e5 van den Koning snel winnen; Wit blijft
18. L c4 — e2 L e8 — e6 toch ingesloten.
19. Db3—c2 Ph5 — f4 26. Dd2 X e2 SÖ — e4
20. P f3 — gl T a8 — d8 27. P el — c.2 D f6 — g5
21. Tel — dl h6 — h5 28. Pc2 —e3
22. Lg3 X f4 Pg6 X f4 Er dreigde Td2.
23. Pd2 —f3 g7 — g5 Le6 —b3?
ö9

Van hier af begint Zwart zwak te spelen, 34. D f2 h4 T d8 h8


waardoor hij deze partij, die zoo goed voor Weer verkeerd, Lc4; 35 Th5 . T)gfi en

hem staat nog verliest. Wüde Zwart Pe3 Zwart heeft nQg f,p begte fcansen

nemen, dan had hij den looper zoolang Pol ^ 113X4


mogelijk op e6 moeten houden om Tf5 te
pareeren. Beter nog
° Td8.
29. a4 — a5 L b6 X e3 36. Pe2 —g3 L c4 — e6
30. f2 X e3 f7 —f6 37. Pg3 X höf Ïh8 X h5
Buitengewoon zwak gespeeld. Zwart °P k"'* wint 88' Pf6:t K-7 3iK Ph5t

moest zijn zoo even opgemerkte fout her- ('(

steld en Le6 gespeeld hebben. Door den ')|S'• ^ f'5 X h5 D f7 g6


tekstzet wordt i° de f-pion, als ruchstiindig 39. T h5 — h8 L e6 — 0^8
en niet meer door een looper beschermd. j^2
zeer zwak; wordt 2° gelegenheid gegeven i ,, , T. ,
. . , , . Jieter ware nog L)e4:
om den looper van e6 af te sluiten, waar- ! . r„. , (

door de toren op f5 sterk komt te staan: I ' 1 " 1 g4 X ho


geraakt b° de koningsvleugel gevaarlijk open. 42. I c8 X f'7"}" Kg( — 1x8
31. c3 — c4 ! D g5 — g6 i 43. Dh4 X h3 D g6 X e4
32. T fl—f5 Dg6 — f7 44. Dh3 — h6 Opgegeven.
33. D e2 — f2 Kg8 — g7 j. d. t.

^ H ^

Binnenland.
AMSTERDAM. De volgende tabellen geven een overzicht van den ouderlingen
wedstrijd in het Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap.
Eerste klasse.

s a I s I s ! . ' — |
Deelnemers.
•&.
u
-S.
u
I %<- I
|
8
g
-
§
\ £o I
I
ë
£
I
I
-
~
K. B J 5 l I ü | u: j J I f2
< - I > I > I I I >• 1
A. Bleykmans —| o | i | % [ o | i o | 2V2
D. Bleykmans. . . . . . ï| — j 1 j ö j i j ï j 1/2 | 4.1/a j
"E. van Dien 0|0|_| 0 j ~ ~ ~ i " | ~ i / 3 |"
A. E. van Foreest ... i/s 1 '' 1 1 ï | — | Vs | ï | Va | 4VT
L. Gans 1 | o | | i/8 | — | 1 | 0 ]
H. Kothe o o | o | o j o | — |o|o
jj^JW^jvan Lennep. . . 1 j Vs 1 Va | Vs | 1 | 1 j —~j 4V3
7o

Tweede klasse.
W I c
i zA i ^ c/5 4—• ""O *
I § « i "3 .5±, '> "o j= 3
Deelnemers. \ > g || •§ | §

1 cg S I1 S -w H É I
G. J. Gantvoort . . . . | — j 1V2 11 11 I 11 01 00

H. Mendes da Costa. . | 0V2 | — | 01 | o | 01 | 00 | 1V2 1


W. H. van der Meulen | 00 | 10 | — | Vs° J_ 10 ! 0 i 10 I
W. Muntjewerff. . • • . | 00 1 1 | V21
1 I 10 i 0
1 01 I
M. G. Stokvis | 00 | 1 | 01 | 01 | | 10 | 00 | 4
C. Tinholt | 10 | 11 | 1 | 1 1 01 I I 11 1
J. cTlën Tusschedé .] 11 | 0V2 [ 01 1 10 1 " 1 00 1 — 1 6^J

Derde klasse.

-d 1 ryT^~!~TTT~
u £ I « I b S S *2
Deelnemers. o o
« 6 1 E 1 £ ! -o ! ^ H
>• I 1 I > 1 -ë 1
S. Beffie [. — 1 11 1 T.i | 11 [ 00 1 11 j B
G. A. van Coevorden . . . . . | 00 | — lnln!"!11! ^
"T. .T. Flckë j 00 j 0° 1 — I 00 1 10 I 1 3
A. C. B. Heynert . . . | 00 | 00 | 11 | —1 1 " I °' 1 _ 5
J. W. vaiTder Laan Jr | TT | 00 | 01 | 00 | — j 11 | 5
J. T. de Leeuw. 00 1 00 1 00 1 1° I 00 I :z_]_JL_

In de eerste klasse is de uitslag derhalve, dat D. Bleykmans, van Foreest en


van Lennep om de drie prijzen moeten kampen. Deze beslissingswedstrijd, waarin
ieder met ieder drie partijen moet spelen, begon reeds: Bleykmans won twee
partijen van van Foreest, waarvan de eerste zeer de moeite waard is en waar­
schijnlijk in ons volgend nummer zal worden opgenomen, en van Lennep won
een partij van Bleykmans.
In de tweede klasse voorspellen wij, dat Tinholt den eersten prijs zal winnen,
Gantvoort den tweeden en ten Tusschedé den derden.
In de derde klasse moet evenals in de eerste, gekampt worden: door Beffie en
van Coevorden om eersten en tweeden prijs, door Heynert en van der Laan om
derden prijs.
In de Amsterdamsche Schaakclub wordt sedert eenigen tijd een match gespeeld
tusschen C. C. W. Mann en van Lennep. Overwinnaar is hij, die het eerst zeven
winstpunten heeft. De stand is op dit oogenblik: v. L. 5, M. 1, Rem. 3.

ARNHEM: Sedert 17 Januari houdt de Arnhemsche Schaakvereeniging hare


bijeenkomsten in „Place Royale", eiken Zaterdagavond te 8 uur. Verder verga­
deren nog eenige leden eiken Dinsdagavond in een der lokalen van de ,,Bo(.k-
7i

Bierhalle (eigenaar: W. Gustav), doch over de opkomst in laastgenoemde gele­


genheid valt niet te roemen.
De nieuwe Schaakclub alhier, waarvan wij in ons vorig nummer melding
maakten, koos van Lennep tot Peter en vergadert in bovengenoemde ,,Bock-
Bierhalle" eiken Zaterdagavond.

DEN HAAG. Den Hertog gaf hier onlangs twee simultaan-voorstellingen, die den
volgenden uitslag hadden 27 December. Hotel St. Hubert, Leden van „Excelsior"
en introducés: 12 gewonnen, 2 verloren, 2 remis. 28 December Zuid-Hollandsch
Koffiehuis, „Discendo Discimus": 6 gewonnen, 3 verloren en niet minder dan 9 remis.

KROMMENIE. De uitslag van den alhier gehouden wedstrijd wordt door de


volgende tabel veraanschouwlijkt.

No. Naam 1ste ronde. 2de ronde. 3de ronde. 4de ronde
1. K. Krijgsman Szn. 1 v „ ••
, K. krijgsman Sz.
2 . fan Bakker Wzn.) | ,, ,,
V, r> D. Reyne. .
3 - D. Reyne. , D Reyne )
4 . S. Waagmeester. I

ij' "k' Reyne' j K. Krijgsman Kz. Re«vne


D Rey„e
6. K. Krijgsman Kz.' I,, .. I . ' .
r* . , K. Krijgsman Kz. / I wint van M.
c G o
i - "® ' r r 1 •
,r „ ) Bruin wint
9. M. Gorter. . 1
rjr t M. Gorter. 1 van K.
1 0 . Ht. Reyne. ! I T7. ..
n j at 1 M. Gorter. I 1 Krijgsman
11. C. van derMeulen. _ „ , Tr
„ „ , B. Bak. ' I I Kzn.
1 2 . B. Bak. , j M. Gorter
1 3 . T- v. Wermeskerken. bve ,
1 4 . J. Bruin Wzn. bye 'J" BrU1" Wz' '
I was alzoo D. Reyne, II M. Gorter, III J. Bruin Wzn., terwijl nog twee con-
solatie-prijzen door de heeren K. Krijgsman Szn. en C. van der Meulen werden
behaald. •

BEEMS1 ER. De in ons vorig nummer aangekondigde wedstrijd alhier, had


op 8 en 9 Februari 1.1. plaats. Er waren tien deelnemers, die ieder met ieder een
partij moesten spelen. Den eersten prijs behaalde Jhr. D. van Foreest te Oost­
huizen, den tweeden Klaas de Heer te Beemster na kamp met P. Schipper, den
derden P. Schipper te Oterleek en den vierden M. Veer te Andijk. Jammer was
het, dat Jacob Beets na den eersten dag vier van de vijf partijen te hebben ge­
wonnen, plotseling ongesteld werd en aldus verhinderd was verder aan den strijd
deel te nemen.
Met zeer groot genoegen vermelden wij deze overwinning van onzen Voorzitter,
niet alleen om het gewicht dezer overwinning op zich zelf, maar omdat dit weer
de eerste maal is sinds 88, dat de heer van Foreest aan een wedstrijd deelneemt.
Van harte hopen wij dan ook hem voortaan weer geregeld in de gelederen te zien
verschijnen. Bij den a. s. grooten Bondswedstrijd te Arnhem in Jnli of Augustus,
72

zal hij ongetwijfeld het nationale kampioenschap, door hem zoovele malen achter­
een met roem verdedigd, komen heroveren.
Tegelijkertijd met dezen schaakwedstrijd werd een dam wedstrijd gehouden.
Hieraan namen 10 spelers deel. Den eersten prijs won A. Zomerdijk te Beemster,
den tweeden S. de Heer Azn. te Ursem, den derden L. J. Content te Amsterdam
en den vierden A. de Heer Kzn. te Beemster.
Overzicht van den Schaakwedstrijd.
Si . " s ] ï "['
8 £ •« s - ö a "3
Deelnemers. £ X "2 ^ ij -2" | •£• I u' o « o
^ 3 I > -5 I § I ^ O H
s ^ N £ w ll 1

D. van Poreest — 1 I 1 1 1 1 ** 1 9
K. de Heer Azn | o | — | i" ]~T]" Vg | o | r* j i | t \ i* ] 6%
~\t^ Zuurbier | o 1 o ] — 1 i | o 1 o 1 1 | Va | Va 1 ° 1 3_
J. Wiedeman |o|o|o| — | o | Vg 1 i* | o 1 i I 1 1 3V2

"UT Veer . | o | Va | 1 | 1 | — ] Vg | 1* | 1 | 1 [ o | 6~
P. Schipper . .7 j o j 1 | 1 | Vg | Vg ] — 1 1* 1 Vg 1 1 I 1* 1 6Vg
W. Muntjewerfï | o* | o* | o j o* | o» | o* j — | o* | o* | o ] o
D. Reyne | o | o | Va | 1 | o | Va | ' | — | Vg I 0 I 31/»
C. Gorter Azn | o | o | Vg | o [ o lo l 1 * I Vg I — I 0 I 3

J. Beets Jzn. . . TTTT "."[o7^|ö"*J i j o | ~ T " I o * | 1


* — niet gespeeld.

i
Buitenland.
PARIJS. In dit nummer vinden onze lezers de eerste zeven match-partijen
Janowski-Mieses. Na onze laatste opgaaf op blz. 44, werden er nog '6 partijen
gespeeld, die den kamp onbeslist lieten, daar elke meester nu 6 partijen had
gewonnen, en er twee remise had gemaakt.
9de partij Spaansch 3 a6 65 zetten M. wint.
10de ,, Weener-opening 3. Lc4 78 „ remise.
nde „ Spaansch 3 a6 53 „ J. wint.
12de „ Weener-opening 3 LC4 35 „ J. „
13de „ Driepaardspel 3 g6 31 „ J. „
14de „ Weener-opening M. „
Dit ré een zeer bevredigend resultaat, te meer daar het hier twee jonge meesters
geldt, beiden aanhangers van een briljanten speelmodus, die gelijke aanspraak
hebben op onze bewondering en waardeering. Geen kampioenschap der wereld
stond op het spel, en geen superioriteit van oude of moderne school liep gevaar
een knak te krijgen. Trouwens in het algemeen is het winnen van een zóó korten
73

match slechts zelden een afdoend bewijs voor iemands meerderheid, en daar liet
groote publiek dit dikwijls vergeet, zou vooral in het onderhavige geval, het verlies
bv. met één winstpunt, den naam des betrokken spelers slechts ten onrechte hebben
geschaad.
Zooals men zien zal, zijn de gewisselde partijen briljant en geestig genoeg, echter,
wat dikwerf samengaat, niet vrij van grove fouten. Beide spelers bezondigen zich
hieraan, doch stellen dikwerf in een volgend moment den lezer weer schadeloos
door een fijne combinatie.
Tijdens den match deed het bericht de ronde, dat Teichmann den overwinnaar
wilde uitdagen. Wij hopen hartelijk, in het belang der schaakwereld, dat Teich­
mann, nu de uitslag geen overwinnaar heeft aangewezen, niet evenzoo zal handelen,
als de ezel, die tusschen twee schelven hooi stond!

ST. PETERSBURG. Een brief van „Ursus Major" in de pas verschenen Februari-
aflevering van de B. C.M. brengt het bericht, dat von Bardeleben de noodige gelden voor
een match met Tschigorin niet heeft kunnen verzamelen, zoodat de zaak is afge-
sprongen. Wij betreuren het natuurlijk, nu niet in de gelegenheid te zullen zijn,
een paar kabinetstukjes van den bij uitnemendheid briljanten Russischen meester
te publiceeren, doch wij moeten overigens den Duitschers gelijk geven, wanneer
zij von Bardeleben, die blijkbaar met dezen match slechts een finantieele specu­
latie beoogde, op dit oogenblik, nu hij geheel uit de oefening is, allerminst tegen
Tschigorin opgewassen achtten. Wij hebben in het Mei-nummer van den vorigen
jaargang, uitvoerig over de zoogenaamde strijdlustigheid van beroepschakers geschre­
ven, en kunnen daaraan slechts toevoegen, dat de d. t. p. uitgeteekende vliegers in
Amerika beter schijnen op te gaan dan in Duitschland!
Een in November te Leipzig gespeelde match van acht partijen tusschen von
Bardeleben en Alfred Jecke. waarbij eerstgenoemde twee partijen voorgaf, eindigde
met de overwinning van Jecke, die drie partijen won (feitelijk één), twee verloor
en drie remis maakte, een des te eervoller succes voor den jeugdigen, nog bijna
onbekenden speler, daar hij tot dusver weinig gelegenheid had, zich theoretisch en
praktisch te oefenen.

HASLINGS. Evenals in 94, vond ook dit jaar van 17 tot 19 Januari een
schaakfeest plaats te Hastings. Het programma, dat blind- consultatie- en simul-
taanpartijen omvatte, werd Donderdag geopend, met een consultatie-partij tusschen
Blackburne en Dr. Colborne eenerzijds, en Gunsberg en Dr. Ballingall anderzijds.
Deze partij, een driepaardspel, werd door eerstgenoemden in 30 zetten gewonnen,
na een bijzonder interessanten strijd. Denzelfden dag speelde Bird 19 partijen
simultaan, maar de physieke inspanning, na drie uren van afmattend spelen, ging
zijn krachten te boven, waardoor hij verscheidene partijen verloor. Ten slotte won
hij 8 partijen, verloor 8 en maakte 3 remise.
Vrijdag werd een tweede consultatiepartij gespeeld, Gunsberg en C. D. Locock
tegen Bird en F. Womersley. De opening was wederom een driepaardspel,
dat 111 37 zetten door eerstgenoemde bondgenooten werd gewonnen, 's Avonds gaf
Blackburne een blind-séance tegen zes der sterkste leden van de Hastingsche clu
74

met het resultaat, dat hij vier tegenstanders overwon en met de twee overige
remis maakte.
Zaterdag, den laatsten dag der feestviering, werden eerst twee consultatiepartijen
gespeeld: Bird en H. Chapman verloren zoowel tegen Blackburne en Colonel
Gillies in 18 zetten als tegen Gunsberg en Ds. W. Wayte in 42 zetten. Daarna
werd tusschen de Hastingsche club en de Athenaeumclub van London, een massa­
kamp gehouden, die onbeslist bleef.
Tot besluit gaf Gunsberg een simultaanvoorstelling. In drie uur tijds bleef hij
overwinnaar aan 20 borden, terwijl hij slechts in twee partijen het onderspit
moest delven.
De volgende, ook bij deze gelegenheid gespeelde, zeer interessante partij moge
hier een plaats vinden.

No. 170. Gespeeld te Hastings 14 Januari 1895.


Wit: Blackburne. Zwart: Bird.
Weener Partij.
t. e4 e5 16. o—o D b6 31. K e2 L e6
2. P C3 L 05 17. C4 d4 32. T a7 K c8
3. L 04 a6? 18. C5 D C7 33. P dó-}- K d7
4. P f3 P c6 19. b4 K d7 34. P hfs T g8
5. d3 dó 20. Tas L e7 35- g3 T b8

6. L g5 P f6 21. T fai D b7 36. P g7 ! K d8


7. P d5 ! L e6 22. b3 T 37 37. P de8 T c8
8. L f6: gf6: 23. D a2 T ha8 38. P f6: I14
9. P114 b5 24. D e2 T h8 39. g4 K f]
10. L b3 P d4 25. T 5a3! D a8 40. g5 ! Kf8
11. C3 P t>3: 26. D a2 L d8 41. Pe6:f fe6:
12. ab3: r.6 27. T a6: T a6: 42. g6! K e7
13. P e3 hs ! 28. Da6: D a6: 43. T C] T C7 :
14. P ef5 ds 29. T a6: L b3 : 44. g7
15. D C2 Lf8 30. Kfi Lc7 Opgegeven.
Het belangrijkste nieuws uit Hastings is echter, dat zich aldaar een comité heeft
gevormd met het doel voor de maand Augustus een groot internationaal concours
te organiseeren. In 1890 is het laatste internationale concours in Engeland (Man­
chester) gehouden en gezegd plan ondervindt dan ook bijzonder veel sympathie
onder de Engelsche schakers, die zich ook geldelijk niet onbetuigd laten. De
commissie schijnt het er vooral op gezet te hebben, Steinitz tot'deelneming te bewe­
gen. Dat Tarrasch, Lasker en Tschigorin zullen meedoen wordt reeds als een
uitgemaakte zaak beschouwd!
NEW-YORK. Zooals onze lezers weten eindigde de match Showalter-Albin met
de overwinning van eerstgenoemde. Zoowel Hodges als Steinitz hebben nu hun
plan te kennen gegeven, om den overwinnaar uit te dagen, doch Albin schijnt
een revanche-match te wenschen.
75

Problemen.
Redacteur: H. J. DEN HERTOG, Marnixkade 43, Amsterdam.
No. 182. O. Nemo. No. 183. S. Loyd.
Weenen. New-York.

Mat in 4 zetten. Mat in 4 zetten.

No. 184. V. Potempsky. No. 185. Ed. Potempsky.


fle Prijs. — „Courier de Varsovie".) (2e Prijs. — „Courier de Varsovie".)

Mat in 3 zetten. Mat in 3 zetten.

No. 186. Ed. Potemsky. No. 187. Dr. W. Lintz


(3e
;3e Prijs. — „Courier de Varsovie".)
Varsoyie".) („Münchener N. N.")

Mat'in 3 zetten. Mat in 3 zetten.


76

No. 188. S. Schuster. No. 189. A. G. Fellows.


(„Müchener N. N.") ' (le Prijs. — „Birmingham-Merciiry".)

Mat in 3 zetten. Mat in 2 zetten.

No. 190. F. R. Gittins. No 191. W. Pulitzer.


(2e Prijs. — „Birmingham-Mercury".) („Chess Harmonies".)

Mat in 2 zetten. Mat in 2 zetten.

No. 192 W. Mayerhofer. No. 193. Th. Breede.


New-York. Libau.

Mat in 2 zetten. Mat in 2 zetten.


77

Oplossingen der October-December problemen, 1894


165. i. Pd3, Kd5; 2. Pf4t, Kd6; 3. Dei enz. of 2—, Ke5; 3. De4| enz.
1—, hg:; 2. Dei, Ke7 of ds; 3. Pf4 (|) enz. of 2—, Pc4; 3. Lt8f enz. 1—, Ke7;
2. Db4|, cs; 3. Dcsrf enz. of 2—. Kf6; 3. Des :| enz- 1—. es; 2. Dfx, hg:; 3.
Df7 enz. of 2—, ad. lib. 3. Lf8| of Dfyf enz. anders eerder mat. 156. Nevenop­
losbaar. Auteursoplossing is 1. Pds. — Nevenoplossing 1. Lc6. — 157. 1. Dai,
Tg5 :; 2- Rd4t enz. 1—, Pg4; 2. Dd4| enz. 1—,Kds; 2. Da8 enz. 1—, K anders ;
2. Dbif enz. 1—, anders; 2. Dest enz. 158. 1. Pb4, Ke5; 2. Df3, ad. lib. 3. D
of P mat. 1—, Ke3; 2. Lest enz. 1—, ; 2. Lgsf enz. 1—, b2; 2. Ld6f enz.
159. 1. DC7 enz. 160, 1. Lc4 enz. 161. 1. Pf3. Kf3:; 2 Dg3t enz. 1—, Kfs; 2.
Pe7f enz. 1—•, Lc6; 2. Dc6:f enz. 1—, anders; 2. Pgh4 enz. of eerder mat.
162. 1. Db5, Ld4; 2. Ddsf enz. 1—, LC3; 2. Pb6 enz. 1—, f2; 2. Dfsf enz.
1—•> Lg5 ; 2. Dc6f enz. 1—, La of C2:; 2. Dc :f enz. 1—, anders; 2. Le6 enz.
4 4
163. 1. Td2, KC3: 2. Df4 enz. 1—, Ke3; 2. Db4 enz. 1—, Kes:; 2. DC5 enz.
164. 1. Lfi, f4; 2. Des enz- 1—> Kds; 2. Df4 enz. 1—, 02; 2. Dd2 enz. 1—,
anders; 2. Lg2f enz. 165, 1. Te8 enz. 166. Pf6 enz. 167. (met zwarte pion op
c6) 1. Dh2 enz.
Goede oplossingen ontvingen wij van de H.H. A. Korst (alle); H. Mendes da
Costa (alle behalve 162); H. G. van Royen (alle, behalve 155, 156, 161 en 163);
W. Albregts (alle, behalve 155, 165 en 166).
Van den heer C. T. van Ham ontvingen wij nog de correcte oplossingen van
de Augustus-September-problemen.

Uit de Probleem-wereld.
Het eerste en, wegens zijn treurigheid, zeker belangrijkste nieuws, dat wij deze
maand mee te deelen hebben, is de ernstige ongesteldheid van onzen Redacteur
den Hertog, die hierdoor waarschijnlijk gedurende geruimen tijd, niet in staat zal
wezen, zijn beproefde krachten aan deze rubriek te wijden. Onze lezers wenschen
zeker met ons, dat den Hertog zeer spoedig weer in staat zal zijn, dit werk, dat
hij met zooveel kennis en liefde verrichtte, te hervatten. Intusschen kunnen wij
tot onze groote blijdschap en dankbaarheid berichten, dat de heer W. B. H. Meiners
zich bereid heeft verklaard, gedurende de ziekte van den Hertog, diens taak over
te nemen, zoodat toch onze probleemliefhebbers het meer speciaal voor hen ge­
schreven gedeelte in dit Tijdschrift niet zullen behoeven te missen.
* *
*
Van de hand van Sig. E. Orsini een der beste Italiaansche spelers en probleem-
dichters verscheen: ,,100 Problemi di Scacchi". Dit werkje, dat 75 cents kosten
te bestellen is bij de Administratie der Nuova Revista degli Scacchi, Livorno, bevat
42 twee-zetten, 44 drie-zetten en 16 gemengde opgaven.
78

ln het zooeven verschenen Februari-nummer van de British Chess Magazine


komt een artikel voor van den Engelschen probleemdicbter B. G. Laws, waarin
verschillende nieuwe illustratiën van de oude kwestie „Original und Nachbildung'
worden besproken. De door Laws ontdekte gevallen zijn echter hierom bijzonder
merkwaardig, omdat het paar geheel of gedeeltelijk identische problemen telkens
in hetzelfde probleemtornooi werd ingezonden, ja soms bekroond. Wij achten het
opstel interessant genoeg, om in ons volgend nuiumer uitvoeriger erop terug te
komen.
* *
*

De Redactie is van plan, zoo spoedig mogelijk een grooten gecombineerden


wedstrijd uit te schrijven in het oplossen en dichten van problemen. De bepalingen
zijn nog niet definitief vastgesteld doch zullen waarschijnlijk in de Maart-aflevering
bekend worden gemaakt. Wij kunnen een maandelijkschen prijs van vijf gulden
voor den besten oplosser en driemaandelijksche prijzen van zes, vier en twee
gulden (resp. voor vier-, drie- en tweezetten) voor de beste problemen in uitzicht
stellen. H. H. componisten weten derhalve nu, wat hun te doen staat ! Wij hopen
van harte, dat deze wedstrijd goed moge slagen, ook zonder dat wij de hulp en
de critiek van buitenlanders requireeren!
* *
*

No. 194. H. Adolphi. Lezers, die de in dit nummer voor­


Adsel. komende twaalf problemen reeds hebben
opgelost, zullen zeker gaarne als dessert
nevenstaande gemakkelijk verteerbare en
onschuldige scherts-opgave willen nut­
tigen.

Mat in 3 zetten.
Ten slotte nog een verzoek: Wie is zoo vriendelijk, om ons het adres mede te
deelen van den bekenden probleem-componist, den heer L. A. Kuiers? Ken even­
tueel antwoord s. v. p. aan onzen Redacteur van Lennep.

4^ ife J
79

Eindspelen

Stelliii»' uit eeiie partij.


No. 5. Gespeeld in den wedstrijd te Beemster, 8 Februari 1895.
Klaas de Heer. Nevenstaande stelling ontstond na den
i7den zet van Zwart. Nu volgde:
18 es Pe8 19. Pg 5 h6 20. Pe6: fe6:
31. ed6: Dd6: 22. T a d i De7 23. Pfs
DgS ('teenige; op M7 wint 24. Ph'>:|
en op Df6 wint 24. Df3!) 24. Df3 Td8
35. Td8: Dd8: 26. T d i Dg5 27. Pg3
Td6? 28. T e i Dg6 29. Pe4 Ta6 30.34
Ld6 31. Dd3 Df7 32. Te3 Pf6 33. T f 3
Le7 34. Lf6: gf6: 35. Dd7! Td6 36.
Pd6: Ld6: 37. Dc8f KI17 38. T e 3 es
39- Dfst T^g6 40. Dd7f Dg7 41. De6
De7 42. Dfst Kh8 43. T g 3 Df 7 44. Tg6
en Zwart abandonneerde.
D van Foreest.

Stelliii"- uit een»' partij.


6. Gespeeld in den wedstrijd te Beemster, 8 Februari 1895.
D van Foreest Nevenstaande stelling ontstond 11a den
32Sten zet van Wit, waarop Zwart ver­
volgde :
32 Td8 —g8

mum* m m 33- T d3 x d4!


33. L d 4 : ? dan Dh 2 f 34. Kfi Lds

m m '/ïy/vy/f. '////s//y> '//////// >


en wint.

D g3 — h2f
<•///////;.,,, V///////A 34. K gx — f i L es X d4
35. L b2 X d4 I , e6 — d s
36. L d4 — g7 ! L d s X g2f!!
m. m %mjêL,wm 37. D e2 X g3 e3 — esf !!
'////////,
////////. ' Z/""SS/ ' '"-.'/SS/;/,,
'////////, <///.*'///.""
38. K f i — f 2 D h 3 — fk+
Hier besliste eiL)f terstond.
P. Schipper. 39' D g 2 — f 3 e2 — eiDf
40. T c i X e i T C7 X C2f
41. T e i — e2 T C3 X e2f
42. K {2 x e3 T g8 - e8f
43- K e 3 — f2 D f4 — d2f
Opgegeven.
8o

Stelling uit eene partij.


No. 7. Gespeeld te Amsterdu :i, 3 December 1887.
TVT TZl oman fa olri De partij verliep als volgt:
16. Lds— f7! g7— g6
17. e5 — e6f K 07 — c8
18. T hi — ei T f8 •— d8
19. T di X d8f K c8 X d8
20. T ei—dif K d8 — c8
21. Tdi —d7 L e7—d8
22. b2 — b4 ') D as X b4
23- D g 3 — e s a7 a5

24. Td7 —d4 Db4 — e7 !


25. g2 — g4 De7 —gst
26. f2 — f4 D gs X g4
27. T d4 X d8f Kc8xd8
28. I) es — dóf K d8 —• c8
D. van Foreest. 29. e6 — e^ L f5 — d7
30. L f7 — e6 ! ! D g4 X e6
31. D d6 X e6 L d7 X e6
32. e7 — e8Df Opgegeven,
') Begin van een interessante combinatie,

Stelling uit eene partij.


No. 8. Gespeeld in de voorlaatste ronde van liet „Meisterturnier" te Leipzig 15 September 1894.

A. Zinkl. Wit aan den zet kon hier op de vol­


gende interessante wijze winnen:
i. c8D fiD (op giD volgt 2. Df8 :f
Kf8: 3. b8D K 4. Da7f en 5. Tgi:)
2. Dg4| Kh8 3. Dh3t (dezelfde pointe als
in de noot bij den eersten zet: op 3 . . .
Kg8 wint 4. Tfi : gfi :D 5. Dfi: Tfi:
6. b8Df), Kg7 4. Td7| Tf7 ! (op Kf6 of
g6 winnen schaakbiedingen van dame
en toren gemakkelijk). 5. Dg4| KI17 (op
Kh6 wint 6. Tdóf Tf6 7. Tfó:! Df6 :
8. b8D) 6. De4t Kg7 7.b8D giD 8. Dbesf
Df6! 9. Df6:f Kf6 : 10. Df4f K cv.' 11.
Df7 :f en wint.
Walbrodt bood echter o]) alle moge­
lijke velden schaak, behalve op I13 en
zoo bleef de partij onbeslist.
8t

Ingezonden
Groningen, 28 Januari 1895.

Aan de Redactie van het Tijdschrift van


den Nederlandschen Sehaakbond.

Het Bestuur van het Schaakgezelschap „Staunton" te Groningen verzoekt de


bovenbedoelde Redactie beleefd, bijgaand schrijven in het eerstvolgend nummer
van het Tijdschrift op te nemen.
A. H. BECKER, Presid.
H. B. VAN RHIJN, Secret.
Het Schaakgezelschap „Staunton" te Groningen van meening zijnde, dat in het
Tijdschrift van den Nederlandschen Schaakbond de beoordeeling van spellen, door
leden gespeeld, steeds welwillend moet zijn, verzoekt de Redactie van dat Tijd­
schrift, dergelijke opmerkingen, als in het nummer van December 1894 op blad­
zijde 222 gemaakt zijn over het spel tusschen de Heeren L. H. Deelman Izn., en
Jhr. A. E. van Foreest, in den vervolge op een meer heusche wijze in tekleeden.
De Redactie moet niet vergeten, dat bijna alle leden van den Nederlandschen
Schaakbond het schaakspel beoefenen, niet als beroepsspelers, maar voor hun
genoegen, en dat niemand het prettig kan vinden, zijn spel als „onnoozel" te
zien brandmerken.
Is het in het algemeen waar, dat de beoordeelingen vriendschappelijk en waar-
deerend moeten zijn, in het bijzonder is dat het geval met het spel, hierboven bedoeld.
I oen de Bondswedstrijd te Groningen in Augustus 1893 aanving, gaven zich
zes ie kl. spelers en vijf 2e kl. spelers op, tot welke laatsten de Heer Deelman
behoorde; en reeds waren de partijen begonnen en eenige zetten gedaan, toen
vooral op aandringen van den Heer Loman, Deelman, die zichzelf niet hooger
schat dan een middelmatig 2e kl. speler, zich liet overhalen om in de ie kl. mede
te spelen, waarop de gedane zetten als niet gespeeld werden beschouwd, en de
wedstrijd opnieuw begon. Wel werd met toestemming van alle leden dat geknoei
goedgekeurd, doch verschillende spelers deden dit niet dan met weerzin, en alleen
op het sterke aandringen van de Heeren Loman en van Foreest.
Voor den Heer Deelman was die overgang eene groote opoffering; ofschoon hij
zeer gaarne eens een lesje van ie kl. spelers ontvangt, was het toch onaangenaam
voor hem, afstand te doen van zijn schoone kans om in de 2e kl. een prijs te
behalen; en dit niet zoozeer voor het geld, als wel voor de eer.
Een woord van lof voor den heer Deelman, die bovendien tot het Bestuur van
den Bond behoort, zou dus bij de beoordeeling van zijn spel veel meer op zijn
plaats zijn geweest dan die scherpe kritiek.
Eindelijk vindt Staunton het nog zeer de vraag, of de opening b4 van den
heer Deelman wel zoo heel slecht is.
Dat Deelman tegen van Foreest verloor is natuurlijk geen bewijs, daar de laatste
de sterkste speler is, die in Nederland woont, tegen wien zelfs onze eenigste
meester van Lennep niet bestand is, zooals blijkt uit de laatste match tusschen
82

die twee schakers. Welke opening Deelman ook gekozen had, steeds zou hij ver­
loren hebben; en dan is er veel voor te zeggen, dat een 2e tegenover een ie kl.
speler van de bekende paden afwijkt.
Doet hij dit niet, dan is hij gewoonlijk, alleen door mindere bekendheid met
de theorie, en volstrekt niet door het meerdere schaaktalent der tegenpartij, reeds
na de eerste 10 zetten beduidend in het nadeel; terwijl dit in de bedoelde partij
eerst bij den i4en zet, die eene groote fout was, het geval was. Had Deelman toen
niet geroqueerd, maar bijv. e4, gevolgd door d4, gespeeld, dan was zijn stand nog
zoo slecht niet geweest.
Verder gelooft Staunton, dat de heeren van Foreest en van Lennep tegen eiken
schaker in Nederland de openingszet b4 durven spelen, zonder te denken, dat zij
ten gevolge daarvan, bijna bepaald zeker hunne partij zullen moeten verliezen.

Wij hebben gemeend om der onpartijdigheid wille het bovenstaande niet te moeten
weigeren. Niettemin zal ieder kalm lezer met ons inzien, dat het niet mogelijk
is, om in het vervolg dergelijke stukken op te nemen, die overvloeien van niet
ter zake dienende personaliteiten en den goeden naam van een paar onzer meest
verdienstelijke leden aanranden.
Op het opgewonden schrijven van ons geacht buitengewoon lid kunnen wij, wat
de zaak zelve betreft, slechts het volgende antwoorden Wij meenen dat wij, door
den openings zet 1. b4 onnoozel te noemen, slechts gebruik hebben gemaakt van
een over de gansche wereld erkend commentatoren-recht, hetwelk ons gebiedt
personen van partijen te scheiden en naar ons beste weten zetten af- of goed te
keuren. Wij kunnen deze zuiver schaakwetenschappeüike gewoonte niet onheusch
noemen, integendeel alleszins uitnemend en bevorderlijk voor het goed schaken.
Wij meenen verder, dat hierbij te werk moet worden gegaan met de striktste onpar­
tijdigheid en zonder aanzien des persoons, daar iemands verdiensten en zijn lid­
maatschap van het Hoofdbestuur niets te maken hebben met de correctheid of
incorrectheid van zijn zetten.
Wij denken er geen oogenblik aan, om aan „Staunton" het recht te ontzeggen,
den openings-zet 1. b4 nog niet zoo heel slecht te vinden, doch het zou ons zeer
verheugen, indien „Staunton" ook ons het recht toekende, om van een tegenover­
gestelde meening te zijn. Wij keuren in principe eiken zet af, die door een betere
kon worden vervangen en dezen factor achten wij wel degelijk in het onderhavige
geval voorhanden: 1. b4 verzwakt op voelbare wijze den witten damevleugel en
geeft met één slag den voorzet en den aanval aan' zwart, wanneer deze 11.1. met
1.... e5 antwoordt. Dat ten slotte een eventueele „durf" van spelers als van Foreest
en van Lennep niet in het minst voor de correctheid van welken zet ook pleit,
ligt voor de hand.
Het zal ons niet verwonderen, indien „Staunton" na herlezing van onze noot
en van zijn brief, overtuigd zal wezen van het ongemotiveerde van zijn aanval en
van het grievende der beleediging, die hij twee onzer eminentste leden heeft
aangedaan. Red.
«3
Laatste berichten.
SOERABA\ A. Wij werden verrast door een schrijven van den heer M. T.
Onnen, die, een maand nadat hij in den Bondswedstrijd te Rotterdam, in de
tweede klasse, groep B, den eersten prijs had behaald, naar Soerabava vertrok en
daar thans als ingenieur op de Rijksmarinewerf werkzaam is. „Elk Bondslid moet
zijn, middelpunt van beweging," zoo hoorden wij onlangs iemand beweren en de
heer Onnen heeft zeker de juistheid dezer spreuk op flinke, ondernemende wijze
geïllustreerd. Nauwelijks toch in Soerabava aangekomen, of, als een volbloed
schaker, keek hij met vorschende blikken rond, zocht, speurde en was zoo ge­
lukkig spoedig twee schaakliefhebbers te vinden, even enthousiast als hij zelf!
Dat aanstonds een Club werd opgericht en dat de Bond ook niet in het vergeet­
boek raakte, spreekt van zelf: als nieuw Lid en Donateur (voor f 3,50) mochten
wij in Soerabava den heer T. C. E. Bousquet, Redacteur van de „Bintang Soera-
baya" noteeren. Wij stellen onzen lezers voor, een glas te ledigen op den bloei
van het Schaakspel in onze Koloniën, en bijzonderlijk op de pogingen, die de
heer Onnen in deze richting aanwendt!
Van onzen vriend Vijzelaar hoorden wij sinds zijn vertrek niet anders, dan dat
hij te Parijs met meester Arnous de Rivière had gespeeld en van de drie partijen
er twee had gewonnen en een remise gemaakt. Wij veronderstellen echter, dat
hij thans te Batavia is en daar even ijverig voor de goede zaak propaganda
maakt, als Onnen te Soerabaya. Wij hopen spoedig in de gelegenheid te zullen
zijn, onze lezers met berichten en partijen uit Java te verblijden.

HILVERSUM. Op verzoek van het Hilversumsche Schaakgenootschap speelde


Van Lennep alhier den i3en Februari 1.1. simultaan. Van de 18 partijen won hij
16 en maakte 1 remis. Door het Bestuur werd hem een schitterend mooi, door
een der leden eigenhandig geteekend eere-diploma aangeboden.

AMSTERDAM. De match Mann—Van Lennep eindigde ten gunste van laatst­


genoemde met 7J punt tegen 2}. Meiners en Van Lennep zijn thans van plan
met elkaar te matchen.
* *
*

BILLIJK?
Wij lezen in het weekblad „de Amsterdammer" van Zondag 1 7 dezer, naar
aanleiding van de match Janouski-Mieses;
„De Duitsche meester schijnt in Parijs een goeden indruk te hebben achterge­
laten en de Parijzenaars eveneens op Mieses. Een der scheidsrechters schreef aan
den Redacteur der Londensche „Standard": M. Mieses laissera de bons souvenirs
parmi nous, ayant été d'une courtoisie parfaite". Mieses, die zich thans te Londen
bevindt is vol lof over zijn ontvangst te Parijs, maar over het gedrag van zijn
tegenstander is zijn bewondering minder groot. Men is thans bezig een match
tusschen Mieses en Teichmann te arrangeeren."
Wij betreuren het, dat de heer Loman de door ons gecursiveerde woorden heeft
84

neergeschreven, die o. i. een onbillijke verdachtmaking bevatten. Heeft Mieses


werkelijk reden gehad, om zich over het gedrag van Janouski te beklagen, dan
schrome men niet het kind bij den naam te noemen en feiten te publiceeren.
Bloote beschuldigingen zonder meer kunnen een geheel averechtsche voorstelling
van de ware toedracht der zaak bij de lezers verwekken en den beschuldigde een
misschien onverdiende slechte reputatie bezorgen. Wellicht is de heer Loman zoo
vriendelijk, in een volgend nummer zijn woorden nader toe te lichten. Wij zullen
hem daarvoor bijzonder dankbaar zijn.
* *
*
James Mason, The Art of C/iess, London 1895.
Spoediger dan wij verwacht hadden verschijnt een nieuw product van Mason's
hand. De schrijver schijnt dit werk beschouwd te willen zien als een vervolg op
zijn „Principles of Chess" (zie vorig nummer), en beeft de stof dan ook hier
behandeld op dezelfde wijze. Eerst een aantal opgaven, waarin alleen de koning
voorkomt met pionnen; successievelijk, worden dan nieuwe officieren ingevoerd,
totdat het eerste hoofdstuk beslist met een keurige serie opgaven van dame tegen
verschillende figuren.
In hoofdstuk II wordt daarna zeer uitvoerig de „combinatie" behandeld aan de
hand van circa 150 stellingen uit gespeelde partijen. Dit gedeelte is wel het
voornaamste van het geheele boek, zoowel wegens de opgaven zelf, als door de
talrijke noten en opmerkingen, welke Mason daaraan vastknoopt.
Hoofdstuk III eindelijk behandelt vluchtig de openingen. Te verwonderen is
dit niet van een Mason, die door-en-door practicus, vooraf den wensch uitspreekt,
dat de lezer zijn geheugen niet zal overspannen door van-buiten leeren. Mason
raadt intusschen wel aan, om bij het overzien van stellingen het principe goed
te onthouden, zonder zich dus te zeer in te laten met allerlei bijkomende zetjes
of omstandigheden. — Hij geeft daarna een beknopt overzicht van de aanvangs-
zetten in de verschillende openingen.
Het meest frappante — tegelijk een der grootste deugden van het boek is wel,
dat bijna alle stellingen genomen zijn uit werkelijk gespeelde partijen, waardoor
vermeden wordt de opmerking, zoo vaak gemaakt: „Ja maar, zoo iets komt in
de praktijk toch nooit voor". — Reeds de eerste stelling uit het boek (Wit:
Kf8, p. h5, h6; Zwart: Ke5, p. f6, I14.) is in het pas-gehouden Leipziger congres
voorgekomen, en zoo gaat het voort.
Ook een groote verdienste van het werk is zeker, dat alle stellingen, alle com­
binatiën door diagrammen aanschouwelijk zijn gemaakt, zoodat men, bij het bestu-
deeren ervan, bord en stukken niet noodig heeft.
Het boek is keurig uitgevoerd, laat zich prettig lezen en is naar verhouding
niet duur (/" 3,25); als premie in een der kleine Bondswedstrijden, wordt het
hierbij gaarne aanbevolen.
F.. VAN DIEN.
3e Jaargang. N°. 3. Maart 1895.

TIJDSCHRIFT
VAN DEN

NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAN DEN N. S.: Jhr. D. VAN KORKKST, Voorzitter; E. VAN DIEN, Onder-Voorzitter;
J. C. TEN TUSSCIIEDE, Keizersgracht 100, Amsterdam, Penningmeester; L. H. DEELMAN, Commis­
saris van Materieel; N. W. VAN LENNEP, Secretaris.
REDACTIE: N. W . VAN LENNEP, Kerkstraat 188, Amsterdam; H. J. DEN HERTOG;
•T. D. TRESLING.

Van dit blad, dat omstreeks den 15den van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt
toegezonden, zijn extra-nummers verkrijgbaar S 20 cents en een geheele jaargang ö f 2.—, eveneens slecbts
voor Bondsleden.

INHOUDSOPGAAF: Officieele mededeelingen; Gevallen van overeenkomst bij


wedstrijd-problemen door B. G. Laws; Leipziger herinneringen, door v. L.; Partijen van
de match Janowski-Mieses, door J. D. T.; Partijen van de match Mieses-Teichmann;
Verschillende partijen; Binnenland; Buitenland; Boekbespreking; Problemen; Eind­
spelen; Laatste berichten.

Tegelijk met dit nummer verschijnt als afzonderlijk bijvoegsel een «Staat van
den Nederlandschen Schaakbond op 15 Maart 1895." Bij een lijst der Leden en der
Donateurs en drie finantieele rekeningen heb ik eenige historische gegevens en een
opgaaf van in ons land bestaande en mij bekende schaakclubs gevoegd in de hoop
dat dit werk voor velen van eenig nut zou blijken. Een en ander maakt echter vol­
strekt geen aanspraak op absolute volledigheid en ik zal dan ook een ieder ten hoogste
dankbaar zijn voor elke mededeeling, die mijne aanteekeningen aanvult of verbetert.
Elke bijdrage tot de nationale historie van ons spel, van welken aard en van welken
datum ook, zal op groote waarde worden geschat als onmisbare schakel om langzamer­
hand de verspreide en onsamenhangende feiten tot een duidelijk en belangwekkend
geheel te rangschikken en aldus een beeld te verkrijgen van de gestadige ontwikkeling
en bloei van het Schaakspel in Nederland.
Het is mij intusschen, bijzonder aangenaam hier openlijk mijn erkentelijkheid te
betuigen aan allen, die mij met zoo groote welwillendheid bij de samenstelling van
bovengenoemde lijst behulpzaam zijn geweest, zoowel door het verstrekken van allerlei
inlichtingen omtrent bestaande schaakclubs als door het oprakelen hunner schaak­
herinneringen van vroeger en later jaren. v. L.

Ingevolge het reeds in ons vorig nummer medegedeeld besluit publiceeren wij thans:
de bepalingen voor de wedstrijden in het samenstellen en oplossen van problemen.
Algemeens Bepalingen.
I. Tot deelneming zijn alleen Bondsleden gerechtigd.
II. De wedstrijden openen met de in het April-nummer verschijnende problemen.
III. De wedstrijden loopen tot 31 December '95. Mocht het sucees echter bevredigend zijn, dan
zullen zij over '96 worden voortgezet.

6
86

IV. Problemen en probleem-oplossingen, van duidelijke onderteekening voorzien, moeten tot


nadere aankondiging gezonden worden aan den Heer W. B. H. Meiners, Nassaukade 76, te
Amsterdam.
V. De Jury wordt gevormd door de Heeren W. B. H. Meiners en H. J. den Hertog.

A. Bepalingen voor den Wedstrijd in Probleemeompositie.


VI. De wedstrijd loopt telkens over drie maanden.
VII. Ieder deelnemer mag 2-, 3- en 4-zettige problemen ter mededinging inzenden, zonder aan
eenige termijn of aantal gebonden te zijn.
VIII. Het gebruik van motto's of pseudoniemen is buitengesloten.
IX. De problemen moeten oorspronkelijk zijn, en mogen nimmer in een wedstrijd hebben
geconcurreerd.
X. Wie zich, volgens het oordeel der Jury, aan plagiaat heeft schuldig gemaakt, kan van
verdere deelneming worden buitengesloten.
XI. Voor den besten 2-, 3- en 4-zet, die gedurende een kwartaal wordt gepubliceerd, worden
prijzen uitgeloofd van resp. 2, 4 en 6 gulden.
XII. Indien in één of meer dezer drie categorieën minder dan vier correcte problemen mochten
mededingen, wordt de prijs in de betreffende categorie(ën) niet toegekend. De inge­
komen problemen behouden echter hun recht op mededinging voor het volgende kwartaal.

B. Bepalingen voor den Wedstrijd in Probleemoplossen.


XIII. De wedstrijd loopt telkens over één maand.
XIV. Gevraagd wordt de oplossing van een of meer der in het Tijdschrift voorkomende genum­
merde problemen. (De oplossingen moeten gesteld worden, zooals dit geregeld in het
Tijdschrift geschiedt.)
XV. Voor elke correcte oplossing van een 2-, 3- of 4-zettig probleem worden resp. 2, 3 of 4
punten toegekend.
XVI. Voor elke foutieve oplossing zal 1 punt van het door den deelnemer behaalde aantal punten
worden afgetrokken.
XVII. Telkenmale zullen 3 punten worden toegekend aan hem, die het bewijs levert, dat de
positie niet in de practische partij zou kunnen voorkomen.
XVIII. 5 punten zullen worden toegekend aan hem, die aantoont
a) dat een probleem reeds vroeger in een wedstrijd mededong.
V ) dat een probleem als een plagiaat te beschouwen is.
IXX. Elke maand wordt een prijs van vijf gulden uitgekeerd aan hem, die het hoogste aantal
punten heeft behaald.
XX. De prijswinner mag de volgende maand opnieuw mededingen, doch moet de punten,
waarmee hij den prijs heeft gewonnen, missen, terwijl van de andere mededingers het
aantal punten, door hen behaald, blijft staan.
XXI. De oplossingen moeten ingezonden worden uiterlijk 14 dagen na ontvangst van het
Tijdschrift. HET HOOFDBESTUUR.

Wedstrijd te loeiden.
De Schaakclub «Heemskerk" te Leiden schrijft een wedstrijd uit met af- en aanspel
en met voorgift, te houden te Leiden op Maandag 3 Juni 2den Pinksterdag. Een groote
verguld zilveren medaille, een groote zilveren medaille en twee consolatie-prijzen
— ook medailles— voor hen, die in de iBe en 2ic ronde afvallen, worden uitgeloofd. De
prijzen gaan vergezeld van diploma's geteekend door den heer W. Ridderhof Jr. De
inleg bedraagt 20 cent per ronde. Overigens zijn de bepalingen voor dezen wedstrijd
gelijk aan die voor den wedstrijd te Arnhem in ons vorig nummer gepubliceerd. De
leiding is opgedragen aan den heer J. Fles Jr. Hoogewoerd 11, Leiden, die tegen genoem­
den datum gaarne bereid is aan belanghebbenden nadere inlichtingen omtrent uur en
localiteit te verstrekken.
87

Gevallen van overeenkomst bij wedstrijd-problemen,


naar het Engelsch van B. G. LAWS.

Al moge soms een minder welkome wolk tijdelijk een schaduw werpen op de
loopbaan van hem, die het ongeluk gehad heeft een probleem in 't licht te
geven, dat — met geringe afwijkingen — reeds vroeger de eer genoot van als
het werk eens anderen gepubliceerd te zijn, zoo neemt dit niet weg dat zulk een
feit belangstelling wekt bij hem, die van problemen eene studie maakt. Het is
niet zoozeer uit nieuwsgierigheid als wel uit kunstgevoel dat hij de oorzaken wenscht
op te sporen, welke tot zulk eene overeenstemming in de combinatie van effecten
geleid hebben.
Met de vele verrassende voorbeelden voor oogen, welke wij gedurende de laatste
jaren daarvan hebben gezien, en waarbij de namen onzer meest gevierde spelers
gemoeid waren, moet men uit den aard der zaak voorzichtig zijn in het toeschrij­
ven van onedele bedoelingen aan den onschuldigen navolger.
Indien toch iemand, door het uitdenken van problemen van het eerste water,
naam gemaakt heeft dan is het niet geoorloofd twijfel te voeden omtrent het
oorspronkelijke van hetgeen hij levert. Het is waar dat menigeen in den hof,
waarin ieder overeenkomstig zijn smaak of lust mag plukken, bezwijkt voor de
verzoeking om gelijksoortige kleuren of dezelfde contrasten te kiezen, wanneer
deze zich in eene algemeene populariteit verheugen. Herhaaldelijk komt het voor,
dat lieden, die artistiek genoemd zijn, de voorkeur geven aan die bloemen, welke
reeds meer dan eens in trek zijn geweest. De reden hiervan is waarschijnlijk dat
zij toonen willen de beroemd geworden schikking te kunnen waardeeren, in de
hoop dat ook hunne variatie zal blijken een bouqüet te zijn, dat in den smaak
valt. Op deze wijze — en die is volkomen geoorloofd — zal somwijlen op het
gebied van het schaken eene combinatie uit een of ander bekend probleem over­
genomen zijn doch vermengd met eene schitterende variatie uit een ander probleem,
terwijl de hand, die ze verbindt, daaraan weder grepen van eigen vinding heeft
toegevoegd. Het resultaat zal dan dikwijls voor iets geheel nieuws doorgaan,
terwijl het dan ook inderdaad eene schoone illustratie van de kunst is, indien het
thema bijzonder verdienstelijk is en de combinatie nauwkeurig en elegant.
Tenzij de componist een sterk geheugen hebbe en volkomen bekend zij met de
problemen, die reeds het licht hebben gezien, ligt het voor de hand dat hij gevaar
loopt van verdacht te worden van onder eens anders duiven geschoten te hebben.
Bij het schier onafzienbare veld, dat voor hem, die een probleem opgeeft, open­
ligt, schijnt het ternauwernood denkbaar, dat het zijne de nabootsing is van een
ander. En toch is dit niet volkomen juist, want het is gebleken, dat zulk eene
doublure nu en dan geheel onschuldig kan voorkomen. Hieruit volgt, dat ver­
schillende hoofden, die voor dezelfde aesthetische schoonheden vatbaar zijn en in
dezelfde richting werken, onafhankelijk van elkander tot dezelfde resultaten kunnen
geraken. De oorzaken hiervan op te sporen zou op zichzelf eene interessante
studie zijn. De leidende gedachte, het uitvinden der combinatie, en het opbouwen
van het geheel na te gaan zou hoogst leerzaam wezen: maar zulk eene ontleding
88

ligt thans niet op onzen weg; veeleer is het ons doel op enkele gevallen te wijzen
die in meer dan één opzicht gelijke trekken hebben. Tal van problemen zijn
opgegeven, die eene merkwaardige overeenkomst hebben met elkander, maar die
overeenstemming schijnt aan de aandacht van uitgevers, zoowel als van inzenders
en oplossers ontsnapt te zijn. Dit bevreemdt te meer omdat het in denzelfden
probleem wedstrijd is voorgekomen. Zulke problemen zijn nauwkeurig nagegaan,
en men kan veilig daaruit afleiden, dat men er niet op heeft gelet. Eenige voor­
beelden uit het verleden op te delven zal dus, naar ik vertrouw, aan de liefhebbers
der kunst eenige genoeglijke oogenblikken verschaffen.
Men denke echter niet dat de hier volgende problemen volkomen aan elkander
gelijk zijn. 't Eenige wat wij wenschten in 't licht te stellen is dat zij zulke sterk
sprekende trekken met elkander gemeen hebben, dat men, voor 't geval zij onder
minder gunstige omstandigheden b. v. bij verschillende wedstrijden waren inge-
gezonden, tot vreemde gevolgtrekkingen zou komen.
Het eerste voorbeeld, waarop ik de aandacht wensch te vestigen, kwam voor in
een probleemwedstrijd, door wijlen Prof. Browson in zijn „Dubuque Chess Journal"
in 1871 uitgeschreven.
Hier werden twee opgaven ingezonden door twee verschillende personen, G. E.
Carpenter en W. A. Shinkman.
Bij deze 3 zet-problemen kost het den oplosser weinig moeite te ontdekken dat
zij beide dezelfde fijne idee bevatten en wel bij eene bijna gelijke opstelling.
G. E. CARPENTER. W. A. SHINKMAN.

Mat in 3 zetten. Mat in 3 zetten.


1. Dc3, Kd6:; 2. Lc6 enz. 1. Da7:, Kd6:; 2. Ld7 enz.
— K (15:; 2. f4 enz. — K e6 :; 2. b4 enz.
Carpenter is er in geslaagd, zijn probleem te vervaardigen, zonder op den eersten
zet een stuk te nemen; maar Shinkman heeft een stuk minder gebruikt.
In denzelfden wedstrijd kwamen ook de volgende drie zet-problemen voor. Zie
diagrammen V. Portilla en L. W. Davis.
Hier is de overeenkomst misschien niet zoo merkwaardig, daar het spel, dat uit
de betrekkelijke plaats van den zwarten K, de witte D en de witte paarden volgt,
geheel eenvoudig en gedwongen is. Na den sleutelzet komt de gelijkh -id nog meer
te voorschijn.
Probleemliefhebbers zijn allen met overeenkomstige stellingen bekend, en in den
89

V. POKTILLA. L. W. DA VIS.

Mat m 3 zetten. Mat in 3 zetten.


1. Kb2, enz. 1. pf6, enz.
tegenwoordigen tijd zijn het slechts ontluikende schaaktalenten, die zulke proble­
men den oplossers durven voorleggen. Dit was echter niet het geval, toen de pro-
blemenwet, die nu stilzwijgend voor meer samengestelde stellingen is aangenomen,
nog in haar eerste stadium verkeerde.
Meer den tegenwoordigen tijd naderende en onze aandacht vestigende op Mel-
bourne, (the Centennial Chess Congress, 1888), hebben wij voorbeelden van over­
eenkomst ontdekt, die, wat vorm betreft, niet veel op elkander gelijken en hier
niet zouden aangehaald zijn, indien zij niet voor een prijs in aanmerking waren
gekomen.
R. L. HODGSON. B. G. LAWS.

Mat in 2 zetten. Mat in 2 zetten.


1. T f6. Kl'6:; 2. D g7 Mat. 1. D h2, Ke3:; 2. Df2 Mat.
P f6:; 2. Dh2 „ fe3:; 2. D h8 „
P f5; 2. T e6 „ Pd3; 2. T e4 „
Pd5; 2. P.17 „ pc4; 2. P c2 „
Het idee, dat in deze tweezet-problemen uitgewerkt is, heeft steeds zooveel bij­
val gevonden, en is reeds op zoovele manieren beproefd, dat men nu wel zeggen
kan, dat de problemen met dit idee ontelbaar zijn. (Dit laatste gezegde is wel
wat overdreven. Red.)
De witte Toren, die na den sleutelzet te nemen is, en de daaruit voortvloeiende
matstellingen met de Dame, wanneer hij gewonnen wordt door den Koning of het

Paard (in het andere geval door den pion), en ook de matstellingen met den
Toren en het Paard, op Zwarts respectievelijke verdediging met het Paard, zijn
zoovele, punten van overeenkomst, hoewel de problemen op geheel verschillende
wijze zijn opgesteld.
In den wedstrijd van het vijfde Amerikaansche schaakcongres, waren twee aar­
dige tweezetters ingekomen van auteurs, die op probleemgebied reeds naam ge­
maakt hadden, waarvan het hoofdspel zeer pikant is.
Over het geheel genomen gelijken die problemen niet op elkander, maar het
eigenaardig idee dat er aan ten grondslag ligt, geeft gelegenheid, de wijze van uit­
werking te vergelijken, die deze componisten van verschillende school gevolgd
hebben. Het eerste was ingezonden door een Amerikaan en het laatste door een
Europeaan.
De overeenkomende hoofdgedachte in beide problemen ligt opgesloten in het
antwoord van Zwart na den sleutelzet, waarbij hij, door het verplaatsen van den
Koning, een ontdekt schaak geeft met den Toren, welk schaak weder gedekt wordt
door de tusschenstelling van het Witte Paard, dat tegelijkertijd mat geeft, terwijl
de aanvallende Toren wordt vastgehouden, tengevolge van de verplaatsing van den
Zwarten Koning.
Beide posities kunnen verbeterd worden, maar het is niet ons doel de constructie
te beoordeelen.
JACOB EI.SON. F. T. KELLSTER.

Mat in 2 zetten. Mat in 2 zetten.


1. Tg6, Kc6+; 2. T\U mat. 1. Dgl, Kd4f ; 2. Pe6 mat.

In den internationalen probleem wedstrijd, door K. D. Peterson van „the Mirror


of American Sports" geleid (1885—86) kwamen, onder de vele mooie problemen,
die den oplossers werden voorgelegd, om mede te dingen naar den titel van
„Champion-oplosser van de wereld" (door J. Berger uit Graz ingesteld), verschei­
dene voor, die eenzelfde gedachte bevatten.
De twee meest sprekende voorbeelden waren de composities van W. E. Perry
en J. Berger.
Hier zien wij weder den stijl van verschillende scholen, in problemen waaraan
hetzelfde idee ten grondslag ligt. („Oeconomie der Mittel". Red.)
De verplaatsing van de Dame, om meester te worden van de diagonaal, die de
91

looper zou bestrijken, indien de zwarte pion niet belemmerend in den weg stond,
is eene onverwachte en aardige zet. Maar behalve dit idee, is er verder niet veel,
dat de moeite waard is.
W. E. PERBY. J. BEEGEE.

Mat in 3 zetten. Hat in 3 zetten.


1. Dc8. enz. 1. Dfl. enz.
Ken derde driezet, van A. H. Robbins, met dezelfde gedachte, hoewel geheel
anders behandeld, verscheen ook in dezen wedstrijd.
Moeilijkheid in oplossing is de speciale verdienste van dit drietal.
A. H. KOBBINS.

Mat in 3 zetten.
1. Dg2. enz.
(S/ot volgt).
92

Leipziger herinneringen.
(Vervolg).
Onder ons gezegd en gezwegen — zou het volstrekt geen „gemeene streek" zijn,
wanneer ik mij nu niets meer „herinnerde" en hier mijn artikeltjes afbrak met de
opmerking, dat ieder, die het fijne van de zaak te weten wil komen, zelf maar
eens de stoute schoenen moet aantrekken en al de kruimels verzamelend van de
hem toebedeelde portie Hollandsch schaak-enthousiasme •—- van oudsher gerenom­
meerd — desnoods in grove pij gehuld, blootshoofds en barrevoets, een bedevaart
moet ondernemen naar de eerstvolgende samenkomsten van Caïssa's priesteren.
Het ware niet moeilijk eenige bladzijden vol te schrijven en lange verhalen op
te disschen over de pijp van Blackburne en de sigaren van Tarrasch, over de
Mefistofeles-jas van Marco en den hoogen hoed van Janowski, over de hei-rood­
gele schoenen van Hoffer (die aldus in schitterende, oogverblindende kleurenscha-
keering wilde vergoeden, wat zijn voeten aan bevalligheid van vorm te kort schieten *)
en het glazen oog van Teichmann, over de reuzenstatuur van Lipke en het dwerg­
type van Walbrodt, over de „schnaps" van Mason en het „incident Minckwitz", of
nog mooier over het verschil tusschen „amateurs" en „professionals" .... maar al
die aardigheden zijn reeds zoo vaak verkocht en ik ben van oordeel, in tegen­
stelling met Wochenschach, Utrechtsch Dagblad e tutti quanti, dat het volstrekt
niet aangaat eenige leuke dingetjes van meesters samen te flansen en zich dan te
verbeelden, dat men ook maar eenigszins een goede, aanlokkelijke schildering van
een Internationaal Schaakcongres den lezers heeft voorgehangen. Het is hier m. i.
minder van pas met zijn fijne opmerkingsgave te geuren en te vertellen dat Marco
„een minder mooi gezicht heeft" of ook, dat Walbrodt „eenige vlasjes onder de
neus vertoont" — dan wel de niet-bezoekers zóódanig met lof-getrompetter over
„hoe mooi het was" en „hoe heerlijk het was" te overschetteren, dat zij als van
zelf genoopt worden, een volgend maal mede op te gaan.
Schakers zijn over het algemeen tevreden menschen. Als zij maar een bord
met stukken zien en hun sigarenkoker of tabakszak niet hebben vergeten, dan zijn
zij den koning te rijk. Er moge gebeuren wat wil, de vloer moge onder hun
voeten wegzinken, de zoldering moge in „lichte laaie" staan, zij spelen hun partij
dóór en schijnen voor alle wereldsche gebeurlijkheden gevoelloos geworden, totdat
het koud-nuchtere „mat" hen tot de werkelijkheid terugroept! En toch! het ge­
beurt nog wel eens, dat men te midden eener schoone combinatie plotseling wreed­
aardig aan de dagelijksche zorgen herinnerd wordt, aan ernstig leed, dat ons kort
te voren heeft getroffen of aan een zware taak, die ons den volgenden dag wacht,
en dit is ook wel niet anders denkbaar, waar men slechts één of twee avondjes
in de week, en nog dikwijls met moeite, aan de „zaken" of aan moeder de vrouw
mag onttrekken, voor Caïssa's dienst.
Doch stel nu eens, gij hartstochtelijke schaakspeler, niet één avondje tersluik
met schaken doorgebracht (de oogen vaak bij herhaling op de klok gericht: of
het niet haast bedtijd is) — maar veertien dagen lang van 's morgens tot 's avonds

(*) De heer Hoffer heeft horrelvoeten.


93

en van 's avonds tot 's morgens niets anders te doen dan te schaken, schaak te

eten, schaak te drinken, schaak te slapen en schaak te droomen! Andere klokjes

dan schaak-klokjes zijn afgeschaft, geen zorgen plagen het hoofd dan die over een

afgebroken partij, welke niet te best staat, geen kwesties of twistvragen vragen de

aandacht dan die over schakers of schaakpartijen, zelfs kniesooren kunnen geen

andere moeilijkheden opdiepen dan die, om een verloren partij te winnen .... kortom

het is, of men in geheel andere wereld leeft, in de aparte wereld der schaakspelers,

der schaakgenoegens, der schaakverdrietelijkheden. Met Lasker staat men op, met

Steinitz ontbijt men, met Tschigorin luncht men, met Tarrasch dineert men, met

Blackburne slaapt men in en van Morphv droomt men! Alles, wat niet schaken

heet, is uit den booze, elk gesprek, dat niet loopt over de kwestie of Tarrasch

dan wel Lasker de sterkste is, of een dergelijke „question bruiante mishaagt, elke

schaakmop wordt, nauwelijks gedebiteerd, reeds in de verste „Turniersaal" opge­

vangen en toegejuicht en men kan gerustelijk zeggen, dat niets op schaakgebied

is voorgevallen van de uitvinding ervan af, dat niet door dezen of genen te eeniger

op het tapijt wordt gebracht.

Om tot mijn aanhef terug te keeren heb ik gelijk wanneer ik beweer, dat der­

gelijke schakers-zaligheden niet naar den eisch kunnen worden beschreven, maar

dat zij slechts bestemd zijn, om te worden genoten?

Wat mij ten slotte noopt, ondanks al mijn onmachts-betuigingen, een poging te

wagen tot het leveren van een eenigszins meer gedetailleerde schets van het geno

tene? Ik zal het U zeggen waarde vriend, maar gij moogt het heusch aan niemand

oververtellen het blaadje dient gevuld, anders krijg ik ruzie met den drukker.

De lezers kennen nu zoo ongeveer de situatie en zij zullen het begrijpelijk

vinden, dat Vijzelaar en ik, den 2d'" September 1894 te halftien, met kloppende

harten de breede en gemakkelijke trappen opgingen, welke naar de eerste verdie­

ping van „Fürstenhof" voerden, in tamelijke spanning, hoe wij zouden worden

ontvangen, en wat het resultaat zou zijn van den op handen zijnden strijd. In de

ruime gang zetelde een door een paar Particulier-Secretarissen van Max Lange

gevormd bureau, belast met de afgifte van insignes en van toegangskaarten. Leden

van den Duitschen Bond en deelnemers aan de wedstrijden kregen gratis een

insigne — een strikje met de Duitsche kleuren en natuurlijk beteekend met een

schaakbord — andere bezoekers moesten entreegeld betalen.

Bij den ingang der zaal stond een tamelijk lange, nog jonge man met onberis­

pelijke kleeding en aangenaam uiterlijk, die zich terstond aan mij bekend maakte

als „Heyde, Redacteur des Wochenschach." Hij had de groote vriendelijkheid

mij voor te stellen aan verschillende congres-bezoekers, die nauwelijks aangekomen,

reeds druk aan 't schaken waren, zeker uit vrees, hiertoe gedurende de volgende

dagen niet genoeg in de gelegenheid te zullen zijn! Het duurde echter niet lang

of een groote bel gaf het sein, dat de Algemeene Vergadering een aanvang zou

nemen. Juist op dit moment annonceerde Janowsky mat in drie zetten aan Schallopp,

doch de andere spelers stonden niet op dan met veel weerzin en na nog herhaal­

delijk smachtende blikken te hebben geworpen op de mooie partijen, die zij in den

steek moesten laten. Tot mijn groote verwondering werd ook ik — schoon niet
94

eens lid van den Duitschen schaakbond — tot de vergadering toegelaten. De


debatten en stemmingen interesseerden mij nog al, in zoover, dat ik tot de conclusie
kwam, dat vergaderingen in Duitschland al hetzelfde verloop hebben als bij ons.
Er wordt schrikkelijk veel geredeneerd en gediscussieerd en de een stelt al nood­
zakelijker hervorming voor dan de ander: het einde van het liedje is dat alles bij
het oude blijft. Toch, wanneer er in het reglement van eenigen Bond verbeteringen
zouden kunnen worden ingevoerd, dan is dit zeker het geval bij den Duitschen
Schaakbond.
De hoofdschotel was een voorstel van de Leipziger schaakclub „Augustea", dat
voor den Duitschen Schaakbond de rechtspersoonlijkheid wilde verkrijgen en het
dan volgens de Duitsche wet noodzakelijke, op één plaats vereenigde Algemeen
Bestuur, in Leipzig wilde doen zetelen. Dit voorstel werd verworpen, doch niet
zonder tot vele heftige en scherpe uitvallen aanleiding te hebben gegeven. Met
name Max Lange en Heyde (wiens debatteertalent ik overigens zeer bewonderde)
verstonden de kunst elkaar uiterst vinnige dingen toe te voegen. (Het spreekt
vanzelf, dat zeer veel schaakclubs in genoemd voorstel een poging van de „Augustea"
zagen, om de hegemonie onder haar zusteren te bemachtigen.) Wie overigens lust
gevoelt deze zaak, tot in de fijnste fijnigheden uitgeplozen, te lezen, kan het
gewenschte in Wochenschach 1894 No. 36 vinden.
Te 1 uur, gedurende een lange pauze der Vergadering, werd gezamenlijk gedi­
neerd. Onder het diner kwam Loman, die zich onmiddellijk bij zijn beide land-
genooten voegde. Wij bleven sedert meestal in elkanders gezelschap en vormden
aldus als „drei Hollander" een waardig pendant met in het Buitenland eveneens
niet ongunstig bekende „drei Hollanderinen"!
(Wordt vervolgd).
95

Zeven partijen van de Match Janowski—Mieses.

No 171. Achtste Match-partij, gespeeld te Parijs, 18 en 19 Januari 1895.

Wit: J. Mieses. Zwart: D. Janowski.

Weener Opening.
r. e4 e5 31. T h2 L ds 61. T h2 f5'3)
2. P C3 P c6 32. T d2 L e6 62. T hóf K e"]
3. L C4 P f6 33. L f6! T c8 63. L csf K f7
4. 0)3 L 05 34. P e2 T 05 64. T d6 f4
5. L g5 h6 35. P ci T as : 65. T ds : K e6
6. L h4 g5?>) 36. 03 T b7! 66. T d4 e$
7. L g3 a6? 37. P a2 :9) K c] 67. T d6| K e5
8. h4 g4 38. Le7 Tb6 68. Tdx K f5
9. h5 !2) L e7! 39. L f8! e410) 69. C4 K e4
10. P ds ! d6 40. T h2 ") T ba6 1!) 70 T d4f K es
11. P e7: D e7: 41. L h6: L g4 71. Kd3 K f5
12. Lh4 Pas3) 42. Lg7 LI15: 72. T dsf Kg4
13. L ds c6 43. T ci T a2: 73. T es T fi
14. D d2! b6 44. T hs: K d7 74. Le3:! fe3:
IS- b4 cds : 45. T f5 K e6 75. T e3: K f4
16. bas: de4: 46. T f6f K cj 76. T e8 T ci
17. de4: L b7!4) .47. T f2 K e6 77. Kd4 T dif
18. f3 gf3: 48. Tf6f Ke7 78. Kcs Thi
19. gf3: De6 49. T f2 K e6 79. Kbs Kfs
20. T di5) o—o—o! 50. T f6f K e7 80. cs K f6
21. Tbi b5 51. T f4 d5 81. c6 T bi|
22. a4 ba4: 52. T f2 T 2a4 82. Ka6 Tci
23. Dc3t Kb8 53. T bi Tai 83. Kb7 T bif
24. Dc6 Td7 54. Tai: Tai:| 84. KC7 K f7
25. D a6:6) 33! 55. Kd2 T gi 85. T e4 T ei
26. D b5 a2 56. L d4 T g3 86. Kd7 T dif
27. Tai P e4:!7) 57. T f5 K e6 87. Kc8 Tci
28. fe4: D g4 58. T e5f K d6 88. C] T di
29. D e28) D e4: 59. Kc2 T f3 89. T es K f6
30. D e4: L e4: 60. T hs f6 90. T cs Opgegeven.
') Verg. aangaande deze opening partij 6 van dezen match.
2) Mieses leidt volgens Tarrasch den nu volgenden aanval, met een fijnheid,
diepte en scherpte, die de allergrootste meesters van vroeger of nu in hun beste
partijen nauwelijks hebben bereikt.
3) Door Le6 gaat nu 13 Le6: en 14. Lf6 : de g— pion verloren.
4) Op Pe4 : zou volgen 18. Le7: Pd2 : 19. Lf6.
5) Alles in breeden stijl gespeeld. De zet dreigt Db4.
6) Zie diagram.
96

Tarrasch en „Wochenschach" beweren hier, dat 25 hf6 : de eenvoudige voort­

stand na den 24sten zet van Zwart. Stand ua den 61sten zet van Wit.

zetting was, die tot winst voert. Want 25. Lf6 : Tc8 26. Da.4: TC4 27. DI13 of
(schrijft Tarrasch); 25.... Tc; 26. DC7 :f KC7 : 27. Lh8: enz. Ik meen echter,
dat in deze laatste variant de winstkansen eerder aan den kant van Zwart dan
van Wit zijn. Want Zwart speelt 27 .... f5. Hierop moet Wit wel spelen 28.
Pe2, daar op ef5 : of Tb4 Dg8 volgt en dan Dg2 en wint. Op 28. Lg7 of Th2
wint eveneens Dg8 en op 28. Ph3 wint fe4 : 29. fe4: Le4: 30. Th2 Dg8 31. Lf6
Dg3_ Dus 28. Pe2 fe4: 29. fe4: Le4: 30. Tgi. Zwart kan nu vervolgen met
Lf3 of direct oprukken van den a-pion of De8 en daarna Dhg. In al die gevallen
meen ik dat Wit's winstkansen wegens de vele zwakke punten in zijn spel van
geen waarde zijn en dat in de practische partij Zwart minstens evenveel kansen heeft.
Wanneer dit waar is en 25. Lf6: niet beter was dan Da6: den tekstzet die,
ook wegens Tarrasch, veel remisekansen geeft, gevoelt men de onjuistheid van den
in den commentaar van Tarrasch voortdurend en bovenmate aan Mieses toege-
zwaaiden en aan Janowski geheel onthouden lof, terwijl toch de laatste volgens T.
bij den i4den zet een „theoretisch langst verloren spel" en nu op eens remise­
kansen heeft, zoodat Janowski beter moet gespeeld hebben dan Mieses.
7) Het eenige om 28. Lf6 : en 29. Dd7 : en tevens 28. a6 te pareeren. Op a6
zou nu volgen PC5 29. ab7 : Tb7 : en 30 ... . Tbi.
8) Wit heeft niet beter. Zijn aanval is plotseling verdwenen.
9) Wit staat zeer gedrukt.
10) Nu gaat Zwart op winst spelen. Ta6 40. Lh6 : Ta2 : geeft remise.
") Op Lh6 : wint Th5-
i:) Daarom ware hier, zooals Tarrasch terecht opmerkt, Tbb5 beter.
K') Zie diagram. Deze zet kost de partij. Ke6 geeft waarschijnlijk remise,
daar noch Tf2 en torenruil, noch het spelen van den witten koning naar C5 gun­
stig gevolg heeft.
97

No. 172. Negende Match-partij, gespeeld te Parijs, 21 en 23 Januari 1895.


Wit: D. Janowski. Zwart: J. Mieses.
Spaansche Partij.
i- £4 ^5 23. L dó: T d8 45. L d4 t>5
2. P f3 P có 24. T e6 9 ) T he8 46. L fó b3
3- L b5 a6 25. T fei Te6: 47. ab3.-f Kb3:
4- L a4 dó 26. Teó: L d4! 48. Kds L b4
5. P C3 Pge7 27. Kfi bó! 49. Ke4 L d2
6. o—o L d7 28. Ke2 10 ) T d7 50. Kd3 L ci
7. d4 ed4: 29. T e8f K b7 51. L g5 b4")
8. Pd4: P d4: 30. T e7 Tej: 52. L ej L a.3
9. Ld7=f D d7: 3i-Le7: KC7 53. K e 4 Kc 4
10. D d4: P c6 32. L h4 L C5 54. h4 12 ) Lei
ix. Dd 3 gó 1 ) 33-Lg5 Kdó 55. Ldó b3
12. Pds! I,g7 34. Kd 3 K ds: 56. L es L d 2 IS )
13. Db3 2 ) o—o—o 35. Ld8 Ldó 57. L b2 L 03
14- Lg5 3 ) T df8 36. I13 KC 5 58. La 3 L fó
15. Taei 4 ) fó 37. Kq L esf 59. Kf 4 Kc 3
16. Le3 P ey 38. Kb 3 t4 60. g4 Kc 2
17. C4 5 ) Pds: 39. KC2 Ldó 61. ghs: ghs:
18. eds: 6 ) f 5 40. Kc 3 Lest 62. Kfs Lh 4 :
19. 05 Dbs! 7 ) 41. Kc2 hs 63. f4 Lei 1 4 )
20. Dbs: abs: 42. Kd3 L dó 64. Ke4 L d2
21. cdó: cdó: 43. Ke4 b4 65. f5 Lei
22. L f4 s ) L b2: 44. L fó KC4. Opgegeven.
S t a n d n a den 12den zet van Z w a r t . S t a n d n a den 2 7 s t e n zet van Zwart.

•) Hierdoor wordt het punt fó zwak. Beter ware Le7 en later 0—0.
°) Zie diagram. Iets beter ware Lhó o—o(!) 14. Lg7 : Kg7 : 15. Dc3f fó
16. f4, enz.
3) Beter I,e3.
98

4) De f-toren had naar ei moeten gaan.


') Pf4 was wellicht iets beter.
6) Ik geloof, dat cd4: sterker was. Speelt Zwart dan DI35, zoo kan het vervolg
zijn 19. DC2 fs 20. Tci Tf7 21. b3 enz. De c-lijn blijft dan steeds een groote
kracht voor wit.
7) Uitstekend! Mieses geeft hier, zooals bij vroegere gelegenheden blijk een
buitengewoon fijn gevoel voor eindspelstellingen te hebben. De iets betere kansen
schijnen nu aan de zijde van Zwart te komen. Toch is de partij bij goed spel
onbeslist.
8) Eenvoudiger is b3 of Lb6. De tekstzet en zijn concrete gevolgen verhoogen
Zwarts winstkansen belangrijk.
9) Beter U4 Tds : 25. Te7 b6 26. g3 en later Tfei.
10) Zie diagram. Les. Lc5(!) 27. Tc6| Kb7 30. Tc7f en 31. Th7- was wellicht
te verkiezen.
") Waarom niet f3?
12) OP Kf4= vo!gt Lcif 55. Kf3 b3, enz.
3
' ) b2 geeft slechts remise. Want er zou volgen 57. Lb2: Lb2: 58. Kf4:
Lf6 (!) 59. g4 Lh4 : (hg4: 60. Kg4 : Kd4 61. hs g5 62. f4 en remise) 60 ghs :
gh5 : 61. Kf3 en om bekende redenen kan zwart niet winnen.
") Le7 doet het ook.

No. 173. Tiende Match-partij, gespeeld te Parijs, 24 en 25 Januari 1895.


Wit: J. Mieses. Zwart: D. Janowski.
Weener Opening.
1. e4 e5 21. Khi L e6 41. h6 T f7
2. P C3 P c6 22. Dd2 L f7: 42- g4 P ^3
3. LC4 P f6 23. P f7: Pe67) 43- T g1 P es
4. d3 L C5 24. eds: D e3! 44- g5 P g6
5. Lgs h6 25. De3: Pe3= 45. L ei T f4
6. L h4 gS?1) 26- Tfel P ds: 46. L d2 Tint
7. Lg3 hs 27. Pes:8) des: 47- Kg2 Te4:
8. Ï14 g4 28. T es: T ad8 48. Kg3 T d4
9. f4 gf3: 29. T aei T f6 49. L ci TI14
10. Pf3= Pg42) 30. T hs: b69) 50. T ei K e7
11. Pg5 T f8 31. T h7 f T f7 51. T fi T a4
12. Df3 Pd43) 32. T h6 T f6 52. a3 T C4
13. Lf7=t Ke7 33. Th7f T f7 53. L d2 as
14. Pdst Kd6 34. Ths Pb4: 54-Tf3 T C5
15. Ddi c6 35. T he5 T f6 55-Tf6 P gf8
16. b44) Lb6 36. hs Td4! 56- L e3 T es
17. C4 cds: 37. Tese4 T e4: 57-Ld2 PgS-'10)
18. est Ke7 38. de4-- K e8 58. T b6: P e4f
19. o—o5) d66) 39. L 114 T f4 59. Kf4 P d2:
20. cb6: Db6: 40. g3 T f2 60. Kes: Pc4f
99

61. Kd.5 P b 6 :f 67. Ka4 P b6 f 73. Kd3 P f6


6 2 . Kc6 P c8 68. Kb3 P h7 74. KC3 K d5
63- Kb5 Kd6 69. a4 P C4 75. Kd 3 P c6
6 4 . Kas: K 05 ll) 70. KC3 P a5 76. as P h7
6 5 . Ka4 KC4 71. Kd3 K ds 77. a6 Pb4f
6 6 . Kas Kcs 72. Ke3 K es 78. Kc3 Pa6:

remise ls)

Stand na den 18den zet van Zwart. Stand na den 57sten zet van Wit.

') Vergelijk aangaande deze opening partij 6 en 8 van dezen match.


2) Het is alsof deze spelers geen rust hebben voor ze elkaar in 't haar zitten.
Iets beter ware d6.
3) Zwart heeft niet beter. Op f6 volgt 1 3 . Dfs met dreigend Dg6.
4) Waarom niet eenvoudig Lhs : ?
5) Zie diagram. Ook hier ware LI15: sterker.
6) Pe3 dan 2 0 . Les:
) °P Tf7 zou volgen: 2 4 . Tf7f: Kf7: 2 5 . Tfif Tf6 2 6 . Dh6 D d 8 2 7 . Dh7f
Ke8 28. Dg6f enz.
8) 27- Pg5 Pg5: 2&- hgs: met volgend d4 en Tadi kwam zeer in aanmerking.

De tekstzet heeft een zeer belangwekkend eindspel ten gevolge.


9) Op Pb4: volgt 3 1 . Tbi Pd3: 3 2 . T b 7 + : enz.
10) Zie diagram. Ook de hiermee ingeleide overigens zeer elegante afruil kan
Zwart de partij niet meer doen winnen.
") De partij is waarschijnlijk remise. Vergelijk met deze stelling de matop-
gave in 64(1) zetten van B. van Guretzky (voorkomende op blz. 190 van „Fein-
heiten des Schachspiels" van M. Lange). Wit Kb2, Pe3 en 113. Zwart Kg8, ph4.
12) Na den 137™ (!) zet, toen Janowski nog steeds wilde winnen, verklaarde de
scheidsrechter de partij remise. Anders waren de heeren waarschijnlijk nog bezig.
100

No. 174. Elfile Match-partij, gespeeld te Parijs, 26 Januari 1895.


Wit: D. Janowski. Zwart: J Mieses.
Spaansche Partij.
x. e4 es 19. 03! Pes9) 37. D d7f Kg8
2. P f3 P c6 20. L f410) D f6 38. T e4 D C3:
3. Lbs a6 2i. Da4f K e7 39. T g4 :| K h8
4. L a4 d6') 22. L e5: Des: 40. D e6 L g7
5. o—o Ld7 23. P d4 D115u) 41. D e4 D C4
6. P 03 P ge7 -) 24. f412) T g6 42. P e2 D b517)
7. d4! b5 ?3) 25. g313) bc3: 43. T h4 h6
8. L b3 P d4:4) 26. bc3: D 05 44. D f3 D as :
9. P d4: ed4: 27. f5 T h6 45. P f4 T d8
10. DI15 g65) 28. feó: T e6: 46. D e4 T d6
11. D f3 L e66) 29. Khi Tf614) 47. T g4 Daif
12. L e6: feó: 30. T f6: K f6: 48. Kg2 D b2f
13. D f6 T g8 31. T fif K e7 49. KI13 D f6
14. D d4: g57) 32. I) b3,5) d£ 50. P g6f K g8
15. a48) Pc6 33. eds : K d7 51. P e7f K f818)
16. Ddi b4 34. Da4f16) K d6 52. T f4 D f4:
17. Pe2 Kd7 35. Tf6t K e7 53. gf4:
18. as g4 36. T e6f K f7 Opgegeven,
Stand na den 23sten zet van Zwart.

') Zie aangaande de opening de 5de, 7de en 9de partijen van dezen match.
2) Dezelfde stelling als in de 7de partij. De verdediging van Zwart doet den­
ken aan de vroeger door Steinitz vooral aangewende verdediging in de Spaansche
partij, n.1. Pe7 na 3. Lbs.
3) Hierdoor wint Zwart voorloopig een pion, maar 'tkomt hem duur te staan.
4) Op ed4 : volgt 9. Pgs.
5) In aanmerking kwam Pg6 11. Pe2 05 12. Lds Ta7 13. f4 Le7 enz.
6) Gedwongen ! f5 zou de zwarte koningstelling geheel ontblooten.
IOI

7)
Noodzakelijk om f4 te pareeren, waarna Zwart zich op den duur niet meer
zou kunnen verdedigen. Tevens geeft de tekstzet de eenige mogelijkheid voor
Zwart, om tot den aanval te komen, en die moet hij met het oog op zijn moeilijk
te verdedigen koningstelling trachten te krijgen.
8) In aanmerking kwam toch f4 gf4: 16. es.
9) Op bc3 : volgt 20. Da4-
,0) De b-pion zou ook genomen kunnen worden, maar de tekstzet is veel
krachtiger.
") Zie diagram. Op De4 : volgt Tei.
12)
Tot hiertoe heeft Janowski uitmuntend gespeeld. Nu had hij sterker kunnen
vervolgen met Dc6 Tc8 (Ta7 25. Dc4 ds (!) 26. Dcst) 25. Da6 : of f4.
'•') Op f5 volgt Th6. Zwart verdedigt zich zoo goed mogelijk.
M) Te4 : dan 30. Pfsf.
) Veel beter ware Da2 om op d5 te spelen 33. Df2, waarna Zwart geen vol­
doend antwoord meer had.
) Stond de dame nu op a2, dan zou nu De2 de partij beslissen.
'7) Hier had Zwart ongetwijfeld de dames moeten ruilen; het ware nog zijn
beste kans geweest.
,8) Op Kh8 52. Pf5, Td7 53. De8f en wint.

No. 175. Twaalfde Match-partij, gespeeld te Parijs, 2 Februari 1895.


Wit: J. Mieses. Zwart: D. Janowski.
Weener Opening'.
x- e+ e5 13. Taei5) 0—0 25. T f1 D h4
2 " Pc
3 Pc6 14. Df4«) TaeS 26. D f3 c6
3-Lc4 Pf6 15. T e 4 D f6!7) 27. g4 Dg5
4" d3 Lc5 16. D g 3 Lfs 28. Khi T e3!
5- L SS h6 I7-Tf4 g5 29. D f 5 : Dh4f
6- L h4 d6') 18. h4 P g6 30. Kgi D g3f
7. Dd22) Pe4: 19. hg5: hg5: 31. Khi D h3f
8. P e4: ®) D h4: 20. T f3 T es 32. Kgi T g3f
9- Pc5: dc5: 21. Te3 T fe8 33. Kf2 Tg2f
IO"Pf3 De7 22. T e 5 : Te5: 34. K e i De3|
n. 0—0 Lg4 23. f4 gf4. 35. Kdi D d2 mat.
12. Pe5:4) P es: 24. Tf4: K f8
) Janowski schijnt eindelijk in te zien, dat g^ hier niet deugt.
") Hierdoor gaat een pion verloren. Beter Pds of Pge2.
'P °P LD8: volgt
Pd2: 9. L c7 : Pc4: 10. dc4: Lf5 11. Tci Kd7 12. Pd5 Tc8.
) Nu gaat de partij snel verloren ! Het offer deugt niet, zooals uit het ver-
volg der partij blijkt. In elk geval beter ware Ld5.
) Zie diagram. Op Tfei volgt de interessante voortzetting o—o—o 14. DC3
[IX4 The8 (f6? 15. Dg4f:) 15. Te5: (nog het beste) Des: 16. Dg4f: f5 en Zwart
wint] Le2 ! 15. f4 (er dreigde Pf3f 16. gf3 : Dgsf en volg. zet mat; op 15. Dd2
volgt Ic4:, op 15. Khi Pf3) PC4: 16. rlc4: The8 en wint of 15.... Pf3f 16.
7
102

S t a n d n a den <2den zet van Z w a r t .

gf3 : De3f 17. Kg2 Lf3f: 18. Kfi Dfy: en Wit heeft geen voldoende voortzetting
meer; op 19. De5 bijv. volgt Le2j\
6) Op £4 volgt PC4op 14. DC3 Le2 ! 15. Te2 : Pf3f 16. gf3 I)e2 : en wint.
7) Hiermee is de partij feitelijk beslist, daar Zwart een officier vóór blijft.
No. 176. Dertiende Match-partij gespeeld te Parijs, 2 Februari 1895.
Wit: D. Janowski. Zwart: J. Mieses.
Driepa ardspel.
1. e4 e5 12. Ld44) L d4: 23. f5 L a2 ")
2. P f3 P c6 13. D d4: o—o 24. b4 P b7
3. P 03 gó ') 14. 0—0 D C2 :5) 25. P g4 f6
4. d4 ed4: 15. L d3 D d26) 26. T a2: gs
5. P d4: L g7 16. T adi D gs 27. P f6: t T f6 :
6. L e3 P ge7 17. f4 D d8 28. D f6: D f7
7. L C4 P as -) 18. D 03 c67) 29. D g5 : f Kh8
8. L e2 d5 19. P d4 L g4 30. T e2 T g8
9. ed5 : P d5: 20. T d2 b6 31. D f4 T d8
10. P ds: D d5 : 21. P C2 !8) D cj 9) 32. L C4 I) g7
11. P bs! D c68) 22. P e3 L e610) 33. f6 Opgegeven.
') Mieses speelt niets liever dan een konings-fianchetto. In casu krijgt Wit
hierdoor het vrijere spel.
2) Om, na afruil of verdrijving van den looper, ds te kunnen spelen. d6 8. f4
o—o kwam in aanmerking.
3) Zie diagram. Op Ddif: volgt 12. Tdi: Les I3- Ht enz-
4) Beter dan Dds, waarop Lb2: het beste antwoord zou zijn.
5) Natuurlijk slecht! Door dezen zet komen Wits stukken achtereenvolgens zoo
sterk mogelijk te staan. Le6 was de zet om het paard, dat door b4 dreigt verloren
te gaan over C4 te redden.
6) Op Dc6 volgt 16. b4 a6 17. Tci Db6 18. Db6 : cb6: 19. PC7 en wint.
7) Om op Lg6: te antwoorden met I)b6 f
103

Stand na den 11den zet van Zwart. Stand na den 21sten zet van Zwart.

8) Uitmuntend! Dreigt Pe3 en Lg6: Op 21. b4 ware C5 gevolgd.


9) Zie diagram. Veel beter ware de dame naar e^ gegaan, daar dan het later
dreigende Pd5 niet mogelijk ware.
10) Op andere looperzetten volgt Pd5 en later Pf6.
") Ook op gf5: is de partij spoedig uit. Zwart had maar moeten opgeven.

No. 177. Veertiende en laatste Match-partij, gespeeld te Parijs, 4 Februari 1895.

Wit: I Mieses. Zwart: D. Janowski.


Weener Opening.
'• ^4 e5 12. 03 L b6 23. D g4 K f7
2. PC3 Pc6 13. KI12 D ej3) 24. L gs : T h8f
3- ë3 P f6 14. D e2 o—o 25. Kg2 K g8
4. Lg2 Les 15- f4 Tae84) 26. Thi8) T hi :
5- ^3 a6') 16. f5! f6 27. Thi: c6
6. Pge2 d6 17. V14 Tc8 28. D h4 L d89)
7- h3 h6 18. g45) K f7 ?6) 29. f6! L f6:
8. o—o L dj ig. g5 ! hg5 : 30. L f6: K f7
9. P d s ! Pds: 20. D h s t K g8 31. Lg6f K g6:
10. eds : Pd4=) 21. hgs : fg5 : 32. D gsf K f7
11. P d4: L d4 : 22. Le47) D e8 33. Dg7: mat.
') Dient om den afruil van LC5 tegen PC3 te voorkomen. M. i. is deze zet
overbodig, daar 1. Pa4 onjuist is, zoolang daarop de looper naar b4 kon gaan
en hij door 03 (of a3) en b4 naar b6 moet gedreven worden, waarna Pb6 : ab6 :
aan Wit voor 't eindspel een fatalen a-pion zou bezorgen, 2° Wit ondanks a6
door Le3 de kracht van LC5 zou kunnen verlammen en 30 Wit een veel sterkere
plaats voor zijn paard heeft dan a4 nl. d5_ Om al deze redenen meen ik dat a6
niet meer is dan een verloren zet.
s) In aanmerking kwam Pe7 en later c6.
3) Iets beter ware o—o 14. f4 f5.
104

S t a n d n a den 8 s t e n zet van Wit. S t a n d n a den 2 8 s t e n zet van Zwart.

*) Hier had moeten geschieden f5 (16. fe5 : De5 :), want door den nu volgen­
den zet van Wit wordt het zwarte spel bizonder ingesloten.
5) Beter eerst ontwikkeling van 't spel door Ld2, Le4 en Thi.
6) Zie diagram. Zwart laat hier een mooie gelegenheid voorbijgaan om uit
zijn benarden toestand te komen n.1. g5! Wil Wit aanval houden, dan moet hij
spelen 19. fg6 hierop volgt f5! 20. g5 (!) f4 21. Uh5 hg5 : 22. hg5 : Dg7, met
volgend Le8 en Dh8. Wit verliest dan in 't eindspel een of beide vooruitgescho­
ven pionnen.
') De g-pion loopt niet weg en de f-pion moet beschermd worden.
8) Zwart wordt min of meer doodgeknepen.
9) Zie diagram. J. D. T.

Match J. Mieses-R. Teichmann.


No. 178. Eerste Match-partij, gespeeld te Londen, Februari 1895.
Wit: R. Teichmann. Zwart: J. Mieses.
Tweepaardspel in de Naliand.
1. e4 es i3-Dd3 Des 25. T e2 gs
2. P f3 P c6 14. L d5? P f6 26. g4 Kg6
3. L C4 P f6 15. Dg34) D g3: 27. Kg3 T di
4. d4 ed4: 16. hg3: L ds: 28. C4 as
5. o—o d6') 17. Pds: P ds : 29. b3 b6
6. P d4: Pd4:2) 18. T ds: f6 30. T C2 C5
7. Dd4: L e7 19. f3 K f7 31. T g2 T d4
8. PC3 o—o 20 Kf2 T fe8 32. T c2 T d3
9. L gs L e6 21. g4 T ad8 33. T b2 h6
10. T adi 3) P e8 22. gs fgs: 34. T C2 Kf7
11. L e7: De7: 23. Tgs: T es 35. T h2 T d6
12. T fei D f6 24. T es: des: 36. T b2 Ke7
Remise.
io5

Stand na den 15den zet van Zwart.

') Een ongewone doch niet slechte voortzetting, waarmee Zwart alle mogelijke
gevaren, welke zetten als 5.... Pe4 : na zich kunnen slepen (6. Tei, d5ofLe7)
vermijdt.

") Misschien ware terstond Le7 iets beter.


3) Wit had hier Le6: moeten spelen gevolgd door e5, waardoor Zwart een
zwakken geisoleerden pion op e6 had gekregen.
4) Wit speelt niet recht op remis, daar hij anders licht in 't nadeel kon geraken
ten gevolge van zijn minder goeden i4den zet.

No. 179. Tweede Match-partij, gespeeld te Tjonden, Februari 1895.

Wit: J. Mieses. Zwart: R. Teichmann.

Weener Opening'.
1. e4 e5 15. P C3 T hf8 29. Lei T h5
2. P C3 P f6 16. P gi L g4 30. L C3 T e8|
3. L C4 P e4 : 17. D e3 P d7 31. Kfi T f5
4- L f7 : t ') K f7 : 18. D g3 D g3: 32. T g2 L £4:
5. P e4: ds 19. hg3 : T ae8 33. T f2 P ds
6. I) f31 K g8 20. f3 e4 •) 34. L d4 T ef8

7. Pg5 Dd7 21. de4: L g3:f 35. C44) L e3


8. P e2 h6 22. Kdi de4: 36. L e3: P e3 :f

9. P h3 Les 23. P e 4 : Te4: 37. Ke2 T f2


10. P C3 c6 24. P h3 L f3 :•(•3) 38. P f2 : P C4 :
11. D e2 I) e7 25. gf3: T h4 39. T ci P e5
12. d3 K h7 26. Ke2 Les 4°- T c3 g5

13. P a4 L d6 27. f4 LC7 41. T e3 T f2 :f


14. L d2 D h4 28. T agi P f6 Wit geeft op.

') Hiermee krijgt Zwart het betere spel. Wit moest 4. Dhs spelen zooals in de
4dt> match-partij.

"•) Zie diagram. Zwart heeft een prachtige aanvallende stelling opgebouwd, en
io6

Stand na den 20sten zet van Zwart.

beslist nu de partij door een fijne combinatie. Mieses verdedigt zich nog zoo goed
mogelijk.
3) Een interessante en leerzame stand. Wellicht ware Lh4 nóg sterker.
4) Wit kon gerust opgeven.

No. 180. Derde Match-partij, gespeeld te Londen, Februari 1895.

Wit: R. Teichmann. Zwart: J. Mieses.

Spaansclie Partij.
1. e4 e5 t2. Pg3 D e7 23. T hi Df3:?2)
2. P f3 Pc6 13. P f5 : L f5 : 24. T dfi Dg4:
3. I, b5 a6 14. ds P b8 25. T hgi DI14
4. La4 dó 15. Dd2 P d7 26. T hi Dg3?3)
5. d4 L d7 16. 113 D f6 27. Ldi P f6
6. C3 g6 17. o—o—o bs 28. T fgi P e4
7. L e3 Lg7 18. T hei K f7 29. T g3 : *) P d2 :
8. P bdz Pge7 19. g4') L g4: 30. Kd2: g4
9. L b3 h6 20. P gst hgs: 31. Lh6:| T h6:
10. P fi f5 2i. hg4: L h6 32. TI16: Kh6:
11. efs : P f5 : 22. f3 K g7 33. T g4: en wit wint.
') Zie diagram. Teneinde Zwart's aanval te keeren, die mei e4, Pe5 en
eventueel b4 zeer sterk dreigde te worden.
:) Wit dreigde 24. Th6 : gevolgd door 25. Lg5 : Beter dan de tekstzet was Df7.
3) Nu is de dame verloren, die weer naar g4 gespeeld had moeten worden.
4) Eenvoudiger was De2.
107

Stand na den 19den zet van Wit.

No. 181. Vierde Match-partij, gespeeld te Londen, Februari 1895.

Wit: J. Mieses. Zwart: R Teichmann.


Weeiier Partij.
i- e4 e5 20. P e4 L h4 39. Pb6: L b3
2. P 03 P f6 21. 04 L g3: 40. Kd2 Ke7
3. L 04 P e4: 22. hg3: T e7 41. KC3 L di
4. D h5 ') P d6 23. P 03 T ae8 42. Kd4 L e2
5. D e5 :f De7 24. Kfi L c63) 43. 05 dc5 :f
6. De7:f L e7: 25. T ei : T e-j : 44. Kcs: Lfi
7. L b3 o—o 26. L C2 P f8 45. Kc68) Kd8
8. P f3 P c6 27. 4
b4 ) b6 46. Kd6 L g2:
9. o—o P f5 28. d5 L e8 47. P C4 L f13
10. P d5 L d8 29. a4 Pd7 48. P e5 Ke8
ii- 03 d6 30. f45) as?6) 49. KC7 f6
12. d4 L e6 31. P b5 ab4: 50. P C4 Ke7
13. P g5 L d7 32. P 07 : b3 51. d6f Ke8
14- T ei h6 33. Lb3: P 05 52. P e$ L d7
15. P f3 P ce7 34. Tei?7) T ei :f 53. g4 L a4
16. Pe7:f 2
P e7: ) 35. Kei : L d7 54. P ds f5
17. Lf4 P g6 36. Lc2 P a4: 55. gfs: I15
18. Lg3 Lf'. 37. La4: L 34: 56. f6 g6
19. P d2 T fe8 38. P a8 K f8 57. P e7 Zw. geeft op9).
') Mieses kiest thans in tegenstelling met de 2de matchpartij den sterksten zet.
:) Op 16. Le7 ware gevolgd 17. g4 Ph4 18. Te7: Pf3:f 19. Kg2 Lg4: 20.
TC7: en 21. Lf4 met het beste spel voor Wit.
3) Eenvoudiger en veiliger ware 24. Tei:f 25. Tei: Tei :f 26. Kei: Pe7
waarna de partij snel remis zou zijn geworden.
4) Wit maakt goed van de hem geboden kansen gebruik.
io8

Stand na den 30sten zet van Wit.

5) Zie diagram. Ten einde het zwarte paard van het veld e5 af te houden.
6) Hier ware 30. Pf6 ten einde 31. Pb5 met a6 en 31. a5 met Kf8 32. ab6 :
ab6: te beantwoorden beter. Ook 30. Te3, 31. Pe2 Pf6 32. a5 b5 kwam in
aanmerking.
7) Op dezen zet leidt de combinatie door Zwart bij zijn 3osten zet ingeleid
schipbreuk.
8) De winst is nu nog slechts een kwestie van tijd.
9) Op 57. I14 volgt 58. Pc6 Lc6: 59. Kc6: h3 60. d7f Kd8 61. f7 of Kd6
en wint.

No. 182. Vijfde Match-partij, gespeeld te Londen, Februari 1895.


Wit: R. Teichmann. Zwart: J. Mieses
Spaansche Partij.
1. e4 es 17. L g52) L e7 33. K C3 ba4:3)
2. P f3 P c6 18. Lf6: Lf6: 34. ba4: KC5
3. L bs a6 19. Kf2 L gs 35. g5 L ast
4. L a4 d6 20. g3 Kd7 36. Kc2 L cj
5. d4 L d7 21. f4 L f6 37. KC3 L ast
6. des:1) P es : 22. C3 Kd6 38. Kc24) Kd6
7. L d7: D d7 : 23. Ke3 bs 39. P d2 K 05
8. P C3 o—o—o 24. Kd3 gs 40. P f3 Kd6
9. o—o D g4 25. fg5: L gs: 41. I14 C36)
10. P es : Ddi 26. Pgi Ke6 42. Kd3 Ke6
11. T di : des : 27. P f3 L e7 43. hs f5
12. L e3 Tdi:t 28. g4 C5 44. gf6: Kf6:
13. Tdi : P f6 29. 04 K d6 45. Kc2 h6
14. f3 L b4 30. cbs: abs: 46. Kb3 L b4
15. P e2 T d8 31/ b3 L d8 47. P ei Las
16. Td8:t Kd8: 32. a4 C4t 48. P d3 L cj
109

49- K C 3: Kg5 54. Kc6 L g3 59. e6 Kf4


50. KC4 K hs: 55. KCI7 114 60. Kf3:
51. Kd5 Kgs6) 56. ast h3 61. e8D Kga
52. P es: hs §7. a6 L fa 62. D e2! Zvv.geefto|)7).

53. Pf3f K. f 6 58, egf K-f5


Stafid na den 51sten zet van Witi

') Dit is in geen geval de sterkste voorzetting. Gewoonlijk wordt hier PC3
gespeeld waardoor Wit het vrijere spel houdt. De tekstzet brengt spoedig een
algemeenen afruil teweeg, waarna de partij gevoegelijk als remise had kunnen
worden afgebroken.
•) Teneinde in eindspel een paard tegen een looper te hebben, bij een dergelijke
pionnenstelling echter een voordeel als een speldeknop.
3) De vrije torenpion is eenigzins gevaarlijk, maar 3 3 . cb3 3 4 . abs: zou
verlies ten gevolge hebben.
4) Wit schijnt met remise tevreden te zijn.
5) Zwak gespeeld, de c-pion komt nu in gevaar en de witte koning krijgt meer
velden tot zijn dispositie. Zwart wil echter met alle geweld winnen.
') Zie diagram. De beslissende foutzet; Kg4 was de goede zet, waarop kon
volgen 52. Pes: Les: 53. Kes: hs enz. en indien al mogelijk, wat ik betwijfel, is
de winst uiterst moeilijk voor Wit. Na 51. Kgs kan Wit echter in bovenstaande
variant spelen, 54- as h4 55. a6 113 5 6 . a7 h2 5 7 . a7D hiD 5 8 . D g 8 t K~ 5 9 .
Dh8t en wint.

) Op h2 volgt natuurlijk a7 en op Dfi resp. g4t- Teichmann heeft het


eindspel meesterlijk gespeeld.

No. 183. Zesde en laatste Match-partij, gespeeld te Londen, Februari 1895.


Wit: J. Mieses. Zwart: R Teichmann.
Weener Partij.
e4 e5 4- D g 4 L f8 7. L b s ' ) P e7
2" P c3 P c6 s. D g3 dó 8. f4 a6

3. L C4 L cs 6. P ge? L e6 9. L a4 fó
IIO

10. d4 ed4: 22. T ei D d6 34. cd5:P e5:


11. Pd4: Ld7 23. P gs T df8 35. fes: T f2
12. Pf3s) f$ 24. Te6 Dd7 36. L l>4') D g4
13. 0—0 fe4: 25. Dei L csf 37- D gi Db4:
14. P e4: L f5 26. Khi h6 3^- ^6 ^ ^f8
15. Tei Dd7 27. P f3 Tf65) • 39- L e6t Kd8

16. Lb3 Le4: 28. T e2 P fe; 40. L h3 D f4


17. Te4: ds 29. Ld2 P gó 41- eó L dó:
18. T ei o—o—ö3) 3°. T adi P ce7 42- e7t K.e7.
19. Df2 P f5 31. P es P es: 43- Deit De5
20. C3 L e^ 32. T es: có Wit geeft de partij en de
21. Tdi4) Deó 33. C4 P gó match op.
Stand na den 27sten zet van Zwart.

') Hier is d3 zonder twijfel sterker. In dergelijke stellingen, waarin de dame


vroeg haar standplaats heeft verlaten en dus spoedtg aan de lange zijde gerocheerd
kan worden, weegt het voordeel eener open d-lijn ruimschoots tegen het nadeel
van den dubbelen c-pion op.
2) Tijdverlies. Pcó: gevolgd door Le3 en lange rochade was de aangewezen
speelwijze.
3) Zwart heeft nu een prachtig spel.
4) Waarom niet Ld2, ten einde den anderen toren in t spel te brengen?
5) Zie diagram.
6) Dit kwaliteitsoffer is incorrect en maakt de winst voor Zwart gemakkelijk.
7) Een grove fout, maar de partij is ook op andere wijze niet te redden. Op
eó volgt Ddó (niet De7 wegens 37. dó Ddó: 38. Le3) en op dó beslist Dg4-
III

Verschillende Partijen.
No. 184. Gespeeld in de eerste klasse van den Bondswedstrijd te Rotterdam, 13 Augustus 1894.

Wit: R. J. Loman. Zwart: J. F. Heemskerk.


Spaansche Partij.
1. e2 — e4 e7 — e5 12. De2 —h5f g7 — g6
2. P gl — f3 P b8 — c6 13. P eö X g6 P f 5 — g7 !
3. Lfl — b5 Pg8 — f6 14. D h5 — h6
4. 0—0 Pf6Xe4 Op Dh3 ware e5 gevolgd.
5. d2 — d4 a7 — a6 P g7 — f5
De gewone voortzetting is 5 .... Le7. — 15. Dh6 — h3
De tekstzet werd Her dikwijls door Morphy Heter ware het door Dh5 remise te hou­
gespeeld, later ook door Rosenthal in zijn den. De aanval gaat nu spoedig op Zwart
match met Ziickertort en door dezen in over.
het Londensche tournooi 1883 tegen Wina- T h8 — g8
ver. Chess Monthly en Deutsche Schachz. 16. Dh3Xh7 Tg8 —g7
1887 pag. 354 houden a6 hier voor de 17. Dh7 — h5
sterkste voortzetting. Op 17. Dh8f Kf7 18.Dd8 : 5.ïd8 19.Pf4
6. L b5 X c6 zou Zwart voor den pion ook een sterken
Op La4 kan volgen b5 7. Lb3 d5 aanval gekregen hebben, maar het is nog
8. de5 : Le6 met gelijk spel. zeer de vraag of die tot winst zou hebben
d7 X c6 geleid. — Op 19 — e5 kon 20. Pe2!
volgen, en wit schijnt zich te kunnen ver­
7. D dl — e2
dedigen. Op 19. . . .Tdg8 ! 20. g3 c5 !
Het //Handbuch" houdt ïel voor 't
21. c3 ! Lc6 22. Le3 Thé 23. Pd2 enz.
beste, er bijvoegende, dat De2 niet goed
is, omdat Zwart daarop niet Lf5 ! in het D d8 — f6
voordeel komt. Uitmuntend gespeeld. De partij wordt
zeer interessant.
P e4 — d6 Stand na den 17den zet van Zwart.
Beter Lf5 (zie boven). Wit krijgt nu een
mooien aanval.
8. d4 X e5 P d6 — f5
9. T f l — d l Lc8 — d7
10. e5 — e6
Voor sterker houden wij hier Pg5 drei-
geude Pt7 : en e6. Zwart wordt dan ge­
dwongen tot Dc8 of De7 en in beide ge­
vallen behoudt Wit verreweg het betere ^ ^
spel.
f7 X e6
11. P f3 — e5 L f 8 — d6
112

18. Pg6 — e5f 29. P c3 — e4 P f5 — h4


't Beste, Slecht voor Wit Was hier 18: 30. D g2 — h3 ! D f7 — h5
l)h84 Kf7 19. l)a8 : Dg6 : 20. g3 Ph4 De beslissende foutzet! Zwart moest Df5
21, Pc3 (Db7 ! De4 !) Dg4 22. Kfl! Pf3 ! gespeeld hebben, waarop hij den aanval
fen Wint. Wit speelt nu übó göecl inögeljjkt blijft vasthouden, 3l, Kfl of Khl konden
Ke8 — e7 hieröp niet volgen wegens Te4 s 't Beste
19. Pe5 X d7 Ke7 X d7 ware nog 3l. Pd6 :f cd6 : 32. Kfl Pg6 !
33j Dg2j waarop de spellen ongeveer
20. g2 — g3 ! ïg?-gÖ gelijk staaU.
Sterker ware Ke7, dreigend Pg3 : (fg3 :
Lg3 : enz.). Op 20. Ke7 21. Ïd3 ('t beste
31. Kgl— fl ! T I18 — g8
Ook op alle andere zetten is Zwart ver­
Tg6 22. Pc3 Th8 23. I)f3 Dh4 24. Dg2
Dh5 25. Ld2 Ph4 26. Dhl (De4 Tg4) loren.
Tf8 is de aanval van Zwart onweerstaan­ 32. pe4 — f6 Dh5 —f5
baar. Ook 20. Pd4 kwam in aanmerking. Zwart had de partij hier moeten op­
geven.
21. Pbl — c3 Ta8 —h8
33. P f6 X g4 Ph4 — g6
22. Dh5 —f3 D f6 — h4
34. f2 —f3 Tg8 —K8
23. D f3 — g2 D h4 —• b5
35. D h3 — g2 e6 — e5
24. Tdl — d3 P f5 —h4
36. T el — e4 T h8 — f8
25. Dg2 —<>4 Ph4 —f5
Iets beter is Ke7 met de dreiging Tg4.
37. Kfl — e2 D f5 — e6
26. D e4 <— g2 K d7 — c8 38. b2 — b3 De6 —e7?
De Koning stond beter op e7, zooals 39. h2 —h4 De7 —h7?
ook uit het vervolg blijkt. 40. D g2 — h3 K c8 — b8
27. Lel— d2 Tg6 —g4 41. L d2 — g5 Tf8—f5
28. Tal—el D h5 — f7 42. P g4 — f6 Opgegeven.
Wederom niet het beste. Waarom speelt D. v. F.
Zwart nu niet dadelijk Ph4 ? (29. Dh3 ?
T>Ptf4.

No. 185. Gespeeld in de eerste klasse van den Bondswedstrijd te Rotterdam, 13 Augustus 1894.
Wit: N. W. van Lennep. Zwart: J. F. Malta.
Spaansche Partij.
Lb4 (Deutsche Schachzeitung 1891) — Ook
1. e2 — e4 e7 — e5 b5, gevolgd door Lc5 komt in aanmerking.
2. P gl — f3 P b8 — c6 6. L a4 X c6f b7 X c6
3. L f 1 — b5 a7 — a6 7. d2 — d4 L c8 — g4
4. L b5 — a4 P g8 — f6 Hier is ed4: 8 Pd4: Ld7 de goede voort­
5. P bl — c3 d7 — d6 zetting.
8. d4 X e5 Lg4 X f3
Von Bardeleben houdt hier Le7 voor
den besten zet. Dr. E. v. Schmidt beveelt 9. D dl X f3 d6 X e5
H3

De zwarte pionnenstelling is nu zeer S t a n d n a den 15den zet van Wit.

zwak geworden. Wit lieeft verreweg de


betere stelling.
10. 0—0 Dd8 — c8
11. h2 — h3 ! h7 — h6
Dezen zet keuren wij af en meenen, dat
de volgende ontwikkeling de eenige kans
voor Zwart was op een redelijk spel: 11 . . . .
DeG 12 b3 g6, gevoigd door Lg7 en 0—0.
12. b2 — b3 ! Dc8 —e6
13. Lel — b2
De juiste wijze, om den looper te ont­
wikkelen, zooals ten volle uit het vervolg
blijkt
17. f2 —f4 h5 —h4?
L f8 — d6
Nog ware hier g6 gevolgd door Lg7 en 18. f4 X e5 h4 X g3
0—0 het beste. 19. e5 X d6 Th8Xh3
14. P c3 — e2 g7 — g6 Zwart verliest altijd een officier en had
hier de partij kunnen opgeven. Na dezen
15. D f3 — c3
Zie d i a g r a m . wanhoopszet volgt een snelle dood.
Uitstekend. De aanval van Wit wordt 20. T fl X f6 D e6 — g4
nu overweldigend.
c6 — CÖ 21. Dc3 —eöf Ke8—f8
16. P e2 — g3 h 6 — h5 22. T f6 X f7f K f8 X f7
Zwart is niet meer te redden. Pd7 ware 23. De5 —f6f enden volgenden
nog iets beter dan de tekstzet, ofschoon zet mat.
hierop eveneens f4 met sterken aanval Van Lenuep heeft de partij zeer krach­
ware gevolgd. tig gespeeld. D. v. F.

No. 186. Gespeeld in den onderlingen wedstrijd van „Heemskerk" te Leiden, 27 September 1894.
Wit: F. J. van der Wolk. Zw irt: W. Ridderhof (zonder pion f7).
1. cl2 — d4 d7 — d6 Zwart is vermoedelijk bang door afruil
een toch niet meer dan gering voordeel
2. e2 — e4 g7 — g6
te verkrijgen; eenter had hij toch een zeer
3. L fl — c4 P g8 — f6 kansrijk spel verkregen door 4. Pe4 5.
4. Pbl — c3 Pe4 :, d5 of 5. Df3, Pf6, te meer omdat
Verleidelijk maar slecht was eö om 4 . . . . Wit toch vrij zeker afruil van paard f6
de55. de5 : Ddl:f: 6. Kdl : Pg4 en kan verkrijgen, zonder dat Zwart dan zoo'n
windt den voorgift pion met vrij gelijk groote verbetering zijner stelling kan ver­
spel terug; intusschen was 4. De2 sterker krijgen.
dan Pc3; zie volgende opmerking.
. 5. P gl — f3
L f8 — g7 Om bovengenoemde reden was l)e2 nog
n4

verkieslijk; ook was heel sterk e5 eii na stelling, maar tevens een sterken aanval
5. de5 6. cle5 : Ddl :f stond Wit door verkregen door 13. Lf4:, Ïf4:; 14. Pe2
7. Pdl : geheel veilig tnet pion voor, goede en 15. f4.
stelling en zonder koninginnen. g6 — g5
L c8 — g4 Een uitstekende zet die aan Zwart schoone
Beter was Pe4 :; want daarmede ruilt kansen geeft.
Zwart een paard tegen paard of tegen 14. L c l — e3 c6 — c5
looper en krijgt een zeer kansrijk spel met Zeer mooi gespeeld.
goede gelegenheid L*c8 te ontwikkelen - nu S t a n d n a den 1 4 d e n zet van Zwart.

ruilt echter Zwart een looper tegen een


paard en laat de moeilijkheid om de eigene
stukken te ontwikkelen ten volle bestaan.
lil mmm
i
6. h2 — h 3 Lg4Xf3 mm
rssss/r/-/.
mm vm
'////'///, V/////

mm m&
7. D d l X f3 Pb8 — c6 mm. wm mm mm.
8. L c4 — b5
Deze zet is met Pb5 de slechtste van
de acht zetten (Dd3, De3, Ddl, Lb5, Pb5,
Pe2, Le3 en d5) die Wit heeft om pion
d l te verdedigen; het beste was Le3 om
na 8 Thf8 te spelen, 9. De2, Pe4:; LO. Pe4:
d5 ; 11. Pc5 dreigende Pb7 : of Pe6 met
prachtig spel, bijv. 11 ... . dc4 :; 12. Dc4:
Pa5 !; 13. Da4f, c6; 14. Pe6, Db6; 15.
. 15. T al — dl
l)e voor de hand liggende zet de5:
Pf8 : (niet Pg7 :t, want na Kf7 is dan Ph5
deugt niet om 15 ... . Lc3.; 16. bc3:,
nog maar het beste want na Lh6 kost de
Pe2f en wint of 16. Lf4:, Lb2:; 17.
verdediging van die twee afgezonderde stuk­
Tabl, gf4 : en wint.
ken maar te veel tijd aan Wit) Kf8 :; 16.
c3 of 0—0—0 en Wit wint. Ook kon T a8 — b8
Wit heel goed spelen 8. d5 en na 8 . . . . Voorzichtiger was hier ed4:; 16. Ld4:,
Pd 4?; 9. Dd3 en wint; of na 8 Ld4:; 17. Td4:, e5 en Zwart kan vrij
Pe5; De2 en Wit staat zelf veilig, met zeker remise houden ; maar Zwart speelt
een pion voor en met goede aanvalskansen. om te winnen en moet, met den voorgift-
0—0 pion achter, dus wel wat wagen.

Hiermede is Zwart drie kwart van de 16. b2 — b3


moeielijkheden der ontwikkeling voorbij. De door Zwart gehoopte fout; Wit
9. Lb5 X c6 b7 X c6 behield het verreweg betere spel door:
16. dca:, Le3:; 17. Lf4:, gf4: enz. of
10. D f 3 — d3 Pf6 — h 5 17 Lf6; 18. Lel, Lb2:; 19. Lg5:
11. 0—0 Dd8 — d7 of 18 h6; 19. b3, enz. of 17
12. g2 — g4 Phö — f4 Tf4:! 18. Dc3 Te4 ; 19. c6, De6 ; 20. a3
en de zwartepionnenstelling is maar zwak.
13. Dd3 — g3
Wit had wel een sterk ontbloote koning­
T b8 — b4
"5

] 7. L e3 X f4 Als Wit niet wilde opgeven gaf f3 hier


Nu baat dc5: niet meer om 17 ... . meer kans.
Lc3:; 18. Lf4:- Lf6 en daarna Te4: met e6 X d5
zeer goed spel voor Zwart. 23. T dl X d5
g5 X f4 Evenmin hielp Dd5: want op Kg7 of
h8 speelt Wit dan wel met De5f, maar
18. Dg3 —f3 Lg7Xd4
Zwart speelt eenvoudig D of Tf7 en wint.
Ook cd4: kwam sterk in aanmerking;
K g8 — g7
de vermoedelijke voorzetting 19. Pe2, c5;
Beter nog was Tf7.
20. e3, dc3 :; 21. Pc3:, Lc3 :; 22. Dc3:,
f3:, 23. Dc5:, Te4:; 24 Dg5f, KhS ; 25. 24. D c4 — d3
'l el, Tel:f; 26. Tel, e5; te volgen door Het langer wederstand bood hier Dc5:
De6, d5, en e4 of Tg8 en verderen aan­ D d7 — e6
val of ook 24. Dd5-|-, De6 enz. gaven aan 25. Dd3 —e2 h7 — h5
Zwart zeer goede winstkansen,
Zwart had nog sneller kunnen winnen
Ook kon 18 . . . cd4: 19. a3, dc3 : ; 20.
door f3 want Dgr.f beteekende niets.
ab4 :; Db5 en Zwart komt bij kwaliteit
achter een pion voor in eene stelling,
26. f2 — f3 D e6 — f6
Dreigende Lc3 : en Dh4.
waarin het geheele witte spel onmachtig
is tot beweging en Zwart langzamerhand 27. T dö — d3 D f6 — h4
winststelling moet krijgen. 28. Dd2 —g2
19. P c3 — d5 Wit had hier nog een fijne verleidings-
Voorzichtiger was Pe2 waarop Zwart zet kunnen beproeven, u.1. Tf2, speelt
moest antwoorden met Le5 of g7. Zwart dan Dh3 :, dan kan volgen 29. Th2,
Dg3f; 30. Tg2, Dh4 (Dh3 levert slechts
T b4 — b8
remise aan Zwart); 31. Th2, l)f6 ; 32.
20. Df3 — d3 Th5 :, Th8 ; 33. Tf5, en als Zwart nu in
Het voor de hand liggende Pf4: deugt plaats van den sterksten zet Üh4 te vol­
natuurlijk niet om Le5. gen door dame-afruil, mocht spelen 33. . .
e7 — e6 Dc7 dan 34. Te5 :, De5:; 35. Td5, Df6;
Beter was c6, want op beide zetten be­ 36. g5 Df7, 37. Tf5 te volgen doorDf4:
hoorde "Wit te antwoorden Pc3 waarna met nog eenige kansen. Bij goed spel
Zwart met f3 de witte stelling verlamt en van Zwart moest echter ook dan Wit
na d5 en eventueele afruil Zwart geen be­ verliezen.
lang heeft bij een dubbelen pion en wel K g7 — li6
bij een pion op de e-lijn. 29. Dg2 — f2
21. c2 — c3 W it kan de afruil der Dames niet meer
verhinderen zonder verlies van twee pion­
Deze zet kost een stuk en maakt alle
nen en het spel maar daarom is het nog
verdere verdediging ondoenlijk; Wit moest
niet noodig pion h3 zoo maar weg te geven
intussehen toch verliezen ook na Pc3.
D hö X h3 "
L d4 — e5
30. D f2 —h2
22. Dd3 — c4 Dame g2 was nog iets minder slecht.
116

D h3 X h2+ 38. Tdl — hl


Ik heb het doel van dezen zet niet kun­
31. Kgl X h2 K5 X g4
nen vinden; indien Wit nog altoos denkt
32. Kh2 — g2 te kunnen voortspelen, was de eenige weg
Stond BH reeds de koning op g2 dan waarlangs nog eenige kans op goeden uit­
was fg4: desnoods nog aan te wenden. slag bestond 38. Kh3 en speelt Zwart dan
g4 — g3 Th2 om op h2 mat te geven, 39. Td.ïf
33. T fl — hl I" K h6 — g5 waarop Zwart misschien met Le5, 40. Te5 :f
de5: pat en remise geeft!
34. c3 — c4 • T f8 — h8
T b3 — b2f
35. Td3 — dl a7— a5
39. K g2 — h3
36. a2 — a4
Zwart kondigt mat aan in twee zetten door
Natuurlijk rekte afruil der torens de
partij veel langer; te redden was zij ech­
L h8 — e5
ter niet. 40. T hl — el T b2 — h2f
T b8 X b3 Mat.
37. T hl X h8 L e5 X h8 J. F. HEEMSKERK.

Binnenland.
AMSTERDAM. Wij kunnen thans den uitslag mededeelen van den onderlingen
wedstrijd in het Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap. In de eerste klasse
had de driekamp om de drie prijzen tusschen D. Bleykmans, A. E. van Foreest
en N. W. van Lennep, het volgende resultaat:
v. Lennep.
Bleykman.

.v Foreest.

Totaal.

c|

P-
Ui

crq

Deelnemers.

D. Bleykmans | — | in | ol/so | 3V2 | II.


A. E. van Foreest . . . . | 000 | — | O L / ü* | V2 | III.
N. W. van Lennep. . . .| 1V21 | iVa* | — | 4 J !•
*) Derde partij niet gespeeld als van geen invloed op den uitslag.

De prijzen werden dus succ. behaald door N. W. van Lennep, D. Bleykmans


en A. E. van Foreest. Dit is de eerste wedstrijd van eenige beteekenis, waaraan
D. Bleykmans deelneemt, en wij wenschen hem dan ook van harte met zijn succes
geluk. Hij deed zich kennen als een zeer sterk speler, die zeer nauwkeurig weet
te combineeren en nooit de kleinste gelegenheid, om ook het geringste voordeel te
behalen, zal laten ontglippen. Slechts een klein weinigje routine ontbreekt hem nog.
In de tweede klasse won C. Tinholt den eersten prijs met 9 winstpunten,
117

G. J, Gantvoort den tweeden met 8Va en J. C. ten Tusschedé den derden met
6Vs na tweekamp met W. Muntjewerff (2—[—o).
In de derde klasse won G. A. van Coeverden den eersten prijs met 8 winst­
punten na tweekamp met S. Beffie (2—1—0), S. Beffie den tweeden, en A. C. B. Hey-
nert den derden met 5 winstpunten 11a tweekamp met J. W. van der Laan Jr. (2—1 o).
In de correspondentiepartij V. A. S. (Wit) vs. Elberfeld (Zwart) zijn sedert
onze laatste opgaaf op bladz. 25 de volgende zetten gedaan: 37. (Ph3) Pe4 38.
Kgi Lb7 39. Pf2 Pf2 : 40. Kf2 : Td5 41. Tc2 Tg5 42. g3, zoodat thans de vol­
gende stand is bereikt :
S t a n d n a den 4 2 s t e n z e t van Wit.

Verder deelen wij nog mee, dat evenals de vorige jaren ook thans in het V. A. S.
onderlinge matches zijn georganiseerd. Wij kunnen niet genoeg op het groote nut
hiervan wijzen en raden nochmaals ten sterkste andere clubs aan, het voorbeeld
van het V. A. S. te volgen. Zoowel de animo der leden als hun kracht wordt
er door bevorderd. Ditmaal zijn de volgende bepalingen gemaakt: r. De matches
worden gespeeld in April, Mei en Juni. 2. Winners zijn zij, die het eerst vijf
winstpunten hebben behaald; remise-partijen tellen. 3. Het inleggeld bedraagt 1 gulden.
4- De winners krijgen een prijs van vijf gulden. Stand op 23 April 12 uur's avonds:
M. G. Stokvisch 1—1. C. Tinholt 1—0.
W. H. van der Meulen o—o. J.C. ten Tusschedé o—1.
G. A. van Coeverden o—o—1. N. W. van Lennep.
A. C. B. Heijnert 1—1—o. D. Bleijkmans.
J. W. van der Laan '/2—1—1—1. H. Kothe 1»/,.

J. J. Ficke '/,s o o—o. G. J. Gantvoort V2—


J- F- P'lger '/2 •'/0. W. Muntjewerff o.
A. Bleijkmans H. Mendes da Costa 1.

De onderlinge wedstrijd in de Amsterdamsche Schaakclub, waarvan wij op


bladz. 235 van den vorigen jaargang melding maakten, is afgeloopen. De uitslag
wordt door het volgende schema aangegeven.

Zie tabel op de volgende pagina.


8
Sonneborn.

de Rapper.
den Hertog.

Lohmann.

Hermann.
Dieperink.

de Jong.

Meiners.

de Veer.
Tersteeg.

Totaal.
Puikers.
Werner.
Albregts.
Schotel.
Fuchs.

Klein.
Vos.
Deelnemers.

C. Fuchs |— | i * | o | 0 | o | o l o | i | o | o | o l ° | i 1 0 | 0 i 0 l °l 3
H. J. den Hertog . . . . | o* | — | o | Va | r 1 i 1 i | °* 1 Va 1 °* I °* I °* 1 1 1 1 I ° I °* 1 1 I 7
A. H. M. Dieperink. . . | i |i| — | o | i | i | o | i | i | i | i | i ] i * 1 i | ° 1 i | ° 1 1 2
w. e. vos | 1 j V a I 1 I — I 1 I 1 I 1 I 1 I 1 I H 1 ! 0 ! 1 ! 1 ! 0 ! 0 ! 1 ! I 2 l / s
F. J. Schotel |i|o|o|o| — |t|o|o|olilo|i|i*|i|o|o|°l 6

Tersteeg 1 1 1 o 1 o | o 1 o 1 — | o 1 ° 1 1 I 1 1 0 I 1 I 1 l°l0l0l°l 5
W. Albregts | 1 | o | 1 | o | 1 | 1 |—| 1| 1 | 1 | 1 I 1 I 0 I 1 1 0 1 1 1 0 I 11

Lohmann | q | t « | o | o | i | i | o | — | x T ~ ° I ° I 1 I 1 1 1 1 0 j 0 j 0 I J

J. C. Hermann | 1 j Va | o | o 1 1 | o | o | o | — 1 1 1 I I 1 1 1 1 1 0 1 1 0 1 1 1 8Va
A. Klein | 1 j i* | o | o | o ] o | o | 1 1 o 1 — | Va [ 1 | 1 1 1 I 0 I 0 I T/* I 7
Il8

Werner | 1 | 1* ] o | o j 1 | 1 | o | 1 | * | 'fr 1 — I 1 1 1 I 0 I 0 I 0 I Va I 9
J. C. Sonneborn | i | i * | o | i | o | o | o | o | o | o | o | —| o | o 1 o 1 1 | o | 4
Puikers | o» | o | o* | o | o* 1 o 1 1 I o I ° I ° 1 ° I 1 1 ~ I °* I °* 1 °* I. °* 1 2
UTf. de Jongh | 1 | o | o | o ] o j 1 | o | o | o | ° I 1 1 1 i ** I — 1 0 1 1 1 1 j 7
W. B. H. Meiners. . . . | 1 | 1 j 1 j 1 | 1 | 1 I 1 I 1 I 1 I 1 1 1 1 1 I T* 1 1 I ~ i 1 I 1 1 16

W. H. M. de Veer . . . | 1 | 1* | o | 1 | 1 | 1 | o | 1 [ o | 1 | 1 1 ° 1 1* \ ° 1 0 1 — 1 1 I 10

W. [. de Rapper | 1 | o | 1 | o" | 1 ] 1 [ 1 j_ 1 1 _o 1 1 ^ \ 1 i 1* I. 0 1 0 I 0 1 — I 9

* — niet gespeeld.

Meiners was aldus N°. 1 en wel zonder eenige verlies of remise-partij. De prijs bestond in ƒ 36. , die onder alle
deelnemers volgens het stelsel Sonneborn—Berger verdeeld werd.
De eerste nationale correspondentie-wedstrijd uitgeschreven door het weekblad „De Amsterdammer is nu geheel
afgeloopen. Tot onze verbazing is tot dusver de volledige uitslag er van in genoemd blad niet vermeld. Vindt de heer
Loman dezen door hem zelf uitgeschreven wedstrijd soms niet belangrijk genoeg?
119

Overzicht van den Correspondentie-Wedstrijd („Siegergruppe").

Brandsma.

Lohmann.
Meiners.

Totaal.
Faure.
Speet.

Hoes.

Peet.
Deelnemers. Uitslag.

W. B. H. Meiners. . . . | — | i | i | i | >/« | i | i | 5Vs | I


J- J- Speet | o | — | » | o | i | i | *. 1 2 |

J. E. M. Hoes | o | * j —| o | * j i | o j i |
J - Peet | o | i | i |- 1 i | i 1 i | 5 1 II
E. Brandsma | i/2 | o | * | o [ —- | r | i | 2V2 |

P. A. A. Faure |o|o|o|o|o| — |°| 0 I


J. Lohman Jr [o|*|i|o|o|t| — | 2 |

* — niet afgespeeld als geen invloed op den uitslag.


Een oprecht woord van hulde aan Meiners en Peet voor hun groote volharding
en sterk spel willen wij niet achterwege laten.

ARNHEM. De schaakdag alhier op 2 4 Februari 1.1. gehouden liep goed van


stapel. De deelneming aan den wedstrijd had heel veel talrijker kunnen en moeten
zijn en het is zeker niet te scherp uitgedrukt, wanneer wij beweren, dat de pogin­
gen van den Bond, om nu hier dan daar den leden gelegenheid te verschaffen
met elkaar in het strijdperk te treden, niet voldoende gewaardeerd en gesteund
worden. Desniettemin heeft de Arnhemsche Afdeeling een goed werk gedaan met
het organiseeren dezer schaakbijeenkomst, en onze Secretaris-Penningmeester J. J.
Kleinhoonte verdient in ruime mate den dank van alle aanwezigen voor al de zorgen
en moeite aan het voorbereiden en regelen van alles besteed. De wedstrijd
verliep als volgt :
No. Klasse. Naam. 1ste ronde. 2de ronde. 3de ronde. 4de ronde,

r. II P. F. Gombault, Arnhem bye


2. III Iz. A. de Vrie „ bye jde Vnes )
3 . II Koestal >< I de Vries
4 . III Junod Perret 1Koestal L. I L , .
T o q v, 1 Elzas IReyalt wint
^'TT„
6. II M. Elzas
; remise bij loting|
Zutphen ! Wint Elzas
I
(
van de Vries

7 . II D. de Rijk Jr. Arnhems , _... ' 6n


0 T1T . de Rijk wint van
8. III Bekking [ remise bij loting \ -p i

9. I P. F. Faber Andelst) _ , wint Faber 1


I p aber / f
1 0 . II de Koek Arnhem ( ) remise bij loting
TT T T TRI • 1 ^ I w'nt Reyalt
11. 11 J. J. Kleinhoonte „ bye )
1 2 . IV Jos Reyalt Nijmegen bye iJos. Reyalt I
Den eersten prijs won aldus Jos. Reyalt, den tweeden Iz. A. de Vries, den
derden M. Elzas en den vierden P. F. Faber. Opmerkelijk is het, dat deze uit-
slag juist in omgekeerde volgorde staat tot de klasse, waarin de prijswinners speelden.
120

Veel succes had de ter zelfder tijd gehouden tombola-wedstrijd, waarin ruim
twintig partijen werden gespeeld.
De simultaan-voorstelling des avonds door N. W. van Lennep had nog al deel­
nemers en kijkers gelokt. De uitslag van 25 tegelijk gespeelde partijen was, dat
van Lennep er 23 won en 2 remise maakte.
De gespeelde partijen zijn weinig belangrijk, wij publiceeren slechts de volgende
eindstellingen.
Stelling' uit eeiie partij. Stelling- uit eene partij.
Eindspel No. 9. Gespeeld 24 Februari 1895. Eindspel No. 10. Gespeeld 24 Februari 1895.
Maurits Elzas. Van Driest.

Iz. A. de Vries. N". W. van Lennep.


No. 9 kwam voor in den wedstrijd. Wit had reeds eenige malen remise aan­
geboden, doch Zwart wilde met alle geweld winnen en nu volgden deze zetten:
1 .. . . Dds: 2. Dc8f Kf7 3. Dd7f Kg8 4. De8f Kg7 5. De7-J- Kh6 6. Dh4f Kg7
7. De7t Kg8 8. De8f Kg7 9. Dd7|? Kf6 10. Dd8f Kfs n.Df8t Ke4?? 12. Df3f
Kd3 13 Dd3 mat!!! Het is begrijpelijk, dat Zwart bij het gewaarworden dezer
groteske matstelling eenigszins berouw had het remis niet te hebben aangenomen!
No. 10 kwam voor in de simultaan-voorstelling. Wit heeft een absoluut verloren
partij, doch beproefde nog de volgende ressource, die Zwart gelukkig niet doorzag.
1 . . . . Da8! 2. Dbs: Ta7 3. De8-J- Kg7 4. LC3 Ta3 5. Dd8 TC3:? 6. Pe6f! (niet
Dfó-f wegens Kg8 7. Dd8f KI17) fe6: 8. De7f en remise door eeuwig schaak.

HELDER. Kon over de talrijkheid der deelnemers aan den kleinen wedstrijd
te Arnhem niet bijzonder geroemd worden, nog veel teleurstellender was het aantal
bezoekers dat op Zondagmorgen 10 Maart te Helder in ,,Café 't Centrum" ver­
scheen. Nog geen jaar vroeger had de wedstrijd te Alkmaar plaats gegrepen, die
een groot succes was geweest en wij hadden zeker verwacht, alle toen gemaakte
kennissen nu in Helder te zullen terugzien, vergezeld van een minstens even groot
getal nieuwelingen, aangelokt door al het heerlijks dat zij over „Alkmaar" hadden
hooren vertellen. Onze hoop werd schandelijk beschaamd. In Helder verscheen
121

niet K. de Heer, niet M. Gorter, niet C. Gorter, niet S. de Heer, niet D. Reyne,
niet F. de Boer, niet J. Beets, niet K. Bleykmans, niet M. Veer, niet A. Bleykmans,
niet J. Bruin Wzn. Zou het 't ditmaal iets langere reisje in den spoorweg zijn
geweest, dat de heeren heeft afgeschrikt? Men zou het nauwelijks gelooven maar
het gevolg van deze algemeene absentie is geweest, dat deze wedstrijd niet een
Noord-Hollandsch maar een speciaal Heldersch karakter droeg. De Heldenaars
hadden voor een goed lokaal gezorgd, zij hadden, om zoo te zeggen, de tafel
gedekt en een maaltijd aangericht voor velen, de gastheeren bleken ten slotte ook
de eenige gasten te zijn.
Wie er nu eigenlijk wèl waren? De volgende tabel geeft het aan.
No. Klasse. Naam. 1ste ronde. 2de ronde. 3de ronde. 4de ronde.
1. II W.Westendorp Helder bye j
2. I K. H.A. Heeroma „ 1 „ j Heeroma \
TT „ „ Heeroma
3. II F. Sant „ I
4 . IIIH. Keizer „ , Kleinbentink,
T , .Kleinbentink, 1
5. I S. F. Kleinbentink „ ) ( Klein5entink Maas wint
6. III F. J. Bussing „ , y Vooruvdd | van Klein-
7. I A. van Voornveld „ 1 bentink en
8. I J. P. Berkhout „ 1 Berkhout Heeroma
9. IIJ. Kikkert „ 1 ' Berkhout ] wint van

10. I A. Maryt Nzn. „ |, j | Berkhout.


11. IJ. A. Schaafif „ ! ary Maas '
12. I S. Gazan „ jGazan
13. II W. Thie Tzn. „ ) Maas '
14. II A. J. Maas „ bye '
De verliezers der eerste ronde speelden als volgt:
Naam. 2de ronde. 3de ronde. 4de ronde.

F. Sant bye |gant


F. J. Bussing ) 1
J. Kikkert ) 1 'er Schaafif
J. A. Schaaff Uur
W. Thie Tzn. lSchaaf I Schaaft
H. Keizer bye ]
De verliezers der tweede ronde speelden onderling als volgt:
Naam. 3de ronde. 4de ronde.
W. Westendorp ) TT ,,
i i v* Voornveld
A . v a n Voornveld J f
, .. ,T i Cr a z a n
A. Maryt Nzn. i |
[ (rJazan
S. Gazan I
A. J. Maas won aldus den eersten prijs, S. F. Kleinbentink den tweeden, K. H.
A. Heeroma den derden, J. P. Berkhout den vierden, S. Gazan den vijfden, A.
van Voornveld den zesden, J. A. Schaaff den zevenden en F. Sant den achsten.
Gedurende den wedstrijd deed zich nog het incident voor, dat in zekere stelling
eener partij elk der twee spelers aan de beurt van zetten meende te zijn, een
122

probleem, dat steeds zal blijken zeer bezwaarlijk naar het genoegen der beide
belanghebbenden te kunnen worden opgelost!
De volgende niet onaardige eindstelling deed zich voor in de partij (Evansgam-
biet) S. Gazan—A. van Yoornveld.

Stelling- uit eene partij.


Eindspel No. 11. Gespeeld 10 Maart 1895
A van Voornveld.

S. Gazan.
Wit staat vrij wel hopeloos, maar heeft nog een schijntje aanval, die, bij groote
nonchalance van de zijde van Zwart, de partij op de volgende wijze vermocht te
forceeren, i. Dh5 I,e5:?? (na Des: 2. Lf7:f Kh8 kon Wit opgeven) 2. Lc2! Kg7
3. Dh7 Kf6: 4. Dh6 mat. Een mooie matstelling!

UTRECHT. In den onderlingen wedstrijd van de schaakclub „Utrecht" waarvan


wij binnenkort den uitslag hopen te kunnen mededeelen, werd onlangs de volgende
partij gespeeld.

No. 187. Gespeeld te Utrecht 19 Februari 1895.


Wit: N. TT. Zwart: A G. Olland (zonder I'y8)

Onregelmatige Opening*
1. e4 g6 13. Le3 e4 25. P C3 P f5
2. d3 e5 14. P h2 d5 26. Dei P d4
3. P f3 d6 15. L e2 P e7 27. Tbi Dd7
4. L e3 L g7 16. D d2 b6 28. D e3 !2) P C2

5- h3 p c6 17. Lg4 D f7 29. Dgs T f5


6. C3 o—o 18. L c8 : T ac8: 30. D g3 ? L e5

7. d4 D e7 19. o—o C5 31. D g4 D C7


8. L gs f6 20. des : bes: 32. g3 e3
9. L e3 f5 21. De2 d4 33. P ds ! ef2 :j-
10. L gs D f7 22. cd4: cd4: 34. Khi?3) D c6
11. efs : D f5 : 23. Lei d3 35. D C4: D C4 :
1 2 . L C4f K h8 2 4 . D e3 ') T C4 en wint.
123

') Op De4 : volgt Tci : 25. Ter: Df2 26. Khi Pfs en wint.
2) Op Le3 volgt Pf3f met doodelijken aanval.
3) Beter is natuurlijk Tf2 : doch ook dan wint Zwart.

HILVERSUM. Toen ik Woensdag-avond den 6den Maart in Hótel Gooiland


kwam, eenige minuten voor zevenen, was het gewone vergaderlokaal der Hilver-
sumsche Schaakclub reeds propvol. De rook hing dik, de gesprekken en uitroepen waren
oorlogszuchtig van aard, doch getuigden door luidruchtigheid van veel overmoed.
Daarop plotseling algemeene stilte. De troepen worden gemonsterd. De Kapiteins
zijn op hun post, de soldaten wachten op het sein. De stilte duurt voort, de
kastelein loopt op zijn teenen, en zet zoo zachtkens mogelijk glazen en kopjes
binnen het bereik der dorstigen. Nu en dan eens een schampere geestigheid over
het spel der tegenpartij, een wraakzuchtige opmerking, een hartig woord van aan­
moediging namens „de vrienden" doch dit is alles contrabande en wordt zoo spoedig
mogelijk gesmoord: „St! St! Silentium in de bak!"
't Was angstig zooals er gevochten werd. „Als leeuwen gingen ze elkaar te
lijf' zou Pinedo gezegd hebben. Met blikken op het bord nu eens van een smee-
keling, die meer licht noodig heeft, meer stukken, beter aanval en beter positie
en niet weet hoe hij dit alles te voorschijn zal tooveren, dan weer van een woes­
teling, toornig op zijn tegenpartij, op zich zelf, op iedereen over een „vreeselijken
dommen zet" die bedoeld was als een mooie combinatie; nu eens van iemand,
die zijn laatste oortje versnoept heeft en in wanhopige zenuwachtigheid nog poogt
te glimlachen, dan weer van een overgelukkige, die zich zeker waant van de over­
winning en glanst van vreugde, alsof zijn fortuin er mee gemaakt was.
Het eerste lijk wordt weggedragen. Eenige hoezee's voor onzen President, die
met hoogstdeszelfs eigen om zijn onverbiddelijke gestrengheid bekende hand, zijn
tegenstander naar de andere wereld heeft geholpen. Zou het een gunstig voor­
teeken zijn? Voorteekenen bedriegen. Nog menigmaal doortrillen triomf­
kreten de lucht, doch zij komen niet uit bevriende kelen. Het schijnt wel of niets
ter wereld in staat is, den vijand in zijn zegepraal te stuiten. Schier elk kwar­
tier een nieuwe verslagene aan onzen kant met trots door den vijand aan zijn
zegekar gebonden. Doffe wanhoopskreten en sombere gelaatstrekken hier; uitbundig
vreugdebetoon en spottende lippen daar alle duivels! wat zullen wij een
wraak nemen!
Eindelijk na een verwoeden strijd van 4 uur werd de afscheidsroffel geslagen.
Dit gaf een beetje verlichting. Trouwens 't werd hoog tijd, de ammunitie raakte
op, de manschappen waren „af."
Toen de roofvogels en vagebonden den volgenden dag kwamen om te verscheuren
en te plunderen, wat van hun gading zou zijn, vonden zij niets .... dan één
witten pion dien de materieel-commissaris per ongeluk van het bord had
laten vallen.
124

Hilversum. Utrecht.
N. W. v. Lennep. . . . o N. G. Olland i
J. C. Peet o G. H. B. Hogewind. . . i
G. J. Vuurmans . . . . o C. D. Cramer i
J. Hintzen o F„ L. Olland i
P. de Man 0V2 I). W. van Reunes . . . 1 L/a
Gerard Nierman .... 01 J. Wiedeman 10
J. H. de Ruwe . . . . 00 J. J. Moquette 11
Jacob Peet 10 J. Gouwentak 01

2 lh 9V2
Ik hoop dat Utrecht en Hilversum nog dikwijls met elkaar zullen vechten. De
beide vorige malen (Februari—Maart 1893) won Hilversum. Ditmaal richtte Utrecht
een ware slachting aan. En de reden ? Utrecht studeerde ernstig en oefende zich
gedurende die twee jaar, en Hilversum .... rustte op zijn lauweren.
v. L.

Deze week is het onderling concours in de Hilversumsche Schaakvereeniging ten


einde gebracht. Hardnekkig en langdurig is de strijd geweest, vooral onder de
deelnemers in de tweede klasse, door wie herhaaldelijk na telkens onbeslisten strijd,
moest worden overgekampt. De einduitslag van het concours is als volgt:
Eerste klasse, vijf deelnemers, Eere-prijs N. W. van Lennep met 4V2 punt
(speelde mede voor de eer), prijs J. H. Peet met 3V2 punt; tweede klasse, negen
deelnemers, eerste prijs T. H. de Ruwe, tweede prijs C. Oudejans te Bussum;
derde klasse, vijf deelnemers, prijs L. Felix.
Na afloop van het concours zijn onmiddellijk eenige matches begonnen, hetgeen,
wordt ook deze strijd met den vereischten ernst gestreden, van nuttigen invloed
wezen moet op de ontwikkeling der speelkracht van de deelnemers, eene ontwik­
keling, die bij eene nog te houden return-match met Utrecht ongetwijfeld de club
ten goede zal komen, zoo hopen we, ten minste.
Twee nieuwe leden werden inmiddels aangenomen. Mogen in hen goede krach­
ten blijken te zijn aangewonnen!
(Gooi en Eemlander).

APPINGEDAM. De correspondentie-partijen met Zwolle werden, sedert onze


opgaaf in het Januari-nummer, als volgt voortgezet (zie bladz. 29).

Zwolle—Appingedam. Appingedam—Zwolle.
9. (L f6:) gf6: 9. C3 f5
io- P »3 bs 10. L f4 gs
PdS I15 11. L es T f7
I2- C3 h4 12. C4 L e6
13. P C2 L h6 13. cd5 : L d5 :
14. a4 T b8 14. P C3
!25

S t a n d n a den 14den zet van Zwart. S t a n d n a den 15den z e t van Wit

DEN HAAG. Tusschen de leden van D. D. heeft thans een wedstrijd plaats
met 24 deelnemers in 4 klassen en met voorgift.
Ieder heeft 23 partijen te spelen, zoodat in het geheel 276 partijen zullen
worden gespeeld.
Ten einde de spelers aan te moedigen hun partij op te teek enen, wordt aan
hem die zijne 23 partijen correct genoteerd bij den Secretaris inlevert, een half
winstpunt toegestaan. Overigens gelden de gewone regelen. De ie klasse geeft
aan de 2e, de 2e aan de 3e en de 3e aan de 4e voor: pion f7 en de zet.
De ie geeft aan de 3e en de 2e aan de 4e voor : Paard bi.
De ie geeft aan de 4e voor: Toren ai.
De namen der deelnemers zijn de volgende:
Ie. klasse. W. van Rees, A. P. van Dam A.Wzn., J. J. van der Pot, J. Simons,
F. L. G. d'Aumerie, M. Edersheim, Mr. S. van Houten, J. H.
Faber, L. Simons.
He klasse. E. Edersheim Ez., J. Lemburg, M. Herz, W. A. Kramers, P. Uitten-
bogaard, J. G. L. Eisen, D. de Jong Cleijndert, F. van Wagenin-
gen, J. G. H. C. Zier, J. H. Neuman.
Ille klasse. A. H. Bever, J. Thie, H. Nanning.
IVe klasse. Jacob Catz, Ph. van Malsen.
De wedstrijd heeft een aanvang genomen den i g n Februari 1895 en bereids 46
partijen zijn gespeeld, waarvan de meeste opgeteekend zijn.
* *
*

In een voorgift-wedstrijd der schaakclub ,,Excelsior" te 's Hage, behaalden de


prijzen: I. T. J. van Starrenburg, II. J. Ruting, III. J. M. van Starrenburg,
IV. J. Wesseling.

HUIZUM. Einde Februari is te Huizum onder Leeuwarden een schaakwedstrijd


gehouden, waaraan door 12 personen werd deelgenomen. De deelnemers werden
verdeeld in drie groepen ieder van 4. Als overwinnaars traden te voorschijn
resp. E. Dijkstra in de Schrans, A. Ypes te Leeuwarden en C. T. van Ham te
8*
I2Ó

Gorredijk. Daarop werd opnieuw gestreden tusschen de overwinnaars der groepen.


De einduitslag is geweest, dat de eerste prijs werd gewonnen door den heer
Dijkstra, de tweede door den heer van Ham en de derde door den heer Ypes.
De prijzen bestonden uit luxe-voorwerpen.
(Telegraaf),
Ons bondslid C. T. van Ham te Gorredijk schrijft ons nog naar aanleiding
van dezen wedstrijd :
„De Huizummer club bestaat uit zoogenaamde natuur schakers, die o. a. nooit
een partij noteeren. Ik heb ten minste bij den geheelen wedstrijd niemand iets
zien aanteekenen. De eerste prijs ontglipte mij door het natuur schaken-, ik moest
n.1. wachten op een der heeren, om mijn laatste partij te spelen, doch deze was
in een eindspel gewikkeld, dat voor hem al reeds dertig zetten vroeger gewonnen
was, maar waarbij van weerskanten geschoven werd tot in het oneindige met het
gevolg, dat ik pas des nachts drie uur aan de beslissende partij kwam. Ik was
reeds van zes uur des morgens af in de weer, zoodat ik in dat heilige oogenblik
Paarden en Raadsheeren niet al te best meer vermocht te onderscheiden en zoo
na nog tweemaal, ik mag wel zeggen toevallig, remise gemaakt te hebben, einde­
lijk geheel „op" zijnde, de derde partij na een zet of twaalf maar abandonneerde,
daar ik wel gevoelde tot allerlei dwaasheden in staat te zijn, doch niet, om een
ernstige partij te spelen.
„Overigens is het met het schaakleven in dezen hoek van Friesland al zeer
treurig gesteld. De club, waarvan ik Voorzitter ben, bloeide bij den beginne
veel te sterk op; men meende het schaken zoo maar eventjes te kunnen leeren,
maar ik begreep terstond, dat vele leden zich wel weer terug zouden trekken, zoo­
als dan ook geschied is. Als ik u nu mededeel, dat de leden ook hier er niet
toe kunnen komen, een partij te noteeren of zelfs maar de benamingen van de
velden zich eigen te maken, behoef ik zeker niet verder uit te wijden om u te
doen begrijpen dat het schaken hier, niet veel te beteekenen heeft. Jongelui zijn
er hier ter plaatse of in de omstreken niet toe te brengen. In Beetsterzwaag ver­
keert de Schaakclub zoo wat in hetzelfde doen. Mijn vriend de heer Halbertsma
aldaar, klaagt over dezelfde verschijnselen. Maar er is daar, geloof ik, nog een
enkele uitzondering. Overigens zijn mij in Friesland behalve de genoemde club
te Huizum en de Vereeniging „Philidor" in Leeuwarden geen clubs bekend. Naar
ik meen bestaat er te Bolsward ook een Vereeniging. Verder zijn er hier en daar
verspreid wonende schakers, waarvan de sterkste wel zal zijn de heer R. Heeren
te Ternaard
„Ik begrijp ten volle, dat het Tijdschrift en al de wedstrijden, die de Bond uit­
schrijft, verbazend veel kosten na zich slepen. Ik vrees echter met groote vreeze,
dat als Friesland door ruime toetreding tot den Bond, verbetering in de finantien
moet brengen, de verwachtingen niet hoog gespannen moeten zijn, enz."

LEIDEN. De uitslag van den onderlingen wedstrijd in de schaakclub „Heems­


kerk" alhier om prijzen uitgeloofd door J. F. Heemskerk te Sas van Gent is
naar men ons mededeelt, als volgt:
127

De wedstrijd was verdeeld in drie afdeelingen n.1. I. om het hoogste aantal


punten, II. een match van vijf winstpartijen van den eersten winnaar tegen de
hoogste in punten uit de ie klasse en III. om de best gespeelde partij.
De eerste prijs om het hoogste aantal punten werd behaald door den heer
H. P. \ eldhuijzen met 10 punten van de 13. Ook de tweede prijs in een match
met den heer W. Ridderhof werd door hem behaald nadat de match had gestaan
4% tegen 4V2 waarop de heer Veldhuijzen met 1 punt won.
De Heer Veldhuijzen speelde in de 2e klasse en de heer W. Ridderhof in de
ie klasse.
De prijs voor de best gespeelde partij werd na beoordeeling van den heer
Heemskerk, toegekend aan den heer W. Ridderhof in een partij contra den heer
van der Wolk. (Deze partij vinden onze lezers in dit nummer onder „Verschil­
lende Partijen".)
Tevens zij nog vermeld dat de Vereeniging thans is begonnen met den wed­
strijd om de medaille die verleden jaar door den heer Veldhuijzen is gewonnen
en thans door hem moet worden verdedigd.

Hier is opgericht het „Leidsch Schaakgenootschap". Het lidmaatschap staat


alleen open voor bondsleden, het bestuur bestaat uit de heeren, A. van Rhijn,
G. C. J. Verkerk, C. F. Steffelaar, Dr. E. F. van Dissel en J. M. Felix. Voor'
verdere bijzonderheden raadplege men de „Ledenlijst".
Op Maandagavond 1 8 Maart trad Jhr. A. E. van Foreest op uitnoodiging van
„Palamedes" in Café Vondel als simultaanspeler op. Van 31 partijen won hij
binnen 4 uur , 21 en maakte hij 4 remise. Dr. A. van Rhijn, de voorzitter van
Palamedes, bood hem na afloop het eere-lidmaatschap der Vereeniging aan.

BAFLO. Zooals onze lezers uit de ledenlijst hebben gezien, zijn wij te Baflo
een afdeeling rijker geworden. Met de nieuwe afdeeling in Winschoten door J. D.
Tresling opgericht, hebben wij nu op drie plaatsen in Groningen vasten grond.
Wij hopen, dat het hierbij niet blijven zal, maar dat wij spoedig nieuwe verove­
ringen in het Noorden zullen mogen vermelden.

AMERSFOORT. Tusschen „de Amersfoortsche Schaakvereeniging" en „Heems­


kerk" te Leiden worden twee correspondentie-partijen gespeeld, die tot dusver het
volgende verloop hadden.
Amersfoort—Leiden. Leiden—Amersfoort.
Geweigerd Koningsgambiet. Spaansche Partij.
1- e4 es ! 1. e4 es
2- f4 ^5 2. Pf3 Pc6
3- eds: e4 3. Lbs a6

4- Lbst c6 4. La4 f5

5- dcó: bc.6: 5. d4 fe4:


6. LC4 P f6 6. Lc6: dcö:
7- d4 Ld6 7. Pes: P f6
8- Pc3 Pbd7 8. Lgs Lfs.
128

Stand na den 8sten zet van Zwart. Stand na den 8sten zet van Zwart.

GRONINGEN. Als vervolg op ons bericht in het Januari-nummer bladz. 28

schrijft ons de Heer Deelman :


„De Wedstrijd met de Provincialen is nu zoover gevorderd dat Van Rhijn en
Postma onderling een match van 3 p. moeten spelen om prijs en premie. De
eerste partij is door Van Rhijn gewonnen.
Uitslag van den Onderlingen Wedstrijd „Staunton":
H. B. van Rhijn n p. ie prijs.
L. H. Deelman 9V2 P- 2° »
H. Schelten 9 p. 3" „
Dr. N. W. Boerma 8V2 P- 4C «
R. Wieringa 8 p. 5" »
Verder verwierven H. Onnes Tzn. 7. E. Wieling 6. H. B. Zijlstra 41/2. F. P. M.
Baltens 4V2- M. Meijer en Dr. W. Beekhuis Jz. ieder 3, terwijl de President
A. H. Becker zich vergenoegde met iedereen de eer van winst te gunnen, en alles
te verliezen."

Buitenland.

ST. PETERSBURG. De correspondentie-match tusschen de Schaakclubs te


St. Petersburg en Parijs is geëindigd. Ieder won een partij, zoodat de match
remise is geworden. Wij zullen beide partijen, die buitengewoon fijn zijn en inte­
ressant in het Mei-nummer opnemen.
De President der Schaakclub alhier zond aan Lasker, die op dit oogenblik te
Londen vertoeft, aldaar simultaan-voorstellingen geeft en lezingen over de openin­
gen houdt, de telegraphische uitnoodiging van 15 April tot 15 Mei te St. Peters­
burg te komen. Geeft Lasker, wat nog niet bekend is, hieraan gehoor, zoo zal
waarschijnlijk een match met Tchigorin worden georganiseerd.
129

LONDEN. Zooals wij nog juist in ons vorig nummer konden meedeelen, begaf
Mieses zich, na afloop van zijn match met Janowski, naar Londen, alwaar een
geduchter kampvechter den strijd met hem aanbond, n.1. Teichmann. De laatste
handhaafde zijn te Leipzig aan den dag gelegde superioriteit en won de match
met 4 tegen i bij t remise. De zes partijen vinden onze lezers op bladz. 104 en
volg. van dit nummer. Mieses was vervolgens de gast van de Edenburgsche
Schaakclub, aiwaar hij met succes simultaan speelde en van de Glasgowsche
Schaakclub, waar hij eveneens simultaan speelde en Taubenhaus, die juist Glas-
gow aandeed bij zijn terugreis uit Amerika, in een korte match van vijf partijen
versloeg met 2 tegen 1 en 2 remise.
De match Blackburne—Von Bardeleben zal 22 April in de Britisch Chess Club
te Londen beginnen. Daar Von Bardeleben ook voor dezen kamp evenals voor
dien met Tchigorin de benoodigde gelden in Duitschland niet los kon krijgen,
zouden de onderhandelingen vruchteloos zijn geweest indien de heer George Newnes,
de President van genoemde Club, niet diep in zijn beurs had getast.
De reeds in een onzer vorige nummers aangekondigde kabelmatch tusschen de
Britisch Chess Club te Londen en de Manhattan Club te New-York greep 9 Maart
plaats. Aan weerszijden speelden de tien sterkste schakers der resp. clubs. Toen
het spel begon was het 11 uur 's morgens op de klokken van Nevv-York en 4 uur
s middags op die van Londen. Het spreekt vanzelf, dat er met het over en weer
telegrafeeren der zetten heel wat tijd verloren ging, en erger nog er heel wat ver­
gissingen voorkwamen, zoodat er soms meer dan een uur verloren ging met het
herstellen der fout. Na 5V2 uur gespeeld te hebben waren dan ook slechts twee
partijen beslist en remise gegeven, de acht overige verkeerden nog in een zeer
weinig gevorderd stadium, zoodat Lasker, die als „umpire" fungeerde en de niet
beeindigde partijen moest beslissen, het voorstel deed de geheele match remise te
verklaren. De Engelschen vereenigden zich hiermee ofschoon zij meenden in de
meeste partijen iets in het voordeel te zijn, en seinden het remise-aanbod over.
Een half uur later kwam het telegraphisch antwoord, dat de Amerikanen het
aanbod aannamen.
De volgende heeren speelden mee.
Bord- Manhattan Club. Britisch Club.
1 S. Lipschütz. Rev. John Owen.
2 J. W. Showalter. L. Hofïer.
3 A. B. Hodges. C. D. Locock.
4 D. G. Baird. D. Y. Mills.
5 Hanham. E. W. Lord.
6 S. Ryan. A. Guest.
7 Dr. Isaacson. James Mortiner.
8 J. W. Baird. H. W. Trenchard.
9 Dr. Simonson. J. T. Heppell.
10 W- de Visser. Andrew Hunter.
De Engelsche bladen weiden natuurlijk lang en breed uit over het succes van
dezen strijd, maar wij hopen van harte, dat het de laatste is van dezen aard,
!3°

waarvan wij verslag moeten geven. Voor één keer is zoo iets als curiositeit niet
onaaardig, en zelfs niet van belang ontbloot, doch deze beide goede eigenschappen
mogen niet genoemd worden voor zoover het Schaakspel in de zaak betrokken is
geweest, (want dit heeft al een zeer treurige rol erbij gespeeld) en kunnen hoogstens
op een reclame-biljet van de Kabel-Maatschappij met eenig recht worden aange­
haald. Na 5 Va uur voor je bord te hebben gezeten, nauwelijks verder dan de
openingszetten! Nu ja, de zetten komen heel uit New-York, en die gedachte moet
zeker een boel goed maken, doch overigens schijnen ons dergelijke schaak-evo-
luties meer grotesk dan amusant, meer pikant dan ernstig. Als de heeren met
alle geweld willen kabelen, laten zij dan dammen of domineeren, vooral domineeren,
dat gaat gauwer en dan loopt de boel misschien af — maar laten zij het schaak­
spel er niet voor misbruiken.
Steinitz schijnt intusschen voor deze kabel-reclame te zijn bezweken. Hij heeft
nl. aangeboden met een der Londensche meesters, Leesker, Mason, Blackburne,
Gunsberg of Teichmann, twee partijen per kabel te spelen onder nader te bepalen
conditiën. Al de genoemde heeren hebben echter voor de eer bedankt.

LEIPZIG. Tusschen von Bardeleben en von Gottschall werd een kleine match
gespeeld, van vijf partijen. Von Bardeleben won met 4 tegen 1.

HASTINGS. De goede berichten over het aanstaand internationaal concours


alhier blijven aanhouden. Het comité heeft voor de gelegenheid gratis het gebruik
van een prachtige localiteit verkregen; giften zijn in ruime mate toegevloeid, zoodat
zeer hooge prijzen zullen worden uitgeloofd; Lasker, Max Weiss, Steinitz, Tchigorin
Tarrasch doen zeker mee; enz enz.
WEENEN. Hier wordt op dit oogenblik een wedstrijd gehouden waaraan de
sterkste Weener spelers deelnemen, o. a. ook Max Weiss en Berthold English, die
wij eigenlijk reeds in gedachte als leden der Schaakgemeente hadden geschrapt. De
stand is nu (na de eerste ronde) als volgt: B. Englisch 5Vs> Max Judd 4, A. Mandel-
baum o, G. Marco 6, Dr. Meitner 2, C. Schlechter 5, J. Schwarz 4, Max Weiss
5V2, Ad. Zinkl 4.

Boekaankondiging.
A. ASCHARIN, Schach-Humoresken.
Riga, Jonck & Poliewsky, 1894.
LUDWIG BACHMANN, Geistreiche Schachpartien alter und neuer Zeit.
Ansbach, C. Brügel & Sohn. 1895.
Eerstgenoemd werkje 'verlangt geen wijdloopige inleiding. Wie ngemüthliche", ja
soms zeer interessante verhalen en anecdoten wil lezen, waarbij godin Caissa de een
of andere rol heeft gespeeld — koopt het; wie daarentegen elk schaakwerk uit den
booze acht, waarin de varianten van Spaansche partij en Evansgambiet niet worden
uitgevoerd — koopt het niet.
Ascharin is een prettige verteller. De humor, waarover hij beschikt is soms wel
!31

wat erg Duitsch, maar hiermee is dan ook de eenige minder goede eigenschap van
het boekje vermeld. De opstelletjes zijn natuurlijk niet alle even geestig; er loopen
er een paar onderdoor, die men vooraf had moeten lezen, om het recht te hebben, ze
over te slaan! Zoolang eehter de auteur op het gebied der werkelijkheid piaudert, ons
eerst eenige tafreelen ophangt van zijn eigen schaak-leerjaren en ons vervolgens den
persoon, de schaaktalenten en de schaakhebbelijkheden van verschillende meesters
beschrijft, als: Tschigorin Schumow. Schiffers, Petrowski, Alapin, Winawer, v. Schmidt,
Amelung, Clemenz, enz. — geniet men werkelijk bijzonder bij de lectuur. Meesterlijk
verstaat hij de kunst door een enkele anecdote, een eenvoudig gebeurtenisje, zijn karak­
ters te typeeren. Hierbij komt, dat Ascharin zijn eigen persoonlijkheid nooit op den
voorgrond dringt en steeds, ook waar hij zelf de hoofdrol speelt, het volle licht op de
overige personnages laat vallen, hen althans nooit als figuranten gebruikt. Hiermee
is volstrekt met gezegd, dat de eigenlijke .humoresken", die de fantasie van den
schrijver in het leven heeft geroepen, ongenietbaar zouden zijn. Hieronder treft men
eenige zeer goed gelukte schetsen en novellen aan. c B

In het Januari-nummer besprak ik reeds kortelijk de „Geistreiche Schachpartien"


van Bachmann. Intusschen is het vierde deeltje verschenen, dat, zooals gemeld, o. a!
een mooie verzameling partijen bevat, en een naamregister der met enkele biografische
aanteekeningen der in het geheele werk voorkomende spelers. Ik zou dan ook zeker
mijn aanbeveling niet nogmaals opgewarmd den lezers opdisschen indien ik hen niet
tevens op iets extra's wilde tracteeren. Wat zegt ge wel van het volgende proefje
komiekerigheid (trouwens het aller eenige waaraan de man zich heeft gewaagd) dat
op bladz. V staat te lezen.
»In het Hauptturnier (Leipzig '94) won van Lennep uit Amsterdam den eersten prijs
en daardoor den meestertitel. Den tweeden prijs behaalde Varain uit Munchen enz.
Als merkwaardigheid doen wij opmerken dat Rudolf Loman, die in den nationalen
wedstrijd te Rotterdam (.3-16 Augustus) kort te voren den eersten prijs had ge­
kregen, te ^eipzig in het Hauptturnier niet eens in de «Siegergruppe" kwam, terwijl
van ennep, die in Rotterdam niet tot de prijswinners behoorde en ook tegen A. E. van
f oreest een match met 3 tegen 4 verloor, in het Hauptturnier te Leipzig No. 1 was.
Een bewijs, dat ook bij het schaakspel het geluk zijn nukken heeft."
Gut ja, zoo'n Chauvinist! in zijn vaderland laat-ie zich afranselen en een klein poosje
ater ranselt-ie weer de Moffen af. Je zou'm zoo graag eens even, hè? 't Is om van
uit je vel te springen, zoo'n brutale vent! tegen A. E. van Foreest, die natuurlijk
zwakker is dan welke schaakspelende Mof ook, verliest-ie het en in Rotterdam legt-ie
het af en van iedereen en altijd krijgt-ie op zijn gezicht, maar in Leipzig. ... nee
maar t is verschrikkelijk, 't is een merkwaardigheid, etwas noch nicht dagewesenes,
tis de duivel, nee ook niet, 't is . ... geluk.
Nog een toegiftje. Het aanhangsel van het vierde deeltje wordt gevormd door ..
twaalf partijen welke de schrijver zelf gespeeld heeft en ... . gewonnen, op één na|
egen Tarrasch, maar deze had-ie moeten winnen en dat 's ook pleizierig. In elk geval
nu weten we, dat Bachmann ook een groot schaakspeler is, die niet alleen heel mooie
boekjes kan samenstellen, maar zelfs een partij van Tarrasch had moeten winnen.
o heel bescheiden dat-ie deze verrassing voor het laatst bewaart. Men was er zoo
heelemaal met op verdacht. Zoo'n olijkert! die denkt ook, eind' goed alles goed!
kan niet anders dan de boekjes van Bachmann warm aanbevelen, met het grootste
genoegen kan men er uren lang in bladeren of partijen er uit naspelen. Het formaat
is handig, druk, papier enz. voldoende, en de stof bijzonder rijk. v. L.
132

Problemen.
Redacteur: H. J. DEN HERTOG, Marnixkade 43, Amsterdam.
No. 195. Em. Pradignat No. 198. W. A. Shinkman.
(Ie Eerv. Term. „Miinchener N. N.") Grand Rapiils, Mich.

Mat in 4 zetten. Mat in 4 zetten.

No. 197. H. Leksten. No 198. Fr. Meijer.


fWfidslriid Chalcmatn v .Tourna,1'M (Frankfurter Schachblatt".)

'

Mat in 3 zetten.

No 199. J. Pospisil. No 200. Georg Friederich.


(„Ueber Land und Meer".) ( öommlflr» '\

Mat in 3 zetten. Mat in 3 zetten.


r33

No. 201 V. Schiffer. No 202. A. M Dahl.


(„Wedstrijd „Miinchener N. N.") („Saaie Zeitung.")

Mat in 3 zetten. Mat in 3 zetten.


No. 203. Vaclar Potempsky. No. 204. A. Schoschin.
Riga.
St. Petersburg.

Mat in 2 zetten. Mat in 2 zetten.


No. 205. P. Riera y Rique. No. 206. W. B. H. Meiners.
(„Strategie".)
Amsterdam.

Mat in 2 zetten. Mat in 2 zetten.


134

Oplossingen der Januari-problemen.


168. i. Dg2, Tgg2 :; 2. Pd2, Td2:$ 3. Pg5 enz. 1 > Thg2:i 2- I §5 > Tg5 •>
Pdz enz. i-, e4; 2. Pd2, Kd4; 3- De4:t enz. — anders eerder mat. 169 1. Df7,
Ke4:; 2. Dc4f, Kes; 3. Pf3t enz. 1—, Kes; 2. Pf2, ds; 3. Pf3t enz. 1—, Kd3;
2. Dc4t, KC2; 3- Dc3t: enz. 1-, d5; 2. DfS :, Pd speelt; 3. Pc5 enz. 2-, de4:;
3 Dd7t enz. 2—, C2; 3. Lb2f enz. 2—, anders; 3. Pf3f enz. x , fe4:; 2. Dc4j,
Ke5; 3. Pg4t enz. 1-, f4; 2. Pf2, Ke5; 3. Lf4 :f enz. anders eerder mat. 170.
1. Pb4, Pd6; 2. Dest enz. 1—, e2; 2. De3t enz, 1—, KC5:; 2. Dest enz. 1—,
Pcs • bes: of d6; 2. Dh8t enz. 1—, Pb anders of c6; 2. Dd7:f enz. 1—, ds; 2.
Pc2| enz. 1-, Pg3 speelt; 2. De4f enz. 1-, Lgi; 2. Pd7: enz. 171 1. La8,
g4; 2. Dg2 enz. i—, d2; 2. De2 enz. 1—, anders; 2. Tdc8t enz. of eerder mat.
172. Dd2: cd2:; 2. Td4: enz. 1—, Kd6:; La3f enz. 1—, f4; 2. DC3: enz. 1 ,
P speelt- 2 Te6f(:) enz. of eerder mat. 173. 1. Db7, Kg2; 2. Peift enz 1 ,
gf:; 2. Dg7 enz. 1-, g3J 2. Pb4 enz. 174. 1. Pe3, enz. 175. 1. Dei enz. 176.
Te3. enz. 177. 1. Dfs enz. 178. 1. De7 enz. 179. 1 Dc2 enz. 180. 1. Td8 enz.
181. 1. Pd4: enz.

Oplossing der Puzzles.


1. De witte Dame op b8, nam een zwarten Looper op e8. In plaats hiervan
speelt Wit nu 1. f6, waarop Zwart door Ld7 mat geeft.
2. Wit nam met de Dame die op d8 stond, een zwarten pion, waarmede g7—gS
gespeeld was, in plaats hiervan, speelt wit fg:f e. p. mat.

Goede oplossingen ontvingen wij van de H. H.: A. Korst (alle); A. Okkmga


(alle, behalve 168 en 169); A. W. Luijendijk (alle behalve 168 en 175); H. Meu-
des 'da Costa (alle, behalve 168, 169, 171, 172, 180 en 181. U kunt de bewuste
problemen plaatsen, indien U er bij vermeldt, dat zij in den wedstrijd van den
N. S. B. hebben medegedongen); F. H. H. Schuite (alle, in 171 volgt echter op
I__j g4) niet 2. Tdc8|, maar, 2. Dg2); W. Ulle (alle, behalve 179); G. H. C. Bak-

ker'(alle). Jos. Reyalt (170 en i74 tot en met 179); E. L. Elias(alle, behalve 168);
C. T. van Ham (alle).
De puzzles werden goed opgelost door de H. H.: F. H. H. Schuite, W. Ulle
en G. H. C. Bakker.
Verder ontvingen wij nog correcte oplossingen van de October-December proble­
men, van de H. H.: C. T. van Ham (alle, behalve 167. Zie 1—, Lh3:f) en
A. Okkinga (alle, behalve 161 en 162. Uw ingezonden probleem is nevenoplos­
baar door, 1. Ld3t).
Tot onze spijt moeten wij nog vermelden, dat n°. 155 van den Heer Men es,
incorrect is door 1. Db4f. Ook bevat nr. 156 nog meerdere nevenoplossingen.
i35

Schijnoplossingen.
Ingezonden.
De beide voorgaande opstellen over dit onderwerp heb ik met aandacht gevolgd
en deel geheel de zienswijze van den heer den Hertog.

Schijnoplossingen, hoe meer en meerderlei, hebben haar waarde, en behooren


thuis bij alle problemen, waarin de componist zijn humor bot viert — als daar
zijn schertsproblemen, Two-move, en zelfs enkelvoudige problemen, — maar waaruit
onbetwistbaar de schalksche luim van den componist u tegenstraalt. Hiervan moge
onderstaand probleem een bewijs geven.
M. C. Cook.

Mat in 2 zetten.
1. K al.
De componist leidt u hier zoo lang en zoo leuk om den tuin, dat ge
eindelijk, den sleutelzet vindende, het uitproest, met den onwillekeurigen uitroep
„Zoo'n rakker!" -—•

Maar de waarde der schijnoplossingen valt weg, daar, waar het geldt, de kunst­
waarde te bepalen van alle ernstige problemen, d. i. dezulke, waar de componist
tracht te idealiseeren, en hiervan moge onderstaande tweezet, bekroond in deu
laatsten bondswedstrijd, als voorbeeld dienen.
Zie diagram volgende p a g i n a .
Dit probleem oplossend en zijne varianten afwikkelend, smaakt men kunstgenot
en ontsnapt u een „Jongens dat's mooi!" —
Zie daar mijne opvatting omtrent de zaak.
Hoe ik hiertoe kom ?
Mijn inziens heeft de probleem-dichter de roeping, duizenderlei schoonheden,
welke het schaakspel in zijn boezem verbergt, in het licht te stellen. Hij toch
beschikt naar willekeur over de 32 schaakstukken; de eigenlijke schaakspeler heeft
slechts de helft tot zijn dienst, en de overige zijn in handen van een tegenpartij,
die hem dikwijls niet alleen belet, brillant te spelen, maar hem meermalen ook
de handen vol zal geven, om het mat te ontgaan.
136

W. B H Meiners.

Mat in 2 zetten
1. T f3.
Dus, schertsproblemen daargelaten, moet, mijns inziens, de componist kunstenaar
trachten te zijn — geen goochelaar—en, is hij kunstenaar, dan ziet en tast ge het
in zijne werken — in eersten zet, in afwikkeling, in matstellingen en zal hij geen
schijnoplossingen behoeven, om het schoone van zijn compositie s te doen uitkomen.
Warmond. J- F- KOUWENHOVEN.

(De Redactie, uitgaand van het beginsel, dat medewerking van Bondsleden
zooveel mogelijk moet worden bevorderd, heeft gemeend, bovenstaand artikel te
moeten plaatsen, alhoewel zij aangaande enkele onderdeelen de meening des
schrijvers volstrekt niet deelen kan.)

Nog eens: Schijnoplossingen.


Ingezonden.
In de meening dat ook anderen behoefte zouden gevoelen hun opinie omtrent
bovengenoemde kwestie bloot te leggen, vooral omdat het zulk eene belangrijke
kwestie is voor probleemcomponisten, heb ik niet terstond geantwoord op het door
den heer den Hertog tegen mijn opstel geschreven stuk. Vreemd echter werd het
mij te moede bij het doorbladeren der laatste aflevering van ons tijdschrift te
bemerken, dat niemand het noodig had geacht zich vóór of tegen mij te ver­
klaren. Was het omdat men het verschil niet zoo groot oordeelde, of omdat de
kwestie zelf de belangstelling niet wakker riep? Van harte hoop ik, dat het
eerste de oorzaak is van het wegblijven van een opstel, dat de zaak wellicht
terstond had opgehelderd. Intusschen zijn wij niet verder gekomen, en zoo zet ik
mij tot dit schrijven, in de eerste plaats omdat ik uit het antwoord van den heer
den Hertog heb bemerkt dat mijn eerste opstel iets aan duidelijkheid tewenschen
overliet, en ten tweede om aan te toonen, dat de afstand tusschen beide voorge-
i37

dragen meeningen niet zoo groot is, als het slotwoord van den heer den Hertog
zou doen vermoeden.
Gelijk ik in mijn eerste opstel op den voorgrond heb gesteld, ben ik het vol­
komen eens met den heer den Hertog, dat schijnoplossingen (= schijnbare oplos­
singen) altijd zijn geweest „middelen om den oplosser in de war te brengenen
als zoodanig geen waarde bezitten, omdat het begrip „moeielijkheid van oplossing"
altijd subjectief is (door het woord „moeielijkheid" te gebruiken zonder nadere
aanduiding wordt verwarring gekweekt, daar het dan ook zou slaan op de moeite
die een componist heeft, om een bepaald denkbeeld met bepaalde stukken uit te
voeren, zooals het idee der 2 loopers en den toren van de ,,Münchener neuesten
Nachrichten" wat ik „moeielijkheid van constructie" noem).
Zoo is dus voor ons beiden als uitgemaakt te beschouwen, dat de waarde van
schijnoplossingen niet ligt in de ?nindere of meerdere kans om de?i oplosser l?i
de war te brengen. Gelijk had dus de heer den Hertog als hij het belachelijke
van Kohtz en Kockelkorn's meening trachtte aan te toonen, en zeker zal ik zelf
de eerste zijn om te erkennen dat hij in dit opzicht zijn pleidooi schitterend heeft
gewonnen. Ongelijk echter heeft hij, als hij nu eenzijdig voortredeneert en aan
schijnoplossingen elke waarde ontzegt, omdat hij steeds blijft denken aan schijn­
bare oplossingen. Zoodoende slaat het geheele betoog, dat hij in het Januari­
nummer heeft gehouden, slechts van terzijde op de betrokken kwestie, of schijn­
oplossingen (= dreigende nevenoplossingen) waarde bezitten voor de beoordeeling
en zoo ja, welke.
Als miin goed recht beschouw ik het voor een bepaalde zaak eene andere
definitie te mogen geven dan de gewone, als die gewone mij niet meer voldoet.
Nu wordt door het woord „schijnoplossing" een definitie gegeven van een be­
paalde zaak, nl. die van schijnbare oplossing. Vragende, wat toch eindelijk bedoeld
werd met dit woord, ben ik tot de slotsom gekomen, dat daaronder per slot van
rekening alle dreigende nevenoplossingen moeten worden verstaan, met welken
eersten zet zij ook beginnen, want dat een onervaren oplosser zoowel schaak- als
dreig- of tempozetten zal beproeven, en al deze zetten dus door den een of anderen
oplosser schijnbare oplossingen kunnen worden. Niet te verwonderen is het dus,
dat mijn definitie veel overeenkomst vertoont met die van Kohtz en Kockelkorn,
want het is dezelfde zaak die wij bedoelen. Toch ben ik het niet met die heeren
eens als zij die zaak alleen beschouwen van de zijde der oplossers, want dan
erken ik met den heer den Hertog dat moeielijkheid van oplossing nooit maatstaf
van beoordeeling mag wezen. Schijnbare oplossingen hebben alleen beteekenis voor
den oplosser die er in is geloopen, dreigende nevenoplossingen voor oplosser en
componist beide, daar ieder zijn hart zal vasthouden bij de gedachte of er soms
geen nevenoplossing zou wezen. Toch is het dezelfde zaak, maar alleen anders
beschouwd. Ten einde echter geen verwarring te stichten zal ik in het vervolg
spreken van dreigende nevenoplossingen, welke naar mijn inzien de zaak beter
weergeven.
I)e waarde van dreigende nevenoplossingen is een kwestie van „moeilijkheid
van constructie. Ieder die zich met probleem-compositie heeft beziggehouden,
138

weet, dat het eene denkbeeld veel gemakkelijker in elkander is te zetten dan het
andere. Deze moeilijkheid kan liggen in het zoeken van het juiste antwoord op
een verdedigingszet van Zwart, maar zeer dikwijls ook in het steeds aanwezig zijn
van een nevenoplossing. Is de eene nevenoplossing overwonnen, terstond komt
eene nieuwe opdagen om ons opnieuw aan het werk te zetten. Wil de componist
zich nu met minder werk tevreden stellen, dan kiest hij een slechten eersten zet,
en het probleem kan gepubliceerd worden. Het beoordeelende, zal men zeggen dat
er schoone varianten aanwezig zijn, op vernuftige wijze gecombineerd, terwijl aan
het geheel een goed idee ten grondslag ligt, maar de moeilijkheid van de con­
structie is niet overwonnen. Een goed voorbeeld van hetgeen ik bedoel, is zeker
het aangehaalde probleem van H. Otten (Wit: Kei, Dg4, Tb8, Pf5, Pf4, f 3 ;
Zwart Kc6, TC3, C2, C7, d7). Op een oogenblik was de componist gekomen tot
deze stelling voor Wit: Kei, Dg4, TbB, Pd3, Pfs, f3. De eenige goede eerste zet
is Dg8—g4, doch dan dreigt er een nevenoplossing, die moet worden overwonnen,
(nl. Pd3—b4f). In stede van nu te trachten hetzelfde denkbeeld te verwezenlijken
maar met een anderen stand der stukken, zoodat het veld b4 niet meer door den
toren b8 wordt bezet, kiest hij een onvoldoenden eersten zet, en vermindert daar­
door de waarde van zijn probleem zeer. En het vinden van zulk een stand is
niet iets van het toeval, maar het is iets van talent, van kijk hebben op de din­
gen. En zoo is het met alle dreigende nevenoplossingen, die altijd bestaan omdat
de componist een bepaald denkbeeld heeft willen bewerken met door hem bepaalde
stukken en op zijne eigenaardige wijze. Een dreigende nevenoplossing behoeft
nooit gecomponeerd te worden want zij moet van te voren liggen in de constructie,
in den dreigenden stand, waarmede de componist begon. Het is niet ijver, om alle
oplossingsmogelijkheden na te gaan, die beloond moet worden, maar het talent,
dat een probleem kon in elkander zetten met zoovele dreigende nevenoplossingen,
maar tevens zoo correct gedacht van den eersten tot den laatsten zet toe. Wie
dreigende nevenoplossingen tracht te componeeren, verliest de correctheid der
gedachte uit het oog, en dus een ander punt der beoordeeling. Wie een probleem
begint correct in elkander te zetten, met den correcten eersten zet, zal bemerken
dat alleen het talent, dat den dreigenden stand heeft gevonden, ook de dreigende
nevenoplossingen voortbrengt, en zich daardoor dwingt tot den alledaagschen
arbeid: om zich te overtuigen dat geene andere oplossing opgaat.
Nu ik mijne meening duidelijker heb uiteengezet, hoop ik dat het ook den Heer
den Hertog zal blijken, dat hij, al zijn wij het in onderdeden wellicht niet geheel
eens, toch dichter bij mij staat dan hij zelf had gedacht. L. N. DE JONG.

Uit de Probleem-wereld.
Nieuw uitgeschreven probleem-wedstrijd.
Gevraagd: één of twee drie- en vierzetten. Adres: Fr. Moucka, Banka Slavia,
Praag. Termijn van inzending 15 Juni a.s. Inleg: f 1,20. Wijze van verzending:
de gewone (motto en verzegeld couvert). Prijsrechters zijn J. Dobrusky, J, Paclt
en JT. Pospisil.
4 **
139

In den probleemwedstrijd, door het Schachmatny Journal, op verzoek van den


Heer Ch. Grtlnzburg te Warschau, uitgeschreven, werd de prijs (15 roebels), door
den prijsrechter J. Sybin, toegewezen aan de Heeren K. Erlin te Weenen en Dr.
F. Schindler te Botenwald (ex aequo).
Het aantal stukken, waaruit de problemen moesten bestaan, was vastgesteld op vijf.
In het geheel dongen 25 problemen mede.
Hieronder laten wij de prijsproblemen volgen.
No 207. K Erlin. No. 208 Dr. F. Schindler.
Weenen. Botenwald.

Mat in 3 zetten Mat in 3 zetten

Eindspelen.

No 12. A. Troitzky No 13. H. Caro

Wit aan den zet. Wie wint? Wit wint.


140

Laatste Berichten.
Meester Taubenhaus in Amsterdam.
Het is erg pleizierig, nog iets zeer belangrijks in deze rubriek te kunnen mee-
deelen. Plotseling, op den 2den Paaschdag geloof ik, was Taubenhaus in Am­
sterdam. Hoe hij gekomen is weet ik niet, en waarom hij gekomen is weet ik ook
niet. Tot dusver ging zoo'n overkomst aldus in zijn werk. De leden van het
V. A. S. staken de hoofden bij elkaar; in de vergadering werd een voorstel gedaan,
gewikt, gewogen en een besluit uitgesteld. Dan werd er liefst een commissie
benoemd, gecollecteerd, enfin er werden voorbereidende maatregelen getroffen,
alsof het een bezoek van H.H. M.M. gold. En nu niets van dit alles. Zonder
uitgenoodigd te zijn, ja, zonder dat hij zijn komst vooruit had gemeld, kwam
Taubenhaus in Amsterdam. Evenwel niet incognito, want, onmiddellijk begaf hij
zich naar Café Panopticum, waar hij zich aan de aanwezige schakers allermin­
zaamst bekend maakte. En nu moge men over het schaaktalent speciaal van
Taubenhaus denken, wat men wil, het blijft een zeer aangename verpoozing, een
meester, die overal in het buitenland vertoefd en geschaakt heeft, en persoonlijk
zoowat al de sterkste schaakspelers der wereld kent, eens flink uit te hooren. 't Is
of zoo'n man nooit uitgepraat raakt. Over Lasker, Steinitz, Morphy, over zich­
zelf, over alles, wat met schaken samenhangt weet hij verhalen te doen of zijn
meening bloot te leggen, en het is begrijpelijk, dat de Amsterdamsche broeders
deze gelegenheid, om hun schaakhistorische kennis te verrijken, niet voorbij lieten
gaan, maar soms uren lang een kring om den prettigen causeur vormden.
Wat nu verrichtingen van T. betreft deze zijn spoedig vermeld. Vrijdag 19 April:
Simultaan-voorstelling in „D. D.", den Haag, 12—6—2. Zaterdag 20 April: dito
't ,,V. A. S." 16—4—2. Maandag 22 April: dito in de „A. S" 16—o—1. Vrije
partijen won Taubenhaus van D. van Foreest (twee), B. Meyer, A. E. van Eoreest
(drie), en N. W. van Lennep; hij verloor tegen Dr. A. van Rhijn en A. E. van
Foreest ieder één partij en maakte één remise tegen D. van Foreest.

ROTTERDAM. Op verzoek van de hier in het vorig jaar opgerichte „Nieuwe


Rotterdamsche Schaakvereeniging" speelde N. W. van Lennep op 20 April 1.1. in
Tivoli simultaan. De score was 16—5—1.
3e Jaargang. N°. 4 April 1895.

TIJDSCHRIFT
VAN DEN

NEDER LA NDSC II EN SCHAAKBOND.


BESTUUR VAN DEN N. S.: Jhr. D. VAN FOREEST, Voorzitter; E. VAN DIEN, Onder-Voorzitter;
J. C. TEN TUSSCHEDE, Keizersgracht. 100, Amsterdam, Penningmeester; L. H. DEELMAN, Commis-
saris van Materieel; N. W. VAN LENNEP, Secretaris.
REDACTIE: N. W. VAN LENNEP, Kerkstraat 188, Amsterdam; H. J. DEN HERTOG;
J. D. TRESLING.

Van dit blad, dat omstreeks den ISden van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt
opgezonden, zijn extra-nummers verkrijgbaar a *20 cents en een geheele jaargang ii f 2.—, eveneens slechts
voor Bondsleden.

INHOUDSOPGAAF: Officieele mededeelingen; Hollandsche Schakers (met por­


tretten); De geldmiddelen van den Nederlandschen Schaakbond; Theorie; Problemen;
Correspondentie-partijen Parijs—St. Petersburg; Partijen van de matches Taubenhaus-
Vasquez von Bardeleben-von Gottschall, Mieses-Taubenhaus, Blackburne-von Bardeleben;
Twee partijen van het Leipziger Hauptturnier; Verschillende partijen; Gevallen van
overeenkomst bij wedstrijd-problemen, naar het Engelsch van B. G. Laws (slot); Bin­
nenland; Buitenland; Ingezonden stukken; Eindspelen; Laatste berichten.

Even wensch ik de aandacht der lezers te vestigen op den wedstrijd in eindspel­


constructie, uitgeschreven door J F. Heemskerk als analysator van de correspondentie­
match Parijs—St. Petersburg. Nadere bijzonderheden op eene der laatste bladzijden
van dit nummer.

Wedstrijd te Amersfoort.
19 Juni 1.1. werd aan de Leden een circulaire gezonden van den volgenden inhoud:
"Het Hoofdbestuur maakt bekend, dat bij voldoende deelneming op Zondag 23 Juni
te Amersfoort in het Hótel »de Vergulde Zwaan", Utrechtsche straat, een wedstrijd
zal worden gehouden met af- en aanspel.
De loting voor den wedstrijd zal plaats hebben Zondagmorgen te 11 uur precies,
tevens termijn van toetreding. Alleen bondsleden kunnen deelnemen. Voor toeschou­
wers is de introductie vrij Overigens zijn de regelings-bepalingen geheel gelijk aan
die voor den wedstrijd te Arnhem, vermeld op bladz 45 en 46 van het Tijdschrift
jaargang 1895. '

Wij hebben reeds zoo vaak gehoopt op een groot aantal deelnemers zonder dat
onze verwachting echter verwezenlijkt werd, dat wij ons ditmaal niet aan nieuwe
teleurstellingen willen blootstellen. Slechts dit: welk Lid te Amsterdam, Hilversum of
Utrecht kan zich verantwoord achten, indien hij een wedstrijd in een zoo gunste
gelegen stad als Amersfoort niet bezoekt ?"
Den uitslag van dezen inmiddels gehouden wedstrijd vinden onze lezers onder
«Binnenland".

9
142

Algemeene Vergadering en Wedstrijd te Arnhem.


Het Hoofdbestuur maakt bekend, dat ingevolge besluit van de laatste Algemeene
Vergadering te Rotterdam, de jaarlijksche Algemeene Vergadering en wedstrijd dit
jaar zullen gehouden worden te Arnhem en wel op Zondag 28 Juli en volg. dagen in
de lokalen der Groote Societeit aldaar. Een volledig en uitgebreid programma ver­
schijnt in het volgend nummer. Allen Besturen van Afdeelingen of van Buitengewone
Leden wordt beleefd doch dringend verzocht in de week vóór 28 Juli een Vergadering
uit te schrijven hunner resp. Afdeelingen of Clubs tot het benoemen van afgevaardig­
den en tot het vaststellen der gedragslijn, door deze tegenover de verschillende voor­
stellen te volgen.
HET HOOFDBESTUUR.

Hollandsche Schakers.
(Bij de portretten).
Met de portretten dezer drie vaderlandsche schaakgrooten meenen wij wel
onzen lezers een kleine verrassing te bereiden.
Het is ons doel niet, hier uit te weiden over het leven en de schaakdaden van
de heeren D. van Foreest, A. E. van Foreest en J. D. Tresling. In de ledenlijst
van den onlangs gepubliceerden „Staat'" kan men dienaangaande alle gewenschte
inlichtingen vinden. Hoe dit edele driemanschap gedurende de laatste tien jaren
voor het schaken hier te lande heeft gewerkt en wat het tot stand heeft gebracht
is ieder onzer bekend.
De zeer groote rol, die de oudste van Foreest als schaakpracticus tot 88 heeft
gespeeld, zijn snel op elkaar gevolgde, schitterende zegepralen, liggen nog versch
Tn het geheugen, al wist de overwinnaar door zijn zoo bijzonder sympathiek en
bescheiden optreden de nederlaag van den tegenstander minder tot een schande
dan tot een genoegen te maken. Na genoemd jaar, toen van Foreest zich te
Heemskerk als dokter had gevestigd, ontbraken hem èn de tijd, èn de gelegenheid,
zich veel met zijn oude liefde bezig te houden. De afleveringen van dt Deutsche
Schachzeitung, die de post hem maandelijks bracht, verlieten nauwelijks haar
kruisband en werden ongelezen op de boekenplank bij het stapeltje gevoegd
het scheen als ware onze eerste schaker voor het schaakspel verloren. Mais, on
revient toujours £ ses premières amours, en de benoeming tot Voorzitter van
onzen Bond, te Groningen '93, voerde van Foreest plotseling weer terug in het
schaakleven. Wel zal het nog geruimen tijd duren, voordat hij, gelijk vroeger,
geen onzer wedstrijden meer verzuimt — geen ambt is zóó gebonden als het
doktersambt — maar zijn partijanalyses in het Tijdschrift, zijn deelneming aan
den Beemster-wedstrijd in Februari 1.1. en aan den correspondentie-wedstrijd van
„de Amsterdammer" zijn voorboden van een, naar wij hopen, niet al te verwij­
derde toekomst, die het verleden nog moge overtreffen in grootheid van daad
en werk. Hoe het ook zij, zoolang de Bond kan bogen op een Voorzitter van
143

zoo uitnemende gaven en toewijding als de tegenwoordige titularis bezit, behoe­


ven wij aan de instandhouding en voortdurenden bloei van onze schaakgemeen­
schap allerminst te twijfelen!
En Jhr. A. E. van Foreest? Zou er één schaker in ons land te vinden zijn,
die deze geestige persoonlijkheid niet kende en met zijn geestig spel op afdoende
wijze had kennis gemaakt? Waar is de club, die tot dezen simultaanspeler bij
uitnemendheid het verzoek richtte, in haar midden op te treden, en een weigerend
antwoord ontving? Je moet hem bij zoo'n gelegenheid gezien hebben, hoe hij met
ongeëvenaarde snelheid de .bordjes rondrent en, zijn tegenpartij nauwelijks den tijd
tot denken gunnend, dezen nu eens door een uiterst briljanten of sterken, dan
weer door een bijzonder hard neerkomenden zet overdondert. „Als je denkt, dat je
hem hebt, dan heb je hem nog niet half," hoorde ik iemand eens zeggen. De
jongste van toreest is de man der schitterende combinaties, der onverwachte,
iemand een doodschrik om het hart jagende zetten, der fijne ressources, in één
woord der geestigheid. Vraag het aan een lid van het Amsterdamsche Schaak­
genootschap, wie in staat is leven te gieten in de meest dorre debatten, wie steeds
klaar staat met een gevat antwoord, wie steeds door zijn vroolijkheid allen en
alles animeert, wie als de meest prettige en loyale tegenpartij geldt, die men zich
wenschen kan en het antwoord zal onmiddellijk luiden: Arnold van Foreest.
Zeer korten tijd geleden trad van Foreest in het huwelijk. Welk verband of
liever welke bandeloosheid er tusschen dit schijnbaar zoo onschuldige feit en het
schaakspel kan bestaan is van droevige bekendheid. Het ware echter beschuldi­
gen zonder grond, indien wij zelfs de vrees zouden koesteren, dat van Foreest
thans zijn rijke gaven op minder éclatante wijze dan tot dusver aan het schaak­
spel zal wijden. Hij behoort ongetwijfeld tot de verstandige menschen, die nooit
om het schaakspel hun plicht hebben verzuimd, maar, zijn wij geneigd te vragen,
zou er niet eenig plichtverzuim in steken een zoo roemvolle en vruchtbare schaak­
carrière plotseling af te breken en het schaakspelende Nederland van een zijner
allerbeste krachten te berooven ?
De heer Ireshng is nu juist niet geflatteerd op zijn portret: hij ziet er zoo
arsch, zoo gebiedend uit en heeft iets klassiek-veldheerachtigs in zijn blik. Wij
veronderstellen, dat de patiënt tijdens de pose boos werd op den fotograaf, omdat
deze hem te lang liet wachten en dat aan deze omstandigheden de hautaine trek­
ken in zijn gelaat geweten moeten worden. Zij althans, die Tresling persoonlijk
•ennen, weten, dat zijn natuurlijke pose geheel verschilt met de onderhavige ver­
luchting en dat de maestro in het dagelijksche leven slechts dan groote oogen
opzet, wanneer hij een onvermijdelijk mat annonceert of, om zijn eigen woorden
aan te halen, wanneer hij bezig is zijn tegenpartij „eventjes op te knappen."
Tresling behoort tot die zeldzaam bevoordeelde wezens, die een reuzenkracht op
het schaakbord kunnen ontwikkelen zonder dat zij zich ooit behoeven te oefenen,
terwijl er weken en maanden voorbijgaan zonder dat zij een schaakbord aanzien'
ja, wat meer zegt, die algemeen tot de sterksten onder de sterken worden gerekend'
zonder dat zij deze superioriteit door het medespelen in eenigen wedstrijd of kamp
behoeven te toonen.
• 44

En toch, ook deze medalje heeft een keerzijde. Indien de schaaktalenten van
Tresling nu eens werden miskend, zou hij dan misschien geprikkeld worden, zijn
licht wat minder onder de korenmaat te laten schijnen? Indien er één speler is
in ons land, die de weinige malen, dat hij publiek is opgetreden, hetzij in een
match, hetzij als blindspeler, hetzij met partij-analyses, getoond heeft met kans op
succes de gevreesde buitenlandsche meesters te kunnen bevechten — dan is het
Tresling. Wie zal de droeve waarheid ontkennen, dat het juist hierom des te
meer te betreuren valt, dat de champion zelfs op ieder binnenlandsch tornooi
wordt gemist? Laten wij intusschen hopen, dat deze .wanverhouding tusschen de
schaaktalenten en de schaakdaden van Tresling spoedig moge ophouden: in af­
wachting van deze heerlijke toekomst blijven wij Tresling toch dankbaar voor
hetgeen hij als partii-annotator van dit Tijdschrift reeds heeft gepraesteerd.
Niet veel heb ik hierbij te voegen: slechts dit. Buitenlandsche tijdschriften zijn
ons reeds lang voorgegaan met het opnemen van meesterlijke beeltenissen en,
n'en déplaise aan van der Linde, zijn er ook in ons land ondanks de „nacionale
verrotting" spelers te vinden, die waardig zijn in beeld te worden vereeuwigd.
Toch hebben niet louter navolgingszucht en waardeering ons het plan voor deze
schakersgroep ingegeven. Wij willen uiting geven aan onze blijdschap over den
steeds toenemenden bloei van het schaakspel hier te lande en tevens een daad
verrichten van dankbaarheid, van piëteit tegenover hen, die het meest tot dezen
vooruitgang hebben meegewerkt. Wij willen op het met zooveel moeite veroverde
terrein een vaandel planten, als herinnering aan de aanvankelijk behaalde over­
winning en als aanmoediging voor onze soldaten, dat zij hun ijver en volharding
in het strijden niet laten verflauwen maar, geloovende aan het goed recht hunner
zaak, ook hun beste krachten daaraan blijven wijden. Wij willen aan de nog in
ons midden levende veteranen toonen, dat de voor ettelijke jaren door hen aan­
gevangen pogingen om de schaakliefhebberij ten onzent aan te wakkeren, door hun
geestelijke kinderen zijn voortgezet met enthousiasme, met groote werkkracht en
met vrucht en dat de zoo dikwijls vernomen zucht: de groote mannen in deze
kunst of in gene wetenschap worden oud waar is het jongere geslacht, dat
hen kan opvolgen! — niet ten opzichte van onze groote passie behoeft te wor­
den geslaakt.

De geldmiddelen van den Nederlandschen Schaakbond.


Wij gelooven goed te doen, door reeds nu de leden er op voor te bereiden,
dat in de aanstaande algemeene vergadering door ons een voorstel zal worden
gedaan, om de bondscontributie te verhoogen. Meer en meer blijkt toch, dat de
berekeningen, waarop de finantieele toestand van den Bond gebaseerd is, te opti­
mistisch waren gesteld, zóó zelfs, dat ieder afdeelingslid den Bond thans geld kost,
en dat de inkomsten, van de rechtstreeksche leden ontvangen, ongeveer groot
genoeg zijn om te dekken, hetgeen aan hen ten koste wordt gelegd. Hoe het dan
mogelijk is, dat de Bond nog geen tekort heeft? Wel, eenvoudig omdat hij
!4d

op dit oogenblik bestaat door de goedgeefsehheid van een der leden, die in zijn liefde
voor het schaken en den Bond zóó ver gaat, dat hij aan de bondskas schenkt
allerlei bijdragen, die voor onze dagelijksche uitgaven noodig zijn. Zoo ontving
de Rond in 1894 cadeau: de porto's van den Secretaris, de onkosten voor druk­
werk, verschillende prijzen voor kleine wedstrijden, schrijfloon, kantoorbehoeften,
reiskosten, enz. enz., te veel om op te noemen. Wij gelooven, dat deze toestand
onhoudbaar is: dat de Bond moet bestaan niet door de welwillendheid van één
onzer, maar dat hij moet bloeien en groot worden, door eigen middelen, door
eigen kracht 1
Wie zich. de moeite wil nemen, om één oogenblik over de zaak na te denken,
zal bemerken, dat er iets onmogelijks ligt in de finantieele verhouding van som­
mige leden tot den Bond. Men versta ons wel: wij bedoelen allerminst, een der
leden een grief te maken van het feit, dat bij den Bond meer kost dan inbrengt;
onder de tegenwoordige wet is ieder daartoe volkomen in zijn recht: en wie de
contributie betaalt, die van hem verlangd wordt, mag eischen, dat hem gegeven
wordt, wat beloofd werd. — Maar .... op ons bestuur rust de plicht er voor zorg
te dragen, dat de Bond blijve bestaan: en dat bestaan is onder de tegenwoordige
finantieele regeling ernstig bedreigd.
Zie hier:
365 afdeelingsleden contribueerden over 1894 f 389, dus circa f 1.07 per lid.
Het Tijdschrift kost ons:
Drukloon en papier: per jaar Hr f 720.—, dus verdeeld over 650 leden, per lid f 1.18
Porto's per nummer minstens 3 ct., dus per jaar „ —-.40
Kruisband, vouwen, strookenschrijven, enz —.10
het orgaan kost dus per lid en per jaar f 1.68

Eigenlijk kost het orgaan meer: want in het bovenstaande is nog niets uitge­
trokken voor redactiekosten, waaronder men verstaan moet, niet een salaris aan
de heeren die zich met de samenstelling wilden belasten, maar de kosten van
abonnement op tijdschriften, copiepapier, diagrammen, bureaukosten, wat den Bond
tot nu toe wordt geschonken!

De wedstrijden over 1894 hebben ongeveer ƒ 360.—, gekost dus circa 55 ets.
per lid, waarbij men in aanmerking moet nemen, dat voor verschillende prijzen en
kosten door den Bond niets werd vergoed.

Ieder lid kost den Bond dus ƒ 1.68 + ƒ 0.55 = ƒ 2.23 per jaar, ongerekend
administratie, redactie, een deel der prijzen enz. (*) M. a. w. wanneer alle leden
jaarlijks ƒ2.23 contribueeren, dan heeft de Bond net genoeg, om daarvan de aller­
noodzakelijkste onkosten te bestrijden, en dan blijft er nog niets over voor het
inviteeren van buitenlandsche meesters, het aanmoedigen van correspondentie-

(*) Dat het orgaan over 1894 belangrijk minder dan ƒ 1.68 kostte, wordt veroorzaakt door omstandigheden die niet
voor een schriftelijke toelichting vatbaar zijn.
146

partijen, het ondersteunen van noodlijdende afdeelingen, enz., allemaal zaken, die
toch zeker op den weg van den Bond liggen, maar waaraan men uit gebrek aan
middelen niet kan denken.

* *

Wanneer de bond de verplichtingen wil nakomen, die hij tegenover alle leden
heeft op zich genomen, dan moeten jaarlijks de volgende uitgaven kunnen worden
gedaan:
drukloon, expediëeren, redactie-tijdschrift + f 1200.—
wedstrijden „ 480.—
drukwerk, diploma's, porto's, administratiekosten van secretaris,
penningmeester en assistent-schrijver, reparatie en aanschaffing
van materieel „ „ 400.—
f 2080.—
Maar dan moeten daartegenover ook de volgende inkomsten staan:
300 rechtstreeksche leden k f 3.—• ƒ 900.—
350 afdeelingsleden £t f 2.— „ 700.—
donatiën „ 300.—
inleggelden wedstrijden „ 150.—
2050.—, en
dan blijft er nog een klein finantieel te kort, behalve dat de Bond dan nog te kort
schiet in de moreele verplichtingen, die hij tegenover zijn leden heeft te vervullen.
Uit het bovenstaande blijkt reeds, welken weg wij op willen. Wij wenschen aan
de aanstaande algemeene vergadering voor te stellen de contributie te bepalen:
voor rechtstreeksche leden op drie gulden per jaar, en voor alle afdeelingsleden
op twee gulden per jaar, welke voorstellen dus voor de meeste leden feitelijk neer­
komen op een meerdere jaarlijksche uitgave van vijftig cents.
En worden deze voorstellen aangenomen, waaraan wij zeker niet mogen twijfelen,
dan zal de bond nog gedeeltelijk bestaan van de vrijwillige bijdragen, die door enkele
onzer leden jaarlijks aan de bondskas worden geschonken.
* *

Wij zouden tekort doen aan de sympathie, die de leden voor den bond hebben
getoond, door aan de bovenstaande feiten nog een woord van aanbeveling toe te
voegen. Integendeel gelooven wij, dat het gezegde voldoende is om bij ieder lid
instemming te verkrijgen voor onze voorstellen en dat deze met algemeene
stemmen zullen worden aangenomen.
HET HOOFDBESTUUR.

Amsterdam, Juni 1895.


«47

Theorie.
I» cle laatste aflevering der '/Strategie" stelt de bekende Russische amateur G. Hel-
bach voor, in het Havipe-Allgaiergambiet 6—, Pc6—e5 te spelen in plaats van 6—
h7—htS. Volgens den schrijver is dan de partij voor Z'wart gewonnen. Hij tracht
dit te bewijzen door de volgende varianten.

1. e2 — e4 e7 — eö c3, dc3: 15. bc3 :, Lg4 16. l)g4:,Lc3:f


en wint.
2. P bl — c3 P h8 — c6
8 P e5 — g6 !
3. f2 — f4 e5 X f4
Op dezen zet is de nieuwe verdediging
4. P gl — f3 g7 — g5 gebaseerd.
5. h2—h4 gö—g4 (Toen eenige Amsterdamsche amateurs
6. P f3 — gö P c6 — e» onlangs deze opening onderzochten, bleek
8 —, hg5 : weerlegd te worden door 9.
Positie n a den 6 d e n zet van Zwart.
Le5:, f6 10. Lg3, d6 11. Le2!)
9. Pg5 X f7 Ke8 X f7
10. L f l — c4f Kf7 — g7
11. D dl X g4 h6 — h5
Niet 11 — , d5 wegens 12. Dg3, dc4:
13. h5 en de zwarte partij is moeilijk te
verdedigen.
12. Dg4 —f3 L f8 — e7!
13. P c3 — d5 d7 —d6
14. P d5 X e7 D d8 X e7
15. L f4 — g5 L c8 — g4 !
16. D f 3 — e3 De7 —d7
7. d2 — d4 17. 0— 0 Ta8 — f8
Wit heeft geen beteren zet. Nu heeft Wit in het geheel geen aan­
val meer; Zwart is een stuk voor en moet
7 h7 — h6 dus winnen.
8. Lel X f4! Zoo deze varianten blijken steek te hou­
Wanneer Wit het Paard neemt, komt. den, zal voortaan de verdediging van het
hij nog slechter te staan. Vgl. 8. de5: «1 lampe-.\llgaier" vrij wat minder hoofd­
hgö : 'J. Dg4:, d5 10. Df3, d4 11. Pd5, breken kosten dan tot dusver.
c6, 12. Pf6f, Pf6: 13. et'6:, Ll)4 f 14. d. H.
148

Problemen.
Redacteur: H, J. DEN HFRTOG, Marnixkade 43, Amsterdam.
No. 209. A. Bayersdorfer. * No. 210. L. van Calear Pz.
(Akademische Momtshefte.) Koog a/d Zaan.

•• Y,""." . -

Mat in 4 zetten. Mat in 4 zetten.

* No. 211. J. T Kouwenhovei * No. 212. C. C. W. Mann.


Warmond. Amsterdam.

Mat in 3 zetten. Mat in 3 zetten.

No. 213. J. ChochoLous. No. 214. H. Mendes da Costa.


Praag. Amsterdam.

Mat in 3 zetten. Mat in 3 zetten.


149

* No. 215. H. Mendes da Costa. * No. 216. H Mendes da Costa.


Amsterdam. Amsterdam.

Mat in 3 zetten. Mat in 3 zetten.

* No. V17. A. G Olland. No 218. W. Pulitzer.


Utrecht. Wow V„,l,

Mat in 2 zetten. Mat in 2 zetten.

* No. i 19. A van Eelde. * No. 5:20. J. T. Kouwenhoven.


Utrecht. Warmond.

Mat in 2 zetten. Mat in 2 zetten.


i5°

Oplossingen der Februari-problemen.


182. i. Le2, Kes; 2. Lf3, KT4; 3. Tf6| enz. of 2—, Kd4 of f5; 3. Tf6 of
LC3 enz. 1—, KJ5; 2. Lf3, Kf4; 3. Tf6| enz. of 2—, Kes; 3- IjC3t enz. 1—,
Ke4; 2. 1x3, onv:; 3. Tf6f of Lf3f enz. 183. 1. g6, a4; 2. Lg8, Df7t; 3. gf:
enz. of 2—, Dd2; 3. Lf8f enz. 1—, Dd2; 2. Lf8|, Db4; 3. g7 -enz.; anders eer­
der mat. 184. 1. Td4, Kd4:; 2. Db2 enz. 1—, Kfs:; 2. Df3 enz. 1—, Pgs;
2. Tdst enz. 1—, Pf8; 2. Dd3 enz. 185. 1 Pa6, Le4; 2. Dcóf enz. 1—, Kc4;
2. Dci| enz. 1—, Lb2: of Ld6; 2. Dd6 (:)f enz. 1-—, anders; 2. De6 enz. 186.
1. Pd5, cd:; 2. Dest enz. 1—, Kds:; 2. Dd6f enz. 1—, Pd4; 2. Pgsf enz.
1—, Pf3 speelt anders; 2. Dest enz. 1—, anders; 2. Df+rt of d3f enz. 187.
1. Pd6, Kd6; 2. e8L enz. 1—, Kc6; 2. c8 Pd2 enz. 1—, Ke7:; 2. c8D enz. 188.
1. Tc6, Kc62. Le4f enz. 1—, Pf4:; 2. Td6f enz. 1—, Kes; 2- Lb2t enz.
1—, Tfs; 2. Tdóf enz. 1—, anders: 2. La2f enz. 189. 1. übi enz. 190. 1. Pd8 enz.
191. 1. Dbi enz. 192. 1. Db8 enz. 19J. 1. Db6 enz. 194. 1. Df4, a3; 2. o—o
enz. 1—, anders; 2. Dd2f enz.
Goede oplossingen ontvingen wij van de H.H. A. Korst (alle, behalve 194);
A. H. M. Dieperink (alle, behalve 185 en 192); F,. L. Elias (alle); H. Mendes
da Costa (alle behalve 183, 187 en 194); H. G. van Roven (alle, behalve 182,
183 en 194). Een vaste methode voor het oplossen van problemen is moeilijk
aan te geven; misschien komen wij hierop later wel eens terug.
Ook ontvingen wij nog goede oplossingen van de Januari-problemen van den
Heer H. G. van Royen (alle, behalve 168, 169, 171, 172, 180 en 181).

Belangrijk bericht aan lien, «lie in ome probleemwedstrijden


mededingen.
a. De met een * geteekende problemen nemen deel aan den wedstrijd in com­
positie.
b. Slechts de 12 bovenstaande, genummerde problemen behooren tot den oplos-
sings-wedstrijd.
c. Additioneel Reglements-artikel: Hij, die duidelijk aantoont, dat een probleem
onoplosbaar is, ontvangt daarvoor ö punten.
d. Indien 2 of meer deelnemers aan den oplossings-wedstrijd met hetzelfde aantal
punten uitkomen, wordt het prijs-bedrag gelijkelijk onder hen verdeeld.
Deelnemers aan den oplossings-wedstrijd hebben hunne inzendingen te adres-
seeren aan W. B. H. MEINERS, Nassaukade 76, Amsterdam,
f. Deelnemers aan den wedstrijd in compositie hebben hunne inzendingen te
adresseeren aan H. J. DEN HERTOG, Marnixkade 43, Amsterdam.
Voor de overige bepalingen wordt verwezen naar Blz. 86 van dezen jaargang.
DE JURY.
i5i

Uit de Probleem-wereld.
Het is mij een behoefte, bij het hervatten van het redacteurswerk openlijk een
woord van hartelijken dank te brengen aan mijn vriend Meiners voor de welwil­
lendheid, waarmede hij gedurende mijne ziekte mijn taak op zich genomen heeft.
* *
D. H.
*

Nieuw uitgeschreven probleemwedstrijd.


Adres: I)r. Hunt, Chess Editor Brighton Society, 101 Queen's Road Dalston,
London N.E. Gevraagd: Driezettige directe problemen, zonder voorwaarden.
Elk auteur kan twee problemen inzenden, genummerd in volgorde van hunne
waarde. Termijn van inzending: i October 1895. Jury: Hume, Laws en Taverner.
4 prijzen: f 25.20, f 12.60, f 6.30 en f 3.00.
* *
*

Het derde probleemtornooi van „Chess Monthly" is afgeloopen. De publicatie


van alle ingekomen problemen duurde niet minder dan drie jaren.
Wij laten hier een overzicht volgen van den uitslag:
Tweezetten: I. V. Marin, Barcelona.
II. W. A. Clark, East Molesey.
III. B. G. Laws, Londen.
IV. Ds. J. Jespersen, Svendborg.
Driezetten: I. Ds. J. Jespersen, Svendborg.
II. Th. Frolander, Gaddede (Zweden.)
III. J. Hlineny, Chleby (Bohemen.)
IV. P. G. L. Fothergill, Lymington.
V. H. F. L. Meyer, Sydenham.
VI. B. G. Laws, Londen.
Vierzetten: I. B. G. Laws, Londen.
II. R. Weinheimer, Ottakring.
III. A. Bayersdorfer, Mtlnchen.
IV. M. Ehrenstein, Budapest.
%-zettig Zei f mat: I. G. Hume, Nottingham.
II. Dr. H. Rohr, Breslau.
^-zettig Zelf mat: I. G. Hume, Nottingham.
II. J. Rayner, Leeds.

De plaatsi-mmte ontbreekt ons, om hier alle bekroonde problemen te doen


afdrukken. Wij bepalen ons dus tot een viertal composities, die o. i. eigenaardige
verdiensten hebben.

Zie diagrammen, tfolgende pagina.


lS2

Th. Frolander. J. Hlineny.


(2e prijs.) (3e prijs.)

Mat in 3 zetten. Mat in 3 zetten.

V. Marin. B. Gr. Laws.


(Ie prijs.) (3e prijs.)

Mat in 2 zetten. Mat in 2 zetten.

Als behoorende tot hen, wier problemen niet voor een prijs in aanmerking
kwamen, worden de volgende bekende componisten genoemd : Chocholous, Smutny,
Dubbe, von Gottschall, Keidanski, Valle, Nemo, Dr. Schindler, Erlin, Feigl,
Mackenzie, Möller, Palkoska, Fuss enz.

* *
*

Ook in het 2e probleemtornooi der Schaakvereeniging „Wtlrzburg is de beslis­


sing gevallen. In 't geheel waren 61 driezetten ingezonden. De uitslag was:
153

V. Marin.
(Ie prijs.)

I. V. Marin, Barcelona.
II. R. Weinheimer, Ottakring.
III. K. Erlin, Weenen.
Eervolle vermeldingen:
1. G. Chocholous, Praag.
2. G. Friedrich, Wurlitz.
3. F. Meyer, Siegritz.
4. N. A. Iszwolsky, Moskou.
5. V. Marin, Barcelona.
6. Ds. J. Jespersen, Svendborg.

Mat in 3 zetten.
* *
*
Schijnoplossingen.
Met genoegen zagen wij, dat de Heer de Jong zich zooveel moeite gegeven
heeft, om zijne meening nader toe te lichten. Met een paar opmerkingen willen
wij nu het debat over deze kwestie sluiten. In de eerste plaats geven wij den
Heer de J. in overweging, in plaats van „schijnoplossingen" niet den term „drei­
gende nevenoplossingen" te gaan gebruiken. Immers, een „dreigende nevenoplos­
sing" is werkelijk eene oplossing — en dat is toch de bedoeling niet. Wellicht
bedoelt de Heer de J. met den nieuwen term eene verkorting van „nevenoplossing,
die in alle variantan dreigt op te gaan", — maar die verkorting is beslist onge­
oorloofd. — Verder wensch ik nog ééne vraag tot mijne geachte tegenpartij te
richten: „Verondersteld, dat gij eene positie, die nevenoplossingen toelaat, ver­
beterd hebt door verplaatsing van het stuk, waarmee de sleutelzet wordt gedaan,
kunt gij dan bij het onderzoek der nieuwe positie niet schijnoplossingen aantref­
fen, die vroeger niet aanwezig waren, en welker niet-opgaan slechts aan een geluk­
kig toeval te danken is? Mogen die schijnoplossingen dan in aanmerking komen
bij 't waardeeren van het probleem met het oog op „moeielijkheid van constructie"?
* *
*
Correspondentie.
L. v. C. Pz., te K. a. d. Z. — Wij meenen overeenkomstig uwe bedoeling
gehandeld te hebben door van uwe drie gelijksoortige vierzetten den besten te
publiceeren.
Clarus, te U. — Volgens Art. VIII van het wedstrijd-reglement is het gebruik van
motto's of pseudoniemen buitengesloten. Uw driezet (Witte K. ci, Zwarte K. e4) komt
volgens 't oordeel der jury niet voor plaatsing in aanmerking, daar hij, hoewel in
eenigszins anderen vorm, reeds medegedongen heeft in den „ Amsterdammer"-wedstrijd.
H M. d. C., te A. — U bedoelt zeker niet, dat uw verbeterde tweezet
(1. D h8 — d8) in het Tijdschrift zal worden opgenomen.
154

Correspondentie-match Parijs-St Petersburg.


jgg. Gespeeld bij briefwisseling in 1894.
Wit: Parijs. Zwart: St. Petersburg.
Damepion-openiiig.
1. d2 — d4 d7 — d5 P f 6 — e4
Veel beter was het Lf8—e7 of d6 te
2. Pgl — f3 Pg8 — f6
spelen en Pe4 uit te stellen tot W it den
3. e2 — e3 L c8 — g4 looper op d2 heeft gebracht.
Het. kan niet genoeg herhaald worden,
11. f2 — f 3 Dc7 —a5f
dat in de damepion-openingen de dame-
looper zóó noodig is tot beveiliging van 12. Kei —fl !
den damesvleugel, dat hij in den aanvang De sleutel van bovengenoemden valstrik.
niet met voordeel naar den koningsvleugel d5 X c4 (e)
kan gebracht worden, maar op b7 (ï'espec-
13. Db3Xc4 Pe4 — f'6
tief b'2) behoort ontwikkeld te worden.
Zelfs Wit, die dan toch altoos een tempo 14. Dc4 —c3 Da5 —f5 ( f )
voor is, blijkt niet zonder gevaar daarvan Opnieuw verzwakt Zwart den dame­
te kunnen afwijken, hoeveel te min Zwart. vleugel om eene twijfelachtige stelling op
4. c2 — c4 den koningsvleugel. Zwart kan, door op­
De juiste weg om onmiddellijk partij te nieuw Pe4 te dreigen, toch niet den toren
trekken van de verzwakking van den da­ hl uit het spel houden, zonder aan de
andere zijde het gevaar te laten toenemen.
mevleugel.
De eenige verdedigingszet, die nog goede
e7 — e6
kansen op herstel van positie liet, was
5. P bl — c3 (a) c7 — c6 Da5—b6. Maar dan had Zwart ook conse­
6. Ddl — b3 Dd8 — c7 quent op remisemelkerij moeten spelen, en
7. P f 3 — e5 (b) L g4 — f5 (c) tot zoodanige erkentenis van de zwakheid
van den derden zet waren de Petersburgers
De uitstekende speelwijze van Wit is
eene ware weerlegging van Zwart's derden zeker niet genegen.
zet, want Zwart is wel gedwongen in deze 15. D c3 — b3 b7 — b6(#)
4ie tot 7d° zetten deze reeks van weinig- 16. L cl — d2 P f6 — e4(/i)
beduidende zetten te doen, terwijl ^ it
17. L d2 — el P e4 — d6
zijne stukken gunstig stelt.
Nu moet dit Paard, dat met de Dame
8. L fl — d3 L f5 X d3
het eenige aanvalsstuk is op den konings­
9. P e5 X d3 P b8 — d7 vleugel, ijlings worden overgebracht naar
10. P c3 — e2 ( d ) den damevleugel om de verdediging eenige
Een fijne zet. In de eerste plaats dreigt hulp aan te brengen. En daarvoor is zoo­
Wit nu door Lel—d2 en lal cl den veel tijd verloren met den looper af te
toren zeer gunstig te plaatsen, en in de ruilen en de Dame ongunstig te plaatsen!
tweede plaats lokt Wit hiermede uit den voor
18. Tal — cl Ta8 — c8
de hand liggenden maar nog onrijpen aanval,
dien Zwart nu ook inderdaad onderneemt. 19. Lel—g3 L f8 — e l
155

20. Db3 —a3 ({) 21. Pd3 — e5 f7 —f6


S t a n d n a den 2 0 s t e n z e t van Wit. Indien Zwart nu zou trachten pion al
te behouden door Pb5, zou kunnen volgen :
21 Pb5 ; 22. Da4 !; f6 ; 23. e4, l)g5 !
(anders wordt de dame ingesloten, bijv.
23. . . . , Dh5 ; 24. Pf4, Dg5 ; 25. h4, Dg3 :;
26. Pe2, of 24..., Dh6; 25. Pg4, Dgö;
26. h4,): 24. Lf4, Dh5 ; 25. Pg3, Dh4;
26. Pd3, en Wit moet winnen.
22. Pe5 —g4
Pc6: zou hier niet deugen om 22. .'. . Tc6 :!;
23. Tc6 :, Pc6 :! 24. Ld6 :, Dbl f en Zwart
wint toren hl.
P d6 — e4
23. Da3Xa7 Pe4Xg3f
Deze zet, die inderdaad zeer fijn is,
wordt door Hoffer zeer overdreven geroemd.
24. h2 X g3 Df5 —b5
Hoe fijn ook, tot winstafdwinging leidt hij 25. e3 — e4
niet; terwijl Wit eene winstafdwingende Ook de verdediging van pion b2 leidt
voortzetting over het hoofd ziet, nl. tot niet meer dan remise.
Pd3 — b4 ; bijv. 20. Pb4, c5 ; 21. dc5:, P b8 — a6 ?(k)
Tc5:; 22. Tdl, Pe4; 28. Da4, Pg3:f; De beslissende fout. Zwart kon gerust
24. hg3 Tc7 ; 25. Pe6, a5 (of ba ; 26. Da6,) pion b2 nemen, maar moest dan ook alweer
26. Pb8, b5 ; 27. Da5 : en Wit wint; of 21... van winst afzien en zich op remise toe­
bc5 : ; 22. Pa6, c4?; 23. Ld6 : !, cl)3:?; leggen; bijv. 25 ..., Ob2 ; ; 26. Kf2, Da3;
24. Tc8:f, Ld8 ; 25. Pc7 f mat of 22..., 27. Da3:, La3:; 28. Tc3, Le7; of 27.
Pe4; 23. Db7 en Wit wint; of eindelijk Db6:, Da2 :; 28. Db7, Da6 ; en Wit staat
20...., Pb8; 21. Le5!, 16?; 22. Pg3, bijkans niets beter dan Zwart.
D oo ; 23. Ld6 :, Ld6 :; 24. Üe6 : f en Wit 26. P g4 — e3 T c8 — c7
wint of anders 21. . . ., bijv. 0—0 ; 22.
Da4 en Wit wint een pion (22. . . , Pb5;
27. Da7— a8f Le7 —d8
23. Pc6 : enz.) en de partij. 28. a2 — a4 D b5 — d3 (l)
P d7 — b8 29. P e3 — c2 (m)
Deze zet is, hoewel afgedwongen toch Zie diagram volgende p a g i n a .

zeer schoon. Verdediging van pion a7 Zwart geeft de partij op, want de zwarte
door hem naar a5 te spelen of met den Dame kan na Pel en b2 — b3 niet langer
toren te dekken, leidt tot verdere ver­ paard a6 dekken.
zwakking van den damevleugel en tot (Gedeeltelijk naar Chess Monthly).
winst voor Wit; en de voor de hand lig­ J. F. H.
gende zetten Pb5 of c4 worden door 21.
Da6 zeer sierlijk en afdoende weerlegd. De Daar het bij het naspelen van correspon-
gekozen zet daarentegen met het pionotter dentie-partijen steeds belangwekkend mag
brengt de partij weer omtrent gelijk. geacht worden, te vernemen wat een der
156

Stand na den 29sten zet van Wit. (e) Het is duidelijk, dat op 12 —,
IM2 f 13. Ld2:, Dd2 : 14. Kf2 volgt, en
Wit staat belangrijk beter.
(ƒ) "Wij geven de voorkeur aan 14 ,
Dc3 : 15. bc3 :, c5. Wit staat na deze zet­
ten wel 't best, maar Zwart heeft goede
remisekansen.
(<7) Beter achten wij: 15—, 0—0—0,
want na dezen zet zien wij geen mogelijk­
heid voor Wit, onmiddellijk een aanval te
beginnen. De zet in den tekst maakt het
Wit al heel gemakkelijk.
(/») Zwart kon zich nog verdedigen door
16 ; Le7, gevolgd door korte rochade.
leiders van clen kamp omtrent het verloop De zet in den tekst en de volgende com-
der partij heeft op te merken, meen ik promitteeren het zwarte spel.
onzen lezers van dienst te kunnen zijn "Dans toutes ces dernières manoeuvres
door hier een uittreksel te laten volgen van nous ne reconnaissons pas le style elegant
de annotatie van Janoieski. H. .T. D. II. et profond habituel de M. Tschigorine;
(o) Wit tracht terecht een aanval op nous vovons au contraire manque d'initia-
den Damevleugel op touw te zetten, maar tive et manque d'énergie."
hij had hier een beteren zet. Door eerst (i) Dezen origineelen zet deed Alapin
5. Db3! te spelen had hij Zwart genood­ ons aan de hand ; hij schijnt in deze positie
zaakt tot 5 — , Dc8 (op c8 staat de Dame de sterkst mogelijke te zijn.
minder goed dan op c7) of 5 — , b6, door ( k ) De minst slechte zet in deze positie
welken zet de Damevleugel nog meer ver­ was 25 —, Da6 met gedwongen Dame-
zwakt zou worden. afruil. Zwart blijft dan een pion achter,
(5) Dit is te beschouwen als een ver­ maar Wit heeft een dubbel-pion, zoodat
loren tempo: de zwarte Dame-looper staat er voor Zwart veel kans op remise bestaat.
slecht, en er is dus geen reden om hem (Z) Wat Zwart ook speelt, hij verliest
te verjagen. Beter was hier 7. Ld2, gevolgd altijd een stuk; bv. 28—, Da5 29. Pc4,
Da4: 30. b3, Da2 31. Pc3 en wint. En
door Tel.
0p 28 — ; Da4: volgt 29. Pc3, Da5 (niet
(c) Nu maakt Zwart zich op zijn beurt
aan tijdverlies schuldig; hij had moeten 29—, Dd4: wegens 30. Tdl.) 30. Pc4,
spelen: 7—, LhS. Op 8. Ld3 volgt dan Dg5 31. f4, Dg3 : 32. Pe2! en wint.
8 — , Pbd7 met mooi spel. (m) 29 — , Td7, dan 30. Pel, Pc7 31.
(d) Het doel van dezen zet is niet te Dd8 :f, Td8 : 32. Pd3 : en Wit wint ge­
verklaren; desniettemin gelooven wij, dat makkelijk.
deze onbeduidende zet belangrijk medege­ Resumeerend, constateeren wij, dat de
werkt heeft tot het verliezen der partij opening van deze partij van beide kanten
door St. Petersburg, want onmiddellijk zwak gespeeld is; St. Petersburg heeft zich
waagt Zwart een aanval, zooals men er wel in 't middenspel schuldig gemaakt aan
meer ziet in vlugge partijtjes voor het bord, tijdverlies en het eindspel is zeer goed ge­
maar zeerzelden in een correspondentie-partij. voerd door Parijs: nEind yoed, al goed!
157

No. 189. Gespeeld bij briefwisseling in 1894 en 1895.


Wit: Sint-Petersburg. Zwart: Parijs.
Evanssrainbiet.
1. e2 — e4 e7 — e5 te ontwikkelen. Door den gekozen zet blijft
Wit het in de vorige twee zetten uitge­
2. Pgl — f3 P b8 — c6
drukte plan uitnemend logisch voortzetten
3. L fl — c4 L f8 — c5 namelijk of den aanval vasthouden of,
4. b2 — b4 L c5 X b4 als Zwart den aanval tot allen prijs te
5. c2 — c3 L b4 — a5 keer gaat, terugwinnen van den gambiet­
pion met goede stelling (zie de noten bij
6. O —O d7 — d6 zetten 14 en 18 van Wit).
7. d2 — d4 L c8 — d7 S t a n d d e r partij n a den 1 2 d e n z e t van Wit.

Deze zet, liet, eerst door Sanders gespeeld,


werd door Alapin luide aanbevolen op
grond van vrij volledige analyses, en geldt
thans bij velen als de sterkste verdediging
tegen het Evansgambiet.
8. D dl — b3
Uosenthal wijst ook op 8. Pf3—g5, na
fg8 — h6 voort te zetten, hetzij met 9.
f2— f4 uetzij met 9. d-t — d5, Pc6— e7.
10. Pg5—e6 ! ? Schallopp keurt beide
voortzettingen voor Wit af, echter op grond
eener weinig volledige analyse.
D d8 — e7
D e7 — e6
Na Df6 komt Wit met Pg5, gevolgd
Tschigorin wijst hier op den oogen-
door f 4, in het voordeel.
schijnlijk sterken zet f7 f6, dien hij
9. d4 X e5 d6 X e5 afdoend weerlegt als volgt: 12. f0; 13.
10. T fl — dl Ta8 — d8 La3, Df7 ; 14. Lc6bc6:; 15. Pe5 :,
Schallopp wijst hier ook op 0—0—0, Dh5; IR. Td7 : en Wit wint, of 15.. . .
waarmede Zwart den gambietpion terug­ De6 ; 16. Td7 Db3 :; 17. TdS :f, Kd8 : ;
geeft, maar met goede kans op tegen­ 18. Pc6:|, Kd7; 19. Pb8f, Kc8; 20.
aanval. De bewerker dezer partij speelde ab3 :, Kb8 : ; 21. Lf8 en Wit wint een
dien zet in den eersten wedstrijd bij brief­ tweeden pion en de partij, of 13. . . . De6 ;
wisseling van «de Amsterdammer" maar ver­ 14. Lc4, Dg4; 15. Te5 :-J-, Pe5 :; 16. Pe5 :
loor de partij door latere fouten. en Zwart moet om Lf7f de Dame verliezen,
of ook in deze variant 14. . . . Pce7 ; 15.
11. Tdl — d5 L a5 — b6 Te5 : fe5 :; 16. Le6 : Le6 :; 17. Da4f,
12. L c4 — b5 (want Tdlf mat dreigt) Pc6; 18. PbdSJ
Het alternatief Lel — a3 drijft de zwarte en wit wint door Pc4 spoedig de partij.
Dame naar het gunstige veld f 6 en geeft Schallopp beveelt aan Ld7 — e6 en geeft
daarmee gelegenheid aan Zwart, zich gunstig behalve een paar voor Wit ongunstige
10
Varianten, de volgende voortzetting: 12. . . den
( zet Pd5: (om 16. ed5:, Dd5:; 17.
Le6 ; 13. La3, Df6 ; (niet Ld5 : om edö :) c4,
i De6; 18. Tel, f6; 19. Pe5:!) maar
14. Pbd2, (niet Te5 : om De5 :) Pge7 ; met Pg4!; 16. Pc4, Lf2:f; 17- K-hl,
en zegt dan: "Zwart behoudt in alle Lb6; 18. Pb6:, (want anders dreigt Pf2f
varianten den gambietpion met goed spel. en Pd3+) Db6:; en Wit is tot afruilen
Of de stelling, waarin bij deze variant genoodzaakt, zoodat Zwart met twee pion­
afbreekt, die uitspraak rechtvaardigt? Ik nen voor moet winnen. Maar ook deze
zou bijv. het spel aldus willen voortzetten: variant lijkt mij twijfelachtig toe, omdat
15. Le7 De7 : ; 16. Lc6 :f, bc6 :; 17. hierbij 16. Tfl, ( c6 ; 17. Td6,) en
Td8 lCdS :; 18. I>a4, Ld7 ; 19. Pc4, misschien zelfs 15. Dc2 voor Wit eene
f6; 20. Pb6 : ab6 :; 2L. Da8f, Lc8 ; 22. veilige voortzetting oplevert.
Tdlf of 20. . . cb6 :; 21. Da7 : of In ieder geval weerlegt de (verbeterde)
18.. .I)d6 of c5 ; 19. Tdl of 17. . . ., variant A dezen zeker schitterend fijnen
DdS : 18. l)a4, Dd6 ; 19. Tdl en het maar toch niet correcten zet Pf6, terwijl
voordeel lijkt mij steeds aan de zijde van het mij toeschijnt, dat er nog veel een­
Wit te zijn. voudiger weerlegging is in 13. Lc6:, bc6 :;
Intusschen geeft Tschigorin ook eene lange 14. Te5:, Le6; 15. Dc2 of misschien
ontleding van de verdediging niet P(j8 — f6, nog beter l)a4 of ook La3! en Wit houdt
die, als ze correct is, zoo niet den gan- den aanval vast.
schen aanval met 6. 0 — 0, toch althans Uit dit alles is de gevolgtrekking te
Wit's elfde en twaalfde zetten zou weer­ maken, waarom Parijs De6 speelde.
leggen. Tschigorin wijst er op, dat Wit na 13. Lb5 X c6 De6 X c6
12 .... , Pf6 de qualiteit kan winnen,
aldus: 13. La3, De6; 14. Lc4, Pd5 : ;
14. P f3 X e5
15. ed5 : , Df6; 16. dc6 : maar dat Zwart Tschigorin geeft als verklaring, waarom
dan de partij kan winnen als volgt: 16 . . . . , deze zet beter is dan Lel — a3, deze ana­
Lc6 :; 17. Lb5, Lf2 :f!; 18. Kf2 :, e4 ; lyse: 14. La3, Df6!; 15. Te5:f?, Le6;
19. Lc6:f, bc6 :; 20. Pbd2, Td2:f; 21. 16. Db4, Pe7 ; 17. Pbd2, Td2 :; 11. Pd2 :,
Kei, Td3!; 22. Pd4 en Zwart kan zoowel Pc6; en Zwart wint of beter 15. Pbd2,
met Kd7 als met Df4 winnen. Daarge­ Pe7 ; of ook Le6 en in geval van
laten of Wit in deze variant niet beter 16. c4, c6. Ik moet bekennen, dat het
kan spelen, bijv. met 20. Dc4 of c2, geeft bepaalde voordeel van Zwart mij duister
Tschigorin nog eenige varianten, waarin blijft; in zooverre echter heeft de analyse
Wit de qualiteit niet neemt en wel de waarde, dat zij aantoont, dat Wit met den
volgende: 12...., Pf6; 13. La3, De6; gekozen zet 14. Pe5 : verder vooruitkomt.
A) 14. Pg5, Üg4 en Zwart zou na 15. Daarentegen komt ook sterk in aanmer­
Lc6 :, Üg5 :; moeten winnen; hierbij lijkt king 14. Pbl — d2. Na 14 Df6 ;
mij echter 15. Pf7 :, het spel in het voor­ geeft Tschigorin dan 15. Pc4 aan en Zwart
deel van Wit te brengen, bijv. 15 . . . . , moet zich tegen de dreiging Lg5 dekken.
Pd5 :; 16. Dd5 :, De6 ; 17. De6:t,Le6:; Deze zet 14. Pbd2 schijnt mij dan ook de
18. Pd8:, Kd8:; 19. Lcfi:; bc6:; 20. sterkste voortzetting van den aanval te zijn.
Kfl en Wit is zoo goed als een pion voor; De reden, waarom Tschigorin 14. Pe5 :
en B) 14. Pbd2, Pa5 ; 15. Db2 en Zwart verkiest, is het voordeel in stelling, dat hij
wiu't niet met den voor de hand liggen- voor Wit ziet na den 18den zet.
T59

D c6 — e6 vinden, dat de meer verbonden pionnen


van Zwart ongunstiger staan om de grootere
15. Td5Xd7 Td8 X d7
bewegingsvrijheid van den witten toren,
16. D b3 X e6f f7 X e6 maar dat dit geringe verschil vermoedelijk
17. P e5 X d7 Ke8 X d7 niet meer dan remise moet opleveren,
18. Kgl — f 1 echter met de winstkansen aan de zijde
van Wit, die zich van den aanval kan
S t a n d der partij n a den 1 8 d e n zet van Wit.
meester maken voor Zwart zoover is.
Pg8 — f6
Voor verdedigend spel, om remise te
kunnen krijgen, komt Pg8—e7, gevolgd
door Pc6, meer in aanmerking. Parijs ver­
moedde waarschijnlijk, evenals l)r. Tarrasch,
meer winstkansen voor Zwart te hebben
dan voor Wit en waagde zich dus aan
meer opene stellingen.
19. f2—f3 Th8 —c8
Hier blijkt al Zwart's ongunstige stel­
ling. Wordt de toren naar f8 gespeeld, dan
speelt Wit eenvoudig 20. Pd2 en na 20 ,
Le3 ; 21. Laü, gevolgd door Pc4; waagt
De hier bereikte stelling is het onder­
Zwart zich aan 20 .... , Pg4, dan speelt
werp van zeer verschillende beoordeeling.
wit 31. Ive2, en als Zwart pion h 2 neemt
Pr. Tarrasch noemt haar buiten twijfel
verliest hij in enkele zetten paard en partij.
in het voordeel van Zwart, misschien niet
Het beste veld voor den toren lijkt mij
voldoende, 0111 tot winst te leiden, maar
d8 maar indien Wit remise zoekt, kan hij
althans veilig remise met winstkansen voor
den afruil licht afdwingen. Wil Zwart in­
Zwart opleverend, want Zwart is belang­
derdaad op winst spelen, dan lijkt mij nog
rijk meer ontwikkeld en heeft slechts één
het veiligst den looper over c5 naar e7
geïsoleerden pion tegen Wit twee. Daarom
te brengen en h6, g5 en g4 te spelen,
beschouwt Dr. Tarrasch deze stelling als
voor zoover Wit niet gevaarlijk op den
een bewijs, dat de Alapinsche verdediging
dame-vleugel wordt.
met 7. Ld 7 de sterkste verdediging tegen
het Evansgambiet is. 20. P bl — d2 L b6 — a5
Tschigorin wijst er op, dat Zwart's betere Deze zet is het begin van het verlies
ontwikkeling uitsluitend bestaat in de der partij. De foutieve gedachte om b7 — bö
plaatsing van den looper, die op 1)6 minder te spelen en daarmee de sterke verdedi­
werkzaam staat dan de witte op cl, en gingsstelling dier a, b en c pionnen te
dat het in de partij bleek dat na slechts verlaten voor eene zwakke aanvalsstelling,
zes zetten Wit éen en Zwart drie geïso­ wordt hiermede uiterst zwak voorbereid.
leerde pionnen had, waarvan éen wel een Lb6 — e3 leverde wel vermoedelijk remise
vrij-pion was, maar zoodat Wit die kon op, maar althans niet zoo bepaald gevaar.
tegenhouden. Ontleedt men dan ook, onbe­ 21. Lel—b2 b7 — b5
vooroordeeld, de stelling dan zal men wel Het beste lijkt mij hier de gedane fout
ióo

te herstellen door La5 — bfi of door cl — c.5 34. h4 — h5 Pe7 —f5


en daarna Ld8. De Parijsohe spelers stel­ 35. L b2 — cl c7 — c5
den zich vermoedelijk' veel voor van den
36. Pfl — e3 Pf5 X e3
vrij-pion, dien zij nu verkregen.
37. L cl X e3 c5 — c4
22. K fl — e2 K d7 — c6
Ook kwam in aanmerking; b4; Wit had 38. L e3 — c5 K b7 — c6 !
het dan in de hand, om at' te ruilen op Een fijne valstrik !
f6, en eenig voordeel bleef dan ook in de 39. L c5 — d6 !
stelling van Wit, maar Zwart verkreeg een Yoor de hand ligt hier L X »7; maar
vrij-pion op de c-lijn, iets meer samenhang dan zou volgen 39 ... , Ta8 ; 40 . . . , Ta2 f ;
in zijne stelling en iets meer kans, pion en 41 ... , Tg2 ; waardoor de witte Koning­
a2 dan na de gekozene voortzetting pion en toren zouden afgesloten zijn, de zwarte
e3 aan te vallen. koning den vrijen tocht naar dó, e4 en
d3 of f3 zou gekregen hebben en Wit of
23. a2 — a4 b5 X a4
den looper over a7, b8 en d6 naar f8
24. T al X a4 L a5 — b6 brengende juist pion g7 zou winnen, als
25. T a4 — c4 f K c6 — b7 Zwart mat ging geven, of, pion c3 door
26. e4 — e5 den looper op d4 verdedigende, door den
Het nu volgend eindspel, waarin Zwart zwarten Koning op f3 de dekking van pion
een vrij-pion, maar Wit eene overwegend g3 zou moeten opgeven en spoedig daarna
grootere vrijheid van beweging zijner stuk­ ook de pionnen f4 en e5 en de partij zou
ken heeft, is een keurig voorbeeld van verloren hebben.
Tschigorin's meesterschap in het eindspel. K c6 — d5
P f 6 — d5 40. K c2 — d2 T d8 — d7
27. g2 — g3 L b 6 — e3 41. K d2 — e3 Td7 —b7
l)it overbrengen van den looper naar 42. T g 4 — h4 Tb7 —bl
h6 is daarom noodzakelijk omdat Wit dreigt 43. Ld6 — b4 Tbl — dl
28. Th4, h6; 29. Tg4, g-5 ; 30. h4. Springt
44. K e 3 — f 3 Tdl —flf
Zwart hierbij met den toren op h8 te hulp,
Zwart gaat den verlamden looper voor
dan wint Wit door Pd2 — e4 — go de
drie pionnen opolferen, echter tevergeefs,
beide pionnen e6 en h7 aanvallende; en
gelijk verder blijkt.
speelt Zwart den toren op g8 ter dekking
Intusschen wijst Tschigorin op eene an­
van pion g7, dan dreigt Pd2 — e4 — f6
dere voortzetting voor Zwart, die aan Wit
pion e5 tot vrij-pion te maken of pion g7
heel wat meer moeilijkheid zou hebben op­
te winnen.
geleverd namelijk 44. . . . , Tal; en na 45.
28. Pd2 —fl Le3 —g5 Th2, dan a5. Wit kon dan den looper
29. T c.4 — g4 L g5 — h6 winnen maar .... ten koste der partij, nl.
30. h2 — h4 T c8 — b8 46. Lf8, a4; 47. Tf2, a3; 48. g4, a2;49.
g5, Lg5 : ; 50. fg5 :, g6 ; 51.hg6: , hg6 :;
31. Ke2 — d3 T b8 — f8
52. La3, Kc6 en de Koning kan ongestoord
32. f3 —f4 T f 8 — d8 over b5 en a4 naar 1)3.
33. K d3 — c2 P d5 — e7 De Petersburgers hadden dan ook tegen
I6I

44...., Tal; 45. Th2, a5: eene andere Te6 :, a3 ; 51. Te8, a2; 52. Ta8, Lf4 :;
speelwijze ontworpen, en wel om, na eenige 53. gf4 :, Tglf; 54. Kf5, g6-J-; 55. hg6 :,
zetten deze diagramstelling te verkrijgen, hg6:|; 56. Kf6, all); 57. TaL:, Tal:;
58. e6 en Wit wint, of 49. . . ., Kb7 ; 50.
Te6 :, a3 ; 51. Lc5,a2; 52. Tb6f, K.c7 ;
53. Ta6, enz.
46. Th4 — h2 Lh6Xf4
47. g3 X £4 ï f 1 X f 41
Wanneer Zwart hier speelt Til — gl-|-
wint Wit door 48. Kh3, Kt3 ; 49. 'if2f!
en in geval van 49. . . ., Kf2 :; 50. Lc5jj
Kfl ; 51. Lgl :, Kgl :; 52. f5 en Wit
haalt eerder Dame dan Zwart.
48. Kg4 — g3 T f4 — f3f
49. Kg3 —g2 Tf3 —f5
50. T h2 — h4-j- Ke4 — d3
waarin Wit aan den zet remise zou ma­ Ook Tf4 hielp niet meer; Wit kon dan
ken, maar Zwart aan den zet verliezen spelen 51. Thl, Ke5 :; 52. Tdl, Kf6 ;
moet. Hoe deze stelling, met Zwart aan 53. Tal en Wit wint eerst den a-pion,
den zet te verkrijgen is, deelt Tschigorin dan den c-pion en daarna de partij.
niet mede. 51. Th4 — d4f Kd3 — c2
Wie het eerst de daartoe leidende 52. T d4 X c4 T f5 X e5
speelwijze volledig en juist aangeeft,
vóór Tschigorin die speelwijze open­ 53; T c4 — c8 a7 — a5
baart zal een exemplaar ontvangen 54. Lb4 — f8 Te5 —g5f
van: „SchachwettkampfzwischenDr.
S. Tarrasch und M. Tschigo in 1893,"
55. Kg2—f3 Kc2 — d3
daartoe door den bewerker dezer 56. c3 — c4 ï g5 X g5
partij beschikbaar gesteld (Inzending 57. c4 — c5 Th5 — f5+
der analyse bij den Secretaris).
58. K f3 — g3 Kd3 — c4
45. Kf3 —g4 Kd5 —e4 59. Lfl—d6 Kc4 — d5
Nu de witte koning op g4 staat zon
60. L d6 — b8
Zwart bij de bovenaan gegeven voortzetting
langs eenvoudiger weg verliezen en wel: Zwart geeft de partij op.
45...., Tal ; 46. Th2, a5 ; 47. Lf8, a4; (Grootendeels naar Deutsches Wochen-
48. Td2t, KC6 ; 49. Td6f, Kbö ; 50. schach). J. E1. H.
XÓ2

Twee partijen van de Match Taubenhaus-Vasquez.


No. 190. Match-partij, onlangs te Havanna gespeeld.
Wit: J. Taubenhaus. Zwart: Vasquez.
Siciliaansche Partij.
1. e4 05 15. T ei Dc7 29. L CI3 T f6
2. P f3 g6 16. 03 L a4 30. L f5 T C7
3. d4 cd4: 17. L d4 f4 31. T a8| Kg7
4. P d4: L g7 18. L fi gs3) 32. b4 D h4
5. Le3 P f6 19. C44) T f7 ?5) 33. T e2 I15
6. PC3 d6 20. T ci L b3: 34. L e6 Te6:
7. f31) 0—0 21. ab3: D d7 35. de6: g4
8. Dd2 Pc6 22. 05 •) Dfs 36. D f5 Df6
9. Le2 a6 23. Les: Les: 37. D hs : De6:
10. o—o Ld7 24. c6 bs 38. D h8f Kg6
11. Tadi Tc8 25. T ai') Df68) 39. T g8| Kfs
12. Pb3 Pes 26. T a6: L d4f 4°- Ph5t
13. Pds P ds : 27. Khi L e3 Opgegeven.
14. ed5 : f52) 28. D C2 D h6
') Wij geven de voorkeur aan 7. Le2, gevolgd door h3 en f4.
2) Zwart deed beter met 14. PC4 te vervolgen, ten einde den witten konings-
looper tegen paard af te ruilen en tegelijk de diagonaal voor Lg7 te openen.
3) Zwart schijnt een tegenaanval op touw te willen zetten; deze heeft echter
met het oog op de vaste koningsstelling van Wit weinig kans van slagen.
4) Ren ongemotiveerd pionoffer.
b) Zwart kon zonder gevaar 19. PC4: 20. LC4 : Ld4 :-j- 21. Dd4 : DC4 : spelen.
6) Wit trekt nu zeer handig profijt van zijn overwicht op den damevleugel.
7) Beslissend.
8) 25.. . . T a 8 , d a n 26. Lb5 :

No. 191. Match-partij, onlangs te Havanna gespeeld.

Wit: J. Taubenhaus. Zwart: Vasquez.


Pliilidor-verdediging.
1. e4 e5 11. L e2 f5 21. Pf6: D a4
2. P f3 d6 12. f4 P g6 22. C4 C5
3. d4 ed4: 13. L f3:! L a63) 23. LC3 T b3
4. P d4:') P f6 14. ef5 : L fi : 24. Dh6:t") gh6:
5. PC3 L e7 15. fg6: L a6 25. Pe8f T C3:
6. Ld3 o—o 16. Lc6: T b8 26. g7 f Kh7
7. o—o P c6 17. Ldst K h8 27. f8:1) T g3
8. P c6: bc6 : 18. D h5 h6 28. L e41
9. h3 P d7 =) 19. P e4! D d7 Opgegeven.
10. IJ e3 P e5 20. L d4 L f6
163

Stand n a den 2 3 s t e n zet van Z w a r t .

') Sterker is wellicht 4. IM4 daar de ontwikkelling er meer door wordt be­
vorderd.
:) Indien Zwart 9. - . .d5 te gewaagd vindt, moest hij een zijner torens spelen.
Het paard-manoeuvre brengt slechts Wit in ' t voordeel.
3) Beter ware 13 fe4 : 14. Le4 : De8 15. Pds Ld8 enz. De tekstzet geeft Wit
gelegenheid tot een brillant offer.
4) Een fraai slot, zie diagram.

Drie partijen van de match v. Bardeleben—v. Gottschall.


No. 192. Eerste match-partij, gespeeld te Leipzig, 12 Maart 1895.

Wit: Dr. H . von Gottschall. Zwart: C. von Bardeleben.

Looperspel.
1. e4 es 17- f4 e f 4= 33- h5 p e7

2. L c 4 P f6 18. L f 4 : es3) 34- D e3 D ^:8)


3. d3 Les 19. L g 3 De6 35. P e 3 : K f7
4. PC3 d6 20. T f s P e7 36. Kg2 Ke6
5. P a 4 Lb4fl) 21. T f 8 : f P f8:4) 37. K f 3 Pds
6. C3 Las 22. d4! 5 ) ed4: 38. L e i C5
7. b4 Lb6 23. cd4: Ta3 39- Ke4 p f6t

8. P b 6 : ab6: 24. K h 2 Tc3? 40. K d 3 P d7 9 )


9. h3 Le6 25. Tfi6) Pds7) 41- dsf Kf7
10. L e 6 : fe6: 2'). Dei Tc2 42- ^5 10) p f6

11. P f3 o—o 27. eds: Dds : 43- L g3 P e8


12. De2 Pc6 28. T f 2 Da2 : 44- P ^5 p f6

13. o—o De8 2 ) 29. Pe3 Tf2:f 45. P d6 :f Kf8


14. g4 P e7 30. Df2 : Db3 46. KC4 P g4:
15. P h 4 Pg6 31. P f5 Pg6 47- L f 4 p f6

16. P g 2 Pd7 32. h4 De6 48. h6 gh6:


164

49- Lh6:f Ke7 54. d6 Ke6 59. KC4: K e6


50. LgS11) Kd6: 55. L h2 h4 60. Kd4 Kf6
51. L f6: h5 56. L f4 h>3 61. Kd5
52. Lh4 Kes 57. L h2 K d7 Opgegeven.
53. L g3t Kfs 58. Kds c4
Stand na den 21sten zet van Zwart.

') Teneinde de witte pionnen op den damevleugel te verzwakken; ook Pc6


kwam in aanmerking.
s) Zwart tracht een paard op f4 te plaatsen, terwijl Wit voortdurend dit plan
zoekt te verijdelen.
3) Ten einde de dame naar e6 te spelen en een druk op pion a2 uit te oefenen.
4) Veel beter ware het, 21. Tf8 : te spelen. Het paard staat, zooals het verdere
verloop der partij leert, op f8 zeer ongelukkig. Zwart overschat de kracht zijner
stelling. Trouwens Wit zou zonder zijn nu volgend gewaagd manoeuvre langzaam
in het nadeel zijn gekomen.
5) Schijnbaar verliezen de witte pionnen nu eiken steun. Aan de andere zijde
bekomt Wit nu een vrij spel met verschillende aanvalskansen. Zie diagram.
6) Nadat de zwarte toren eenigszins buiten zijn boekje is gegaan kan Wit in
alle gerustheid den aanval vervolgen.
7) Ook zonder dezen foutzet zou Zwart, gelijk een nauwkeurige betrachting der
stelling verraadt, met een moeilijk spel te kampen hebben gehad. Het is mogelijk,
dat Zwart den volgenden zet van Wit over het hoofd zag, waarschijnlijker is het
echter, dat hij door een offer de dreigende gevaren wilde afwenden, om later op
de kracht zijner pionnen te speculeeren.
8) Na 34. Da2|? 35. Kli3 mag het zwarte paard wegens 36. De8 mat niet
spelen.
9) Het eenige was hier nog 40. cd4 : Na den tekstzet is het zwarte spel terstond
reddeloos.
10) Nu is de kracht der zwarte pionnen gebroken.
") Beslissend. Zwart gaat nu aan tempodwang te gronde.
J. D. Tresling.

A. E. van Foreest. D. van Foreest.

Bijvoegsel van het Tijdschrift vjd N. S. B., April 1895. zinc. Typ. Rodoffz». # mbner, Am*.
165

No 193 Tweede Match-partij gespeeld te Leipzig, 16 Maart 1895.


^ ^ 7wart • T>r H voxi Gottschall
Wit: C. von Bardeleben. Zwart. JJ •
Onregelmatig- Dame-Gambiet.

- * p,6i. r,p 2, F''


^ ,) ;: Ls l| sïS '.t K«

t "5 '3 ; Ï2? SSïrS


S
,?»• ÏS
^5 '2 20. ^ cd5: Tc8®) ^ Tc, Dd6
'' 1. DU Ld6 3». Tgït KkS
1 p h6 « P hs L18 33- I'f6 .
ix. cd4 : I b6 22. 5 Opgegeven.8)
S t a n d na den 16den zet van Z w a r t .

n Dit is gevaarlijk, beter ware 4. e6- Natuurlijk mag nu de5 : wegens 5.


l)d t : f 6. Kdi : Pg4 niet geschieden maar het volgende manoeuvre van Wrt brengt
het foutieve van den tekstzet aan het licht. . q_q
*) Op 6 Dd7 kon 7. Lb5 ed4 : 8. cd4: I.b4T 9-
Tci enz volgen, de witte stelling verdient dan de voorkeur.
Deze en de volgende zetten van Zwart zijn aangelegd op ondersteuning van

den e pion. ,
Teneinde na 13. Pbc3 nog altijd La3 te kunnen spelen.
I Zie dia,ram. Zwart heeft nu schijnbaar alle moeilijkheden overwonnen. Wit
heeft thter een voortzetting in petto, die nieuwe verwikkelingen te weegbrengt,
en het zwarte spel bedenkelijk in gevaar brengt.
„x Zwart die zich op dit moment in groote tijdverlegenheid bevond, achtte het
te 'gelagd de» . p.on .. slaan bijv. Tad, Dc6 Db3 Dg6
2-7 Db^t en de f-pion gaat verloren, of 21 De6 22. DC7 Le7 23. 5
24'. Pg7 Df7 25. Td7 Pc6 26. Dg3. Dg6 27- Db3 t Tf7 (met 27 . . . 1 * 7 w e g e n s
167

') Zwart wil den nu volgenden zet van Wit provoceeren, maar overschat daarbij
de ontstane zwakte van punt e$, terwijl hij aan de andere zijde de daardoor
teweeggebrachte aanvalskansen van Wit onderschat.
2) Na 19 .... Df5 : verliest Zwart door Dd5 :f zoo ongeveer al zijn stukken.
3) Door dezen fijnen zet meende Zwart remise te kunnen maken. Het nu vol­
gende eindspel is buitengewoon rijk aan interessante momenten en verliest zijn
bekoorlijkheid tot het einde toe niet.
4) Het juiste antwoord.
5) Wederom het eenige juiste. Zonder dezen voortreffelijken zet had Wit
waarschijnlijk niet kunnen winnen, daar Lc8 en insluiting van het paard dreigde.
6) Een goed berekende schitterende zet, die de partij beslist.
7) Het eindspel dezer partij kan als bijzonder leerrijk worden aangemerkt.

Twee partijen van de match Mieses—Taubenhaus.


No. 195. Vierde Match-partij, gespeeld te Glasgow, 26 Maart 1895.
Wit: J. Mieses. Zwart: J. Taubenhaus.
i- e4 es 15. PC3 T d7 29. T afi P ds
2. PC3 P f6 16. f3 I15 30. C4 P e3:
3. LC4 PC6 17. a4 h4 31. De3= L e7
4- <13 L b4 18. h3 D e6 32. Da7:?2) D c63)
5. Pe2 ') ds 19. T ei g5 33. D a8f Kd7
6. ed5: P d5: 20. De2 T g8 34. D a5 Tg3
7. o—o Le6 21. Pdi g4 , 35. Des:4) T g8
8. Pe4 Le7 22. fg4: fg4: 36. P g3: hg3 :
9. Pe2g3 Dd7 23. hg4: T g4: 37. T f5 b6
i°. Pg5 o—o—o 24. Pf2 T g3 38. Ddsf Dd5:
11. Pe6: De6: 25. Khi L d6 39. T dst Kc8
12. Pe4 Dg6 26. P e4 T g6 40. T f3
13. Lds: T ds: 27. T fi T dg7 Opgegeven,
14. Le3 f5 28. T f2 P e7
Stand na den 32sten zet van Wit.
168

') De wijze, waarop Wit de partij opent, is niet van de sterkste. Zeven van de
twaalf eerste zetten doet hij met zijn paarden.
2) Deze foutzet moest eigenlijk de partij kosten.
3) Door 32. Tg2: kon Zwart gewonnen hebben; 33. Tg2: kon dan natuurlijk
wegens Dh3f niet volgen. Zie diagram.
*) Nu komt Wit beduidend in het voordeel.

No. 196. Vijfde en laatste Match-partij gespeeld te Glasgow, 27 Maart 1895.


Wit: J Taubenhaus. Zwart: J Mieses.

1. e4 es 14- ë(3'- L h5 27. Le6f Kc.7


2. Pf3 P c6 15. Tgi o—o—o 28. P e2 ds
3. L b g a6 16. L a 4 bs 29. P d4 g6r')
4. L a 4 d6 17- L t>3 P e5*) 3°- L 84 f5

5. d4 Ld? 18. T g 3 Te8 3»-LgS h 5


6. P 03 P ge? 19. a4 P f3 :f 32- ^ 'H: ^84 •
7. LgS f61) 20. T f3: Dg4 33- ^f6 T 88

8. Le3 ed4: 21. Tg3 Ddi:f 34- hë4: L d6


9. Ld4: Pes 22. Tdi: Ldi: 35- T c 3 f84 =

10. L 1>3 P e7c6 23. Kdi: T c4 : 36. T 06 : f Kd7


ti. a3s) L g4 24. abs: al>5: 37. ;i6 Les
12. L e3 D d7 25. P 03 T I14 38. 03
13- P ds P f3 :f 26. I13 c6 Opgegeven.
Stand na den 29sten zet van Zwart.

') 7.. . . b s o f 7.. . . e d 4 : w a r e b e t e r .


=) Om den looper te behouden, die buitengewoon sterk is ten gevolge van Zwart s
zevenden zet. .
3) 1 7 . . . Dh3 ziet er veel krachtiger uit. Het nu volgende offer is niet geheel
en al correct.
4) Nu \yord.t de toren ingesloten en is de partij verloren. Te4 was de zet.
169

Zes partijen van de match von Bardeleben-Blackburne.


No. 197. Eerste Match-partij, gespeeld te Londen, 25 April 1895.

W i t : C. von Bardeleben. Z w a r t : J. H. Blackburae

Weener Opening'.
1. e4 es 2i. Dg3 P g7 41. Ii4 5 ) h6
2. P 03 P f6 22. D 07 T f7 42. g5 h5
3. L 04 P c6 23. T gfi P f5 43. L d4 P d6
4. CI3 dó 24. D es T e7 3 ) 44. L gx P 04
5. Pe2') Le7 25. D f6: L f6: 45. C3 P dó
6. o—o o—o 26. T f2 T ae8 46. L f2 P f5
7. f4 ef4 : 27. T ar 4 ) L e2 : 47. L ei d4
8. L f4: P a5 28. g4 I, d4 : 48. K e4 ' dc3:
9. L b3 P b3: 29. T e2: L 03: 49. L 03 : P h4:
10. ab3: có 30. T e7 : T e7 : 50. L d2 P f5
11. h3 ds 31. bc3: P g7 51. L ci P e7
12. e5 P h5 32. b4 P ae8 52. L f4 P d5
13. Lh2 2 ) gó 33- T di Pfó 53. L d2 h4
14. d4 Pg7 34. Lb8 Pe4 54. Lei h3
15. Dd2 Peó 35. Tai P C3: 55. Kf3 Kfs
16. T di b6 36. T a7 : T a7 : 56. L d2 h2
17. Khi L aó 37. L a7 : b5 57. Kg2 Ke4
18. T gi L g5 38. Kg 2 Kf7 58. Kh2: Kd3
19. Dei f5 39. Kf3 Keó 59. L ci Kc2
20. efó: D fó: 40. Kf4 P e4 Opgegeven.
Stand na den 29sten zet van Wit.

1) Beter ware f4, gevolgd door Pf3.


2) Wit mag zijn raadsheer niet laten afruilen, daar Zwart dan twee raadsheeren
tegen twee paarden zou houden.
3) Sterker nog ware 24. Dd8 De6 ! 25. Dt:8 en Zwart moet met gemak winnen.
170

4) Een zeer fijne ressource, trouwens de eenige, waarmee Wit de partij nog
eenigen tijd kan rekken.
5) Hierna is de partij niet meer te houden. Kans op remise gaf 41. I,d4.

No. 198. Tweede Match-partij, gespeeld te Londen, 29 April 1895.


Wit: J H. Blaekburne. Zwart: C. von Bardeleben.
Dame-Opening.
1. d4 gó 21. PI33 cl>4: 41. Kf2 Ter
2. e4 Lg7 22. P bó: Tab8 42. P g4 Tcó
3. 03 dó 23. Td8 :f P d8: 43. es6) I15
4. P f3 l) P d7 24. P a4 bc3 : 44. P fóf K f8
5- Pa3 es 25. P bes Das 45- f4 T 07
6. LC4 De7 26. DC3 : DC3: 46. Td8| Kf7
7. o—-o P bó 27. P 03 : Lf8 47. Ta8 Ta7
8. des : des: 28. P C3a4 P có 48. Tb8 P C7
9. Le3 Lg4 29. Tdi4) Kg7 49. P e4 as
10. Le2 P fó 30. Lgs Tbs 50. P dóf Keó
11. Pd2 Le2: 31. Lfórf Kfó: 51. Tl)7 T b7 :
12. De2: o—o 32. Pd7f Kg7 52. P b7 : a4
13. f3 Tfd8 33. Pf8: Kf8: 53. P c5t Kf5
14. Tfdi Pa4 34. Tdó Tas 54- P14: Kf4:
15. Pdc4 aó 35. P bó P d45) 55. P C3 Kes :
16. DC2 Pc5 36. PC4 Ta4 56. Ke3 KT5
17. b4 Peó 37. P e5 : P l>5 57. Kf3 P eó
18. P as C5 • ) 38. Td7 T a3 : 58. P e2 K es
19. Pac4 DC7 39. T f7 :f Kg8 Remis.
20. a3 bó*) 40. T d7 Tai f
S t a n d n a den 4 2 s t e n z e t van Z w a r t .

1) 4. f4 is sterker.
2) Zwart maakt goed gebruik van Wit's te vroeg opspelen der damepionnen
en ongezonde paarden-manoeuvres.
i7i

3) Zwart kon zijn klein positie-voordeel hier v e r groot h e b b e n d o o r 2 0


b 5 21. P d 2 0 4 e n h e t witte p a a r d o p a 5 i s geheel buiten h e t spel.
4) N u heeft W i t d e beste stelling.
H i e r d o o r g a a t e e n pion verloren. P e 7 was d e c o r r e c t e voortzetting.
6) Wit h a d d o o r 43. P h ó f K h 8 4 4 . g 4 d e partij k u n n e n w i n n e n . Blackburne
b e h a n d e l t het eindspel t e raat, w a a r d o o r d e partij n o g remise w o r d t .
No. 199. Derde Match-partij, gespeeld te Londen, 30 April 1895.
W i t : C. v o n B a r d e l e b e n . Zwart: J. H. Blackburne.
Geweigerd Koning-sg-amhiet.
1. e4 es 32. D g3 f63) 63. Kg2 L d7
2. f4 ds 33. D f3 Lc6 64. T { 4 Kg7
3. ed5: e4 34. D L d7 65. Kg3 Kg6
4. Pc3 P f6 35. D f3 I, c6 66. T d4 L e8
5- ^3 Lb4 36. D e3 L d7 67. Kf4 K f6
6. de4: P e4: 37. D f3 L c6 68. T d6| Ke7
7. D d 4 De7 38. D e3 L d74) 69. T a6 La4:
8 . L e2 o—o 39. K h i T 4C5 70. K e s Kd7
9. Ld2 P d2: 40. D g 3 Kg7 71. T a 5 : Lc2
10. D d 2 : c6 41. Te3 T e8 72. K d s KC7
11. P f3 cds : 42. P d 4 Te3: 73. K C 5 Kd7
12. o—o Pc6 43. D e 3 : T c8 74. T a 2 L f5
13. a3') Dcst 44. T b i Kf7 75. T e 2 I15
14. Khi L C3 : 45. D f 3 Te8 76. K d s L g4
15. bc3: Lfs 46. Db7 T e7 77. T f2 L e6f
16. Tfbi I)e7 47. D f3 Des5) 78. K e s L g4
17. D d s : LC 2: 48. f5 gf5:? 79. C4 Kc6
18. T e i D f6 49. 34 f4 80. Kd4 Kd6
19. Dd2 L f5 50. D f 4 : Des 81. T f6| Ke7
20. D b 2 b6 51. Dh66) Kg8 82. Kes
21. L b s T ac8 52. T b 6 : D eif 83. C5 L h3
22. L c 6 : Tc6: 53-Dh2 D esf 84. cóf KC7
23. T e s Lc8 54. g3 Dei 85. Kd5 L c8
24. D b 4 as - ) 5 5 . T f6 : T e2f 86 T h6 L g4
25. D d 4 Le6 56. P e2 : De2:-(- 87. KC5 Kd8
26. D e 3 TC4 57. Kgi D eif 88. Kd6 Ke8
27. P d 4 L d7 58. T f i D g3 :f 8 9 . T h7 Kf8
28- h3 g6 59. K hi L f57) 90. C7 Kg8
29. K h 2 T fc8 60. Df4 Dh3:t 91. T h s :
30. Pe2 Dd6 61. Kgi D g4f Zwart geeft op,
31. T fi K f8 62. D g4: L g4 :
') Op x 3- P d 5 : volgt eveneens DC5 f
") D i t verzwakt d e pionnen voor het eindspel.
) Ren onnuttige zet. De partij s t a a t gelijk e n W i t h a d zeker remise a a n g e ­
n o m e n , indien Zwart het geproponeerd h a d .
172

Stand na den 47sten zet van Wit.

4) Zwart had hier remise kunnen en moeten eischen (driemaal achtereen ge­
schiedde dezelfde reeks van zetten) maar klaarblijkelijk dacht hij, op winst te kun­
nen spelen!
5) Hier had 47 .... f5 moeten geschieden, teneinde den volgenden zet van Wit
te verhinderen. Zie diagram.
") Dezen uitstekenden zet had Blackburne overzien (zooals hij beweert.)
7) Zwart zet zijn raadsheer en prise en Wit is zoo beleefd hem niet te nemen,
een soort van optisch bedrog, daardoor veroorzaakt, dat beide spelers in de grootste
tijdverleg^nheid verkeerden.
No. 200. Vijfde Match-partij, gespeeld te Londen, 3 Mei 1895.
Wit: C. von Bardeleben. Zwart: J. H. Blackburne.
Geweigerd Evansgambiet.
1. e4 e5 18. P b6: cb6:: 35. Kgi T f8
2. Pf3 P c6 19. I, b7: T ab8 36-Lf4 g*4:
3. L C4 L cs 20. L c63) L d34) 37. gf4: T f4:
4. b4 L b6 21. T ei P f55) 38. D e2 Kh8
5. a4 as ') 22. L f2 P e7 39. f13 P h6
6. bs P d42) 23. L e46) L e4: 40. C4 T g8
7. Pd4: L d4: 24. T e4: P ds 41- cs T g2: f
8. C3 Lb6 25. Dd2 P f6 42. D g2 : T f6
9. d4 D f6 26. Te2 e4 43-Tfi P fs
JO. o—o d6 27. f47) ds 44- Tf4 T g6
11. Le3 Ph6 28. Le3 D hs 45- T g4 P ?3
12: f3 o—o 29. g3 P g4 46. T g6 : P g2 :
13. Khi Kh8 30. Tg2 T bc8 47. T g2 : D f6
14. Pa3 Dg6 31. f58) Tf5: 48. c6 D d4: f
15. Ld3 f5 32. Lf4 gs9) 49. T f2 e3
16. P C4 fe4: 33. L es f Kg8 Wit geeft op.
17. L e4: L f5 34. D a2 D f7
*73

S t a n d na den 2 0 s t e n z e t van Z w a r t .

') Beter is 5 .. ,a6, zooals spoedig blijkt.


•) Zwart is tot dezen zet gedwongen, daar zijn koningspion „en prise" staat, en
Wit krijgt nu gelegenheid met zijn 8sten en 9™ zet zijn centrum te vormen, alsof
het gambiet ware aangenomen.
3) 20. Ld5 was de juiste plaats voor den looper.
4) Zie diagram.
5) Zwart haalt er uit, wat hij kan, maar het had alles niet geholpen bij correct
spel van Wit.
") De eerste zwakke zet. Beter ware 23. de5 : Pc6 : 24. bc6 : des : 25- Tes :
en Wit zal winnen ondanks dat de loopers van ongelijke kleur zijn.
7) Ook zwak. Beter: 27. fe4 : Pe4: 28. Dei met nog goede vooruit-zichten.
s) Wit speelt het laatste gedeelte der partij slecht. Zonder den tekstzet was de
partij nog wel remise geworden.
9) De inleiding tot een beslissenden aanval.

No. 201. Zesde Match-partij, gespeeld te Londen, C Mei 1895.

Wit: J. H. Blackburne. Zwart: C v. Bardeletaen

Hong'aarsclie Opening.
i- e4 e5 12. P f5 L f5 : 23. T fei L b8
2. L e2 L C5 13. ef5 : d5 24. D b3f Kh8
3- P ^3 d6 I 4 - L gs D d7 25. P e6 T f7
4. o—o P f6 15. g4 f62) 26. P C5 D e7
5- c3 L b6') 16. L e3 d43) 27. D b7 : D b7 :
6. P a3 o—o 17. cd4: ed4: 28. P b7 : T b7 :
7- D C2 a6 18. L f4 D d5 29. L c6 : T aa7
8. P C4 La7 19. Kgi P es 30. L e8: T b2 :
9- ^3 L e6 20. L es : fes: 31. L a4 Kg8
10. P e3 Pc6 21. P gs c6 32. Taci Kf8 5)
11. Khi P e8 22. L f34) D d7 33. T c8f Ke7
11
174

34- L b 3 Ld6 37. fes: Las 40. T e6| Kg7


35. f46) Tc7 38. f6f gf6: 41. T a 6 :
36. T 07 : | LC7: 39. ef6: Kf6: en Wit wint.
S t a n d n a den 2 3 s t e n zet van Wit.

') Deze zet is minder sterk, daar Wit nu gelegenheid krijgt zijn b-paard te

ontwikkelen.
:) Hiervoor krijgt Wit later gelegenheid een paard op e6 te spelen.
3) Beter ware 19. Pb4 20. Da4 05 21. Pe2 DC7 of 21. bs g e v o l g d d o o r [">07.
4) Inleiding tot een schitterende winnende combinatie.
5) Beter nog 32. LC7.
6) Beslissend. De heele partij werd zeer geestig door Blackburne gespeeld.

No. 202. Achtste Match-partij, gespeeld te Londen, 13 Mei 1895.

W i t : J. H Blackburne. Z w a r t : C von Bardeleben.

Onregelmatige Opening'.
1. d3 ds 16. P bi T e8 31. Ke2 : P C2 :

2. g3 es 17. D f2 P b45) 32. Kd2 P (I4


3. L g2 P f6 18. T dei P a2|
: 33- L c8 P b3 : f
4. P 03 c6 19. K d i Db6 34. K.C3 bs

5. e4') L g4 20. b3 34 35. P a3 P ci


6. P ge2 de4 : 21. T e8 : f T e8 :6) 36. L f5 L f5 :

7. P e4: P e4 : 22. T ei T e3 37. gfs : P e21


8. L e4: L cs 23. g4 fg4: 7) 38. K b4 P d4

9. Lg22) f5 24. T e 3 : de3: 39- Kc5 p f5:

10. f3 L hs 25. D g3 h6 4 0 . P C2 P e7
11. P C3 as3) 26. fg4: L g6 41. Kd6 gs8)
12. D e2 o—o 27. D d6 KI17 42. Kef. Kg6

13. L e3 P a6 28. L ds D b4 43. d4 hs


14. o—o—oLd4 29. D b4: P b4: 44. Kd6 g4
15. Ld4:4) ed4: 30. L e6 e2 f 45. Kes9) Kgs
T75

46. Ke4 h4 5T. Pe3t Ke6 56. P ai Kds:


47. Ke3 Kfs 52. Kg2: a3 57-Ke3 KC4
48. Kf2 g31 53- p 02 a2 58- K(l2 b3

49. hg3: hg3: t 54- Kf3 b4 59-Kc i Kc3


50. Kf3 g2 55. d51 K dó 60. P c2 1)21
Opgegeven.
Stand na den 41sten zet van Zwart.

') Dezelfde stelling kan bereikt worden door 1. e4 es. 2. PC3 Pf6 3. g3 enz.
2) Hier had 113 moeten volgen.
3) Zeer goed gespeeld. Daar de zwarte looper de diagonaal a—g bestrijkt, is
Wit wel genoodzaakt, lang te rocheeren en Zwart draalt dus niet, met een aanval
den witten dame-vleugel te bedreigen.
4) De afruil der loopers dwingt het paard terug naar bi en kost een pion.
Het beste ware nu nog 15. I,d2 Dd7 enz.
5) De winnende zet... . Wit moet den a-pion opgeven, op 18. a3 volgt Pa2f
19. Kd2 Db6 met onweerstaanbaren aanval.
") Le8: had de partij in enkele zetten gewonnen en Zwart de moeite van een
buitengewoon lastig eindspel bespaard.
7) Stond de looper nu op e8, dan ware Wit's 23"' zet van geen kracht.
8) Dit fraaie en volkomen correcte paardoffer maakt deze partij tot de interes­
santste van de geheele match.
9) Op Kc6 : zou Zwart eerder dan Wit schaakbiedende damhalen. De rest
speelt zich nu vanzelf.

Twee partijen van het Leipziger ,.Hauptturnier".


No. 203. Gespeeld in de „Siegergrnppe", September 1894.
Wit: Barnes. Zwart: Vijzelaar.
Dame-Opening.
1. d4 ds 4-Pf3 c5 7- o—o L b7
2. C4 c6 5. e3 a6 8. b3 P d7
3. P C3 P f6 6. L e2 b6 9. L b2 L ei
176

10. T ci o—o 26. Dd2 D Ó2 : 42. f5 Lei

11. P e s P es : 27. L d 2 : Kf8 43. L 05 L 1)2


12. des : Pe4 28. a4 L d8 44. L dó K 1)3

13. 0c2 P C-3: 29. Kf2 Ke8 45. 1,05 Les:


14. LC3: dc4: 30. Kf3 Kd7 46. fe6: feó :

15. bc4: D 07 31. g4 Kc6 47. Kf3 C3


l 6 - f 3 Lgs 32. e4 bs 48. L K C2
17. f4 Ld8 33. cbs : abs : 49. Ke2 Kbi
18. T c d i gó 34. ab5 :f Kb5: 50. K d 3 C2
19. D b2 Le4 35. Ke2 KC4 51. KC4 I. b2
20. I. f3 Lf3: 36. L e3 L e^ 52. K b s Lei
2i' T f3: Le7 37. Kd2 Kl>3 53-Ï-C5 L g5:
22. Dea Tfd8 38. g5 c4 54. L a3 L e^

23. Tf3fi Tdi: 39. Kdi L a3 55.1,67: ctD


24. T d i : T d8 40. h4 KC3 56. L dó Dhi
2 5 - T < 1 8 :•(" D d8: 41. Ke2 Kc2 Opgegeven.

No. 204. „Siegereruppe". September 1894.


Gespeeld in de „Siegergruppe",
Wit: Vijzelaar. Zwart: Varain.
Onregelmatige Open in» .
1- e 4 rió 16. P f 3 Tci: 31. T d D d8
3

2- d4 gó 17. D e i : Dbó 32. D e s T f5


3. Ld3 L g7 18. D d2 f5 33. D eóf Kf8

4- L e3 r .5 19. efs: L f5 : 34. 114 D e7


5- c 3 L d7 20. L f s : T f5 : 35. Dc8| K g7
6. Pe2 cd4: 21. P fd4: Ld4: 36. T e 3 T f8
7. cd4: Pcó 22. P d 4 : T ds : 37. D C2 D dó
8. Pd2 Tc8 23. D e2 T es 38. D b2f Kg8
9. o—o Pfó 24. D a 2 f ds 39. I ) d 4 D eó
10. 113 o—o 25. P f3 T f5 40. P h2! Tc8
ii- a3 P e8 26. T d i Pfó 41. f3 T cif
12. b4 aó 27. I) D3 Kg7 42. K g2 T C2-J-
J 3- T c t es 28. g4 T f4 43. Kgi Tcij-
14. ds P d4 29. gs P e4 Remis.
15. L d 4 : ed4: 30. I ) b 2 f
177

Verschillende Partijen.
No. 205. in de eerste klasse van den Bondswedstrijd te Kotterdam, Augustus
Gespeeld 1894.
Wit: A G. Olland. Zwart: J. F. Heemskerk.
Giuoco l'iano.
1. eZ — e4 et — eö P gb — h8 I
2. P gl — f3 P b8 — c6 14. Lg5 X f6 De7 X f6
3. L f 1 — c4 L f 8 — c5 15. Ph4— f3 Ph8 — g6
4. c2 — c3 P g8 — f6 Met prachtige stelling.

5. d2 — d3 d7 — d6 16. d3 —d4
— d4
6. L cl — e3 L c5 — b6 Dit kost wel een pion, maar Wit heeft
niet beter, daar de aanval van Zwart, in
7. Pbl — d2 P c6 — e7
te leiden door I'f'4,
l'f4, verderfelijk voor hem
8. D dl — b3 zou worden. Men lette nu op den slechteü
Een zwakke voortzetting'. Beter is De2 stand van Wit's dame.
of Pfl, gevolgd door lJg3. Ook Dc2 komt
e5 X d4
hier in aanmerking. Slechts dan, wanneer
de a en b-pionnen reeds zijn opgespeeld,
17. c3 X d4 Lb6Xd4
zooals bijv. in het geweigerd Evansgam- 18. P f3 X d4 D f6 X d4
biet, keuren wij den tekstzet goed. 19. Pd2 — f3 Dd4 — b6
0— 0 W ij zouden hier Df6 gespeeld hebben,
Wij
9. 0— 0 P e7 — g6 eventueel gevolgd door b5 en Le6.

Krachtiger is c6 met de dreiging Le3 :, 20. Db3— c2! Pg6 — e5


gevolgd door bö en winst, van een officier. 21. P f3 X e5
10. Kgl— hl Dd8 —e7 Beter ware Pd2.
Nog is c6 beter. d6 X e5
11. L e3 — gö 22. Tel—e3 Tf8 — e8
Deze zet deugt niet; de looper staat op
23. T e3 — b3
e3 zeer goed. Veel beter ware Tael.
Beter ware dadelijk Tg3, daar de zwarte
c7 — c6 dame beter staat op c7 dan op b6 en de
Eindelijk c6, door ons in den 9en en gekozen zet dus een verloren tempo is.
lOn zet aanbevolen. Maar nu zien wij er
D b6 — c7
geen voordeel meer in en zouden hier
dadelijk h6 hebben gespeeld met vervolg 24. T b3 — g3 L c8 — e6
als in de partij. 25. Lc4 —d3 Ta8 —d8
12. T al — el h7 — h6 26. Dc2 — cl Kg8 —h7
13. P f3 — h4 27. f2 —f4? Le6Xa2
Consequentie van Wits lln zet. Beter Zwart is nu 2 pionnen in het voordeel
ware evenwel, de fout, in dien zet begaan, met goede positie en behoorde dus de
eenigszins te herstellen door den looper op partij te winnen. Van dit oogeublik af
e3 terug te trekken. echter begint hij fouten te maken, waar-
i?8

door hem de winst, der partij, die hij op 40. D dl — e2


verschillende momenten in handen krijgt, Hier had Wit dadelijk Tg6 moeten spelen.
ontgaat.
c6 — c5 !
28. f4 —f5 f7 —f6 41. De2 —dl b7 —b5
29. T fl — f3 Wederom zwak gespeeld. Zwart had
Op Da] zou Td3 : gevolgd zijn. zijn fout, in den 39en zet begaan, nog kun­
T d8 — d4 nen goedmaken door hier c4 te spelen,
Beter Lf'7, om den a-pion te behouden. hetgeen de partij direct beslist: 41. c4
42. Lc4 : Lc4 :! 43. Tb3 : (Td4: ed4 :)
30. Del — al La2 —f7 Lb3 : en wint.
31. Dal X a7 T e8 — d8 42. T g3 — g6 ! Tb 3 X d3
32. h2 — h3 D e7 — d7 Op Lg6 : 43. fg6 : f ! (43. I)b3 : Lf5 : !)
33. Tf3— e3? T d4 — b4 Kh6 (Kg6: is niet beter) 44. I)b3 : c4
45. I)b5 : Ïd3 : zullen de kansen wel on­
3 4 . D a7 — al D d7 — d4
geveer gelijk staan. Sterker dan de tekst­
35. Te3 —e2 Tb4 — b3 zet ware Tdd3 :
36. T e2 — d2 D a4 — b4 4 3 D d l X h 5 f K h 7 — g8
37. Dal — cl T d8 — d4 44. Td2 —e2 T d3 — d2
38. Khl—h2! Db4 —d6 45. Te2 — e3
39. D cl — dl Beter dadelijk Tel.
Stand n a den 3 9 s t e n zet van Wit. T d4 — d3
46. T e3 — el T d2 X b2
Hier had Zwart moeten spelen Tdl 47.
Te2 Td3 d2 48. Te3 Tg2 : f en wint.
47. Dh5 — g 4 Lf7Xg6
48. f5 X g6 D d6 — d7
Beter nog Tdd2.
49. T el — al
Goed gespeeld! Wit haalt er uit water
in zit.
Kg8 —f8
50. D g4 — h5 T d3 X h3f
51. Dh5 X h3 D d7 X h3f
h6 — h5 ? 52. Kb2 X h3 Tb2 — d2
Een zwakke zet, die wit nog een kansje
53. T al — a5 !
bezorgt, zooals uit het vervolg blijkt. De
Zie d i a g r a m volgende pagina.
aangewezen voortzetting was c5 ! Speelt
wit nu 40. Dg4, dan Df8 ; 41. Ddl (e2) T d2 — d4
c4 ! en wint. (42 Lfl Tg3 : 43. Td4: ed4 : Na dezen zet wordt de partij, naar het
44. Kg3 : Ddfif enz.) schijnt remise. Wij meenen, dat Zwart op
179

Stand na den 53sten zet van Wit. 60. Td7 — h7


Goed gespeeld. Wit dreigt met Th4 de
partij nog te winnen.
T e4 — e3 f
61. K h3 — li4
Op Kh2 zou f4 kunnen volgen.
Kc4 — c3
Nu zou f5 minder goed zijn wegens g4!
62. g6 — g7 T e3 — e4 -j-
63. Kh4—g5 T e4 — g4f
64. Kg5Xf5 Tg4Xg2
65. Th7 — h3 f Kc3 — b2
de volgende wijze nog zou hebben kunnen Op Kd4 volgt 66. Th4 f en Tg4.
winnen: 53. Ta5 Td8 54. Tb5 Tc8 ! 66. Kf5 —f6 c5 — c4
55. Tb3 c4 56. Tc8 f5 !! : 55. ef5 : Ke7 67. T h3 — h2 T g2 X h2
58. Kg4 Kf6 en Wit verliest. Of 55. g4
68. g7 — g8 D c4 — c3
c4 56. Td2 c3 57. Tc2 Ke7 58. Kg3 Tc4
59. Kf3 Kd6 60. Ke3 Kc5 61. K d3 Td4f 69. D g8 — b8 f Kb2—cl
62. Kc3 : Te4f gevolgd door Tc2: en wint. 70. D b8 X e5 T h2 — c2
De studie van dit eindspel wordt den Ook na c2 71. T)h2 : Kbl is de partij,
lezers zeer aanbevolen. als bekend is, remise.
54. T a5 X b5 T d4 X e4 71. De5 — d4 Kcl — b2
55. T b5 — b8 + 72. Dd4 — b4 f Kb2 — a2
Waarschijnlijk voert ook Tc5 : tot remise. 73. K f6 — e5 T c2 — e2f
Kf8 — e7 74. Ke5—d4 c3 — c2
56. T b8 — b7 f K e7 — e6 75. Db4 — c4f Ka2 — bl
57. Tb7 X g7 f6 —f5 76. Dc4—b3f Kbl—al
58. T g7 — c7 K e6 — d5 77. Db3 — c3f Kal — bl
59. Tc7 — d7 (- Kd5 — c4 78. Dc3 — d3 Te2 —d2
On Ke6 zou 60. Td3 volgen. Remise. 1). v. F.
No. 206. Gespeeld in ilen onderlingen Wedstrijd le klasse in het Vereenigd Amsterdamsch
Schaakgenootschap, 19 December 1894.
W i t : A Bleijkmans Z w a r t : D. Bleijkmans.
Spaansche Partij.
1 e2 e4 e7 e5 Over dit gambiet in de nahand in de
O O I r» T I > 1 ^O ->£2
Spaausche
1
partij. waarover de laatste üjaren
J u '
-'• * o r Do — t-D rl0g al wat is geschreven, zijn de meenin-

3. Ij f J — b5 f7 — f5 | gen het vrij wel eens: Wit schijnt zoowel


i So

door 4. d3 ! als 4. d4 (door Steinitz aange­ S t a n d n a den 14den zet van Zwart.

geven in zijn //Modern Chess Instructor")


het betere spel te krijgen. (Zie verder de
aanteekening in het Januari-nunimer, bl. 21,
partij 149 bij den 4n zet van Zwart).
4. d2 — d4 f5 X e4
Sterker dan het meer gebruikelijke ed4:
Daarom ook houden wij 4. d3 voor beter
dan d4.
5. L b5 X c6
Iets beter is Pe5 :, waarop ook de Heer
Tresling in bovengenoemde partij wijst.
b7 X c6
Verkeerd gespeeld. Misschien meende
Zwart nu in de gelegenheid te komen, zijn Een zwakke zet. liet beste ware La6 !
zwakken geïsoleerden e-pion door d5 te Op 15. Tfel volgt c5, 16. b3 (dc5 :
kunnen dekken, overzag daarbij evenwel, Deo :f 17. Khl dc4 :) cd4: 17. Dd4 :
dat hij bij correct spel van Wit te laat dc4 : en Zwart wint een pion. Op 15.
komt en nu integendeel dien pion moet Tael c5 ; 16. b3 Le5 :!; 17. Pe5 : (de5 :
verliezen. Op dc6 : is Zwart's positie zeker dc4 :!) Tfl :f; 18. Tfl : (Kfl : Tf8f enz.)
niet de mindere. dc4: enz.
6. P f 3 X e5 Pg8 — f6 15. Tfl — el
7. 0—0 Hier laat Wit de gelegenheid voorbij­
gaan oni het betere spel te krijgen. Door
VA'it moest spelen Lg5 ! Le7 8. I'c3 en
c5 ! I)e6; 16. Tael Le5 : (op Df5 gaat
Zwart kan het verlies van den e-pion niet
door 17. Df5 : Lf5 : 18. Pc6 : een pion
verhinderen.
verloren en op Te8 kan 17. Peg4 Dd7 !
L c8 — b7 ! 18. Pfe5 Le5:; 19. Pe5 : De6; 20. Tf7
8. L cl — g5 L f 8 — e7 enz. volgen) 17. Te5 :; krijgt Wit zeer

9. P bl — d2 d7 — d5 goede kansen in het eindspel.


10. f2 —f3 c6 — CÖ
Goed gespeeld. Op andere zetten krijgt 16. b2 —b3 c5 X d4
Zwart door 0—0, gevolgd door c5, een Sterker is Td8.
voortreffelijk spel. 17. D d3 X d4 d5 X c4
e4 X f3 18. D d3 X c4 f L c8 —• e6
11. Pd2 X f3 0— 0 19. Dc4—c3 Ta8 —d8
12. L g 5 X f6 Le7 X f6 Beter ware Tfd8. De gekozen zet kost
13. 1) dl — d3 Zwart een pion.
Beter b4 0111 c5 te verhinderen. 20. T al — cl! T d8 — d7
D d8 — d6 21. D c3 — e3 L f 6 X e5
14. c2 — c4? Lb7 —c8 22. Pf3 X e5 Td7 —e7
181

23. D e3 X a7 L e6 — d5 Te2:; 27. Pf4 !) — Er volgt nu een


Nog het beste. tragisch slot.
24. Pe5—c4 ?? D d6—g6|.
Een grove miszet, waarop de partij voor 25. g2 — g3 I) g6 — c2 !
W it snel verloren gaat. Na Dd4 ! loopt Opgegeven.
Wit hoegenaamd geen gevaar en heeft met Op Pe3 volgt natuurlijk Te3 :
pion meer winstkansen. Want op 24. p y ,,
Dd4 Tfe8 volgt 25. Pd3 ! (Te2; 26. Te2:

No. 207. Gespeeld in den onderlingen Wedstrijd le klasse in het Vereenigd Amstcrdamsch
Schaakgenootschap, 7 November 1894.
Wit: L. Gans. Zwart: D. Bleijkmans,

Spnatische Party.

1. e2 — e4 e7 — e5 8. 0— 0 f 5 — f 4 |,
2. P g l — f3 Pb8 —c6 9. P c3 — a4 L c8 — g4!'
3. Lf1 — b5 f7—f5 10. c2 — c3 Lc5 —b6
Zie de opmerking in partij No. 206 Wij begrijpen niet, waarom Zwart nu
A. Bleijkmans — IJ. Bleijkmans. den raadsheer terugtrekt. Het is hier
4. d2 — d3 ! P g8 — f6 minstens een verloren tempo. De7, ge-
5. P bl — c3 volgd door g5, schijnt hier zijn juiste
Beter is 0 0 speelwijze. Antwoordt Wit na De7; 11.
j £g _ Pc5 : dan staat Zwart na dc5 : en Td8
... ( ° (eventueel 0—-0—0) uitmuntend, daar d4
Want nu houden wij Lb4 voor sterker. dan verhinderd wordt. Speelt hij na De7
r> '( 11- b4, dan natuurlijk Lb6, maar dan is
Ook dezen zet keuren wij af; de goede ook na 12. Pb6 : ab6 : de pionnenstelling
voortzetting' is hier 6. ü—0 d6; 7. Lg5 h6 op den witten daine-vleugel zwak ge-
8. Lf6 : l)f6 : 9. Pd5 ! en Wit heeft het worden.
beteresPel- 11. Pa4Xb6 a7 X b6
h7 — h6! 12. T f l — el
^' a~ a,J) Om d4 mogelijk te maken. Wit trekt
Om eventueel na Pa5 den looper op goed partij van Zwart's fbutieven lOen zet.
a2 te kunnen terugtrekken. Evenwel zou- Pf6 h7
den wij aan 0-0 de voorkeur geven. Ver- Het is hier moeilijk te beslissen, op
keerd ware 7 Ph4, waarop Zwart met welke wijze Zwart het best zijn spel voort.

Lfö.f (njet Pg4 wegens 8. Pt5: en evenmin zet. I)e „-ekozen voortzetting blijkt uit
natuurlijk le4: wegens Dhóf) 8. Kf2 : het vervo], niet goed te zijn 0 • ware

g4f 9. Kg3 t4f; 10. Kg4: Pd4! op 't beste: 12. Kf8; 13. dl DeS ! Op 14
elegante w.jze een verderfelijken aanval zon d5 volgt dan Pe7 met mooi spel Even­
openen. , . r ,eu
1 zeer op 14. de5 : de5 :!
d7 — d6 I 13. d3 — d4 P h7 — g5
ï8a

14. L c4 — e2 Pg5 X e4 Veel doortastender ware Lf3: 22. gf3 :


I)h4 ! waarop het witte spel spoedig on­
Een slechte zet. Beter is Df6.
houdbaar wordt. Op 23. Dg6 kan volgen
15. d4 — d5
Tfó; 24. Dg2 Pe7 enz. Op 23. Khl
Veel sterker, ja beslissend is hier l'e5 :! Dh3; 24. De2 (Üd3? Tad8, dreigend e4)
door Wit blijkbaar over het hoofd gezien. Tf5 enz. Op 23 l)d3 volgt eerst Tad8 enz.
Na 15. Pe5 : Le2 : ('t beste) 16. De2 :
22. PfB — d4 Pc6 X d4
de5 : 17. Dh5f is het Zwarte spel geheel
geruïneerd. 23. c3 x d4 f4 —f3

P c6 — e7 24. g2 — g3 Tf8—f5

16. L e2 — b5f c7 — c6 25. D c2 — c6


17. d5 X c6 b7 x c6 Om l)e8 te beletten ; Wit is echter niet
meer te redden.
18. Lb5 X c6f Pe7 x c6
T f 5 — f 6
19. Tel X e4 d6 — d5
26. D c6 — b5 Ta8 — a5
20. T e4 — el 0— 0
27. Db5 — b3
21. Ddl — c2
Beter is Dfl. Op De8 kan dan 28.
S t a n d n a den 21sten zet van Wit.
Ld2, Tacl enz. volgen. Wit kan zich op
deze wijze nog eenigen tijd verdedigen.
D d8 — e8
28. L cl — d2 D e8 — h5!
29. Tel x e4?

Dit verhaast Wit's ondergang. Iets beter


is nog Khl, hoewel ook daarop door Dh3
30. Tgl Tf5, gevolgd door Th5 het einde
spoedig daar is!
D h5 — h3
30. T e4 — e8 f T f6 — f8
geeft op.
e5 — e4 1). v. F.

No. 208. Gespeeld bij briefwisseling van December 1894 tot April 1895.
Wit: J. F. Heemskerk. Zwart: J. Fles Jr.
Evan sjfiun biet.

1. e2 — e4 e7 — e5 6. -0 — 0 d7 — d6

2. p g l — f3 Pb8 — c6 7. d2 — d4 e5 X d4

3. L f l — c4 L f 8 — c5 8. c3 x d4 L c5 — b6

4. b2 — b4 L c5 x b4 9. P bl — c3 P c6 — a5
Lg4 heet thans evenmin voldoende.
5. c2 — c3 L b4 — c5
La5 is beter.
10. L cl — g5 f7 — f6
183

Dd7 en Pe7 zijn thans heide tot nadeel en Tel ; speelt Zwart daarom 22 . . . ., TcS
van Zwart geanalyseerd. of Lf7 dan wint Wit door 23. ed5;.
11. L g 5 — f4 19. T cl — el D d7 — d5
Rosenthal beveelt hier aan Lh4; alle 20. T f 1 — el e4 X f3
andere autoriteiten noemen Lf4 het best.
Na 20 . . .., I>a2: kon volgen 21. Da2:s
Pa5 x c4 La2:; 22. Te4:f Kd8; 23. Tg7:, TcS
Rosenthal gelooft hier met Zwart te (er dreigt Le7f en Te8f mat) 24. Pg5!
kunnen winnen door Pe7. en W it wint in alle varianten de probleem­
12. D dl — a4 f D d8 — d7 achtige stelling. Na 20. . . ., g5 ; kon vol­
gen 21. Pg5:, fg5 :; 22. Le5 en Wit wint
13. Da4 x «4 D d7 — f7
den toren h8 en de partij want paard g8
14. P c3 — d5 Lc8 — e6 staat vast om veld e7; speelt Zwart in
15. D c4 — a4 f D f7 — d7 deze variant 21...., I)a2: dan volgt ge­
In eene partij bij briefwisseling in 1884 lijksoortig spel als na 20. . . , Da2:,
speelde Tschigorin tegen graaf Dörrer na 21. Da3 x f3 K e8 — d8
15 . . . Ld7; 16. I)c2 en het schijnt dat Stand n a den 2 l s t e n zet van Z w a r t .
Wit daarmee altijd gewonnen spel krijgt.
Zwart's afwijking is dan ook volkomen ge­
rechtvaardigd.
16. P dö x b6 c7 x b6
17. D a4 — a3 d6 — d5!
Jammer van dezen schoonen zet, dat hij
niet meer redding aanbrengt! Na iederen
anderen zet wint V\ it. met overwegende
stelling den gambietpion terug; na den
gekozen zet wint Wit ook, maar nadat
hem nog heel wat moeielijkheden in den
weg gelegd worden.
18. Tal — cl
Na 18. ed5 :, Ld5 :; 19. TfeLf, Kf7 ;
Langer tegenstand bood hier Df3 : bijv.
20. Te2, Pe7; of 20. Tacl, Lc6; 21. d5,
22. Te6 :f, lvd8 ; 23. gf3 :, Tc8 ; 24, Tg7 :
Dd5:; of 21. Ld6, Ïd8 kan Zwart zich
en weldra Te6-d6-d7 en de witte torens
goed verdedigen.
op de zevende lijn winnen; natuurlijk was
d5 X e4
21. . . ., Pa2 :; slecht om 22. Db7 Td8 ;
Na IS . . . ., TcS; zou kunnen volgen 23. l)cfif en Wit wint.
19. Tc8:t, Dc8:; 20. Tel, Dd7 ; 21. Tc7,
22. D f3 — a3 K d8 — e8
Dd8; 22. Ld6, de4 :; 23. Tb7 :, ef3 :; 24.
Da4f, Ld7 : 25. Da7 ; of 20 . . . ., I)d8 ; 23. D a3 — h3 f6 — f5
21. Lc7, IM7; 22. 1,(16, de4:; 23. Tc7, 24. Tel—e5 P g 8 — f6
Dd8 ; enz. en \\ it wint; na 18. . . ., Pe7 : Na 2 4 . . . . Pa2: beslist natuurlijk 25.
kon volgen: 19. Tc7, Dd8 ; 20. Ld6, Pg6; l)t'5 : en na 24.... Dd6 evenzoo 25. Df5 :,
21. Tg7; dreigende te winnen door Lc7 l)c7 :; 26. Te5 :f De7 !; 27. Te7 :f, Pe7:;
184

28. De6, Tc8; 29. d5, Tf8; 30. d6 en 27. D h3 — e3


Wit wint. Zwart geeft de partij op; na 27....,
25. T e5 x d5 P f6 x d5 Kf8 ; zou volgen 28. Tb7 : en Ld5 of c8
26. Tc7 x g 7 Pd5 x f4 kan niet 0111 29. De7f en 30. Dg7f mat.
J. F. H.

Gevallen van overeenkomst bij wedstrijd-problemen.


(Slot).
De probleem wedstrijd van „The English Mechanic" (1890) leverde eenige
mooie problemen op, waaruit de onderstaande genomen zijn. G. ]. Slater en G.
Heathcote wonnen respectievelijk den eersten en derden prijs met deze sierlijke
problemen, waarvan echter het laatste wat minder afgewerkt is. (Den tweeden
prijs kreeg J. Rayner).
G. J. Slater. Gr. Heathcote.

Mat in 3 zetten. Mat in 3 zetten


1. Dbl. 1. Pf4.
Deze eerste en derde prijswinners komen wonderlijk overeen in enkele door hen
bedoelde varianten en de samenstelling is, uitgezonderd enkele onderdeelen,
bijna gelijk.
Zij die gelegenheid gehad hebben de verschillende combinaties na te gaan, die
men met Dame, Looper en Paard maken kan, in posities, waar deze stukken,
ongeveer als in bovenstaande diagrammen geplaatst zijn, zullen waarschijnlijk wel
bekend zijn met de bekoorlijke matbeelden; en het spel, dat ze doet ontstaan, is
niet zoo moeielijk, om een bekwaam oplosser, die naar zuivere en mooie ideeën
zoekt, teleur te stellen.
Laat ons eerst een van de varianten van deze elegante problemen onderzoeken
en zien, in welk opzicht zij overeenkomen.
Opmerkelijk is het, dat na de respectievelijke sleutelzetten, de voornaamste
stukken, uitgezonderd de zwarte koning, op dezelfde overeenkomstige plaatsen
18S

staan en dat daarom het spel dezelfde mooie varianten zal geven, die in de
oplossing liggen opgesloten ; het is duidelijk, dat de werkzaamheid van den zwarten
koning in het eerste probleem weinig met die in het tweede verschilt.
Laat ons in het probleem van Slater, de variant na, i. Dbi, P of f3 speelt;
2- PfSt, of 03 ; 3. Db7 of Lb4 mat nemen en deze vergelijken met de vol­
gende uit het probleem van Heathcote, 1. Pf4, Kcs; 2. Pe6f, Kc6 of b4; 3.
Da2 of La5 mat.

Nu behoeft het geen nader betoog, om aan te toonen, dat deze twee matstel-
hngen op geheel dezelfde wijze zijn voorgesteld en men zal zien, dat het verdere
spel in beide problemen ongeveer gelijk is. Nemen wij maar weer eens de vari­
ant, die voor de hoofdgedachte kan gehouden worden in Slaters probleem, en die
de bijvariant van Heathcote's probleem vormt, namelijk: in het eerste, 1. Ke3 ;
2. DC2, Kd.| of P speelt; 3. Dd2 of Pf5 mat; in het laatste 1.—•, g2 ; 2. DB3,
Kcs of p speelt; 3. DC3 of Pe6 mat.

Hierbij zijn de tweede zet van Wit en het antwoord van Zwart, met de mat­
gevende zetten en matstellingen, geheel dezelfde. Ondanks deze kenmerkende ge­
lijkenis, heeft ieder probleem een onafhankelijke oorspronkelijkheid, waardoor men
hoe de schijn er ook tegen is, het recht heeft, ze beiden als afzonderlijke ideeën'
te beschouwen, die de gedachte aan ongeoorloofd plagiaat uitsluiten.
lot hiertoe hebben de gegeven problemen geen diepzinnige studie van onze
lezers gevorderd en zij die er voldoende belang in gesteld hebben, ons tot hiertoe
te volgen, zullen zonder twijfel bereid zijn, hun aandacht te vestigen op de laatste
voorbeelden, die wij willen geven. Deze zijn ontleend aan den probleemwedstrijd
van de „Counties' Chess Association" (Scholastic Globe) 1892—93. Hiervan is
de analyse een weinig ingewikkeld, maar de technische vergelijking zal, gelooven
wij, de moeite wel loonen. Bij een weinig onderzoek zal het duidelijk zijn, dat
ei zeer veel verschil kan bestaan in het uitwerken van een eenigszins moeielijk thema.
Zie diagramtnen volgende pagina.
iS6

Ottmar Nemo. Emil Palkoska.

Mat in 3 zetten. Mat in 3 zetten.


1. Pe5. 1. Pc6.

Op het eerste gezicht zou men niet uit de stelling opmaken, dat zij dezelfde
gedachte bevatten, maar na, voor ons doel, de varianten te hebben verwijderd,
die nevens de hoofdgedachte zijn ontstaan, zal men zien, dat het probleem van
Ottmar Nemo een sterke mededinger is van dat van Emil Palkoska, waar het de
hoofdvarianten betreft.
Vooreerst de stand. —• De twee witte paarden (waarvan het eene genomen kan
worden) staan, zooals te zien is, in de onmiddellijke nabijheid van den zwarten
koning, die twee vrije velden heeft. De raadsheer fi op het eerste diagram, heeft
zijn plaatsvervanger op het tweede, op g7. De sleutelzet die het beschermde
paard „Éi prendre'" plaatst, en tevens een vluchtveld van den zwarten koning dub­
bel beschermt, is in beide problemen dezelfde. Na het nemen van de paarden
door den koning, ontstaat hetzelfde spel, waaruit dan ook dezelfde matstellingen
volgen, zooals onderstaande diagrammen aangeven.
Bij Nemo. Bij Palkoska.
1—, Ke5:; 2. Pf6, K. onv.: 3. ï)al mat. 1—, Kc6:; 2. Pe4, K. speelt.; 3. Db7 mat.

, —
In deze variant kan de zwarte koning ook op
ftfS of' ffi staan.

Wanneer het andere paard genomen wordt, heeft er de volgende voortzetting


plaats met ongeveer dezelfde matstellingen.
187

1—, Ke4:; 2. Lg2f, onv: 3. Dal raat. 1—, Kd6:; 2. Lfóf, Kd5; 3. Dhl mat.

er volgens is er nog:
1—,— ; 2. Pf3+, Ke4:: 3. d6 mat. 1—,—; 2. Pe7f, Kd6:; 3. Db4 mat.

Deze drie varianten in beide problemen komen op een merkwaardige wijze met
elkander overeen en de manier, waarop men tot de matstellingen komt, is daarom
ook bijna dezelfde. Nemo gebruikt in zijn probleem verscheidene witte pionnen,
die de plaats innemen van den looper en pion C4 bij Palkoska. Verder neemt
de koningin een plaats in, die in beide problemen eenigszins verschilt, waardoor
zij in het eerste probleem oeconomischer medewerkt en nog een aardige variant
mogelijk maakt. 1—•, L X Pd; 2. Daif, Kds :; 3. 1x4 mat. Het andere pro­
bleem heeft een verdedigingswijze, die beide problemen ook niet gemeen hebben,
maar tot een dual aanleiding geeft. 1—, a5 ; 2. Dbs enz.
Hij, die opmerkzaam de problemen nagaat, welke in wedstrijden worden inge­
zonden, zal ongetwijfeld veel van deze aangehaalde voorbeelden opgemerkt heb­
ben en niettegenstaande zij even belangrijk zullen geweest zijn, als die wij terloops
aanhaalden, ontgaan zij de aandacht van de algemeene bewonderaars. Het is te
hopen, dat de vluchtige opmerkingen in dit opstel een vuriger begeerte zullen
doen ontstaan, om aandachtig de werken van probleemdichters te onderzoeken,
daar men juist met een goed inzicht beter gebruik kan maken van de verkregen
kennis, die er naar alle waarschijnlijkheid toe leiden zal, ernstige pogingen in het
leven te roepen, om de probleemcompositie een meer bepaald artistieke kunst te
doen worden. g pj jyf
188

Binnenland.
AMERSFOORT. De wedstrijd met af- en aanspel, 23 Juni alhier gehouden,
liep vrij goed van stapel. Al dadelijk moeten wij echter op één omstandigheid
wijzen, die aan de aandacht van verscheidene deelnemers schijnt te zijn ontsnapt.
Wanneer iemand zich als deelnemer opgeeft voor een wedstrijd en hij loopt weg,
vóórdat zijn partijen alle zijn afgespeeld, hetzij dan, omdat hij noodzakelijk naar
huis moet, hetzij omdat hij een partij heeft verloren, hetzij omdat zijn volgende
tegenstander tóch veel sterker is, hetzij om wat dan ook, pleegt daarmee verraad
aan den leider en aan de overige deelnemers en stuurt den ganschen wedstrijd in
de war. Bij zoo'n concours van één dag kan men 's morgens zeer goed weten,
of men in de gelegenheid is tot 's avonds door te zetten. Die maar een paar
uurtjes kan meedoen, blijve in 't vervolg thuis.
Bij den onderhavigen wedstrijd werd in vier klassen gespeeld; de eerste gaf
voor aan de tweede pion en zet, aan de derde een paard en aan de vierde een toren.
Uo. Naam. Klasse. 1ste ronde. 2de ronde. 3de ronde. 4de ronde. 5de ronde.
1. A. Kramer, Rotterdam IV bye j
, Kramer
2. C. J. D. v. Eek, Amersfoort IV bye ) v I \
3. Ferwerda, Hilversum IV bye { v j I
4. N. W. v. Lennep, Amsterdam I Uye ' I
s. P. F. Faber, Andelst II bye j , [ V'
. 1 Faber l
6. T. Zwager, Amersfoort IV bye ' | I
7. P. de Man, Hilversum II ) , w [ Faber ] I
, T T , i de Man 1 I
8. S. Hobema, Utrecht III' | , )
9.Jb. Peet, Hilversum IIII j IV. Lennep
10.J.W. te Kolsté, Amersfoort I I ' I wint van
11.J. C. Schrijver, ,, IV( /Olland en
12. G.H.B.Hogewind, Utrecht I * g- j Peet wint
13. Jan Peet, Hilversum 1 1 ^ ^ | LLl j lvan Faber.
14. J. P. Berkhout, den Helder II ! J peet ,
15. C. Jonker, Amersfoort IV • i J
16. Van Eelde, Utrecht III) I Nierm. '
17. Nierman, Hilversum, II bye I / Olland
18. A. G. Olland, Utrecht I bye j Q J J ^ , l
ig. P. Faure, Amersfoort I bye I Qjlancj I
20. G.J. Slothouwer, Amersfoort IV bye ' v ^ gm |
21. J. v. d. Smid, Hilversum III bye 1
Aldus waren I N. W. van Lennep, II A. G. Olland, III Jan Peet, IV P.
F. Faber.
Nog behaalden consultatieprijzen J. W. te Kolsté, G. H. B. Hogewind, C. J. D.
van Eek en J. C. Schrijver.
Een paar partijen moeten voor het volgend nummer blijven liggen.

ARNHEM. De laatste Algemeene Vergadering der Arnhemsche Schaakclub


bracht eenige wijziging in het Bestuur. Op voorstel van een der leden werd n. 1.
189

de Voorzitter V. Marquis de Ciccolini tot Eere-Voorzitter benoemd. Het nieuwe


Bestuur is nu als volgt samengesteld: Voorzitter: B. van Driest, Onder-Voor-
zitter: G. A. Knik, Secretaris-Penningmeester: J. J. Kleinhoonte.
Nog werden de heeren A. F,, van Foreest en N. W. van Lennep tot Eere-Leden
der Vereeniging benoemd.

AMSTERDAM. Sedert eenigen tijd vergadert het V. A. S. weer geregeld


Woensdag en Zaterdagavond in Hofbrau, Damrak 180.
De onderlinge matches zijn afgeloopen. Ziehier den uitslag.
M. G. Stokvis 5 versus W. H. v. d. Meulen . . i
G. A. van Coeverden 2 ,, A. C. B. Heijnert ... 5
J. W. van der Laan. . . 5V2 „ J. J. Ficke 1V2
J. F. Pilger 4 „ A. Bleijkmans 5
C. Tinholt 5 „ J. C. ten Tusschedé. . . 4
H. Kothe 4 „ G. J. Gantvoort .... 5
W. Muntjewerf . . . . 5 „ H. Mendes da Costa . . 4
Winners zijn aldus de heeren Stokvis, Heijnert, van der Laan, Bleijkmans,
Tinholt, Gantvoort en Muntjewerf.
De geprojecteerde match D. Bleijkmans—van Lennep werd niet gespeeld. Wij
publiceeren nog de volgende partij.

No 209. Gespeeld te Amsterdam, 21 April 1895.


Wit: D. van Foreest. Zwart: Taubenhaus. *)
Evaiisjrsiinbiet.
1. e4 e5 14. De2 L t>5: 27. 113 b6
2. P f3 P c6 15. P b5: o—o 28. D f5! K. e8
3. LC4 L C5 t6. T fdt D e8 29. D h7: D d4
4. I14 Lb4: 17. T aci P c6 30. D C2 Daif
5. C3 L C5 18. T d3 T ad8 31. K I12 D e5f
6. o—o d6 19. T cdi T d3: 32. g3 C5
7. d4 ed4: 20. Td3: D c8 33. L b2 D g5
8. cd4: L 1>6 21. P bd4 Ld4: 34. I14 D g4
9. P C3 L g4 22. Pd4: P d4: 35. L ci P f5
10. Lbs L d7 23. Td4: T d8 36. L f4 P d4
11. e5 de5: 24. Td8: D d8: 37. D e4t K f7
12. de5: P e7 25. e6! fe6: 38. K g2 De6
13. L a3 P a5 26. De6:+ K f8 39. D b7f D e7

*) Jean Polc Taubenhaus werd December 1850 in Warschau geboren. Het schaakspel leerde hij pas op zijn drie
en twintigste jaar. Zijn voornaamste leermeester was Winawer, de bekende Poolsche meester. In '82 vertrok T.
naar Parijs en vestigde zich aldaar als beroepsschaker. In '86 deelde hij in het Meisterturnier van de British Chess
Association, te Londen den derden en vierden prijs met Gunsberg na onbeslist gebleven tweekamp, o—0—2. (I was
Blackburne, II Burn, V Mason, terwijl o. a. Mackensie, Lipschütz, Zuckertort, Schallopp, Pollock en Bird geen prijs
kregen). In het Meisterturnier te Hamburg '85 won hj den //brilliancy-prijs" voor zijne partij met Berger. In '91
maakte hij een match met Sittenfeld onbeslist, 1—1—3. Het was op zijn terugreis uit Amerika, waar hij met veel
succes simultaan speelde en ook Vasquez in een match versloeg, 4—1 — 2, dat hij Glasgow (zie bladz. 129), Amster­
dam en 's Gravenhage aandeed.
12
rc)ó

40. D e7 :f K. e7 : 46. L a7 K d6 52. K d5 P f3


41. L es ! Pf5 47. L b6 04! 53. L 03 P h2
42. Kf3 Ke6 48. Las K e6 54. f5 gfs:
43. Ke4 gó! 49. f4 Kd7 55. gfs: P g4
44. L b8 aó 50. Lei P g2 remise.
45. g4 Ph4: 51. Ld2 P h4
LEIDEN. De wedstrijd met af- en aanspel alhier op Maandag 3 Juni, tweeden
Pinksterdag, door de schaakclub „Heemskerk" uitgeschreven, had verscheidene
deelnemers gelokt. Het waren de H.H. W. P. Mulié Jr. (II)* en Bakker (III)
wit den Haag; J. Peet (I) en P. de Man (II) uit Hilversum ; J. F. Malta (I) uit
Rotterdam ; Maurits Elzas (I) uit Zutfen ; B. van Nieuwkerk (III) uit Zevenhoven ;
H. Gouwentak (I) uit Brussel; J. van der Hulst (I) uit Oud-Ade; J. Samson (III)
uit Leiderdorp; J. Esser (II), J. Gouwentak (II), H. Veldhuizen (I), A. J. Rid­
derhof Jr. (III), W. Ridderhof (1), Steffelaar (II), B. Vies (I), V. d. Meulen (II) en
Van Dam (III) uit Leiden.
De uitslag was als volgt: iste prijs, verguld zilveren medalje : H. Gouwentak ;
2de prijs, groote zilveren medalje: W. Ridderhof; iste consolatie-prijs, kleine
zilveren medalje: J. Peet, na loting met P. de Man; 2de consolatie-prijs:
J. F. Malta.
De medaljes gingen vergezeld .van zeer prachtig uitgevoerde diploma's (pen-
teêkeningen) waarvoor den heer Ridderhof Jr. alle eer toekomt.
Een paar interessante partijen, bij deze gelegenheid gespeeld, zullen wij in het
volgend nummer opnemen.
I11 den gelijktijdig gehouden tombola-wedstrijd werden 29 partijen gespeeld.

GRONINGEN. „Staunton" hield op 12 April j.1. zijn jaarlijksche feestelijke ver­


gadering, waaraan een wedstrijd verbonden was om schaakwerken, door den heer
R. Loman beschikbaar gesteld. Winners waren de H. H. de Winter, Zijlstra, Becker,
Scheltens, Wieling, Baetens, Deelman en Lentz. Tevens werden de prijzen (kunst­
voorwerpen) van den jaarlijkschen clubwedstrijd uitgereikt.
De match van drie partijen om den eersten prijs in den provincialen wedstrijd
(zie vorig nummer), tusschen H. B. van Rhijn en H. Postma werd door eerstge­
noemde gewonnen.
Een correspondentie-partij tusschen „Staunton" en ,,v. d. Linde" te Winschoten
had het volgende verloop.

No. 210. Gespeeld per briefwisseling in 1895.


Wit: „Staunton". Zwart: „v. d. Linde".
Berlijnsclie Partij.
1. e4 e5 5. P f3 P d5: 9. D e2 f D
2. L C4 P f6 6. ed5: e4 10. T gi P a6
3. f4 ds 7. I13 ef3: 11. a3 0-0—0
4. Lds: L g4 8. hg4: fg2: 12. D e7: L e7:
*) Het Rom. cijfer achter den naam duidt de klasse aan.
I9I

r3- T g2: I15 19. L d2 L e3 25. P 05: TC5:


T4- 85 Td5: 20. Te3: F 63: 26. T ei Kd7
15. P c3 T d7 21. Le3: Te3: 27. Kf3 T d5
l6- d3 I-cs 22. Kf2 T e6 28. Ke4 T dó
17• 1 S3 r e7t 23. P e4 T có 29. f5 g6
18. Kfi T he8 24. 03 P 05 remise.

UTRECHT. De jaarl. huishoudelijke wedstrijd der schaakclub „Utrecht" is


thans geëindigd. Zooals wij reeds vroeger mededeelden was ditmaal bij wijze van
proefneming de bepaling gemaakt, dat de deelnemers een onbeperkt aantal par­
tijen met elkander konden wisselen. De uitslag was als volgt:
I. A. G. Olland (iste kl.) 16V2 uit r8 = 91.6 pCt..
II. Hogewind (2de kl.) 19 „ 26 == 73
III. Wiedeman (2de kl.) 111/2 „ 17 = 68
IV. E. L. Olland (2de kl.) 21 „ 34 — 62 „
V. Moquette (2de kl.) 8' „ 16 = 53
VI. Gouwentak (3de kl.) 14 „ 27 = 52
VII. v. Rennes (2de kl.) 6 „ 12 = 50

ROTTERDAM. Volgens de „Amsterdammer" was de stand van den wedstrijd


in t Kotterdamsche Schaakgenootschap voor eenige weken als volgt:
J. E. Malta 19, van Woelderen i6Vs, van Roosendael 15, Huinck 151/2, Vel-
linga 13, Geverding 13, Hartong 91/3, Franpois 10, Bauer 9) Hoes 41/s, Cohen 5,
Dijkman 6, v. d. Voo 7.
* *
*
IX NKMOlilAM. Tot onze groote droefheid ontvangen wij de tijding, dat
de heer G. A. van Haeften, de volijverige oprichter en Secretaris van de Nieuwe
Rotterdamsche Schaakvereniging 9 Juli 1.1. op ongelukkige wijze om het leven is
gekomen. Wie den hartelijken jongen man hebben gekend en zijn ijveren voor
het schaakspel wisten te waardeeren, ook al konden zij zich niet altijd met
zijn wijze van strijden vereenigen, zullen deze treurmare met ontzetting vernemen.
Ofschoon behoorende tot de middelmatige schakers, had van Haeften zich in
den laatsten tijd door zijn propaganda-maken een ruim en vruchtbaar arbeidsveld
geschapen. Het zal zeer bezwaarlijk zijn, iemand te vinden, die de achtergelaten
taak met evenveel toewijding en liefde volbrengt, als van Haeften haar heeft begonnen.
* *
*

Den 23sten Jnni werd er een clubmatch gehouden tusschen Rotterdam en


Dordrecht. De heer Geverding schrijft ons dienaangaande het volgende:
Medegegaan waren de HH. Malta, Roosendael, Bauer, v. d. Voo, Vellinga,
Hoes, Cohen, Hartong, Hoezoo, de Heer, Lutterbach, Gtlppertz, Dijkman, Aal-
li uyzen en Geverding. Tot aanvoerder der Rotterdammers was benoemd de Heer
Roosendael, die de spelers naar hun kracht moest groepeeren; ditzelfde was te
Dordt gedaan door den Heer Vink. Van de Dordrechtenaren waren aanwezig:
de HH. Vink, v. d. Stouwe, de Vos, Warren, v. d. Polder en 't Hooft.
192

Er waren te veel Rotterdammers aanwezig; daar de HH. Bauer, Hoezoo en


schrijver dezes niet medespeelden, bleven er 12 deelnemers over. Door den aan­
voerder werd nu besloten dat de HH. Malta, Vellinga en hijzelf ieder 2 partijen
zouden spelen; dat de HH. Hartong, de Heer en Aalhuyzen ieder één partij
spelen zouden en dat de 6 overige Rotterdammers twee aan twee een partij zouden
spelen, om te doen beslissen, wie van hen zoude overblijven voor het spelen van
eene 2= partij met de Dordtsche heeren, die in de ie ronde gespeeld zouden hebben
met de HH. Hartong, de Heer en Aalhuyzen. Deze laatste kamp gaf tot resultaat
dat Lutterbach, Güppertz en Cohen wonnen respect, van Hoes, v. d. Voo en
Dijkman; intusschen liet de Heer Cohen vrijwillig het veld vrij voor den Heer Dijkman.
Hieronder volgt nu het overzicht van den kamp met Dordrecht:
Dordrecht. Rotterdam.
ie ronde.
v. d. Stouwe Vs Malta 'fe
Warren o v. Roosendael 1
v. d. Vos o Hartong 1
't Hooft o Vellinga 1
Vink 1 de Heer 0

v. d. Polder o Aalhuyzen 1
2e ronde.
v. d. Stouwe o Malta 1
Warren V2 v- Roosendael 1 >2

't Hooft o Vellinga 1


v. d. Polder o Dijkman 1
Vink 1 Lutterbach o
v. d. Vos o Güppertz 1

3 9

U gelieve er op te letten, dat de wedstrijd gespeeld werd tusschen de Dordtsche


Schaakclub en het Rotterdamsch Schaakgenootschap en niet de Atdeeling Rottm.
v. d. Bond.
De strijd begon ten half elf en was om 4 uur afgeloopen. Wij werden door
de Dordtsche Heeren zeer heusch ontvangen en hebben een alleraangenaamsten
dag doorgebracht. De strijd vond plaats in een der bovenzalen van de Societeit
Harmonie, die prachtig aan de rivierzijde is gelegen.
Deze eerste wedstrijd heeft ons op het idee gebracht om nog eens eene 2e poging
te wagen met eene andere stad; het zomerseizoen is uitstekend voor zulke tochten
geschikt en het brengt de Nederlandsche schakers meer met elkander in aanraking;
dit laatste kan niet anders dan nuttig zijn voor het schaakleven in ons land.
ï93

Buitenland.
HASTINGS. Het zal onzen lezers zeker interesseeren, iets naders van het aan­
staande meestertornooi te vernemen. Completer en duidelijker nieuws dan onder­
staande brief bevat, welken van Lennep, als antwoord op zijn aanmelding, van den
Secretaris van het comité ontving, kan men moeilijk verlangen:
„Het spijt mij ten zeerste, u <le J? 5,- inleggeld terug te moeten sturen. Wij ontvingen 38 aan­
meldingen en hadden slechts 22 plaatsen, zoodat wij genoodzaakt waren, 16 spelers af te wijzen,
alle sterk genoeg om mee te dingen. De volgende 22 zijn gekozen:
Uit Amerika: Steinitz, Albin, Pillsbury.
„ Oostenrijk : Marco, Schleehter.
„ Canada: Pollock.
„ Engeland : Lasker, Blackburne, Bird, Burn, Gunsberg, Mason, Teiehniann, Tinsley.
„ Frankrijk: Janowski.
n Duitschland : Tarrasch, von Bardeleben, Mieses, Walbrodt.
„ Italië : Vergani.
„ Rusland .• Tschigorin, Schiffers.
Onder degenen, die wij niet kouden toelaten, behooren : Loman, Lee, Van Vliet, Mortimer, Schal-
lopp, Metger, Hanham, Martinez, Baird.
W^ij hadden u f/aanir milieu toelaten als affjetaardir/de van Nederland, maar wij waren in eenit/e
moeilyhheul dienaangaande, daar wij R. Loman, den Nederlandschen kampioen moesten afwijzen. (*)
Het Comité heeft U echter tot „reserve''man benoemd, voor het geval dat een der 22 zich voor
5 Aug. terugtrekt. Gelieve mij s. v. p. te laten weten, of gij den post van „reserve" aanvaardt en of
gij ons toestaat, Uw naam openlijk als zoodanig te vermelden.

Deze brief behoeft weinig commentaar. Een keuze te doen uit 38 meesters
was voorwaar geen gemakkelijke taak voor het Hastingsche Comité en niemand
zal het die taak benijden. Echter heeft het o. i. gedwaald, waar het Vergani, een
totaal onbekende Italiaansche grootheid boven Van Lennep en daarentegen Schallopp,
Metger en Van Vliet onder Van Lennep heeft gesteld. Dat verder de heer Loman
gewoon is, in Engeland als Nederlandsch kampioen te poseeren (hier poseert hij
als de sterkste amateur van Londen), weten wij allen en het ware dwaasheid te
trachten hem van deze potsierlijke hebbelijkheid te genezen. Nu deze goedkoope
aanstelling echter oorzaak blijkt te zijn, dat een derden Nederlandschen schaker,
die geen aanspraak maakt op het ,,championship", de deelneming aan een mees­
tertornooi wordt ontzegd, achten wij ons verplicht, er althans eens op te wijzen.

* *
*

Ook te Hastings zal tijdens het meestertornooi een zoogenaamd „Hauptturnier"


worden gehouden, gelijk dat tot dusver op de Duitsche Schaakcongressen is geschied.
Het begint Maandag 19 Augustus en duurt zes dagen. Daar belangrijke prijzen
in 't vooruitzicht worden gesteld, de duur kort is, en Hastings een van de bekoor­
lijkste badplaatsen is van Engeland, zoo hopen wij, dat ook enkele van onze
amateurs er een retourbiljet aan zullen wagen. Men bedenke wel, dat de gelegen­
heid, vier kolossen als Steinitz, Iarrasch, Lasker en Tschigorin te zamen aan 't
werk te zien, zich waarschijnlijk wel nooit weer zal voordoen.

*) Wij cursiveeren.
/
c . i i . . r . i
1 • £ ^ -0 I —
8 M •*= <B S T3 CS C I S TT' 1
I I % 1 !* 1 = 1 u"ïtog-
a * |
S N ~ | <ü s |s j H

Georg Marco. . . | Va Va *k Va v* Va Va Va | i i | i i i i | i 11 I
maakten, had het volgende resultaat.

Max Weiss . ... | Va Va — j Va Va Va Va Va Va | i i | Va i i x | i | to'/a II


Carl Schlechter. . |Va Va Va Va j — 1 o Va | Va Va | i 1 | "a i i i | i | io III
194

Berthold Englisch. | Va V2 V2 Va | 1 Va — I Va o | 1 1 | Va Va Va 1 | 1 | 9 Va IV
Adolf Zinkl. . . . | Va Va | ''a V2 I % Va Va 1 | — | o o | Va o Va 1 | 1 | 7 Va V
Max Judd | 00 | 00 |o o o o | ï I j — j ï~^ ï~^ | ï 7 VI

mer. Hier volgt een overzicht der geheele match.


J. Schwarz . . . . | 00 | Va o | Va o Va Va | Va 1 | o o | — 1 1 I 1 I 6 Va |
Dr. Meitner. ...|oo|oo|oo Vao|'/ao|oo|oo — | 1 | 2 |
Mandelbaum*. . . I o o o o o o o o | — | o |

Mandelbaum trok zich na de eerste ronde terug

LONDEN. De match von Bardeleben-Blackburne (zie ons vorig nummer) werd


gespeeld in de „British Chess Club" van 25 April tot 16 Mei. De eindscore was
von B. 3, BI. 3, rem. 3. De belangrijkste partijen vinden de lezers in dit num­
WEENEN. Het concours alhier, waarvan wij in ons vorig nummer melding
i95

iste partij Weener 3. Lc4 59 zetten BI. wint.


2de „ Dame-Opening 1. .. g6 58 „ remise.
3de „ Geweig. Koningsgambiet 2. . . ds 91 „ B. wint.
4de „ Dame-Opening 2. g3 47 „ remise.
5de „ Geweig. Evansgambiet 5. a4 49 „ BI. wint.
6de „ Onregelmatig i.e4 e5 2. Le2 64 „ BI. „
7de „ Gew. Evansgambiet 5. a4 41 „ B. ,,
8ste „ Onregelmatig 1. d3 60 „ B. „
9de „ Engelsch 3... P f6 40 „ remise.

Ingezonden.
AMSTERDAM, 24/5 '95.

Aan de Redactie van het Tijdschrift van


de?i Nederlandschen Schaakbond.
In de aanteekeningen op den Staat van den Nederl. Schaakbond, dezer dagen
met het Tijdschrift van Maart uitgekomen, wordt over de Schaakwerld en Dr.
A. v. d. L. gesproken op eene wijze, die mij aanleiding geeft, daartegen een woord
van protest te doen hooren.
De meeste lezers van ons Tijdschrift zullen weinig belang stellen in een pole­
miek over de waarde van de Schaakwerld als Schaaktijdschrift, omdat slechts
weinige van de tegenwoordige leden van den Bond met het werk in kwestie be­
kend zijn; ik onthoud mij daarom van discussie over uwe beoordeeling, die zoo
enorm van de mijne verschilt.
Nu kan ik zeer goed begrijpen, dat men verschillend oordeelen kan over de
„Schaakwerld", doch het verwondert mij zeer en ik betreur dit tevens, dat u op
zoo onbehoorlijke wijze uitvaart tegen het werk en ook nog meent, den auteur te
moeten naschelden.
U zult mij ten goede houden, dat ik dit ten zeerste moet afkeuren en ik vind,
dat ons Tijdschrift zich ook in 't algemeen onthouden moet van opmerkingen om­
trent personen, zooals wij er eenige aantroffen in de laatste afleveringen van ons
Tijdschrift.
Inderdaad, de Redactie heeft blijk gegeven, beter materiaal te bezitten, om het
Tijdschrift te vullen, ik heb te veel eerbied voor haar werk, dan dat ik het zon­
der protest door verkeerdheden als de bovengenoemde kan laten ontsieren.
Hoogachtend,
S. SUSHOLZ.

De heer Süsholz heeft zijn brief verkeerd geadresseerd. Dit is zeer jammer,
want hij heeft daardoor tevens een grove onrechtvaardigheid begaan. In ons
Reglement, Art. 30 al. 2, lees ik:
196

„Minstens éénmaal in de drie jaar geeft de Secretaris *) als los bijblad van het
tijdschrift en behoorende tot deze rubriek, eene volledige ledenlijst van den Bond."
Ten overvloede heb ik, ten einde alle misverstand te voorkomen, op de eerste
bladzij van het Maart-nummer m. i. duidelijk genoeg neergeschreven, dat niet de
Redaktie den „Staat" vervaardigd heeft, maar ik als Bondssecretaris, zoodat ik dan
ook de eenige persoon ben, die voor den inhoud ervan verantwoordelijk kan
worden gesteld. Waar de heer Stlsholz derhalve mijne mede-redacteuren den Hertog
en Tresling in een aangelegenheid betrekt, waaraan zij part noch deel hebben, daar
mocht m. i. deze kleine rectificatie niet achterwege blijven.
Wat nu het protest zelve betreft, zoo moet ik in de eerste plaats opmerken, dat
protesten over 't algemeen erg vervelende dingen zijn.
A. meent, dat hij verongelijkt is. „Wat denk je nu te doen ?" zegt B., „heb je nog
hoop, het kwaad te kunnen herstellen?" A. „Neen." B. „Maar kan je niet vol­
doende bewijzen aanvoeren, waaruit zonneklaar blijkt, dat je gelijk hebt en dat er
verkeerdelijk is gehandeld?" A. „Neen." B. „Ik zou het er niet bij laten zitten ; schrijf
ten minste een brief, en tracht je tegenpartij met klem van redenen te overtuigen,
dat er onrecht is begaan." A. „Neen." B. „Wat dan?" A. „Ik ga protesteeren!"
Wanneer de heer Stlsholz met mij in debat wil treden naar aanleiding van
sommige meeningen of opmerkingen, die ik ten beste heb gegeven, dan sta ik
hem zeer gaarne ten dienste. De meeste lezers van dit tijdschrift zijn wel, vol­
gens hem, met de „Schaakwerld" onbekend, maar speciaal de uitgave van genoemd
orgaan is een zóó belangrijk en interessant stuk vaderlandsche schaak-geschiedenis,
dat, naar ik geloof, weinig lezers het ons euvel zouden duiden, indien wij hen
met dit onbekende eens grondig bekend maakten.
De Heer Stlsholz bestrijdt den inhoud mijner beweringen niet. Hij kapittelt
slechts de inkleeding der woorden, of liever hij protesteert er tegen. Dit staat hem
natuurlijk vrij, al geeft m. i. het vechten zelfs met „krachtige" protesten, weinig blijk
van kracht. Bij mij althans heeft het geen andere uitwerking, dan dat de jaren
mij weer voor den geest komen, toen ik op de lagere school zetelde en meester
zei: „Zie je, jongen, wat je zegt, kan mij niet schelen; reeds het feit, dat je iets
zegt, behoort gestraft te worden!" N. W. VAN LENNEP.
* *
*

ZUTPHEN, 2, 6 '95.
Den Heer N. W. VAN LENNEP,
Amsterdam.
Over het weinig „belangrijke" van den Schaakwedstrijd te Arnhem schrijft u in
het Maartnummer van ons Tijdschrift:
„N°. 9 kwam voor in den Wedstrijd. Wit had reeds eenige malen remise
„aangeboden, doch Zwart wilde enz. enz."
Beleefd verzoek ik u, in het eerstvolgend Nommer de Redactie van bovenge­
noemde regels te wijzigen, daar het ONWAAR is, dat wit remise „AANBOOD". Wel
geef ik toe, dat de stelling op een gegeven oogenblik een remisekarakter droeg,
*) Ik cursiveer.
T97

maar van een remise-AANBOD is geen sprake geweest. De Heer de Vries zal dit
ook bevestigen. Verder volgen eenige volzinnen, welke eene groote dosis naïveteit
verraden.
„Het is begrijpelijk, dat Zwart bij het gewaarworden dezer groteske matstelling
„eenigszins berouw gevoelde, enz. enz."
Een woord van dank moet mij van de lippen aan onzen geachten Secretaris,
die ons ZULKE „begrijpelijke" zaken te verduwen geeft.
Mij is het onbegrijpelijk, dat zaken van een dergelijk „begrijpelijk" gehalte
(axioma's) vermeld moeten worden.
Het is immers „SELBSTREDF.ND", waarde Heer v. Lennep, dat men altijd berouw
gevoelt over gepleegde feiten, welke later bleken onjuist te zijn, of om het kort
uit te drukken over gemaakte fouten.
Verzoeke u beleefd, in het volgend nummer de zaak anders voor te stellen.
Achtend,
MAUR1TS ELZAS,

Ofschoon onze Hoofd-Redacteur den ganschen loop der bewuste partij aandachtig
gevolgd heeft, en in de overtuiging schreef, dat Wit wél remise had aangeboden,
zoo neemt hij na de verklaring van den heer Elzas gaarne het tegendeel aan.
Wat nu betreft een andere voorstelling te geven van het gebeurde, wij vreezen,
dit toch nooit geheel naar den zin van den heer Elzas te zullen klaarspelen.
Indien de heer Elzas echter zelf een andere lezing heeft te boek gesteld, zoo
zullen wij die met het grootste genoegen in het volgend nummer opnemen.
RED.

AMSTERDAM, 20 Juni '95.


Heer Redacteur!

In liet eindspel No. 10, (Maart-aflevering van het Bondstijdschrift) ontstond na


een 5-tal zetten deze positie:
198

Er volgde 1. Pd X e6f, f7 X Pd, en remise door 2. I)f6+ enz. Zwart wint


echter m.i. door in plaats van f7 x Pd te spelen L X Pd. 't Is duidelijk, dat thans
1) f6 f niet helpt, want er zou volgen K I17 of g8 en Zwart geeft in een paar
zetten mat.
Dus 2. D x D a8.
Zwart moet nu beletten, dat Wit door D—d8, I) — f6 f en het opspelen van
f- en g-pion remise of misschien zelfs winst kan behalen, en dit geschiedt door
2—Tf3.
Hierop heeft Wit geen voldoend antwoord meer. De f-pion en daarna ook de
h-pion gaan verloren, en Zwart's vrije pionnen, gesteund door toren en looper
doen het overige.
®v- 2 ~ I ^3 3- Dar, T X f4; 4. D — ei, 114 gevolgd door Tg4, Tg3 en
T X h3. Of ook 4.— Lx h3; 5. De3 Ttif; 6. K ha, Le6; 7. D — e2, T f4
enz. Hij 4.— L X h3; 5. e6 moet Zwart spelen T e4 en niet Tfif, want er kon
volgen 6. D X T, L X D; 7. e6 — ej en Wit wint, en ook niet 5. —L x e6, want
6- D— e5 f, wint T en waarschijnlijk remise.
Op 3. D a2 volgt T X f4; 4. Dd2, T h4 en 5— T X h3.
°P 3- K — g2 of h2, T X f4; 4. D a3, T h4 enz.
Heeft deze opmerking misschien eenige waarde voor de lezers van het tijdschrift?
Achtend,
A. H. M. DIEPERINK.
Geachte Secretaris f
Ik betitel u zoo, omdat hetgeen ik te schrijven heb, meer den Secretaris dan
den Hoofdredacteur betreft. Ik wilde nl. over bondszaken spreken. In de vorige
algemeene vergadering hoorde ik spreken over een contributie-verhooging, en nu
wilde ik U vragen, of er in het Bestuur reeds over gesproken is. Mij dunkt, de
contributie voor de afdeelingsleden is te laag. Wij ontvangen voor één gulden
per jaar een tijdschrift, dat alleen reeds meer aan verzendingskosten waard moet
zijn, en nu spreek ik nog niet van papier, drukken, zetten en redactie. Ik geloof
daarom, dat wij afdeelingsleden ons eigenlijk moesten schamen jaar in jaar uit
een geschenk van de bondskas te ontvangen, onder het voorwendsel, dat wij lief­
hebbers zijn van het schaakspel. Ik voor mij heb er dan ook genoeg van, en
word rechtstreeksch lid, maar zoudt U tegelijk willen vragen, of het bestuur nu
niet kan voorstellen om de contributie voor afdeelingsleden te verhoogen tot bijv.
twee gulden per jaar. De contributie voor de rechtstreeksche leden moest dan
ook maar hooger gesteld worden dan een rijksdaalder, want zij hebben toch stem­
recht enz. ter vergadering. Ik hoop, dat het Bestuur mijn voorstellen in overwe­
ging wil nemen, en dat het door de leden zal worden aangenomen.
Met beleefd verzoek, dit stukje in het tijdschrift te willen opnemen, en met
vriendelijke groeten Uw dienstw.
L.
De geachte inzender van dit stukje zal zeker met genoegen hebben bemerkt,
dat zijn wensch reeds vervuld is geworden. v. L.
199

Eindspelen.
Ho. 14. A. Troitzky. No. 15. A Troitzky.

Wit wint. I wit wi])t

Laatste berichten.
LONDEN. Einde Juni en begin Juli wisselden C. von Bardeleben en Richard
I eichmann in de schaakclub „Chess Bohemians" alhier, 10 ernstige partijen. Elke
partij werd om een inzet gespeeld, terwijl de beste eindscore met een extra-prijs
werd beloond. Dat genoemde club finantieele medewerking betoonde, spreekt
bijna vanzelf! Von Bardeleben won de vijfde, zevende en negende partij. Teich-
mann de derde, de overige bleven onbeslist.
In ons volgend nummer zullen wij een paar der gespeelde partijen publiceeren.

AMSTERDAM. Hier is Woensdagavond 17 Juli een match begonnen tusschen


A. O. OHand en N. W. van Lennep. Wie het eerst vijf winstpunten haalt, is
overwinnaar (remises tellen). Op het oogenblik, dat wij dit schrijven, is de score :
v. L. 1V2, O. i/g. Op denzelfden datum begon een match tusschen A. E. van
Foreest en D. Bleykmans. In het geheel worden 15 partijen gespeeld. De eerste
partij is nog niet uitgespeeld.
200

Het Evansgambiet St. Petersburg-Parijs

Nevenstaande positie ontstond, zooals onze


lezers nu wel bekend zal zijn, na den i2den
zet van Wit in de correspondentie-partij St. Pe­
tersburg-Parijs. Schallopp heeft in deze stelling
voor Zwart aanbevolen : 12—•, Ld7—e6. Ge­
noemde meester heeft waarschijnlijk het on­
voldoende ingezien van de argumentatie, waar­
van hij dezen zet deed vergezeld gaan. Immers
in zijne laatste schaakrubriek in de „Sale-Zei-
tung" geeft hij eene uitvoerige beschouwing
over den door hem voorgestelden zet, waaraan
wij het volgende ontleenen:

„Na 12—, Le6 gaf ik eenige varianten, o. a. 13. Td8:f, Kd8: 14. Ddi f (hierbij
plaatst Tschigorin twee vraagteekens die ik niet begrijp: immers, op 14- Da4 volgt
eenvoudig Ld7}, Dd6. Nu speelt Tschigorin 15. Pbd2, welke zet de sterkte van
Zwart's positie m. i. niet vermindert; er volgt Pge7, en op 16. a4, Lc5 of ook
dadelijk Kc.8 benevens Td8 (17. La3, dan I-C5). — Verder gaf ik 13. Lc6:f, bcó :
14. Td8:f, Dd8 : 15. Da4, Pe7 16. La3, Ld7_ Dit is het zwakke punt in mijn
analyse; Tschigorin spreekt hierover echter niet. Toch geef ik de volgende variant
als sterker: 14 — , Kd8: 15. Da4, Ld7 en er kan geen voordeel zijn voor Wit.—
Eindelijk: 13. La3, Df6 (niet Lds: wegens 14. eds:, Df6 15. Pbd2Ü (15. dc6:?,
dan bcó: 16. LC4, e4!) In plaats van 14. Pbd2 speelt Tschigorin nu 14. Lc6:f
benevens 15. Td8:f; natuurlijk neem ik ook hier niet met de Dame, maar met den
Koning terug, en de stelling is gelijk aan die, welke aan 't slot van de hierboven
besproken variant ontstaat. — Ten slotte geeft Tschigorin nog de volgende wending :
13. Pbd2, f6 14. La3, Df7 15. Lc6:f bcó: 16. Td8 : f, Kd8: 17. Da4( Ld 7 18.
PC4, C5 i<). Tdi; ik meen echter dat Zwart ook hier na 19 — , Ke8 20. Da6,
De6 (niet Pe7 wegens 21. Pees:) tenminste niet in 't nadeel is; bv. 21. Pb6:, ab6:
22. Da8|, dan Lc8 benevens Pe7, Kf7, Te8 enz."
Vooral daar de Heer Heemskerk in zijne opmerking naar aanleiding van Zwart's
i2den zet op het onvolledige van Schallopp's analyse wijst, meen ik onzen lezers
met bovenstaand uittreksel van dienst te kunnen zijn.
H. J. D. H.
3P Jaargang. N°. 5 Mei 1895.

TIJDSCHRIFT
VAN DEN

NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAN DEN N. S.: Jhr. D. VAN FOREEST, Voorzitter; E. VAN DIEN, Onder-Voorzitter;
J. ( . TEN TUSSCHEUE, Keizersgracht 100, Amsterdam, Penningmeester; L. H. DEELMAN, Commis­
saris van Materieel; N. W. VAN LENNEP, Secretaris.
REDACTIE: N. W. VAN LENNEP; H. J. DEN HERTOG; J. D. -TRESLING,
Waarnemend Secretarls-Hoofd-Redaeteur: II. .F. DEN IIKKTOf»,
iHarnixkade 43, Amsterdam (vóór 20 Aug. Cliasséstraat ÏS, den llaag.)

Van dit blad, dat omstreeks den löden van iedere maand gratis aan de Kondsleden wordt
toegezonden, zyn extra-nummers verkrijgbaar ii *20 cents en een geheele jaargang a f 2.—, eveneens slechts
voor Bondsleden.

INHOUDSOPGAAF: Officieele mededeelingen; Programma voor de Algcmeene


Vergadering en Wedstrijd te Arnhem ; Leipziger herinneringen door v. L. (Vervolg); Vier
partijen van de match von Bardeleben—Teichmann; Verschillende partijen ; Binnenland.

Daar ik van plan ben, in het begin van Augustus voor eenigen tijd
naar Engeland te gaan, zoo is het mij hoogst aangenaam te kunnen
mededeelen, dat de heer H. J den Hertog zich zeer welwillend bereid
heeft verklaard, gedurende mijn afwezigheid mijn functiën op zich te
nemen. Alle mededeelingen, den Bond of het Tijdschrift betreffende,
moeten dus tot dien heer worden gericht. V. L

Per afzonderlijke circulaire werd reeds ter kennisse der Leden gebracht het pro­
gramma voor de

Drie en Twintigste Algemeene Vergadering en Wedstrijd.


De Algemeene Vergadering zal worden gehouden Zondag 28 Juli te 12 uur
in een bovenzaal der «Groote Societeit", Koningstraat 26, te Arnhem. De rooster van
werkzaamheden omvat de volgende punten:

I. Opening.
II. Voorlezing der notulen van de vorige Algemeene Vergadering.
11T. Verslag van den Secretaris.
IV. Voorziening in de vacature, ontstaan door de periodieke
aftreding van den Onder-Voorzitter.
\. Idetn van de Redacteurs TT. J. den Hertog en J. D. Tresling.
VI. \ erkiezing van een nieuwen Commissaris van Materieel in de
plaats van L. H. Deelman Izn., die ontslag neemt.
13
iöi

VIT. Verslag en verantwoording van den Penningmeester.


VUT. Verkiezing eener Commissie ter voldoening aan art. 20. Zij
brengt staande de vergadering verslag uit omtrent haie be­
vinding.
IX. Vaststelling der begrooting over 1896.
X. Behandeling der ondergenoemde voorstellen.
XT. Vaststelling der plaats, waar de Algemeen© Vergadering zal
worden gehouden in 1896.
XII. Wat verder ter tafel wordt gebracht.
XIIT. Sluiting.
Voorstellen.
i°. Van het Hoofdbestuur.
A. Het Hoofdbestuur wenscht de Artt. 5 en 6 van het Reglement als volgt te wijzen
Art 5 Rechtstreeksche leden dragen jaarlijks f 3 . - in de Bondskas bij en brengen hetzij persoonlijk,
hetzij door een door hen gevolmachtigd ander rechtstreeksch lid. eene stem bij de stemmingen op de alge­
meene vergadering uit, met dien verstande, dat een zelfde gevolmachtigde niet meer dan 6 stemmen mag

uitbrengen. , ...
Art. 6 . Afdeelingsleden zijn te z a m e n m e t a n d e r e i n g e z e t e n e n v a n d e z e l f d e g e m e e n t e of v a n o n r m d d e l l i j k

aangrenzende gemeenten lid van den Bond.


Zij betalen een jaarlijksche bijdrage aan de bondskas van f 2.—.
De Afdeelingen brengen bij de stemmingen op de Algemeene Vergadering ééne stem uit voor lederen
ingetreden f 3 , - die zij in dat jaar aan de Bondskas moeten bijdragen: zij brengen die stem uit door
middel van afgevaardigden, door de leden van iedere Afdeeling uit hun midden gekozen.

B. Het Hoofdbestuur wenscht aan Art. 43 de volgende alinea toe te voegen:


Op alle bondswedstrijden heeft het dienstdoend Bestuur het recht, aan toeschouwers introductie te verleenen.

2°. Van de H. H. Scheffer, Speet, Stolte, van der Grinten en Voorbeytel, allen te
Breda
De Heeren wenschen de drie eerste regels van Art. 24 als volgt te wijzigen :
Den eersten Zondag van de maand Augustus schrijft het Bestuur eene Algemeene Vergadering uit op de
plaats, daartoe door de vorige Algemeene Vergadering aangewezen.

3°. Van het Buitengewoon lid «Staunton", te Groningen.


eStaunton" wenscht in Art. 6 te schrappen de woorden: »Zij brengen die stem
uit door middel van afgevaardigden uit hun midden gekozen" en daarvoor in de
plaats te stellen:
Afdeelingen, die geen afgevaardigden uit hun midden hebben kunnen aanwijzen, hebben het recht, daarvoor
i>f e e n R e c h t s t r e e k s c h L i d , bf e e n A f d e e l i n g s l i d t e b e n o e m e n . D e z e afgevaardigde moet een schriftelijk bindend
bewijs kunnen vertoonen en kan slechts ééne afdeeling vertegenwoordigen.

Een gemeenschappelijke maaltijd a f 1,50 per Couvert, zal worden gehouden


na afloop der Vergadering, Zondagmiddag te 6 uur in het Restaurant «Place Royale ,
Koningsplein. Des avonds te 8 uur gezellige bijeenkomst in de Groote Societeit,
ook toegankelijk voor introducés. Hierbij zullen genoeglijke schaakpartijtjes afgewisseld
worden° door nog genoeglijker toespraken en een genoeglijke probleemoplossings-wed-
strijd door een allergenoeglijksten tombola-wedstrijd. Voor verrassingen zorgt de
Feest-commissie.
203

De wedstrijden zullen worden gehouden Maandag 29 Juli en volgende dagen.


Dienaangaande zijn de volgende bepalingen vastgesteld :

I. Gespeeld wordt in twee klasse,,. De 1ste klasse is npe» voor ieder; de tweede voor ieder,
ie nog geen prijs in de eerste klasse won en nog geen lsten prijs in de 2de klasse won oi'
deelde. Bij minder dan 5 deelnemers in een klasse, gaat de wedstrijd in die klasse niet
door; b,j 5 of 6 deelnemers speelt ieder met ieder twee partijen, bij grooter aantal één partij.
II. IK' deelnemers moeten zich opgeven vóór 2 9 J u l i a a n d e n Bondssecretaris.
III. Er wordt gestreng naar een rooster gespeeld volgens het stelsel ScHUKlG, en wel van 's mor­
gens 9 tot 's middags 2 uur, en van 7 tot 's avonds 12 uur. Eiken dag worden minstens
twee ronden gespeeld; komt eene partij in den daarvoor bestemden speeltijd niet at', dan
moet zij den eerstvolgenden namiddag tussehen 2 en 5 uur worden beeindigd.
IV. Gespeeld wordt volgens hot reglement op het Schaakspel van den Bond en in het algemeen
volgens de regels, die in alle landen bij dergelijke tornooien van bindende kracht worden
beschouwd. Bij verschil van meening tussehen de deelnemers beslist het dienstdoend Bestuur
V. Ieder speler is verplicht met klokjes te spelen (20 zetten per uur) en zijne partijen nauw­
keurig en volledig op Ie teekenen of te laten opteekenen. Overtreding dezer bepaling heeft
liet verlies der partij tengevolge. Alle partijen, in den wedstrijd gespeeld, zijn het eigendom
van den Bond, die voor zich behoudt het recht van publicatie ervan.
VI. Bij den aanvang van eiken speeltijd worden door een der leden van het dienstdoend be­
stuur de klokjes in werking gesteld. Spelers, die ter bestemder tijd niet aanwezig zijn
zijn verplicht, de eerste twintig zetten te doen gedurende den tijd, dien zij minder dan een'
uur te laat komen. Een vol uur te laat komen heeft het verlies der partij tengevolge
VII. Het inleggeld bedraagt voor de deelnemers 1ste klasse / 5—, voor die der 2de klasse/2 50
vooraf te voldoen. ' '
VIII. Als prijzen worden uitgeloofd voor de 1ste zoowel als voor de 2de klasse, bedragen in geld,
gelijkstaande aan 4 malen de som der inleggelden, tot een maximum vau / 180.— voor de
lste en van / 100.— voor <le 2de klasse. Deze geldsommen worden onder alle deelnemers
der respectieve klasse verdeeld volgens het stelsel Sonneborn-Berger.
Bovendien worden aan den eersten en tweeden prijswinner van beide klassen kunst­
voorwerpen uitgereikt ter gezamenlijke waarde van dertig gulden.
IX. Dienstdoend Bestuur zijn alle leden van het Bondsbestunr en van Afdelingsbesturen, voor
zooverre zij aanwezig zijn en niet deelnemen in die klasse, ten opzichte waarvan eene be­
slissing genomen moet worden. Indien vóór den wedstrijd wordt gevreesd, dat het getal te
klem zou kunnen zijn, kan eene Commissie van drie Arnhemschc, liefst niet medespelende
heeren tot mede-leiding van den wedstrijd worden aangewezen.
X. Teder deelnemer onderwerpt zich aan de beslissingen van het dienstdoend Bestuur, dat
daarentegen deze bepalingen gestreng moet volgen.

Sedert wij de circulaire in zee stuurden, ontvingen wij een heugelijk nieuws uit
Arnhem, dat ons noopt, nog een elfde bepaling aan de bovenstaande toe te voegen en
wel met vette letters:

XI. Behalve de hierboven genoemde, door den Bond uitgeloofde prijzen,


stelt de Arnhemsche Schaakvereeniging twee kunstvoorwerpen be­
schikbaar voor de best gespeelde partij in de eerste en tweede klasse.
Met dankbaarheid zij tevens vermeld, dat de voornaamste steun hier­
toe uitging van de „Vereeniging tot bevordering van het vreemdelin­
genverkeer te Arnhem."
2C>4

Leipziger herinneringen.
( Vervolg.)
Wat is wel het verschil, waarde lezer, tusschen de inkt, waarmee ik deze herin­
neringen schrijf en de herinneringen zelf? Eenvoudig dit: terwijl de inkt hoe
langer hoe dikker wordt, worden de herinneringen hoe langer hoe dunner. Dit is
bedroevend voor u en voor mij, want waar het vermoeiend is, artikelen te lezen,
waarvan de schrijver blijkbaar au bout de son latin is, daar is het misschien nog
vermoeiender, zijn hersenen af te tobben en te pijnigen, óf er misschien nog iets
is, merkwaardig genoeg, om het voor de nakomelingschap op te schrijven. Zelf
heb ik reeds gezegd, dat mijn eenige doel is, u warm te maken voor de inter­
nationale tornooien onzer naburen. Dat het schaakspel hier te lande steeds meer
beoefenaars telt, dat langzamerhand het groote publiek en zelfs de pers belang in
onze daden beginnen te stellen, dat hier van lieverlede door ijverige oefening en
studie krachten zijn gevormd, welke voor de buitenlandsche niet behoeven te buk­
ken — moet ook buiten onze grenzen bekend worden. Nederland heeft in de
schaakwereld-geschiedenis zóó langen tijd een der bescheidenste plaatsen ingeno­
men, dat het slechts door een krachtige uiting naar buiten mogelijk is, het ver­
leden goed te maken en onzen naam als schaakspelende mogendheid te vestigen!
Dat de weg, dien wij daartoe moeten bewandelen, niet bezwaarlijk en niet ver­
velend is, wilt u wel aannemen op mijn woord. Trouwens, indien hetgeen ik tot
dusver over Leipzig heb ,^geplaudert" bij u nog geen aangenamen indruk heeft op­
gewekt, dan zou ik berouw gevoelen, zooveel woorden te hebben verspild.
Ja, er zijn nog wel enkele interessante momenten en die wil ik ook niet verzwijgen,
maar men vergete niet, dat hier meer nog dan gewoonlijk de beschrijving bij de
werkelijkheid moet achterstaan. De gebeurtenissen op zich zelf zijn niet zóó ver­
makelijk, dit bierkotnmers of die ontmoeting doen het 'm niet, en het spelen van
een vreeselijk inspannende wedstrijdpartij is nu niet bepaald een genot, maar alles
bij elkaar doet het 'm en bij zoo'n veertiendaagsche schaakroes zijn de hoofdfac­
toren wel de ambitie en de hartstocht, die bevredigd worden.
Zooals de lezers reeds weten, leidde de Getier al- Secr etdr van den Duitschen Bond,
Max Lange, de tornooien. Deze taak was hem ten volle toevertrouwd. Onder
de Duitsche schaak auteurs neemt Max Lange een der allereerste plaatsen in. Zijn
studiën over de theorie, over de problemen en over de schaakgeschiedenis zijn
legio en van erkende waarde. In vroeger tijd nam hij ijverig deel aan wedstrijden
en wel met veel succes, doch tegenwoordig laat zijn gezondheidstoestand hem niet
meer toe, zich aan een ernstigen kamp te wagen. Deze omstandigheid heeft hem
echter in tegenstelling met andere meesters niet van het schaakspel af keerig gemaakt.
Van enthousiast speler is hij enthousiast leider geworden. Met een helderen geest
en een vasten wil begaafd, weet hij alle moeielijkheden uit den weg te ruimen en
de orde te handhaven en dat op beschaafder toon dan zijn voorganger. Dat zijn
vermogen hem in staat stelt, groote diners te geven, waarbij hij zijn gasten op de
meest aangename wijze door zijn groote kennis en zeldzaam speeltalent bezig houdt,
is wel iets van ondergeschikt belang, maar draagt toch niet weinig bij, om zijn
roem als eenig hoofd van den Duitschen Schaakbond te vermeerderen.
2°5

Van de spelers in het Meisterturnier geef ik maar geen schets. Het a. s. groote
concours te Hastings, waarop ongeveer alle hedendaagsche celibriteiten zullen ver­
schijnen, zal daartoe een meer geschikte aanleiding wezen. De actualiteit zal er
in ieder geval niets bij verliezen. Slechts wil ik even de volgende ontmoeting
beschrijven, waarvan ik getuige was.
Op een middag, volgens Wochenschach Maandag 10 September, trokken wij
allen onder aanvoering van Max Lange naar den fotograaf, ten einde het aantal
der congres-groepen met één te vermeerderen. Ook Lasker was er. Zaterdag te
voren uit Berlijn gekomen, had deze ons den ganschen Zondag met één simul-
taanvoorstelling bezig gehouden en daarmee bewezen, dat men, al is men wereld­
kampioen, nog wel een zeer slecht simultaanspeler kan zijn. Bijna zeven uur zat
ik achter het bord, zonder de partij tot een voor hem of voor mij gewenscht einde
te kunnen brengen. Eindelijk werd de seance maar uit wanhoop afgebroken en de
vele nog niet besliste partijen door een commissie beoordeeld. De partij van Vijze­
laar werd voor Vijzelaar gewonnen, de mijne remise verklaard.
Maar wij zijn thans bij den fotograaf, die druk in de weer is met voorberei­
dende maatregelen, het aandragen en schikken van stoelen en tafeltjes, het stellen
van het rijk vergulde bondsvaandel. Nog moet ik even aanstippen, dat Lasker,
die reeds een paar dagen het spel der meesters had gadegeslagen, en daarbij zijn
kritische opmerkingen, vooral over Tarrasch, niet gespaard, („het schijnt," zei
Lasker mij eens „dat de meeste deelnemers hier slechts den meestertitel hebben,
ten einde het recht te hebben, slecht te spelen !") dat Lasker, zeg ik, tot dusver
alle openlijke ontmoeting met zijn gevreesden concurrent had vermeden, hem zelfs
nog niet eenmaal had gegroet.
Daar wil het toeval, dat plotseling bij den fotograaf de beide vijanden vlak
over elkaar komen te staan. Zij konden nu wel niet anders doen dan elkaar een
hand geven en een gesprek aanknoopen. Waar dit over liep? Tarrasch beweerde
dat de verdediging i 04 d5 nog zoo slecht niet was voor Zwart. Lasker sprak deze
bewering (natuurlijk!) tegen. De beide heeren gingen daarop aan een tafeltje ana­
lyseeren en aldus zijn zij ook op de groep voorgesteld. Denzelfden middag speelde
Tarrasch, blijkbaar door zijn analyses met Lasker bevredigd, de genoemde verde-
diging tegen Schififers en won op schitterende wijze.
Max Lange komt niet op de groep voor. Er waren maar een zestal stoelen
vooraan beschikbaar. Eenige der sterkste meesters hadden deze terstond ingenomen
en Max Lange, hierover gebelgd, weigerde nu, in staande houding te worden
„genomen" en liep weg.
(Slot volgt).
2o6

Vier partijen van de match von Bardeleben-Teichmann.


211. Eerste Match-partij, gespeeld te Londen, 22 Juni 1895.
Wit: C. von Bardeleben. Zwart: R. Teichmann.
Eiigelsche Partij.
1. e4 es 13- bc3: P es 25.1,05: l)cs:f
2. P f3 Pc6 14- de5:5)Lb5: 26. KI11 Tf7
3. c3 ds 15- Ddx6) fe5: 27. I>e6 D c4
4. Da4 f6') 16. Pd47) Df7 28.1)04: bc4:
5. L bs P e7 17. Pb5: abs: 29. T bi b6
6. eds: D ds: 18. D d3 D c4 30. e6 T e7
7. d4 ed4: 19. Dfs L d6 31. T b2 T d8
8. cd4: Ld7 20. f4 D{^ 32. Tbe2 T d3
9. Pc3 De6t2) 21. Dgs 0—0 33- T e38) Te3 =

10. L e3 a63) 22. fes: L 34. T e3: bs


o_o Pd5 23. Dg4 Dc4 35- Kgi Kf8
12. Tfei P 03:4) 24. Dd7 L 05 36. Te49) Remise.

') De bekende Steinitz'sche verdediging, die echter nog veel te weinig onderzocht
is, om er een afdoend oordeel over te kunnen vellen ; haar behandeling is niet
gemakkelijk.
2) Dit schaakbieden is verkeerd, daar het slechts de ontwikkeling der tegenpartij
bevordert; de dame moest naar f5 gaan.
3) Beter terstond Pds.
4) De rochade stond met zelfmoord gelijk: 13. La6 : ba6 : 14. Da6 : Kb8 15.
ds enz.
4) Beter schijnt 14. Ld7 :t Dd7 : 15- Dd7 : Pd7 : 16. Lf4 t Kd8 met het betere
spel voor Wit.
6) Meer voor de hand lag Df4-
7) Het paard had den pion ook terstond kunnen nemen.
207

s) Zie diagram. Met dezen afruil overhaast Zwart zich een weinig. Door
33-• • • CS 34' 1^3 : c^3 : 35- c4 kon Zwart de winst geforceerd hebben.
9) Hier werd de partij als onbeslist afgebroken; o. i. is zij echter eerder voor
Zwart gewonnen; bijv. 3 6 c6 met de dreiging Ta7 enz. Wil Wit dit door
3 7 . a4 voorkomen, dan volgt 3 7 ba4: 3 8 Tc4 : Ta7 enz. Deze voortzelting ware
onmogelijk, indien Wit 36. Te5 had gespeeld.

No- 212- Vijfde Match-partij, gespeeld te Londen, 28 Juni 1895.


Wit: C. von Bardeleben. Zwart: R. Teichmann.

Geweigerd nitiiie«'aiubiet.
r- d4 1I5 9- 0—o1) dc4: 17. a3 a64)
2- c4 c6 10. L c4: D e7 2) 18. L b6 T b85)
3- P c3 P f6 xi. L g5 T d8 19. Tadi L c8
4 . Lf4 Le7 t 2 . D e2 D f83) 20. b46) L b4 :7)
5- e3 0 0 13. e4 L e7 21. ab4: D b4:
6- Ld3 cs 14. es Pe8 2 2 . Tbi D C3:
7- rïc5 •' Pc6 15. De4 h6 2 3 . T b3 8) Opgegeven
8. Pf3 L c 5 : 16. Le3 Ld7

') Op 9- cd5 : neemt Zwart het best met het paard terug, daar anders Lg5
lastig wordt.
-) h6 moest geschieden, ten einde het vastzetten van het Paard te voorkomen.
) Zwart heeft niet beter, om het dreigende Pe4 te voorkomen.
) Zie diagram. Het is moeilijk, een afdoende verdediging voor Zwart te vinden.
Daar hij vroeg of laat door Ld3 gedwongen kan worden tot f5, zoo was het
misschien raadzaam geweest, reeds bij den i6en zet f5 te spelen.
) Op Tc8 volgt 1 9 . Tadx Pb8 2 0 . Db7: met kwaliteitswinst.
6) Om LC5 te verhinderen.
7) Vertwijfeling; op a5 volgt 21. b.5 Pa7 2 2 . De3-
8) De eenige mogelijkheid, de partij voort te zetten, bestond in Pd6, waarop
24. ed6: Dfö 25. LC7 Ld7 26. Lb8: beslist.
2O8

No. 213. Zevende Match-party, gespeeld te Londen, Juni 1895.


Wit: C. von Bardeloben. Zwart: R. Teichmann.
lU-Opcniiiü'.
1. d4 d5 8. ed5 : Pds: 15. P f3 1)6
2. C4 e6 9. Pa8: Lb4f 16. Tei La6|
3. P 03 P f6 10. Ke2 P f4: 17- Kd2 Ta8:
4. Lf4 cs 11. ef4: Tl f6 18. Da4 Lb7
5. e3 P c6 12. 33 Ld6 19. P es Tc8
6. P l>5 ') cd4 : 13. g3 T d8 20. P c6 :t
7. Pc7f Kd7 14. Lg2 Ke7 Opgegeven

') Zie diagram. Het is aangenaam, reeds bij den 6en zet de partij te kunnen
beslissen. Teichmann schijnt met de dame-opening nog niet best vertrouwd te
zijn, anders had hij wel 4.... Ld6 gespeeld. De aanval, dien Zwart krijgt, weegt
niet tegen het verlies der kwaliteit op en verloopt spoedig.
No. 214. Negende Match-partij, gespeeld te Londen, Juni 1895.
Wit: C. von Bardeleben. Zwart: R. Teichmann
(l4-Oll«*linig\
1. d4 ds 13. b4 Le7 25. D f3 f5
2. C4 e6 14. Db3 P dl '6 26. L C23) Tc2:4;

P C3
3. P f6 1 5 . Tfdi P C3:') 27. T c 2 : D a4
L f4
4. Le7 1 6 . OC3: T c8 28. T dei I) a3:
5. e3 o—o 1 7 . I, C7 Dd7 29. g4! fg4:
6. P f3 b6 1 8 . D es g6 30. D g4: T e7 5 )
7 . Ld3 L b7 1 9 . P d4 J ) a6 31. f5 T e4
8. cds : eds : 2 0 . L b6: P g4 32. I) g5 L e7
9 . Tci C5 21. Üg3 Ld6 33. D g2 P f6
10. des: I-.C5: 22. f4 T fe8 34. fg6: 6 )
11. o—o P bd7 23. P e2 P f6 Opgegeven. 7 ;
12. a3 P e4 24. L d4 P I15
') 15 ... . Tc8 ware beter.
) Hiermee dreigt Wit 20. Lb5 I)g4 21. h3 enz. Deze dreiging is wel niet
anders dan door een pionoffer te pareeren.
) Dreigende, door Lb3, PC3 enz. een tweeden pion te winnen.
4) Een wanhoopszet.
5) Wit dreigde 31. Ddy.
6) Zie diagram.
') Want O]) 34.... Tg 4 volgt 35. Dg4: Pg4 36. Tc8f Lc8: 37. Tc8: f Lf8
38. g7 en wint.

Verschillende Partijen.
No. 215. Gespeeld in de eerste klasse van den Bondswedstrijd te Rotterdam, 14 Augustus 1894
Wit: J. F. Heemskerk. Zwalt: W B H. Meiners.
Weeiier Partij.
1. ;2 — e4 e7 — p.Ft L c5 — b6
2. P bl — c3 L f8 — c5 Tempoverlies. Lg4 schijnt ons beter toe.
3. f2 — f4 d7 — d6 6. P a4 X b6 a7 X b6
l)e partij is nu in een niet aangenomen 7. L fl — c4 P g8 — f6
koningsgambiet overgegaan.
Nog zouden wij Lg4 gespeeld hebben.
4. P g l — f3 Pb8 —c6 8. 0— 0 0— 0
Von Kardeleben houdt hier Lg4 voor
het beste (5. fe5: de5: 6. Lc4 Pc6)
9. d2 — d3 D d8 — e7
Voor de hand lag ef4 : 10. Lf4: h6 met
5. P c3 — a4
ongeveer gelijk spel. Toch is de tekstzet
Regelmatiger is Lc4 of Lb5 !
goed, mits Zwart maar juist vervolgt.
2IO

10. f4 —f5 14. Ddl—el h7 — h6


Eerst lvhl ware beter, om (15 te ver­ Dit maakt de zaak slechts erger, 't
hinderen. Juiste was Kh8 en dan op 15. Lf6 : gf6 :!
P c6 — a5 gevolgd door Tg8.
Verkeert! gespeeld. De juiste zet was 15. Lg5 X f6
d5! waarop de spellen gelijkstaan: 10—d5 Juist!
11. ed5 : Pd5: Op 12. lJg5 of Lg 5 volgt D e7 X f6
nu Pf6; op 12. Ld5 : l)c5-[- 13. Kh 1 (d4 Nu is gf6: natuurlijk fout, wegens 16.
geeft ook niets) Dd5 : enz. Na den tekst­ Pd2 Kh7 17. Tf3 Th8 18. Th3 enz. met
zet krijgt Wit het betere spel. prachtigen aanval.
S t a n d na den lOden zet van Zwart.
16. D el — e3 g7 — g5
Om 17. g5 te verhinderen.
17. h2 — h4
Uitstekend!
g5X h4
18. Kei—f2 Tf8 —e8
Slecht gespeeld. Zwart staat wel niet
rooskleurig, maar kan zich toch door Kh7
19. Thl Th8! 20. Th4: Kg7 21. Tagl
Tag8, gevolgd door Kf8, nog eenigermate
verdedigen. De gekozen zet werpt de partij
in eens weg.
19. T tl— hl Kg8 —f8
11. Lel — g5 ! Lc8 — d7 20. ThlXh4 Df8 —g7
Er is niet veel meer aan te doen. Kg7
12. g2 — g4
is werkelijk nog het beste. Op Ke7 volgt
Hiermee leidt Wit een mooien aanval in.
Th 6 : en f6.
P a5 X c4
Beter ware eerst 1)5 ! 13. Lb3 l'b3: 14.
21. Th4Xh6 D g 7 X g 4
cb3: Lc6, gevolgd door d5 enz. 22. f5 — f6 Geeft de partij op.
13. d3 X c4 L d7 — c6 D. v. F.

No. 2X6. Gespeeld in den onilerlingen wedstrijd van het Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenoot­
schap, 22 Januari 1895.
Wit: D Bleykmans. Zwart: A E. van Foreest
Eng'elsche Partij.
1. e2 — e4 e7 — e5 4. d2 — d4 P f6 X e4
2. Pgl—f3 Pb8 —c6 5. d4 —d5 L f8 — c5
3. c2 — c3 P g8 — f6 Onwillekeurig neemt uw gelaat een ver-
(15 is m. i. te verkiezen boven den blufte uitdrukking aan, waarde lezer Men
tekstzet. weet dan ook in 't eerst heelemaal niet,
2 11

wat men van dit ofl'er moet zeggen. Het


c6 — c5
schijnt, daar Zwart drie pionnen voor zijn
officier krijgt met aanvalstelling, ten minste 16. P d4 — e2 L d7 — g4
in de practische partij goed te zijn. 17. h2 — h3 c5 — c4 ! ?
l)e gewone zet is Pb8, Verg. als voor­ In den brillantsten stijl gespeeld! Er
beeld de prachtige partij Winawer- von behoort een enorm talent voor combinatie
Bardeleben uit den Dresdener wedstrijd toe, om te kunnen spelen als A. E. v. Fo-
(bchz. Sept. '92), waarin vervolgd wordt reest in deze partij.
6. Ld3 l'c5 (Bilguer geeft aan Pf6) 7. Overigens kwam het kalmere Lh5 of
PeS: Pd3: 8. Pd3: d6 9. Df3 Le7 10. Dh4 zeer in aanmerking, te meer, daar
Le3 0—0 11. Pd2 Pd7 12. 0—0—ü? Zwart dan later door het krachtige voort-
Pe5! enz. dringen van den d-pion het witte spel in
6. d5 X c6 L c5 X f2f een buitengewoon moeilijke positie zou
kunnen brengen. (Zie diagram).
7. Kei — e2 b7 X c6
S t a n d n a den 17den z e t van Zwart.
8. Ddl — a4 f7 — f5 !
9. P bl — d2
Op Pe5: volgt De7 10. Pc6: (Lf4 go)
Dh4! 11. Dbö (Dc4 is niet beter) Dg4f 12.
Kd3 La6 13. Dafi Pc5| enz. Op 11.
Pd4 (of Pb4) Dg4+ 12. Kd3 Pc5f Op 11.
Dc2 volgt dc6: Zoowel in de partij als in
de analyse zijn alle varianten even mooi.
In aanmerking kwam : ü. Lgo. Er kan
volgen: Pg5 : 10. Kf2 : (Pg5 : Dg5 : 11.
KI2: Del 12. Da3 d6 13. c4 0—0, enz)
e4 enz.
0— 0
10. P d2 X e4 18. h3 X g4 D d8 — h4
Dit openen van de vijandelijke torenlijn De prachtige voortzetting!
is niet zonder groot gevaar; maar wat zal
19. P e2 — g3
\\ it, anders doen? PeS: is wegens Te8
Neemt Wit, dan volgt mat in 2 zetten.
ook niet zonder bedenken, maar kwam
Hij heeft niet beter dan den tekstzet.
toch wegens Pdf8 in aanmerking.
f5 X e4 D Il4 X g3
11. D a4 X e4 d i — d5 20. L cl — d2 ! T f8 — f2
21. Ld2 —el
12. ü e4 —- a4 L f2 — b6 !
Er dreigde zoowel Taf8 als e3.
13. Ke2 — dl e5 — e4
D g3 X g4f
14. P f 3 —• d4 Lc8 — d7 ! Zwart wil den aanval houden. Anders
15. D a4 — c2 kwam in aanmerking Tc2 : 22. Lg3 : Tb2 :
Et dreigde c5; op Pc6 : zou volgen met drie pionnen voor een officier.
Df6 16. Lb5 a6. 22. L fl — e2 D g4 X g2
212

S t a n d n a den 2 5 s t e n zet van Z w a r t .


23. Thl — h5
Deze, trouwens natuurlijke en eenige
zet brengt Zwart iu moeilijkheden, daar
hij nu de kwaliteit moet offeren, ot' zijn
middelpionnen gaan verloren.
c7 —- c6
Beter ware Td8. Het vervolg kon zijn
24. Lf2: Df2 (1) 25. Dd2 (Da4 d4l 26.
Dc-l f ! Kf8 27. Td5 Td5 : 28. DdS ; d3
en Zwart houdt remise), c6 of' e3 en Zwart
kan zich door de meerderheid in pionnen
nog lang staande houden.
24. Lel X f2 Lb6Xf2
Beter ware Dfó : Mier overziet Zwart den sterkeren zet
25. D c2 — a4 ! D g2 — g6 LeS, waarop Wit met Kb2 moet spelen,
Had Zwart in den vorigen Zet niet de en Zwart veel langer den aanval houdt,
flame genomen, dan had hij nu met 1)16 die nu snel verloopt.
26. Kc2 g6 en later Td8 kunnen tervolgen. 29. T al — bl! D g6 — f6
In plaats van den tekstzet kon Zwart
30. Kcl — c2 e4 — e3
niet spelen I)gl f en na 26. Kc2 Dal :
wegens 27. Dc6: Tf8 (ook op andere zet­ 31. b3 X c4 Tb8 —d8
ten gaat Zwart mat) 28. Dd5 K hS 32. c4 X d5 c6 X d5
(Tf7 29. DdS f en 30. Lc4 f) 29. Th7 : f Nu is 't dadelijk uit. g6 was de zet, die
Kh7 : 30. Dh5 f Kg8 31. Let :f en mat de partij evenwel niet kan redden.
iu 2 zetten. {Zie diagram). 33. T h5 X d5 D f6 — g6f
26. Kdl—cl Ta8 —b8 34. L e2 — d3 ! Opgegeven ;
Het is de vraag, of het bezetten der want op Td5 : volgt 35. Lg6 : Icll *• 36.
d-lijn niet beter ware. Tb8 en volg. zet mat.
27. Da4 — dl a7 — a5 Een prachtige partij, waarvan het bepaald
In aanmerking kwam Dg3 28. Kc2! jammer is, dat Zwart haar niet won.
g6 29. Thl a5. enz. J. D. T.
28. b2 — b3 a5 — a4 ?

Jïo. 217. Match-partij, gespeeld in de Amsterdamsche Schaakclub, 22 October 1894.

Wit: N. W. van Lennep Zwart: C C W. Mann.


dé-Opening-.

1. d2 —d4 <17 ~ d5 | 5. c2 — c3 D d8 — c7
2. e2 — e3 e7 — e6 , 6. f2—14 P b8 c6
3. L f1 — d3 Pg8 — f 6 | 7. Pgl—b3
4 p bl d2 c7 — c5 • De wijze, waarop Wit zijn paard naar
213

e5 brengt, is te omslachtig, om goed te


0 — 0 — 0?
kunnen zijn. Pgf3 is daarom beter; op
Pg4 volgt dan 8. Pfl f5 9. h3 met ge­ Het beste ware c4 17. Lc2 en daarna
lijk spel. het nemen van 't paard. Na fe5 : 18. fe5:
(Zie verder aangaande de opening de Lb8 zou dan kunnen volgen 19. Lh4
derde partij van de match Janowski - l)g7 20. Pg5 Pd8 21. Dg4 Pf8 (dreigt
Mieses). h6 en g5). 22. Ph3 Tg8 13. Lf6 (of Pf4)
Dd7 en Zwart schijnt zich te kunnen ver­
L f 8 — d6
dedigen. Opmerkelijk is, dat, als Zwart
8. Ddl —f3 b7 — b6 in den 18™ zet zijn looper naar c7 speelt,
9. Ph3 —f2 L c8 — b7 hij hoogstens remise zou hebben kunnen
10. P f 2 — g4 D e7 — e7 krijgen, daar dan Wit met den 22rn zet
zou hebben kunnen spelen : Tf8: Tf8 :! 23.
Iets beter ware m. i. Pg4: 11. Dg4:
f5, enz. Pe6: I)d7 24. Lg6:f hg6 : 25. Dg6 : f
Df7 26. Pc7:f Kd7 27. Df'7: t Tf7: 28.
11. Pg4 — e5 a7 — a6
Ia8 *; waardoor hij 4 pionnen voor zijn
12. D f3 — e2 b6 — bö stuk zou hebben gehad.
13. P d2 — f3 g7 — g6 De tekstzet is overigens daarom niet
Deze zet brengt slechts verzwakking van goed, omdat de partij nu op den duur met
den konings-vleugel mee. Zwart had moeten Zwarts ondergang moet eindigen; want in
spelen c4 14. Lc2 a5 en later b4, waar­ dergelijke stellingen, waarin men met zoo
door hij op den dame-vleugel positievoor- groote zekerheid kan zien aankomen, dat
deel zou hebben behaald. de tegenpartij langs open lijnen op den ro-
14. 0—0 P f 6 — d7 chadevleugel zal aanvallen, is die rochade
alleen dan geraden, wanneer men van zijn
15. Lel —d2 f7 — f6 kant in een aanval op den vijandelijken
16. L d2 — el ? koningsvleugel voldoende equivalent heeft.
S t a n d n a den 16den zet van Wit. En dit laatste is hier niet het geval.

17. P e5 X c6!
Van hier af speelt Van Lennep uitmun­
tend !

L b7 X c6
18. a2 — a4 c5 — c4
19. Ld3 —c2 Pd7 —b8!
20. L cl — d2 D e7 — b7
De dame staat hier ïmfum-liil-
zooals reeds uit de volgende zetten blijkt.
Beter ware e5!

Om een aanval te krijgen, het koste, 21. b2 —b3 Th8 — g 8!


Wilt liet wil. Maai* Zwart durft niet toe­ 22. Tfl— bl g6 g5
bijten.
23. f4 X g5 f6 X g5
2 T4

Stand na den 31sten zet van Zwart.


24. eB — e4! g5 — g4
25. P f3 — g5 T d8 — e8
26. e4 — e5 Ld6—f8
27. Pg5Xh7 L f 8 — e7
28. Tbl—fü Le7 —d8
29. Ph7 — f6
Zeer juist gespeeld. Wit maakt zijn tegen­
stander nu op een nette wijze dood.
Ld8 X f6
30. e5 X f6 D b7 — f7
31. D e2 — e5 ! K c8 — b7
Op Pd7 volgt 32. Ddfi Kb7 33. ab5: Ook Lc4: helpt niet meer.
Lb5: (ab5: 34. Ta7 t en mat in 2 zetten) 35. Tfl—bl Th8 — h5
34. bc4: Lc4: 35. Tfbl f LbB (Kc8 36. 36. T bl X b5 f ! a6 X bö
Lf4 e5 37. Lf5) 36. Ta6: en wint.
37. L c2 —- e4 f Pb8 —c6
32. Ld2 — f4 T g8 — h8 38. Le4 X c6 f Opgegeven.
33. a4 X b5 L c6 X b5 Op Kc6: volgt mat in 2 zetten. Een
34. b3 X c4 d5 X c4 mooie partij! "• '•

No. '218. Match-partij, gespeeld in de Ainsterdainsehe Schaakclub, 10 Dec. 1894.


W i t : N. W. van Lennep Z w a r t : C. C. W. Mann.
Afgeslagen Evansgambiet.
1. e2 — e4 e7 — e5 7. 0—0 Pg8—f6
Ook deze zet bevalt mij niet. Zwart inoet
2. Pgl — f3 Pb8 — c6
hier trachten, lang te rocheeren en daarom
3. L fl — c4 L f 8 — c5 Df6 spelen, eventueel gevolgd door Ld7
4. b2 — b4 Lc5 — b6 en Pe7.
5. b4 — b5 8. P bl — c3 L c8 — d7
Ook 0—0, gevolgd door a4, is hier een 9. d2 — d4 ! e5 X d4
goede voortzetting.
10. P f3 X d4 0— 0
P c6 — a5 De rochade is te gevaarlijk. Beter nog
6. L c4 — e2 De7. Op 11. Lg5 volgt dan l\6 12. Lh4
De zet van W. Paulsen, eenige voort­ g5 13. Lg3 0—0—0! met redelijk spel.
zetting, die Wit een goed spel verschaft. Op 11. Pd5 volgtPd5: 12. ed5:0—0—0!
6. Pe5: is af te keuren wegens T)g5 (niet Ld4: want na 13. Dd4: De2: 14.
(Hirschbach) of Ph6! (M. Lange). Ld2 ! I)c4 ? 15. De3f K .-xj wint Wit zijn
d7 — d6 verloren officier met betere stelling terug).
Na den tekstzet komt Wit beslist in het
Doortastender ware hier Pf6. Op 7. d3
of Pc3 kan dan d5! volgen. voordeel.
215

11. Lel —• g5 c7 — c6 Stand na den 16den z e t van Zwart.

12. Kgl—hl T a8 — c8 ?
Beter ware TfS—e8: —Ook h6 13.
Lh4 g5 14. Lg3 Ph7 kwam in aanmerking.
13. f2 —f4 Lb6— c7
Kr dreigde 14. e5. De tekstzet heeft
evenwel dit nadeel, dat nu de "Witte dame
gelegenheid krijgt, direct aan den aanval
op den Koningsvleugel deel te nemen.
Daarom zou Te8 iets beter zijn geweest.
Op 14. Pf3 (dreigend wederom eö) moest
dan Lg4 volgen; speelt Wit nu Del, dan
volgt Lf3 : en Ld4!
14. Ddl—el! T f8 — e8 Pce4! h6 23. Pf6f Lf6: 24. et'6 : hg5: 25.
15. Del — g3 tg5 :! Df7 ! 26. Ld3 Te5 27. I'f'3 enz. en
Op 15. Üh4, wat er nog sterker uitziet, zou Wit moet winnen) 24. Tge4 Ld8 25. 1V3
h6 ! 16. Lh6 : Pe4:! hebben kunnen volgen. en \\ it wint nog een pion of de kwaliteit. —
D «18 — e7 ! Dat de leider der witte stukken evenwel
den afruil der Koninginnen, waarna hij
Om 16. Lh6 met Df8 te beantwoorden.
met pion meer in 't voordeel blijft, ver­
16. Pd4 —f3
kiest boven de dooi" ons aangegeven voort­
Tael lijkt nog iets beter.
zetting, waarvan de gevolgen vóór 't bord
P f6 — h-5 lang niet gemakkelijk te berekenen zijn,
Nog het beste! Kh8 wordt weerlegd door is vooral in een match-partij zeer natuurlijk.
Dh4. Op 16... . Pe4: kan volgen 17.
De7 — g7
Pe4: l)e4: 18. Ld3 Dc4 (De6 19. f5!)
19. Lf6 g6 20. fa! en Wit moet winnen.
21. Dh6 X g7 Kg8 X g7
Ook andere zetten baten niet: Wit kan 22. b5 X c6
steeds met Tael, Ld3 en ef. de winst for- a4 is hier sterker.
ceeren. — De gekozen zet kost Zwart L d7 X c6
een pion. 23. L e2 — d3 L c7 — d8
17. Dg3 — h4 f7 —f6 24. T al — el
18. Dh4 X li5 f6 X g5 Zwart dreigde niet Lf6.
19. P f3 X gö g7 — g6 a7 — a6
20. Dh5 — h6 25. P g5 — f3 L cö — d7
Hier treft W it, die tot dusverre uit­ Om het Paard, dat zoo lang werkeloos
stekend heeft gespeeld, niet de juiste voort­ is geweest, in het spel te brengen. Zwart
zetting. staat niet mooi, ondanks zijn beide loopers,
Na 20. Dh4 I)g7 ! (dreigend h6 en winst want behalve een pion minus, heeft hij
van een stuk) kan volgen 21. e5! (niet een zwakken d-pion en moeite, zijn figuren
f5 wegens h6 ! 22. f6 hg5 : 23. Dg5 : Df7 een gunstige positie te geven. Dit gedeelte
en nu stuit Lh5 af op Te5) h6 (Ld8 22. der partij speelt hij echter zeer voorzichtig.
2l6

26. P c3 — e2 P a5 — c6 37. Pd5 — f4 Ld8 X h4f


I)it kost dp kwaliteit, maar andere zetten
27. T el — bl T c8 — c7
kunnen hier de partij evenmin voor Zwart.
28. h2 — h3 Te8—f8 redden.
29. g2 — g4 L d7 — c8 38. Kg3 — h 3 ! L h 4 — f 6
30. Khl — g2 T c7 — e7 39. p f4 — e61 Lc8 X e6
31. Kg2 —g3? b7 — b-5 40. P d4 X e6 T e8 X e6
32. f4 — f5 L d8 — c7 ! 41. f 5 X e6 T f 8 — e8
33. Pe2—f4? 42. a2 — a4 P e5 X dB
Eerst moest Kg2 gespeeld worden.
43. c2 X d3 T e8 X e6
T e7 — e8
Hier verzuimt Zwart van de fout van
44. a4 X b5 a6 X b5
zijn tegenpartij partij te trekken. Op (15 !! 45. T bl X b5 Te6 —e7
34. ed5 : gf5 :!! 35. dc6 : (er is niet beter) 46. Tfl— bl L f 6 — e5
Lf4: t 36. Kf4: fg4:| 37. Kg3 Tf3:f
47. T b5 — b7 T e7 X b7
38. Tf3: gf3: «al Wit de partij niet meer
kunnen winnen. l)e positie van \\ it wordt 48. T bl X b7f Kg7 — f6
nu overwegend. 49. T b7 — b5
Er volgt nu een interessant, maar vooral
uiterst leerzaam eindspel. Want, hoewel
kwaliteit vóór, kan W it de partij zeei
moeilijk winnen, ja, het is zelfs de vraag
en (lil is een studie waard, ot Zwart niet
remis kan maken. Wij meenen, dat Wit
de eenige goede speelwijze heeft gevonden.
Le5 — f4
50. Kh3 — g2 Lf4 —e5
51 Tb5 — d4 Le5 —f4
52. Ke2 —f3 L f 4 — h2
53. d3 — d4
Hier is de eerste moeilijkheid. Zou het
34. P f 4 — d5 L c7 — d8 niet beter geweest zijn, indien Wit den
35. h2 — b4 P c6 — e5 pion voorloopig op d3 had laten staan en
Deze zet is af te keuren, omdat hij nu direct met den koning over e2, dl enz.
Wit gelegenheid geeft, niet zijn paard over naar g8 was gewandeld? (Zie de opmer­
d4 naar e6 te spelen, waar het een sterke king bij zet 02).
stelling inneemt. Beter ware het voor Kf6 — e6
Zwart, waar zijne figuren nu zoo goed 54. K f 3 — e3 L h2 — g3
mogelijk geplaatst zijn, een afwachtende»
55. K e3 — <33 L g3 — 14
zet te doen.
36. P f3 — d4 ! b7 — li6 56. Kd3 — c4 L f4 — g3
217

57. K c4 — bo K e6 — f6 door Th7 en wint] —67. Tf7 Ke5!!


Ke5 !! 68.
68.
Th7 Ke4:! 61). Th3: en Wit heeft de
58. K b5 — c6 K f6 — e6
meeste kansen, maar het is niet gemak­
59. K c6 — c7 L g3 — f4 kelijk uit te maken, of er zekere winst
60. K c7 — d8 Lf4—g3 voor hem inzit.
Op Lg5'| 61. Ive8 Lf'6 62. Kt8 h5 63. Na den tekstzet wint Wit gemakkelijk.
g5 Le7+ 64. Kg7 h4 65. Kg6: h3 66. 63. K f8 — g8 L f4 — g3
Ta5 gevolgd door Tal moet Wit winnen.
64. Kg8 — k7 Lg3 —f4f4
61. Kd8 — e8 Lg3—f4 65. Td5 — b5 Kf6 —f7
62. Ke8 —f8 K e6 — f6 /wart kan nu zijn 3 bedreigde pionnen
Veel beter is Le3. Kan Wit nu winnen? niet anders dekken.
Er kan dan volgen 63. Kg7 h5! 64. g5
66. T b5 — b7f Kf7 — f6
('t beste) h4 65. Ivg6: h3 66. Tf5!Ld4:!
(stond nu de pion maar op d3; zie de
67. T b7 — g7 L f4 — e3
opmerking bij zet 53) [speelt Zwart 66. 68. T g7 X g6 j" Opgegeven.
h2, dan 67. d5f Koo 68. 'L'f7t, gevolgd D. v. F.

No. 219. „Exhibition-game" *) gespeeld in het Vienna Café te Londen, 23 Januari '95.
Wit: Teiehmann Zwart: R J. Loman.
Tweepaardspel in de uahaiirt.
1. e2 — e4 e7 — e5 10. h2 — h3
2. Pgl—f3 P b 8 . r y .c6 Overbodig. Heter was Le3.

3. L fl — c4 P g8 — f6 c7 — c6
4. d2 — d3 L f8 — c5 11. c2 — c3 0— 0
5. Pbl — d2? 12. D dl — e2
Eerst moest Le3 gespeeld worden. Wit speelt het eerste gedeelte der partij
niet weinig energie, zoodat Zwart zijn
d7 — d6 stelling met iederen zet kan verbeteren.
Beter Pg4! 6. 0—0 d6 7. h3 h5 ! enz.
Waarom nu uiet 0 — 0, gevolgd door Le3 ?
waardoor Zwart een uitstekend spel krijgt.
De koningin staat nu op e2 niet goed,
6. Pd2 — fl P c6 — a5 beter nog op c2.
De regelmatige ontwikkeling door Le6, Lc8 — e6
Pe7 enz. lijkt mij beter toe.
13. b3 — b4
7. Lc4 —b3
Een gevolg van Wits vorigen zet. De
In aanmerking komt Pg3.
pionnenstelling aan den damevleugel wordt
P a5 X b3 er echter niet beter op.
8. a2 X b3 L c5 — b6 P f 6 — d7
9. P fl — g3 h7 - h6 14. Pg3 — f5??
*) Een „exhibition-game" is een party, die v oor het genoegen en het geld der toeschouwers
tusschen twee professionals gespeeld wordt. De omstanders brengen een potje bij elkaar en ter
wille van den inhoud van dit potje doen twee ber< >epspelers hun talent schitteren.
14
2[8

Een zwakke zet. Beter O — 0. 25. Tfl—cl b7 — b5


Le6 X f5 ! Om c4 te beletten.

15. e4 X f5 d6 — d5 26. Pd2 —b3 P f 6 — d7


16. L cl — e3 27. Pb3 — c5
Deze zet lijkt mij niet sterk toe. Het
Eindelijk dan de raadsheer! Maar nu is
paard staat op b3 zeer goed, om n5 te
het te laat; /wart heeft reeds een overwe­
beletten; Pc5 kan altijd volgen, zoodra
gende stelling.
Zwart zijn paard wegspeelt. Ook is Dc4
T f 8 — e8
niet te vreezen wegens Pa5. — Beter was,
Zeer goed gespeeld. De zet dreigt (14.
dunkt mij, Kg2 om f3 te kunnen spelen
17. Le3 X b6 of evenTueel met h4, Thl enz. het spel
Er is niet beter. voort te zetten. — Met den tekstzet beoogt
D <18 X b6 AVit, op winst te spelen.

18. P f3 — d2 c6 — c5 ! Pd7 x c5|(


Stand na den 18den zet van Zwart.
28. d4 X c5 a7—a5)

29. T cl — dl T c.8 — d8
30. f5 —f6
Beter ware ba5 : Ta5 : 31. Ta5 : Da5 :
32. f6!
a5 — a4
31. f6 X g7 K g8 X g7
32. De3 — d4|- K g7 — li7
33. g4 — g5 ?
Wit speelt zeer gewaagd; zeer in aan­
merking kwam hier Df6, dreigend g5.
T a8 — a6
Veel beter ware Tg8. Op 34. h4 (Dd5:
Waarmee Zwart 111 materieel voordeel gaat natuurlijk niet wegens Tg5 :) hg5 :
komt. 35. Dd5 : Df41 en Zwart heeft een winnend
19. b4 x c5 Pd7 x c5? spel. Want na 36. h5 TaeS, dreigt zoowel
Zwart, die tot hier zeer goed heeft ge­ e3 als g4, g3 . .. De tekstzet is niet direct
speeld, treft den juisten zet niet. Door foutief, maar brengt Zwart nog in moeilijk­
Db2: wint hij minstens een pion: 19—Db2 : heden, zooals de uitslag ook bewijst.
20. ü — 0 ('tbeste; op Tbl Dc3:21. Tb3 34. c3 — c4 ! ?
Delf enz.) 20. Pc5 : enz. Een interessante zet, die Wit nog een
20. b2 — b4 P c5 — d7 kans geeft.
21. 0 — 0! Pd7 —f6 b5 X c4
22. g2 — g4 e5 — e4 35 b4 — b5 T a6 — g6
23. d3 — d4 Db6 — c7 ! 36. Tal Xa4 T g6 X g5f
24. De2 — e3 T e8 — c8 37. Kgl — fl D c7 — d7
219

38. c.5 — c6 Dd7Xh3+ door d2 f en c2; op 47. b7 volgt Tc7:


39. Kfl—e2 c4 — c31 en op andere zetten bijv. 47. Kei of Ta6
De juiste zet om te winnen. Het spel of f4 volgt Tb4) Ta4 48. Kcl (Tbl Ta3!)
wordt nu zeer levendig. Tel| 49- Tel: d2f 50. Kei Tal f enz.

40. Tdl—fl Dh3 —f3f 45. Ta4 —d4 T eö — elf


In de eigenhandige opteekening van den
41. Ke2 —el D f3 — d3
heer Loman vind ik achter dezen zet een
Op c2? volgt 42. Kd2!
vraagteeken met de bijvoeging: //d2 had
42. Dd4 X d3 e4 X d3 't spel onherroepelijk gewonnen, want op
43. c6 — c7 T d8 e8f 46. b6 ! volgt Tel f 47. Ke2 ! Tfl: 48. b7
44. Kei — dl T g 5 — e5? Tel f 49. Kb3 Tbl -f- en wint."
S t a n d n a den 4 4 s t e n zet van Z w a r t . Evenwel moet na 45—, d2 niet b6, maar
Td2 : geschieden :
46. 'Id2 : cd2 : 47. b6 !! Speelt Zwart
nu Telt dan volgt 48. Kd2 : en op Tfl:
49. b7! en Wit kan niet verliezen.
Na 47. b6 Te5 — e7 48. Kd2 : Tc7 :
(er dreigt Tel, gevolgd door b7) 49. bc7:
Te8 50. Tel met waarschijnlijk remise-slot.
Na den tekstzet gaat de partij nog voor
Zwart verloren.
46. Tfl X el c3 — c2f
47. Kdl — d2 T e8 x el
48. c7 — c8 D T el — dl-}"
49. Kd2 — e3 c2 — clDf
Dit leidt bij goed spel tot remise. De
eenige wijze, om te winnen was m. i. voor 50. Dc8 x cl Tdl x cl
Zwart de volgende: Tg4! 45. Ta3 (op Tg4: 51. T a4 — b4 en Wit wint.
beslist Ta8 dadelijk) Tc4 46. b6! d4! J). V. F.
4/. Ib3 (op 47. lel beslist Tel :•)• gevolgd
220

No. 220. Gespeeld in dei, wedstrijd met af- en aanspel te Leiden, 3 Juni 1895.
n j tut n Zwart: M. Steffelaar.
Wit: P de Man.
Spaansche Partij.
T* P ei Pd7 27' ^5 T c8

2'. Pf3 Pc6 I5-Pg4: »g4= 28'Tdi h6

ïï * ,ï ss r :
t 'd, LcS 18. <U Ld6 31- Klu Lcy

\ r - - s s t s X ;

® " ne ,:
b tc.4: f5 T
,r 1% ns4 :;Tr s r
It. Pd2 De6 24- D e 4 «'4: 37- D «7
,, Pa d< 25. D d 4 : P es 38- F e I K fS

13. ed 5 : cdS: 26. P e 5 : L e5: 39- D c 5 t Opgegeven.

No 221 Gespeeld in den wedstrijd met af- en aanspel, Amersfoort 23 Juni 1895.
Wit: A. G. Olland. Zwart: P. A. A. Faure.
Fraiiscbe Partij.
x. e4 e6 12. T a e i L b4 23. K h i L eS:

2. <W d5 13- *3 L a5 2A' u' \u


r

^ Pc j P f6 14- t>4 L c7 "5-


I c7 i5- ef6: Tfö: 26. ef6: dc3:
t' 1 6 - « ,S.Ll„t KM: '1- D<15 KB

t vT ld,' o-
CS
•' «
18. P e6:
P t K88

T e6:
28'

29. D es t
kS:
17
7- 3 5 rn P e f i - p f6 e n Wit kondigt mat aan
T

8 1. Les: 20. T e2 Dd6 i„ 4 « « e n : 30. Tf 7 t


0

P.t, ... f4 L<t7 K.§6 3 . . Dg71

XI. Dd2 f6 22. T e s D b6 f

No- 222. Gespeeld in den wedstrijd met af- en aanspel, Amersfoort 23 Juni 1895.
Wit: Gr. H. B. Hogewind. Zwart: P. A. A. Faure
Muzio-Gambiet.

, « 8- d 3 L h 6 I5-Lb t L d
T e 5 7

2. f ef4: 9-Ld2 D g5 .6.Ldj:t


, P f , g 5 io.Pc3 P.e7 i7-Pg5: Tg8
Ï' L S gs " - P e 4 D f 5 18. T e :t K e :
7 7

0-0 gf3: -Le3 Tf8 .9.T«t Pes')


6 Df3: Df6 X3-Tei Lg5 20. Te 5 . D
eS DeS: 14. D b S ci 5 21. L e j : Opgegeven.

i) Ook op andere zetten wint Wit door schaakgeven met het paard de dame.
221

No. 223. Gespeeld om den eersten en tweeden prijs in den Wedstrijd met af- en aanspel
Amersfoort, 23 Juni 1895.
W i t : A. G. Olland. Z w a r t : N. W. van Lennep.
Npaansche Partij.
1. e4 e5 ii. fe3: I) cj 21. T e i d4

2. P f3 P c6 12. D ds c6 22. I) d4: I) 05

3. L bs a6 13. D e4: ds 23. C3 L h3

4. L a4 f5 14. D d4 g6 24. Khi D H4:

5. d4 fe4: 15. e4 L g7 25. cd4: L b4

6. P e5 : P e5 : 16. P d2 L es : 26. T e2 o—0—0

7. des : L) h 4 17. D L b2 : 27. ds T f8

8. L e3 P h6 18. T bi L g7 28. L 04 bs

9. L b3 P g4 19. o—o T f8 29. L d3 05

10. g3 P e3: 20. T f8 :f L f8: Opgegeven.')

') Want de dreiging 10. 04 en winst van een paar stukken is niet te pareeren.

Bij het beoordeelen dezer partij moet in 't oog worden gehouden, dat zij door

beiden zeer snel moest gespeeld worden.

Wij publiceeren nog de volgende partij, onlangs hier gespeeld :

No. 224. Onlangs te Amersfoort gespeeld.


W i t : P. A. A. Taure. Z w a r t : J. W. te Kolsté
Looper-Gambiet.
1. e4 es 12 L 04 P g6 23. I)d3 Pe43)

2. f4 ef4: 13. P e2 g3 24. P f4 P f4:

3. L 04 D h4t 14. Lfk: bs 2?. T e4: Dg6

4. Kfi ds 15. Lb3 Lg4 26. Of3 PI15

5. L ds: g5 16. P f3 Lf3: 27. Tg2 P f6

6. Pf3 Dhs 17. gf3: D f3 : 28. Les4) D e 4:

7. h4 h6 18. Lg3: l) e4: 29. Tg7 :f Kh8

8. Kgi g4') 19. L)d2 P d7 30. Df6: De3:f

9. Pei P e7 20. T ei o—o 31. Kh2 ües:t

10. PC3 L g7 21. 03 D g4 32. des: T g8

11. d4 c6 •) 22. T h2 P f6 33. D h6: mat.

') Dg6 bevalt ons beter.

2) Beter Pc6.

3) Beter Tae8.

4) Wit kondigt mat aan in hoogstens 5 zetten.


222

Binnenland.
APPINGEDAM. De correspondentie partijen met Zwolle werden sedert onze
opgaaf op bladz. 124 als volgt voortgezet.
Zwolle—Appingedam. Appingedam—Zwolle.
15. abs: abs: 14. (P 03) PC3:
16. b4 Lgs 15. bc3: g4
[7. Ld3 P e7 16. hg4: fg4:
iB. Pe7: Ke7: 17. P h2 P e5:
19. o—o 1/f4 18. de5: Kh8
20. Khi D 07 19. P g4: T g7
21. T 33 20. D e2 D g8
21. f3 Lest
Stand na den 21sten zet van Wit. Stand na den 21sten zet van Zwart.

HELDER. Sedert eenigen tijd wordt een correspondentie-partij gespeeld tus-


schen Helder en Amstelveen.

Wit: Amstelveen. Zwart: Helder.


Fransehe Partij.
1. e4 e6 6. o—-o o—o 11. D C2 L g4
2. d4 ds 7. PC3 c6 12. Pg3 L f3 :
3. eds: eds: 8. P e2 L e6 13. gf3: L f4
4. P f3 P f6 9. L g5 P bd7 14. L f6 : P f6
5. Ld3 Ld6 10. c.3 D C7 15. Kg2

Zie diagram volgende pagina.

AMSTERDAM. Van de match Olland—Van Lennep konden tot dusver maar


z es partijen gespeeld worden en de stand is op dit moment v. L. 2, O. 1, rem. 3.
Zie hier een overzicht der gespeelde partijen. In de oneven nummers had van
Lennep den voorzet.
223

iste partij Giuoco Pianissimo 4o zetten remise.


2f!6 " Spaansch fs
3 IS >f v. L_ wim
3d,C " '• d4- 2. Pf3 58 „ remise.
4de „ Spaansch 3 f5 2? >f 0 wint

5de „ Dame-gambiet 2 e6 17 „ v. L. wint.


6de „ Spaansch 3 f5 6o >; remise_

In de match D. Bleijkmans—van Foreest werd nog slechts één partij gespeeld


een giuoco piano, dat remise werd.

Allerlei.
Nog tijdig genoeg, om in dit nummer te vermelden, ontvangen wij de Jubileum-
a evenng van Dcntsches Wochenschach, gedateerd 7 Juli. Verschillende lezers
zullen misschien teleurgesteld zijn geweest, vooral na het lange wachten. De
jubileum-hoofdschotel is het portret van den Hoofd-Redacteur Albert Heyde,
) in end en glimmend als een ster van de eerste grootte. Minder groot en minder
schitterend zijn natuurlijk de drie planeten, John Bierbock, Oskar Löbbecke en
Emil Hoffmeister, doch ook deze, hoewel nagerecht, maken als een soort „drie in
de pan geen onaangenamen indruk.
beSC"rii" de *«"*>•

Br«H ft°rjaLr Van 1885 beSt°nd in Brunswijk de Gymnasiasten-Schaakclub


„Brüderschaft . Hiervan waren ook eenigen Lid, die de school reeds verlaten
hadden, o. a. onze Redacteur Heyde. Deze vatte om den overigen Leden der
oowékkLT I?1 Wdnig meer kenden dan den Io°P der stukken, een
rte .even Td * 77*"*? - P'an °P' 660 gehektografeerd cluborgaan
1H A " dersteund door z,j" v"end Hoffmeister, die ongeveer even sterk

speelde, voerde Heyde dit plan uit en zoo verscheen op den i5n Juni het blad
Zde r6 maa' °nder de" titd Die Brüderschaft, onder leiding van Albert
Heyde, uitgave van de Schaakclub „Brüderschaft".
224

Niemand, het minst wel de stichter, had toen eenige gedachte, dat uit dit cou­
rantje hetwelk korte theoretische verhandelingen van de eenvoudigste soort, par­
tijen èn gemakkelijke problemen bevatte, en dat uitsluitend voor de zwakste spelers
van de schaakclub „Brüderschaft" bestemd was, een echte schaakcourant geboren
zou worden. En dat dit werkelijk plaats vond, heeft misschien onwillekeurig de toen­
malige Redacteur van de Deutsche Schachzeitung bewerkt, Johann von Minckwitz!
Het eerste nummer van Die Brüderschaft was, zooals van zelf spreekt, ook aan de
Deutsche Schachzeitung gezonden en werd daarin op zeer welwillende wijze bespro­
ken; hierdoor werd het blaadje ook buiten Brunswijk bekend en spoedig waren
er heeren, die het niet slechts bestelden, maar het ook met raad en daad steun­
den. De eerste abonné buiten Brunswijk was de ijverige probleem-dilettant Otto
Schultze in Libbenichen en de tweede niemand minder dan zijne Excellentie
T. von Heydebrand und der Lasa. Bij deze bestelling deed zich een komisch
incident voor. De Altmeister had zijn handteekening onduidelijk geschreven en
bij de zending, waarvan het adres door nauwkeurig nateekenen van de naam-hië-
roglyphen opgesteld was, werd het beleefd verzoek om duidelijke naam-opgaaf ge­
voegd. Men kan zich de perplextheid der Redactie voorstellen, toen de duidelijke
handteekening gezonden werd en wel met de opmerking, dat de naam toch inde
schaakwereld niet geheel onbekend was. Hoe had men ook kunnen denken dat
zulk een meester belang in een zoo onbeduidend ding kon stellen ). Zoo wa
men er steeds meer abonné's en toen de Gymnasiasten-schaakclub het lot van a
dergelijke vereenigingen deelen moest en zich oploste, had het blad reeds zooveel
abonné's buiten Brunswijk, dat Heyde het alleen uitgaf en het met den aanvanS
van het nieuwe jaar liet drukken. In zijn tweeden jaargang verscheen het blad
dan in wekelijksche nummers van vier bladzijden klein formaat en eerst een jaar
later, toen de uitgever naar Berlijn verhuisd was, werd het blad wederom uitge­
breid en verschijnt sedert in zijn tegenwoordig formaat. Steeds kwamen er meer
medewerkers, die het blad op de meest onbaatzuchtige wijze steunden; de meeste
dezer heeren worden op het titelblad der courant vermeld.
Twee jaar later nam O. Löbbecke de uitgave over en de titel van het blad
werd toen in Deutsches Wochenschach veranderd. Wij willen onze lezers met ver­
velen met een schets van de ontwikkeling dezer jaren, en slechts nog al dengenen
onzen dank betuigen, die ons tot dusver op zoo welwillende wijze ondersteund
hebben en hun verzoeken, ons ook in 't vervolg hun medewerking en steun niet te
onthouden. De Redactie van Deutsches Wochenschach zal ook in vervolg haai
best doen een zoodanigen steun te verdienen en zonder acht te slaan op materieel
voordeel er naar streven aan het edele spel steeds grooter uitbreiding te verschaffen.
•) Von der Lasa, die een der grootste schaakbibliotheken der wereld bezit, had waarschijnlijk een abonnement
genomen, om geen leemte in zijn verzameling te hebben.
3e Jaargang. N°. 6.
Juni 1895.

TIJDSCHRIFT
VAN DEN

NEDERLAND8CHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAN DEN N. S.: Jhr. D. VAN FOREEST, Voorzitter; E. VAN DIEN, Onder-Voorzitter;
. . C. TEN TUSSCIIEDE, Keizersgracht 100, Amsterdam, Penningmeester; L. H. DEELMAN. Commis­
saris van Materieel; N. W. VAN LENNEP, Secretaris.
REDACTIE: N. W. VAN LENNER; J. D. TRESLINO.
Waarnemend Seeretaris-Hoofd-Redaeteur: II. J. DEK HERTOG
ralxkade ,3' Amsterdam (vóór 20 Aug. Chasséstraat *8, den Haag.)'
Van du b'ad. dat omstreeks den lSden van Iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt
voor Bondsleden" e*tra"nUmmer? veWaar S 20 cents en een geheele jaargang .1 ft.-, eveneens slechts

INHOUDSOPGAAF: Leipziger herinneringen (Slot); De drie en twintigste Alge-


meene Vergadenng en Wedstrijd van den Nederlandschen Schaakbond.

Leipziger herinneringen.
(Slot).
Vijzelaar was een trouwe makker tijdens het tornooi. Ook hij was van meening,
dat het onpleizierig is, mee te spelen, wanneer er geen mensch is, wien men zijn
nood van tijd tot tijd kan klagen, hetzij over een „erg sterken" tegenstander,
hetzij over een afgebroken partij, die blijkbaar niet al te best staat. En nu wil
^ ,ter,eere Van V'jze!aar zeggen' dat hij blijk gaf, ten volle de gunstige om-
standigheid, waarin hij verkeerde, te waardeeren, want dag en nacht maakte hij
ge rui van. s Middags om twee uur, als wij samen gingen eten en ik blij
was voor eemge oogenblikken de vermoeiende, in mijn hersens dansende dames
en paarden te mogen vergeten, haalde Vijzelaar zijn zak schaakbordje te voorschijn
zette de stelling op, waarin zijn partij van denzelfden morgen was afgebroken en
dan begon tusschen de uiensoep en de zuurkool door: „Lastig, als ie nu dit doen
dan ben ik verloren, ik doe dit, hij doet dat, ik moet dit doen, zijn paard springt
zoo, mijn dame geeft schaak, de looper gaat er tusschen en ik ben uitgepraat "
„ween, zei ik dan, als hij dien slechten zet zou maken, dien jij aangeeft, zet je
den toren hier, dreigende een brilletje, hij moet dit doen, dan donder je met de
pionnen op en zijn beste zet is de partij op te geven. Dan weer Vijzelaar met
een andere moeilijkheid, ik met mijn „schijnoplossingen" en zóó voort, zoolang het
diner duurde, s Avonds bij het souper hetzelfde tooneel en als wij ons eindelijk
m °Z u tG b6d begaV6n e" ik meende nu eens werkelijk onder bescherming
van Morpheus tegen alle verraderlijke streken van Calssa beveiligd te zijn
s morgens vijf uur een vreeselijk gebons tegen den muur (onze kamers grensden).
„ja! riep ik op wanhopigen slaapdronken toon. „Van Lennep, ik heb een variant
gevonden. En voor ik nog den tijd had gehad, zoo hard en zoo overtuigend
15
22Ó

mogelijk „stik" te roepen, stond Vijzelaar in hansop en met zijn schaakspel inde
hand voor mijn bed. Tableau!
Viizeiaar is, in allen ernst gesproken, de personificatie van de schaak-idee.
Ten opzichte van Vijzelaar nog even een kleine unfairheid van Üuitschen,
echt Moffrikaanschen kant. Op een Woensdagmiddag greep de probleemoplossings­
wedstrijd plaats. Een drie- en een vierzet, eerstgenoemde van Max Lange zelf,
werden den mededingers voorgelegd. En ofschoon ik nu als toeschouwer bijwoonde,
hoe Vijzelaar de eerste was, die den driezet oploste en den prijs van Max Lange
uitbetaald kreeg, staat in Wochenschach te lezen: Den Dreizüger löste zuerst Herr
cand. Frankenstein. . ...
Onze medespelers in het Hauptturnier waren over het algemeen zeer vriendelijke
menschen. Den eersten dag trachtten zij ons wel het land op te jagen met de
geruststellende mededeeling, dat wij niet de minste kans hadden, dat zy Duitschers
allen entsetzlich starke schakers waren en dat überhaupt een Duitsch Hauptturme
etwas ganz riesiges was, maar toen zij tot de ontdekking kwamen, dat deze weten­
schap slechts ons weerstandsvermogen versterkte, begonnen zij spoedig uit een
ander vaatje te tappen. Zooals onze lezers zich herinneren zullen, waren de deel­
nemers aan het Hauptturnier in 4 groepen verdeeld, elk van zes, en het was zeker
erg streelend voor ons nationaliteitsgevoel, dat in de vierde groep de beide Hol­

landers, Vijzelaar en ik, als winners uitkwamen. De acht groepwinners traden nu


te zamen in de Siegergruppe. De favorites voor den eersten prijs waren in den
aanvang Dr Lewitt en Varain. Doch eerstgenoemde was zoo dom, onder een
pseudoniem te spelen en we, onder dat van Mayer. De man 1»d toch ™eten
weten dat volgens van der Linde de L de gepredestineerde schaak-letter is.
89 won Lasker den eersten prijs te Breslau, in 92 LijAe te Dresden en in 94
Van Lennep te Leipzig. Dr. Lewitt had kans gehad, maar Mayer..
Ten slotte nog iets over twee groote festiviteiten.
Op een avond, den datum heb ik vergeten, was er eerst een groot Bier-Kommers
Twee i driehonderd personen waren zeker tegenwoordig, waaronder zeer veel
dames. Dat de laatsten minder bier dronken dan de heeren, durf ik met verz®'
keren Een zeer afwisselend programma werd ten gehoore gebracht. Muziek,
voordrachten, zang, alles vrij verdienstelijk uitgevoerd. Daarna een Pantomimein
één bedrijt: Des Schachspielers Traum. Een schaakspeler loopt in vertwijteli g
in zijn kamer op en neer, omdat hij de oplossing van een zes-zet met vinden
kan Eindelijk zinkt hij vermoeid op een stoel neer. In den droom verschijnt
hem de godin Caïssa in een rijk fantastisch kostuum en toont hem de oplossing.
Op haar wenk ontrollen gedienstige geesten het afwisselend zwart en wit gerui e
reuzenschaakbord, de stukken door overeenkomstig gekostumeerde kinderen voor­
gesteld, nemen hun plaats in en de oplossing van het probleem loopt van stape .
De apotheose laat den schaakspeler zien, in aanbidding voor Caïssa verzon­
ken, die omringd is door haar ganschen staf officieren. Na deze pantomime, die
ik vrij kinderachtig vond, maar die in de Duitsche schaakcouranten opgehemeld
werd als het allerschoonste, dat ooit ter wereld gezien werd, - natuurlijk bal
Aardiger was de groote gemeenschappelijke maaltijd, den eersten dag van het
227

tornooi. D.; stads-autoriteiten zaten mede aan, evenals de Voorzitter van de


schaakclub „Augustea", Geheimrath Rudolf von Gottschall, wiens borst één glin­
sterende zee van ridderorden vertoonde. De muziek wisselde af met toasten.
Met de laatste wil ik u niet bezighouden op één uitzondering na. De dischge-
nooten hadden elkaar reeds van tijd tot tijd onrustig aangekeken of Paul Schel­
lenberg, die aan het boveneinde zat, het woord niet zou nemen. Paul Schellen­
berg uit Dresden is een tamelijk oude heer met rooden neus en grijs haar, doch
zoo door en door komiek, dat men lacht, voordat hij nog een woord heeft ge­
zegd. Bij gelegenheid van het Dresdner tornooi schreef hij: Der vollkomtnne
Schachkorkser, eên boekje zóo eenig humoristisch, zóo geestig, dat ik ieder, die
het niet bezit, aanraad, het zoo spoedig mogelijk bij den schrijver voor i Mark
te bestellen. Het spreekt van zelf, dat ieder nieuwsgierig was, of vader Schellen­
berg de misdaad zou begaan, ditmaal zijn mond te houden. Maar neen, vader
Schellenberg staat eindelijk en iedereen lacht. Ik geloof den lezers geen beter
dienst te kunnen bewijzen dan door hun letterlijk af te schrijven, wat hij zeide
In ieder geval vertrouw ik, dat zij nu niet met een geeuw mijn schetsjes ter zijde
zullen leggen.
„WIT haben bereits die verschiedensten Geniisse zu verteilen gehabt, ausser den materiellen sehr
schone Reden und Festlieder, aber gar keine Telegramme. Das ist im Grundc genommen eine
Gemeinheit. GUückhcherweise ist wenigstens etwas Schriftliehes mit der Post soeben angekommen
eine Postkarte. Das ist zwar nicht üblich bei Schacl.congressen, aber wenn die Herren erlauben'
werde ich Ihnen den Inhalt der Postkarte vorlesen :
Bekanntlich hat man kürzlich bei einer Ausgrabung aus dem Pyramidenfelde von Sakara eine
Grabkammer blossgelegt, die einem Angehörigen der VI. Dynastie (ca. 3000 v. Chr) errichtet
wurde und in der sich wohlerhaltene, das Schachspicl betreffende Wandmalereien befinden Bei
weiteren Nachforschungen entdeekte man dort anch einen Papyrus, der wie die soeben beendeten
Entzifferungen ergeben, aussehliesslieh von. Schachspicl handelt und uuter vielem anderen eine
vollstandige Weissagung fïïr die Jahre 3000 v. Chr. bis 2000 n. Chr. enthalt.
Des aktuellen Interesses wegen sei für den Augenblick nur die auf das .Tahr 1894 n. Chr.
erausgegnffen, wonn es heisst, das dieses Jahr sich auszeichnen werde durch eine grosse Laskerade
aufgefuhrt im Lande Bruder Jonathans; und weiter wird gesprochen von einem gar schreeklichen
rz-te, bekannt dafur, dass er die Kranken gesund maehe, die Gesunden aber schonungslos umbringe
der ein junges, blondes, ahnungsloses Leben an die Ufer der Pegnitz locken und mit 7 furehterlichen'
Schnitten ins Jenseits befördern werde. 1) Und endlich berichtet der kundige Seher von einem Jam,,"
geplanten Massenmorden, das zur Zeit der Pflaumenreife in einer famosen grossen Gosen-Stadt statt
tinden und die Aufmerksamkeit der ganzen Welt auf sich lenken werde.
Es sei fur einere spatere Gelegenheit vorbehalten, die Prophezeiungen der 5000 Jahre einzeln und
vollstaendig zu geben; fur heute moge man es sich genugen lassen an den nachstehenden guten
e ren, die aus dem reichen Inhalte des Papyrusfundes hiermit zunachst veröffentlicht werden zu
Nutz und Frommen derer, die sie nötig haben.

Die Makamen der Schachiri.


32 Spriïche der Weisheit und Tuf/end.
1. Merk auf, mein Sohn, und lass es dir gesagt sein :
Wer Schach lernt, wird geschunden und geplagt sein.
2. Zwar giebt es Manchen, dein das alles eins ist:
Er spielt und nennt es Schach, auch wenn es keins ist.
3. Wenn jener ganz dem Denken hat geweiht sich,
schonet dieser sein Grehirn und freut sich.
i) Dit laatste doelt op de match Dr Tarrasch-Walbrodt te Nürnberg {Noot van den copüst).
228

4. Drum prüfe, wenn du einst vor der Wahl stehst,


Ob du den Weg der Freude oder den der Qual gehst.
5. Der eine ist's, wozu du den Verstand brauchst,
Der andere, wozu du nur die Hand brauchst.
6. Das eine is zwar nur ein hölzern Kegelspiel,
Das andere aber ist ein festes Regelspiel.
7. ünd wenn du meinst, dass dieses dir zuviel ist,
So halt's mit. jenem, das ja auch ein Spiel ist.
8. Und fragst du nun, wie man's zu etwas bringen thut,
So inerke dir, was Not vor allen Dingen thut!
9. Zunachst bedingt und wert der Edlen Schweiss ist,
Zu wissen stets, was Schwarz ist und Weiss ist.
10. Das Brett prag' dir nicht bloss alphabetisch ein :
Nicht minder will's gelernt und arithmetisch sein.
11. Ergründe dann, sonst war's ein schwer Versaumuis,
Der Steine tief verborgenes Geheimnis.
12. Der König schliigt; indess, wie er sich auch betragen wird —
Es ist nicht Brauch, dass wieder er geschlagen wird.
13. Gleichwohl kann schwer getroffen er von Streichen sein.
Und fallt er urn, so soli's ein sehlimmes Zeichen sein.
14. Die Dame dann, gleich viel ob jung sie oder schon Matrone ist,
Man merkt es allezeit ihr an, dass sie nicht ohne ist.
15. Bejammernswert und hilfslos ist, wer keine hat,
Wohl dem jedoch, der zeitweis mehr als eine hat.
16. Der Turm bewacht des Reiches Grenzen scharf
Und liebt' es wenn er auch sonst noch glaenzen darf.
17. Zum Beispiel kann er leicht auf Qualitaten geh'n,
Doch könneu sie auch durch ihn floten geh'n.
18. Das Ross, auch Springer oder Pferd genannt,
Wird haufig nicht nach seinem Wert erkannt.
19. Und stets erhebt sich lautes Ach-Herrjeh-Klagen
Bei seinem hinterlist'gen Schach-Gardez-Sagen.
20. Der Laufer kann dein Retter, doch auch dein Verderb sein,
Er muss zu deinem Wohle richtig stets gefarbt sein.
21. Ob Bischof oder Narr — der Kopf thut es allein nicht
Er kann entbehren ihn, doch weh, wenn er die Beine bricht.
22. Die Banen schone gut, auch wenn du ihrer acht hast.
Wie bald geschieht's, dass du dein Spiel durch sie verkracht hast.
23. Die feindlichen jedoch, gleichviel ob ihnen auch gênant war's.
Die haue weg und sprich: Ja, Bauer, das ist ganz was anders.
24. Du weisst nun, welches deine Waffen sind,
Zu welchem Zwecke sie geschaffen sind.
25. Und angenommen, dass dirs passt und das du d'ran warst,
So zieh nun los, doch mach dir sorgsam einen Plan erst.
26. Den halte fest, bis ihn der Feind vereiteln und durchqueren thut,
Dan suche einen neuen auf, der besser sich bewahren thut.
27. Vermeide hübsch, was Bock man, Schnitzer oder Bummel nennt,
Nimm an stets, das der Feind so gut wie du den Rummel kennt.
28. Verschmah indess zu Zeiten nicht die Schlinge und die Hinterlist,
Wenn auch im Leien sonst die Offenheit gesünder ist.
29. Sei kühn, doch auch bedacht und von Begriffen fest —
Und hüte dich, dass du dich nicht verbluffen lasst.
30. Zur Hand muss immer dir ein überzeugtes „Also doch" sein,
Gar leicht meint dann der Feind, es müss' in seinem Plan ein Loch sein.
229

31. So mag der Himmel denn auf deinen Wegen sein


Und dir mit vollen Handen seinen Segen streu'n.
32. Und schiitzen soll er dich in allen Lebenskamplen
Vor dem, wogegen Götter selbst vergebens kampfen.
En nu, waarde lezer, tot weerziens uit Hastings!
N. W. VAN LENNEP.

Drie en Twintigste Algemeene Vergadering en Wedstrijd.


28 Juli—2 Augustus 1895.
Laat mij maar onmiddellijk ter algemeene kenschetsing mededeelen, dat de
Algemeene Vergadering voor het Hoofd-Bestuur een schitterend fiasco, de wedstrijden
voor den Nederlandschen Schaakbond een schitterend succes zijn geweest.
Het lokaal, dat de Arnhemsche Afdeeling ter recipieering der Congres-leden
had uitgekozen, was alleszins geschikt, een groot aantal menschen te ontvangen.
Ruim, van levendige constructie en van vijf lucht- en lichtgevende ramen voor­
zien, stak onze Groote Societeit, hoewel minder grootsch en statig van boiseering,
niet te zeer af bij Tivoli, waar wij verleden jaar te Rotterdam werden ingekwar­
tierd. — De Onder-Voorzitter, E. van Dien, opent de Vergadering ongeveer half
één en deelt allereerst mee, dat een telegram is ingekomen van den Voorzitter,
die tot zijn grooten spijt door zeer drukke en ernstige beroepsplichten verhinderd
is, de Vergadering te presideeren. Na eenige welkomstwoorden tot de aanwezigen
te hebben gericht, geeft de Voorzitter het woord aan den Secretaris ter voorlezing
van de notulen, die onder dankbetuiging worden goedgekeurd.
De Voorzitter geeft nogmaals het woord aan den Secretaris ter voorlezing van
het volgende
Jaarverslag over 1894/95
Uitgebracht 28 Juli 1895, te Arnhem.

Mijne Heeren!
Dit is de tweede maal, sinds ik de eer genoot, door U tot Secretaris te worden benoemd, dat ik
een jaarverslag moet uitbrengen.
Eigenlijk is dit een taak, die ik mijzelf heb opgelegd. Immers, in ons reglement wordt den Secre­
taris niets van dien aard opgedragen, en evenmin is ooit op een Algemeene Vergadering een wensch
in deze richting vernomen. En terecht. Een jaarverslag in de beteekenis, die men gewoon is aan
dit woord te hechten, zou geheel overbodig zijn. De verrichtingen van den Bond, zijn wedstrijden,
het aantal zijner leden en afdeelingen, dit alles wordt zoo uitvoerig in het tijdschrift beschreven,
dat het minstens ongepast zou zijn, U nogmaals op een opsomming daarvan te tracteeren.
Wanneer ik nu toch het woord heb gevraagd ten einde mijn jaarverslag te kunnen voorlezen, dan
beoog ik daarmee slechts, U zoodanige beschouwingen ten beste te geven, die een geschikten grond
kunnen leggen, een inleiding kunnen vormen voor de straks te houden beraadslagingen.
De Secretaris is uit den aard zijner betrekking meer dan eenig ander Lid in de gelegenheid zich
een oordeel te scheppen over de deugdelijkheid van het Bondsreglement, in 't algemeen over de
innerlijke kracht, de levensvatbaarheid van den Bond zeiven. Hij toch administreert en regelt en
23°

leidt, en zoodra er iets hapert, is hij de eerste — zoo hij het kwaad onmiddellijk verhelpen kan, ook
de eenige — die het merkt.
Daar er nu een Secretaris is om den Bond zelf langzamerhand zoo goed en zoo krachtig mogelijk
te doen worden en niet ten einde wanverhoudingen en fouten van den Bond door eigen goedheid
en eigen kracht te bedekken, zoo acht ik het mijn plicht, zoo kort mogelijk aan te geven wat m. i.
in onze groote societeit verbeterd kan worden.
Waar het goed is, op fouten te wijzen, ten einde verbetering mogelijk te maken, daar is het zeker
het best met die van zich zelf te beginnen. En dan moet ik met schaamte constateeren, dat wij,
schoon schrijvende 28 Juli, heden morgen pas het Mei-nummer van het Tijdschrift in ons bezit
kregen. Indien ik ü verzeker, dat ik inderdaad door zeer moeilijke omstandigheden verhinderd
werd, de verschijning geregeld te doen plaats grijpen, dan wilt U mij zeker wel gelooven, al
begrijp ik, dat ik mij daarmee in 't algemeen niet verontschuldigen kan. Het Secretariaat, gevoegd
bij het Redacteurschap, brengt zeer veel werk mee, te veel zelfs. Ieder uwer, die wel eens in gelijke
omstandigheden heeft verkeerd, zal inzien, dat het voor iemand, die dagelijks zijn gewone werk
heeft, bijna ondoenlijk is, de bondsadministratie en correspondentie waar te nemen en een vrij uit­
gebreid tijdschrift te schrijven, te corrigceren en te verzenden. Waarlijk, mijn geachte voorganger
heeft bij het vaststellen der betreffende reglement-bepalingen wel wat te veel rekening gehouden met
de uitnemende gaven en talenten, hemzelf eigen, en niet bedacht, dat er na hem konden komen,
minder sterk en minder ijverig naar lichaam en geest.
Dat het Hoofdbestuur niet reeds heden tot U komt met een voorstel, strekkende om het werk, nu
feitelijk op een persoon gestapeld, over meer personen te verdeelen, vindt zijn reden in de overwe­
ging, dat het den bestaanden toestand nog één jaar wilde bestendigen, teneinde op de volgende
Algemeene Vergadering met definitieve voorstellen te kunnen optreden, die, in 't leven geroepen door
langere ondervinding, ook van blijvende waarde zouden blijken te zijn. Hoe minder een vereeniging
afhankelijk is van de daden van een of meer personen, des te hechter zal haar organisatie zijn, des
te grooter haar innerlijke kracht.
Nu over een tweede punt.
Ik heb mij wel eens afgevraagd, welke gedachten de meesten Uwer koesteren aangaande het recht
van bestaan van onzen Bond. De ervaring zou mij doen gelooven, dat velen in onzen Bond niets
anders zien dan een philantropische inrichting, doch tevens verbeeld ik mij, dat een dergelijke op­
vatting, bij eenigszins nadere beschouwing den toets eener gezonde critiek moeilijk kan doorstaan.
Twee personen, die schaken, doen dit beiden voor hun genoegen, om de heel eenvoudige reden,
dat zij het anders zouden laten. Door mijn schaken wordt noch de maatschappij, noch mijn huise­
lijke vrede, noch het levensgeluk van mijn naaste gebaat. Het schaakspel is geen wetenschap, geen
kunst, het is een spel, niets meer en niets minder, het is een uitspanning, een tijdverdrijf, m. a. w.
een luxe-artikel.
En luxe-artikels worden verkocht, niet geschonken.
Deze redeneering is dunkt mij logisch en niet voor wederlegging vatbaar. En toch, wanneer wij
deze eenvoudige waarheid erin vervat niet langer toepassen op een of twee schakers maar op een
aanzienlijke menigte, op een grooten Bond, hoe plotseling blijken dan sommige heeren haar niet
meer te kunnen of te willen verstaan.
Wat is de Nederlandsche Schaakbond?
A. meent, dat het een Vereeniging is van enkele heeren, die uit pure menschlievendheid overal
waar nog de macht der duisternis heerscht, het blijde Schaak-evangelie willen doen zegevieren.
Genoemde heeren trachten dit doel te bereiken door het houden van wedstrijden, het gratis uitdeelen
van tractaatjes. Wie zich laat doopen, betaalt elk jaar een gulden. B. vindt dien gulden een
afschuwelijke afzetterij, der ware filantropie onwaardig. Hij houdt veel van schaken, en de trac­
taatjes kijkt hij zelfs graag in, maar als hij daarvoor één gulden per jaar moet overhebben, dan
blijft hij liever ongedoopt.
Mijne heeren, mag ik U zeggen wat mijn opvatting is over een Schaakbond in het algemeen?
Een Schaakbond is een vereeniging van personen, die gaarne het Schaakspel beoefenen tot aange­
naam tijdverdrijf. Deze personen verbeelden zich niet, dat de wereld hierdoor ook maar eenigszins
vooruitgaat en al bewonderen zij de speciale eigenschappen en bekoorlijkheden van hun liefhebberij,
zij veroorloven zich de weelde, zoo hartstochtelijk verzot op hun partijtje te zijn, dat deze laatste

m
231

omstandigheid alleen reeds aanleiding kan hebben gegeven, tot de oprichting yan den Bond. De
schaakpartij toch, schoon meestal door twee lieden gespeeld, verbergt heerlijkheden in haar boezem,
onbereikbaar voor een zoo klein getal, daar dit niet in staat is, schaakgenoegens op groote schaal
te bereiden. Natuurlijk dragen alle leden een gelijk bedrag bij, niet ter tegemoetkoming maar ter
bestrijding der kosten. Zij, die het werk doen, worden daarvoor behoorlijk betaald. Verder verbeeldt
zich niemand, die als lid toetreedt, dat hij hiermee den Bond grootelijks wel doet; hij wordt Lid voor
zijn pleizier en omdat l ij de vereischte som voor het Schaakspel over heeft, anders niet. Het lid­
maatschap is een luxe-artikel, een lekkernij; die er van houdt, koopt ze tegen den vastgestelden prijs,
die er niet van houdt of ze te duur vindt, koopt ze niet. Aldus wordt een gezonde verhouding in
't leven geroepen, zoowel tusschen de leden onderling als tusschen de leden en de buitenwereld.
Aldus wordt het schaakspel hooggehouden. Slechts minne waar wordt met kunst en vliegwerk aan
den man gebracht en natuurlijk zoo goedkoop mogelijk. Goede wijn behoeft geen krans, de hande­
laren houden hem op prijs en de liefhebbers betalen gaarne zijn voortreffelijkheid.
Maar. . . . wat zal ik verder zeggen. Spoedig zal het blijken, of de meesten Uwer ons filantropisch
Schaakzendingsgenootschap willen perpetueeren of dat zij een Schaakbond willen vormen voor iets
dat slechts weelde is en genot.
Te minder behoeven wij ons van een besluit in laatstgenoemden geest afkeerit te toonen, nu aller-
wege in den lande de liefhebberij voor ons spel begint toe te nemen. Wij gaan vooruit in ledental
en invloed, in prestige. Doch dit schitterend en krachtig uiterlijk vertoon legt ons de verplichting
op, dat wij innerlijk niet verzwakken. Dit moet het groote doel zijn: onzen Bond te hervormen
niet zoo, dat hij het misschien een paar jaar uithoudt, maar zóó, dat zijn bestaan voor goed verzekerd
worde. Laten wij daartoe alles uit zijn organisatie verwijderen, wat ongezond, onnatuurlijk en
immoreel is.
Ik eindig met een dankbetuiging en wel aan allen, die in het laatste jaar zoo ijverig en zoo wel­
willend de belangen van den Bond hebben medebehartigd, hetzij door leden te werven, hetzij door
aan het Tijdschrift mee te werken, hetzij op andere wijze. Er zijn enkelen, wier naam ik hier wel
even afzonderlijk zou willen memoreeren, maar ik doe het niet, uit vrees allen overigen hierdoor te
kort te doen. Nogmaals mijne heeren, sprekend zoowel namens het Hoofd-Bestuur als namens de
Redactie, verklaar ik mijn erkentelijkheid voor den ondervonden steun en belangstelling.
Ik hoop, dat Uw hart voor de goede zaak moge blijven kloppen.
Ik heb gezegd.

De Voorzitter merkt naar aanleiding van dit jaarverslag op, dat er iets niet
in vermeld wordt, wat wel had behooren te geschieden n.1. de overwinning van
Van Lennep in Leipzig. Hij brengt hulde aan de wijze, waarop Van Lennep de
eer van Nederland in den vreemde heeft hooggehouden, welke woorden met eenig
applaus worden begroet.
Inmiddels zijn de presentie-lijsten geteekend en blijkt, dat vertegenwoordigd zijn
de afdeelingen :
Rotterdam door de heeren J. Hoes (10 stemmen) en A. B. Bauer (9); Leiden
door Dr. A. van Rhijn (14); Utrecht door G. H. B. Hogewind (n); Groningen
door J. P. Runsink (8); Amersfoort door A. Faure (10); Helder door S. F. Klein-
bentink (10); Arnhem door J. J. Kleinhoonte (4), L. Stlsholz (3), en G. A. Kuyk (3).
Aanwezig zijn de volgende, één of meer stemmen uitbrengende Rechtstreek-
sche Leden:
E. van Dien (1), H. Gouwentak (4), J. Gouwentak (3), H. J. den Hertog (6),
Dr. N. Westendorp Boerma (1), Dr. Schefïfer (3), G. J. van de Stouwe (1); H. Th.
van der Grinten (1), S. E. Movig (3), J. F. S. Esser (5), J. J. R. Moquette (2),
J. C. ten Tusschedé (1), Jos. Reyalt (2), W. B. H. Meiners (4), N. W. van
232

Lennep (1), C. C. W. Mann (i), V. Ciccolini (i), L. H. Deelman Izn. (i),


Jhr. A. E. van Foreest (i), A. G. Olland (i), J. J. Speet (i).
Aanwezig zijn nog de volgende, geen stem uitbrengende Afdeelingsleden: C. C.
de Koek, Iz. A. de Vries, H. B. van Rhijn en P. F. Faber.
De Voorzitter memoreert nog, dat de Vereeniging ter bevordering van het Vreem­
delingenverkeer vijf en twintig gulden voor het congres beschikbaar heeft gesteld.
Hij meent naar het gevoelen der leden te spreken, wanneer hij genoemde veree­
niging voor dit bewijs van belangstelling dankzegt. (Applaus).
Aan de orde zijn de verkiezingen. Uit de vergadering wordt de wensch te
kennen gegeven, de punten IV, V en VI te gelijk te behandelen. Aldus wordt
besloten.
De aftredende Commissaris van Materieel (DEELMAN) vraagt nu het woord, ten
einde te klagen over de behandeling, die hij van de zijde zijner medebestuurders,
in 't bijzonder van den Secretaris heeft ondervonden. Hij is buiten alle kwesties
gelaten, kreeg geen convocaties voor Bestuursvergaderingen en toen hij voor de
eerste maal zijn functie als Commissaris waarnam door in September 1893 klokjes
naar Breda te zenden, werd hem onmiddellijk daarna door den Secretaris het
materieel ontnomen en voor goed.
De SECRETARIS antwoordt hierop, dat Deelman bij genoemde gelegenheid de
klokjes onvoldoend verpakt, in kranten en touw, naar Breda had gezonden, zoo­
dat er aanzienlijke reparatie-kosten besteed moesten worden. Hierom en ten einde
bij voorkomende wedstrijden met af- en aanspel de klokjes steeds bij de hand
te hebben, had hij ze tot zich genomen. Wat betreft het niet convoceeren tot
Bestuursvergaderingen, Deelman had voor een paar maanden reeds bedankt als
Lid van het Hoofdbestuur en van dat oogenblik af had de Secretaris hem niet
meer als zoodanig beschouwd.
De VOORZITTER sluit de debatten. Na protest hiertegen van Van Foreest en na
stemming door de Vergadering worden de debatten heropend.
VAN FOREEST meent, dat het niet aangaat, een nieuwen Commissaris van
Materieel te kiezen, alvorens de zekerheid verkregen is, dat de nieuwe titularis niet
weer als kwajongen behandeld zal worden. SPEET verzacht eenigszins de beschul­
diging, door Van Lennep ingebracht, en deelt mee, dat de verpakking der klokjes
niet in kranten en touw maar in een kistje, zij het dan ook op zeer onvoldoende
wijze was geschied; BAUER meent, dat de Secretaris Deelman in kennis had moeten
stellen van de Bestuursbesluiten en dat, al had Deelman eenige maanden te
voren reeds bedankt, hij toch gecenseerd moest worden, Hoofdbestuurslid te zijn
totdat een opvolger was benoemd.
DEN HERTOG heeft voor veertien dagen een brief geschreven aan het Hoofd-
Bestuur, waarin hij heeft meegedeeld, dat hij zich niet herkiesbaar stelt als Re­
dacteur, tenzij hij voldoende waarborg heeft, dat de verschijning van het Tijdschrift
in 't vervolg geregeld plaats grijpt. Hij vraagt, of het Hoofdbestuur reeds een
besluit in deze richting heeft genomen. De VOORZITTER antwoordt, geen brief te
hebben gezien. Het Hoofdbestuur is echter bereid, onmiddellijk na de Vergadering
met Den Hertog in overleg te treden, ten einde voldoende maatregelen te treffen.
233

DEN HERTOG verklaart, hierin geen voldoende waarborgen te vinden en stelt zich
niet herkiesbaar.
De VOORZITTER benoemt een commissie van stemopneming, die met haar taak
begint. Hij stelt voor, inmiddels aan den Penningmeester het woord te geven ter
uitbrenging van zijn verslag.
De PENNINGMEESTER brengt alsnu het volgende verslag uit:

M. K!
Eer ik U vergast op eene dorre opsomming van zaken en getallen, wil ik u even mêedeelen, hoe
het met die getallen en zaken geschapen staat.
Toen ik op den J2n Augustus van het vorige jaar tot uw Penningmeester was benoemd, had ik
geen flauw begrip zelfs van de moeilijkheden, die mij te wachten stonden.
Allereerst dacht ik 111 den loop dier maand van mijn voorganger een keurig archief te zullen
overnemen, en, voorgelicht door zijn accurate administratie, mijn taak als Penningmeester te aan-
vaarden. — Doch dit viel anders uit.
Wel kreeg ik, kort na den 12n Augustus van den heer Van Lennep het verzoek, om eens een
avondje met hem naar den Haag te gaan, ten einde aldaar van een en ander op de hoogte gesteld
te worden, en waarschijnlijk den heelen administratieven winkel fik vermoedde toen natuurlijk niet,
hoe n luttel zoodje het was) meê naar huis te sjouwen, waarvoor ik feestelijk bedankte. En, dat
was maar goed ook; want eerst den 12n November was mijn voorganger met zijn afrekening gereed.
28 September d. a.v. kreeg ik een schrijven uit Sas van Gent, waarin mij gemeld werd, dat hierbij
aan mij werd gezonden een spaarbankboekje en een sommetje geld, — dat de kas waarschijnlijk wel
eenige guldens rijker was, maar dat dit wel terecht zou komen bij de definitieve afrekening die
binnen enkele dagen, wellicht, zou plaats hebben.
Daarop wachtte ik tot 12 November, toen ik weer een schrijven uit Sas van Gent ontving met een
soort afrekening, en eenige bescheiden, die daarop betrekking hadden, maar, hoe duidelijk en vol­
ledig ze ook m het oog van den afzender mochten zijn, — ik kon er niets van snappen.
Bovendien ontving ik de belofte, dat het restje spoedig zou volgen.
Zeven .lagen later kwam het restje (eenige pakketten kwitantie-diploma's) vergezeld van een
schrijven, waarin opnieuw getracht werd, mij de zaak duidelijk uiteen te zetten, maar veel wijzer
werd ik er niet van.
Nadat ik hiervan (namelijk van mijn stompzinnigheid) bericht zond aan mijn voorganger, kreeg ik
eindelijk op 4 Januari '95 een laatste schrijven van gelijke strekking als het vorige, en met gelijk
resultaat wat mijn stompzinnigheid betreft.
Ziehier, M. H.! den zuiveren loop der zaken, en nu vraag ik u, kon het anders, dan dat, onder
zulke omstandigheden, de boêl een beetje in de war liep?
Van een archief dus geen sprake; dat mocht ik zelf op touw zetten; - In 't kort, de heer Van
Lennep die er, even als ik, kop noch staart aan kon vinden, besloot eindelijk, maar'aan te pakken
en te beginnen met het innen van, naar zijne meening, onbetaalde contributie. — Maar daar had
je de poppen aan het dansen. - Uit Botterdam, Leiden, Utrecht, den Haag, van alle kanten werd
Ik op de vingers getikt voor gemaakte fouten. - 'tls wel prettig, op die manier getracteerd te
worden, als men meent, geheel ter goede trouw te zijn.
Als de heeren soms lust hebben, inzage te nemen van, of licht te verspreiden over het door mij
oveigenomene, meld u maar aan, en ik zal u daartoe in de gelegenheid stellen.
Eén lichtstraaltje in de duisternis monterde mij weer wat op.
Bij de ontvangen stukken n. 1. bevond zich een dik boek, thans hier aanwezig. „Aha!" dacht ik,
„daar zul je 't hebben;" — maar jawel! Maagdelijk rein van het begin tot het einde. — E11 nu'
ten slotte. — Daar noch de heer van Lennep, zooals ik reeds zeide, noch ik, uit het rommeltje
konden wijs worden, en er toch heden eene jaarrekening moest worden overgelegd, zoo heeft de heer
van Lennep de zaken en getallen beschouwd, niet zooals zij waren, maar zooals zij wezen moesten,
en uit die beschouwing is de verantwoording ontstaan, die ik U thans zal doen hooren.
Ter geruststelling kan ik U echter meêdeelen, dat de zaken thans geheel in het reine zijn, en al
234

zal ik straks aan de Commissie geen voldoende rekenschap kunnen geven van de ontvangsten, van
de uitgaven kunnen de bewijzen, zooveel mogelijk, worden overgelegd.
En hiermee heb ik gezegd.

Dit verslag wordt met applaus begroet, waarna de Vergadering goedkeurt, dat
de Voorzitter een Commissie zal benoemen tot nazien der kas. Als leden biervan
worden benoemd: Süsholz uit Arnhem, van Foreest uit Amsterdam en van Rhijn
nit Groningen. Na een korte pauze stelt deze Commissie voor, den Penningmeester
met een dankbetuiging voor zijn prachtig beheer te déchargeeren. Hiertoe wordt
bij acclamatie besloten.
VAN KUYK brengt nu namens de Commissie van stemopneming verslag uit
over de gehouden stemming.
De VOORZITTER (die in de onjuiste meening verkeert, dat de verkiezingen
plaats grijpen met meerderheid van stemmen in plaats van met volstrekte meerder­
heid) *) verklaart de herkiezing van van Dien, als Onder-Voorzitter met 50 van de 124,
Tresling en den Hertog als Redacteurs met 120 en 112 en Deelman als Commis­
saris van Materieel met 50 stemmen.
Op een vraag van den Voorzitter verklaart DEN HERTOG, zijn herbenoeming
niet te aanvaarden. Hij treedt nogmaals in een eenigszins langere uitmeting zijner
grieven, en vraagt of het Hoofd-Bestuur een voldoenden waarborg kan geven.
De VOORZITTER wijst Den Hertog op de sympathie, die de Vergadering hem
bewezen heeft door hem met zoo groote meerderheid te herkiezen. Hij verklaart
nogmaals, dat het Hoofd-Bestuur alle mogelijke maatregelen ten gerieve van Den
Hertog zal nemen, teneinde de geregelde verschijning van het Tijdschrift te waar­
borgen. FAURE meent, dat Den Hertog in allen gevalle met aftreden kan wachten
tot het blijkt, dat het Hoofd-Bestuur zijn belofte niet nakomt. Hij verzoekt Den
Hertog dringend, althans voorloopig aan te blijven. OLLAND meent, dat Van Lennep
te veel op zijn schouders heeft en stelt voor, hem voor een jaar dispensatie te
geven. VAN LENNEP protesteert hiertegen en meent, dat de eenige voldoende
waarborg, dien iemand Den Hertog kan geven, dat zijn bezwaren worden opgelost,
hij zelf is. Hij verklaart daarop, het Hoofd-Redacteurschap aan Den Hertog over
te dragen, zoodat laatstgen. alle macht over de verschijning van het Tijdschrift krijgt.
DEN HERTOG verklaart echter ook dezen waarborg onvoldoende en persisteert
bij zijn besluit.
DEELMAN verklaart zijn herbenoeming niet te aanvaarden. Buiten de reeds door
hem genoemde grieven vindt hij nog, dat de Commissaris van Materieel in 't cen­
trum van het land moet wonen, bijv. in Utrecht. De VOORZITTER en de Heer
RUNSINK slagen er echter in, Deelman op zijn besluit terug te doen komen.
In plaats van den Hertog wordt gekozen als Redacteur L. N. DE JONG te
Oude-Wetering met 64 stemmen.
Aan de orde is de behandeling der Voorstellen.
De VOORZITTER leest de artikelen voor, betreffende de contributie-verhooging en
stelt voor, ze gezamenlijk te behandelen, doch over elk afzonderlijk te stemmen.

*) Zie het ingezonden stuk, voorkomende aan het slot van dit verslag.
235

VAN RHIJN verklaart van de Leidsche Afdeeling het imperatief mandaat te


hebben, om tegen te stemmen. DEN HERTOG bestrijdt het voorstel en vvenscht
de Bondsuitgaven door inkrimping van het Tijdschrift te beperken. OLLAND ver­
klaart namens de Utrechtsche Afdeeling, vóór het voorstel te zullen stemmen, mits
hij de verzekering krijge, dat het Tijdschrift voortaan geregeld zal verschijnen.
RUNSINK is tegen het voorstel. Het Tijdschrift is veel te duur. Verder laat de
kas der Buitengewone leden niet toe, meer aan den Bond af te staan. Hij vreest,
dat door aanneming vele leden zullen bedanken en de toestand weer zal worden
zooals vóór 93. FAURE spreekt in denzelfden geest en merkt op, dat Buitengewone
Leden in den regel de bondscontributie niet hoofdelijk maar uit de kas betalen.
Hij protesteert ten sterkste tegen het voorstel. BAUER protesteert namens de
Afdeeling „Rotterdam" tegen het voorstel. Indien de Bondsuitgaven verlicht moeten
worden, ware het beter, het Tijdschrift niet aan alle Afdeelingsleden persoonlijk te
zenden maar één oi meer exemplaren ter circulatie aan den Secretaris-Penningmeester.
Hij betreurt overigens, dat het laatste nummer van het Tijdschrift zoo laat is
verschenen, zoodat de leden niet in de gelegenheid waren, vóór de Afdeelings-
vergaderingen de verdediging van het voorstel te lezen. H. GOUWENTAK ZOU
er voor zijn, den gulden middenweg te bewandelen en de contributie voor Afdee­
lingsleden op ƒ 1,50 te stellen. Hij stelt dit voor als amendement. KLEINHOONTE
deelt mee, van de Arnhemsche Afdeeling een blind mandaat te hebben ontvangen
Oorspronkelijk waren de Arnhemmers tegen het voorstel, maar ten slotte ver­
klaarden zij zich bereid, zoover mogelijk met het Hoofd-Bestuur mee te gaan.
H. B. VAN RHIJN vindt één gulden te laag en zou de contributie der Afdeelings­
leden willen verhoogen. De VOORZITTER treedt in een eenigszins lange verdediging
van het voorstel. Hij wijst Den Hertog er op, dat al rekent hij diens berekening
over aangaande de tijdschriftkosten, de Afdeelingsleden toch minder blijven betalen
dan zij ontvangen. Hij is niet bevreesd, dat Leden zullen bedanken, omdat zij
vijftig cents meer zouden moeten betalen; en indien er al zoodanige schakers
zouden gevonden worden, dan moesten deze maar — wij zouden toch niet veel
aan hen verliezen — een afzonderlijken Schaakbond vormen met medewerking
van het Armbestuur. Indertijd zijn de finantiën onvoldoende geregeld. Vele
onkosten moeten door particulieren worden gedragen. Hij vertrouwt, dat de Ver­
gadering mee wil werken tot een krachtige en gezonde Bondsorganisatie.
DEN HERTOG meent, dat reeds zooveel maal namens het Hoofdbestuur in het
Tijdschrift en per circulaire den Afdeelingsleden is verzocht, Rechtstreeksch Lid
te worden, zonder dat zij aan deze roepstem gehoor gaven, dat hij wel degelijk
meent, dat vele Leden bij aanneming van het voorstel zouden bedanken. MANN
keurt het af, de Aideelingsleden als schade-post te beschouwen. DEELMAN vindt
één vel druks per maand voor het Tijdschrift voldoende. J. GOUWENTAK heeft
den Voorzitter niets hooren zeggen over het voorstel van zijn broeder. VAN
LENNEP is tegen inkrimping van het Tijdschrift. Wij hebben als Bondsorgaan
veel meer te vertellen dan de Deutsche Schachzeitung, door Den Hertog genoemd.
Hij zou geen Redacteur willen zijn, als hij elke maand allerlei belangrijks moest
achterhouden en voortdurend er op letten, dat hij geen halve bladzij te veel
236

schrijft. De VOORZITTER maant Van Lennep tot inschikkelijkheid aan en wijst


er nog op (in antwoord op een der sprekers), dat het geen wonder is als de
Bond vooruitgaat. De Bond verkeert n.1. in hetzelfde geval als een winkelier, die
zijn waar veel te goedkoop en tot eigen schade aan den man brengt 1). RUNSINK
herhaalt, dat het Tijdschrift te duur is en protesteert tegen de uitdrukking
„Armbestuur", door den Voorzitter gebezigd. VAN FORF.EST sluit zich bij het
laatste aan en meent, dat men de tering naar de nering moet zetten. Eigenlijk
is het bedriegerij, nu achteraf te komen en te zeggen: „Er is zooveel bijgelegd
door particulieren." Ook hij is voor inkrimping van het Tijdschrift. H.B. VANRHIJN
wenscht niet langer geld toe te krijgen en wordt Rechtstreeksch Lid. OLLAND
vindt de vergelijking van den Voorzitter met den „winkelier" niet juist. Wanneer
een winkelier plotseling zijn waar opslaat, dan zal hij al zijn klanten verliezen,
vooral, wanneer die niet zoo goed is als ze zijn moest. DEN HERTOG is van oordeel,
dat de Voorzitter een fout in zijn berekening heeft gemaakt. Het gaat niet aan.
den nadruk te leggen op hetgeen de Afdeelingsleden alleen bijdragen. Men moet
zijn calculaties maken naar hetgeen Afdeelingsleden en Rechtstreeksche Leden te
zamen opbrengen. REVALT oordeelt, dat eerst de verschijning van het Tijdschrift
geregeld moet geschieden; het volgende jaar kan dan het Bestuur contributie-
verhooging voorstellen met meer kans op aanneming. De VOORZITTER drukt zijn
spijt er over uit, het woord „Armbestuur" te hebben gebruikt, vooral nu verschil­
lende sprekers het uit zijn verband gerukt en misverstaan hebben. Hij beant­
woordt verschillende sprekers. Daar de Bestuursvoorstellen weinig kans hebben,
aangenomen te worden, zal hij ze niet in stemming brengen. Echter ook met het
oog op de te late verschijning van het April-nummer, waarin gen. voorstellen
worden toegelicht, zal hij laten stemmen over de principiëele vraag, of contributie-
verhooging al dan niet wenschelijk is. In stemming gebracht, wordt deze vraag
met 68 tegen 33 stemmen in ontkennenden zin beantwoord.
Hiermee is tevens het amendement Gouwentak vervallen. CICCOLINI raadt het
Hoofdbestuur aan, nogmaals den Afdeelingen den toestand onder 't oog te bren­
gen, in een uitvoerig schrijven hen er op te wijzen, dat zij geld toe krijgen en
te trachten, hen aldus tot het Rechtstreeksch Lidmaatschap te bewegen.
In behandeling komt het Bestuursvoorstel om aan toeschouwers op wedstrijden
introductie te verleenen. RUNSINK, sprekende (bij afwezigheid van Dr. van Rhijn),
namens de Leidsche Afdeeling, stelt voor van toeschouwers entrée te heffen en
wel bij den jaarlijkschen wedstrijd ƒ 1,—, bij kleine wedstrijden ƒ 0,50. De
VOORZITTER verklaart zich ten sterkste tegen het voorstel Runsink. De Bondskas
zou er niet noemenswaardig door gestijfd worden. Het Bestuursvoorstel beoogt
hoofdzakelijk een propaganda-middel. Het voorstel Runsink wordt verworpen,
het voorstel van het Hoofdbestuur aangenomen.
Aan de orde is het voorstel Schefïer c. s. betreffende den datum der Algemeene
Vergadering. De VOORZITTER deelt mee, dat het Hoofdbestuur zich niet met het
voorstel kan vereenigen, daar de tijdsbepaling van de Algemeene Vergadering
1) //De massa moet 't hem doen," zei de vrouw, die eieren kocht voor 5 en verkocht voor 4 cent.
Noot van den Verslaggever.
237

afhankelijk is van lokale omstandigheden en Afdeelingsbelangen. SCHEFFER licht


het voorstel toe. Wanneer de leden zekerheid hebben aangaande den datum,
kunnen zij het gansche jaar hun zaken er naar richten. FAURE wijst er op, dat
het wel gewenscht is, eenige zekerheid aangaande den datum te hebben. Ditmaal
verscheen het Programma twaalf dagen vóór de Vergadering. Dit was oorzaak,
dat hij nu niet mee kon doen aan den wedstrijd. Hij stelt voor, de drie eerste
regels van Art. 24 als volgt te lezen:
„Zooveel mogelijk den eersten Zondag van de maand Augustus schrijft
het Hoofd-Bestuur eene Algemeene Vergadering uit op de plaats, daartoe
door de vorige Algemeene Vergadering aangewezen."
Het voorstel Scheffer wordt verworpen, het voorstel Faure aangenomen.
In behandeling komt het voorstel „Staunton" aangaande de afgevaardigden.
Het voorstel wordt aangenomen, nadat op een aanmerking van den heer Faure,
de afgevaardigde van „Staunton", het Hoofdbestuur heeft gemachtigd, kleine wij­
zigingen te brengen in de redactie der bepaling.
De VOORZITTER stelt nu voor, het volgend jaar de Algemeene Vergadering te
Leiden te houden. DEELMAN stelt voor ergens in Noord-Holland, RUNSINK ergens
in het Noorden, bijv. in Zwolle. De VOORZITTER ontvouwt de redenen, waarom
het Hoofd-Bestuur gemeend heeft, Leiden te moeten aanraden. Te Leiden bestaat
een zeer bloeiende afdeeling, er zijn vijf schaakclubs; wil men de Leidsche scha­
kers niet teleurstellen, dan dient het Bestuursvoorstel te worden aangenomen.
De Vergadering vereenigt er zich mee, in '96 naar Leiden te gaan.
Op de vraag van den Voorzitter of iemand iets ter tafel heeft te brengen,
brengt DEN HERTOG het uitschrijven van een internationalen probleemwedstrijd
en H. GOUWENTAK het houden van een internationaal tornooi ter sprake. De
VOORZITTER antwoordt beiden sprekers, dat nu meer dan ooit de finantieele be­
zwaren van dergelijke zaken op den voorgrond treden. FAURE vraagt, hoe de
Redactie de achterstallige nummers van het Tijdschrift denkt in te halen. VAN
LENNEP antwoordt, dat na den wedstrijd te Arnhem het Juni-nummer zal ver­
schijnen en gedurende den wedstrijd te Hastings nog twee nummers, zoodat in
September waarschijnlijk het Tijdschrift weer „bij" zal zijn.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de Voorzitter na een dankbetuiging aan de
aanwezigen voor hun belangstelling, te ruim vier uur de Vergadering.
*
* *

Aan den gemeenschappelijken maaltijd zaten vijf en dertig personen aan, een
tot dusver ongekend aantal. Het gemeenschapsgevoel liet niets te wenschen over,
althans minder dan de maaltijd. Het elkander aanreiken eener dampende soep­
terrine was zeker iets nieuws op een groot diner, eveneens de versiering op tafel,
die van het begin tot het einde uit eenige schotels met aardappelen bestond. Het
lokaal was niet erg geschikt.
Na den gemeenschappelijken maaltijd de gezellige bijeenkomst, weer in de
Groote Societeit. Gedurende den ganschen avond een tombola-wedstrijd. Dertig
partijen worden gespeeld en dertig prijsjes worden gewonnen.
En de verrassing? Ongeveer te negen uur wordt stilte verzocht. De heer Van
238

Driest, Voorzitter der Arnhemsche Schaakvereeniging beklimt het spreekgestoelte


en zegt ongeveer:

Mijne Heeren,
Vergun mij, dat ik enkele oogenblikken Uw genoegelijk samenzijn stoor. Voor
eenige jaren richtte de heer Ciccolini alhier in vereeniging met eenige anderen
de „Arnhemsche Schaakvereeniging" op. Aanvankelijk met weinig Leden, weinig
steun en weinig middelen, bloeide het schaakleven allengs op, zoodat van liever­
lede naar 't voorbeeld van genoemde club hier een Afdeeling van den Nederlandschen
Schaakbond en de Schaakvereeniging ,,Van Lennep tot stand kwamen. Dit geschiedde
echter niet zonder krachtige hulp van buiten. De heeren Heemskerk, Van Foreest,
Prange en Van Lennep speelden herhaaldelijk simultaan of blind in onze club en
droegen aldus niet weinig bij om de belangstelling in de leden gaande te houden
en nieuwe leden tot toetreding te bewegen. Twee der genoemde heeren zijn reeds
voor geruimen tijd op onze jaarlijksche Vergadering tot Eere-Leden benoemd, de
heeren Van Foreest en Van Lennep op onze laatste jaarlijksche Vergadering.
Het is ons aangenaam, hun, die ons zoo groote diensten bewezen hebben, heden
avond een bewijs onzer sympathie te kunnen overhandigen. Onze middelen zijn
niet groot, maar toch hopen wij, dat dit kleine souvenir niet ongevallig moge wezen.
Hierop overhandigde de Heer Van Driest den heeren van boreest, Heemskerk
en Van Lennep (Prange was niet aanwezig) een keurige bronzen medalje met
toepasselijke inscriptie.
Na het gevolgd applaus dankten de drie Eere-Leden elk in een toespraak voor
de hun bewezen eer. Het is begrijpelijk, dat met den inmiddels rondgedienden
eere-wijn meer dan eens op den bloei en het succes der Arnhemsche Schaakver­
eeniging gedronken werd.
Den Hertog stelde nu voor, met den probleemoplossings-wedstrijd te beginnen.
Hiervoor meldden zich o. a. aan J. W. te Kolsté, C. C. W. Mann, J. Monas, \V. B. H.
Meiners, N. W. van Lennep, J. F. Heemskerk, Iz. de Vries, G. H. B. Hogewind,
L. Stlsholz, G. J. van de Stouwe, J. F. S. Esser. Het Hoofd-Bestuur stelde be­
schikbaar als prijzen twee kunstvoorwerpen ter resp. waarde van 5 en 3 gulden.
Het volgende probleem werd den mededingers voorgelegd.
Zie diagram volgende pagina..
N.B. Verlangd wordt eene nauwkeurige opgave van alle varianten der oplossing,
inclusief alle matzetten. Vroeger ingeleverde onvolledige oplossingen zullen
achterstaan bij later ingeleverde volledige.
De uitslag was, dat de eerste prijs werd gewonnen door Meiners in 11 en de
tweede door Van Lennep in 16 V2 minuut.
Nog geruimen tijd bleef men genoegelijk bij elkander, en al verkozen een vier­
tal het whist- boven het schaakspel, het mocht eenigszins een voldoening heeten,
dat een schaakbord daarbij als whisttafel fungeerde.
239

L Istomin, Charkov

8
7
6

3
2

a b c d e f g h
PFz'/ begint en g e e ft in drie zetten mat.

Wij ontvingen het volgende ingezonden stuk :

AMSTERDAM, 8 Augustus 1895.

Aan de Redactie van het Tijdschrift van


den Nederlandschen Schaakbond.

Geachte Redactie,
Men deelt mij zooeven mede, en bij nalezing van het reglement vind ik deze
mededeeling bevestigd, dat er bij mijne verkiezing ter Algemeene Vergadering
een onwettigheid heeft plaats gehad. Een onnauwkeurige lezing van het desbe­
treffende artikel, veroorzaakt door een min-duidelijke redactie, deed mij gelooven,
dat alleen in sommige gevallen een volstrekte meerderheid van stemmen, in alle
andere (waaronder ook de bestuursverkiezingen) een gewone meerderheid besliste.
Het eenige excuus voor de door mij gemaakte fout is, dat ieder ter vergadering
mijne opvatting deelde, althans niet weersprak.
Om misverstand te voorkomen, deel ik U mede, dat ik van heden af mijn
ontslag neem als bestuurslid van den Bond, en dat ik mij nóch voor deze, noch
voor eenige andere functie beschikbaar stel.
Met de opneming van dezen brief in het eerstvolgend nummer van ons Tijd­
schrift zult U hoogelijk verplichten,
Uw dienstw.,
E. VAN DIEN,
240

De Wedstrijd.
Als deelnemers aan den wedstrijd ie klasse gaven zich op de volgende bonds­
leden: A. G. Olland, Utrecht; D. Bleijkmans, Amsterdam; Jhr. A. E. van Fo-
reest, Amsterdam; R. J. Loman, Londen; W. B. H. Meiners, Amsterdam; J. F.
Heemskerk, Sas van Gent; T. W. te Kolsté, Amersfoort; N. N., Leiden en H. J.
den Hertog, Amsterdam. Jammer was het, dat van Lennep zich uit „tijdver-
legenheid" verplicht zag, zich van deelneming aan het tornooi te onthouden.
Tot Woensdagavond leidde hij de wedstrijden en vertrok toen naar Amsterdam.
Daar zich voor de 2e klasse niet minder dan 19 deelnemers aanmeldden,
speelde men in twee groepen. Deelnemers in Groep A: H. Gouwentak, Brussel;
I. de Vries, Arnhem; P. F. Faber, Andelst (Gelderland); J. Monas, Amsterdam;
J. J. Speet, Breda ; G. J. van de Stouwe, Dordrecht; L. H. Deelman Iz., Gro­
ningen ; G. H. B. Hogewind, Utrecht en C. C. W. Mann, Amsterdam.
Deelnemers in Groep B: B. Beffie, Amsterdam; J. C. ten Tusschedé, Amster­
dam; J. J. Kleinhoonte, Arnhem; C. C. de Koek, Arnhem: J. Gouwentak, Leiden;
H. B. van Rhijn, Groningen; Dr. Schefïfer, Breda; J. F. S. Esser, Leiden;
Dr. N. Westendorp Boerma, Groningen en N. Roodenburg, Dordrecht.
De volgende tabellen, voor welker zorgvuldige samenstelling onzen Bonds-
penningmeester J. C. TEN TUSSCHEDÉ alle lof toekomt, geven een aanschouwelijke
voorstelling van den loop der wedstrijden. (Zie pag. 241 e. v.)

Internationaal Meestertornooi te Hastings.

Zooals onzen lezers reeds bekend is uit het Verslag der Algemeene Vergadering,
zal de Bondssecretaris ons uit Hastings uitvoerige mededeelingen toezenden omtrent
den loop van bovengenoemden wedstrijd, die den hoofdinhoud zullen vormen van
de Juli- en Augustus-afleveringen van dit Tijdschrift. Intusschen meenen wij
onzen lezers alvast van dienst te kunnen zijn door hier den stand van 't tornooi
bekend te maken op Zaterdagavond 10 Augustus 11.
Albin 2, von Bardeleben 4, Bird 2V3, Blackburne 2, Burn 2 l/a, Gunsberg 2,
Janowski 2, Lasker 3, Marco 1V2, Mason i'/s, Mieses 3, Pilsbury 3V9, Pollock 2,
Schiffers 3V2, Schlechter 2, Steinitz 4V2, Tarrasch 1V2, Tschigorin 4, Teichmann
2V2, Tinsley 3, Vergani o, Walbrodt 2V2.
Jhr. A. E. v. Foreest
Jhr. A. E. v. Foreest

W. B. H. Meiners
H. J. den Hertog
H. J. den Hertog

W. B. H. Meiners

J. F. Heemskerk
J. F. Heemskerk

J. W. te Kolsté
J. W. te Kolsté

D. Bleijkmans
D. Bleijkmans

A. G. Olland.

Kwadraat van
A. G. Olland

eigen punten.
R. J. Loman

R. J. Loman
"o!
C/3
%

Totaal

Totaal
N. N.

N. N.

Geld
Ui
iste Klasse
£ i
•*1
o
> 0
Jhr. A. E. v. Foreest | — | i | Va | x/s | i | A/s | Vs | 2/2 | i | 5'/s . t- — J iVs I I 1 23/- 1 2 1 2". 1 2% | 3 | 2 j 30\ | 48Vt |/30,l6
£ b£
H. J. den Hertog. | o | — | o | o | Vs | o | o | o | i | i '/£ CL) > OJ ° ] — I 0 I 0 I 1 1 ° ] ° I 0 I 2 1 2'/t 1 5'/, | „ 3,28
^ PQ
J. F. Heemskerk. . | Vs | i | — | o | o | o | o | o | i '| 2 Vs <u . 23/» | iVs | — | o |o| o | o | ~o | 2 | 67, | 12 Vs j „ 7,81
R. J. Loman. . . . | Va | 1 | 1 | — | x | x j o | o | 1 [ 5V3 o-s 2| 1 Vs j 2 '/a | —- | 2 | 5 Va { o | o | 2 | 30'/, | 461/9 | „ 29,06
N. N | o | Va | 1 | o | — | '/» | o | o | o | 2 c u g
S
o 1 '/. I 2V3 I o I — I 2*/t I o I o 1 O 1 4 I 10 j „ 6,25
. C/3
D. Bleijkmans. . . | Vs j 1 | 1 ] o | Va | — | 1 | Vs | 1 | 5 Vs c 2°U 1 lYs 1 2Va I O I 1 I — I 5V3 | 3 I 2 I 30Vt | 48V8 I „30,31
V
W. B. H. Meiners. | Vs | 1 ] 1 | 1 | 1 | o | — |i|o| 5V2 c 2% | IVS 1 2V2 I 5V3 I 2 I o I — | 6 I O I 30Vt I 50V2 I „31,56
p
A. G. Olland . . . | Vs | 1 | 1 | 1 | 1 | Va | o | — | 1 | 6 PH I 1 Va j 2 Vs 1 5VB I 2 I 27, | O |— | 2 | 36 I 55 j „ 34.38
J. W. te Kolsté ..|O|O|O|O|I|O|I|O| — | 2 _o !_o I O I o i 2 | O | 5Vs I O j — | 4 I lil/s I „ 7,19
G. J. v. d. Stouwe.
G. J. v. d. Stouwe.

L. H. Deelman Jz.

G. H. B. Hogewind.
G. H. B. Hogewind.
L. H. Deelman Jz.

C. C. W. Mann.
C. C. W. Mann.

H. Gouwentak.
H. Gouwentak.

Kwadraat van
eigen punten.
P. F. Faber.
I. de Vries.
I. de Vries.

J. J. Speet.
P. F. Faber.

J. J. Speet.

J. Monas.
J. Monas.

Totaal.
Totaal.
2de Klasse
Geld.
A.

H. Gouwentak . . | — | i | o | i | o | x | o | i/a | 1 I 4V2 - | 2 1 o | 4 I 0 1 51/3 I 0 I 2''* 1 5'^ 1 2°'/> I 39tlg 1 f 6,86


I. de Vries . . . , | o |— | i | o | o | o | x | o | o | 2 o |—| 2l/a i o | o | o | 2>/a | o | o | 4 | 9 | „ 1,56
P. F. Faber. . . . | 1 | o | — | Va |o|o|i*|o|o|2% 4 Va | o | — | 2 | o | o ] 2 Va | o | o ] 67. | 15'/, | „ 2,65
J. Monas | o | x j 1/8 1 — [ 1 | '/a | o | o | ij 4 0 I 2 1 *'/» 1~| 5 I 2'U 1 0 I 0 1 51/» I 16 1 32'/g 1 .. 5.64
J. J. Speet | 1 | 1 | 1 | o | — | Va | 1 | Va | o | 5 4Va j 2 | 2V2 | o | — j 2'/, | 2V3 [ 2'/, | o | 25 | 41V2 | „ 7,21
G. J. v. d. Stouwe. | o | x [ 1 | Va | Va j — | 1 | 1 ] Va | 5'/s o | 2 ] 2V2 | 2 | 2V2 ] — | 2'/a | 4Va | 2'/t | 30'/, | 49 | „ 8,51
L. H. Deelman Jz. | x | o | o* | 1 | o | o | - | V» | o | 2"a 4l/j |o| o | 4 | o | o I — | 2'/, | o | 6'/, | 17 | „ 2,95
G. H. B. Hogewind | Vs | 1 | 1 [ 1 ] Va | o | Va | — | o | 4l<» 2*/t | 2 j 21/» | 4 | 2Vg | o j i'/t ] — | o | 20'/, | 34a/> \ „ 6,03
:. C. W. Mann . j o | 1 | 1 | o | 1 [ Va | 1 | 1 | — | 51/2 ° j 2 ] 2Va | o j 5 | 23/, | 2Va [ 4'/g | — | 3oV> 1 49^K»^59

*) Niet gespeeld.
J. C. ten Tusschedé.

Dr. N. W. Boerma.
J. C. ten Tusschedé.

Dr. N. W. Boerma.

J. J. Kleinhoonte.
J. J. Kleinhoonte.

C. C. de Koek.

C. C. de Koek.

H.B. van Rhijn.


H. B. van Rhijn.

N. Roodenburg.
N. Roodenburg.

J. F. S. Esser.
J. F. S. Esser.

Kwadraat van
J. Gouwentak.

eigen punten.
J. Gouwentak.

Dr. Scheffer.
Dr. Scheffer.

ü. Beffie?
B. Beffie.

Totaal.
Totaal,
2de Klasse
Geld.
B.

Beffie | — | i | i | i | i | i/g | x | i | yg | i | 8 - | 4 | 3Va | i j 7 | 2'/g | 2'/g | 4'/g | 3''/. | 3 | 64 | 94% [ ƒ 11,70


J. C. ten Tusschedé. | o | • — | I | I | O | I | I * | O | O | O | 4 o | —| 21/2 | 1 1 o | 5 | 2 */a | o | o | o | 16 j 27 | „ 3,33
J. J. Kleinhoonte . | o | o | — | o | o | Va | 1* | o | o | x j 2Vs o | o | — | o | o | 2 .g | 2l/a | o | o | 3 | 6'/, | 14'/^ | „ 1,76
C. C. de Koek . . | o | o | x | — |o|o|o|o|o|o| 1 o | o | 2V2 | — |°| ° | 0 | 0 I 0 |°| 1 | 3Vs | „ 0,43
J . G o u w e n t a k . . . | o | I | I | X | — | I | o | I |I |X | 7 o | 4 | 2 '/a | 1 1 — ! 5 1 0 I 4 Va [ 7 l h | 3 I 49 I 7^ '/a | „ 9,45
H. B. van Rhijn. . | Vg | o | Vg | 1 | o | — ] 1 ] 1 [ o | x | 5 4 | o | i'/t j 1 | o | — | l
2 /g | 4Va | o | 3 | 25 [ 4*'/> | „ S.°9
Dr. Scheffer . . . . | o | o* | o* | 1 | 1 | o | — | Vg | o j o | 2% o \ o | o | 1 | 7 | o, | —• | 2'/, | o | o | 67» | i6"g | „ 2,04
J. F. S. Esser. . . | o | 1 j 1 | 1 | o j o j "i/g | — j o j 1 j 41/s o j 4 | 2l/g j 1 | o | o | i'/„ | — | o j 3 | 20'/> | 32 | „ 3,95
Dr. N. W. Boerma. [ Vg | 1 | 1 | 1 | o | 1 [ 1 | 1 | — | 1 [ 7 Va 4 | 4 | 2l/g | 1 | o | 5 | 2'/g | 4Vg | — I 3 I 56V4 | 823/, | „ 10,21
N. Roodenburg . . | o | 1 | o | 1 I o I o | 1 | o | o | — | 3 o j 4 [ o ] 1 | o | o | 2V2 | o | o ] — I 9 I 16Va I „ 2,04

*) Niet gespeeld.
244

De volgende beschouwingen, het resultaat eener poging, om belangstellenden


een weinigje meer omtrent de wedstrijden mede te deelen dan uit de tabellen
op te maken is, ontleenen wij aan de „Haagsche Courant" (Schaak-redacteur
H. J. den Hertog):
Het stelsel Sonneborn—Berger, dat nu eerst voor de tweede maal op onze bondswedstrijden werd
toegepast, vierde bij deze gelegenheid een zijner schoonste triomfen. In de eerste klasse kregen
niet minder dan vier spelers hetzelfde aantal punten; bij toepassing van het systeem S.—B. komt
echter het verschil tusschen de „Leistungen" van genoemde vier duidelijk uit.
0 1 l a n d heeft zijn eersten prijs ruimschoots verdiend; hij had zeker de lastigste partijen van
den geheelen wedstrijd. Wij denken hier aan zijn remis-partij met van Foreest en de door Olland
gewonnen partijen tegen Loman en den Hertog. Vooral in de beide laatstgenoemde partijen toonde
O. zijn meesterschap op 't gebied van het eindspel; tegen Loman gold het, 't voordeel van eene
betere pionnenstelling, tegen den Hertog de meerderheid van Paard tegen Looper in winst om
te zetten.
M e i n e r s, die verleden jaar te Rotterdam weinig of geen succes had, is thans de tweede in de
rij. Hij spande zich zeer in, bleef steeds geduld oefenen en wachtte er zich wel voor, waar hij den
aanval had, dien te „iiberstürzen". In zijne partij met Loman koos hij, nadat deze een stuk offerde,
de eenig correcte verdediging, wat hem tevens de partij deed winnen. Hij was de eenige, die tegen
den lsten prijswinner won; op uitstekende wijze wist hij in deze partij voordeel te trekken van de
zwakte van Olland's Dame-vleugel, ontstaan door het te vroeg opschuiven der pionnen. In alle vier
de partijen, waarin hij wit had, speelde Meiners Schotsch Gambiet, welke opening hij met
zeer veel zorg in alle onderdeelen had bestudeerd. Yan deze partijen won hij er drie; die tegen
van Foreest had hij echter evenzeer moeten winnen. Deze bood namelijk in 't eindspel den afruil
der Torens aan; had Meiners dien aangenomen, dan had hij eenvoudig door dam-halen de partij
gewonnen. Tengevolge van eene vergissing bij het aftellen der laatste zetten echter besloot Meiners
den afruil te weigeren, en de partij was remis.
B l e y k m a n s , een jeugdig Amsterdamsch amateur, was No. 3. Zijn succes had hij voornamelijk
te danken aan de hem aangeboren volharding. Als hij over zijn 40stcn zet denkt, is hij nog even
kalm als wanneer hij de opening speelt. En dat is voor den tornooi-speler van onberekenbare
waarde! Agressief gaat hij bijna nooit te werk; veeleer bepaalt hij er zich toe, te wachten op eene
fout van de tegenpartij, om dan dadelijk daarvan te profiteeren. Soms „bofte" Bleykmans", vooral
in zijne partij tegen N. N., waarin deze in plaats van mat in 6 zetten aan te kondigen, het spel
door herhaling van hetzelfde stel zetten remis maakte.
Y a n F o r e e s t speelde als gewoonlijk brutaal. Tegen N. N. beantwoordde hij 1. e4, e5 2.
P f3, P c6 3. L b5 met 3—, D f6 en.... won! Tegen Loman en Olland maakte hij een paar solide
gespeelde partijen remis, tegen te Kolsté liet hij een woedenden aanval eerst kalmpjes uitrazen, om
daarop de partij heel handig in zijn voordeel te beslissen, en tegen Meiners „bofte" hij. Yan
Foreest was de eenige speler in de 1ste klasse, die geen enkele partij verloor!
L o m a n zette tfen wedstrijd al heel ongelukkig in, door eerst tegen Meiners en daarop tegen
Olland te verliezen. Later haalde hij echter prachtig op!
Zijn partij tegen Yan Foreest was een staaltje van voorbeeldig correct spel, tegen Bleykmans won
hy door een kranig volgehouden aanval. Opmerkelijk is het, dat Loman in verreweg de meeste
van zijne partijen tegen het einde van elke reeks van 20 zetten duchtig in „tijdverlegenheid" ver­
keerde, nog opmerkelijker, dat hij zich altijd zoo goed uit deze moeilijkheid wist te redden. Eens
rolde hij er door! In de partij Loman—te Kolsté moet eerstgenoemde zijn 20sten zet doen; de
klok staat „op 'tuur", dus geen oogenblik kan L. zich bedenken. Hij speelt de Dame op h5, mat
dreigend op de 8ste lijn, ziet echter niet, dat een op de 5de lijn staande Toren van te Kolsté de
Koningin eenvoudig kan nemen, te Kolsté .... ziet het evenmin, dekt het mat door g7—g6 en
Loman wint ten slotte!
(Slot volgt).
3(' Jaargang. N°. 7. Juli 1895.

TIJDSCHRIFT
VAN DEN

NEPERLANDSCHEN SCHAAK BOND.


BESTUUR VAX DEN N. S.: .Tlir. D. VAN FOREKST, Voorzitter; .T. TEN TUSSCHEDE, Keizers­
gracht 100, Amsterdam, Penningmeester; L. H. DEELMAN, Commissaris van Materieel; N. W. VAN
LENNEP, Secretaris.
REDACTIE: N. \Y. VAN LENNEP; J. D. TREST.ING.
Waarnemend Secretarls-IIoofd-Kedaeteur: II. J. DEN IIKICTOC.
Iflarnixkade 43, Amsterdam.
Van dit blad, dat omstreeks den inden van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt
toegezonden, zijn extra-nummers verkrijgbaar ii -20 cents en een geheele jaargang fi f 2.—, eveneens slechts
voor Bondsleden.

INHOUDSOPGAAF: Het Internationaal Tornooi te Hastings; Problemen; Bin­


nenland.

Het Internationaal Tornooi te Hastings.

internationale In het Augustus-nummer van The British Chess Magazine wordt een
schaaktornooien overzicht gegeven van vroegere internationale meestertornooien, in Enge- 7 ö
in Engeland. . . .
lancl gehouden. Het eerste, (ook in het algemeen de allereerste interna-
tionale schaakwedstrijd) greep te Londen plaats in 1851. Van de
Si. George's Chess Club ging het plan uit, de beste Engelsche spelers
met de beste buitenlandsche te doen samentreffen. Voor dit doel werd
ongeveer acht en zeventig honderd gulden bijeengebracht. Zestien deel­
nemers traden toe, o.a. Bird, Staunton, Anderssen, Horwitz, Mavet,
Kieseritzky. Bij het spelen werd hetzelfde stelsel gevolgd als bij onze
kleine bondswedstrijden: de winners bleven aan; de verliezers vielen af.
Men heeft toen echter ingezien, dat voor een belangrijken strijd dit stel­
sel alles tegen zich heeft en bij alle 1) volgende gelegenheden is dan ook
de normale en logische regel in toepassing gebracht: ieder speelt met
ieder een of meer partijen. De prijzen werden behaald door Anderssen,
Wyvill, Williams, Staunton enz. Het tweede internationale tornooi in
Engeland werd georganiseerd te Londen in 1862, een tentoonstellingsjaar
evenals 1851. Er waren 14 deelnemers en Anderssen won opnieuw
den eersten prijs, tweede was Paulsen, derde Rev. John Owen, vierde
Rev. G. A. Mac Donnell, vijfde S. Dubois, zesde W. Steinitz.

1) Behalve nog in 1857 te New-York, toen Morphy zijn eerste lauweren behaalde.
16
246

Het concours in 1872 te Londen, waarin de drie prijzen achtereenvol­


gens door Steinitz, Blackburne en Zuckertort werden behaald, wordt niet
door British Chess Magazine vermeld.
Het volgende Engelsche tornooi in 1883 te Londen, zal altijd in de
annalen der schaakgeschiedenis met gulden letters opgeteekend blijven,
zoowel wegens het aantal en de sterkte der spelers, de grootte der prij­
zen en het gehalte der partijen. Onder de 14 mededingers vinden wij
Bird, Blackburne, Mason, Steinitz, Zuckertort, Mackenzie, Rosenthal,
Englisch, Tchigorin en Winawer. Ieder moest met ieder twee partijen
spelen. De overwinning werd op onovertroffen schitterende wijze door
Zuckertort behaald. Hij won 22 partijen na elkaar en begon eerst te
verliezen, toen hij zeker was van den eersten prijs, II was Steinitz, III
J. H. Blackburne, IV M. Tchigorin, V—VI Mason, Mackenzie en Englisch.
Drie jaar later, alzoo in 1886, schreef de British Chess Association
een tornooi uit. Dertien spelers kwamen op. Blackburne won den eersten
prijs, Burn den tweeden, Gunsberg en Taubenhaus deelden den derden
en vierden.
Van meer belang was No. 6, in 1888 te Bradford gehouden. Onder de
namen der zeventien mededingers merken wij op: Von Bardeleben, Tau­
benhaus, Weiss, Mackenzie, Burn, Blackburne, Bird, Gunsberg, Mason
en Pollock. I was Gunsberg, II Mackenzie, III—IV Von Bardeleben
en Mason, V A. Burn, VI Blackburne en Weiss.
Ten slotte het concours in 1890 te Manchester gehouden onder leiding
van de British Chess Association en de voornaamste schaakclubs aldaar.
Niet minder dan 20 deelnemers traden toe o. a. Taubenhaus, Alapin,
Mackenzie, Bird, Blackburne, Gunsberg, Mason, Schallopp, von Scheve
en Dr. Tarrasch. Den eersten prijs behaalde Dr. Tarrasch, die geen
enkele partij verloor, tweede was Blackburne, den derden en vierden
prijs deelden Bird en Mackenzie, den vijfden en zesden Gunsberg en
Mason, den zevenden Alapin,. Von Scheve en Tinsley.
Wordingsproces. Onze lezers zullen zich misschien herinneren —• op bladz. 73 van
dezen jaargang maakten wij er melding van — dat in Januari 1.1. te
Hastings een Chess-Festival plaats greep, en ofschoon nu het plan tot een
internationaal tornooi reeds een paar jaar in de hoofden der Hastingsche
Schaakclub-Bestuursleden broeide, kwam het eerst bij gelegenheid van
genoemd schaakfeest, toen Blackburne, Bird en Gunsberg tegenwoordig
waren, in openlijke bespreking. Lang gediscussieerd werd er niet, bezwaren
scheen niemand te hebben, want er werd dadelijk krachtig aangepakt.
Een Comité werd gevormd, de Club te Hastings begon met 150 pond
(/ 1815) voor het groote doel te schenken en eenige reclame in de
Engelsche couranten deed het overige. Clubs en particulieren hadden
spoedig zooveel bijeengebracht, dat het succes van deze zaak verzekerd
was en een programma kon worden ontworpen en rondgewond en.
Beschermheer enz Het Koninklijk beschermheerschap werd opgedragen aan den Hertog
247

van Vork, die het aanvaardde. Nog vier en veertig andere aanzienlijke
Engelschen werden tot Patrons benoemd. President van het Comité is
John Watney, Secretaris H. E. Dobell.
Prijzen. De volgende prijzen zijn uitgeloofd :
Eerste prijs ruim ƒ 1800.—
Tweede » „ ƒ 1380.—
Derde „ ,, f 1020.—
Vierde " „ „ 720.—
ViJfde » „ „ 480.—
Zesde » „ „ 360.-
Zevende » „ „ 240.—
Niet-prijswinners ontvangen ƒ 12.— voor iedere partij, die /.ij jwinnen;
voor iedere partij, die zij eventueel van den eersten, tweeden of derden
prijswinner mochten winnen, het dubbele. Daarenboven ontvangt de niet-
prijswinner, die het beste resultaat tegen de zeven prijswinners behaalt
ƒ 60.—. Verder is uitgeloofd: voor hem, die de meeste aangenomen
E vans-gambieten wint, een fraaie ring en een kostbaar boekwerk; voor
hem, die het eerst zeven partijen wint, een groote fotografie ter waarde
van f 50; voor de briljantste partij ƒ 60.—.
Hoe deze hooge prijzen oorzaak waren van een groot aantal aanmel­
dingen, berichtten wij reeds in het Mei-nummer.
Hastings. De omstandigheid, dat het onderhavige tornooi te Hastings gehouden
wordt, is zeker zeer aangenaam voor de deelnemers. Hastings is een mooie
badplaats, doch met eene als Scheveningen of Zandvoort. Hier is de stad
grooter, dè huizen bijna alle boarding-houses en de winkels ruimer en prach­
tiger, daar biedt het strand meerdere bekoorlijkheid. Ook onze duinen
ontbreken hier geheel en al: de kust wordt gevormd door een breeden
straatweg, met huizen en winkels aan de Noordzij. Een pier loopt ver
in zee, letterlijk omheind met aangename zitplaatsen. Aan het einde der
pier staat een vrij groot gebouw, waar 's middags en 's avonds muziek­
uitvoeringen en tooneelvoorstellingen worden gegeven. Straatweg en pier
vormen de geliefkoosde wandelplaats. Op het strand weinig badkoetsjes
en in het geheel geen schulpen. De meeste menschen geven de voorkeur
eraan, zich te baden in de bassins onder den straatweg. Langs buizen
wordt hierin het zeewater, ontdaan van zijn kracht en zijn frischheid,
vergaderd. Er zijn drie bassins, één voor dames, één voor heeren en één
voor kinderen. Zij zijn bereikbaar langs trappen midden in den straat­
weg, doch zelve zijn zij onzichtbaar voor de wandelende schare. De
Engelschen schijnen bang te zijn voor de hevig aanrollende golven en
het meedoogenloos ten dans uitnoodigende water, want slechts bij prach­
tig warm weer en uiterst kalme zee steken enkele koetsjes van wal. Dan,
als n.1. ook zeer laag water een strookje strand heeft te voorschijn doen
komen, levert Hastings een eenig gezicht op. Onder een blauwen hemel
een zilver-tintelende zee met honderden zeil- en roeibootjes. Op het
248

strand en op den straatweg schijnt de heele bevolking te zijn samenge-


loopen. Kinderen met bloote beenen stoeien en spelen in de ondiepe zee.
Duizenden menschen koesteren zich in de glooiingen van het strand en
kijken naar de vertooningen van reizende komedianten. Verkoopers en
verkoopsters venten garnalen, peren, frambozen, suikergoed ; fotografen
bieden hun diensten aan tot het verluchten van aardige groepjes en muzi­
kanten van allerlei slag trachten elkaar in luidruchtigheid van spel de
loef af te steken. Voeg hierbij een reizende dominee, die een toespraak
houdt, het Leger des Heils, dat liederen zingt en een groote balieklui-
vende menigte langs den langen straatweg en ge kunt u eenig denkbeeld
vormen van de heerschende bedrijvigheid.
Vooral Zondags brengen de treinen hier massa's Londenaren, die een
dagje van de frissche lucht en de schoone natuur willen profiteeren.
Het wedstrijd- Het Brassey-Imtitutc was eertijds het eigendom van Mr. Brassey, over
lokaal. wjen jk n0g gelegenheid zal hebben nader te spreken. Als parlements­
lid voor Hastings had hij er een zoogenaamd pied a terre en hield
hij er meetings in het belang zijner herkiezing. Toen hij tot Lord werd
verheven en in het Hoogerhuis zitting nam, schonk hij het gebouw aan
de stad uit dankbaarheid voor hetgeen de inwoners hadden medegewerkt
tot zijne tegenwoordige hooge positie.
Nu dient het als historisch stedelijk museum, als stadsbibliotheek, als
vergaderlokaal enz. De zaal, aan het Comité voor den wedstrijd afge­
staan, is zeker groot genoeg; van voren, van achteren, en van boven heeft
het daglicht gelegenheid door te dringen en wat nog wel het mooiste is,
de wanden worden versierd met verscheidene oude schilderijen van be­
roemde meesters.
Opening. In deze zaal greep op Maandag 5 Augustus half één uur in tegen­
woordigheid van een groot aantal bezoekers de opening van het tornooi
plaats. De President richtte eenige woorden van welkom tot de aanwe­
zigen, deed daarna uitkomen, dat de kleine schaakclub van Hasting won­
deren had verricht en dat er in de wereldgeschiedenis nog nooit zulk
een schaakwedstrijd had plaats gegrepen. Het Comité mocht zich geluk-
wenschen met de deelneming van alle groote tegenwoordige meesters, in
het geheel twee en twintig, en hij wenschte slechts, dat zij alle konden
winnen.
Daarna sprak de Lord-Mayor van Hastings eenige woorden: Wel wist
hij niets van het schaakspel af, maar hij had begrepen, dat hier een samen­
komst van meesters plaats greep uit alle deelen der wereld en daarmee
feliciteerde hij de Hastingsche schaakclub. Hij hoopte verder, dat er niet
voortdurend geschaakt zou worden en dat er eenige tijd zou overblijven,
om de schoonheden der stad en der omstreken in oogenschouw te nemen.
Nadat nog het tegenwoordige Parlementslid voor Hastings, Mr. W.
Lucas Shadwell, zijn stem had doen hooren en zijn beste wenschen voor
het succes van den wedstrijd had uitgesproken, daarbij natuurlijk in
249

herhalingen van de vorige sprekers vervallende, greep de loting plaats.


Een voor een werden de namen der deelnemers opgelezen. Bij zeer
bekende namen zooals van Steinitz, Lasker en Tarrasch werd luide door
het publiek geapplaudisseerd, doch toen Blackburne uit de bus kwam,
scheen er aan de toejuichingen en het handengeklap geen einde te zullen
komen. Ongeveer te kwart over één waren alle partijen in vollen gang.
Bepalingen enz. De schikkingen, door het Comité getroffen en de gemaakte bepalingen
hebben de algemeene tevredenheid verworven, op eenige weinige uitzon­
deringen na. De tafeltjes, waaraan de spelers zitten, zijn uiterst geschikt
en op gelijken afstand van elkaar over de geheele zaal verspreid, zoodat
een groot aantal toeschouwers om ieder tafeltje plaats kan nemen.
Onaangenaam voor het publiek is het, dat er niet volgens een vast rooster
gespeeld wordt, d. w. z. de kleurverdeeling is wel van te voren bepaald,
maar eiken dag maakt het lot uit, welke ronde gespeeld zal worden,
zoodat de paring der deelnemers tot op het oogenblik zelf een geheim
blijft. Het doel van dezen maatregel heeft nog niemand kunnen raden,
maar het gevolg natuurlijk ervan is, dat men niet weet, of op een bepaal­
den dag bijzonder interessante partijen gespeeld zullen worden. Vreem­
delingen, die een dag vrijaf willen nemen, om een uitstapje te maken,
moeten het doen op goed geluk en op gevaar dat zij juist een bijzonder
interessanten strijd zullen missen. Eén uur voor den aanvang worden
dagelijks de schaaktafeltjes gedekt. Bord en stukken worden opgesteld,
groote rose kaarten, waarop de naam van den speler met duidelijke
zwarte letters is gedrukt, worden links van het schaakbord, block-notes
met geperforeerd notatie-papier rechts gelegd; klokjes, aschbakjes en
lucifers op de tafel, en koperen spuw-bakjes er onder completeeren een
aantrekkelijk geheel.
Er wordt gespeeld 's middags van x tot 5 uur, 's avonds van 7 tot 10
uur. Dagelijks één partij. Donderdag en Zondag zijn vacantie-dagen.
Nog een zeer onaangename bepaling speciaal voor hen, die evenals
ondergeteekende schaaktijdschriften of schaakrubrieken te verzorgen heb­
ben, verbiedt aan toeschouwers het noteeren van partijen. Het Comité
heeft n. 1. met eeti Londenschen uitgever een contract gesloten voor een
na afloop te publiceeren congres boek en nu is het niet mogelijk, eenige
partijen te krijgen anders dan tegen betaling van 60 gulden. Engelsche
bladen als The Daily News en The Standard zien natuurlijk tegen
een dergelijke uitgave niet op, maar ons Tijdschrift en zijn speciale ver­
slaggever hebben niet veel zakgeld te missen! Gelukkig vond echter een
zeer ingenieuze persman uit, dat het wel verboden is, partijen op te schrij­
ven, maar niet, partijen te onthouden!
Deelnemers. De deelnemers, zooals zij in het April- en Juni-nummer worden ver­
meld, kwamen allen op, zoodat de diensten van den reserve niet werden
gerequireerd. Wel vroeg Gunsberg den eersten dag aan Van Lennep,
of laatstgenoemde zijn plaats wilde innemen, maar Van Lennep weigerde,
25°

daar hij opzag tegen de inspanning, om ruim vier weken achtereen ernstig
schaak te spelen. Gunsberg besloot toen, toch maar mee te doen. Vol­
ledigheidshalve laten wij hier nogmaals het lijstje volgen.
A. ALBIN (Amerika). C. VON BARDELEBEN (Duitschland).
H. E. BIRD (Engeland). J. H. BLACKBURNE (Engeland).
A. BURN (Amerika). I. GUNSBERG (Engeland).
D. JANOWSKI (Frankrijk). E. LASKER (Engeland).
J. MIESES (Duitschland). J. MASON (Engeland).
G. MARCO (Oostenrijk). H. N. PILLSBURY (Amerika).
W. H. K. PALLOCK (Canada). F,. SCHTFFERS (Rusland).
C. SCHLECHTER (Oostenrijk). W. STEINITZ (Amerika).
Dr. S. TARRASCH (Duitschland). M. TCHIGORIN (Rusland).
S. TINSLEY (Engeland). R. TEICHMANN (Engeland).
B. VERGANI (Italië). A. WALBRODT (Duitschland).
Toeschouwers. De wedstrijd wekt veel belangstelling en wordt dagelijks door 180 a
200 toeschouwers, waaronder zeer veel dames bijgewoond. Vóór den
aanvang worden hier aan de huizen gedrukte briefjes rond gebracht,
waarop de paring van denzelfden middag te lezen staat en naarmate nu
meer of min interessante partijen verwacht kunnen worden is de opkomst
grooter of kleiner. Ook van andere plaatsen in Engeland en uit het
buitenland zijn verscheidene liefhebbers aanwezig. Wij merkten o.a. op
Dr. Lewitt en W. Cohn uit Berlijn, Goetz uit Parijs, meester Bier uit
Hamburg, E. Pecher, de Belgische schaakkampioen uit Brussel enz. Van
de dames, die met belangstelling den strijd volgen, noemen wij Miss
Baird, de beroemde probleem-dichteres. De Engelsche schaakpers wordt
vertegenwoordigd door Gunsberg, Hoffer, Van Vliet en Tinslev. De
meesten dezer worden door hun echtgenooten met hun arbeid geholpen
en Gunsberg, die dan ook dagelijks voor zeven couranten uitvoerige
verslagen moet leveren, houdt er zelfs, behalve zijne vrouw, nóg een
partikuliere Secretaris van het vrouwelijk geslacht op na. Ook Black-
burne wordt gewoonlijk door zijn vrouw vergezeld, die dan met angstige
blikken het spel volgt: men begrijpt het, ieder winstpunt geldt een
pondje Blackburne en Gunsberg hebben ieder een zoontje, onge­
veer 9 è. 10 jaren oud, en het is vermakelijk, de beide dreumesjes te
hooren filosofeeren. Toen Gunsberg tegen Tarrasch remis had gemaakt,
riep zijn spruit uit: „Wat een schande, papa, hebt u niet meer dan
remis gemaakt!" Hij begon daarop de partij na te spelen, om te kijken,
waar zijn vader beter had kunnen doen, bij welke analyse Blackburne II
de partij van Tarrasch opnam. Daarna gingen de beide jonge heeren
met elkaar aan den slag. Blackburne [I liet spoedig zijn dame instaan,
die Gunsberg II met de opmerking: ,, You must have a nice look to play
chess" inrekende.
Bij een interessante partij zijn spoedig alle zit- en staanplaatsen bezet.
Dan klimmen de menschen op stoelen en er wordt letterlijk gevechten,
251

om een blik op het bord te kunnen slaan. Zoodra een der spelers op­
geeft of mat wordt gezet, volgt dan een daverend applaus ter eere van
den overwinnaar, door de vrienden van den verslagene met eenig gesis
beantwoord. Aardig is het, als verschillende tafels op zoodanige wijze
belegerd worden. Applaus heeft dan dezelfde uitwerking als indertijd in
„de Doofpot , wanneer Sjalie met den moppentrommel rammelde.
Iedereen komt aanvliegen om te zien, wie gewonnen heeft en het hand­
geklap wordt steeds heviger.
Spelers en partijen. Het gaat niet aan van alle partijen een uitvoerig verslag te geven.
Aan het einde van dit bericht geven wij een opgaaf van de ronden, de
gespeelde openingen en de score der deelnemers over de eerste helft van
het tornooi. Daarenboven vinden onze lezers de belangrijkste partijen
in het volgend nummer, zoodat ons niets overblijft dan eenige in­
teressante momenten, die zich bij het spel voordeden, te releveeren.
Losse opmerkingen over spelers kunnen gevoegelijk daartusschen ge­
vlochten worden.
Het spreekt vanzelf, dat gedurende de eerste ronden de aandacht
hoofdzakelijk op de verrichtingen der vier favorites Steinitz, Lasker,
Tarrasch en Tchigorin gericht was. Maar al spoedig bleek het, dat de
overige deelnemers niet van plan waren, zich weerloos te laten slachten.
Inderdaad, wij kunnen niet genoeg wijzen op het enorm belangrijke van
dezen strijd, in betrekking tot het aantal en de sterkte der spelers.
Hadden bij vorige gelegenheden Lasker en Tarrasch gemakkelijk spel,
thans concurreeren alle schaakgrooten der wereld en met name spelers
als Steinitz, Tchigorin, Pillsbury en von Bardeleben laten zich niet door
een beroemden naam imponeeren. Nu reeds laat het zich aanzien, dat
de aanmatiging van Dr. Tarrasch, om zich na zijn overwinningen te
Manchester en in Duitschland, waar geen meester van den eerstén rang
buiten hem mededong, den titel van eersten tornooispeler der wereld toe
te kennen, in Hastings zwaar en gevoelig gestraft zal worden. Ook Lasker
schijnt er niet heelhuids te zullen afkomen. Doch ter zake.
eerste ronde. [n de eerste ronde kregen wij een prachtigen strijd te aanschouwen

tusschen Tchigorin en Pillsbury. Men was algemeen nieuwsgierig te zien,


hoe de Amerikaan zich tegen den gevreesden Rus zou houden, want
hoewel de roem van eerstgenoemde in zijn vaderland gevestigd is en de
tijdschriften schitterende staaltjes van zijn talent mededeelden, tegen Tchi­
gorin achtte men hem nog niet opgewassen. Reeds op bladz. n van den
'iiisbury. vorigen jaargang hadden wij gelegenheid, eenige regelen over Pillsbury
te schrijven, toen hij n.1. in December '93 in het New-Yorker meester-
tornooi, uitgeschreven door de Manhattan Chess Club, den eersten prijs
had gewonnen. De toen door ons uitgesproken meening, dat hij zijn
hoogtepunt nog lang niet had bereikt en dat men goede verwachtingen
van hem mocht koesteren voor de toekomst, blijkt thans alleszins juist te
zijn geweest. Pillsbury is pas 22 jaar oud, hij is van solieden, goed ge-
252

proportioneerden lichaamsbouw en ziet er ouder uit dan hij is. Zoodra


men echter zijn fijnbesneden, hoogst intelligent gezicht beschouwt, krijgt
men terstond den indruk van iets bijzonder geniaals. Zijn donkere
oogen, zijn stem en zijn manieren hebben iets zacht-vrouwelijks en aan
zijn .wijze van loopen zou men een coquetteerende jonge dame herkennen.
Zijn mannelijkheid zit behalve in zijn krachtig spel, hoofdzakelijk in zijn
sigarenkoker. Hij dampt den ganschen dag zonder ophouden — soms
zes Havanna's gedurende één partij —• en is er dan ook reeds in ge­
slaagd, al zijn tegenstanders in rook te doen opgaan. Zijn spel is, in één
woord, prachtig doch tevens beslist en correct. Als men hem gadeslaat,
kalm en met overleg zijn zetten doende, steeds bereid den aanval over
te nemen, de meest briljante en onverwachte combinaties makend zonder
echter een oogenblik zijn eigen veiligheid uit het oog te verliezen, dan
denkt men: Zóó ongeveer moet Morphy gespeeld hebben. Dat hij dan
ook in de onderhavige partij tegen Tchigorin het onderspit moest delven,
is niet te wijten aan zwak spel. Na de zetten i. e4 es 2. f4 LC5 3.
Pf3 d6 4. LC4 PC6 5. Pc,3 Pf6 6. d3 Lg4 7. 113 LF3: 8. IX3: Pd4 speelde
Tchigorin I)g3- Pillsbury ging nu blijkbaar af op het oordeel van sommige
Duitsche commentators, dat Zwart na 9...Pc2f 10. Kdi Pai : 11. Dg7:
met Kd7! aan alle gevaar ontsnapt en ten slotte door zijn materieel
overwicht wint. Tchigorin scheen van deze analyse niets af te weten, hij
veroverde eerst pion f7; daarna paard ai en pion [17 en besliste ten
slotte met zijn g-pion de partij.
Vergani. Steinitz had onderwijl gemakkelijk spel tegen Vergani (volgens Berger:
B. Graaf Vergani) Vergani was, zooals de Engelschen zeggen the dark
horse. Niemand wist hoe sterk hij speelde, niemand had ooit een partij
van hem gezien, niemand begreep, waaraan hij het recht ontleende, mee
te doen, zoodat iedereen benieuwd was, welk talent zich hier zou ont­
poppen. Er ontpopte zich echter in het geheel geen talent, zelfs geen
talentje. In Italië staat Vergani bekend als een sterk speler, in '92
won hij te Turvn den tweeden prijs in een nationaal tornooi en meer
dan eens gaf hij in zijn vaderland blindvoorstellingen van vijf partijen.
Maar wat beteekent dit alles? In het land der blinden is éénoog koning
en met name in Italië is het met de beoefening van het schaakspel nog
zeer treurig gesteld.
Van de 10 partijen, die Vergani in de eerste helft van den wedstrijd
speelde verloor hij er acht en maakte hij er twee remise. Overigens is het
onmogelijk, geen medelijden met den man te krijgen. Niet alleen, dat hij
niets anders verstaat dan Italiaansch en dus met niemand een woord kan
spreken, maar van lichaam is hij geheel verlamd en misvormd, zoodat
twee krukken hem bij het gaan moeten ondersteunen. Deze intellectueele
en moreele eenzaamheid, waarin zich Vergani bevindt, kunnen wel invloed
hebben op zijn spel en zeker is het, dat zijn gezicht iederen dag een
bedroefder uitdrukking aanneemt.
253

Tarrasch over- Tarrasch begon den eersten dag al bijzonder ongelukkig. Mason opende
schrijdt den tijd. . .. .
tegen hem met net Giuoco Piano. Op zijn gewone wijze wist Tarrasch
spoedig de leiding der partij te bemachtigen en toen hij zijn 3osten zet
had gedaan, was zijn stelling aanmerkelijk in het voordeel. Op dit moment
reclameerde Mason echter de partij voor zich gewonnen, daar Tarrasch
den tijd had overschreden. Het bleek nu, dat Tarrasch zich vergist had
met de notatie. Op de plaats van den eersten zet had hij de namen
der spelers geschreven, en op de plaats van den tweeden zet had hij den
eersten zet aangeteekend enz. zoodat pas 29 zetten waren geschied, op
het oogenblik, dat hij meende zijn 3isten te moeten maken. Het Comité
verklaarde de partij voor Tarrasch verloren.
Bird. De parlij Albin-Bird bewees, dat de Engelsche veteraan, de eenige nog
levende meester, die meedeed aan het internationaal tornooi te Londen
in 1851, ondanks zijn 65 jaren het schaken nog niet verleerd is. Drie en
dertig jaar geleden speelde Bird zijn eerste partij met Blackburne en het
schijnt, dat de tijd geen merkbaren invloed op zijn spel uitoefent. Bij
het tornooi te Manchester in '89 slaagde hij er in, den derden prijs te
winnen en op dit moment (18 Augustus) is hij met 6 winstpunten No. 6
in de rij der deelnemers. Wel heeft Bird het in matches steeds tegen
spelers als Steinitz, Blackburne, Lasker en Gunsberg moeten afleggen,
maar in wedstrijden, waar volgens Von Bardeleben het schaakspel eigenlijk
een dummes Gliickspiel is, speelt de eigenaardige origineele speelwijze van
den grand old man of chess menigen zelfs sterkeren tegenstander parten.
Bird is nu juist niet een schitterende verschijning; met moeite beweegt
hij zich, voortgeholpen door een kruk, en als hij zich eindelijk voor het
bord heeft neergezet, neemt zijn gezicht zulk een komisch-lamentabele
uitdrukking aan, dat men zijn lachen niet kan houden. Het is als stierf
hij duizend dooden gedurende één partij. Daarbij kauwt hij afwisselend
op zijn pijp en op zijn gebit, dat hem telkens uit den mond dreigt te
vallen en draagt kleederen en een hoogen hoed, die zijn grootvader ook
gekend moet hebben. Misschien imponeert dit laatste zijn tegenstanders,
die zich waarschijnlijk ook door den eerbiedwekkenden omvang van den
ouden heer en de enorme snelheid en beslistheid, waarmee hij zijn zetten
maakt, van streek laten brengen. Zelfs Tchigorin, wien het gedurende de
eerste negen ronden gelukte acht partijen te winnen bij slechts één ver-
liespunt, liep in zijn tweede partij heel gemoedelijk in een valletje, dat
Bird vernuftig voor hem had uitgedacht en moest zich, schoon een half
dozijn pionnen in het voordeel, een eeuwig schaak laten welgevallen. Een
oude vos verliest wel zijn haren, maar zijn streken niet!
Tweede ronde. De tweede ronde bracht een nieuwe nederlaag voor Tarrasch. Ditmaal
verloor hij niet door tijdsoverschrijding maar werd in een Dame-Gambiet —•
door Pillsbury aangeboden, maar door Tarrasch geweigerd—op de meest
schitterende wijze mat gezet. De jonge Amerikaan ontvouwde in deze
partij zijn volle meesterschap. Terwijl Tarrasch op den damevleugel
254

voordeel zocht te behalen, ondernam hij een vernietigenden aanval op


de zwarte koningsstelling en bekroonde dien met een briljante offercom­
binatie, die de omstanders in verrukking bracht. Nog belangrijker misschien
was de partij tusschen Lasker en Tchigorin. Dat deze twee concurrenten
voor den eersten prijs alle krachten zouden inspannen om elkaar de loef
af te steken was te voorzien en lang vóór het begin der partij had dan
ook reeds een heele kring toeschouwers om het tafeltje plaats genomen,
vol spanning.
Lasker opende met het Dame-gambiet en Tchigorin verdedigde dit op
zijn gewone wijze met Lg4, gevolgd door Pc6, Lb4 en afruil der beide witte
paarden tegen de zwarte loopers. Het middenspel werd door beiden met
de meeste zorg gespeeld maar Lasker wist langzamerhand door voor­
treffelijke voering zijner loopers een sterk centrum en een duidelijk positie­
voordeel te verkrijgen. Op het beslissende moment echter intrigeerde
de matcombinatie van Pillsbury, die aan het volgende tafeltje gezeten
was, den armen Lasker zoodanig, dat hij plotseling zijn kalmte verloor,
een snellen zet deed, die hem de kwaliteit kostte, en spoedig daarop
werd matgezet.
Derde ronde. De derde ronde bracht Blackburne en Steinitz tezamen. De heeren
kenden elkander! Toen Steinitz in 1862 te Londen den eersten prijs won,
behoorde ook de twintigjarige Blackburne tot de deelnemers en hoeveel
malen hebben zij elkander sinds niet in tornooien en matches ontmoet!
Blackburne scheen de zeer vele malen, dat hij door zijn tegenstander
verslagen was, nog niet te zijn vergeten, want zijn spel gaf blijk van
bevangenheid. Hij opende met het Loopergambiet, dat Steinitz aannam
en met 3 Pf6 verdedigde. De aanval van Wit was spoedig uitge­
raasd en Steinitz, die een paard had tegen een looper, wist door meester­
lijke behandeling van het eindspel de partij spoedig in zijn voordeel te
beslissen.
In dezelfde ronde wist Lasker door meesterlijk en krachtig spel een
Schiechter. partij tegen Schlechter te winnen. Karl Schlechter is de beruchte drawing-
master van Weenen. Toen hij verleden jaar te Leipzig voor het eerst
in een meestertornooi meedeed, gelukte het hem slechts twee partijen te
winnen, daarentegen maakte hij er niet minder dan tien remise. Denzelfden
weg schijnt Schlechter ook bij dit tornooi te willen bewandelen. Van
tien partijen verloor hij er één, terwijl de negen overige remis werden.
Dit is minder het gevolg van gebrek aan talent *) dan van klaarblijke­
lijke onverschilligheid. Schlechter spant zich niet bijzonder bij de partij
in; terwijl zijn tegenpartij denkt, loopt hij rond om naar andere borden te
kijken en vergenoegt zich meestal dergelijke zetten te maken, die den

*) Dat Schlechter ook uiterst briljant kan spelen bewijst het volgende eenig mooie partijtje, eenige
maanden geleden te Weenen gespeeld. Wit: B. Fleissig, i. b4 e6 2. Lb2 Pf6 3. a3 C5 4. bs ds 5. d4
Dasfó. PC3 Pe4 7. Dd3 cd4 : 8. IM4 : Les 9. Lf2 :f 10. Kdi d4 11. Dh8:f Ke7 12. Dc8 dc3: 13.
Lei Pd7 14. T)a8 : Dbs : 15. Lf4 Ddsf 16. Kei Le3f!! 17. Le3 : Pf2 !!! en mat in enkele zetten.
255

ander elke kans om de partij te winnen, ontnemen. Dit te kunnen is


natuurlijk ook een groote kunst.
Zooals reeds gezegd, de eenige partij, die Schlechter verloor was tegen
Lasker. In het afmaken van iets zwakkere tegenstanders staat Lasker
ongetwijfeld verre boven Tarrasch. Spelers als Walbrodt, Marco, Bird,
Janowski en Pollock hebben niet de minste kans tegen hem. Als Lasker met
zoo'n „knoeier" te doen heeft, is hij altijd het eerst van allen klaar, ter­
wijl het voor Tarrasch volmaakt onverschillig is, zoowel betreffende tijd
als inspanning, of hij met Tinsley of met Tchigorin speelt. Ik vergat
nog te zeggen, dat Schlechter nog zeer jong is en van klein postuur. Hij
heeft een innemend gezicht, dat altijd tot lachen geplooid is en spreekt
zijn Duitsch met een plat VVeener accent de g tot k en de a tot o£ pro-
moveerende.
Uitstapje. Donderdag 8 Augustus werd er niet gespeeld. Het comité had voor
dien dag een uitstapje georganiseerd. De meesters, de vertegenwoordigers
der pers en ook ondergeteekende hadden een invitatie gekregen, maar
anderen, die mee wilden gaan, konden dit doen, tegen betaling, 's Morgens
half elf werd de tocht aanvaard in vier groote Jan Pleiziers, elk bespannen
met vier paarden. Het weder was overheerlijk en de wegen, die wij
bereden, bijzonder rijk aan natuurschoon. In anderhalf uur hadden wij
Battle bereikt, de plaats waar eigenlijk in 1066 de slag bij Hastings
plaats greep. Uit dankbaarheid voor zijn overwinning over de Saksen
stichtte Willem de Veroveraar op de plaats, waar de strijd het hevigst
gewoed had, een groote Abbey. Hiervan zijn nog heerlijke ruines over,
die wij onder geleide van een gids bezichtigden. Nadat nog voor de
gaaf en in zijn geheel overgebleven hoofdpoort een fotograaf eenige
kieken van ons genomen had, bood het Comité ons een rijken luncheon
aan in het dorpslogement. Toen iedereen verzadigd was, werden de
rijtuigen weder bestegen en ging de tocht verder naar Normanhttrst
Court, het kasteel van den reeds genoemden Lord Brassey. Het was
een goed idee geweest van het Comité, voor de schakers vergunning
te vragen om dit eigendom te bezichtigen. Vreemdelingen, die nog
nooit een Engelsch adellijk verblijf hebben gezien, kunnen zich geen flauw
begrip vormen van de daar heerschende weelde. Het kasteel van Lord
Brassey gelijkt meer op een museum van de zeldzaamste en prachtigste
kostbaarheden en antiquiteiten dan op een woonhuis. Op elke verdieping
lagen dan ook gedrukte catalogi, waarin beschrijvingen en historische
aanteekeningen aangaande alle tentoongespreide voorwerpen te vinden
waren. Het meest frappeerden mij schitterend mooie gobelins, eigenhandig
door Marie Antoinette gewerkt. Lord Brassey, op dit moment Governor
in Australië, is de zoon van den bekenden ingenieur, die als gewoon
werkman begonnen, zich wist op te werken tot aanlegger van spoorwegen
en zich in dien tijd, toen de spoorwegen allerwege in zwang kwamen,
een onmetelijk fortuin vergaarde.
256

Nadat wij onzen oogen ruimschoots den kost hadden gegeven, ook in het
fraaie park om het kasteel, werd de terugtocht aanvaard. Ruim zes uur
waren we weder thuis. Des avonds te half acht werd de genoegelijke dag
met een muziekuitvoering in het piergebouw — ook ter eere der schaak­
meesters — besloten.
vierde ronde. Vrijdag 7 Augustus werden de vijandelijkheden met nieuwen moed
voortgezet. Tarrasch had weer met den reeds zoo vaak door hem ge-
klopten Walbrodt te doen. Ditmaal scheen het, dat Walbrodt eens ge­
duchte wraak wilde nemen over al zijn vorige nederlagen, want hij
behandelde den door Tarrasch geopenden Spanjaard zoo voortreffelijk, dat
Wit langzamerhand met al zijn stukken werd teruggedrongen en zich
uitsluitend tot de verdediging moest bepalen. Zwart richtte nu een
hevigen aanval tegen den witten koning en zou zeker gewonnen hebben,
indien hij niet op het beslissend oogenblik een uiterst fijne ressource van
Tarrasch over het hoofd had gezien. Het scheen vrij wel onverschillig
of zwart zijn paard van g7 naar 115 of naar eó speelde, maar in werke­
lijkheid was laatstgenoemde zet de eenig juiste geweest. Tarrasch kreeg
nu gelegenheid, eerst een toren en daarna zijn dame te offeren en Wal­
brodt kon het mat niet meer pareeren. Deze overwinning was van des
te grooter belang voor Tarrasch, daar terzelfder tijd zoowel Lasker als
Tchigorin hun partijen verloren. Eerstgenoemde had een Damegambiet
tegen Von Bardeleben te verdedigen, maakte echter in zijn begeerte, den
aanval machtig te worden, een paar strategische fouten, waarvan Von
Bardeleben op meesterlijke wijze partij trok. Schiffers beantwoordde het
Tweepaardspel in de nahand van Tchigorin met 4. d4 en nu ontstond
de bekende variant 4.... ed4: 5. o—o Pe4 6. Tei d5 7. Ld 5: Dd5:
8. PC3 Dd8 9. Te4:f. Hier miste Tchigorin de goede voortzetting, die
in 9. .. . Le7 bestaat en speelde 9.. . . Le6, hetgeen hem een uiterst
moeilijk spel verschafte. Ten slotte verloor hij door een groven blunder
een stuk en weinige zetten daarna de partij
vijfde ronde. De vijfde ronde was noodlottig voor Tarrasch. Ditmaal was Tchigorin
zijn tegenstander. Was hij erin geslaagd, dezen te kloppen, dan had hij
nog een goede kans gehad op den eersten prijs; maar de goden hadden
anders besloten. Tarrasch scheen van den aanvang af gedemoraliseerd;
hij maakte onbeteekenende of slechte zetten en, schoon hij met het soliede
damegambiet geopend had, kostte het Tchigorin weinig moeite, reeds in
den aanvang der partij de leiding bij de betere stelling te bemachtigen.
Bij den 29en zet offerde Tchigorin de kwaliteit voor drie verbonden
vrijpionnen, die dan ook spoedig een zoodanige kracht ontwikkelden, dat
Tarrasch het geraden vond, op te geven.
Steinitz leading Na de eerste week was de score aldus: Steinitz 4V2, Bardeleben en
Tchigorin 4, Pillsbury en Schiffers 31/0, Lasker, Mieses en Tinsley 3, Bird,
Burn, Teichmann en Walbrodt 21/2, Albin, Blackburne, Gunsberg, Janowski,
Pollock en Schlechter 2, Marco, Mason en Tarrasch iVs, Vergani o.
257

Men kan zich voorstellen, hoe uitermate verheugd de bewonderaars van


Steinitz waren over den uitslag dezer eerste week. Steinitz leading! heette
het overal. Men stelde zich Steinitz reeds voor als winner van den eer­
sten prijs. Deze laatste en grootste triuraf zou de kroon zetten op zijn
prachtige loopbaan als schaakgenie en de wereld zou te klein worden
om hem te bevatten. Ik sprak daar van bewonderaars, en dit is in
zooverre onjuist, dat ik het schoone geslacht hier wel in 't bijzonder ver­
melden mag. Steinitz is een bijzondere lieveling van alle jonge en oude
dames, die den wedstrijd bijwonen. Zij volgen zijn spel bij voorkeur en
met de meest sympathiseerende belangstelling en zoodra hij opstaat, vor­
men zij groepjes om hem heen, om hem over het een of ander te inter-
pelleeren.
Zesde ronde. Met de zesde ronde op Maandag 12 Augustus begon het geluk, Steinitz
den rug toe te keeren. Van de vijf partijen, die hij gedurende de tweede
week speelde, verloor hij er vier en won de laatste. Hierdoor kregen
Tchigorin, Pillsbury, Von Bardeleben, Lasker, Schiffers en Bird gelegen­
heid, hem voorbij te komen en moest Steinitz zich vergenoegen aan het
einde der tweede week, de zevende plaats met Teichmann en Walbrodt
te deelen. Het ongelukkigste is, dat twee dezer vier verliezen hem door
bepaald zwakkere spelers berokkend werden, n. 1. door Pollock en Bird.
In de partij Marco-Bird deed zich een eigenaardig incident voor
Marco had een gewonnen spel; hij behoefde, een paar pionnen in het
voordeel zijnde, slechts de dame af te ruilen, teneinde het tot een eind­
spel te doen komen. Om tijd te winnen gaf hij echter eerst eenige
malen schaak en wel als volgt (zet de witte dame op C4 en witten pion
op g6, zwarten koning op h8, zwarte dame oph8.) 1. IM4 j-Kg8 2. Dc4f
Kg7 3- Dc3t Kg8 4. Dc4f Kg7 5. DC3 f Kg8 6. I)b3f ICg7 7. DC3 t
Kg8. Marco nam nu de zwarte dame doch Bird eischte, dat de partij
remise verklaard zou worden. Marco protesteerde hiertegen op grond,
dat niet driemaal dezelfde zetten of reeks van zetten van weerskanten
herhaald waren. Het Comité stelde echter Bird in het gelijk. Bij dezen
wedstrijd en trouwens in geheel Engeland en Amerika geldt in dergelijke
gevallen een andere regel als in Duitschland en Nederland. Deze regel
luidt: „Indien dezelfde positie zich driemaal gedurende een partij voordoet,
en het telkens de beurt is van denzelfden speler om te zetten, zoo is de
partij remis. In de onderhavige partij kwam de stelling, waarin de
witte dame op C3 schaak geeft, driemaal voor.
Zevende ronde. Verdere opmerkingen over de spelers moet ik uit plaatsgebrek voor hee
volgend nummer bewaren; ik zal mij dus bepalen tot korte aanteekeningen
over het spel in de laatste vier ronden der tweede week. De zevende
ronde was vooral belangijk, omdat het hierin Tarrasch weer eens gelukte
een partijtje te winnen n.1. van Schiffers. Schiffers had een goede partij,
doch hij raakte in tijdverlegenheid en overzag bij den 30sten zet, dat hij
beter kon spelen en minstens remise kon maken.
258

Terzelfdertijd werd de partij Pillsbury—Steinitz gespeeld. Zelfs in dit


tornooi kan Steinitz het doen van bizarre en klaarblijkelijk ongunstige
openingszetten maar niet laten. Hij liet zich in een geweigerd Dame­
gambiet al vroeg een dubbelpion geven of de f-lijn en Pillsbury wist van
de daardoor ontstane zwakte meesterlijk gebruik te maken. In het eindspel
waren de zwarte pionnen op den koningsvleugel niet meer te houden.
Pillsbury, die een diepe vereering voor Steinitz koestert en hem overigens
bijzonder bevriend is, zeide mij na afloop der partij: „Het was mijn plicht
zoo goed mogelijk te spelen, maar ik had liever van ieder ander dan
van Steinitz gewonnen."
De achtste ronde op Woensdag 14 Augustus voegde een nieuwe over­
winning bij de zes, reeds door Tchigorin behaald. Ditmaal was Black-
burne de verliezende partij. Tchigorin was nu de eerste, die feven
partijen had gewonnen en behaalde dus den daarvoor uitgeloofden extra-
prijs (zie vroeger onder: Prijzen).
Receptie. Donderdag was weer een holiday. Des avonds gaf de President van
het Comité een reception, waarop een paar honderd schaakliefhebbers
met dames waren uitgenoodigd. Eerst was — zooals altijd in Enge­
land — groot avond-tenu verplichtend gesteld, maar toen de buitenlandsche
meesters verklaard hadden, dan niet ]te kunnen verschijnen, werd voor eens
van den anders zoo strengen regel afgeweken. Men kreeg nu het grappige
gezicht te aanschouwen, dat sommige heeren in rok en witte das, anderen
in een rijwiel-pakje kwamen en dat vele oude dames zeer laag en vele
jonge dames niet gedecolleteerd waren.
De avond werd zeer gezellig met muziek en zang — grootendeels door
dilettanten uitgevoerd — doorgebracht, terwijl een groot buffet, beladen
met keur van spijzen en dranken, bereid was alle hongerigen en dorstigen
te laven.
Negende ronde. De negende ronde bracht den ex-charnpion en den champion tegen­
over elkaar. Lasker plays Steinitz to-day! heette het in advertenties en
strooibiljetten en het aantal toeschouwers, die in den loop van den
middag een plaats om het tafeltje kwamen veroveren, was buitengewoon
groot. Steinitz scheen goed gedisponeerd, hij speelde met buitengewone
accuratesse en, schoon zijn stukken oogenschijnlijk op ongunstige plaatsen
werden teruggedrongen, was Lasker nergens in staat, een bres te schieten.
Steinitz daarentegen maakte zich tot den beslissenden doorbraak gereed.
Op het critieke moment raakte hij in tijdverlegenheid en onderschatte
een paard-offer, dat Lasker kon doen en ook deed. Had Steinitz een
eenvoudig verdedigend zetje gemaakt, dan is het niet duidelijk, hoe
Lasker de partij gered had. Het paard-offer keerde plotseling de blaadjes,
Wit (Lasker) won na eenige zetten zijn stuk terug en ofschoon Zwart
nog eenmaal een zeer ingenieuze poging deed, om zich van den aanval
meester te maken, Lasker verdedigde zich correct en won.
Tiende ronde. De tiende ronde bracht nieuwe en belangrijke wijzigingen in den stand
259

der deelnemers. Tchigorin, gedurende de gansche tweede week No. i,


overzag in een Evansgambiet, hem aangeboden door Bird, en waarin
laatstgenoemde na de openingszetten zoowel den aanval als drie pionnen
verloren had, een eeuwig schaak en moest zich met remise tevreden stellen.
Dit stelde zijn score gelijk met die van Pillsbury, die inmiddels van
Mason had gewonnen. Het tweede evenement was de eerste nederlaag
van Von Bardeleben, de eenige speler, die tot dien dag nog geen partij
had verloren. Steinitz, ongetwijfeld moede van zijn vier achtereenvolgende
verliezen, was in uitstekende conditie en versloeg hem op de meest bril­
jante wijze door een combinatie, die 19 zetten ver reikte. Deze partij is
zeker de mooiste der tot dusver gespeelde en Steinitz volkomen waardig.
Het derde evenement was de vierde nederlaag van Tarrasch, ditmaal
tegen Teichmann. Tarrasch verloor door een blunder de kwaliteit, hij gaf
er toen de voorkeur aan, de partij in een voor hem hopelooze stelling
„door tijdsoverschrijding" te verliezen. Na het einde der tweede week
was de score aldus: Tchigorin en Pillsbury 8Vs, Von Bardeleben en Lasker
7"2, Schiffers 6%, Bird 6, Steinitz, Teichmann en Walbrodt 5 V2, Tarrasch
5, Janowski, Pollock en Schlechter 4./2, Gunsberg, Marco, Mason en
Tinsle) 4, Burn en Mieses 3V2, Albin en Blackburne 3, Vergani 1.
Amateur-tornooi. Op Maandag 19 Augustus begon het Amateurs-Tournament. Veertig
spelers hadden zich hiervoor aangemeld, waar de vier-en-twintig sterksten
werden uitgekozen. Onder de toegelatenen merken wij op: Rud. Loman,
Dr. Lewitt, W. Colin, Rev. Owen, Thorold, Rev. Ranken. Een Hon­
gaar, Maroczy, die de reis expres voor dezen wedstrijd had gemaakt werd
eerst afgewezen, omdat hij naar het oordeel der heeren niet sterk genoeg
was. Toen echter een Engelschman zich terugtrok, mocht Maroczy diens
plaats innemen.
De 24 deelnemers werden in 4 groepen verdeeld, elk van 6. Slechts
de 4 winners kwamen in de Siegergruppe. Deze vier winners waren
Maroczy, Attkins, Colin en Loman. De uitslag was dat Maroczy (!!)
den eersten prijs won, Loman en Attkins tweeden en derden deelden en
Cohn den vierden bekwam.
Echt Engelsch hierbij is weer, dat Maroczy wel den eersten prijs won,
maar met de Championship-cup krijgt. Dit zou n.1. in strijd zijn met het
reglement van den Engelschen schaakbond, dat voorschrijft, dat slechts een
Engelschman Amateur-Champion van Engeland kan zijn!!! Als dit juist
, is> waarom dan den wedstrijd internationaal te maken?
T
Ladies-tourna- s~\ 1 .
ment. Uver het Amateur- en Ladies tournament (dit laatste begint Maandag
26 Augustus) in ons volgend nummer uitvoeriger.
2Ó0

Paring der deelnemers en uilslag der partijen.


Eerste ronde, Maandag 5 Augustus.
Barn—Bardeleben Geweigerd Dame-gambiet Bardeleben won.
Janowski—Blackburne Fransche partij Blackburne won.
Schlechter—Pollock Spaansche partij remise
Teichmann—Walbrodt Weener partij Walbrodt won.
Mason—T arrasch Giuoco Piano Mason won.
Tchigorin—Pillsbury Geweigerd Koningsgambiet Tchigorin won.
Albin—Bird Zukertort's Opening Bird won.
Lasker—Marco d4-Opening Lasker won.
Tinsley—Mieses d4-Opening Mieses won.
Schiffers—Gunsberg Drie Paardspel Schiffers won.
Steinitz—Vergani Fransche partij Steinitz won.

Tweede ronde, Dinsdag 6 Augustus.


Tinsley—Mason d4-Opening Tinsley won.
Lasker—Tchigorin d4-Opening Tchigorin won.
Albin —Bardeleben Twee Paardspel in de nahand remise.
Pillsbury—T arrasch Geweigerd Dame-Gambiet Pillsbury won.
Bird—Walbrodt f4-Opening remise.
Marco—Pollock Spaansche partij Marco won.
Mieses—Blackburne Schotsche partij Mieses won.
Gunsberg—Burn d4 Opening Gunsberg won.
Vergani—Janowski d4 Opening Janowski won.
Steinitz—Schlechter Giuoco Piano remise,
Schiffers—Teichmann Vier Paardspel remise.

Derde ronde, Woensdag 7 Augustus.


Pollock—Vergani Siciliaansche partij Pollock won.
Blackburne—Steinitz Looper gambiet Steinitz won.
Burn—Schiffers Geweigerd Dame-gambiet remise.
Jano wski—Ti nsley Staunton's Opening Tinsley won.
Schlechter—Lasker Siciliaansche partij Lasker won.
Teichmann—Albin Spaansche partij remise.
Mason—Tchigori n Twee Paardspel in de nahand Tchigorin won.
Pillsbury—Marco d4 Opening remise
Tarrasch—Mieses d4 Opening remise,
Walbrodt—Gunsberg Schotsche partij remise,
Bardeleben—Bird Fransche partij remise.

Vierde ronde, Vrijdag 9 Augustus.


Tarrasch—W albrodt Spaansche partij Tarrasch won.
Pillsbury—Pollock Spaansche partij Pillsbury won.
>6 1

Bird—Blackburne From's gambiet remise.


Marco—Burn Fransche partij Burn won.
Mieses- -Janowski Schotsche partij Tanowski won.
Vergani Teichmann d4 Opening Teichmann won.
Steinitz—Mason Philidor's verdediging Steinitz won.
Bardeleben—Lasker Geweigerd Dame-Gambiet Bardeleben won.
Tinsley—-Albin d4 Opening Albin won.
Schiffers—Tchigorin Twee Paardspel in de nahand Schiffers won.
Gunsberg—-Schlechter Zukertort's Opening remise.

Vijfde ronde, Zaterdag 10 Augustus.


Marco—Tinsley Russische partij Tinsley won.
Bird—Lasker From's Gambiet Lasker won.
Pillsbury—Albin Spaansche partij Pillsbury won.
Tarrasch—Tchigorin d4 Opening Tchigorin won.
Burn—Janowski Geweigerd Dame-Gambiet Burn won.
Blackburne—-Schlechter Onregelmatige Opening remise.
Pollock—Teichmann Engelsche partij remise.
Walbrodt—Mason Fransche partij remise.
Mieses—Schiffers Weener partij remise.
Gunsberg— -Steinitz Evans-Gambiet Steinitz won.
Bardeleben—Vergani Geweigerd Dame-Gambiet Bardeleben won.

Zesde ronde, Maandag 12 Augustus.


Steinitz Pollock Giuoco Piano Pollock won.
Schilfers—Blackburne Fransche partij Schiffers won.
Gunsberg—Tarrasch d4 Opening remise.
Lasker—Janowski Geweigerd Dame-Gambiet Lasker won.
Tchigorin—Teichmann Fransche partij Tchigorin won.
Albin—Schlechter Russische partij remise.
Mason—-Bardeleben Twee Paardspel in de nahand Bardeleben won.
Marco—Bird Spaansche partij remise.
Mieses—Pillsbury Weener partij Pillsbury won.
Tinsley Burn d4 Opening Burn won.
Vergani—Walbrodt d4 Opening Walbrodt won.
Zevende ronde, Dinsdag 13 Augustus.
Janowski—Mason Russische partij remise.
Schlechter—Teichmann Spaansche partij remise.
Bardeleben Mieses d4 Opening Von Bardeleben won.
Marco—Gunsberg Spaansche partij remise.
Tinsley—Walbrodt Russische partij Walbrodt won.
Tarrasch Schiffers Weener partij Tarrasch won.
Pillsbury—Steinitz Geweigerd Dame Gambiet Pillsbury won.
Bird—Vergani f4 Opening Bird won.
17
262

Burn—Tchigorin Geweigerd Dame-Gambiet Tchigorin wört.


Blackburne—Albin Giuoco Piano nog niet uitgespeeld.
Pollock—Lasker Geweigerd Evans Gambiet Lasker won.

Achtste ronde, Woensdag 14 Augustus.


Tchigorin—Blackburne Fransche partij Tchigorin won.
Mason—Burn Engelsche partij Mason won.
Teichmann—Janowski Geweigerd Dame-Gambiet remise.
Schlechter—Bardeleben Spaansche partij remise.
Mieses—Gunsberg Geweigerd Konings-Gambiet Gunsberg won.
Vergani—Marco Giuoco Piano remise.
Steinitz-—Bird Geweigerd Dame-Gambiet Bird won.
Schiffers—Pillsbury Evans Gambiet Pillsbury won.
Albin—Pollock Giuoco Piano Pollock won.
Tinsley—Tarrasch d4 Opening Tarrasch won.
Lasker—Walbrodt Spaansche partij Lasker won.

Negende ronde, Vrijdag 16 Augustus.


Lasker—Steinitz Spaansche partij Lasker won.
Bardeleben—Pollock d4 Opening Bardeleben won.
Teichmann—Marco Geweigerd Dame-Gambiet Teichmann won.
Mason—Mieses Spaansche partij Mason won.
Albin—Vergani Spaansche partij remise.
Tinsley—Schiffers d4 Opening Schiffers won.
Burn—Tarrasch Geweigerd Dame-Gambiet Tarrasch won.
Janowski—Pillsbury Geweigerd Dame-Gambiet Pillsbury won.
Schlechter—Bird Fransche partij remise.
Blackburne—Walbrodt Onregelmatig Giuoco Piano Walbrodt won.
Tchigorin-—Gunsberg Evans-Gambiet Tchigorin won.

Tiende ronde, Zaterdag 17 Augustus.


Vergani—Schiffers Fransche partij Schiffers won.
Blackburne—Burn Fransche partij Blackburne won.
Pollock—Janowski Engelsche partij remise.
Bird—Tchigorin Evans-Gambiet remise.
Pillsbury—Mason Geweigerd Dame-Gambiet Pillsbury won.
Tarrasch—Teichmann Spaansche partij Teichmann won.
Walbrodt—Schlechter Vier Paardspel remise.
Steinitz—Bardeleben Giuoco Piano Steinitz won.
Marco—Albin Fransche partij Marco won.
Mieses—Lasker Schotsche partij remise.
Gunsberg—Tinsley Staunton Opening Tinsley won.
2Ó3

Problemen
* No 221. L. N. de Jong. No. 222. E. Palkoska.
Oude-Weterins. („Miinchner N. N.")

Mat in 4 zetten. Mat in 4 zetten.

No. 223. H. Keidanski. No. 224.


(Boheemsch problecratornooi.)

Mat in 4 zetten.

* No. 225. L. N. de Jong. No. 226. J. Möller.


Oude-Weterinc. („Miinchner N. N.")

Mat in 3 zetten. Mat in 3 zetten.


264

No. 227. No. 228. K. Traxler.


(Boheemsch probleemtornooi.) („Svetozor".)

Mat in 3 zetten.

No. 229 E. Pradignat. * No. 230. L N de Jong.


(„La Strategie.") Oude-Wetering.

Mat in 2 zetten. Mat in 2 zetten.

* No. 231. A. Okkinga. * No. 232. A. Okkinga


Dronriin. Droririjp.

Mat in 2 zetten. Mat in 2 zetten.


265

Oplossingen der Maart-problemen.


195. 1. De8, Kf5 :; 2 . Lh4, Pf6 ; 3 . Pf6 : enz. 1.—• , —; 2 . — P. anders; 3 .
Dh S :(f) enz. 1. —, Kd 5 :; 2 . La 3 , Pd6; 3 . Pd6: enz. 1.— , — ; 2 . — , P. anders;
3 . Dbs (f), enz. 1. —, — • 2 . — , KC4; 3 . Da4| enz. 1. — , Ke6; 2 . Te4:|,

Kf5:; 3. Lb4 enz. 1. —, — • 2 . — , Kd5 :; 3 . La3 enz. 1. — , eiD of h4; 2.


Pd4, Kd4:; 3. Da4f enz. 1. — , — ; 2 . — , Kd5 :; 3. Dc6+ enz. 1. — , — ; 2.
, anders; 3 . Lf6f enz. 1. —, C2; 2 . Pf4, Kf4:; 3 . Da4 enz. 1. —• , —52.—,
Kf5 •; 3- Og6t enz. 1. —, — ; 2 . — , anders; 3 . Ld6f enz. 1 —, c6; 2 . Ld8f,
Kd5 : ; 3 . I e4: enz. 1. , g6; 2 . Lf8f, Kf5:; 3 . Te4: enz. of eerder mat. 196.
1. d6, Kc6:: 2 . Pd 3 , Kd 7 ; 3 . Pe 5 t enz. 1. —, Kc 4 ; 2 . d 7 ) Kc 3 ; 3 . Th 2 enz.
T' ' > 2• > ^05 ; 3 . d8D enz. 197. x. Pd6, Kd6:; 2 . De6:f enz. 1. —• ,
K. anders; 2 . Dd 2 :f enz. 1. —, diD; 2 . Dg 5 + enz. 198. 1. Df6, C 3 ; 2 . Pc 4
enz. 1. , Le4; 2 . f 4 enz. 1. Lfs; 2 . Dc6f enz. 1. — , anders; 2 . Pd7 enz.
199. r. Dg6, Ke5; 2 . f 4 f enz. 1. — , Tf5; 2 . Dcóf enz. 1. —, Le4; 2 . Df7t
enz. 1. — , anders; 2 . c4f enz. of eerder mat. 200. 1. Pf 5 , Kf5; 2 . Dh7fenz.
T' ' ^^5' 2 - Da8f enz. 1. —, Tf6; 2. Df6: enz. 1. —, anders: 2 . De5 : f
enz. of eerder mat. 201. 1. p e 4, de4:; 2. Daif enz. t. —, d4; 2 . Pf6 enz.
1. , Kd4; 2 . C3f enz. 1. —, Lf6 of h6; 2 . f4f enz. 1. — , anders; 2 . Lg7 f enz.
202. 1. p g 4 ; Kh 4 : 2 . De3 enz. 1. —, h 4 ; 2 . Dgi enz. 1. —, anders; 2 . Df 2
enz. 203. 1. p e 8, enz. 204. 1. KI15, enz. 205. 1. Dh6 enz. 206. 1. üb8, enz.
207. t. Pe7, Ka7; 2 . Kb4 enz. 1. —, anders; 2 . Pc8 enz. 208. 1. La5, Kd3;2.
I)b3f enz. 1. — , Kd4; 2. Dd6f enz. 1. —, Ke2; 2. Df4 enz. 1. — , Kf2 ; 2.
Dh 2 f enz.
Goede oplossingen ontvingen wij van de H. H.: A. Korst (alle); A. H. M.Die-
perink (alle, behalve 2 0 7 ) ; W. Fermie Wz. (alle, behalve 2 0 6 , 2 0 7 en 2 0 8 ) ; A.
W. Luijendijk (alle); H. G. van Royen (alle, behalve 1 9 5 , 1 9 6 , 2 0 5 en 2 0 6 ) ; 'jos.
Reyalt (alle, behalve 1 9 5 ) ; C. T. van Ham (alle).

Oplossingen der eindspelen.


No. 12. Wit wint door 1. g8Df; Kg8:; 2 . Ke6, Kh8; 3 . Kf7, onv.; 4 . Lg7 ±.
No. 13. 1. Tf7 (dreigt Ta7:f, Tb7f en Pa7 of 07 +) 1. —, T2d7; 2. Td3,
Pf8 ; 3- Tdd7 :, Pd7 :; 4-Ta7:f Kb8; 5. Tg7 f, onv.:; 6. P.geeft+. Op 1. — ,Tf":f
volgt 2 . Kg 3 , Tdf8; 3 . Ta 7 : j- Kb8; 4 . Tb 7 f, Kc8; 5 . Pd6f, Kd8; 6. a 7 en
wint; of 1. —, Tf8; 2 . Ta7:f, Kb8; 3 . Tb7t, Kc8; 4 . Pd6f, Kd8; 5. Tb8f,
Kd7; 6. Tf8: en 7 . a.-] en wint.
Hiervan ontvingen wij goede oplossingen van de H. H.: C. T. van Ham en
A. II. M. Dieperink. Van den heer T^uijendijk alleen No. 1 2 .
Ook ontvingen wij nog oplossingen der Februari-problemen van de H. H.:
W. Permie Wz. (alle, behalve 1 8 3 en 1 9 2 ) ; |os. Reyalt (alle, behalve 183).
206

Oplossingen der April-problemen.


209. i. Td6, Pe6:; 2. Td4=t, ed4: ; 3. Ld3| enz. 1. — ; 2. — , Kd4:,
3. Dc3t enz. 1. - , TaS; 2. Dg3, onv.:; 3. Td4:f of d3f enz. 1. — , Lfaf; 2.
Kf2:, {4; 3. Dh3: enz. 1. — , —: 2. —, d3; 3. Ld3:t enz. 1. —, —; 2. —,
anders; 3. d3f enz. of eerder +. 1. —, f4; 2. DI13:, Lf2f; 3- Kf2: enz. 1. ,
_. 2._) Pe6:; 3. d3f enz. 1. — , —; 2. — , anders; 3. Ld3(:)f enz. of eerder
+.' 210. 1. C5, a2 of c6; 2. Pe6, c6 of a2; 3. Kf6 enz. anders eerder ±. De
bedoeling van den auteur 1 —, Kg7 of h8; 2. Ke8 kan niet doorgevoerd worden,
daar Wit reeds in 3 zetten mat kan geven door 2. Pfs f en 3. Ph6 ±. 211. 1.
DcB, dó; 2. Dfs :f enz. 1. — , KdS; 2. Db7t enz. 1. —, anders; 2. I)c5(:) enz.
212. 1. Les, f5; 2. Le7f enz. 1. —, f6; 2. IJ2 enz. 1. , Kf6; 2. Dg4 enz.
1 —, Kh5 : 2. Df5 f enz. 213. 1. Td6, Kd4 of f3 ; 2. Pe3: f enz. 1. — , a2 ; 2. Db2
enz. '1. —, anders 2. Dbi enz. 214. 1. Pes, d4; 2. Kgi enz. 1.—, Kes: 2
Tf7t enz. 1—, Pe3 speelt; 2. Tb7f enz. of eerder ±. 215. Onoplosbaar. De
bedoeling van den auteur faalt op 1. Da3, dcó:; 2. Lg2ti Kfs en n'et + °P ('en
volgenden zet. 216 Nevenoplosbaar. 1. De2 en t. Pds—b6. 217. 1. Pe3 enz. 218.
x. Bh2 enz. 219. 1. Da7 enz. 220. 1. Pf6 enz. Th. Frolander. 1. üfi, Kd4; 2.
Pec6 : f enz. 1. — , Kes; 2- Pbc6:| enz- 2• ^c4 t enz- 1 > ƒ5 > 2-
Kd6 enz. 1. — , P. speelt; 2. De2 f enz. 1.—, anders; 2. Pbcó : enz. J. Hlineny.
1. Lh8, Le3 of e4-e3; 2. Pe7 enz. 1. —, L. anders; 2. Dg5 enz. of eerder ±.
1. —, Pc 2 ; 2. Dd5 f enz. 1.—, anders; 2. Dc7 enz. V. Marin. 1. Dc7 enz.
B. G.Laws. 1. Da4 enz. V. Marin. 1. Df3, ef3 :; 2. Te2 enz. 1 —, Kc6; 2. Te6
enz. 1. —, Ph5 speelt; 2. Pf4 t enz. 1 — , Pg speelt; 2. Te6 (:) enz. 1.— ,anders;
7

2. Dd3 f enz. of eerder +.

Probleem-oplossingswedstrijd.
N°. 209 210211 212 213214215 216217 218 219 220 Totaal:
A . H . M . Dieperink. . . . 4 4 3 3 3 3 5 6 2 2 2 2 3 9
A. Korst 4 4 3 3 3 3 5 3 2 - - 2 J 3^
C. C. W. Mann 4 | 4 3 3,3 3 5 3 2 2 2 2 36
A. W. Luyendijk 4 4 3 3 3 3 5 3 2 2 2 2 36
J. Hoes 4 4 3 3,3 3 —' 3 2 2 2 2 3°
H. Mendes da Costa ... — 4 3 3 3 3 —1 3 2 2 2 2 26

J. M. van Starrenburg. .. —4 3 3 3 3 2 2 2 2 24

A. Okkinga —:i; 4 3 3 — 3 — 3 2 2 2 2 23

F. a. H. Schuite —1 4 3 ~ — 3 — 3 2!2 2 2 21

W. Ulle 4—j 3 — — 3 — 3 2 2 2 2,21

Jos. Reyalt — — 3 3 — 2 2 2 2i 14

De heer Dieperink heeft dus den prijs.


Van zekere zijde is ons tegemoet gevoerd, dat de bekwame oplossers zich niei
behoeven in te spannen, want: „zij krijgen toch een prijs, is het niet de eerste
(Jan wel een volgende maand."
267

De bepalingen in dezen wedstrijd zijn echter gemaakt, om ook minder bekwamen


oplossers kans op een prijs te geven. De meer geoefenden moeten zich niet
tevreden stellen met „een prijs te winnen", neen, zij moeten trachten, wanneer
zij éénmaal het hoogste aantal punten verkregen hebben en dus weder met niets
beginnen, hunne mededingers in te halen. Dat moet hun doel zijn. Voor de
minder geoefenden blijve dan de kans op één prijs, als belooning voor hun goe­
den wil. . 5

De heer Dieperink heeft bewezen, ook dit gevoelen te zijn toegedaan. Wij
brengen hem hiervoor hulde en voorspellen hem, dat, zoo iemand, hij het eerst
in staat zal zijn, tweemaal prijswinner te worden.

A. v. E., te U. — U hebt indertijd driezetten ter mededinging in den wedstrijd


ingezonden, waarvan een paar echter door U zelf reeds werden veroordeeld. Ge­
lieve ons nogmaals nauwkeurig de positie op te geven van het probleem, dat U
geplaatst wenscht.
H. M. D. C., te A. — Inzendingen, betrekking hebbende op den oJ>lossin?s-wed-
strijd, moeten worden gericht aan den Heer W. B. H. Meiners, Nassaukade 76
Amsterdam.
F. H. H. S. en W. U., te s-G. - Van N°. 212 hebt U den juisten sleutelzet
aangegeven; van de 4 door U aangegeven varianten zijn er echter 2 foutief. In
gevallen als dit beschouwen wij het probleem als niet door den inzender opgelost.
Aan velen. iVw^oplossingen worden ook als correcte oplossingen beschouwd.

_ De Jury.

Binnenland.
ROT L KRDAM. De heer M. Geverding Jr. schrijft ons o. a.: „Hierbij zend
ik u een overzicht van den wedstrijd in het Rotterdamsch Schaakgenootschap.
Zie tabel volgende bladzijde.
Eenige partijen moeten nog gespeeld worden; daar deze echter geen invloed
meer kunnen hebben op den uitslag, zijn de prijzen reeds uitgereikt. De ie
klasse gaf aan de 2e pion en zet en aan de 3e kl. pion en 2 zetten vóór; de 2e
kl. gaf aan de 3e pion en zet

Van den heer B. van Dantzig ontvingen we de volgende mededeeling:


„De onderlinge wedstrijd der Nieuwe Rotterdamsche Schaakvereeniging begon
21 Jan. en eindigde 30 Juni 1895. Er werd gespeeld in 2 afdeelingen. In de
ie afdeelmg speelden de heeren Van Boxtel, van Haeften (+), Kramer, Wagner
en de Wit. De heer De Wit behaalde SV2 punt, Kramer en Van Haeften ieder
5, Van Boxtel 3 en Wagner 1 Vs, zoodat de ie prijs werd behaald door den Heer
De Wit, de tweede bij loting door den Heer van Haeften.
In de 2e afdeeling speelden de Heeren Blauw, Boomsma, Fransen, De Heer
Weeber en Maus.
De Heer J. de Heer behaalde 8 punten, Fransen 6, Boomsma 5, Maus 4,
Blauw en Weeber ieder 3, zoodat de ie prijs ten deel viel aan den Heer
J. de Heer en de tweede aan den Heer Fransen."
Deutz Hartong. I

v. Roosendael. I
v. Woelderen. I

v. d. Voo. 111
Geverding. II

Huinck. III
Vellinga. II

Frangois. II
Dijkman. I

Cohen. III
Bauer. II

Hoes. II
Malta. I
Klasse.

TOTAAL.

I | E. H. E. v. Woelderen. | — j 01 | xi | 01 | Vsi | u | i'/s | 0 0 | 11 | 11 | ix I 1 0 | 0V2 | 16V2 3" prijs.


I | J . F7~Malta | 1 0 | — | 1 1 | 1 1 | 1V2 | 1 0 | 1 1 ] 1 Va ] 1 1 [ 1 % ] x 1 | 1 1 [ 0V2 | 19 i e prijs.
I j B. Deutz Hartong . . | 0 0 | 0 0 | — ] 11 | 0 0 j 0 1 j 11 j 0 1 | 1 0 | 0V2 | 11 | o 1 0 0 j 9V2 nog één partij te spelen,

S9Z
I | T . B. Dijkman . . . . j 1 0 | 0 0 | 0 0 | — | 0 0 | 0 1 | | 0 0 | 0 0 [ 1 1 I 0 1 j 0 1 | 0 0 ] 6 nog 2 partijen te spelen.

I | J. v. Roosendael . . . | V20 | 0V2 | 11 | 11 | — I 1 1 I 1 1 I 0 1 11 [ 0 0 | 11 ] xi | 1 0 | 17 2 ' prijs.


II | A. Bauer | 0 0 | 0 1 | 1 0 | 1 0 | 0 0 | — | 11 | 0 0 | x 1 | 1 0 | 0 0 | 1 0 | 0 0 | 9
I I | J . E . M . H o e s . . . . | oV'a | 00 j 00 | | 0 0 | 0 0 | — | 0 0 | 11 | 11 | ox | j 0 0 | 5V2 nog 4 part, te spelen.
II | J. Vellinga | 11 | o'/s | 1 0 | 11 | 1 0 | 11 | 11 j — | 1 0 | 0 0 | 1 0 | 11 | i l /a | 16 4 " prijs.
II 1 H. N. Frangois . . . . | 0 0 | 0 0 | 0 1 | 11 | 0 0 | 0 0 | 0 0 | 0 1 | — | 0 1 | 0 1 | x 1 | x x j xo
II | M. Geverding Jr. . . | 0 0 | 0V2 ] 1V2 | 0 0 | 11 | 0 1 | 0 0 | xx | 1 0 | — | 0 1 [ 11 | 11 | 13 6 e prijs.
III | G. W. H. v d. Voo. | 0 0 | 0 0 | 0 0 | 1 0 | 0 0 | 11 | 1 0 | 0 1 | 1 0 | 1 0 1 — | 0 0 | 0 0 | 7_
III | S. Cohen | 01 | 00 | 1 | 10 j 00 | 01 | | 0 0 | 0 0 | 0 0 | 11 | — | 0 1 | 7 nog 3 partijen te spelen.

I I I | J . H u i n ck | i'.'a | 1V2 | 11 | 11 j 0 1 | 11 | 11 | 0V2 | 0 0 | 0 0 | x 1 | xo | —• | 15Va 5e prijs.


LAATSTE BERICHTEN.

De internationale wedstrijd te Hastings eindigde op Dins­


dag 3 September. Den eersten prijs behaalde de jonge Ame­
rikaan H. N. Pillsbury, den tweeden M. Tschigorin, den derden
E. Lasker, den vierden Dr. Tarrasch, den vijfden W. Steinitz,
den zesden E. Schiffers, terwijl de zevende door C. von Bar-
deleben en Richard Teichmann gedeeld werd. Den speciaal-
piijs voor het beste resultaat tegen de prijswinners bekwam
C. Schlechter. Tschigorin won de speciaal-prijzen voor den
winner van de meeste Evansgambieten en voor hem. die het
eerst zeven partijen zou winnen. Volge nog het aantal be­
haalde punten: H. N. Pillsbury 16%, M. Tschigorin 16,
E. Lasker 151 „ Dr. Tarrasch 14, W. Steinitz 13, E. Schif­
fers 12, C. von Bardeleben 11%, R. Teichmann ll1/,,
C. Schlechter 11, J. H. Blackburne 10%, A. Walbrodt 10,
A. Burn 9%, D. Janowsky 9%, J. Mason 9%, H. E. Bird 9,
J. Gunsberg 9, A. Albin 81 3, G. Marco 81 2, W. H. K. Pol-
lock 8, J. Mieses 71 „ S. Tinsley 71 3f B. Vergani 3.
3e .Jaargang. N°. 8. Augustus 1895.

TIJDSCHRIFT
VAN DEN

NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAN DEN N. S.: Jhr. D. VAN FOREEST, Voorzitter; J. C. TEN TUSSCHEÜE, Keizers­
gracht 100, Amsterdam, Penningmeester; L. H. DEELMAN, Commissaris van Materieel; N. W. VAN
LENNEP, Secretaris.
REDACTIE: N. W. VAN LENNEP; J. D. TRESLING.
Waarnemend Secretarls-Hoofd-Redacteur: II. J. DEK HERTOG,
9Iarnlxkade 43, Amsterdam.
Van dit blad, dat omstreeks den lSden van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordt
toegezonden, zün extra-nummers verkrijgbaar h 20 cents en een geheele jaargang ii f 2.—, eveneens slechts
voor Bondsleden.

INHOUDSOPGAAF: Onze maandelijksche probleemoplossingswedstrijden (Inge­


zonden,); Problemen; Partijen van het meestertornooi te Hastings, en aanschouwelijk
overzicht van den uitslag; De wedstrijd te Arnhem {Slot).

Onze maandelijksche probleem-oplossingswedstrijden.


{Ingezonden.)
In de volgende regels wensch ik een m. i. betere (meer billijke) methode aan te
geven voor het houden van een oplossingswedstrijd, dan de Engelsche, welke in dit
tijdschiift gebruikt wordt. Het voordeel, dat ook minder sterke oplossers een prijs
kunnen behalen, blijft behouden.
Bij het Engelsche systeem krijgt elke winner een score voor op zijn volger; de iste
winner 3 scores op den 4en enz. Daardoor loopen de scores der oplossers te veel uit
elkaar, zoodat de volgorde der winners in de 2e ronde ongeveer dezelfde blijft. Nu
zou de volgende bepaling dit euvel verhelpen:
Een winner behoudt het behaalde aantal punten, na aftrek van de iste maandelijk­
sche score van den isten winner.
Ten slotte een voorbeeld ter verduidelijking.
A, iste winner, heeft behaald achtereenvolgens:
45 + 50 + 48 + 42 ï85 p.
D, 4e winner:
43 + 52 + 48 + 44 = 187 p.
D heeft dus iets beter opgelost.
A heeft in de 2e ronde 185—45 = 140 p.
D echter 187—187 = op. (Engelsche methode).
Volgens mijn voorstel krijgt D 187—45 = '42 p.
Er ontstaat nu ook meer wedijver tusschen de oplossers in de 2e ronde.
Welk stelsel is billijker?
Amsterdam, 15 September 1895. Q Q YV. mANN.

18
270

Problemen.
Termijn van inzending: Maandag 7 October 1895.
(Uitslag van den vorigen maandelijlcschen wedstrijd in 't volgend nummer).
No 233. J. Hlineny. No. 234. E. Pradignat.
(„Münchner N. N.") Monpont.

Mat in 4 zetten. Mat in 4 zetten.

No. 235. F. Dubbe. No. 236. K. Erlin.


Kostock. "Weenen.

jviat m 4 zetten. Mat m 4 zetten.

No. 237. J. Svejda. No. 238. Ds. J. Jespersen.


(„Svetozor") („Miinchner N. N.")

Mat in 3 zetten. Mat in 3 zetten.


271

No. 239. Ds. J. Jespersen. * No. 240. A. van Eelde,


(„Nationaltidende".)
Utrecht.

- •"/////. i
Mat in 3 zetten.
Mat in 3 zetten.
No. 241. L. L. Mendez.
No. 242. E Pradignat.
Caracas.
Monpont.

Mat in 3 zetten.
Mat in 2 zetten.
No. 243. L. Rosenfeld.
NfiW Ynrlr
No. 244. M. Lissner.
New York.

Mat in 2 zetten.
Mat in 2 zetten.
272

Partijen van het Meestertornooi te Hastings.


225. Gespeeld in (le eerste ronde, 5 Augustus 1895.

Wit: E. Laster. Zwart: G-. Marco.


(li-Opening.
1. d4') dS ii. Pb5 Pc6 21. PeS De6
2. pf3 e6 i2. Lfs g6 22- 1^4 L f6 )
3 C4 Pf6 13- Ld3 Tc8 23. Lg4 Db6
4. Pc3 Le7 14- des: bes: 24. Lc8: Lc8:
•5. LI4 o—o 15- 0 Dd7 25- b4 Le5:

6 DC2 C6 16. Le2 Tfd8 26. Lej: P c6


7. e3 b6 17- Tfdi Pe42) 27. bc5: Dc5:
8. a3 Lb7 18. PC3 P c3: 28. LcLp Pd4 =
9. ed5: ed5: 19. Dc3: d4 29. Td4: Opgegeven.
10. T,d* Cs 20. D C2 P a5 ??
Stand n a den 17den zet van Z w a r t .

1).
Deze partij was de eerste, die beslist was in den wedstrijd.
2).
Een zwakke zet, waarvan Lasker meesterlijk partij trekt. Zie diagram. Zwart
staat wel niet schitterend meer, maar De8 was in allen gevalle beter dan de
tekstzet.
3). Een foutzet, zooals onmiddellijk blijkt.
j(0i 226. Gespeeld in de eerste ronde, 5 Augustus 1895.
Wit: Steinitz. 7.wart: Vergani.
Franscli.
1. e4 e6 6. C3 cd4: n- a3 Lc3:
a. d4 d5 7- cd4: Pc6 12. bc3: a6
3. P C3 P f6 8. {4 Lb4t 13- a4 p a5

4 es P fd7 9- p c3 0 *4- L d 3 D c?

5 . Pce2 c5 10. Pf3 f6 t5• D C2 fS


273

16- S4 g6 21. Dh2 Th8 26. Pf5:f L f5 :


17- gfs •' ef5 : 22. Dh4 D d8 27. D f5 : D f8
18. h4 Pb6 23. L a 3 Pc6 28. Dd7t D e7
J9- h5 Kg7 24. Dhs PC4 29. D ds : T ad8
2°. hg6: h6 25. P h4 Pa3 : 30. D b3

en Wit won.

No' 227- Gespeeld in de eerste ronde, 5 Augustus 1895.

Wit. Tchigorin. Zwart: Pillsbury.

Geweigerd Koiiiiigs»anibict,

e5 18. DeS: P d7 35. Tc5 T aa6


2. f4 Les 19. D h s P b6 36. gs TC5:
3-pf3 d6 20. L d s a6 37-I>cs: Tc6
4 - L C4 PC6 21. Kd2 Tg8 38. D d5 D a4
5- P <~3 P f6 22. g4 Pd5: 39. g6 b4
3 L g4 23. Pds: L b4f 40. g73) bc3:f
7- h3 Lf3: 24. P b4: Dd4 41. bc3: Da,
8. Df3: Pd4 25. P c 2 P C2 : 42. g8D Dc3-f
9- D g 3 P C2:f 2 6 . K C2: T g6 43- Ke2 Dc2 +
10. Kdi Pai: 27. Ld2 T d6 44- K f3 Ddit
D g7: Kd7') 28. T f 3 Da4f . Dgif
4S K g 3

12. fes: des: 29. Kei üa2: 46. Kh4 D f2 f


13-Tfi Le7 3 ° - L C3 TC6 47- Khs Df* +
14- Df7; Kc8 31. Dh7: bs 48. Dg4 Df6

ÏS 32-De7 Db3 49 - Dgfs Dh6 t


Deóf Kb8 33. Kd2 a 5 5o . K g 4 D g 7 +
^•L116 T e 8 34- TfS=) Kb7 5 I . D gs g 7+

Opgegeven.
S t a n d n a d e n 4 0 s t e n zet van Wit.
274

'). De eenige zet. Op 11 . . . Tf8 komt Wit door 12. fes: des: 13. Lgs Le7
14. Tfi in beslissend voordeel.
2 ). De winnende zet.
3 ). Zeer mooi gespeeld. Zie diagram.

No. 288. Gespeeld in de tweede ronde, 6 Augustus 1895.

Wit: Lasker. Zwart: Tehigorin.


(14 Opening.
1. d4 ds 20. Lei ®) T f7 39- L e 3 f4

2. P f3 L g4') 21. La3 Tc6 40. L f2 Tas


3. C4 L f3: 22. Les Ta6 41. T gif Kf8
4. gf3 : Pc6 23. a4 P c6 42. Taai P g7
5. PC3 e6 24. Tbi Tas 43. T abi es
6. e3 L b4 25. T 1)2 T d7 44. T b4 T c]
7. cds: D ds : 26. T gi P ge7 45- L b l p e6

8. Ld 2 L c3: 27. Tgbi P ds 46. T di P ed8


9. bc3: P ge7 28. Kd2 b6 47. T d2 3 ) Pc6 4 )
10. Tgi DI15 29. La3 g6 48. Tbs T a4:
n. Db3 Pd8 30. Tbs T a6 49- deS = p fe5:

12. Dbsf D bs: 31. L ci P d8 50. L I14 T g7 5 )


13. Lbs=t c6 32. Tai P f7 51- Kf 2 Tg6
14. Ld 3 o—o 33. Tbsbi P d6 52. T dds T ai
15. f4 Pg6 34. f3 Pf7 53- Ld8 P d3f
16. Ke2 Tc8 35. T a3 g5 54- L d3 : cd 3 :
17. Tg 3 cs 36. Ke2 gf4= 55- T d 3 = T agi
18. T agi 04 37- e4 p ^ 5^- T fsf Ke8
19. L C 2 f5 38. Lf4: Phs Opgegeven. 6 )
S t a n d n a den 4 7 s t e n zet van Zwart.

'). Tchigorin's trade-mark, waarmede hij echter tegen Steinitz nooit veel succes had.
275

-). Het nu volgende gedeelte der partij wordt door beide partijen bijzonder
fijn gespeeld.

•'). Deze ongelukkige zet kost de partij. 47. d5 of Lc2 moest geschieden.
4). Zie diagram. Wit verliest nu een pion, daar 48. Tc4: wegens 48.... Pd6
de kwaliteit kost.

"). Inleiding eener fijne matcombinatie.

6). Want op 57. Tf4: volgt T6g2| 58. Ke3 Tei mat.

No' 229" Gespeeld in de tweede ronde, 6 Augustus 1895.


Wit: Steinitz. Zwart. Schlechter.

Oiuoco I'iaiio.

X - f 4 l 8 " P d S : D d S . f
3 5 P 5 D c ?

2 " P f 3 P c 6 *9- D d L b : 36. g D c 6


3 3 3

3. L c4 L 05 20. ab3 : T e8 37. K h2 K h8

4' *T3 Pff 2I" c4 c6 38. D g4 Udy


5- 4 ed4: 22. Pe3 I)d7 39. D f3 T e5

6. cd4: Lb4t 23. d5 T ad8 40. P h4 K g8


7- P c P e 4 : 24. L b 2 f6 . p 6
3 4 I g T e 8

8. o—o L c3: 25. Tadi P c8 42. Pf4 T b8

9. bc3: ds 26. L d4 P b6 43. D e4 D f7


10. L a 3 ) L e 6 ! 27. dó 3 ) Dd6: 44. D f S D b , •
.. Lbs Pd6 ,8. C5 De6 « UcjS; >=

12. Lc6. bcó: 29. cb6: cS 46. D c7 T e8

*3' vl t.~~° 3°' ba7: Td4: 47- Kg2 Tb8


14. I c6: D f6 31. DC2 Tdi: 48. K h2 T e8

11 V b\ T ? 32. Ddi: Df7 49. K g 2 remise.


T b 3 ) L d 7 33. h 3 Da 7 :

17. Pd4 La4 34. hs h6

'). Een nieuwe variant van Steinitz, die echter hoogstens tot remise voert

). Dit kost de kwaliteit, maar Steinitz manoeuvreert in het vervolg der nartii
zoo handig, dat hij er met remis afkomt.
3) Een misrekening, die niet veel schaadt.

No. 230. (xespeeld in de tweede ronde, 6 Augustus 1895


Wit: Pillsbury. Zvvart: Tarraseh.
Geweigerd Damegainbiet.

T' d4 d5 8. cds: eds: 15. Df3 p f8


2' °4 e6 9- L d L b 7 16. p P e
3 e 2 4

3' °3 ff6 IO" °—0 CS 17. Le7: Te7:

4 ' L e ? " • T e i c 18. L e 4 : de •


4 4
5 - ^ 3 P b d 4 4
7 I 2 . L b l a 6 I 9 . D g 3 1 6 "

' CI ° 0 r3- Pe5 b5 20. Pg4 K h8


7" 63 bó r4- {4 Te8 21. f5 Dd7
276

22. Tfi T (18 33. h3 as 44. D g3 f3) Kh6:4)


23. Tf4 L)d6 34- Ph2 34 45. Khi5) D d5
24. Dh4 Tde8 35. g4 ab3 = 46. T gi Dfs:6)
25. P C 3 1 ) L ds 36. ab3: T a8 47. Dh4 + D hs
26. Pf2 Dc6 37. g5 T a3 48. Df4 + D g5
27. Pg4 Pd7 3»-Pg4 L b3:2) 49-Tg5: fg5:
28. Tcfi b4 39. Tg2 Kh8 50. Dd6f KI15
29. P e2 Da4 40. gf6: gf6: 51. Dd7: C27)
30. T4f2 Kg8 41. Pb3: Tb3: 52. D h7: mat.
31. P ci 03 42. P h6 T g7
32. b3 Dc6 43. Tg7: Kg7:
Stand na den 45sten zet van Wit.

!).Dit geeft den Zwarten onnoodig tijd. Waarom niet terstond Lcti, gevolge
door h3, g4 enz.
•). Zwart schijnt niet in het minst het gevaarlijke van zijn positie in te zien
en pakt dood-leuk een pionnetje.
3). Prachtig gespeeld.
4). Op Kf8 volgt 45. L)g8f Ke7 46. Db3:
5). Schitterend! 45. Tf4 zou natuurlijk wegens Tbi| slechts tot remis door eeuwig
schaak voeren. Zie diagram.
6). Op Df7 ware gevolgd 47. Df4| Khs 48. h4! en het mat is niet te pareeren.

No. 231. Gespeeld in de derde ronde, 7 Augustus 1895.

Wit: Pillsbury. Zwart: Marco.


Geweigerd Dameg-ainbiet.
1. d4 ds 6. T ci c6 11. P e4: P e4:
2. C4 e6 7. ?3 b6 12. Le4: P f6
3. P C3 P f6 8. L d3 L b7 13. L bi C5
... P f3 Le7 9. o—o P bd7: 14. des: D dl :
5. L f4 o—o 10. e4 de4 : 15- T fdi : L C5 :
277

i6. a3') Tfd8 22. 07 T d7 28. h3 Tc8


I7" b4 Le7 23. Pc6 L f6 29. La6 L a6:
18. Pd4 P e 8 24. Pb4: 3 ) Tdi: 3 0 . P a6 : P f6
19. La2 as 25. T di: L bi 3i-Td3 P ds
20. es") ab4 : 26. Td7 K f8 32. L e3
2I- c6 LC8 LC 4 27. L ti Remise.
). \\ it heeft drie pionnen tegen twee op den damevleugel en maakt terstond
van dit voordeel gebruik.
-). Zeer fijn en diep gecombineerd.
'). Wit was hier in groote tijdverlegenheid; anders had hij zeker de volgende
winnende voortzetting gezien: 2 4 . Td 7 : Ld 7 : 2 5 . Pb8 Lc8 2 6 . Tdi, gevolgd door
Td8 en wint.

No- 232- Gespeeld in de derde ronde, 7 Augustus 1895.


Wit: Blackburne. Zwart: Steinitz.
Looper-Gainbiet.
'• e4 e5 19- Tf 3 T f8 37. Ldó T d4:
*• f4 e f 4' 2 0 . T f 8 :f Tf8: 38. T f8 f Kh7
3- Lc4 P f6 21. Tei T f6 39. L e5 Pd 2 f
4" Pc3 Pc6 22- Des Pds 4 0 . Ke Z T e41
5- d4 Lb4 2 3 . Dg 3 bs 4 1 . Kd 2 : Tes:
6. D d 3 o—o 2 4 . Ld6 h6 4 2 . T b8 T ds f
7" P ë e 2 d5 25. Le S Tf S 43. K e3 Kg6
8- ed5; P d 5= h4 a 4 3)
26. 44. C4 bc4.

9. o—o LC3: 27. Te 4 h5 45-Tb 4 T d3f


10. bc 3 : P ce 7 28. Dei D f7 46.Kf 4 T a3 :
"• Pf4: Lf5 29. Ld6 T f6 47. T C 4: e5 f
12. Df 3 c6 30. Les T g6 48. Kes : T g3:
1 3 - La 3 Pf 4 : 31- T e2 D f3 4 ) 4 9 . T c 6 :f Kh 7
14. D f4: L e6 32. T f2 5 ) D 03 : 50. T a6 T g4
15. Lb 3 D d7 33- D c3 : Pc 3 : 51. Kfs g6 f
i6ê Df3 a 5 ') 34- a3 T g4 52. Kf6 Tf4f
i7- D e 2 J ) Tfe8 35. g3 Te4 5 3 -Ke 5 Th4,:
l8"Le6: fe6: 36. Kfi Pbx en Zwart won.
Zie diagram volgende pagina.
'). Steinitz speculeert er nu reeds op, in het eindspel met paard tegen looper
over te blijven en uit den dubbelpion van Wit munt te slaan.
•). 17. Taei lijkt mij sterker.
3 ). Teneinde te verhinderen, dat Wit eventueel door a 4 de zwarte pionnen-
stelling opbreke.
J ). Beslissend! Zie diagram.
). Er dreigde onder meer 3 2 . . . Pe3. Het nu volgende eindspel is natuurlijk
voor Steinitz gewonnen. Hij verzacht Wit's doodstrijd echter door krachtig en
meesterlijk spel.
278

Stand na den 31sten zet »an Zwart.

233. Gespeeld in de derde ronde, 7 Augustus 1895.

Wit: Schlechter. Zwart: Lasker.

Siciliaansclie Partij.
x e4 cs iB. P 05 f4 35- b3 aS

2 P f3 P c6 19- f3 L f5 36. D ei a4

, d4 cd4: 20. L d 3 Pd6 37- I^as T f8

P d r gó 21. Tdei T a e 8 38- D e i Tf S

C P r ó - bc6: 22. T f 2 L gó 3 9 - D d i Kfó

6. Dd41) f6 »3- D c 3 Te, 40. Dei Keó

L c 4 eó 24. T f e 2 T fe8 41. D d i K d 5

g. 0 _0 P hó 25. Lg6: hgó: 42. h 3 3) D e4

c3 P f7 26. P d 3 P c4 43- D eI D f4
P

10. L e 3 Lg7 ^7-Pf2 Pe3 44- D d i KeS

11. Tadi 0-0 28. P d i d4 45- D e i Kfó

12. Dd2 f5 29. D d 3 e4 46. Ddx Kg7


' e f , . g fc : 3 o. fe 4 : T e 4 : 47- D e i T fó

14' L d4 d52) 31. P e3: fe3: 4». D d i D g3

t 5 . L g 7 : K g ? : 3 » - T f i Tf 4 49- D d 3 T
16. L e2 e5 33.T f4: Df4: 5°. D e4 D f4 )

17. P a 4 D fó 34- D d i 05 51. D e 7 f K.ió


geeft op.

l). Lasker wordt hier met zijn eigen wapenen bestreden.

-). Wit gaat nu langzamerhand aan het zwarte centrum te gronde.


3). Een foutzet, maar het eindspel is altijd voor Zwart gewonnen.

"). Neemt Zwart den toren, dan remise door eeuwig schaak.
279

N o . 234. G e s p e e l d i n de v i e r d e r o n d e , 9 A u g u s t u s 1895.
Wit: C. von Bardeleben. Zwart: E. Laster.
Geweigerd Damegainbiet.
*• d4 d5 16. g3 Ld7 3i. Lfs Taif
2- c4 e6 17. P f 4 DI16 32. K g 2 La24)
3- ? c 3 P f6 18. h3 P f6 33. b3 a 4 5)
4- L f4 L e7 19. L f6: L f6: 34. ba4: T d2
5- e3 o—o 20. P d s : L113: 35. as I 1 5 6)
6- P f3 b6 21. Pf6:f Df6: 36. a6 L dst
7- L d 3 05 22. D h s 3 ) D h6 37. e4 Ta2
8. des: bes : 23. D h 6 : gh6: 38. K f 3 7 ) T a3t
9. 0—0 Pc6 24. T f d i T ac8 39-Kf4 T f2 : |
10. cd5: ed5: 25. T c 3 T fd8 40. Ke5 Le4:
11. T ci Le6 26. T dei T c6 41. Le4: T a6:
12. P e 2 Db6 27. L e 4 Ta6 42. Kd4 T h6
13. P e s 1 ) P es : 28. T 0 5 : Ta2: 43. Ke3 T f1
T4' e 5: P 84") 29. T b s L e6 44. Ke2 T ff6 8 )
15. LC3 Dd6 30. T 07 aj 45. Tc8f Kg7
46. T g 5 f e n w i n t .
S t a n d n a den 3 7 s t e n z e t van Z w a r t .

'). Len zeer eigenaardige manoeuvre om pion b2 te dekken.


=). Zwart stelde zich waarschijnlijk te veel van dezen aanval voor. Hij deed
beter, eerst zijn centrumpionnen met de torens te dekken.
3). Dezen zet had Zwart waarschijnlijk over het hoofd gezien.
4). De eenige zet, toch tevens zeer ingenieus. Wit kan natuurlijk den pion
wegens 32 . . . Ldsf niet nemen.
5). Wit dreigde Tsb7.
8). Het doel van dezen zet blijkt bij den 37 en.
7). Neemt Wit den looper, dan houdt Zwart door schaakbieden op de tweede
280

lijn remise, daar de witte koning niet naar g4 ontvluchten kan. Zie ). Zie
diagram.
8). De beslissende foutzet, maar ook na . 1 4 . Thh6 had Wit waarschijnlijk kun­
nen winnen.

J^o. 235. Gespeeld in ile vierde ronde, 9 Augustus 1895.

Wit: Steinitz. Zwart: J. Mason.

Pliilidor's Verdediging'.
1. e4 es 13. de4: P e7 25. Lds Da4
2. P f3 d6 14. f3 Les 26. L b7: Da2:
3. LC4 Le7 15. Pe6: De6: 27. Da6: Db3
4. C3 P f6 16. Lb3 Dc6 28. Lds Db8
5. d3') o—o 17. g4 Le3: 29- Pa2") Te7
6. Pd2 Pc6 18. L e3: P g6 3°- Da8 I)a8:'

7. Lb3 Le6 19. o—o—oTad8 31. La8: P e6


8. LC2 ds 20. h4 Tdx:| 32- Ld5 p f4

9. De2 Ld6 21. Tdi: Tfe8 33. Lc6 P f8


10. Pfi a6 22. I15 Pf8 34- Les geeft op.3)
11. Pgs Dd7 23. h6 gó
12. P e3 de4: 24. g5 P fd7
'). Steinitz behandelt de Philidor's verdediging op dezelfde wijze als de Spaan-
sche partij voor Wit.
•). De wijze, waarop Steinitz achtereenvolgens alle zwarte stukken op ongunstige
velden jaagt, is zeer interessant.
3). Op 34... Te6 volgt natuurlijk 35. Td8.

No. 236. Gespeeld in de vierde ronde, 9 Augustus 1895.


Wit: Dr. Tarrasch. Zwart: A. Walbrodt.
Spaansche Partij.
1. e4 e5 14* P ^5 27*
^^
2. P f3 Pc6 15. P f3 Lc 6 28. Dd3 T ag7
3. Lb5 a6 16. Pd2 ds 29. g3 gf4:
4. La4 P f6 17- e5 Pe8 30. T f4: T g5
5. Pc3 d6 18. Pe3 Dd7 31. T ef2 P g7
6. d4 Ld7 19. T adi d4 32. P d6 D es:
7. L có L c6: 20. P C4 D e6 33. P f5: P h5")
8. D e2 ed4 : 21. f4 f5 34. T d4 : !6) P g3 :
9. Pd4: Le7 22. Pas3) Lds 35-pS3: T g3

10. b3') 0—0 23. Dd3 Kh8 36. hg3: T g3 :f


11. Lbs Ld7 24. Dg3 Taj 37- Kfi T d3:+
12. o—o bs 25. Pac4 Tg8 38- Tg4 geeft op.
13. a4 b4") 26. T dei g54)
281

Stand na den 33sten zet van Zwart.

). Deze zet schijnt hier niet aanbevelenswaardig. De looper staat gedurende


de gansche partij werkeloos op b2.
•). Het nu volgende gedeelte wordt door Zwart zeer sterk gespeeld. Wit weet niet
recht, waar hij zal aanvallen en Zwart verbetert zijn positie met iederen zet.
). I eneinde te verhinderen, dat het zwarte paard over ds in het witte spel dringt.
4). Hiermee leidt Zwart een overweldigenden aanval in.
) Deze fout kost de partij; het is werkelijk jammer, dat Zwart, die verdiende
te winnen, de volgende zeer briljante ressource van de tegenpartij overziet. Anders had
hij zeker Pe6 gespeeld, met winnend spel.
). Van hier af speelt Farrasch zeer fraai. Het slot is zeer curieus. Zie
diagram.

No- 237- Gespeeld in de vierde ronde, 9 Augustus 1895.


Wit: Schilfers. Zwart: Tchigorin.
Twee-Paardspel in (lc nuliaml,
r' e4 e5 7- L d5: Dd5: D e2 L C5=)
13.
2 -Pf3 Pc6 8. Pc3 Dd8 Db5+ 14.
c6
3-Lc4 Pf6 9. Te4:+ L e6') D c5: 15.
fg5:
4- cl4 ed4: 10. P d4: Pd4: Tei 16.
b6
5. o—o P e4: n. Td4: D c8 Des3) 17.
Kf7
6- Tel d5 12. L gs f6 1 8 . P e4

Opgegeven.4)
')• Tchigorin — anders een groot kenner van het twee-paardspel — schijnt met
deze variant niet bijzonder vertrouwd. De tekstzet brengt Zwart in groote moei­
lijkheden. 9 . . . Le7 moest geschieden.
-). Dit is eenvoudig een blunder. De eenig mogelijke voortzetting voor Zwart, om het
spel te redden bestond in 13... fg5: 14. Tei Ley (niet 14... Kf7 wegens 15.
Td8!) enz.
3). Nog sterker ware 17. Dfs.
4). Want er dreigt zoowel 19. Pd6| als 19. Pgs:f.
282

No. 238. Gespeeld in de vijfde ronde, 10 Augustus 1895.

Wit: Tarraseh. Zwart: Tchigorin.

dé-Opening.

1. d4 d5 13. L d2 L bs4) 25. T afi ^ds


2. e3 P f6 14. P es P dy 26. P g3 es
3. Ld3 Pc6 15. P ci Pes: 27. f55) C4
4. f4 P b4 16. de5 : T c8 28. P e4 cd3 :6)
5. Pf3') P d3: t 17. Tf2 f6 29. P f6 : t T f6 :
6. cd3:") e6 18. L C3 d4 30. T ci h6

7. o—o L e7 19. ed4: cd4: 31. T c8 f Kh7


8. P d2 o—o 20. ef6 : T f6: 32. D b4 L c6!

9 . D c2 L d7 2 i . L b4 Les 33- D b8 T f5:


1 0 . P b3 L a4 2 2 . L. C 5 : bc5: 34. T h8 f Kg6
11. Dc 3 b6 23. D d2 D d6 35. T f8 T g5
12. Dei3) 05 24. P e2 T cf8 36. T 8f3 d2
Opgegeven.

Stand n a den 2 8 s t e n zet van Zwart.

'). Onbegrijpelijk gespeeld. De geheele aanval met 4. f4 is niets waard, zoodra

Wit geen looper heeft op d3.


2). Van kwaad tot erger ! 6. Dd3 : was de zet, maar dan moet Wit op remise

spelen.
3). Er dreigde as, gevolgd door Lb4-
4). Het foutieve van den 6 den zet komt nu duidelijk aan het licht.
5). Iets beter ware nog 27. fes :
6). Zeer fraai kwaliteitsoffer, dat de partij het spoedigst beslist. Op Tf6 onv.

ware 29. f6 met sterken aanval gevolgd. Zie diagram.


283

No- 239- Gespeeld in de zesde ronde, 12 Augustus 1895.


Wit: Tchigorin. Zwart: Teichmann.
Fransche Partij.
!• e4 e6 12. b4 a6 23. P e3 D b7
2. D«') Pc6 13. Tdi De7 24. T ai L c7
3. P {4 es2) 14. 34 f6 25. P f5 L b6
4- c3 P f6 15. L a3 bs3) 26. L e3 L e3 :
5- d3 L e7 16. abs: abs: 27. D e3: T f7
6- 83 ds I7-Pe3 T b8 28. P d3 Lc84)
7* D g2 d<?4: 18. L ci P d8 29. P es : fes :
8. de4: L d6 19. T a7 P c6 30. T d8: L e6
9* P 0 0 20. T a6 P d8 31. P dó Opgegeven..
10. P C4 L e6 21. P ds D d7
xi. o—o P e8 22. P ei có
'). De zet van Tchigorin, die hem voor den besten houdt in deze stelling. Het
doel is, na ds niet tot slaan genoodzaakt te zijn. Wel is waar kan Wit dit ook
door 2. PC3 Pfó 3. es bewerken, maar Tchigorin vindt es zwak in de Fransche
partij.
). Door Lasker aan de hand gedaan; is echter louter tempoverlies, daar Wit
nu eenvoudig in de Weener variant met g3 en Lg2 kan overgaan en behalve den
voorzet nog een zet in het voordeel is.
). Volgens Tchigorin de beslissende fout, maar het is reeds moeilijk, goede
zetten voor Zwart te vinden.
4). Zelfmoord, maar wat zal Zwart spelen?

No- 24°- Gespeeld in de zesde ronde, 12 Augustus 1895.

Wit: Lasker. Zwart: Janowski.


Geweigerd Dame-Gambiet.
1- d4 d5 13- Lf5 Pe6 25. Pe2 Lg7
2- c4 e6 14- Lh4 Kh8 26. P d4 Tf8
3- P c3 Pf6 15. Pes1) De8 27. Tc8: Dc8:
4- Lgs Le7 16. Df3 Pg8 28. Dd2 Tf7
5. Pf3 o—o 17. Lg3 Ph6 29. Tci I)e8
e3 ^6 18. Lbi f6 30. I14 gh4:
7- Tci Lb7 19. Pd3 Dd7 31. Lh4: Lc8
8. cds: eds: 20. Ddi Tfd8 32. Lg3 P g4
9- Ld3 c5 21. Pf4 Pf4:?2) 33. Pbsü Tf8
10. o—o Pbd7 22. Lf4: gs?? 34. p d6 De6
n. des: P C5: 23. Dd3 Lf8 35. Tc8: Tc8:
12 Lbi Tc8 24. Lg3 f5 36. Lf5: Opgegeven.
'). Dreigende 16. Pf7 :f Tf7 ; 17. Leó :
-). Janowski heeft tot dusver zeer handig gemanoeuvreerd, maar begaat nu
284

achterelkaar twee grove fouten, die zijn partij zeer compromitteeren. Na 21


PgS, gevolgd eventueel door Pe4, is het niet duidelijk, hoe Wit een beslissend
voordeel zal behalen.
No. 241. Gespeeld in (le zesde ronde, 12 Augustus 1895.
Wit: Steinitz. Zwart: Pollock.
Giuoco Piano.
1. e4 es 16. eds: P f7 32-pf3: Pe3 =

2. P f3 P c6 17. T ei o—o 32. D bi P 04:


3. L C4 L C5 18. P d4 D f6 33. P e4 D d8
4. 03 D e7 19. P bs L b6 34. D b7: Pas
5. d4 I, b6 20. bas: Las: 3 5 . D b4 L g4
6. a4 as 21. L e2 P g7 36. T fi L h3
7. o—o d6 22. Ld2 Ld7 37. T ei T b8
8. ds1) Pd8 23. Tfx Tac8 38. Dd6: Dd6:
9. L d3 P f6 24. C4 L b6 39. P d6: T b2
10. P a3 c6 25' L e3 L e3 : 40. Ldi T g2 f
11. P C4 L 07 26. fe3: P g5 41- Khi 1 f2
12. P e3 P hs" ) 27. P 033) f4 42' P e4 T f3:
13. g3 g6 2 8 . D C2 f3 43- L f3: T f3:
14. b4 fs 29. P h4 P f54) en Zwart won.
15. P g 2 cds: 30. Tf3: P f3 : t
') O. i. niet aanbevelenswaardig.
•) Zwart kan natuurlijk niet door cds : *3* e^5 : e4 een stu^ w'nnen> daar 14. Lbsf
volgt.
3) Van dezen foutzet wordt door Pollock zeer fraai gebruik gemaakt.
4) Nog sterker ware misschien 29.. .. Lh3 30. Tf2 Lg2! dreigende Ph3+ mat.

No. 242. Gespeeld in de zesde ronde, 12 Augustus 1895.


Wit: Mieses Zwart : Pillsbury.
Weener partij.
1. e4 es 9. f53) Pe,j 17. D e2 Ld4:
2. P C3 P f6 10. L b3 ds! 18. cd4 : f5
3. L C4 Lb4 11. d4 ed4: 19. g4 p *4

4. f4 d6 12. f6 gf6: 20. Dc 4 P d31


S» P f3 o—o 13. Pd4: de4: 21. Ke2 I) I12: f
6. Pds1) P ds: 14. L h6 Pg64) 2 2 . Ke3 f41
7. Lds: Les 15. Lf8: D f8: Opgegeven.
8. C3") P c6 16. T fi5) D h6
') 6. d3 ware veel beter.
2) Hier had Wit moeten rocheeren.
3) Zeer slecht berekend.
4) Goed gespeeld. Voor de geofferde kwaliteit bekomt Zwart genoeg pionnen
en een overwegende aanvalstelling.
5) Iets beter, ofschoon ook onvoldoende ware 16. o—o
285

No- 2J3- Gespeeld in de zeyende ronde, 13 Augustus 1895.


Wit: Tarrasch. Zwart: Schiffers-
Weener Partij.
T' e4 eS 13- Ld 3 Pf 5 25. hg7. b4
2. PC3 P f6 1 4 . De2 Db6 26. Ld2 P c6
3- f4 ds 15. 0-00 PC5 27. Pg5 h6
4. fes: P e4: 16. g4 P e7 28. P eó: fe6:
5. P f3 Pc6 17. Dei P gó 29. cb4 : Pb4: 3 )
6. Lbs Lb4 18. Le3 P d3 :f 30. 33 Da4 4 )
7. De2 Lc . 3 : 19. cd3 : Das 31. ab4 : cb4 :
8- dc3 : o—o 20. Kbi Le6 3 2 . De3 b3
9. Lf 4 ') Pe 7 21. d4 c5 33. Lc3 Tc8
10. h3 Pf 5 22. h4; bs 34. Kei TC7
n . Tgi Pf g 3 23. hs Pe7 35. Kd 2 Tac8
I2- De3 c6 24- hó 2 ) Tfb8 76. Dh6 : On^even
Stand na den 30sten zet van Wit.

' — — 1
') Wit moet aanstalten maken, om pion es te dekken.
") Dh4 ware hier veel sterker geweest.
) Na 29 . . . . cb4 : heeft Zwart geen aanval meer.
) Hierna gaat de partij snel voor Zwart verloren. Met Üa6 had hij goede
remis-kansen, bijv. 3 0 . . . . Da6 3 1 . ab 4 : Dd 3 f 32. Kei Dc 4 + 3 3 . Lc 3 cb 4 : enz.

No> 2ii- Gespeeld in de zevende ronde, 13 Augustus 1895.


Wit: Burn. Zwart: Tchigorin.
Geweigerd Dame-Gambiet.
l- d+ dS 6. Ld3 P bd7 11. Tci D b8
2' c4 e6 7- 0—0 o—o 1 2 . Tfei dc 4 :
3- p c 3 c6 8. L d 2 T e8 13. L c4: e5
4- P f3 Pf6 9 . Dc2 h6 14. g3 p b6
5- e3 L dó 10. Tadi DC7 15. Lfi 1 ) L g4
286

16. P I14 e4 32. TC2 Te, 48. Th2 Kg6


17. Ler Dc8 33. Kei L b4 49. D b8 T d8
18. I) di L e2 : 34- Tei D 50, D f4 T e8
19. De2: gs 35- a3 L dz: 51. T c2 Des5)
20. Pg2 D113") 36. Td2: f5 52. Dei 1h
21. f3 ef3: 37. Dh2 Kg7 53. T hi h3
22. Df3: P g4 38. Tde2 P f6 54- T c8 T c8:
23. P e4 D li2: t 39. Kd2 05 b5-Dc8: p f6

2 4 . Kfi T e4:3) 4°- Kei cd4: 56. D C 2 D e4


25. De4: D g3: 41- ed4: D c6 f 57- *> ^ f4

26. Ke2 P f2 42. Kbi Pe44) 58. T gi f3


27. Dfs Dg2: 43. Kaï T d7 S9-Dg3") D e2

28. T gi D e4 44. D h3 g4 60. T ei D g2


29. D f2 : P ds 45. De3 Dd6 61. D d6 f2
30. Tgfi I)g6 46. ds D ds: Wit geeft op.
31. Kdi Te8 47- D f4 h5

Stanri na rien 24stfin zet van Wit.

') Na dezen foutzet komt Wit beslissend in het nadeel. Ld3 was de goede
voortzetting.
2) De zwarte dame, die op b8 als begraven scheen, komt op eenmaal verrassend
uit den hoek schieten.
3) In Morphyaanschen stijl. Zie diagram. Het is een eigenschap van Tchigorin,
dat hij gaarne de kwaliteit offert voor eenige pionnen.
4) Zwart heeft nu drie verbonden vrijpionnen op den koningsvleugel en de
winst is nog slechts een kwestie van tijd. De witte torens kunnen nergens in het
zwarte spel indringen.
5) Waarom niet 51. . . P C 3 ?
6) Natuurlijk niet 59. DI13 : wegens 59 . . .f2.
Overzicht van het Meestertornooi te Hastings.

v. Bardeleben.

Dr. Tarrasch.
Blackburne.

Teichmann.
Schlechter.

Pschigorin.
Gunsberg.

Janowski.

Pillsbury.

TOTAAL.
Walbrodt.
Schiffers.
Pollock.

Steinitz.
Lasker.

Vergani.
Tinsley.
NAMEN.

Mieses.
Mason.
Marco.
Albin.

Burn.
Bird.
— —J_2 2 5 6 7 8 9 IQ i I I I 12 i 13 14 15 I 16 17 18 19 2Q 21 32
x Albin
— Vs O 0 0 O I 1/9 O 1/2 I o O | I Vs I O O 1/2 I 1/2 I ]/, 1 81/
2 v. Bardeleben (VII ged.)
3 Bird
1
r V
Vs —
1?
1/2
V
1/2
1

I
V
1/2
i 1

o
1

1/2
1

O
1

1/3
°
O O
I 14

O
1/2

1/2
°'1/2
I O
1/2

O
O
Vs
O
"2 ! I
t O
1/2
Hl/2
0
4 Blackburne
I 111? - 1 0 1 1 0 0 1 0 1/2 1 0 % ° ° I I ó : ï O I rlv8
5 Burn

6 Gunsberg k O — O 1 O I O I o I Va O 1/ 9 o 1 o 1 0,1 1 q1/«


' ° ° 1 I ° V2 I I O O O 1/2 0 1/2 1 0 0 0 % lk
7
8
Janowski
Lasker (III)
j
j
I I k ° ° 1 ° ~ ° 1 2 1 ° 1/2 ° 1 1 0 '2 o i | 1 1 ' qi/„ w
00
9 Marco 1/ ° 1 1 1 — I Vs 1/2 I I I I I o I I O I I iel/,
1/ ° 1 © V2 O O - I J 1/2 I V» % O O O i O O % >/2 Sv!
10 Mason 1 1
11 Mieses O I ° !/ ° I k , VS ° - ' ° 1 V2 O , o O O ! O I I 1/2 n l/j
12 Pillsbury (I) O O % : I O 0 0 , 1 / 2 0 0 - 0 1 11/2 V 2 1/2 o j I ! 1/2 I 1/2 O 71/
' I 1 !/ ° I /2 1 I — I I O I I ! o j I 17 J/2
13 Pollock
14 Schiffers (VI) 0 11/ 1 ° , IV 1/200 0 0 O. - o i/2 I 1/2 O O I I 1/2 I 8k
0/21 1 /s I
1 O 1/2 1/2 1/s O , I O O O 1/2 I I I T T->
15 Schlechter
16 Steinitz (V)
3 1/2 /2 1/21 j 1/2 0 ° 1/2 1 y»\ 1 vs 1 — j i/s 1/2 1/2 1 0 o i/2 ïi
17 Dr. Tarrasch (IV) . . . !„ ! i 1 , 1 ° ° ! j 1 V2 O , O I 1/2 — O 1/2 III , I „
18 Teichmann (VII ged.) . w w J 2 I 1 1 1/2 J 1 I 1 | ° !/2 0 0 1,1/2 I _ O I I O I I !4

' ! 1, / S ° 1 1 1 ° 1 / 3 V 2 1/8 V I - I O IIO , i?i/2


19 Tinsley S
1 1 1 1 ! 0 0 o - 0 . I 1 o
20 T s c h i g o r i n ( I I ) . . . . IA t ° ° ° I O ° I ° O I V
21 Vergani [/ I , 1 1 01 1 1 Va I 1 ! o I o 1 I I I _ ! i/. ,1
22 Walbrodt 1
I r I H ° I ° « ° ° 1/8 0 0 ° ° 0 1 : 0 0 0 o i o -, O i ,
o ) I Va ; 1 | o 1/2 j O , o 1/2 1/2 1 1/2 Vs o 1/2 O o I I 1/2 1 — 10
288

De wedstrijd te Arnhem.
(„Haagsche Courant").
Slot.
H e e m s k e r k won een verloren partij tegen te Kolsté, hoopte waarschijnlijk in het middenspel
van zijne partij met den Hertog ook niet op winst, maar speelde overigens over 't algemeen niet
gelukkig. Tegen Meiners verloor hij door een theoretische fout in de opening, tegen N. N. even­
eens door een blunder. Jammer, dat hij de partij tegen Bleijkmans verloor! Na een werkelijk uit­
stekende combinatie (aan het doorrekenen waarvan hij echter wel wat veel tijd ten koste had ge­
legd) kwam hij in „tijdverlegenheid", koos op zeker moment den juisten zet niet. hoewel die zeer
voor de hand lag, en Bleykmans won.
Als te Kolsté, de reus onder de deelnemers aan de Arnhemsche wedstrijden, niet zoo vaak
zijne zevenmijls-laarzen had aangetrokken, zou hij stellig een heter score hebben gemaakt. Hij is
een speler van veel aanleg, mist echter nog de noodige routine. Zooals Olland zeer juist opmerkte,
denkt hij, dat hij sterker speelt dan werkelijk het geval is. Yoor zijne partij tegen Meiners verdient
hij aller lof!
N. N. is een getrouw comparant op de groote jaarlijksche wedstrijden van den Bond. Hij speelt
voor zijn genoegen, zonder eenige ambitie. Door streng vast te houden aan zijn lievelingstactiek,
om nooit op aanval te spelen, laat hij zijn tegenstander meestal te veel tijd tot verbetering zijner
positie. Zoo hij ooit „Pech" had, dan was het in zijne partij tegen Bleykmans (zie boven).
De hoogst onvoldoende score van den Hertog bewijst, dat een speler, wanneer hij voor het
eerst gaat deelnemen aan een groot tornooi, zoo goed als geen kans op succes heeft, wanneer het
hem in acht maanden, voorafgaande aan het concours, aan alle oefening ontbroken heeft. De laatste
ernstige partij, die den Hertog voor zijn ziekte speelde, was die tegen Meiners in den winterwed-
strijd der Amsterdamsche Schaakclub (begin December 1894). Zijn groote fouten in het concouis
te Arnhem waren gebrek aan geduld en tijdverkwisting op het aerste deel van elke serie van 20
zetten. Zoo speelde hij bv. in zijne partij tegen van Foreest in deze stelling: Wit: Kgl, P e5,
p. a2, b3, c4, f2, g2, h4; Zwart: K e7, L g6, p. a7, b6, c7, d5, h7 als 35sten zet van Zwart:
d5 X c4 ? Dezen zet deed d. H. bijna zonder zich te bedenken, alleen uit vrees voor „tijdsover­
schrijding", terwijl hij bij eenig nadenken tot het inzicht zou gekomen zijn, dat de zet, dien hij
eerst meende te doen, nl. 35—, L g6 — hl zeker veel kans op remis gaf. Zoo is het ook nauwe­
lijks te begrijpen, hoe d. II. zijne partij tegeu Heemskerk (waarin hij, na een aanval der tegen­
partij met veel moeite gepareerd te hebben, deze stelling verkreeg: Wit (d. H.): Kgl, D e2, T f2,
P e3, Pel, p. a2, b3, c2, e4, e3, g2; Zwart (H.): K d8, D h6, T g8, T g7, p. c7, c6, d6, e6, e5, h4),
nog verliezen kon, wat hem toch werkelijk gelukte! Dit is zeker, dat het meespelen in een groo-
tornooi als dit, waar men zeker is, nimmer een bepaald zwak speler voor zich te krijgen, meer
oefent, dan een geheel jaar spelen in een club.
Voor de 2de klasse hadden zich niet minder dan 19 deelnemers opgegeven. Ter verkrijging van
een zuiver resultaat ware het natuurlijk wenschelijk geweest, dat in die klasse ieder met elk der
18 overige deelnemers eene partij gespeeld had; de wedstrijd zou dan echter 10 a 11 dagen geduurd
hebben en dat was voor de meesten een onoverkomelijk bezwaar. Nu werden de deelnemers door
loting in twee groepen ingedeeld met dezen nierkwaardigen uitslag, dat in A de meeste s t e r k e r e ,
in B de meeste zwakkere spelers werden vereenigd. Een onvermijdelijk gevolg daarvan is ge­
weest, dat de 1ste prijswinner in groep B een aanmerkelijk hooger bedrag als prijs kreeg dan de
heeren Mann en v. d. Stouwe, die in groep A de meeste punten behaalden.
Afzonderlijk mag nog wel vermeld worden, dat het heel gezellig was te Arnhem, de geheele
week door, en dat de meeste deelnemers druk in troepjes uitgingen, om te genieten in de heerlijke
omgeving van Gelre's hoofdstad.
Hopen we, dat het volgend jaar te Leiden nog meer bondsleden dan nu, zich ervan komen over­
tuigen, hoe prettig toch zoo'n wedstrijd is!
3' Jaargang N». 9. September 1895.

TIJDSCHRIFT
VAN DEN

n e d e r l a n d s c h e n s c h a a k b o n d .
BESTUUR VAN DEN N. S.: Jhr. D. VAN FOREEST, Voorzitter; J. C. TEN TUSSCHEDE, Keizers­
gracht 100, Amsterdam, Penningmeester; L. H. DEELMAN, Commissaris van Materieel; N. W. VAN
LENNEP, Secretaris.
REDACTIE: N. W'. VAN LENNEP; .1. D. TRESMNG.
Waarnemend Secretarls-Hoofd-Hedacteur: H. .1. DEN HERTOG
Vlarnixkade 43, Amsterdam. '

INHOUDSOPGAAF: Het Internationaal Tornooi te Hastings {vervol?) - Partijen


van d,t tornoo,; „Welk steisel is biHijker?" door de Jury voor de probleemwedstrijden

Het Internationaal Tornooi te Hastings.


( Vervolg).
Amateurs-tornooi. Zooals wij reeds in het vorig nummer mededeelden, begon het Amateurs-
tornooi op Maandag i9 Augustus. Tot onze verwondering scheen het
Comité blijkbaar van meening te zijn, dat Meesters en Amateurs niet uit
hetzelfde sop gegoten zijn en dat derhalve voor een samentreffen van
laatstgenoemden een geschikt lokaal en verstandige bepalingen nu juist
met tot de eerste vereischten behooren. Waar 22 Meesters een enorme
zaal in het Brassey-Institute bespeelden, werden 24 Amateurs in een
klein zaaltje van het Queerïs Hotel opgepakt als haringen in een ton
Aan twee lange tafels zaten de ongelukkige,!, behalve met de zorg over
hun schaakcombinaties, notatie-papier en klokje nog met het onoplosbare
probleem gekweld, waar zij hun ellebogen en knieën wel konden bergen
Daarbij moest (waarom?) de zaak in één week afgeloopen zijn, zoodat
slechts vier winners (in plaats van acht) aan den eindkamp mochten deel
nemen, wat eenvoudig absurd is. De twee besten van elke «roep
mochten echter tezamen om een paar consolatie-pondjes den strijd° her­
nieuwen. Hieronder volgen volledige tabellen. Slechts nog de volgende
opmerkingen. Verreweg de meeste deelnemers waren Engelschen. Mau-
nce Billecard in groep A is een student te Parijs, die onder pseudoniem
M Fhes meespeelde. Verder werd Frankrijk nog door L. Serraillier,
Nederland door R. Loman, Duitschland door Dr. Lewitt en W. Cohn en
Hongarije door Maroczy vertegenwoordigd.
In groep B behaalden Maroczy en Owen het hoogste aantal punten;
een daarop gevolgde shchpartie eindigde ten voordeele van eerstgenoemde.
' 19
29°

De winner Geza Maroczy (spreek uit: Marotsji) is een Buda-Pesthenaar


en nog geen 26 jaar oud. ' De geheimenissen van het schaakspel werden
hem ongeveer zeven jaar geleden door Dr. Jacobi geleerd, een der sterkste
amateurs van de Schaakclub te Buda-Pesth. Te oordeelen naar het succes,
dat Maroczy in dezen wedstrijd behaalde en naar de partijen, die wij
van hem zagen, is een groote schaaktoekomst voor hem weggelegd. Zijn
stijl is origineel, aanvallend en briljant. Zoowel in de opening als in
midden- en eindspel ontwikkelt hij een groote kracht. Verbazend is tevens
de snelheid, waarmee hij speelt, of liever combineert. Snel slechte zetten
te maken is zeker geen kunst, maar in een oogwenk alle mogelijke com­
binaties en varianten te overzien en dan den eenig juisten zet daaruit
te distilleeren vermag alleen een genie. Maroczy is een slank mager jong-
mensch met zeer intelligente gelaatstrekken en diep in het hoofd liggende
oogen. Hij is uiterst aangenaam en beleefd in den omgang en alle mees­
ters verheugden er zich blijkbaar op, hem het volgend jaar te Ntirnberg
over het bord te zullen ontmoeten. De volgende partij moge als een
schitterend voorbeeld dienen van Maroczy's fijne speelwijze.

No. 245. „Stichpartie", gespeeld om de eerste plaats in groep B.


Wit: Ds. J. Owen. Zwart: G-. Maroczy.

iKuckertort's Opening.
1. P f3 g6 15. P e3 f5 29. K-83: Tfl:

2. d4 L g7 16. D e2 T bB 30. L e3 T ai :
3. e3 d6 17. o—o f4 31- L b6 : 1 b6 :
4. L d3 es 18. P C2 as 32. V14 L h6
5. c3 Lg4 I9-Pa3 Dc5 33- K g 2 T a2
6. I13 L f3: 20. C4 1)4 34- D g4 T b2: f
7. D f3: c6 21. P b5 o—o 35. Kli3 L f4
8. PA3') P D7 22. Kh2 D b6 36. D c8 T KG7
o. P c 4 DC7 23. a 3 Pc 5 37. D c 7 i Kh6
10. d5 P C5 24. L c2 b3 38- Db6: T d2!!4)

n.Lca Pe 25. L e ! ) P f5 39- P d 6 : Kh


7 4 S

12. e4 cds: 26. g4 fg3 = tè.p. 4°- ^ g1 T d31

13. eds: P d7 27. fg3 : P e4: 41- Kg2 T g31


14. Le4 b5 28. De4: P g3:3) Opgegeven.

'). Dit paard speelt in de gansche partij een hoogst ongelukkige rol.
-). Zwart heeft zich prachtig aan beide vleugels ontwikkeld en dreigde
met f3. Wit kon zich echter met 25. Lbi iets beter verdedigen.
3). Het begin eener verreikende combinatie. Zwart geeft zijn dame
voor twee torens, doch houdt beslissend positievoordeel.
4). De sleutelzet, waartegen geen kruid gewassen is. Zwart dreigt nu
zoowel den b-pion tot dame te promoveeren als KI15, gevolgd door ld3f.
Zwart heeft de gansche partij meesterlijk gespeeld.
Overzicht van tiet Amateurs-tornooi.
Groep A.
—————— Groen B.

Billecard. |

1
Ingoldsby.
Gibbons.

I
Harvey.
Atkins.
Smith.

Schott.

Serraillier.
Gelder.
Cole.

Maroczy.
Palmer.

Stevens.
Lewitt.
Ovven.

Totaal.
Chatto.
NAMEN.
f NAMEN.
•—I

v.
srsT:
I CTT?
I t
H
t_r
O ' • •
\', 7 1
• » ° - '
* 111 /2
*
1
*
V2
'
*
I
V, 3%
t O Dr T.evviff
G. Maroczy! | |
.
% ! ! !! '
/2
°i?
'W>
o. A. s c t a , : : : ; ;•* » ?. r . . . . .* ;• 7 I -i I I ,£
t ' c I
r ThldSby ' • 0 '• 0 * V' - * "> s'j"tevens ' ' ' ,! ' ° ''' ~ ° '» 3'«'
—•—-—~—0 J:UT".ch,.,o: ng.. ° i 0 ° i M ; | • I r _ i b

102
Groep C.
• —nnwM. fï-rnor* "H

!
!

^
:
:—I
Shoosmith.
Wahltuch.
Thorold.

I
Lambert. I
Marriott.
Loman.

Leonard. I
Peachey. j
Michell.

I
Jacobs.

Bowlev.

Totaal.

Ranken.
Cohn.

Hollins.
Elwell.
Blake.

Totaal.
NAMEN.
NAMEN.

is.ua. jLoman . . T T o : T u, I I ,, 1

E. Thorold. . . i o _ , ? I „I .! 5 2 W" Cohn • •


• |—I • i x 1 x I ï t 1 o I 6
H.Jacobs . . . . o O — : ! ! ! * 0! * f CR Rl u' Ranke" • 0 — oi'fe O i I I o 21/2
R. P. Michell. . . I o o I —! 1 1/s ! ! X f ï ' , f' • • • O 1 _ X j I t 0 I V , \4V3
Rnodes Marriott . . o o o o U, H S' Jjam^ert- • • o Vü o — o 1/2 i i 7
V. L . Wahltuch . . >;? :Uiï-i % 4* Hq?-E1WeJ' ' ' ° I <1 3»-
u' m 'iWley ' ' • ° * o o o o — , ,1 5' w Lp°n*rtl' • • ° ! O o '/• j o —I o i o l/,
H. « . bhoosmM, . , . , „ , i D _ , H o t o f 'y ! ! j ° \ ° j J 17 j^ J
292

Siegergruppe A (om de prijzen).

Maroczy.
Loman.

Totaal.
Atkins.

Cohn.
NAMEN. P R IJ Z E N.

H. E. Atkins • !—- Vs Vs "2 1 V 2 II/III cup+ ƒ 1 5 0 , — •


G. Maroczy . • | Vs ! — 1 1 I 2 V 2 I 240,—
Rud. Loman. . V2 ° — 1 11>'? II/III —"
W. Cohn . . . J i/s ! 0 | 0 I — j '/s IV „ 6o,—

Siegergruppe B (om de consolatieprijzen)

Michell.
Hollins.
Totaal.
Sinith.
Owen.
N A M EN. PR IJ Z F, N.

Dr. S. F. Smith. — 1 ; o o 1 1 VII ƒ 36,—


Rev. J. Owen . 0 — j o o o VIII ,, 24,—
R. P. Michell x j 1 |— o 2 VI „ 48,—
F. Hollins. 1 j 1 1 — | 3 V „ 60,—

Meester-tomooi. Ofschoon de uitslag van het Meestertornooi onzen lezers nog juist in
Elfde londc. vorig nummer kon worden bekend gemaakt, zoo hoop ik, dat zij wel
nog eenig belang zullen willen stellen in enkele opmerkingen en losse
beschouwingen over spelers en partijen, gedurende de tweede helft van
den reuzenkamp. Het kan niet anders, of in een wedstrijd, die ruim
vier weken duurt, komen allerlei verrassingen voor en spelers, die in den
aanvang goede kansen schijnen te hebben, verslappen later, terwijl daar­
entegen spelers, die beginnen met partij na partij te verliezen, later prach­
tig ophalen. Dit verschijnsel deed zich ook hier voor. Von Bardeleben,
Bird en Walbrodt die gedurende de eerste veertien dagen in de voorste
gelederen streden, raakten langzamerhand achter, en Teichmann, Black-
burne, Steinitz en vooral Tarrasch, die zich eerst met een bescheiden
plaatsje in de score-lijst moesten vergenoegen, wisten ten slotte hun schade
door krachtig aanpakken weer goed te maken.
De elfde ronde bracht Blackburne en von Bardeleben te zamen. Men
herinnert zich, dat deze beide coryphaeën in den afgeloopen winter te
Londen een match speelden, die remise bleef. Niemand zal echter, ondanks
Von Bardeleben. dezen uitslag, een oogenblik aarzelen, Von Bardeleben voor den sterksten

speler van de twee te verklaren. Diegenen onzer lezers, welke voor eenige
jaren von Bardeleben te Amsterdam hebben ontmoet, toen hij in het
V. A. S. seances gaf, zullen zich nog wel de droogheid en de onverschil­
ligheid herinneren, die zoowel den speler als zijn spel kenmerkten. Deze
293

onverschilligheid, of liever platweg gezegd, deze luiheid, is de eigenlijke


oorzaak van het betrekkelijk geringe succes, dat Von Bardeleben heeft.
Hij speelt schaak om den broode, niet om de bekoorlijkheid van het
spel zelf. Wanneer hij een slechte stelling heeft, geeft hij er de voorkeur
aan de partij door „tijdsoverschrijding" te verliezen dan al zijn krachten
in te spannen, ten einde zoo mogelijk nog zijn spel te redden. Hij is het
spoedig zat. Daarbij komt nog, dat meneer Curt in zijn jongelingsjaren
wel wat al te veel aan Wijntje en Trijntje schijnt geofferd te hebben,
zoodat zijn gezondheid thans zeer slecht is, en zijn fisieke krachten lang
niet opgewassen zijn tegen de geweldige inspanning, vier weken achtereen
te schaken. Ofschoon pas 34 jaar oud, is zijn hoofd bijna kaal en op
het oog zou men hem niet minder dan 45 jaren toekennen. Zonder deze
zedelijke en lichamelijke afgeleefdheid zou Von Bardeleben het onge­
twijfeld verder brengen. Zijn talent als schaakspeler doet zeker niet onder
voor dat van een Tchigorin of van een Lasker, en wanneer hij op dreef
is en zich wil en kan inspannen, is zijn spel even krachtig, diep en
correct als bijv. dat van Dr. Tarrasch. Laat ik hier nu nog bijvoegen, dat
de meester in kwestie een alleraangenaamste persoonlijkheid is in den
omgang en in de konversatie, en zich dus in dit opzicht sedert zijn be­
zoek aan Amsterdam veel heeft verbeterd.
Over de eerste negen ronden wist Von Bardeleben 71/5 punt te behalen,
o. a. Lasker fraai kloppende. Daarmee scheen hij echter al zijn kracht
te hebben uitgeput. In de tiende ronde verloor hij tegen Steinitz, in de
elfde tegen Blackburne, in de dertiende tegen Walbrodt, in de veertiende
tegen Tchigorin, in de zestiende tegen Tinsley(!) enz., zoodat hij van
de laatste 12 partijen er slechts 2 won en 4 remise maakte en nog net
even den laatsten prijs met Teichmann kon deelen.
Met Blackburne daarentegen ging het juist andersom. Een gevatte kou
had een allerellendigsten invloed op zijn spel gedurende de eerste helft
van den wedstrijd, en na de tiende ronde wees zijn score het miniem
aantal van 3 punten aan. (Op één na het laagste; Vergani had 1.) Toen
echter langzamerhand de gevolgen zijner ongesteldheid verdwenen, scheen
blackburne hoewel te laat, om nog tot de prijswinners op te klimmen
weer de van ouds beruchte „black death" 1) te zijn geworden en in de
onderhavige partij met Von Bardeleben wist hij op meesterlijke wijze
zijn roem als fijn attaque-speler te handhaven.
Blackburne is de afgod der Engelsche schakers, en terecht. Grooten-
deels aan hem is de vooruitgang en de bloei van het Engelsche schaak­
leven te danken, s Winters doet hij zijn tournée en bezoekt de schaak­
clubs, die iets overhebben voor zijn blind- en simultaanvoorstellingen.
Als blindschaker behoeft Blackburne voor Zuckertort noch voor Morphy
onder te doen. Enkele onzer lezers zullen zich misschien herinneren,

1) Zwarte dood.
294

dat Blackburne voor ettelijke jaren — ik meen in 1873 — ons land


bezocht en zoowel in den Haag als in Rotterdam 10 partijen speelde
zonder bord en stukken te zien. Deze partijen zijn alle in Sissa afge­
drukt en verschaffen bij het naspelen een ongekend genot. De fijnheid
en diepte van combinatie, de brilliancy er in tegen onze toenmaals sterkste
schakers tentoongespreid, is eenvoudig verbazingwekkend. Bij een blind-
voorstelling in Engeland van 10 partijen, had Blackburne eens gelegen­
heid, een fraai en lang niet voor de hand liggend mat in 18 zetten aan
te kondigen ! Doch dit feit is zeker een unicum. Een andere reden voor
de populariteit van Blackburne is de schitterende wijze, waarop hij steeds
de eer van Engeland op alle internationale wedstrijden wist op te houden.
Vóór de dagen van Tarrasch gold hij als de eerste tornooispeler der
wereld. Het is niet mijn plan, hier een opsomming te geven van al de
prijzen door hem gewonnen. Wie in 't algemeen over de eigenlijke schaak­
carrière van een of meer der hier geschetste meesters meer licht verlangt,
raadplege Berger's Schachjahrbuck of — goedkooper — Dufresne's Schach-
meisterpartien. 1) Persoonlijke indrukken en bijzonderheden, die niet van
algemeene bekendheid en niet in ieder tijdschrift of uitvoerig register te
vinden zijn, schijnen mij thans van meer belang voor den lezer.
James Harrv Blackburne is nog geen 54 jaar oud. Toch hebben de
voortdurende geestelijke inspanning en de zorgen voor het dagelijksch
Beroepschakers. brood, die een beroepschaker in hooge mate kwellen, niet nagelaten, hem
vóór zijn leeftijd oud te maken. Het publiek oordeelt slechts naar de
resultaten. Men bewondert een Steinitz. een Blackburne, een Tchigorin,
men juicht hen toe, ja men heeft eerbied voor hun energie, voor hun
werk, doch daar eindigt de sympathie. Men vraagt zich niet af, hoe deze
lieden en hunne gezinnen aan den kost komen. In werkelijkheid is het
schakersberoep een zeer armoedig en ellendig beroep. Hij, die er zich
aan waagt, offert zijn leven op aan een ideaal, aan een spel. Hij leeft van
den eenen dag op den anderen, en hangt af van de goedgeefschheid der
schakenminnende gemeente. Hij behoort tot de fatsoenlijke bedelaars.
Een amateur, die een verzekerd bestaan heeft, en in zijn vacantie-dagen
aan een wedstrijd deelneemt, verkeert in gansch andere conditie dan de
professional, voor wien het winnen eener partij een levenskwestie is.
Eerstgenoemde kan zich met een luchtig gemoed geheel verdiepen in de
bekoorlijke beelden en figuren, die zijn geest in staat is te scheppen, en
met wellustige lippen den drank inzwelgen, die godin Caissa hem bereidt,
zijn roes geeft hem over aan droomen, die, schoon zeer bloeddorstig en
wreed van aard, een glimlach op zijn gelaat kunnen roepen. Niet aldus
de beroepschaker. Hij speelt niet, hij arbeidt, hij ziet in de partij niet
alleen het wonderschoone, het ideale, hij ziet er bovenal in het middel,
om zijn vrouw en kinderen te onderhouden, en vele nederlagen kunnen

:) Zie bladz. 31 en 32 van dezen jaargang.


295

niet slechts in de toekomst zijn reputatie schaden, doch beteekenen broods­


gebrek voor het heden.
^ Het is noodzakelijk hier even aan te stippen, dat schakers als Hoffer,
kosenthal en vooral Gunsberg er niet zoo slecht aan toe zijn, daar deze
behalve het geld, dat zij nu en dan voor voorstellingen krijgen, min of
meer ruim bezoldigd worden als redacteurs van rubrieken of periodieken.
Hiertoe worden echter weer andere faculteiten vereischt en met name
Blackburne is geen man van de pen. Wat ik reeds op bladz. 250 van
het vorig nummer ten opzichte van zijn vrouw schreef, is volkomen
karakteriseerend.
Overigens is Blackburne een goed type van een stoeren Brit. Zijn
optreden en manieren zijn hoogst bescheiden, spreken doet hij niet veel
en ook op het predikaat ijdel schijnt hij in tegenstelling van de meeste
schakers geen aanspraak te maken. Hoewel inwendig gejaagd en zenuw­
achtig, weet hij voor het bord uitstekend zijn kalmte te bewaren. Een
kort pijpje is zijn onafscheidelijke vriend. Blackburne was tijdens het
tornooi de eenige meester, die er geen behagen in schiep, te pronken met
de door hem gewonnen partijen!
In dezelfde ronde was nog van belang de partij Schiffers—Steinitz,
waarin, nadat Steinitz door een fraaie offer-combinatie een pion gewonnen
had, het spoedig tot een eindspel kwam met loopers van ongelijke kleur.
"V erscheidene spelers zouden de partij toen als remise hebben afgebroken,
maar Steinitz zag iets verder en wist door werkelijk meesterlijke behan­
deling der moeilijke positie de winst te forceeren.
Steinitz. Ofschoon ik straks, waar de prijswinners meer speciaal ter sprake zullen
komen, gelegenheid zal hebben, een en ander op te merken over Steinitz'
spel in dezen wedstrijd, zoo wil ik nu toch niet langer dralen met de
persoonlijkheid van den kleinen grooten man aan U voor te stellen.
Steinitz was eigenlijk de clou van den wedstrijd. Lasker, Tchigorin,
Tarrasch, nu ja, dat is ook lang niet mis en dat is ook heel interessant,
maar die zou men later nog wel eens ontmoeten. Maar Steinitz, Steinitz,
de zestigjarige grijsaard, die vijf en twintig jaar lang het wereldkam­
pioenschap vermocht te verdedigen, wiens kunstwerken ons steeds het
allerschoonste scheen, wat op schaakgebied verkregen kan worden, Steinitz
is de overwinnaar van Anderssen, Blackburne, Zuckertort, Gunsberg,
Tchigorin, om van mindere goden niet eens te spreken.
Steinitz, den schepper van het moderne schaakspel, persoonlijk eens te
zien, dat alleen was wel een uitstapje naar Hastings waard. En wij
hebben Steinitz gezien en wij hebben met hem gesproken en .... wij zijn
allemaal van hem gaan houden.
Steinitz is een buitengewoon sympathieke persoonlijkheid. Behoeft het
vermelding, dat de pieuze schaker, die een uur met hem in gesprek door-
brengt, oogenblikken van groot genot smaakt? Wat al herinneringen en
anecdoten weet hij te vertellen! En zoo smakelijk, met een eenigszins
296

schorre stem, die dikwijls plaats maakt voor een vroolijken lach. Als
Steinitz op dreef is, begint hij gewoonlijk Duitsch te spreken, anders Engelsch.
Steinitz maakt het drietal deelnemers vol (met Bird en Vergani), die
zich bij het loopen van een of twee krukken moeten bedienen. Wel een
bewijs, dat „kruk" geen geschikte synoniem is van „knoeier", want zelfs
de grootste van dit edele krukken-driemanschap is sterk genoeg om ons
allen een lesje te geven! Twee beroerten en een zonnesteek hebben
Steinitz lichamelijk gebroken en o. a. de rechterzijde van zijn gezicht
verminkt, doch gelukkig heeft zijn geest hieronder weinig geleden.
Kleine ronde mannetjes, vooral als zij gebrekkig zijn, hebben iets aan­
trekkelijks voor mij. En Steinitz met zijn geestig flikkerende oogen, zijn
hoog geniaal voorhoofd was mij buitengewoon aantrekkelijk. Aardig, als
hij voor het bord zat, ondersteunde hij zijn hoofd met zijn linkerhand,
terwijl hij met den wijsvinger van zijn rechterhand de maat sloeg bij
het combineeren. Gedruisch bij het spelen kon hij minder dan eenig
ander deelnemer verdragen en Marco, die pas nieuwe laarzen gekocht
had en de gewoonte had, rond te wandelen, terwijl zijn tegenpartij aan
den zet was, moest menige aardigheid over zijn gekraak verduwen.
Steinitz heeft zich in vroeger jaren veel vijanden gemaakt, hoofdza­
kelijk door zijn heftighe[d in krant-artikelen, waarbij hij geen mensch
ontzag. Doch zelfs Hofifer, zijn ergste vijand, moest van hem getuigen,
dat Steinitz steeds eerlijk was en zich ook op schaakgebied nooit met
knoeierijen inliet. Dit zegt veel.
Twaalfde ronde. De partij Lasker—Pillsbury was het hoofdmoment der twaalfde ronde.
De toeloop der toeschouwers was buitengewoon groot en voor gereser­
veerde zitplaatsen werden vrij hooge sommen besteed. Lasker opende
Spaansch, in de verwachting, dat Pillsbury dit met diens geliefkoosde
verdediging 3. . . ,g6 zou beantwoorden, welken zet Lasker voor ongunstig
houdt. Lasker had niet misgeraden. Pillsbury verdedigde den Spanjaard
met g6 en Lg7 en Lasker had spoedig wat men een „prachtige ontwik­
keling" noemt. Doch deze partij leverde een nieuw bewijs voor de stelling,
dat Pillsbury een combinatiespeler is van bewonderenswaardig talent en
tevens dat Lasker . .. onovertroffen is in de behandeling van het eindspel.
„Het is moeilijk," zeide Lasker zelf mij eens zeer bescheidenlijk, „om mij
in een eindspel te kloppen," en zooals bekend is, de laatste loodjes wegen
ook in het schaakspel, het zwaarst. In het middenspel wist Pillsbury een
pion te veroveren, en met het oog op een zeer sterk pionnen-centrum,
rekende hij reeds de partij voor zich gewonnen. Doch hij had buiten
den waard gerekend, die in de gestalte van een witten vrij-boer op de
a-lijn spoedig geducht begon te spoken. Pillsbury was blijkbaar bang
voor spoken, want hij maakte een paar weekhartige zetjes, die hem
elke hoop op winst ontnamen. Daarna verzuimde hij de partij remis te
maken en Lasker, die zich geen enkele kans liet ontglippen, dwong hem
door een paar krachtige zetten spoedig tot overgave.
2 97

Partijen van het Meestertornooi te Hastings


No- 246- Gespeeld in de zevende ronde, 13 Augustus 1895.
Wit: Pillsbury. Zwart: Steinitz.
Geweigerd Itanie-G>uiil)iet.
1- d4 dS i9- h3 I-e6 37-Te7: Tc 2 f
2- c4 e6 20. f4 f5 3 g. T e 2 Tc 3
3- PC3 P f6 21. Tfdi T d7 39. Taei T b6
4- L S5 C5') 22. Pa 4 Tc8 40. Td 2 T b4 :
5- cds: eds: 23. b6 a6 41. ds T c2
6. Lf6: gf6: 24. P ec3 Tc6 42. Tc 2 : L c2 :
7" e3 Le6 25. L fi Td8 43. Lh S : L e4
8. P ge2 P c6 26. P a 2 L d7 4 4 . L f7 : T d4 5 )
9- g3 : ) cd 4 : 27. P b 4 Tc8 45. L e6 Td 2 f
10. ed4: I.b 4 28. P 03 Tg8 46. Te.' T d3
11. Lg 2 Db6 29. Kf 2 h5 47. Te 3 Td 2 f
12. 0-0 0-0-0 30. h4 L b4:3) 48. Kei T d4
13. Pa4 Da6 3!. a b4: D bó: 49. h5 L ds :
14- a3 L d6 32. L e 2 T g6 40. L f5 .• L f7
1S" b4 h S4 33- P d 5 : 4 ) D e6 SI. h6 T d8
iö. P ac3 Pej 34. Lf3 L c6

"• bS n «S 3S. T« Ld;: " 5

.8. Dbj KbS 36. Te6, L b3 en Zwart geeft op.


S t a n d n a den 3 0 s t e n zet van Wit.

) Dezelfde voortzetting speelde Steinitz reeds in zijn match met Zuckertort


Het komt ons echter voor, dat Wit de juiste wederlegging ervan getroffen heeft.
-) oowel om den looper tegen het zwakke punt ds te richten als om de open
g-lijn van Zwart te neutraliseeren.
3) Dit is fout Zwart had door onmiddellijk Tg6, gevolgd door Tcg8, te spelen
goede kansen bekomen. De zwakte van den zwarten koningsvleugel komt steeds
meer aan het licht. Zie diagram.
298

4) De gevolgen van dezen zet zijn door Wit goed doorgezien.


5) Steinitz bood hier remis aan, maar Pillsbury weigerde.
Spaansche Partij.
No. 247. Gespeeld in de achtste ronde, 12 Augustus 1895.
Wit: Lasker. Zwart: Walbrodt.
i. e4 e5 9- P 83 P ^5 *1- P fe7: t P e7=
2 P f3 P c.6 10. L d7: D d7: 18. f5 P *5: ')
3'. Lbj P f6 11. b3') Tad8 19. P f6: i gf6:
4. o—o d6 12. Lb2 P c6 20. ef5: Dfs:
5. Pc3 Le7 13. P f5 De6 21. Tfi D e4
6. d4 ed4: 14- Tei P es 22. L f6 :
7. P d4: L d7 15- f4 P g6 Opgegeven.
8. P de2 0—0 16. Pds2) c63)

') De voortzetting van Dr. Tarrasch. In deze partij komt duidelijk de bedre­
venheid uit van Lasker, om een beslissend voordeel te behalen tegen spelers als
Walbrodt, die gewoon zijn, met hun stukken zonder eigenlijk doel heen en weer
te trekken en slechts wachten op een foutje der tegenpartij..
•) Beslissend.
3) Op Pd5 : had de volgende uiterst briljante voortzetting kunnen volgen, die
Lasker in petto had: 16 Pds: 17. Pg7 : Dd7 18. eds : Pf4 : 19- Te7; De7 :
20. Pfs Dgs 21. Dg4!!! en Wit wint de dame of zet door Ph6 mat. Zie diagram.
4) Op Dd7 volgt 19. Pf6 : t gf6 : 20. Lf6 : en Zwart gaat mat.
No. 248. Gespeeld in de achtste ronde, 14 Augustus 1895.
Wit: Schiffers. Zwart : Pillsbury.
Evans-gaiiibiet.
e4 e5 5- c3 Ld6') 9- D b3 o-o
2 P f3 P c6 6. o—o P f6 10. P g5 D lS

3. LC4 LC5 7-Tei L e7 ii.Ödi h6


4. b4 L b4: 8. d4 d6:) 12. Pf3 Lg4
299

13* P a3 P h7 23. f43) Pfarf4) 33. D e2 T f5 :


14. Tbi Tb8 24. Tf2: P f5: 34. C4 D f3

15. P C2 Pg5 25. D h 5 : | Kg8 35. I ) e 8 f T f8


16. Khi Kh8 26. efs : ef4: 36. D e6 f Khy
17- P C3 Lf3 27. D g 5 : f6 3 7 . D 67 T g8
18. gf3: P h3 28. Df4: T bc8 38. D cj :5) T g4
19. TI12 L g5 29. Tgi Ddsf 39. Dd6: T e8
20. P f 5 Pe7 3°- T fga T f7 4o. h3 T e2
2I- Lgs: hg5 : 31. Dg4 T e4 41. D h2 T 4g2 :
22. LbS? D b5 : 32. Dh5 T f4 geeft op.
) Deze verdediging maakt in den laatsten tijd in Amerika grooten opgang
Het doel er van is, Wit te verhinderen zijn raadsheer op a3 te posteeren, doch
tevens p. es te dekken.
•) Zwart staat nu absoluut veilig met een pion in 't voordeel.
') Dreigende 24. Dh5 f en 25. Pe7 : mat.
4) Gedwongen.
') Na het nemen dezer pionnen is de partij terstond voor Wit verloren, die
trouwens moeilijk te redden was.
•No' 249' Gespeeld in de achtste ronde, 14 Augustus 1895.
Wit: Steinitz. Zwart. Bird

Geweigerd Dame-Gambiet.
*• d4 d5 13- L c3: D c7 25. L b4 a5
14 i;<^ *4- P e5 T d8 26. Tadi2) ab4:
3- P c3 c6 15. D e2 b6 27. cj gj
4" e3 Pd7 16. b4 Lb7 28. Td8+ Kg7
s"Pf3 L d 6 17- f4 Pfs') 29. ab4: P e3
6' 64 de4' l8- Dfa 05 30. T c 8 : T c8:
7. Pe4= Lb4f 19. des : bes: 31. T d4 f5
S. P 03 P df6 20. D c5 : D cS 32. T d7| K h6
9- L d3 Das 21. bes: L e4 33. fgr Kgs-
i a L d 2 Pe7 22. Tfdi T dc8 34. h4| Kf6
11. 0—0 0—0 23. c6 L d3: 35. Pc6 Tg8
I2j a.3 Lc3: 24. T d 3 Pe4 geeft o p 3).
') R ' rd werkt ' n ,Ieze pai-tij op werkelijk geniale wijze met zijn paarden.
-) Zwart dreigde door 26. Pe7 den pion terug te winnen, en dit doet Wit tot
een incorrect offer besluiten.
) Want het mat is op geen wijze meer te verhinderen.
No' 25°' Gespeeld in de negende ronde, 16 Augustus 1895.
W it. Lasker. Zwart: Steinitz
Spaansche Partij.
l- ^4 e5 4. L a4 d6 7. d4 P gó
2' 3 P c6 5- 0—0 P ge7 8. T ei L e7
3' 5 a6 6- c3 L d71) 9. p bd2 0—0
3°°

10. Pft De8 21. C4 P c8 32- Kg1 P dS :

11. LC2!) Kh8 22. DÓ2 Pce7 3 3 . L d8: P f4


12. Pg3 L g4 23. cs gó 3 4 . L f6 Dd2
13. d5 P 1 )8 24. DC3 f5?4) 35-Te2 P e2
14. h3 Lc8 25. Pes: des : 3 6 . L e2: l)d78)
15. Pf5 Ld8 26. De5:t P f6 37- T di D f7
16. g4 Pe7 27. Ld4!5) fg4: 38- L C 4 L e6
17. Pg3 Pg83) 28. hg4: Lg4: 39- e5 L c4 =

18. Kg2 Pd7 29. Dg5!6) Dd7 4 0 . PfS geeft op.


19. Le3 P b6 30. L f6:f Kg8
20. b3 Ld7 3 1 . Ld-Ü') L h3f

') In zijn eigen leerboek beveelt Steinitz hier 6. . .. f5 aan.


-) Er dreigde 11. Pd4 : met winst van een pion.
3) De stand der zwarte stukken is zeker curieus.
4) Zie diagram. Wanneer men de nu verkregen stelling aan een eenigszins
nauwkeurig onderzoek onderwerpt, komt men tot de conclusie, dat, hoewel de
zwarte stukken oogenschijnlijk alle in zeer ongunstige posities zijn teruggedrongen,
Wit nergens eenig voordeel kan behalen. Zwart daarentegen dreigt met f5 een
beslissenden aanval te openen. Het eenige, wat Wit dreigt, is het paardoffer op
es en dit had Zwart door een kleinen voorzorgsmaatregel als 24. h6 krachteloos
kunnen maken. Het is zeer jammer, dat Steinitz de kracht van het paardoffer
onderschat heeft, want hij heeft tot dusver de partij zeker beter gespeeld dan Lasker.
5) g5 ware fout wegens 27. . . . Pd5 : ! en wint.
27.
6)
De mogelijkheid van dezen zet had Steinitz overzien.
') Zwart dreigde 3 1 . PdS : 32. L d 8 : Pf4f 33- Kgi Lf3 en Wit verliest. 3 1 .
Ldi is de eenige goede zet voor Wit, maar deze is tevens voldoende om de partij
te beslissen.
8) Dgs : deugt niet, wegens 37. Lc4f.
3oi

No. 251. Gespeeld in de negende ronde, 1G Augustus 1895.

Wit: Burn. Zwart : Dr. Tarrasch

Geweigerd Diunegninbiet.
!• d4 fis io. a4 P e-j 19. P e 2 P f5
2- c4 e6 11. as aó 20. Kc2 D h6
3- p c3 c6 12. ba6: ba6: 21. Lei P f6
4- ^3 f5 13. Dd2 es 22. g3 P g4
5. P f3 L dó 14. Pa4 3 ) e4 23. T ei P fe3 : f
6- c5 LC7 15. P gi f4 24 Kbi Dg6
7- b4 P d7 16. P b6 fe3 i 25. P f4 L f4:
8. L'D2 De7 17. fe 3 : o—o 26. gf 4 : P fi :
9- bs Df6') 18. o—o—oTb8 4 ). 27. Tefi: e31
Opgegeven.
') Om na 10. bcó : bcó : 11. Da4 den c-pion door Pe7 te kunnen dekken.
) De gansche aanval van Wit op den dame-vleugel is voorbarig. Le2 en korte
rochade moesten voorafgaan.
3) des : was hier dringend noodzakelijk. Zwart's aanval wordt nu overwegend.
4) Een andere, ook zeer sterke voortzetting bestond hier voor Zwart in 18. .
Lb6 : 19. abó : Dfi : 20. T fi Tfi : f 21. Kc 2 as, gevolgd door La6 en Pfg.

No- 2-r'2- Gespeeld in de tiende ronde, 17 Augustus 1895.

Wit: Mieses. Zwart: Lasker.

Schotsche partij.
T- 64 eS 2 °- D 'i4 05 2 ) 39. Pc6 Lb6
2-Pf3 Pc6 21. D h4 Te6: 40. Kf 3 K g7
3- d4 ed4: 22. LI13 T 02 41. ICe2 gS
4- p d 4: P f6 23. L c8 T c8: 42. h5 gf 4 :
5- Pc6: bcó: 24.. Kg2 d4 43. gf 4 : Kfó
6" eS De7 25. D f 4 f5 44. Kd 3 L c7
7. D e 2 P g8') 26. T e2: D e2 : 4 5. P a7 : L f4:
8- S3 g6 27. Fei D aó 3 ) 4 ó. a4 Lcj
9- LS2 Lg 7 28. P gs D có f 47. P có Kg S
IO' 0—0 Tb8 Df 3 J)d7 48. Pd 4 : 8 ) KH15:
11. Tei P h6 30. I14 C4 4 ) 49. pt 5 : Kg5
12. P d 2 0—0 31* l>c 4 : T c4: 50. Ke4 9 ) h5
T 3- P f 3 f6 3 2 - D aS f T c8 51. P g7 h4!
14. L hó : L li6 : 33. T e 7 5 ) T a8: 6 ) 52. Kf 3 L bó
15. Öc 4 f KhS 3 4 . Td7: h6 7 ) 53. c.4 Kfó
16. b3 L g7 35. p eó Le5 54. P e81 Kej
e6 <15 36. f4 Te8 55. P g7 Kfó
18. Dcó: Td8 37. T d8 T d8: 56. P hs f Kes
19. Tadi T bó 38. Pd8: L c7 remise.
302

') In zijn match tegen Blackburne speelde Zuckertort hier 7... . Pds 8. C4
La6 enz.
•) Wellicht ware hier 2 0 . . . . L b 7 b e t e r .
3) 27 DC2 : zou de partij kosten, bijv. 28. Te7 Tg8 29. Pg5 h6 30. PF7T
Kg8 3 T . Dh6 : f Lh6 : 3 2 . Pg5 i Kh8 3 3 . Th7 mat.
4) Dit is voorbarig en brengt Zwart in groote moeilijkheden.
5) Dezen fraaien zet had Lasker overzien.
6) Het eenige. Op 33. . .. De7 : 34. Dc8 : f Lf8 (Üf8 35. Df8 : Lf8 : 36. Pe6)
35. Pe6 Kg8 36. Ivfi Kf7 37. Df8 : + Df8 : 38. Pf8 : Kf8 : 39. Ke2 en wint.
7) Veel beter ware 34. .. . Kg8.
8) Hoogstwaarschijnlijk had 48. as hier tot winst gevoerd bijv. 48. as KI15
49. a6 Lb6 50. a7 La7 : 51. Pa7 : Kf6 52. Pc6 hs 53. Pd4 : I14 54. Peaf en wint.
9) Ook 5 0 . Phö : had slechts tot remise geleid.

Mo. 253. Gespeeld in de tiende ronde, 17 Augustus 1895.


Wit: Pillsbury. Zwart: Mason.
Geweigerd Danieg'ainbiet.
1. d4 ds 13. 1, bs2) D dó 25. P a7 : T a8
2. C4 eó 14. T c2 có 26. P c6 Kg7
3. P C 3 P f6 15. L d 3 P f6 27. a3 T c84)
4. L gs L e7 16. T fci T ac8 28. g4 P C7
5. P f3 b6 17. L a6 L a6: 29. P e~] T b8
6. e3 L b7 18. D a6 : T 07 30. T d7 P e6
7. Tci dc4: 19. P es cs 3) 31. P ds T c8
8. L C4: P bd7 2 0 . T C5 : T C5 : 3 2 . P b6 : T C2
9. o—o o—o 21. T 05 : P d7 33. b4 P gs
1 0 . D e2 P ds ') 22. T c6 P b8 34. a4 P e4
11. L e7 : D fj: 23. T d6: P a6: 35. as
12. Pds: eds : 24. P c6 g6 Opgegeven.
') Mason speelt deze partij buitengewoon zwak. Ter verdediging van den
c-pion ware C5 beter.
-) La6 ware beter.
3) Op Tfc8 ware 20. Pc6 : Tc6 : 21. Dc8|
: enz. gevolgd.
4) Dreigende Pb8.

Mo. 254. Gespeeld in de tiende ronde, 17 Augustus 1895.


Wit: Steinitz. Zwart: Von Bardeleben.
Ginoco Piano.
1. e4 es 6. cd4: L b4f 11. L ds : L ds:
2. Pf3 P c6 7- P c 3 ' ) d52) 12. P d s : Dds:
3. L C4 L C5 8. eds : P ds : 13. L e^ : P c-j :
4. c.3 P f6 9. o—o L e6 14. T ei f6
5. d4 ed4: 1 0 . Lg5 L e7 15. Dea Ddj
3°3

16. T ci c63) 23. Tf7f Kg8 30. D g7f Ke8


T7- d5 cds: 24. Tg7f Kh85) 31. D g8f Ke7
T8. Pd4 Kf7 25. Th7:| Kg8 32. D f7f Kd8
19. P e6 ThcS , 26. Tg7f Kh8 33. Df8f D e8
20. Dg4 gó 27. Dh4f«) Kg7 : 34. P f7f Kd7
21. Pg5t Ke8 28. Dh7f Iv f8 35. D dó mat.
22. T e7 :f Kf84) 20. Dh8f Ke7

') Een nieuwe voortzetting van Steinitz' vinding. Gewoonlijk wordt hier 7. Ld2
gespeeld.
2) Zwart kan ook 7... . Pe4 nemen.
3) 16. Kf7 was hier veel beter, ofschoon ook dan door afruil op e7, gevolgd
door TC7 Wit een voldoend equivalent in pionnen krijgt voor de geofferde
kwaliteit. De tekstzet geeft Wit gelegenheid tot een schitterende, zeer verreikende
combinatie.
4) Op De7 : volgt 23. Tc8| enz., op Kei •' volgt Teif Kd6, 24. Db4f KC7
(TC5 dan 25. Teóf en wint) 25. Pe6| Kb8 26. Df4F en wint. Zie diagram.
5) Op Kf8 ware 25. PI17 :f gevolgd.
6) Wit kondigt mat aan in negen zetten. Zie diagram. Men bedenke wel, dat de
volgende matstelling door Steinitz reeds bij den 22en zet moet zijn doorzien, daar
anders het torenoffer op ^ incorrect ware, omdat Zwart zoowel Dg4 : als Tci :
mat dreigde.

Welk stelsel is billijker?


In het Augustus-nummer van ons Tijdschrift trekt de Heer C. C. W. Mann in een
ingezonden stuk tegen het door ons bij den oplossingswedstrijd ingevoerde stelsel te
velde' „en tracht daarin door eenige cijfers te bewijzen, dat genoemd stelsel aan een
«euvel" mank gaat, daarbij den weg aanwijzende om dat «euvel" te doen verdwijnen.
Bij het door hem in te voeren stelsel beweert hij tevens, dat «het voordeel, dat ook
minder sterke oplossers een prijs kunnen behalen", behouden blijft; hij vergeet echter
deze bewering te staven.
3°4

Wij zullen nu, de bewijsvoering van den Heer Mann volgende, eens nagaan, in
hoeverre hij juist oordeelt.
Volledigheidshalve zullen we echter niet spreken van den I" en 4" prijswinner, maar
ook van de andere mededingers, misschien brengt dat de zaak tot meerdere klaarheid.
We krijgen dus volgens den Heer Mann voor A. als eerste prijswinner een score van:
45 — 50 — 48 — 42 = 185. Hierbij voegen wij
voor B. 44 — 52 — 48 — 42 = 186
» C. 44 — 51 — 49 — 43 = 187.
» D. 43 — 52 — 48 — 44 = 187.
Volgens het Engelsche stelsel, dat wij volgen, zou de score na de vierde maand dus zijn:
A. 140 —. B go —. C. 43 —. D. o —.
Dit nu vindt de Heer Mann onbillijk, omdat «het puntenaantal der oplossers te
veel uit elkaar loopt". Hij vergeet hierbij echter, dat dit alleen met de punten der
winners het geval is. A. heeft natuurlijk de meeste kans om nogmaals een prijs te
winnen, maar daarvoor heeft hij dan ook, van het begin af, getracht het best op te
lossen. Uit de tabel blijkt, dat A, B, C en D oplossers zijn van gelijke kracht; dat
A nummer één geworden is, is dus hoofdzakelijk hun eigen schuld.
Beschouwen we nu den stand na de vierde maand, met gebruikmaking van het
stelsel Mann, dan krijgen wij voor A. 140 —. B. 141. C. 142. D. 142 —.
Tot hiertoe valt er alleen op te merken, dat er bij het stelsel Mann meer gelijkheid
bestaat tusschen de scores der prijswinners na de vierde maand.
Daar het echter in onze bedoeling lag, om niet alleen den sterksten oplossers een
prijs te geven, maar ook den minder geoefenden een kans te laten op een prijs, zoo
is het «billijk", nu ook eens na te gaan, wat wel het resultaat is van een minder,
sterken oplosser bij het Engelsche stelsel en bij dat van den Heer Mann.
Nemen we daarom bijv. eens een mededinger E, die de volgende score behaalt:
30 35 — 40 — 34 = 139. Volgens het Engelsche stelsel zou deze oplosser nu
waarschijnlijk de zesde maand in aanmerking komen voor een prijs, nadat A voor
de tweede maal prijswinner geworden was.
Bij het stelsel Mann echter (140 — 141 — 142 — 142 — 139) kunnen wij den
wedstrijd na de vierde maand even goed als afgeloopen beschouwen, terwijl de vijfde
maand dan weêr een nieuwe begint met het resultaat, dat E. di zwakkere oplosser
voor den tweeden keer tegen A, B, C en D strijdende, ook ditmaal geen kans heeft
op een prijs.
Uit het stelsel Mann zou dus de volgende conclusie getrokken kunnen worden:
Wanneer een minder sterke mededinger na eenige maanden zooveel punten achter
blijft, als de score bedraagt, waarmede de eerste prijswinner den prijs won, en hij
heeft voor dien tijd nog geen prijs kunnen behalen, dan krijgt hij nooit een prijs.
Wij gelooven dus, dat voor ons doel het stelsel Mann zich zelf veroordeelt.

DE JURY.
3' N "' 10' October 1895.

TIJDSCHRIFT
VAN DEN

NEDERLANDSCHEN SCHAAKBOND.
BFG!ATRTYILTE"INP TI^ELVTT c ^
TÜSSC,,ED":'
- '''' " ™ ï"™'
E
LENNEP , Secretaris
Secretaris.
H DE"
^jjL-°c
" S — Rr,, L.
M
itter;
L. H. DEELMAN , Comnnssans van Materieel; N. W. VAN
K™TS-

REDACTIE: N. W. VAN LENNEP; J . D. TRESLING.

toegezonden^"zijn' extra-nrnnmer^verkrUgbaar TT ^ de B°ndS'eden wordt


voor Bondsleden. " 20 cents en een seheele jaargang a f 2.-, eveneens slechts

r^H3£»««sesa
Het Internationaal Tornooi te Hastings.
(Vervolg!)

Zeer merkwaardig was nog de partij Tschigorin-Walbrodt, die voor


het talent van laatstgenoemden meester schitterende getuigenis aflegt.
schigorm opende met het Koningsgambiet, dat door Zwart met 2 dt
a geslagen werd. W it ging spoedig tot een aanval over op de vijande­
lijke koningstelling, terwijl Zwart zijn krachten meer in het centrum con-

gelegenheid'tot ^ Tschig°rin von^ eindelijk


g genheid tot een verbazend fijne combinatie, waardoor hij onder opgaaf

wLh H , Cen T " 6611 Paar Z6tten Scheen te ku-en forceeren.


r g * het Satanische Plan va* -in tegenpartij en ter-
h°° r

beantwLrddenÏaaVn ï- ^ ^ " * gaM °P het k^Hteitsoffer,


beantwoordde hij den fijnen zet van Tschigorin door een nog oneindig
jneren tegenzet, die hem twee torens tegen dame en winnende stelling

ooi hier' ^aI,en Plaats g"jpt, gebeurde


Walbrodt' te LbbT ^ d°°rrek'enen
der lastige combinatie, scheen
Walbrodt te hebben uitgeput en had ook niet weinig van zijn tijd ver-
s onden, zoodat hij instede van zich door een voor de hand liggend be­
slissend finale de winst te verzekeren, Tschigorin gelegenheid gaf, door
eeuwig schaak remise te houden.
Walbrodt.
Niet alleen het doen van correcte zetten, het gestadig sterk spelen
zoowel in den aanval als in de verdediging, waardoor een schaker zich
pgewassen kan toonen tegen elke tegenpartij, maar het nu en dan leve­
ren van een zeer buitengewoon kabinetstukje, van een absoluut vlekke-
20
3°6

looze, verreikende, zoowel door zijn diepte als door zijn bnlliancy over­
weldigende combinatie, kenmerkt den meester van den eersten rang.
Door zijn partij met Tschigorin heeft Walbrodt getoond tot de zoodamgen
te behooren. Er zijn meesters, die steeds met succes — met verdiend
succes spelen, de openingen op hun duimpje kennen, het middenspel
correct, ja zelfs briljant voeren, in het eindspel blijken geven, Berger
nauwkeurig te hebben bestudeerd, maar die nog nooit iets werkelijk
onsterfelijks hebben gepresteerd. Over honderd jaar zullen zeker namen
als Morphy, Anderssen, Zuckertort, Blackburne, Mason, Steinitz, Tschigo­
rin, Tarrasch e. a., nog niets van hun tegenwoordigen glans hebben ver­
loren, maar of de nakomelingschap standbeelden zal oprichten voor een
Gunsberg, een Marco, een Max Weiss, een Burn, is zeer dubieus.
Walbrodt werd 24 jaar geleden te Amsterdam geboren. Van postuur
is hij zeker de allerkleinste der meesters, zoodat hij dan ook door zijn
Duitsche confrères niet anders dan met den bijnaam „Kleine aange­
sproken wordt. Slechts zijn armen hebben de natuurlijke grootte, zoo­
dat deze hem bij het loopen langs den grond schijnen te slepen. Zijn
crelaat heeft iets bijzonder kinderlijks, doch eenige vlasjes onder den neus
en een -roote sigaar in den mond maken dat men op het eerste gezicht
verlegen staat, ook bij benadering naar zijn leeftijd te gissen. Walbrodt
is geen drukte-maker, zijn optreden onder schaakspelers (het schoone
geslacht te Hastings oordeelde er althans anders over) is de bescheiden­
heid zelve. Voor het bord zittende is hij verbazend kalm. Toen Wal­
brodt in '92 te Dresden voor het eerst aan een internationalen wedstrijd
deelnam, verwonderde reeds ieder er zich over, hoe een jongmensch van
betrekkelijk zoo jeugdigen leeftijd met zoon onverstoorbare kalmte en
zoo strakke gelaatstrekken 14 dagen achtereen kon schaken. Of Wal­
brodt goed of slecht staat, 't staat nooit op zijn gezicht te lezen, dat
onder Ille omstandigheden zijn eenigszins slaperige uitdrukking behoudt.
Tschigorin—Steinitz! Deze strijd werd met de grootste belangstelling
" gevolgd.0 En geen wonder. De beide matches, die Steinitz in '89 en 92
van Tschigorin gewonnen heeft, liggen nog versch in het geheugen en
ofschoon nu de uitslag eener enkele partij hoegenaamd mets beteekent,
zoo was ieder toch benieuwd hoe deze, misschien laatste, kamp tusschen
de beide geduchte kampioenen zou afloopen. Het mocht Steinitz gelukken,
voor de derde maal zijn superioriteit over zijn ouden antagonist te
toonen. Tschigorin opende (natuurlijk!) met het Evansgambiet. Ditmaal
verdedigde Steinitz zich niet met het beruchte Df6, maar wat misschien
nog veel slechter is, met 8 Pf6 (1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lc4 Lc5 4. b4
Lb4: 5. c3 LaS 6. 0-0 d6 7. <*4 ed4: 8. cd4: PK??) Het gevolg
was, dat Wit door 9. es des = IO- La3 een kolossalen aanval kreeg.
Zwart verdedigde zich echter met onvolprezen meesterschap en wist, daar
Tschigorin op het beslissende moment niet de allersterkste voortzetting
koos ^een algemeenen afruil te bewerkstelligen, waardoor hij met looper
3° 7

en 2 vrijpionnen tegen toren in het voordeel bleef. Tschigorin spande


zich nog eenigen tijd te vergeefs in, om de pionnen tegen te houden
maar moest zich ten slotte overgeven.
Tschigorin.
Een prachtig type, die Tschigorin. *) Volgens de Engelschen konden
slechts hij en Mieses aanspraak maken op den titel van perfect gentleman.
Den eersten indruk, dien Tschigorin maakt, de algemeene eigenschap, die
als t ware uit zijn gansche wezen schijnt te spreken, is kranigheid. De­
zelfde beslistheid, waarmee hij zijn zetten doet, kenmerkt zijn korte afge­
meten stappen, wanneer hij - de saamgeknepen vuisten in de zij _
door de zaal loopt, terwijl zijn tegenpartij nadenkt. Kaarsrecht, de handen
op tafel gevouwen, zit hij voor het bord, ieder in de gelegenheid stel­
lende, zijn mooien kop te bewonderen. Zwart van haar en baard, hoog
van voorhoofd met mooie grijs-blauwe oogen en fijn-besneden gelaats­
trekken, doet het geheel aangenaam aan. Zou men Steinitz' kop het beeld
kunnen noemen eener prachtig-wilde, ja ruwe genialiteit, Tschigorin s
kop geeft zeker in hooge mate een geniale beschaafdheid te kennen. Vier
en veertig jaar oud, van eer kleine dan groote gestalte, begint Tschigorin
reeds te vertoonen, wat wij Hollanders een „buikje" noemen. Een andere
taal dan Russisch spreekt hij niet, doch met veel moeite weet hij in een­
voudige gevallen zich in het Duitsch verstaanbaar te maken. Bij gekom-
pliceerde kwesties fungeert zijn landsman Schiffers als tolk. die met het-
zelfde gemak Duitsch, Fransch, Engelsch als Russisch spreekt.
In de dertiende ronde leed Tarrasch zijn laatste nederlaag en wel tegen
Pollock. Tarrasch speelde Fransch, wat Pollock met de vroeger veelal
door Steinitz geliefkoosde voortzetting 2. e5 beantwoordde. Deze zet wordt
door de theorie verworpen en wel wegens 2. ... f6 3. d4 c5 Pollock is
echter van meening, dat Wit na 4. Ld3 f5 (?) 5. g4 cd4: 6. ^ ; üa5+
C3 Oe5:+ 8. Pe2 een sterken-aanval krijgt, die ruimschoots tegen het
verhes van een pion opweegt. De uitkomst rechtvaardigde deze meenino-
Ofschoon Tarrasch misschien hier en daar sterker had kunnen spelen
kwam hij langzamerhand in zulk een slechte positie, dat hij. ten einde
mat te verhinderen een toren en spoedig daarna de partij moest opgeven.
Pollock.
De Amsterdammers kennen Pollock persoonlijk. In '87 (of '86?) was
hij de gast van het V. A. S, bij welke gelegenheid hij simultaan-voor-
steihngen gaf en ook tegen onze beste schakers vrije partijen speelde.
Ofschoon ik met geloof, dat hij zich bepaald sterker toonde dan D. van
r oreest, zoo volgt hieruit nog volstrekt niet, dat Pollock niet een zeer
talentvol en briljant speler is. In den onderhavigen wedstrijd klopte hij
o. a. Steinitz, Gunsberg en Tarrasch en deze overwinningen leggen dui­
delijk zijn begaafdheid aan den dag. Jammer, dat door één slechte
eigenschap al dit talent onder den grond wordt begraven. Pollock drinkt

den betrokke'"6 niel overeenstemmen wat betreft de spelling van dezen naam, vroeg ik
En het resultaat"zwart op wit - - -T«;" <•« *«
308

en wel een beetje veel. Zonder kleine hartversterking kan hij met spelen
Zie je, als je zoo'n paar glaasjes op hebt, dan wordt je toch een geheel
ander mensch. Een ongeluk bij een geluk is echter, dat deze andere
mensch ook wel een paar glaasjes lust, om op zijn beurt ^er een ander
mensch te worden enz. enz. Van het «ogenblik', af, dat Pollock alle hoop
op een prijs had vaarwel gezegd, gaf hij zich meer dan ooit aan zijn
verderfelijke liefhebberij over. Terwijl zijn tegenpartij aan den zet was
richtte hij steeds zijn schreden naar het buffet, ten einde zijn keel met
stout te besproeien. De invloed hiervan was meestal gedurende de eers e
fasen der partij niet merkbaar en dikwijls mocht het Pollock zelfs geluk­
ken, een winnende stelling te krijgen. Dan langzamerhand, bij de derde
of vierde metamorfose van een mensch in een ander mensch scheen de
andere mensch bitter weinig schaakkennis te hebben overgeërfd; de eene
rotzet volgde op den anderen en het onverkwikkelijke schouwspel ein­
digde meestal hiermee, dat de andere mensch geheel wegbleef en „door
tijdsoverschrijding" verloor. Pollock is nu 36 jaar oud en aldus in de
kracht zijns levens. Zijn gelaat („very nice-looking indeed ) en zijn ma­
nieren zijn zeer aangenaam, althans zoolang hij nuchter is.
Donderdagavond 22 Augustus groot banket. Tegenwoordig waren onge­
Banket.
veer alle meesters, de meeste leden van het comité en vele schakers van
Hastings en andere plaatsen, o. a. onze stadgenoot E van Dien, die en
zelfden dag was gearriveerd en een paar dagen bleef, teneinde het tor­
nooi te volgen. Al kunnen de Engelschen nog wel eens een lesje gaan
nemen bij de Duitschers in de kunst, een gemeenschappelijken maaltijd
zoo vroolijk en zoo gezellig mogelijk te maken, zoo willen wij toch niet
ontkennen, dat de honderd aanzittenden in het Queen s hotel eenpaar
prettige uren doorbrachten en een goed menu voorgezet kregen. Bij het
dessert de gebruikelijke toasten. Eerst natuurlijk The gracious Queen,
daarna de Beschermheer en de Pairons, eindelijk de Meesters Lasker
antwoordde en zeide, dat hij zijn domicilie in Londen gevestigd had en
Engeland als zijn tweede vaderland beschouwde. Dit tornooi was een
groot succes en nog nooit had men zooveel sterke schaakspelers te samen
gezien. Het was niet meer dan billijk, dat vertegenwoordigers van de
voornaamste natiën der wereld aan een dergelijken kamp deelnamen
Daarna antwoordde Steinitz. Het was een prachtig idee geweest vanL de
Hastingsche club, om dezen wedstrijd uit te schrijven die een nieuw
tijdperk zou openen in de schaakgeschiedenis. Ook Tschigorin bedank
bij monde van Mr. Hawks. Tschigorin was - zoo verzekerde genoemde
tolk - zeer verheugd, tegenwoordig te zijn bij zulk een belangrijke mee-
ting van schaakspelers. Het feit, dat het tornooi te Hastings alle wereld­
beroemde kampioenen had gelokt, stelde ten volle de verdiensten in het
licht van President, Secretaris en Leden van het Comité Zijn bijz
dere dank gold Mr. Dobell voor al de vriendelijkheid, welke deze hem
gedurende zijn vertoef had bewezen. Zijn verblijf te Hastings was bij-
3°9

zonder genotvol geweest en de St. Petersburger schaakclub had ten volle


gewaardeerd de attenties aan haar stadgenoot betoond. Er was iets, dat
hij wilde vertellen, n. 1. dat de club te St. Petersburg aldaar een tornooi
wenschte te organiseeren, ongeveer aan het einde des jaars, tusschen 5
of 6 erkende schaakmeesters en van meening was, dat zonder Pillsbury
de lijst niet compleet zou zijn. De eerste prijs zou ruim 1200 gulden
bedragen en geen deelnemer zou minder dan ruim 360 gulden krijgen.
Bovendien nam de club al de reis- en verblijfkosten der spelers voor
haar rekening. Het idee om het aantal deelnemers te beperken, maar
ieder met ieder 3 of 4 partijen te laten spelen, was uitgegaan van den
President der club M. Sabourofï, die voor 30 jaren in Londen leefde.
Hij hoopte, dat deze schikkingen de goedkeuring ;der schaakwereld zouden
wegdragen. *) De volgende spreker was Dr. Tarrasch. Hij bedankte het
comité voor al de moeiten en al de zorgen, die het zich ter wille der
deelnemers had getroost. Het speet hem slechts, dat het tornooi niet in
de een of andere woestenij in plaats van te Hastings was uitgeschreven.
Al de aantrekkelijkheden van een badplaats, de steeds nieuwe en betoo-
verende bekoorlijkheden der zee, het heerlijke weder, de prachtige natuur
en last not least de mooie Engelsche meisjes f) stelden hem tot alles
beter dan tot schaakspelen in staat. Geen wonder, dat hij en de overige
Duitsche meesters, in wier naam hij sprak, zoo'n slecht figuur maakten!
De dagen, in Hastings doorgebracht, behoorden tot de schoonste huns
levens en zouden steeds bij hen in aangename herinnering blijven.
Daarna kwamen de Mayor en de Stadsraad aan de beurt, de pers,
het Comité en vooral zijn Secretaris M. Dobell, wiens gezondheid onder
daverend en niet eindigend applaus gedronken werd. Zonder dezen func­
tionaris was het tornooi waarschijnlijk nooit tot stand gekomen en voor
het reuzenwerk en den onvolprezen ijver, dien hij ten behoeve der zaak
gepresteerd heeft, komt hem de dank en lof der gansche schaakwereld toe.
Probleemoplos- Onmiddellijk voorafgaand aan het banket greep een probleemoplossings-
singswedstrijd. wer[strijd plaats. Drie problemen, een vierzet van D. P. All, een driezet
van Berger en een driezet van Gold moesten van het diagram worden
opgelost. Hier volgen de beide driezetten.

*) Aan dezen wedstrijd zullen waarschijnlijk Pillsbury, Lasker, Steinitz, Tschigorin (en Walbrodt?)
deelnemen. Tarrasch heeft in zijn eigen orgaan beslist verklaard, wegens beroepsplichten niet te kunnen
verschijnen.

t) Kwade tongen beweren, dat het trouwlustige schoone geslacht te Hastings naar aanleiding dezer
speech informaties trachtte in te winnen, of de doctor al dan niet getrouwd is. De teleurstelling moet
groot geweest zijn.
310

J. Berger. S Gold.

wm i WM mm.

wm

mm &

wm. %
Mat in drie zetten Mat in drie zetten.
Oplossing: Oplossing:
1. Kb2 Lc6 2. Dh2 onv. 3. Dgi mat. x. Tb2 Lb2: 2. Da3 La.3: 3. es mat.
1. — LF7 : 2. Kc2 onv. 3.03 mat.
Nevenoplossing:
1. Db7 : Lf7 : 2. Dbs : onv. 3. e3 mat.
1. — Kc5 2. Dc7t onv. 3. Da7 mat.
Aan den wedstrijd namen deel Steinitz, Pillsbury, Marco, Schlechter,
Albin, Pollock, Mieses en Teichmann. De drie prijzen van 36, 24 en
12 gulden werden respect, gewonnen door Marco in 1 uur 35 min.,
Schlechter in 1 uur 40 min. en Mieses in 1 uur 55 min.
Bezoekers. Nog even wil ik hier aanstippen, dat gedurende de tweede helft van
het tornooi verscheidene bekende schakers den wedstrijd met een bezoek
vereerden. Ik noem Dr. C. Schmid uit Blasewitz, von Minckwitz uit
Leipzig, Alapin en Rosenthal uit Parijs en de Engelsche amateurs John
Owen, Trenchard, Mortimer, Gunston enz. enz. De twee laatste dagen
genoot ik nog het gezelschap van onze landgenooten de heeren Enschedé
en Fokker uit Haarlem. Speciaal over Mortimer nog het volgende:
Hij is een oude vroolijke heer, die persoonlijk Morphy gekend en hon­
derden partijen met hem gespeeld heeft. Als hij eens over Morphy be­
gint, raakt hij niet uitgepraat en doet verhalen in den trant van wijlen
onzen Pinedo. Het is merkwaardig, hoe overeenstemmend tijdgenooten
van Morphy zijn in hun oordeel over den grooten Amerikaan. De in­
druk, dien zijn persoon en zijn spel maakten, moet overweldigend zijn
geweest. In denzelfden geest als verleden jaar Dr. Reiff tot mij gespro­
ken had, liet zich ook Mortimer uit. „Och," zeide laatstgenoemde, „al
die tegenwoordige wereldkampioenen kunnen zich gerust laten begraven!
Is dat schaken? Zij begaan blunder op blunder en onder tien partijen,
die zij spelen, zijn er nauwelijks drie of vier de moeite van het afdruk­
ken waard. Lasker noemt zich wereldkampioen, maar wat heeft de man
311

eigenlijk gepresteerd? Hij heeft handig zijn tegenstanders gekozen, dat's


al. Eerst Miniati, daarna Blackburne, die ongeveer al zijn matches ver­
loren heeft en eindelijk Steinitz, die langzamerhand oud en gebrekkig is
geworden en lang niet meer zijn vroegere schaakkracht bezit. Morphy
was de personificatie van het schaakgenie. Fouten maakte hij hoogst
zelden of nooit. Met hetzelfde gemak gaf hij mij een paard voor, als
ik nu gelijk-op door de eerste meesters geklopt word. Morphy was
zeker de beminnelijkste tegenstander, dien men zich denken kan en het
maakte een waar genot uit, hem voor het bord te zien zitten, zóózeer
kon men bemerken, dat al zijn gedachten op de partij geconcentreerd
waren en zijn gansche ziel met den loop ervan meeleefde. Het verba­
zingwekkendste was echter de snelheid, waarmee Morphy na afloop der
partij —• ten antwoord op vragen van toeschouwers — uit zijn hoofd
verreikende combinaties aangaf, waarom hij zoo en niet anders had ge­
speeld. Na afloop zijner eerste match-partij met Anderssen vroeg ik hem,
waarom hij op een gegeven oogenblik niet een anderen, meer voor de
hand liggenden zet had gekozen. Onmiddellijk schreef hij uit zijn hoofd
als vermoedelijk gevolg van den door mij voorgestelden zet, een combi­
natie op, die twintig zetten diep was, en met het verlies zijner partij
eindigde. Bij het naspelen vond ik, dat Morphy volkomen juist had
geoordeeld en dat hij de door hem gevreesde combinatie met onbegrij­
pelijke correctheid had doorgerekend. Nooit liet Morphy — wat tegen­
woordig aan de orde van den dag is — zijn tegenstander in een gewon­
nen stelling ontglippen. Op een bévue behoefde men nooit te rekenen.
Iedere partij speelde hij met dezelfde brilliajicy en dezelfde kracht, steeds
den kortsten weg uitvindende, om de winst te forceeren. In 't kort, ik
geloof niet, dat ooit de schaakgeschiedenis een tweede voorbeeld zal
kunnen aanwijzen van een zoo geweldig, alles omvattend schaaktalent."
Zoo en nog veel meer babbelde de oude heer Mortimer, met wien ik
tevens het genoegen had eenige partijen te spelen en de meerderheid te
verliezen.
Voor een paar jaren richtte Mieses tot vier toenmaals allen in leven
zijnde en naar zijn oordeel bevoegde oudstrijders, die vele campagnes
met alle eerste veldheeren dezer eeuw hadden meegemaakt, de vraag, wie
huns inziens de grootste schaker was, die ooit heeft geleefd. De Rivière
en Louis Paulsen (j" 1891) antwoordden Morphy, Bird *) antwoordde
Anderssen en Rev. John Owen gaf zijn stem aan Kolisch.
In de veertiende ronde, op Vrijdag 23 Augustus werden weinig' inte-
Vecrtiende ronde ressante partijen gespeeld; als een merkwaardigheid vermelden wij echter,
dat Zwart in alle partijen — op twee na, zegevierde. Verder scheen het
den vorigen dag gehouden banket nu juist geen heilzame uitwerking op
de hersenen te hebben geoefend, want het spel was door de bank infaam slecht.

) Van de elf partijen, die Bird met Morphy speelde, verloor hij er tien en maakte hij er één remise !!
312

Steinitz speelde Damegambiet tegen Burn, die langzamerhand een in­


ferieure positie bekwam en op een gegeven moment een pion moest of­
feren, ten einde onmiddellijk verlies te voorkomen. Steinitz besloot
echter dit liberale aanbod met een nóg liberaler te overbluffen: hij aan­
vaardde den zwarten pion, doch gaf een oogenblik later in ruil daarvoor
een wit paard cadeau. Toen was het echter weer Burn's beurt, edelmoe­
dig te zijn. Hij voerde dit uit met behulp van een reeks uitgezocht
zwakke zetten, zoodat Steinitz, ofschoon een vol stuk in het nadeel, in
het eindspel gelegenheid kreeg, tot een bekende remis-stelling te geraken.
Dit is echter nog niets bij hetgeen de heeren Schiffers en Janowski tot
stand brachten. Dezen schaakten letterlijk qui perd gagne met damstuk­
ken ! Schiffers slaagde er het eerst in, en een paar pionnen te verliezen bij
treurige stelling, maar Janowski — „ook niet voor de poes" — wist
Wit's voordeel spoedig te neutralizeeren en door een zeer fijne combina­
tie zijn dame kwijt te raken. Natuurlijk beviel dit Schiffers niet, die
zulke diepe rotzetten en zoovele foutieve berekeningen wist uit te voeren,
dat langen tijd de uitslag der partij aan een zijden draad scheen te
hangen. Ten slotte wist Janowski echter zijn superioriteit te handhaven
en den weg te vinden, die het allersnelst tot verlies leidde; den kroon
zette hij op zijn werk door een onverwachten meesterlijken staatsgreep,
aldus het qui perd gagne-idee tot heerlijke volkomenheid brengende....
hij gaf de partij op!
Teichmann verdedigde zich in het middenspel vrij goed tegen den
heftigen aanval van Lasker, die twee stukken voor een toren offerde,
doch ten slotte gelegenheid kreeg door een bok der tegenpartij, op een
moment, dat deze minstens remise in handen had, met zijn beide torens
in het vijandelijk spel te dringen en de winst te forceeren. Albin en
Mason speelden als twee echte Maandaghouders, een vrij slaperig, doch
niet compromitteerend partijtje, dat remise werd. Bardeleben leverde
weinig tegenstand tegen Tschigorin, die, aan de Russische leefwijze gewoon,
zoo'n West-Europeesch banketje niet bepaald de moeite van het haarfijn-
krijgen waard vindt. Bird speelde moedig Evansgambiet tegen Pillsbury,
doch moest na de openingszetten, evenals in zijn partij met Tschigorin,
tot zijn schrik ontdekken, dat hij zoowel den aanval als eenige pionnen
had verloren. Ditmaal gftf zijn tegenpartij hem echter geen kans, eeuwig
schaak te bieden! Blackburne was intusschen ook niet bijzonder op
dreef en had ongepermitteerd lang werk met Vergani, terwijl Gunsberg
— anders de snelste speler van allen, op Bird na — om dezelfde reden
tegen Pollock verloor, als Albin en Mason remise hadden gemaakt.
Gunsberg was n.1. nog niet erg fiks en juist toen hij er in geslaagd was
de laatste slaapjes uit zijn oogen te verdrijven, bemerkte hij, dat zijn
stelling reddeloos was en dat hij nog 15 zetten in enkele minuten moest
doen. Van deze plicht onthief Pollock hem echter door na weinig zetten
een mat aan te kondigen. Mieses verloor door een al te fijne combinatie
3i3

tegen Walbrodt en Schlechter was misschien de eenige speler in de


gansche ronde, die door het slechte spel van zijn tegenpartij, Tinsley,
niet tot navolging werd geprikkeld. Hij slaagde erin, twee torens op dé
zevende lijn te brengen — het dagelijksch gebed van gansch het scha­
kende menschdom — en Tinsley, hierin een duidelijke wilsbeschikking
van godin Caissa ziende, bood geen verderen tegenstand. De merkwaar­
digste en allerslechtste partij van den dag was echter die tusschen Marco
en Tarrasch. Eerstgenoemde opende Spaansch en de doctor raakte lang­
zamerhand in een allesbehalve verkwikkelijke stelling. Marco scheen echter
den titel van „grosser Verlustmeister", dien hij zich zelf had gegeven
niet maar zoo klakkeloos te willen onteeren en deed zijn best, zijn goed
spel van zooeven door zwakke zetten ongedaan te maken. Dit gelukte
hem zoo wel, dat Tarrasch op een gegeven momenteen beslissenden aan­
val kon inleiden, dit echter naliet. Marco liet zich echter niet door deze
eerste mislukking van zijn plan ontmoedigen. Hij waagde een tweede
poging, om zijn tegenpartij te doen winnen en ditmaal werd Tarrasch
plotseling zoo wild, dat hij een totaal ongemotiveerd looperoffer maakte,
met zijn volgenden zet mat dreigende. Tarrasch had reeds op zijn notatie­
papier het woord „aufgegeben" als laatsten zet van zijn tegenpartij ge­
schreven en men kan zich gemakkelijk voorstellen, dat hij als door den
donder getroffen scheen, toen Marco door een eenvoudig bespottelijk voor
de hand liggend zetje de gansche matcombinatie weerlegde. Het gansche
verdere verloop der partij te schetsen ware ondienstig en de mededeeling
moge hier volstaan, dat Marco er met ongelooflijke krachtsinspanning
nog in mocht slagen, de partij tot een voor Tarrasch gunstig resultaat te
leiden.
Een ook maar eenigszins gelijkende beschrijving van Marco te geven
is onbegonnen werk. Zijn beste oogenblikken had hij, wanneer hij een
partij had verloren en dit overkwam hem nog al dikwijls in Hastings.
Het winnen^ eener partij was niet in staat hem en train te brengen, maar
als hij zoo'n echt knoeistukje had geleverd, stelde hij spoedig iedereen
in staat, getuige te zijn van zijn onverbeterlijk goed humeur. Daarbij de
wijze, waarop hij vertelde, was zóó eenig komiek, dat men bij het volgen
zijner analyses niet kon nalaten het uit te schateren en de zaal dan ook
na afloop der dagronde daverde van het gelach. „Schauen Sie 'mal an,
meine Herrschaften, was für eine grossartige Partie ich da wieder verloren
habe Jetzt muss der Ker! in seiner Verzweiflung schon diesen blöden
Zug machen, worauf ich ihm einfach den Bauern wegfresse." „Aber,
Marco, erlauben Sie, warum haben Sie denn diesen Zug nicht gemacht?"
„Nein, wissen Sie, darauf hatte mir der Patzer auf diese Weise die Tante
gekitzelt, drohend ewig Schach und dann ware die Partie wohl für mich
verloren gewesen, denn, verstehen Sie; ewig halte ich das doch nicht aus!
A er schauen Sie mal an, bitte, wie die Sache weiter ging Der
vereinzelte Bauer hat mich einfach umgebracht, bitte. Wenn ich ihm jetzt
3i4

ruhig diesen grasslichen Fusstritt gegeben 'natte, so könnte der Mensch


rein aufgeben. Schauen Sie 'mal an, bitte, was ein schauderhaftes Schweins-
gltlck dieser blöde Champion of the World wieder gehabt hat! Ich
stehe noch ganz nett, es kann mir gar nichts passiren und wenn ich
die Damen tausch, so ist er einfach fertig. Nun aber wird's blöd, der
Kerl macht mir diesen ekelhaften Zug. Was wollen Sie dagegen erfinden,
bitte? Schauen Sie 'mal an, bitte, das scheussliche Viehsglück. Das Spiel
dieses Champions beruht einfach nur auf Tauschung, bitte. Der Mensch
hat im ganzen Turnier noch keine einzige Combination gemacht und
leidet offenbar an momentaner Hirnerweichung. Ich habe mich rein con-
sterniren lassen." „Aber Marco, der Springer auf d6 zu spielen ware
doch nog etwas besser gewesen." „Was wollen Sie damit, macht Sie das
glücklich ? nein, jetzt ist 's schon bös', es ist absolut nichts zu machen.
Ich habe mich rein verhauen lassen. Ich habe mich rein verhauen las­
sen. Schauderrrhaftes Viehsglück!" enz. enz.
Marco was zeker de meest populaire meester in Hastings. De wijze,
waarop hij de drie eenige expresies, die hij geleerd had, „ Y e s „ a l l
right" en „I am very delighted" te pas en te onpas overal gebruikte,
was in staat den meest verharden droogpruimer te doen lachen. Marco
is een lange, breedgeschouderde jonge man van 32 jaar. Zijn liefde tot
het goddelijke Germaansche brouwsel heeft er het hare toe bijgedragen
om van zijn gezicht nu juist geen Adonis-type te maken. Zooals onze
lezers zich herinneren, won Marco den eersten prijs in den wmter-wed-
strijd der „Wiener Schachgesellschaft" zonder één partij te verliezen en
terwijl zich onder de deelnemers spelers als Weiss, Enghsch, Schlechter
en Judd bevonden. Het is dan ook buiten kijf, dat Marco een zeer
sterk en fijn schaker is en het moet vooralsnog een onopgelost raadsel
blijven, waaraan zijn gering succes te Hastings geweten moet worden.
Zelf wist hij er althans geen touw aan vast te knoopen. „Es ist ekelhaft
verstehen Sie, ich esse mit Appetit, ich schlafe wie ein Ochs, ich bin
ganz gut disponiert, und wenn ich mich zum Spiel setze, so mach ich es
fertig, die denkbar blödsinnigsten Züge herauszufinden. Was wollen
Sie dagegen erfinden, bitte?"
De nacht van Vrijdag op Zaterdag scheen aen aeeinemerb »c
Vijftiende ronde.
noodige verkwikking en rust niet te hebben onthouden, want de vijftiende
ronde stond, wat betreft het partij-gehalte, verre boven de vorige. Aller­
eerst komt de partij Albin—Lasker, waarin eerstgenoemde alle pogingen
van Lasker om te winnen, door zijn meesterlijke verdediging wist te
pareeren. Ten slotte kwam het tot een eindspel, waarin Lasker, hoewel
een pion in 't voordeel, door de omstandigheid, dat ieder nog een toren
had, niet meer dan remise kon maken.
Albin — ik kan zijn uiterlijk niet beter beschrijven dan door te zeg­
Albin.
gen, dat ieder uwer hem op het eerste gezicht voor een paardekoopman
zou houden — is een zeer ingenieus speler. Op bladz. 60 en 62 van
3i5

dezen jaargang gaven wij een paar wonderlijk-mooie staaltjes van zijn
talent, in het meestertornooi te Dresden '92, was hij de eenige deelnemer,
die een partij van Tarrasch won en ook te Hastings leverde hij een
paar meesterstukjes tegen Bardeleben, Tinsley en Janowski. Doch een
man van 67 jaar *), die daarbij nog tot de armste professionnals be­
hoort, zoodat hij sommige dagen met een leege maag zijn wedstrijd-par­
tijen moest spelen, bezit niet meer de noodige fisieke kracht voor een
tornooi van zoo langen duur. Vandaag voelt hij zich goed gedisponeerd,
omdat hij lekker geslapen en lekker gegeten heeft en spelers als Lasker
o schigorin hebben handen vol werk, om met hem remis te maken;
morgen is zijn kracht gebroken — zijn nacht was slecht en het diner,
dat vriend A. hem aanbood, een beetje schraal - geheel lusteloos zet
i] zich neder voor het^ bord en Tarrasch, Steinitz c. s., krijgen letterlijk
een partij cadeau. Bij het beoordeelen van den uitslag eens tornoois
moeten dergelijke gewichtige omstandigheden vooral niet uit het oog
verloren worden. Spelers als Mason, Pollock, Albin, die, zij het dan
00- met allen om dezelfde reden, zeer ongelijk zijn in hun leistungen,
den eenen dag tege n de zwaksten verliezen en den anderen dag de sterk-
sten kloppen, maken elk resultaat zoo onzuiver mogelijk. Het komt
natuurlijk wel uit, dat de beste spelers bovenaan en de mindere broeders
onderaan op de scorehjst geplaatst worden, maar aan de onderlinge volg­
orde, aan het feit, dat No. 1 boven No. 2 en No. 4 onder No. 3 staat
mag geen enkele gevolgtrekking omtrent de juiste sterkteverhouding
worden ontleend.
Mooi was ook de partij Von Bardeleben-Tarrasch, waarin laatstgenoemde
reeds in de opening (Ruy Lopez) een stuk offerde voor een geweldigen
aanval. Het offer was correct en op een gegeven moment kon Tarrasch
door een eenvoudigen zet de partij beslissen. Hij koos echter een andere
schijnbaar nog sterkere voortzetting, daarbij echter een uiterst fijne res­
source van Wit overziende. Von Bardeleben kreeg nu zelfs de iets betere
stelling, maar de partij eindigde ten slotte met remise. Aan het einde der
derde week was nu de score als volgt: Lasker en Tschigorin 12, Pillsbury
11 h, Steinitz en Walbrodt 9, Von Bardeleben en Schilfers 81/2 Dr. Tar­
rasch en Mason 8, Schlechter, Pollock en Blackburne 71/2, Bird 7, Burn
6% Janowski, Albin, Teichmann en Gunsberg 6, Tinsley en Marco
S k, Mieses 4VS en Vergani 3. Dit lijstje is vooral merkwaardig, wan­
neer men bedenkt, dat Tarrasch ten slotte nog No. 4 werd en vooral
dat Teichmann nog met Von Bardeleben op No. 7 kwam.
L™meJ°1"' L*ng W'' lk 0nze lezers niet ophouden met de dames, die haar wed­

strijd in de week van 26 tot 31 Augustus hielden. Er werd in twee


klassen gespeeld, een voor de sterken(!) en een voor de zwakken. Eerst
in den allerlaatsten tijd begint de beoefening van het schaakspel in Enge-

') TC voor enkele jaren leefde Albin in Weenen. Tegenwoordig is hij in New-York gevestigd.
3Ï6

land ook onder dames veld te winnen. In Londen is nu een dames


schaakclub opgericht, in verschillende andere clubs worden dames als
leden toegelaten en het Comité te Hastings meende dit eerste begin op
den goeden (?) weg niet beter te kunnen aanmoedigen dan door het
uitschrijven van een tornooi. Ik wil hier de kwestie niet bespreken, of
het schaakspel een geschikte uitspanning is voor dames; zooveel is zeker,
dat bij verreweg de meerderheid der 20 vrouwelijke deelnemers de kennis
van het spel zich tot den loop der stukken bepaalde en zelfs in sommige
gevallen niet eens zoover reikte. Met namen wil ik u niet vervelen. De
twee volgende partijtjes, in de „sterke" afdeeling gespeeld, mogen u eenig
denkbeeld geven van het alzoo ten toon gespreide talent.
No. 255. Gespeeld in het Ladies' Tournament te Hastings.
Wit: Lady Thomas (Eerste prijs.) Zwart: Miss Fox, (Derdeprijs.)
Spaaiisclie Partij.
1. e4 es 8. L e3 bs 15. D C2? b4?
2. P f3 P c6 9. Lbs Le7 16. Lc6:| Dc6:
3. Lbs Pfó 10. Tgi? ds? 17. Pes: D dó
4. d3') a6? 11. Pds: P ds: 18. L £4 0—0
5. La4? dó 12. Lds: D dó 19. <6 C4
6. P C3 L g4? 13. C3? Tb8? Pgó:2) en Wit
20.
7. h3 Lhs 14. g4 Lgówon na nog ontelbaar
veel zetten.
'). Tot zoover is alles goed, maar nu begint de ellende.
'). Een waardig slot.
No. 256. Gespeeld in het Ladies' Tournament te Hastings.
Wit: Miss Fox (Derde prijs.) Zwart: Miss Field (Tweede prijs.)
Eiigelsche Partij.
1. e4 es 8.L g5 P ge7 15. 34 DC7
2. P f3 P có 9. edó: cdó: 16. P C4? L a7 ?
3. C31) Les? 10. Lcó: Lcó: 17. '->3 L bs

4. d4 ed4: 11. D e2 fó 18. Taci? L f3:


5. cd4: Lbó 12. L e3 0—0 19. D f3: ds
6. es? dó 13. o—o aó 20. Lf4? D f4:
7. L bs L d7 14. P C4? Tc8? en Zwart won als vorige
partij.
'). Aanteekeningen als vorige partij,
eestertomooi. De eerste partij, die in deze ronde beslist werd, was die tusschen
:stiende ronde, fijisley en Von Bardeleben en het feit, dat laatstgenoemde verloor,
moge als voldoend bewijs voor zijn zwakke gezondheid en lusteloosheid
gedurende de tweede helft van het tornooi gelden,
insiey. Tinsley is geen te verachten tegenstander, maar zijn spel is meer op
valletjes berekend dan op diepte van combinatie en juistheid van positie-
blik. Ofschoon het hem gelukte te Manchester in '90 den zevenden
3i7

prijs met Alapin en Von Scheve te deelen, meenen wij, dat het een fout
was hem als deelnemer in het onderhavige tornooi toe te laten. Hij
heeft alle eigenschappen, die hem tot een uiterst gevaarlijken koffiehuis­
speler stempelen, maar dit is niet voldoende. De partijen, die hij won
tegen Pollock, Gunsberg, Marco, Janowski, Vergani en Mason—won
hij door valletjes. Overigens is Samuel Tinsley (ouderdom : vermoedelijk
tusschen 40 en 50, type: een combinatie van havik en uil) een vroolijke,
vriendelijke kerel, die om zijn bescheidenheid en hartelijkheid door alle
meesters werd geacht.
De partij Gunsberg—Mason is een mooi staaltje van Gunsberg's talent
en misschien de beste partij, die hij in het gansche tornooi speelde. De
wijze, waarop hij een aanval wist te openen en door een zeer fijn offer
het vijandelijk spel ruineerde, was bewonderenswaardig. Mason was ge­
dwongen zijn dame te geven tegen toren en looper en daarmee was de
Gunsberg. strijd feitelijk beslist. Wat Gunsberg in dit tornooi gepresteerd heeft, is
van niet veel beteekenis; zijn partijen tegen Blackburne, Janowski, Albin
en Mason kunnen vertoond worden, maar overigens speelde hij slecht.
Dit moet geweten worden aan gebrek aan ambitie, gebrek aan oefening
en overlading van kranten-werk. Gunsberg is een goede oud bekende
in Nederland en met name de Amsterdamsche spelers zullen de schitte­
rende simultaanvoorstellingen, die de Engelsche meester in '8g in het
V. A. S. gaf, wel nooit vergeten. Later genoten wij nog tweemaal de
eer van zijn bezoek en wel in 89 en in '93, doch beter spel en grooter
talent voor simultaanpartijen dan Gunsberg in '85 heeft vertoond, zijn
wel nooit in ons land aanschouwd. Het is jammer, een zoo eenig ster­
ken speler, die nog in den bloeitijd zijner jaren *) verkeert, zoo langza­
merhand te zien aftakelen. Gunsberg's bloeiperiode ligt tusschen de jaren
'85 en '91. Gedurende dien tijd wist hij zich tot een meester van den
allereersten rang op te werken en algemeen werd hij beschouwd als de
eenige kandidaat, die met kans op succes Steinitz zou kunnen bevech­
ten. De match kwam inderdaad tot stand in '91 en Steinitz overwon
met slechts 6 partijen tegen 4 bij 9 (!) remisen. Gedurende de laatste
jaren hebben voornamelijk twee oorzaken er toe meegewerkt Gunsberg's
ambitie te knakken, in de eerste plaats een zeer langdurige en hevige
tyfus en ten tweede verschillende achtereenvolgende hoogst droevige
sterfgevallen in zijn eigen gezin. Gunsberg bekleedt een zeer goede po­
sitie in de Engelsche schaakwereld als journalist; hij is onlangs her­
trouwd en wie weet of hij met de terugkeer van huiselijk geluk en goede
gezondheid niet nog eens zijn oude plaats in het trontgelid zal heroveren!
Een vermakelijk incident deed zich voor in de partij Bird—Janowski;
Bird opende met zijn geliefd 1. f4 en een zeer levendig en wisselvallig
spel volgde. Janowski liet menige kans ontglippen en ten slotte kwam
het in het eindspel tot de volgende positie :
*) Gunsberg werd in '54 te Budapest geboren.
3i8

Janowski.

Bird.
Wit aan den zet wint.
In bovenstaande stelling kon Wit eenvoudig winnen door i. böf.
Op i.... Kb6 : volgt 2. La5f Kc6 3. a7 en op 1. ... Lb6 : volgt 2.
Kb5 LC7 3. Le3. Bird gaf er echter de voorkeur aan met zijn koning
naar den anderen vleugel te wandelen, welk geestig manoeuvre Zwart
met onverschillige looperzetten beantwoordde. Toen Wit zag, dat er op
den koningsvleugel niets te halen viel, keerde hij met zijn koning naar
a.4 terug en de positie op het diagram ontstond ten tweeden male. Ten
tweeden male overzag echter Bird de winnende voortzetting en weer
moest de koning naar f3 zijn biezen pakken. Toen nu voor de derde
maal de bewuste stelling verkregen was, reclameerde janowski bij het
comité de partij als remis (zie bladz. 257 onderaan van het Juli-nummer).
Het merkwaardigste is nog, dat ook Janowski in de oprechte meening
verkeerde, dat er voor Wit niet meer dan remis inzat, want terwijl het
comité beraadslaagde, ging hij een weddenschap aan voor een pond
sterling tegen iemand, die beweerde de partij voor Bird te kunnen win­
nen. Toen het comité Janowski's eisch had ingewilligd, toonde men
bovengen, variant en het is begrijpelijk, dat de oude heer Bird woedend
was. Hoe hij echter bij de ongelooflijke snelheid, waarmee hij speelt,
ooit verder dan één zet diep kan combineeren, is een raadsel,
janowski. Bijzonder aantrekkelijk is het niet, over den vertegenwoordiger van
Frankrijk te schrijven. Terloops zij hier even opgemerkt, dat het streven
van het Comité, om schakers van zoo veel mogelijk verschillende landen
toe te laten, in plaats van eenvoudig de twintig sterkste spelers uit te
kiezen, leelijk fiasco heeft gemaakt en ook moest maken. Wat in de
wereld der wielrijders en cricketspelers misschien rationeel is, is absurd
en belachelijk wanneer het geldt deelnemers aan een schaakwedstrijd
naar de nationaliteiten, waartoe zij behooren, in te deelen. Te Hastings
streden zoowel professionals als amateurs. Bij een tornooi van louter
3i9

amateurs zou de zaak gezond zijn. Het is duidelijk, dat Tarrasch en


AValbrodt voor de eer van Duitschland, Marco en Schlechter voor de
eer van Oostenrijk, Yergani voor de eer van Italië strijdt. Ook bij een
tornooi van enkel professionals zou men, hoewel met minder recht,
bijv. Albin, hoewel Oostenrijker, afgevaardigde van Amerika kunnen
noemen, omdat de schaakclub te New-York zijn onkosten betaalt en
Lasker, hoewel Duitscher, afgevaardigde van Engeland omdat Londen
hem onderhoudt. Met het vinden van het juiste hokje voor Tschigorin,
Schiffers, Blackburne en Bird is men natuurlijk nog spoediger klaar.
Maar nu nemen wij Janowski. Tot voor weinige jaren leefde deze Pool
in zijn vaderland, hij verhuisde echter naar Parijs, omdat in laatstgenoemde
stad het schaakspelersberoep lucratiever is. Geen club zond hem naar
Hastings; hij betaalde zelf zijn onkosten van het geld, door hem in den
loop van het jaar met koffiehuis-partijen verdiend. Janowski is nog zeer
impopulair in Parijs. En dit niet alleen, maar het schaakspel zelf is zoo
impopulair in Frankrijk, dat van de zooveel millioen Franschen misschien
geen 100 de daden van Janowski in de courant hebben gevolgd. Toch
is Janowski, volgens het Comité, vertegenwoordiger van Frankrijk ! ! Er
komt nog bij, dat het Comité zeer halfslachtig is te werk gegaan : Canada
en Italië mochten vertegenwoordigd worden, Nederland niet. De fout
zit 'm hierin, dat het schaakspel cosmopolietisch is en een eerste klasse
schaker een cosmopoliet. Steinitz, Gunsberg, Mason, Rosenthal, Teich-
mann, Hoffei enz. enz., zijn allen minstens één maal genaturaliseerd,
voordat zij hun tegenwoordig domicilie gevonden hadden. Wat heeft het
nu voor zin, dergelijke spelers als afgevaardigden van een bepaald land
te beschouwen? Dat Noorwegen goede schaatsenrijders oplevert is na­
tuurlijk, eveneens dat vele negerstammen in Afrika goed met pijl en boog
kunnen schieten. Maar aan de schaaktalenten van Steinitz en Lasker
zijn resp. Amerika en Engeland zoo onschuldig als pasgeboren kinderen !
Revenons Èt nos moutons.
Waarom het geen aangename taak is, Janowski aan u voor te stellen ?
Omdat ik tien tegen één de kans loop, dat de nieuwe kennis u niet bij­
zonder zal bevallen! Janowski, hoewel wat zijn kleederen betreft, tiré Èt
quatre épingles, staat bij zijn collega's niet hoog aangeschreven en ook
bij het publiek reikt zijn populariteit weinig hooger dan zijn hoogen
hoed en zijn gouden bril. De reden hiervan is de onaangename arro­
gantie, die hij zich tegenover ieder veroorlooft. In elke partij, die Ja­
nowski verliest, heeft hij zijn tegenpartij „vollstandig überspielt" en slechts
aan t slot, toen de partij eigenlijk reeds gewonnen was, door een grove
bok alles „verpatzt". Hier even een goeie mop van Tarrasch. Tarrasch
had hem mat gezet en toen begon het oude liedje weer: „Ich habe Sie
vollstandig überspielt, lieber Doctor; Sie haben geradezu die Partie so
blödsinnig wie möglich geführt. Nun am Schluss nuche ich einen groben
Fehler und verliere . Tarrasch gevat: „Es thut mir wirklich Leid ftlr
320

Sie, lieber Janowski, dass ich sogar mit slechteni Spiele nog gegen Sie
zu gewinnen im Stande bin!" Doch het komiekste beleefden wij, toen
Janowski in de voorlaatste ronde een allerellendigst „vluggertje" van
Tschigorin gewonnen had: „Jetzt will," zeide Marco, „der ekelhafte
Mensch nicht einmal mehr mit mir reden, er denkt sich da etwas riesiges
geleistet und ausser dem Brilliancy-Preis noch die Unsterblichkeit, gewon­
nen zu haben. Was wollen Sie dagegen erfinden, bitte?"
Janowski is nog zeer jong en een speler van ongetwijfeld groot en
origineel talent. Wanneer hij zich dan ook niet verbeeldde, nu reeds een
meester van den eersten rang te zijn, zou er geen reden bestaan, waarom
hij het mettertijd niet zou kunnen worden.
Zeventienderonde. In deze ronde werd weder voor de zooveelste maal het gezegde van
Mason. Winawer bewaarheid, dat het moeielijk is, Mason te verslaan, wanneer
hij nuchter is. Reeds op bladz. 33 van dezen jaargang hebben wij een
en ander van Mason verteld. Tot eer van Mason wil ik hier dadelijk
bijvoegen, dat hij zich te Hastings een boel beter gedroeg dan te Leip-
zig verleden jaar. Na een ergerlijk tooneeltje in een der allereerste ronden,
vermocht een geduchte reprimande van het Comité hem gedurende het
verdere verloop van het tornooi vrijwel binnen de perken te houden.
Wanneer gedurende den „schafttijd" en's avonds, als de partijen geëindigd
waren, de meesten zich in groepjes verdeelden, Tschigorin gearmd met
SchifFers, Tarrasch geëscorteerd door Walbrodt en Mieses en Pillsbury
door Teichmann, Marco en Schlechter het lokaal verlieten, teneinde de
dorstige kelen met een potteke bier te laven, zag men Mason gewoonlijk
het gezelschap van Pollock aanhangen !
Mason is een tenger mannetje, wiens door en door fatsoenlijk karakter
en vriendelijke manieren veel goedmaken van den slechten indruk, door
zijn drinkgewoonte gewekt. Zijn prachtig geniale kop heeft reeds meer
dan eens de bewondering van een artiest gewekt.
In de onderhavige ronde was Lasker zijn tegenpartij en alle talent en
inspanning van laatstgenoemde mochten tegen Mason's hardnekkige en
uren lang volgehouden verdediging niets baten, zoodat het spel ten slotte
remis werd.
Achttiende ronde. Het groote evenement in de achttiende ronde was de nederlaag van
Pillsbury tegen Schlechter. Laatstgenoemde liet zich in deze partij van
zijn gevaarlijkste zijde kennen. Pillsbury was een pion in het voordeel,
daarentegen had Schlechter een vrij-pion op de zesde lijn, zoodat de
stelling er zeer remiseachtig uitzag. Maar Pillsbury wilde Tschigorin,
die in dezelfde ronde zijn partij reeds remis had gemaakt, een half punt
vóorkomen; hij trachtte de winst te forceeren, overzag een eenvoudigen
zet der tegenpartij en.... verloor. De bescheiden wijze, waarop Pillsbury
deze en zijn beide overige nederlagen droeg en de eer der overwinning
geheel aan zijn tegenstanders gaf, is werkelijk voorbeeldig. Pillsbury
zelf had na deze partij geen hoop meer op den eersten prijs ; hij kon
321

dan ook moeielijk vermoeden, dat er in de drie laatste ronden wonderen


zouden gebeuren.
Mlese5' Zooals gezegd, Tschigorin had remise gemaakt en wel tegen Mieses.
Mieses — in '65 te Leipzig geboren — is een der talentvolste Duit-
sche meesters. Evenals Von Bardeleben stamt hij uit een aanzienlijke
rijke familie. Dat beide meesters thans beroepschaakspelers zijn, is te
wijten aan zware finantiöele verliezen, door hun ouders geleden en waar­
door zij verhinderd werden, hun studiën aan de Universiteit te voltooien.
Ditzelfde geldt ook Teichmann.
Dat Mieses in de laatste jaren in tornooien niet veel succes had, moet
op rekening gesteld worden zijner journalistische plichten. Als de meeste
andere deelnemers konden gaan rusten van de vermoeienissen des daags,
moest Mieses tot laat in den nacht artikelen schrijven voor Duitsche
bladen. Dit matte hem natuurlijk af en veroorzaakte vaak een koort­
sige haast bij hem, om zijn partij af te krijgen. Slechts als een
bijzonder sterke speler tegenover hem aan het tafeltje plaats nam, vond
Mieses het de moeite waard, zich geducht in te spannen en zoo gelukte
het hem dan ook tegen Lasker, Tschigorin, Steinitz en Tarrasch remis te
maken, zeker een prachtig kunststuk op zichzelf. Ook zeer fraai waren
de partijen, die hij van Blackburne en Tinsley won.
Mieses is een zeer aantrekkelijke figuur en wat de Duitschers noemen
„ein gebildeter Mensch". Het is altijd aangenaam, een schaker te ont­
moeten, die nog iets verder kan kombineeren dan Bilguer.
Carnaval. Donderdag 29 Augustus was weer een holiday en tevens de laatste
dag van het sedert Maandag met veel luister en enthousiasme gehouden
Hastmgsche carnaval. Waar de meesters de vorige dagen geen of wei­
nig gelegenheid hadden gehad, veel aandacht aan de festiviteiten te
schenken, daar was deze vrije dag dubbel weikom en ieder deed zijn
best, zoo luidruchtig en vroolijk mogelijk carnaval te vieren. Wat zoon
carnaval alzoo meebrengt? Fraai versierde straten, illuminaties, gecostu-
111 eerde optochten, bloemencorso's, bals, vuurwerk enz. enz. Van het
Comité kregen wij toegangsbewijzen voor bijna alle vermakelijkheden.
In het algemeen kan de royale wijze, waarop het Comité gedurende den
ganschen wedstrijd een ieder het verblijf te Hastings zoo genoegelijk
mogelijk trachtte te maken, niet genoeg geprezen worden
N::rde . Deze, ;°"de bracht voor de eerste ™al Tarrasch tegenover Lasker en
het publiek, dat verscheen, om dezen gewichtigen strijd bij te wonen,
was talrijker dan ooit. Het spreekt vanzelf, dat elk der beide meesters,'
die elkaar nu juist niet met vriendelijke oogen aankijken, zijn uiterste'
best deed om te winnen en dat zij volstrekt niet van plan waren er een
„remisje uit te draaien". Toch zou een „remisje" de meest billijke uit­
slag der partij zijn geweest. Het middenspel werd van weerszijden voor­
treffelijk gevoerd, doch Lasker slaagde er in, de eenigszins betere positie
voor het eindspel te krijgen. Nadat Tarrasch op het beslissende oogen-
21
322

blik verzuimd had, het remis door een paardofïer te forceeren, had Las-
ker gewonnen spel. Laatstgenoemde overzag echter de winnende voort­
zetting, hij gaf zijn tegenpartij onnoodig tijd en ten slotte won Tarrasch nog.
Twintigste ronde. Op Zaterdag 31 Augustus gebeurden de, wonderen, waarvan wij reeds
spraken. Het scheen vrij zeker, dat öf Tschigorin öf Lasker den eersten
prijs zou winnen en ziet, in de twintigste ronde werden beiden verslagen,
Tschigorin door Janowski en Lasker door Blackburne ! Niet onwaarschijn­
lijk het gevolg van afmatting en overspanning. Worden dergelijke neder­
lagen in het begin van den wedstrijd geleden, dan hebben de verliezers
gelegenheid genoeg om de schade in te halen, maar na de voorlaatste
ronde gaat zulks moeilijker. Bij een tornooi zal men nooit kunnen ver­
hinderen, dat het g:luk een rol speelt. Deze rol wordt echter belangrij­
ker naarmate de duur van het tornooi langer is en de fisieke kracht
der spelers dus grooter invloed uitoefent op den uitslag. Daar wij de
beide genoemde partijen in een der volgende nummers opnemen, willen
wij ze hier verder niet omschrijven.
Eenentwintigste De laatste ronde was in vele opzichten de merkwaardigste van alle.
ronde. Het is nog niet voorgekomen bij een internationalen wedstrijd, dat de
gemoederen tot den allerlaatsten dag toe in zóó groote spanning werden
gehouden als te Hastings. De laatste partijen zouden pas aanwijzen de
volgorde der prijswinners, en het is eigenaardig, dat al degenen, die
goed stonden voor een prijs, hun laatste partij moesten winnen en niet
met remise geholpen waren. Nu, zij wonnen dan ook! Pillsbury won
van Gunsberg en werd I, Tschigorin won van Schlechter en werd II,
Lasker won van Burn en werd III, Tarrasch won van Yergani en werd
IV, Steinitz won van Walbrodt en werd V, Schiffers won van Pollock
en werd VI, Von Bardeleben won van Marco, aldus den zevenden prijs
deelende met Teichmann, die van Mason won.
De eerste twee partijen zullen onzen lezers bij het naspelen veel ge-
genoegen verschaffen. Toen Gunsberg had gecapituleerd, brak er over
de gansche zaal zulk een daverend en langdurig applaus ter eere van
Pillsbury los, dat hooren en zien verging. Nu, deze bijvalsbetuigingen
waren ten volle verdiend. Burn speelde verre beneden zijn kracht tegen
Lasker. Hij opende met het sekure Dame-gambiet, doch aan zijn spel kon
men merken, dat hij de eer, Lasker aan den derden prijs te helpen,
gansch niet versmaadde. Na over de eerste 16 zetten - waarvan de
laatste uitgezocht slecht waren — bijna 2 uur te hebben gebruikt, gaf
hij de partij, die nog niet absoluut hopeloos stond, maar op. Als men
Burn. Burn voor het bord ziet zitten, is het moeilijk op het eerste gezicht uit
te maken, of men met een levend wezen of met een schaakautomaat te
doen heeft. Voor eenige jaren plachten de zetten even juist berekend
te zijn als de handbewegingen, waarmee hij de zetten tot stand bracht
en zijn onafscheidelijke pijp in en uit zijn mond nam. Maar gemis aan
praktijk heeft reeds veel schaakhelden gefopt. Even het portret van
323

vriend Amos completeerende, vermelden wij, dat kleine doffe oogen en


ponnie-haar het hunne bijdragen om aan het geheel een eigenaardige
bekoorlijkheid te geven.
Dit is de tweede maal, dat Burn, na eene lange onthoudingsperiode,
weer tot het openlijke schaakleven terugkeert. In '48 te Huil geboren,
leerde hij het spel op 16-jarigen leeftijd. In '70 kwam hij te Londen
en gold tot '76 ra!s een der sterkste Engelsche meesters. In hetzelfde
jaar trok hij zich echter terug, om pas tien jaar later, alzoo in '86, weer
op te duiken. Zijn meest beteekenende overwinningen dateeren van '86
tot '89 en zijn laatste internationale lauweren plukte hij te Amsterdam.
Daarna vertrok hij, wegens beroepsplichten, naar Chicago en tot Hastings
hoorde men niet van hem. Een maand lang voor den wedstrijd oefende
hij zich dagelijks in Simpson's Divan te Londen, maar dit bleek niet
v oldoende om hem zijn oude kracht en zekerheid terug te geven. Naar
ik verneem, blijft Burn thans in Europa en zal hij het schaakspel voor­
eerst niet weder vaarwel zeggen.
Ook Tarrasch, Steinitz en Schiffers hadden betrekkelijk gemakkelijk
spel. Vooral Schiffers, wiens tegenpartij Pollock zoo vriendelijk was,
openlijk te toonen, dat hij het gezelschap der buffetjuffrouw verre boven
dat van den Russischen meester verkoos.
Nu, Schiffers ziet er allesbehalve frisch uit, zoo iets van een roover-
hoofdman: reuzenstatuur, vervaarlijke haardos, donkere blikken Bij
nadere kennismaking blijft er echter van al die griezeligheid weinig over.
Schifters is een zeer ontwikkelde persoon en zoo vriendelijk als men zich
maar wenschen kan. De Engelschen verwonderden zich over de correct­
heid, waarmee hij Engelsch sprak, doch even goed, zoo niet beter, spreekt
hij Duitsch en Fransch. 't Was komiek, hem naast Walbrodt te zien
wandelen. Precies een paar kermistypen : een reus en een dwerg. Na
Tschigorin is Schiffers de beste speler in Rusland. In '87 te Frankfort
behaalde hij den brilliancy-prijs voor zijn beroemde partij met Harmonist *)
maar te Hastings mocht het hem voor de eerste maal gelukken, onder
de prijswinners te behooren.
Aan Von Bardeleben en Teichmann gelukte het niet dan na groote
inspanning hun resp. tegenstanders Marco en Mason „neer te leggen".
Teichmann's roem is nog van zeer jongen datum. Hij, Janowski en
Schlechter waren te Leipzig verleden jaar „homines novi" en het is zeker
interessant, den verderen loopbaan dezer drie jonge meesters gade te
slaan. Teichmann begon ongelukkig in het onderhavige tornooi, maar
ten slotte vermande hij zich en, al zijn krachten verzamelende, won hij
in de laatste 6 ronden 51/2 partijen. Zijn speelwijze is niet bepaald oor-
•) (Harmonist: Zwart) i. e4 e5 2. Pf, Pc6 3. Lc4 LcS 4. c3 Pf6 5. d4 ed4 : 6. cd4 : Lb4t 7. Lds
Ld2:t 8. Pd2 : dS 9. cdS : Pd5 : 10. üb3 Pce7 ,1. 0-0 0-0 12. Tfei c6 13. a4 I)c7 r4. Taei Pf4
15- Pg5 Pg6 16. Te8! Te8: 17. Lf7 :f Kh8 18. Le8 : Pe2f 19. Khi Pci: 20. Pf7f Kg8 21. Phóf Kf8
22. BgSfjKey 23. Lg6: hgö: 24. Dg7 :t Kd8 25. Bf8f Kd7 26. Pe4ü Dd8 27. Dd6f Ke8 28 Pf6+
Zwart geelt op.
3é4

spronkelijk; waarschijnlijk een gevolg van zware studie in de partijen


van Morphy, Zuckertort en Steinitz, vooral van Zuckertort. Ofschoon
Goethe's gezegde huldigend, dat men bescheidenheid aan de ploerten moet
overlaten, is Teichmann verre van arrogant. Een eenigszins langdurige ken­
nismaking stelt slechts in zooverre teleur, dat men spijt en misnoegen ge­
voelt over het feit, dat een jongmensch van zóó uitnemende bekwaamheid
en gaven als Teichmann, overgeloopen is naar het kamp der schaakbede­
laars van professie. Teichmann heeft bij de twee reeds bestaande wijzen
om schaak te spelen, n.1. „voor het bord" en „zonder bord" of „blind"
een derde ontdekt n.1. „half blind" of „halfziende". Hij werd hiertoe
in staat gesteld door een operatie, die zijn rechter oog wegnam en hem
een van glas in de plaats gaf. Dit is werkelijk niet om te lachen,
prijsuiideeling. Dinsdagmiddag 3 October, klokslag drie uur, vond onder toeloop van
een groot aantal belangstellenden de plechtige prijsuitdeeling plaats. Na
verschillende toespraken, waarin nogmaals ter eere van het Comité een
paar kilo's wierook werd gebrand, reikte de echtgenoote van een der
Patrons de prijzen uit in den vorm van cheques op een Londensche bank.
Daar winstpunten tegen de eerste drie prijswinners 2 pond golden en
remise-partijen tegen prijswinners Vs pond, zoo komt het voor, dat som­
mige deelnemers, ofschoon een lager score hebbende dan andere, toch
meer geld kregen dan laatstgenoemde. Wij herhalen hier de juiste prijs­
verdeling, ofschoon reeds bij het Juli-nummer in een bijvoegsel meegedeeld.
I. H . N . P i l l s b u r y . . . £ 150 l6Vs punten.

II. M. Tschigorin .... £ 115 "


III. E. Lasker £ 85 1 5l/a

IV. Dr. Tarrasch .... £ 6 0 14


V. W. Steinitz £ 4° *3 »
VI. E. Schiffers £ 3° 12 "
,C. von Bardeleben . . £ RS. 5 Sh. ITVÏ
VII. ( r rpe;cjimann _ ... £ i4i rS Sh. II'/Ü »
9. Carl Schlechter. ... £ 13 11

10. J . H. B l a c k b u r n e . . . £ 10, 10 Sh. 10 VÏ


11. A. Walbrodt .... £ 7 10

1 2 . A. Burn £ 9 91'8 "


1 3 . D. Janowski £ 9 9l/s >.
1 4 . J. Mason £ 8 9V2 „
1 5 . H. E. Bird £ 5 9 •>
1 6 . I. Gunsberg £ 7> 10 Sh. 7 "
1 7 . A. Albin £ 7 ^Vs „
1 8 . G. Marco £ 6 Bife
ï5. W. H. K. Pollock . . £ 6, 10 Sh. 8

z o . J. Mieses £ 6, 10 Sh. 7Vs


21. S. Tinsley £ 7 7 Va
2 2 . B. Verga-ni £ 2 3 »
325

Den speciaal-prijs voor het beste resultaat tegen de prijs winners bekwam
C. Schlechter. Tschigorin won de speciaal-prijzen voor den winner van
de meeste Evansgambieten en voor hem, die het eerst zeven partijen zon
winnen.
Levensbeschrij- De volgende bijzonderheden omtrent den eersten prijswinner ontleenen
aan de Cfc Monthly: „Harry Nelson Pillsbury werd geboren te
n it
winner. omervi e, Mass. V. S. 5 Dec. 1872. Op 16-jarigen leeftijd leerde hij
het schaakspel van Mr. Addison Smith, een lid der Bostonner schaakclub
die destijds te Somerville vertoefde.
In '89 werd Pillsbury gedwongen, af te zien van zijn voornemen, aan
de Harvard Universiteit te studeeren; hij ging naar Boston en legde zich
toe op den handel. De beste spelers in de club „Deschapelles" gaven hem
tot 90 een paard voor, in welk jaar hij den veteraan H. N. Stone met
vijf partijen tegen twee gelijk op versloeg.
Van dezen tijd af begon hij ernstiger het schaakspel te beoefenen en
spoedig overwon hij John F. Barry,den sterksten amateur van Nieuw Engeland
en in het zelfde jaar ook Steinitz, die beproefde, hem pion en zet voor
te geven. In het begin van '93 werden zoowel Walbrodt als Schottlander
door Pillsbury geklopt.
In het najaar van 1893 won hij den eersten prijs in het City Chess
Club Tornooi, terwijl zich onder de deelnemers spelers als Albin Hod<?es
en Showalter bevonden.
Pillsbury heeft ons eenige van zijn blindpartijen getoond — hij neemt
er acht A tien te gelijk voor zijn rekening — en te oordeelen naar deze
schitterende staaltjes van zijn talent, zouden wij hem op één lijn stellen
met de eerste tegenwoordige blindspelers.
Met zulk een magere record-lijst als hierboven opgesomd, had Pillsburv
den moed, den strijd met de beroemdste meesters der schaakwereld aan
te binden en hij droeg den palm der overwinning weg. Zulk een feit is
eemg in de schaakgeschiedenis. Wat meer is, Pillsbury's zegepraal is niet
aan toeval of geluk te danken. De race met Tschigorin en Lasker was
zeer spannend ; van het begin tot het eind zaten zij elkaar dicht op de
en, voornamelijk 111 de laatste twee ronden. Het bewijst enorm voor
zijn taaiheid en vertrouwen in zijn macht, dat hij zich in het minst
met het ontmoedigen door zijn nederlaag in de allereerste ronde, terwijl
r larrasch, de held van zooveel tornooien, eenigszins gedemoraliseerd
werd door (wegens tijdoverschrijding) tegen Mason te verliezen.
Zijn partijen kunnen de proef eener nauwkeurige analyse doorstaan.
Het zijn correcte partijen, theoretisch juist in de opening, aanvallend in
het middenspel en subtiel in het eindspel. Boven alles is zijn stijl on­
dernemend. Ofschoon een groot bewonderaar van Steinitz, volgt hij
dezen met door dik en dun. Met juist oordeel, zeldzaam in een zoo
jongen speler, heeft hij het nuttige in het onderwijs van den meester
opgenomen en de excentriciteiten verworpen.
326

Pillsbury is een degelijk kenner der gesloten partij, steeds een teeken
van een onafhankelijk oordeel, en zijn verdediging der Spaansche partij
is uitmuntend.
Met dergelijke eigenschappen kan Pillsbury naar de hoogste sport op
den schaakladder dingen en misschien zal in een niet al te verre toe­
komst Amerika zich beroemen, twee der grootste spelers, die ooit leefden,
te hebben voortgebracht, — een Morphy en een Pillsbury.
Pillsbury heeft een vriendelijk en bescheiden karakter. Hij heeft veel
vrienden gemaakt in dit land en hij neemt de beste wenschen mede
van allen, die met hem in aanraking kwamen.
Consuitatie-par- Een overzicht van het tornooi wat betreft de speelkracht der deelnemers
•ij"'- en het door dezen behaalde succes, blijft tot een volgend nummer liggen.
Wij willen hier nog slechts mededeelen, dat gedurende den wedstrijd drie
consultatie-partijen tot stand kwamen met het volgende resultaat:
Burn en Blackburne — Bird en Pillsbury, Muzio Gambiet, Zwart won.
Bird en Burn — Pillsbury en Schiffers, Tweepaardspel in de nahand,
remise.
Blackburne en Pillsbury — Tschigorin en Schiffers, Geweigerd Dame­
gambiet, Wit won.
Ik geloof, dat er nu nog één zaak is, die ik niet verteld heb, n.1. hoe
aangenaam en prettig het was te Hastings en hoe, dank zij het Comité,
alles in de volmaaktste orde en eensgezindheid van stapel liep. Het
internationale tornooi te Hastings zal dan ook steeds tot de allerbekoor­
lijkste schaakherinneringen mijns levens behooren.
N. W. V A N LENNEP.

Paring tier deelnemers en uitslag der partijen


Elfde rotuie, Maandag 19 Augustus.
Lasker—Gunsberg Fransche partij Lasker won.
Tinsley—Vergani Geweigerd Dame-gambiet Tinsley won.
Schiffers—Steinitz Vier-paardspel Steinitz won.
Blackburne—v. Bardeleben Geweigerd Dame-gambiet Blackburne won.
Teichmann—Pillsbury Spaansche partij Pillsbury won.
Schlechter—Tarrasch Vier-paardspel remise.
J ano wski—Walbrodt Spaansche partij Janowski won.
Burn—Pollock d4-Opening Burn won.
Mason—Bird Fransche partij Mason won.
Tschigorin—Marco Tschigorin won.
Albin—Mieses Spaansche partij Albin won.
327

Tivaalfde ronde, Dinsdag 20 Augustus.


Lasker—Pillsbury Spaansche partij Lasker won.
I schigorin Walbrodt Geweigerd Koningsgambiet remise.
Steinitz—Mieses Dame-gambiet remise.
Vergani—Gunsberg Giuoco Piano Vergani won.
Albin—Tarrasch Spaansche partij Tarrasch won.
Schiffers—Marco Philidor's verdediging remise.
Mason 1 ollock Spaansche partij Mason won.
Tinsley—Bird d4-opening remise.
Burn—Schlechter Fransche partij Schlechter won.
v. Bardeleben—Janowski Geweigerd dame-gambiet remise.
Teichmann Blackburne Dame-gambiet Blackburne won.

Dertiende ronde, Woensdag 21 Augustus.


Lasker—Tinsley Fransche partij Lasker won.
I schigorin—Steinitz Evansgambiet Steinitz won.
Pollock—Tarrasch Fransche partij Pollock won.
Walbrodt—von Bardeleben Spaansche partij Walbrodt won.
Janowski Marco „ Janowski won.
Burn Bird d4-opening remise.
Blackburne—Pillsbury Looper-gambiet remise.
Albin—Schiffers Siciliaansch Albin won,
Schlechter—Mieses Spaansche partij remise.
Feichmann—Gunsberg Weener partij Gunsberg won.
Mason Vergani Giuoco Piano Mason won.

Veertiende ronde, Vrijdag 23 Augustus.


Steinitz—Burn Geweigerd dame-gambiet remise.
Schiffers—Janowski Spaansche partij Schiffers won.
Lasker L eichmann Geweigerd dame-gambiet Lasker won.
Albin-Mason Spaansche partij remise,
v. Bardeleben—Tschigorin d4-opening Tschigorin won.
Bird—Pillsbury Evans-gambiet Pillsbury won.
Marco—Tarrasch Spaansche partij Tarrasch won.
Vergani—Blackburne Geweigerd konings-gambiet Blackburne won.
Gunsberg—Pollock Weener partij Pollock won.
Mieses—Walbrodt „ Walbrodt won.
] insley Schlechter Geweigerd dame-gambiet Schlechter won.

Vijftiende ronde, Zaterdag 24 Augustus.


Albin—Lasker Siciliaansch remise,
v. Bardeleben—Tarrasch Spaansche partii remise
W albrodt—Pillsbury „ remisp'
328

Pollock—Bird Weener partij Pollock won.


Schlechter—Vergani Spaansche partij Vergani won.
Janowski—Gunsberg „ Gunsberg won.
Burn—Mieses d4-opei)ing
d4-opening Burn won.
Blackburne —Marco Geweigerd konings-gambiet Marco won.
Tschigorin—Tinsley Fransche partij Tschigorin won.
Mason—Schiffers Spaansche partij remise,
remise.
Teichmann—Steinitz „ remise.
remise.

Zestiende ronde, Maandag 26 Augustus.


Vergani—Tschigorin Twee-paardspel in de nahand Tschigorin won.
Steinitz—Albin d4-opening Steinitz won.
Tinsley—von Bardeleben Geweigerd dame-gambiet Tinsley won.
Marco—Schlechter Russisch remise.
Pillsbury—Burn Geweigerd dame-gambiet Pillsbury won.
Gunsberg—Mason Schotsch gambiet Gunsberg won.
Tarrasch—Blackburne Fransche partij Tarrasch won.
Schiffers—Lasker ürie-paardspel Lasker won.
Walbrodt—Pollock Weener partij remise.
Mieses—Teichmann Schotsche partij Teichmann won.
Bird—Janowski f4-opening remise.

Zeventiende ronde, Dinsdag 27 Augnstns.


Pillsburv—von Bardeleben Pillsbury won door forfeit.
Janowski—Steinitz Spaansche partij Janowski won.
Burn—Vergani „ Burn won.
Tarrasch—Bird Siciliaansch Tarrasch won.
Blackburne—Gunsberg Looper-gambiet Gunsberg won.
Teichmann—Tinsley Fransche partij Teichmann won.
Pollock—Mieses Spaansche partij Mieses won.
Walbrodt-Marco Schotsche partij remise.
Schlechter—Schiffers Spaansche partij Schlechter won.
Mason—Lasker Giuoco Piano remise.
Tschigorin—Albin Fransche partij remise.

Achttiende ronde, Woensdag 28 Augustus.


Gunsberg—Albin Fransche partij Gunsberg won.
Steinitz—Tinsley d4-opening Steinitz won.
Walbrodt—Burn Fransche partij Burn won.
Tarrasch—Janowski Geweigerd dame-gambiet Tarrasch won.
Vergani—Lasker Spaansche partij Lasker won.
Bird—Teichmann t"4-opening Teichmann won.
Pillsbury—Schlechter Geweigerd dame-gambiet Schlechter won.
Marco—Mason Koning's fianchetto Marco won.
329

Pollock—Blackburne Philidor's verdediging Blackburne won.


Bardeleben—Schiffers Siciliaansch remise,
Mieses—Tschigorin Schotsche partij remise.

Negentiende ronde, Vrijdag 30 Augustus.


Walbrodt—Albin Fransche partij Albin won.
Pollock—Tschigorin Evans-gambiet Tschigorin won.
Burn—Teicbmann Geweigerd dame-gambiet Teichmann won.
Marco—Steinitz Spaansche partij Steinitz won.
Mieses—Vergani Weener partij Mieses won.
Gunsberg—von Bardeleben Geweigerd konings-gambiet Bardeleben won.
Janowski—Schlechter d4-opening Janowski won.
Bird—Schiffers Twee-paardspel in de nahand Schiffers won.
Pillsbury—Tinsley Geweigerd dame-gambiet Pillsbury won.
Tarrasch— Lasker Spaansche partij Tarrasch won.
Blackburne—Mason Evans-gambiet Mason won.

Twintigste ronde, Zaterdag 31 Augustus.


Tschigorin—Janowski Weener partij Janowski won.
Gunsberg—-Bird Fransche partij Bird won.
Vergani—Pillsbury Giuoco Piano Pillsbury won.
Bardeleben—Teichmann Geweigerd dame-gambiet remise.
Mieses—Marco Schotsche partij Marco won.
Schiffers—Walbrodt Spaansche partij Schiffers won.
Albin—Burn Fransche partij Burn won.
Mason—'Schlechter e3-opening Schlechter won.
Tinsley—Pollock d4-opening Tinsley won.
Lasker—Blackburne Spaansche partij Blackburne won.
Steinitz—Tarrasch d4-opening Tarrasch won.
Eén en twintigste en laatste ro?ide, Maandag 2 Septetnber.
Blackburne—Tinsley Fransche partij Blackburne won.
Pillsbury—Gunsberg d4-opening Pillsbury won.
Burn—Lasker Geweigerd dame-gambiet Lasker won.
Janowski—Albin d4-opening Albin won.
Pollock—Schiffers Twee-paardspel in de nahand Schiffers won.
Bird—Mieses Hongaarsch remise.
Walbrodt—Steinitz Spaansche partij Steinitz; won.
Marco—von Bardeleben Koning's fianchetto Bardeleben won.
Tarrasch—Vergani Weener partij Tarrasch won.
Teichmann—Mason Geweigerd dame-gambiet Teichmann won.
Schlechter—Tschigorin Spaansche partij Tschigorin won.

21*
33°

Erratum.
Op bladz. 295 hebben drukker en corrector samengespannen, om een mooien
zin,waarop ik nog wel zóo mijn best had gedaan, leelijk te bederven! Men
leze regel 14 v. o.:
„Maar Steinitz, Steinitz, den zestigjarigen grijsaard, die vijf en twintig jaar
lang het wereldkampioenschap vermocht te verdedigen, wiens kunstwerken ons
steeds het allerschoonste scheen, wat op schaakgebied verkregen kan worden,
Steinitz, den overwinnaar van Anderssen, Blackburne, Zuckertort, Gunsberg,
Tschigorin, om van mindere goden niet eens te spreken, Steinitz, den scheppei
van het moderne schaakspel," enz.
v. L.

è % è -t®

Verschillende Partijen.

No 257. Gespeeld in de eerste klasse van den Bondswedstryd te Arnhem, 2 Augustus 189.).
Wit: D. Bleijkmans Zwart: R J. Loman.
Spaansclie partij.

e5 Deze zet van Wit en zijn volgende vor­


1 — e4 e7
men een manoeuver uit den tijd van Mor-
2. Pgl _ f 3 Pb8 — c6 phy. Beteekeuis kunnen deze zetten m. i.
3. L fl — b5 P g8 — f6 alleen hebben in verband met een volgend f4.
4. d2 — d3 Ti f8 — c5 d7 — d6
5. 0— 0 P d8 — e7 11. P f3 — h2 0 —0
6. P bl — c3 a7 — a6 12. L cl — g5
7. Lb5 — c4 Niet goed gesj)eeld. Le3 ware de juiste
Beter lijkt mij La4, (laar dan de looper voortzetting. Op Le3: zou dan kunnen
alleen door b5 8. Lb3 Pa 5 kon worden volgen 13. De3 : Ph5 14. g4 Pf4 15.
afgeruild, wat door het openen der a-lijn Pe2 enz.
een verzwakking van den zwarten a-pion h7 — h6
zou ten gevolge hebben. 13. Lg5 —h4
P c6 — a5 Beter nog steeds Le3.
8. D dl — e2 g'7 — g5!
Ln aanmerking kwam Pd5 Pd5 : 9. ed5 : De hiermee ingeleide aanval wordt krach-
Pc4 : 10. de4 : d6 11. Le3 enz. tier
O doorgezet.
O Zwart levert een uitnemend
Pa5 X c4 bewijs van Wits onjuiste speelwijze in de
9. d3 X c4 c7 — c6 vorige zetten.

10. h2 — h3 14. L h4 — g3 K g8 — g7
33 1

1o. P c3 dl L c8 — e6 S t a n d n a den 2 5 e n zet van Z w a r t .

16. b2 — b3 Kg7 — g6!


Uitstekend! Deze zet zou ook gevolgd
zijn op h4.
Het is nu niet meer te pareeren, dat
Zwart zijn paard op f4 plaatst, waar het
alleen kan worden geruild tegen het nadeel
van een sterken zwarten voorpost op f4.
en het openen voor Zwart van de gewich­
tige g-lijn.

17. T fl — el
tets beter lijkt me hier Klil.

P f6 — llD
18. Ph2 —fl Ph5 —f4 Ook zou Zwart op 26. Ph4 kunnen spelen :
19. L g3 X f4 Df7 ~i' ladl Lb8 28. g3 d5, waarna
vooial de kracht der zwarte loopers zeer
Laat W it dezen ruil na, dan vervolgt
groot zou zijn.
Zwart kalmpjes met zijn aanval. Wit staat
reeds ongunstig. Deze laatste speelwijze zou wel op eiken
26en zet van Wit aan Zwart's aanval
g5 X f4 groote kracht hebben bijgezet. (Zie diagram.)
20. K gl — h2 T f8 — g8
L a7 X f2 !
21. P -fl _d2
27. P d3 X f2 f4 X g3f
Op g3 zou volgen Kh7 22. gt'4 : ef4 :
23. I)f3 Dh4 enz. 28. K h2 — g2
tets langer houdt Wit zich met Khl.
T g8 — g7
22. T el — gl T a8 — g8 g3 X f2f
29. Kg2 X f2 L e6 X h3
23. Pd2 — f3 Kg6 — h7
30. T gl X g7f D e7 X g7
24. P dl — b2 f7 — f6
Xoodig, daar Wit dreigde 25. Pd3 La7
31. Tal—gl Lh3 —g2!
26. c5 dc5 : 27. Peö : Eenvoudig ware ook de '/en-gros"-afruil
Dg2f 32. Tg2: Tg2:f 33. Ke3 Ïe2 :f 34.
25. P b2 — d3 L c5 — a7
Ke2: Lg4 35. Ke3 Lf3: en Zwart wint
26. g2 — g3 ? door de meerderheid in pionnen. De tekst­
Deze zet geeft Zwart gelegenheid, de partij zet is echter eleganter en beslist sneller.
elegant en snel te beslissen. Evenwel is 32. K f2 — e3 - D g7 g3
het niet gemakkelijk, een bevredigende
33. T gl — dl D g3 — h3 !
voortzetting voor Wit te vinden. Speelt
Wit bijv. 26. Ph4, zoo kan volgen f5 27. 34. Ke3 — f2 L g2 X f3
Pf5: Lf5: 28. efö: Dg5 29. De4 Lf2: 35. D e2 X f3 JD h3 — h2f
30. f6f Tg6 81. f7 Tf8 32. Pf2: ])g3t Opgegeven.
33. Khl Df2: en Zwart verovert den f-pion.
J. D. T.
332

No. 258. Gespeeld in de eerste klasse van den Bondswedstrijd te Arnhem, 31 Juli 1895.

Wit: W. B. H. Meiners. Zwart: A. Gr. Olland.

Schotscli Gambiet.
winnen, anders had hij wel met Le5 : 18.
1. e2 — e4 e7 — e5 Te5: Tb5 19. Te2 Td5 enz. zich gelijk
2. P gl — f3 P b8 — c6 spel verschaft. Door zijn 17eu en 18eu
3. d2 — d4 e5 X d4 zet krijgt Zwart een moeilijk te behande­
4. L fl — c4 P g8 — f6 len spel.

5. 0—0 P f6 X e4 18. Te4 —e3 L f6 — e7


De voortzetting Lc5 6. e5 f15 7. e!6 : 19. L e5 — d4
dc4: 8. Telj Le6 enz. geeft Zwart wel Op Lg7: Kg7: 20. Te7 : zou volgen
een moeilijke verdediging, maar tocli moet Le6 en later Kt6.
m. i. Zwart dan de iets betere kansen krijgen. L e7 — d6
6. T fl — el «17 — (15 20. c3 — c4 c6 — c5 ?
7. L c4 X (15 Dd8 X d5 Hierdoor wordt de cö-pion zwak en vormt
8. P bl — c3 D d5 — d8 een voortdurend mikpunt voor de aanval­
Voor beter houd ik l)h5 9. Pel: Le6 len van wit's looper en paard. Beter
10. Pego 0-0-U 11. Pe6 : fe6 : 12.Te6:Ld6. ware Td8.

9. T el X e4t L f8 — e7 21. L d4 — e5 ! L d6 — e7
10. P f3 X d4 0— 0 22. P bl — c3 c7 — e6
11. P d4 X c6 b7 X c6 23. T al — el L f5 — e6
12. Ddl X d8 Le7 X d8 Op f6 zou kunnen volgen 24. Lc7 (Lg3
Kf7) Tc7 : 25. Te7 : Te7 : 26. Te7 : Td8
13. Lel —f4! 27. Tel! '1(12 28. Tal Kf'7 29. Pa4 enz.
Van hier af begint een strijd om een
der c-pionnen, waarbij m. i. de kracht van 24. P c3 — ei
de vereenigde loopers voldoende voor de Hier ware Pal de juiste zet, daar dan
verdediging moet zijn. Le5—1)2—a3 en de winst van den c5-piou
T a8 — b8 niet meer te verhinderen zou zijn geweest.

14. Pc3 — dl T f8 — d8
Op b3 zou volgen Lf6. 25. f2 — f3
T b8 — b7! llier ware beter 14, om later Pg3 en 15
15. c2 — c3 .L c8 e6 te laten volgen.

16. b2 — b3 L d8 — f6 a7 — a5 !
17. L f4 — e5 Le6 —f5? 26. Le5 —b2? a5 — a4?
Wit schijnt niet meer op winst te wil­ llier verzuimt Zwart van V\ it's vorigen
len spelen; anders zou hij zijn goed ge- zwakken zet gebruik te maken. Met Lc4 :
posteerden looper niet in ruil hebben aan­ is de partij minstens remise voor Zwart.
geboden. Nu echter schijnt Zwart te willen Op 27. Lg7: volgt dan Kg7: 28. bc4 :
333
Stand n a den 2 6 e n zet van Wit,
L c2 — bl
37. T c3 — cl L bl — a2
38. T cl — al T b8 — a8
39. K f2 — e3 f5 X g4
40. f3 X g4 T a8 — a5
41. Ke3 —d4 Kg8 —f7
42. b3 — b4
Eenvoudiger ware dadelijk Pd3, dreigende
Pel en Pe5.
T a5 — a3
43. P c5 — d3 T a3 — a4
Tb2 29. a3 f5 enz. Op 27. La3 volgt Beter ware nog Ta6, daar dan op Pc]
Ld5 28. Lc5 : Le4 : 29. Le7 : Te7 ! en zou volgen Lc4:
remise. (Zie diagram.)
44. P d3 — cl c6 — c5f
27. L b2 — a3 a4 X b3 45. Kd4 — e5 ?
28. a2 X b3 T d8 — b8 Waarom dit ? Mij dunkt, als Wit den
29. La3 X c5 L e7 — d8 pion met den koning had genomen, had
Zwart wel opgegeven.
Beteren zet heeft Zwart niet.
30. Lc5—(16! Ld8—b6. c5 X b4
30. L c5 — d6 ! L d8 — b6 46. T al X a2 b4 — b3
Nog een aardigheidje !
Op Ta8 volgt Pc5.
47. T a2 — f2f K f7 — e7
31. Ld6 X b8 Lb6 X e3f
48. Ke5 —d4 Ta4 —a3
32. T el Xe3 T b7 X b8
49. T f2 — b2 T a3 — al
33. P e4 — c5 ! L e6 — f5
50. Pel X b3 Tal — gl
34. g2 — g4 L f5 — c2
51. h2—h3 T gl—g3
35. Kgl — f2 f7 — f5 ?
Aan opgeven schijnt Zwart niet veel zin
l)e beslissende fout, die een officier kost. te hebben !
36. T e3 — c3 ? 52. T b2 — e2f Ke7 — d6
Waarom niet Te2 Lb3 : (Lbl 37. Tb2) j 53. T e2 — e3 Opgegeven.
37. Tb2 en wint den looper. Door den 1 Een interessante partij.
tekstzet wordt de partij onnoodig gerekt. J. D. T.
334

No. 259. Gespeeld in de eerste klasse van den Bondswedstrijd te Arnhem, 29 Juli 1895.

Wit: Dr. A. van Rhijn. Zwart: D. Bleijkmans.

Spaaiischf Partij.
e5 omdat Zwart dan zijn looper op co dient
1. e2 ei e/
te ontwikkelen (of, zooals van Lennep in
9 Pgl f3 Pb8 c6 partij Xo. 142, op e7); van Foreest geeft
3. Lfl • b5 f7 • f5 dan als beste voortzetting aan: 5. 0—0,
Dit gambiet in de nahand is gewaagd, Lc5 ; fi. Pc3, d6 ; 7. Lg5, h6 ; 8. Lf6:
maar kansrijk; voor de theorie sla men Df6:; '.). Pd5 en Wit zou het best staan.
nog eens na de partijen Nos. 149, 206 en «Das Handbuch" en ('ordei's Fiihrer (die
207 op bladzijden 21, 179 en 181 van bij 1 h6 een door mij niet recht be­
dezen jaargang; ook is wel de aandacht grepen vraagteeken plaatsen) zetten dan
waard de afwijking in partij No. 142 op voort met de partij Lange-Schliemantt en
bladzijde 17. Zwart behoort altoos a6 te winnen dan voor W it met 9 . . . . Dt7
laten voorafgaan en eerst na 4. La4, den 10. b4 ! Daargelaten nu dat l)d8 misschien
gambietzet fa te laten volgen; want wel wel zoo sterk is als Df7, is nu die aanval
doet dit verschil in de meeste varianten van Wit van geene beteekenis, wanneer
niets tot de zaak toe ot af, maar in de Zwart 3. a6 heeft doen voorafgaan en dus
tegenwoordig: als sterkst voor ^ it onder­ nu Lcö—a7 kan spelen.
stelde varianten is de mogelijkheid, b7—b5 L f8 — b4
en vooral Lc5—a7 te kunnen spelen, van
6. Lel — g5 0— 0
groote waarde voor Zwart. (Men zie de
opmerkingen bij den vijfden zet van it). 7. 0— 0 L b4 X c3
4. d2 — d3 8. b2 X c3 d7 — <16
Na het gambiet in den derden zet is Zeer kwam hier in aanmerking fe4:
cl2—d3 zeker een zeer sterk antwoord; de 9. e4 X f5 P c6 — e7
andere zet d2—d4 heeft, sinds het ant­ Veiliger was hier dadelijk Li5 :; /wart
woord 4 . . . . fe4: Zwart nog al eens in denkt blijkbaar, dat de witte koningslooper
het voordeel bracht, in den laatsten tijd buiten het spel kan gesloten worden, maar
een slechten naam verkregen. nu de c-pion verdubbeld is, kan Wit dien
Mijne persoonlijke meening is, dat ook looper altijd weer opnieuw in werking-
na 4. d4, fe4 : de weg wel gevonden zal
brengen.
worden om, ondanks Zwart s opene toren-
lijnen, den geïsoleerden te ver vooruitge-
10. P f3 — h4 c7 — c6
drongen e-piou te winnen of althans, met 11. Lb5 — c4f d6 — d5
voordeel af te ruilen, en dat Zwart na d3, 12. L c4 — b3 Lc8 X f5
iilthans wanneer a6 is voorafgegaan, er wel
Beter was Pf5:
in kan slagen, gelijk spel te verkrijgen.
P g8 — f6 13. Ph4 X f5 P e7 X f5
14. c3 — c4 d5 — d4 ?
5. P bl — c3
Terecht wijst Jhr. 1). van Foreest op De eeniaie zetten, om soed verdedigbaar
blz. 181 er op, dat hier 0—0 sterker is, spel te behouden, waren nu Pd4 of vooral b5.
335

15. c4 — cöf • 29. T f3 — h3 T a8 — c8


^ leidt van hier af den aanval mees­
terlijk. 30. T e5 — e6 T c8 — d8
31. Th3 — g3
K gS — h8
Wit kon hier de partij winnen door 31
16. L b3 — e6 P f5 — e7
Lf6: TfB: 32. Dh7f Kf7; 33. Tf6f:Kf6:
17. Ddl — e2 P e7 — g6 34. Dg6f Ke7 35. De6f mat of 34 ...
18. Le6 — f5 Dd8 —e8 Ke5; 35. De6f, Kf4; 36. Tf3f Kg3 of
Na I)e7 wint Wit door Lg6: en f4 g4; 37. Dg6f Kh4; 38. Th3f mat, terwijl
onmiddellijk; na Te8 behield Wit over­ ook 31. Th6 tot winst voor Wit leidde.
wegend spel met 18. L"'6: hsj6: 19 f4 K g8 — h8
ef4: 20. Df2.
32. T g3 — li3f
19. 1 al — el P f6 — d5 En hier kon Wit nog winnen door 32.
20. De2 —g4 P d5 — f6 Lfb: l"f6: 33. Th3f Kg8; 34. Dh7f Kf7 ;
21. Dg4 — h3 Kh8 — g8 .50. irbf: Ktb: 36. Dg6f Ke5; 37. De6f
Kf4; 38. Tf3f Kg4ofg5; 39. Dg6+Kh4-
22. f2 - f4 P f6 _ d5 40. Ïh3f mat.
23. T el X e5 ! D e8 — b8 I\ h8 — g8
Zwart's eenige zet; want na Pe5: kon
33. T h3 — g3 K g8 — h8
volgen 24. Lh7 :-J- KhS ? 25. Lg6| en 26.
Dh7f mat of 24.. . . Kf7; 25. fe5f: Pf6: 34. T g3 — h3+ K h8 — g8
26. Lf6: en Wit wint. 35. Th3 —g3 Kg8-h8
24. L f5 X g6 h7 X g6 36. T g3 — h3f K h8 — g8
25. Dh3 — e6f Tf8 —f7 ')e PartiJ wns hier, wegens driemaal over
26. f4 —f5! Db8 —C8 en weer dezelfde reeks van zetten, remise;
een roemloos einde van een mooien aanval.
27. D e6 X g6 Dc8 — f8
J. F. H.
28. T fl — f3 P d5 — f6
336

Problemen.
Termijn van inzending: 14 dagen na ontvangst van dit nummer.
No 245. M. Karstedt. No. 246. J. Svejda.
( Miinchner N N.") (Bekroond in den Boheemschen probleem^ edstnjd.)

Mat in 4 zetten. *

«No. 247. F. H. H. Schuite. *No 248- F- H' H' Schulte'

's Hapje. 's Hage'

Mat in 4 zetten. JB""

"IffQ 250.
No. 249. Dr. J. Tolosa Carreras. * ' ..
, vr \r'n (Boheemsche probleem wedstrijd.)
(„Munchner N. N.T) _V ______ —/ / / A
7Z7ZZ: I Ü! HlWMl

Matin 3 zetten. m 0
337

* No. 251. F H. H. Schuite. * No. 252. F. H. H Schuite


'sHase- ',ïï»rt

Mat in 3 zetten. Mat in 3 zetten

No. 253 F H. H. Schuite. * No. 254. F. H. H Schuite


S Ha^e' Ha™

-LWLttt in & zenen. a/t,,* • rr


Mat m 2 zetten.

No. 255 A Okkinga. * No. 256 A okkinga.


Dronriip. TA ••
, Dronriip.

mat m 2 zetten .
• Mat in 2 zetten.
33§

Oplossingen tier luli problemen.


221. Zeven oplossingen, i. Te4 (auteurs) i. Kc2: i. Ka2 ; t. iig7-, i. '17 >
i. Da6f; x. Ddy.. De stand van dit probleem is onmogelijk, omdat de L. op
ai alleen kan ontstaan zijn door „Dame halen", want p t-j en g7 staan nog op
hun plaats; daar Zwart nog 8 pionnen heeft, is dit echter onmogelijk. 222. i. Df3,
Pf4; 2. Pc3t, Kd4:; 3. De3t enz. 1—, Pf6; 2. Pc3f, Kd4:; 3. La7+ enz. 1—,
Pg7! 2- PgSt» Kd4:; 3. La7f enz. 1—, Pbs; 2. Pf6f, Kd4:; 3. Pc.6f enz.
1—, Kd4:; 2. Pd7, f6; 3. Pg5t enz. 1—; 2—, Kds; 3. Pc3t enz.; 1—
2—, anders; 3. Les(:)t enz. 1—, anders; 2. Pc3t, Kd4:; 3. Dfaf, Dd3t, C2"i
of Ld6 enz. of eerder mat. 223. Het mat volgt reeds op den derden zet. 1. Pf6f
Kd4:; 2. Kd2 enz. 224. 1. g4, Pd6:t 2. Kc7, Pc4; 3. Dds :t enz. 1—; 2—,
Pf7; 3. De6:t enz. 1—, 2—, Pe4; 3. Dg7:f enz. 1—; 2—, Pd6 anders;
3. T neemt P of e8 enz. 1—, Pc3; 2. Pf7f, Kd4; 3. Da7 :f enz., anders eerder
mat. 225. Acht oplossingen. 1. Dd3 (auteurs); 1. Pe7; 1. Pb4; i. Pb8; 1. Pes ;
1. Pc5 ; 1. Tb7f; 1. Ta7f. 226. 1. Dg8, Ta3; 2. Dgx enz. 1—, cd4:; 2. üc4:|
en?.., , Pb2 speelt; 2. Pdif enz. 1—, anders; 2. Pd5f enz. of eerder mat.
227. 1. Dg6, Kd4; 2. Lest enz. 1—, Kf4; 2. Lgst enz. 1—, dó; 2. Lfóf enz.
1—, Le3; 2. Dg7t enz. t—, P. speelt; 2. Dfóf enz. 1—, anders; 2. Lc5 enz. of
eerder mat. 228. 1. Dg6, Kc4:; 2. Df7f enz. 1—, Dc.5:; 2. Pe3f enz. 1—,
Dbi:; 2. Pe3f enz. 1—, Lf3 of fi; 2. Df7| enz. of eerder mat. 229. 1. Pc3:enz.
230. 1. Ddi enz. 231. 1. Pb8 enz. 232. 1. d4 enz.
Oplossingen der eindspelen, voorkomende in het April-nummer.
No 14. 1. Ph5f, Kf7 of gó; 2. Pg7 Kg7 = 5 (°P 2—, KI17: volgt 3. Kdó en
wint) 3. Tb8, Kh7:; 4. Kdó en wint. No. 15. 1. Pe4f, De4:; 2. Dd8f,
K0.5; 3. Dbóf, KC4 ; 4. Db4t, Kd3; 5. Dbxf, Ke2; 6. De4:, d3; 7- Dc4 en wint.

Probleem oplossingswedstrijd.
N°. 221 222 223 2 24 2.-5 226 227 228 229 23o 23I 232 Totaal:
Vorige score. , q
C. C. w. Mann. ... 2
3ó 3i 4 3 1 4-i 3 3 | 3 2 2 2 2
C. T. v. Ham 36 20 4 — ; 4 24 3 2 2 2 2 105
3 3

A. Korst 36 24 ; — 4 9 3 3 3 2 | 2 2 2 94.
4

J. Hoes 30 4 i 4 3 4 3 i 3 3 3 2 2 2 2 5
A. H. M. Dieperink . — 23 4 3 4 t2 3 3 3 2 2 2 2 63
A. Okkinga ; 23 8 '2:3 3 3 - - - - ^°
J. Reyalt 14 9 3 3 3 - 2 - -
F H. H. Schuite. . . 21 8 — - — 3 j— 1 3 3 2 2 2 2 45

W. Ulle 2 2 2 2
2i 8 -3-1 3,3 | , 45
T. M. v. Starrenburg . 24 4 — — 3 1 3 3 2 2 2 2 44
R. C. Sloos — 8 4 3 4 6—13 3 2 2 2 j 2 j 3
6
A. W. Luijendijk ...36 — — — ~ ^
H. Mendes da Costa . 26 — — — — — , — 1 2 —1i"—1 2 ! 27

W. de Bloeme 23 — — — ~~ 1
H. G. v. Royen 3 3 3 -1 2 2 2 2 i 16
339

De oplossingen van de H.H. van Ham en de Bloeme kwamen ons te laat in


handen, om in de vorige tabel geplaatst te worden.
De heer Mann is nu prijswinner. Op één punt na behaalde hij het maximum
aantal punten, dat deze maand behaald kon worden. Wij wenschen hem hier­
mede geluk; het spijt ons echter, dat wij hem in de volgende tabel missen.
Oplossingen der Augustus-problemen.
'33. Drie oplossingen, i. hgS : (auteurs); i. Pd7f; i. Dc4f. 234. i. I)d4, a3;
2. Dai, I-h7 :; 3. Dhr enz. 1—,— ; 2—, Lbif; 3. Dbi: enz. 1—.—; 2—, L
anders; 3. Pf5 enz. ot eerder mat. 1-, Lh7:; 2. Pe8, Lbif of ab3:t; 3. Kbi:
ot b2 enz. 1—, Le8 of 115; 2. Pfs, ab3 :f; 3. Kb2 enz. of eerder mat. 235. 1. PC7,
dój 2- Pa6> d2> 3- Dgif enz. 1—,—; 2—; des:; 3. Kes : enz. 1—,—; 2—, Kd4;
3. Dfcf enz. 1 , d2; 2. Dg3j-, Kd4; 3. Df4f enz. anders eerder mat. 236. 1. Pc4,
LC4:; 2. De5 :f, Ke5:; 3. Te6:f enz. 1—, ed5:; 2. De5 :f, Kc4:; 3. Ld3f enz!
1-, Pc7:; 2. Df2f, Ke4: of Kc4:; 3. Pdóf of Ld3f enz. 1—, fe2:; 2. DeS
Kc4:; 3. rl b6 enz. 1—, Kc4:; 2. ab3:f; K speelt; 3. Tb6f enz. of eerder mat.
1—, La2:; 2. I)e5:f, Kc4:; 3. Ld3t enz. anders eerder mat. 237. 1. pe6 Pf3 •
2. De4| enz. i_, LhS:; 2. Db3:f enz. 1-, Ke6:; 2. De4f enz. i-,Pa8 speelt j
2. Pc7| enz. 1—, Tf4:; 2. Phf4:f enz. 1—, f of de6:; 2. Pfóf enz. 1—, anders;
2. Dd4| enz. of eerder mat. 238. 1. Dh4, Ke5 of e5; 2. Df2(f) enz. 1—, 1,
speelt; 2. De4:f enz. 1 •, 03; 2. Db4 enz. 1—, anders; 2. De7 enz. 239. 1. Db8,
Lb8 •' J 2- Pfi enz. 1—, Tc6; 2. Te4:f enz. 1—, T anders; 2. Df4:f enz. of eer­
der mat. 1 , anders; 2. Dc7: enz. 240. Twee oplossingen, t. Dd6; 1. Pf3.
De waarschijnlijk bedoelde auteurs-oplossing 1. Lc4 faalt op 1—, d5. 241. 1 Dd'
Dd3:f; 2. Pd3:f enz. 1^, Df4:f; 2. gf4 :f enz. 1—, Deórf: 2. Te6 :f enz'.
Dgs; 2. De4f enz. 1—, Pe3f; 2. De3.-f enz. 1—, anders; 2. Pgóf enz. of eerder
mat. 242. Twee oplossingen 1. Dg3 (auteurs); 1. Pd6. 243. 1. Pd5 enz. 244 1. Db2.
Probleem-oplossingswedstrijd.
s^oic 233
Vorige 2Lê. 233 234
234 23
235 23^ 237
^ 256 237 238 239 240 241 242 24
3 244 Totaal:
C. T. v. Ham 1051 4 4 4 4 3 1 3 , 3 > 6 3 212 2 i45
1' 94 4 4 4 4 3 3 3 6 3 2 2 2 T34
A H. M. Diepennk. . 63 4 4 ; 4 4 3 3 | 3 3 3 2 j 2 2 IQ2

J: 65 4 -! 4 - 3 3 ! 3 6 j 3 2 i 2 2 97

£kSDga 60 ~ - 3 3 3 6 ! 3 2 2 2 83
f" C S'°°S 38 4 4 , 4 3 3 3 j 3 : 3 : 2 2 2 75
j- Reyalt 56; 3 3 _! 3 3; 2 2 2 "
F. H. H. Schuite ...45D — j — 44
1_ | , , 7
W 7 T l1 ! 3 3 3 3 3 2 2 2 7 0
J • • ; • • • 4 5 — 4 ~ 3 3 3 3 3 2 2 2 v o

A w ; T g - ' 4 4 — 4 ~ 3 3 3 1 3 1 3 ! 2 2 Ö9
2
A. W. Luijendijk ... ; 36 3 _r 3 ; , , /
H. Mendes da Costa . i 27 — _
2 2 2
H. G. v. Royen. ... 16 _t , , , ,
F J T T I 3 1 3 3 3 2 2 2 7 7
V. d. Hulst — j 8 —1 4 4. 3 1 ti -7
w A Dl !
3 3 —I 3 3 2 2 — 30
\v. de Bloeme 23
G. T. Gantvoort . . . . | i
r __j 2 2 3
340

De heer v. Ham heeft ditmaal den prijs.


Wij hopen, dat hij er zich niet door zal laten ontmoedigen, dat hij nu weder
met niets moet aanvangen; de heer Dieperink toch toont, dat men spoedig heel
wat inhalen kan.
Wij verzoeken den Heeren Van Roven en Sloos, voortaan hunne oplossingen
te zenden aan W. B. H. MEINERS, Nassaukade 76, Amsterdam.

Uit de Probleem-wereld.
In het probleem-tornooi der „Leeds Mercury" heeft de beslissing lang op zich
laten wachten, maar zij is dan toch eindelijk gekomen. Het tornooi is een groot
succes voor den bekenden Engelschen componist Slater. Zijne drie bekroonde
problemen laten wij hier volgen, vergezeld van eene opgaaf der aantallen punten,
door de prijsrechters toegekend. Ter vergelijking geven we ook een driezet van
onzen landgenoot C. C. W. Mann, welk probleem op de beoordeelingslijst der jury
als No. 6 voorkomt.
Geo. J. Slater. Geo- J- Slater.
(1 p Tiriis — ilriezetten). (le PrÜs tweezetten).

Mat in 3 zetten. Mat in '2 zetten


(Kayner 100 + Laws 100 = 200). (Rayner 95 + Laws 95 = 190).

Geo. J Slater. C. C. W. Mann


("Mevr. Baird's speciaal-prijs.)

Mat in 3 zetten. Mat in 3 zetten.


(Kayner 82 + Laws 79 = 161.) (Rayner 93 + Laws 88 = 181.)
34i

Uitspraak der Jury


in zake den i™ driemaandelijkschen probleemwedstrijd
van den Nederlandschen Schaakbond.
herzetten. No. 210 (L. van Calcar Pzn.) kan wegens onvoldoende deelneming
in deze categorie nog niet worden beoordeeld. (Zie Pag. 86 van dezen jaargang
reglementsartikel 12.)
Driezctten. Na onderzoek bleken correct de Nos. 211, 212, 214. Ook in deze
afdeeling moet dus de beslissing tot na afloop van het volgende kwartaal worden
uitgesteld. (Vgl. reglementsartikel, als boven.)
Tweezetten: Correct bleken de Nos. 217, 219, 220, 230, 231, 232.
Na rijpelijke overweging meende de Jury de volgorde der problemen naar hunne
waarde aldus te moeten vaststellen:
I. No. 230 (de Jong). 1 IV. No. 231 (Okkinga).
II. No. 217 (Olland). V. No. 220 (Kouwenhoven).
III. No. 232 (Okkinga). VI. No. 219 (v. Relde).
De Jury draagt dus No. 230 ter bekroning voor.
L. N. DE JONG, Oude-Wetering.
Bekroond in den len driemaandelijkschen probleemwedstrijd van den N. S. B.

Mat in 2 zetten.
Oordeel der Jury: Een degelijk tempo-probleem met zeer goede variantenvor-
Z1ZI verzorgde matstellingen. Opmerking verdient, dat de Dame in de oor­
spronkelijke positie op d3 zeer gelukkig geposteerd is. Als wij eene aanmerking zouden
maken dan zou het deze zijn. dat het probleem uit een oogpunt van economie iets te
wenschen overlaat (vgl. L a 4 en Pd 5., Uitdrukkelijk wenschen wij echter nog te
verklaren, dat het in dit probleem o. i. zeer moeilijk zou zijn, dit euvel weg te nemen!
342

A nos confrères francais et russes: Le problème (2 coups) page 341, a ete


couronné dans le l- tournoi trimestriel de 1'Association neerlandaise des Echecs.
An die Redaktionen unsrer deutschen und böhmischen Tauschexemplare:
Die Seite 341 abgedruckte Aufgabe wurde preisgekrönt im 1. dreimonatlichen Turnier
des Niederlandischen Schachbundes.
To the Editors of our English and American oxchanges : The above pro-
blem (two-mover) took the only prize in the first quarterly tournament of the Dutch
Chess Association.

Binnenland.
ROTTERDAM. In de Algemeene Vergadering der Nieuwe Rotterdamsche
Schaakvereniging, op 25 September gehouden, werd het aantal bestuursleden van
4 op 5 gebracht. Voor het vereenigingsjaar x89S/96 is het Bestuur samengesteld
als volgt: B. van Dantzig, president; A. Kramer, vice-president; G. W. H. v. d.
Voo, secretaris; A. G. A. E. Smit, penningmeester; I. C. Wagner, commissaris

VanAahneth"atopegenoernde vergadering uitgebrachte jaarverslag is het volgende


ontleend: „Onze vereeniging, die bij de oprichting slechts x* leden telde, heeft
blijk gegeven, voldoende levensvatbaarheid te bezitten, daar het ledental spoedig
geklommen is tot 24, wel een bewijs, dat onder de leden het streven bestaat,
hunne vereeniging groot te doen worden; immers het vermeerderen van het leden­
tal heeft niet anders kunnen plaats hebben dan door vereende krachten der leden
zelf Weliswaar verloren wij in ons eerste jaar 3 talen door vertrek naar elders
en door overlijden, maar het nieuwe vereenigingsjaar bracht ons al ff" nieuw ­
en het uitzicht bestaat, dat er nog een paar nieuwe leden bijkomen.
maakt het jaarverslag melding van de diverse simultaanpartyen,
door de H.H. Heyermans, Ketner en van Dantzig en, vooral niet te verget
van den Heer van Lennep in Café Tivoli, welke seance met alleen door bijna
alle leden der Vereeniging werd bijgewoond, maar ook door versc^le^ *
van het Rott. Schaakgenootschap en zelfs ook door liefhebbers uit Dordrec.
Ook hielden de leden der Vereeniging een onderling concours, waarvan
sla2 reeds vroeger werd medegedeeld. . .
Nadat het Jaarverslag was goedgekeurd en het Reglement cemgszins gew j. „
was werd op voorstel van het Bestuur de Heer van Lennep bij acclamatie t
Eeré-lid benoemd, zoodat het nieuwe vereenigingsjaar begint met 22 gewone le
en 2 eere-leden.
HELDER. De correspondentiepartij met Amstelveen werd als volgt voortgezet:
r, TT«1Jn«
iv..
Wit: Amstelveen.
a 7.wart:
zwart: Helder.
nmudi .
17. Pg3-f5 Lh6-f4
18. Tfi—gx g7—ë6
19. P f5 — g3 L f4 — h6

20. P g3 — e2 ra8 e8

21. K g2 —h3
343

Stand na den 21sten zet van Wit.

Buitenland.
St. PETERSBURG. Naar alle waarschijnlijkheid zullen aan het meester-tornooi
alhier deelnemen: Pillsbury, Tschigorin, Steinitz, Lasker en Schlechter.

PARIJS. Steinitz wordt weldra hier verwacht, om séances te geven in den

Grand Cercle". De „Stratégie" meldt met een veelbeteekenend uitroep-teeken,

dat men den ex-champion de verplichting heeft opgelegd, zoolang zijn engagement
duurt, met in het Café de la Régence te verschijnen.

PRAAG. Onlangs heeft hier op groote schaal een schaakvoorsteliing met levende

stukken plaats gehad. Niet minder dan 256 personen, die groepsgewijze de ver­

schillende stukken voorstelden, namen er aan deel. Wij laten hier de gespeelde

partij volgen, expresselijk voor deze gelegenheid vervaardigd door den bekenden
probleem-componist Joh. Dobrusky:

T> A' :V 5 2
n,
d4' 0d4: 3 ' °d4:' d6 4 ' ?C3' Pc6 5" Ddl ' Pe5 6- 1)4> 7. f4,
7 8- Lc4, Ib6 9. Lb3, Ld7 10. 34, a6 n. DI15, g6 12. Df3, Lg7 n I b2

Pe, .4. Pg», Tg8 ,s. Td,, Do, , 6 . T d , , T d 8 „. Pg3, c 5 f8. fs, des :

bc5., ücS : 20. Pce4, Dc6 21. feS Pf5 22. a5, Pc8 23. Ld5, DbS 24. Pfc

gs: 25. Lf7:f, Kf7: 26. Dh5f, Ke7 27. La3f, ICe6 28. Pg5+, KeS : 29. c4 Dc4 •
30. Lb3f, Kf4 31. Tfif, ICe3 32. Df3 ±. 5 9 4' 4"

Deze, op zijn minst genomen, vrij zonderlinge, zetten-opeenvolging moet de

nederlaag voorstellen van een zekeren Koning der Hongaren tegen een niet minder

obscuren vorst d.r Bohemers. Er zal wel een diepe beteekenis in liggen, maar

die maar zoo eventjes in de gauwigheid eruit te halen, helaas! dat konden we
met. Wellicht zijn onze lezers slimmer!
344

Op een dwaalspoor
is de jury geraakt bij de veroordeeling van mijn stelsel, terwijl zij meende te
kunnen aantoonen, dat het ten nadeele is van zwakke oplossers.
De jury heeft n.1. als score van den isten winner één (te klein) getal als voor­
beeld genomen. De score toch kan evengoed vervangen worden door een grooter
getal (50—200 punten b.v.), dat bepaald wordt naar gelang van het aantal deel­
nemers en den duur van den wedstrijd. Dan zien we, dat zelfs de zwakste deel­
nemer in staat gesteld kan worden, een prijs te behalen.
Voorbeeld voor 1 0 deelnemers. Duur 1 jaar. Voorgift 1 5 0 punten.
2e 3e 4e

iste Winner A istemd. 4 0 - + 3 0 + 4 3 + 37 begint 5 e md. met o p.


2e „ B „ 3 8 + 4 2 + 4 4 + 4° » » » *4 »
3e „ C „ 36 + 34 + 5
2 + 41 <• " » x3 »
Zwakste opl. Z „ 2 5 + 2 4 + 3 0 + 2 1 heeft „ 100 „

Z. zal zoo ongeveer voortgaande de 10e md. een prijs behalen, terwijl de overige
opl. nog eens terdege kampen kunnen om de 2 laatste prijzen.
Bij het Eng. stelsel zien we, dat A na 3 maanden 3 0 + 43 punten heeft en
C o p., terwijl uit bovenstaande tabel blijkt, dat C de 2e, 3e, 4e md. enz. beter
oplost dan A. De jury geeft hiervan de volgende logische ? verklaring:
Indien winners, die een gelijk aantal punten behaalden, nu ook werkelijk gelijk
gesteld worden, dan kan zich het geval voordoen, dat er meerdere concurrenten
komen, om het eerst een 2en prijs te verdienen en dat mag niet; de iste winner
moet nu ook weer No. 1 wezen, want hij heeft toch („van af" zegt de jury) de
iste md. en verder wellicht niet het best opgelost. Dus daarom winners queue
gemaakt en niet zoo dringen s. v. p. Vertrouwende, dat een en ander nu vol­
doende is toegelicht, zou ik heel gaarne de meening der deelnemende opl. aan
de jury bekend a
gemaakt zien.
' 3 c. C. w. MANN.

N.B. Zelfs de conclusie, die de jury uit haar stuk weet te trekken, is niet juist!
Bij 8 deeln. zal de zwakste reeds de 12e md. topscorer zijn, in het geval door
de jury bedoeld.

Literatuur-
Bij G B. van Goor Zonen, te Gouda, is verschenen „Het Schaakprobleem -
Theorie en Practijk - door H. J. den Hertog." Dit werk, dat probleem-compo-
sitie en probleem-oplossen, voornamelijk voor beginners, uitvoerig behandelt en
verder eene verzameling bevat, bestaande uit 51 tweezetten, 55 driezetten en _o
vierzetten, is bij eiken boekhandelaar & 90 ets. te verkrijgen.
3e Jaargang. H°. 11 en 12. November—December 1895.

TIJDSCHRIFT
VAN DEN

NEPERLANBSCHEN SCHAAKBOND.
BESTUUR VAN DEN N. S.: Jhr. D. VAN FOREEST, Voorzitter; Onder-Witter;
• C. TEN TUSSCHEDE, Keizersgracht 100, Amsterdam, Penningmeester; L. H. DEELMAN IZU
Commissaris van Materieel; N. W. VAN LENNEP, Secretaris.
REDACTIE: N. W. VAN LENNEP; J. D. TUESLING; L. N. DE JONG.

Van dit blad, dat omstreeks den löden van iedere maand gratis aan de Bondsleden wordl
v^BondsMen" Mtra'nummer8 Terkr8«ba#r 4 40 ce,lts en een gebeele jaargang » f eveneens slechts

INHOUDSOPGAAF: Officieele mededeelingen; Programma voor de buitengewone


Algemeene Vergadering te Amsterdam; Probleemrubriek; Partijen; Partijen van den
wedstrijd te Arnhem; Binnenland ; Buitenland.

De heer L. N. de Jong heeft onder zekere conditiën, die door het Hoofd-Bestuur
zijn goedgekeurd, het Redacteurschap aanvaard en zal zich van Januari a. s. af met
de leiding der probleemrubriek belasten.
Door mijn verblijf in Engeland zijn verschillende bondszaken niet zoo spoedig afge.
daan als wenschelijk ware geweest. De betrokken leden zullen dit zeker willen
excuseeren. Eenerzijds was het ondoenlijk het gansche archief op reis mee te nemen
eni anderzijds was het den heer den Hertog onmogelijk meer te doen dan hij deed.
ij vertrouwen, dat op dit oogenblik al het achterstallige is ingehaald.
De heeren D. van Foreest en N. W. van Lennep hebben resp. als Voorzitter en
Secretaris van den Bond ontslag genomen. Eerstgenoemde heeft dit gedaan in een
schrijven aan het Hoofd-Bestuur waarin hij verklaart wegens steeds drukker wordende
beroepsplichten het Voorzitterschap niet meer naar behooren te kunnen waarnemen
Laatstgenoemde moet in Januari a. s. een betrekking te Londen aanvaarden en kan
zich derhalve niet langer met de leiding van Bond en Tijdschrift belasten. Ter
voorziening in de drie nu ontstane vacatures schrijven wij uit een

Buitengewone Algemeene Vergadering,


die zal worden gehouden ZONDAG iS DECEMBER te i uur, in een bovenzaal van
het gebouw ^Eensgezindheid", Spui, te Amsterdam. De agenda omvat:
I. Opening.
II- Verkiezing van een nieuwen Voorzitter.
» » » „ Onder-Voorzitter.
IV. Behandeling van het volgende voorstel:
Het Hoofd-Bestuur wenscht de eerste alinea van Art. 29
van het Reglement aldus te wijzigen :
22
346

Art. 29. Om de Redactie van het Tijdschrift en het Jaarboekje


te vormen, kiest de Algemeene Vergadering ieder jaar drie per­
sonen uit de gewone leden.
V. Verkiezing van een nieuwen Secretaris.
VI „ „ „ Redacteur.
VII. Vaststelling der begrooting over 1896.
VIII. Wat verder ter tafel wordt gebracht.
IX. Sluiting.
Allen afdeelingen wordt verzocht, een of meer afgevaardigden te benoemen ter Ver­
gadering. Met het oog op het enorm belangrijke van deze Vergadenng, vertrouwen
wij, dat de Leden in grooten getale zullen opkomen.
HET HOOFD-BESTUUR.
347

Problemen.
Probleemoplossingen moeten gezonden worden aan den heer W B H MFTVFRq w t , **
OudeWetering mededeeli^" "'"riek betreffende, aan lÏÏfÖVÊ
pr?bleemcomposHÏeHerteg MeinCrS ^ Zi°h belasten met het J-Tschap van den wedstrijd in

(Uit den Boheemschen probleemwedstrijd.)


I 55W5K- — '
N°' 258' T F 'tx' e- H
' S lla
0'
Sclluite

mat m 4 zetten. mat in 4 zetten.


No. 259, F. H. H. Schuite * No. 260. A. van Eelde.
's Hage.
Utrecht.

jLVLat m 4 zetten.
Mat m 3 zetten.
'No. 261. F. H. H. Schuite.
's Hage. * No. 262. F. H. H. Schuite.
's Hage.

Mat in 3 zetten.
Mat in 3 zetten.
34S

*No. 263. W. Ulle. *No. 264. W. Ulle.


's Hage. 's Hage.

Mat in 3 zetten. Mat in 3 zetten.

*No. 265 F. H. H. Schuite. * No. 266. F. H. H. Schuite.


's Hage. 's Hage.

Mat in 2 zetten. Mat in 2 zetten.

* No. 267. F. H. H. Schuite. * No. 268. F. H. H. Schuite.


's Hage. 's Hage.

Mat in 2 zetten. Mat in 2 zetten.


349

Oplossingen der Gctober-problemen.


245. i. LI15 ghs:; 2. Dhs onv:; 3. Dh8 enz. 1—, g4; 2. Lg4:; onv:; 3.
Dc6:|of Dh8 enz. 1—, Lb7 of a8; 2. Lf3, onv:; 3. Dh8 enz. 1—, anders; 2.
1.e2, onv:; 3. Dd5:f, c6:| of h8 enz. of eerder mat. 246. 1. Df3, T speelt;
2- Te5(0tt, Kc4; 3. Test enz. 1—, Pf7; 2. Td4tt, Ke6; 3. Td6f enz, 1—, 05 ;

2. Te3t, Kc4; 3. Pdóf enz. 1 —, anders; 2. Ddit, Ke4:; 3. Pd6| enz, of eerder
mat. 247. 1. Pgg:, LC4; 2. Pfyf, Lf7:; 3. Tdst enz. 1—, Tb6; 2. Pf7f, Kc6;
3. Pd8f enz, of eerder mat. 248. Novenoplosbaar. 1. Tg7 (auteurs); 1. Dh8.
249. 1. Pe5 Kds; 2. Pc6| enz. 1—, des;; 2- ^g6t enz. 1—, anders; 2. ef3:|
enz. eerder mat. 250. 1. Da2, Kds:; 2. Td3f enz. 1—, Lh3 of e2; 2. Te3t
enz. 1—, L anders; 2. Dg2| enz. 1—, anders; 2. Lg6f enz. 251. De auteurs
oplossing faalt op, 1. Lf7,Pe3- Nevenoplossing 1 Df4. (Deauteurdeeltonsmede.dat
door een ongelukkig toeval, het zwarte paard van h3 op di verplaatst is; de
juiste stand is dus, met het zwarte paard op 113). 252. 1. Le6, Ld4; 2. De4f
enz. 1—, Kd4; 2. Dt2:f enz. 1—, anders, 2. De3t enz. of eerder mat. 253. 2
oplossingen, t. Da3 (auteurs); 1. Te8. 254. 1. Dgs enz. 255. 1. Pf7 enz.
256. 1. Lb4 enz. Van Geo. J. Slater 1. Tg3, Lc6; 2. Tb7f enz. 1—, Ld7; 2.
Tc8f enz. 1—, LC4 of e8; 2. Pc4(:)f enz. 1—, anders; 2. Pf7f enz. van Idem.
1. Kg8 enz. Van Idem. 1. Dg2, Kfs:; 2. Pd4f enz. 1—, Kd3; 2. Pesf enz. 1—,
Kds; 2. De2 enz. van C. C. W. Mann. 1. Pcs, KC3; 2. Df6| enz. 1—, Tfs:;
2. Pe6f enz. 1—, P speelt; 2. Dfóf enz. 1—, b3; 2. Dd6f enz. 1—, anders:
2. Dd5f enz.

Probleem oplossingswedstrijd.
N°. 245 246 247 248 249 250 251 252 253 254 255 256 Totaal;
Vorige score.
A- Korst 134 4 4 4 4 3 3 3 3 4 2 2 2 172

A. H. M. Dieperink. . 102 444833334,22 2 144

A. Okkinga 83 4 3 3 3 4 { 2 2 2 106
J- Hoes 97 | — j — | — 97
w- U1!e 7° — — 4 4 — 3 3"1 3 4 2 2 2 96
F. H. H. Schuite . . . | 7o, — j— 4 4 —j 3 3 3 2 2 2 2 95
J. Reyalt , 74 — — — — — 3 3 | 3 2 2 2 2 91
A. W. Luijendijk • • • | 53 4 - 4 — 3 3 3 3 2 , -1 | 2 2 7 8

R- c- Sl00s 75 — ! — 75
J. M. v. Starrenburg. . 69 — — — -— j — — — — J 2 ! 2 73

J. v. d. Hulst 30 — — 4. 4 3.3 -13 4 2 2,2 56


H. C. v. Royen . . . . 3 3 j 4 4 — — 3 3 2l-I 2 2 52
C. 1. v. Ham — 4 4 4 4 3 3 3 3 4 I 2 2 2 38
H. Mendes da Costa . 33 — — — — — —-1 — j 33
W. de Bloeme I 23 j — j — j — — — — — __ 23

A. A. Hoos I —• — — -ij — 3 — -1 3 2 [ 2 2 2 12
G. J. Gantvoort . . . . 1 3 — j — -— j — ^ — — — j ^
35°

De heer Korst heeft den prijs.


Wij verzoeken den Heer Hoos, de varianten juister uit te werken. We hebben
eenige oplossingen moeten afkeuren, die wel een goeden eersten zet hadden, maar
waarvan de volgende zetten bijna nooit tot het doel voerden.

Nog steeds in het rechte spoor.


De heer Mann is het nog volstrekt niet eens met onze verdediging van de
Engelsche Methode, die wij, naar aanleiding van zijn ingezonden stuk, in het
September-nummer plaatsten.
De wijze waarop hij in het October-nummer onze verdediging tracht te ontze­
nuwen, is echter wel wat zonderling. Men oordeele:
„Een winner," zegt de heer M. in het Augustus-nummer, „behoudt het behaalde
aantal punten, na aftrek van de eerste maandelijksche score van den ien winner";
daarop volgt een toelichting met cijfers. In het October nummer heet het nu: „de
jury heeft n. 1. als score van den ren winner één (te klein) getal als voorbeeld
genomen" !
Nu vragen wij. Heeft de jury de getallen gekozen, of heeft ze slechts voort­
gebouwd op de cijfers door den heer Manti gegeven ?
En waar de heer M. nü verklaart, dat die cijfers onjuist zijn, kunnen wij dan
uit die cijfers de gevolgtrekking maken, dat zijn stelsel billijker is dan de Engelsche
Methode!
Nu geeft de heer M. ons andere cijfers. Hij zegt n. 1. „de score kan toch even­
goed yervangen worden door een grooter getal (50—200 punten b. v.), dat bepaald
wordt naar gelang van het aantal deelnemers en den duur van den wedstrijd.'
In de toelichting zien wij, dat hij hiermede de E. M. meer nabij komt. Nu toch,
begint de ie prijswinner eerst de 4e maand opnieuw te tellen. De heer M. duide het
ons echter niet ten kwade, maar ook ditmaal zijn zijne cijfers niet gelukkig gekozen.
Als Z. op dezelfde wijze voortgaat met punten te halen als de toelichting aan­
geeft, dan zullen de andere mededingers toch ook wel met die zelfde evenredig-
digheid vooruitgaan en de punten daarnaar voor de volgende maanden bepalende,
krijgen wij het onderstaande resultaat:
Nadat de eerste 9 deelnemers in de eerste 9 maanden een prijs gewonnen hebben,
is de stand op het einde der 10e maand aldus:
A 220 — B 258 — C 246 — Z 249.
B krijgt dus den ion prijs, Z niet.
A 263 — B 152 — C 298 — Z 279.
Nu krijgt C den prijs.
De 12e maand hebben A en Z een evengroot punten aantal (300), zoodat Z,
hoogstens in de 12e maand, den laatsten prijs met A deelen mag!
Maar daargelaten de onjuiste toelichting (de heer M. zou de gegeven cijfers wel
weer door betere kunnen vervangen), hebben wij tegen deze oplossing óók nog
bezwaar, want al stelt de heer M. ook de hoe grootheid der voorgift afhankelijk
van den duur van den wedstrijd en van het aantal deelnemers, zoo is het toch
351

moeielijk die voorgift te bepalen. Bij het begin van den wedstrijd gaat het slecht, de
jury heeft dan nog geen gegevens; al zou het haar ook mogelijk zijn, bij bena­
dering het aantal deelnemers te kunnen schatten, zoo weet zij toch niet vooraf,
hoeveel punten er iedere maand te behalen zijn. Dit punten aantal kan zeer
uit een loopen en daarvan hangt toch voornamelijk de voorgift af. Bepaalt de
jury de voorgift na afloop van den wedstrijd (dan heeft zij gegevens), dan zou
zij allicht van partijdigheid beschuldigd kunnen worden, want wordt de voorgift
te klein genomen, dan klagen de zwakkere oplossers, is de voorgift echter te groot
dan zijn de sterkeren niet tevreden.
Hoewel we het dus waardeeren, dat de heer M. eenige concessies doet, door zijn
oorspronkelijk stelsel te wijzigen, blijven we toch nog aan de E. M. de voorkeur geven.
Het verdere gedeelte der repliek, behoeft nauwelijks wederlegging: wanneer een
sterk oplosser het niet der moeite waard acht, reeds bij het begin van den wed­
strijd zijn best te doen, maar denkt, „ik krijg toch wel éen prijs," dan heeft hij niet
het recht zich te beklagen, dat hij zoo ver achter den ien prijswinner komt te staan.
Ook de bewering dat onze conclusie niet juist zou zijn, kunnen we bijna onbe­
sproken laten. De heer M. staaft ook ditmaal zijn bewering niet. Hij heeft stel­
lig niet juist gelezen, meent hij echter van wel, dan is het vergeefsche moeite,
het hem duidelijker te maken.
Wij zijn nu gelukkig in de gelegenheid, met cijfers aan de praktijk ontleend,
de verschillende stelsels nog eens nader toe te lichten.
In onzen wedstjijd werden de volgende punten behaalt.
2e 3e
Dieperink ie md. 39 — 63 — 39 — 141.
Mann „ 36 — 82 — (42) =r 160.
v. Ham „ 36 — 69 — 40 =r 145.
Korst „ 36 — 58 — 40 = 134.
Hoes „ 30 — 35 — 32 = 97.
Okkinga „ 23 — 37 — 23 = 83.
volgens de k. M. is de stand bij het begin der 4e maand dus: Dieperink 102;
Mann (als hij had blijven oplossen) 42; v. Ham o; Korst 134; Hoes 97;
Okkinga 83.
De heer Dieperink is nu reeds no. 2, en de heer Mann heeft, nadat Korst en
Dieperink een prijs gekregen hebben, grooten kans op den 6en prijs, want daar­
voor behoeft hij den heer Hoes slechts 55 punten in 2 maanden vóór te komen,
hij kwam toch in drie maanden 63 punten vóór!
Volgens het stelsel Mann krijgen we bij het begin der 4e maand:
D. 102; M. 121; v. H. 106; K. 134: H. 97; O. 83.
Hieruit blijkt dus dat de H.H. die onder den heer Korst staan, reeds na de
derde maand door de drie prijswinners zijn ingehaald, dus hebben deze geen kans
meer op een prijs, want de prijswinners zoo voortgaande, kunnen gemakkelijk in
3 maanden weer een voorgift van één maand inhalen.
Met de gegevens die wij nu reeds hebben, durven wij echter nog geen voorgift
vaststellen, volgens het gewijzigd stelsel Mann.
352

In de eerste maand 39, in de tweede maand 82, zijn getallen, die te veel ver­
schillen, om de voorgift zelfs bij benadering te bepalen. Stellen we echter eens
80 punten, dan is de stand na de derde maand:
D. 62; M. 80; v. H. 65; K. 134; H. 97; O. 83.
Hierbij doet zich echter een zonderling geval voor. Moet de heer D. zijn prijs
hebben in de ie maand, of moet hij wachten totdat hij 80 punten behaald heeft.
In het eerste geval, hebben, op het einde der derde maand, toch nog 4 deelnemers
meer dan 80 punten; in het laatste geval moeten de vier eerste deelnemers de
prijzen deelen; een lastige kwestie dus om uit te maken. Krijgt echter ieder op
zijn beurt naar het puntenaantal een prijs, dan kan het voorkomen, dat een zwak
oplosser, op het einde van het jaar, meer dan 80 punten heeft zonder nog een
prijs te hebben bemachtigd.
Waar de heer Mann dus beweert dat wij op een dwaalspoor zijn geraakt, omdat
wij meenden te kunnen aantoonen, dat zijn stelsel ten nadeele is van zwakkere
oplossers, gelooven wij daarentegen in het rechte spoor te zijn, en meenen dit door
het bovenstaande duidelijk te hebben aangetoond.
DE JURY.

Het eerste Nederlandsche werk over Problematiek.

H. J. DliN" HERTOG, Het Schaakprobleem.


Theorie en practijk.

Daar was eene leemte in onze schaakliteratuur: wij misten een oorspronkelijk
Nederlandsch werk met bijdragen van Nederlandsche componisten. In stilte reeds
menigmaal geuit, is nu de wensch naar zulk een werk vervuld in het boek welks
titel hierboven is afgedrukt. Van de hand van onzen den Hertog waarborgt dit
ons een degelijke bewerking, ofschoon bij de beoordeeling er van niet mag wor­
den vergeten dat het eene eerste poging is. Reeds terstond doet het ons pijnlijk
aan, dat zoo weinig Nederlandsche produkten konden worden opgenomen in dit
Nederlandsche werk, beschamend is dit zeker voor ons nationaliteitsgevoel; maar
beter dan woorden het vermogen, zal dit zwijgend getuigen het besef bij ons wak­
ker roepen dat al onze krachten moeten worden opgeroepen, willen wij kunnen
mededingen met het Buitenland. Den weg, waarlangs dit zal moeten geschieden,
dien leert den Hertog ons in zijn boekje, en, al zal niet iedereen beamen al wat
hij heeft nedergeschreven, toch zal, hoewel hij vooral den eerstbeginnenden een
wegwijzer wilde geven, ook de meest ervarene veel leeren uit den rijken schat,
die hier is bijeengebracht.
Het zij mij echter vergund, het niet bij deze algemeene aankondiging te laten:
een werk als dit mag in ons tijdschrift niet met een enkel woord worden afge­
handeld, het nageslacht moet weten, dat wij den arbeid van een onzer land-
genooten waardeerden, ook door hem te wijzen op mogelijke verbeteringen, die
kunnen worden aangebracht.
353

De schrijver verdeelde zijn boek in 3 groote deelen: theorie der compositie


van schaakproblemen, het oplossen daarvan en ten slotte een bloemlezing uit de
beste voortbrengselen van den laatsten tijd.
Het theoretische deel verdeelde hij weder in een aantal beschouwingen en de
practische toelichting daarvan. Deze onderscheiding is geheel nieuw en heeft als
al het nieuwe, veel voor en veel tegen. Daartegen is zeker in te brengen, dat zij
nooit geheel is door te voeren, omdat dan soms de beschouwingen zelve de noodi-e
unielijkheid verliezen, zooals den Hertog zelf ook heeft gevoeld, als hij op bladz.^
13 en 14 het toch noodig heeft geoordeeld, eenige diagrammen in te "voegen, die
aar eigenlijk met thuis hooren. Maar ook is er tegen, dat menige nuttige wenk
nu alleen bij zeer zorgvuldige lezing tot haar recht komt, terwijl soms de een of
andere leerzame beschouwing alleen in de toelichting een plaats heeft gevonden
Dit nader toe te lichten zou te veel eischen van de hier beschikbare ruimte:
opmerken ^ ^ ^ *** gemakkdijk de waarheW van het hier betoogde

Het zou wonder wezen als het den Hertog was gelukt, in zijn kort bestek alle
vragen die bij probleemcompositie kunnen rijzen, te beantwoorden. Dit zouden
wij ook met van hem mogen eischen. Toch achten wij het een onvolledigheid
den rW abS°1UUt onm°Selijke stellingen, geen rekening heeft 8
gehou­
den met eene als deze:
J voldoet aan al de eischen, die den Hertog heeft opge­
noemd, en toch is zij absolant onmogelijk. Ware Zwart aan den
zet, dan zou niets tegen deze stelling pleiten, maar juist omdat
wit moet zetten vragen wij: welke zet h^eft zwart dan te voren
gedaan ? Db7—a8 kan niet want dan zou de witte kouing in
schaak hebben gestaan. Op c6 staat een witte looper, dus daar
kan zij ook met vandan zijn gekomen. Evenmin kon de looper
f df komn£ het laatst hebben gezet, want de dame ontneemt
en looper het veld c7 en b7 of b6 worden door wit tweemaal
bezet. Deze positie kan dus nooit voorkomen, tenzii m*n
neme, dat noch wit noch zwart den schaakzet der dame op b7' heeft opgemerkt
of dat beide met hebben bemerkt dat de zwarte koning rLds schaaHond
• ijns inziens zijn dergelijke stellingen ten zeerste te veroordeelen. Zonder zwarte
dame en looper komt het absurde nog beter uit
Een tweede punt dat zeker nader had mogen worden toegelicht, vinden wij op
bladz. 13, waar de schrijver zegt: „Waar het geldt, een idee uit te werken daar
kortt moC pTPOmSt, Z0° bekn°Pt m0gdijk 16 Zijn' HiJ stelIe het voor in het
kortst mogelijke aantal zetten." - Nu daargelaten dat ik een ander denkbeeld heb
van hetgeen den „ihoud van een probleem vormt dan den Hertog op den voor
grond hierbij stelt, zal iedereen mij toestemmen dat de bedoeling van dezen zin
geenszins duidelijk is. Wil het zeggen dat men niet van een LZt
bv een

versta1nmït1 ** ^ * gaa"? °f wordt er onder


erstaan, dat als een idee (b.v.: het en passant nemen van een witten pion) in
een tweezet kan worden uitgedrukt, men niet zijn toevlucht moet nemen tot In
354

driezet? Dan is echter de volgende zin hiermede in strijd, want daar staat: „Een
pikant motief (pointe) wordt het best uitgewerkt in een drie- of vierzettig probleem.
Dus dan allen tweezetten voor niet pikante motieven? Menigeen zal misschien
met mij hebben gedacht dat er tweezettige motieven waren, even goed als dne-
en meerzettigen. Genoeg echter om den lezer te doen gevoelen, dat hier wel een
paar woorden meer hadden mogen worden gebruikt. Is de beknoptheid van het
geheel zeer te prijzen, hier zou zij den schrijver bij niets kwaads vermoedende
beginners leelijke parten kunnen spelen.
Een passende overgang van het eerste deel tot het tweede: het oplossen der
schaakproblemen, wordt gevormd door een kort stukje over „den indruk, dien het
probleem op den oplosser maakt." Jammer dat hier de practische toelichting
geheel ontbreekt! Welk een heerlijke gelegenheid anders om eens te laten zien,
dat een stelling niet „nur auf Schwierigkeiten" bewerkt mag worden ! Verschillende
voorbeelden geeft het werkje van Kohtz en Kockelkorn: 101 ausgewahlte Schac -
aufgaben. — Mijns inziens echter had, vooral met het oog op de nu volgende
analvse voor de oplossing, hier kunnen zijn volstaan met de mededeeling dat de
componist zich niet mag bezighouden met de gedachte welken indruk het probleem
maakt op den een of anderen oplosser; dat hij alleen heeft te zorgen voor schoon­
heid van vorm en inhoud en dus den medecomponist alleen moet trachten te
bevredigen. ,
Wie een theorie geeft voor het oplossen, kan niet meer verwachten dat de com­
ponist op moeilijkheid van oplossing zich zal gaan toeleggen. Die blijft alleen
over bij schijnbare tempo- of dreigproblemen, of zulke tempo-problemen waar geen
eerste zet is te vinden die de positie niet verandert. Maar dit zijn bepaalde
motieven, dus worden zulke problemen ook niet geconstrueerd met het oog op
moeielijkheid van oplossing.
In dit tweede deel blijft menige vraag open, en niet altijd is de analyse ook;
o-elukkig getroffen. Wij stippen slechts aan. Dat het probleem van Cudmore op
bladz. 63 wel wat moeielijk is voor inleiding, komt vooral uit op bladz. 64, waar
den Hertog den beginner wel de 3 matzetten na 1, Tcs, bes: laat vinden, maar
niet dat na koningszetten van Zwart geen mat is. Is het probleem van Bilhngton
bladz. 67 werkelijk zulk een schoon voorbeeld van een semi-tempo-probleem dat
het hier voor de analyse het meest geschikte was? Dat het probleem op bladz.
7o niet U geanalyseerd, getuigt zeker van de moeielijkheid om onbevooroordeeld
hierbij te werk te gaan, en niet te analyseeren naar den reeds bekenden matzet.
Doch dit zijn slechts kleinigheden in verhouding tot het nieuwe dat ons hier in
aangenamen vorm wordt opgedischt. Was het vroeger onmogelijk geweest zulk
een hoofdstuk over het oplossen van schaakproblemen op te nemen, na den groo en
vooruitgang en door de meer vaststaande regels voor schoonheid op probleem­
gebied kan meer met zekerheid bij het oplossen worden te werk gegaan, en den
Hertog is de eerste die den oplosser bepaalde regels geeft. Dit zet aan zijn werk
een groote waarde bij, maar verijdelt tevens elke poging om aan moeilijkheid van
oplossing eenige waarde te ontleenen.
Als toepassing op de beide genoemde deelen geeft de schrijver als derde de
355

wi=irniikrhTO7b«r °h de° i"Men tiid'ech,e' ni« -e


J g angschikt. Dit heeft het groote voordeel dat iedereen die dit deel bestu
eert en h.er wordt vooral gedacht aan allen die zich reeds de noodige theoretische
ken», hebben verzameld -geheel onbevooroordeeld tegenover een deTe probtmen
«Z LTZn T:7 2" ieheel beaZlt ™
ers wenschen, doch daar moest uit den rijken overvloed eene keuze worden
gedaan. Als wij dan nagaan, dat hier 126 problemen zijn samengebracht allen
in diagram, dan zal een ieder tevreden zijn, ook a, is hier en daar^ probleem
opgenomen dat met aan de theoretische eischen voldoet welke ook in dit „ 1.
Z 'en V00rgr0nd. worden geteld. Hier zij nog volledigheidshalve vermeld dit
No. 33 is de ze prijs acguo uit het Hackney Mercury tornooi en No 10, de
™ge,M k " * —

•r ^ srftukt (h„ „g„k j 1


«rrv
en de „ri
™H
t Ï"
bii


hn ed5ruik
6 ,fSew»tK
nergens ^»"»»»«
reeds tot lezen uitnoodigt'
Zo„e„ IpftZ £

anscnanen, dat zal de beste belooning zijn voor den schrijver de beste waar

leiden"tot^ee' W T"' ***" Ui'km ™" ^ ^ ^


een herdruk waarin aan sommige onzer wenschen is voldaan.
L. N. DE JONG.

Nog eens „Verführungen".


(Ingezonden).

^™;aTb:n ?r C' Kc*kelkom 0ver den 3zet No. 302 (L. A. Kuyers),
(j n »\ • ' 1 ' P' a3; 5' g5; Zwart: Ke5; Pg6; p. ? U
c E7 hd.
(1 Dg8) m het weekblad de Amsterdammer, was als volgt: g?' 4'

P " , -tUfgabe °hne hervorragenden Inhalt. Wenn auch 1 Da7, wass nur an
7 c leitert, eine gute Verführung ist, so liegt der erste Zug') ingefolge der
zwei deutnchen Drohungen sehr nahe." Setolge der
Hij kende den 3zet 2 punten toe (2 punten — goed).
aan "vfrfulf ^ ^ ^ .de beoordee!ing der waarde van een probleem veel hecht
^Verfüh^gen" ls den lezers van dit tijdschrift bekend.
1) Ik cursiveer.
356

Maar moeten wij uit de onderstreepte woorden nu niet lezen dat de Heer K.
de „Verführungen" in verband brengt met de moeilijkheid van het probleem?
Zoo ja, dan vind ik dit zeer bedenkelijk. Want vooropstellende dat de Heer K.
geen 2 aan een probleem zal geven dat doodeenvoudig is, meen ik te mogen
beweren dat de moeilijkheid van een probleem dat niet doodeenvoudig is, steeds
relatief is, m. a. w. dat twee oplossers (deskundigen), gelijk in kracht, aan de
oplossing zeer verschillende tijden kunnen besteden.
Voor leeken kan elke i!te zet van Wit eene „Verführung" zijn, voor deskundigen
gelden alleen die, welke aan de tischen van den is,e zet van een probleem vol­
doen ') welke ik plausibele iste zetten wensch te noemen (o. a. 1 Da7 van 302).
Is het nu niet hoogst onlogisch onder meer zooveel waarde aan die „Verftihren
te hechten om de hoogst onzekere kans dat zij een of meer der oplossers-des-
kundigen :) zullen bedriegen?
Maar er is nog meer!
Wanneer een man zooals bijv. Laws, een probleem onder de oogen krijgt dan
stel ik mij voor dat hij in 99 van de 100 gevallen de oplossing vindt zonder
zich door de „Verführungen" te laten intimideeren. Interesseert het probleem hem
dan gaat hij het doorkijken; zijn nu de nevenoplossingen oeconomisch gepareerd
dan geniet hij doch. ... zal hij nu niet meer genot smaken bij het ontdekken
eener oeconomische ontwijking eener nevenoplossing waarbij wit een zwarten officier
neemt dan die waarbij wit een plausiblen eersten zet doet? Want is de ie
niet veel moeilijker te coupeeren dan de 2e? En levert het pareeren van den
brutaalsten zet van Wit — in den regel tenminste — met de meeste moeilijk­
heden (waarop het m. i. aankomt) voor den vervaardigen op?
Wat hiervan zij m. i. staan zelfs alleen om die reden „Verführungen ' (plausibele
1"" zetten dus) lager dan bijv. i',e zetten (f) die blijken niet op te gaan.
En ten slotte.
Zou het niet verstandiger zijn de „Verführungen" bij de beoordeeling als zoo­
danig te laten loopen en ze zooals de Heer den Hertog doet (zie jaargang 1895
bl. 40) als een onderdeel der constructie te beschouwen?
Zoo oordeelt o. a. ook de Heer Schwann die over No. 302 zegt: „The use of
the black knight being very skilfull".
Gemakkelijker is het zeker.
Want men moet m. i. al zeer hoog staan indien men van eene gute „Ver­
führung" spreekt waar de eer. het probleem in 5 minuten oplost terwijl een ander
er 50 minuten over doet en zij overigens als oplossers op gelijke hoogte staan.
Intusschen — en ik erken gaarne dat dit mijn betoog niet bepaald krachtiger
maakt — de heer Kockelkorn staat zeer hoog. CLARUS.
P. S. Berger zegt over 302 : „der erste zug is nicht naheliegend.
De Oomes zijn het dus niet eens.

1) Dus geen geen zwart stuk nemen enz.


2) Die in den regel het kleinste aantal der Kandidaat-oplossers zullen vormen.
357

Partijen van het Meestertornooi te Hastings.


i Hieronder volgen nog een aantal dier partijen waarover in ons verslag op bladz. 291 296
en 305—326 gesproken werd).
No. 260. Gespeeld in de elfde ronde, 19 Augustus 1895.
Wit: E. Schiffers. Zwart: w . steinitz.
Vier-paardspel.
X" 64 e5 '9- 'ig3= Lg 3 : 3 ) 37- Kf 3 Le 4 f
2" Pf3 Pc6 20. fg 3 : Tfi:| 38. Kf 2 Lbi
Pc3 2 1 . Dfi:") Lg 4 :
3" Pf6
39. Ld6 La 2 :
4- Lbs Lb 4 2 2 . Df 4 Df 4 : 4 o. Lf 4 : Lb3>
5' P d 5 Pd 5 : 23. gf 4 : Td8 4I. d6 Ke6
6" edS; e 4' 2 4 . Les Td7 42. Ke 3 Lc 4 :
7. dc6: dcó: 2 5 . Kf 2 Kf7 43. Kd 2 Lbs
8" L e 2 ef 3= 26. Tgi h5 LC6
44. KC3
9 . Lf 3 : o—o 2 7 . Kg 3 Kg6 45. Kc 4 b6
10. 0-0 Ld6 28. b3 Kf 5 4 6. Lg 3 Ld 5 f
d4 fS 2 9 . Tei Tei
lr*
47. Kc 3 b5
12. c 4 ') Le7 30. LC 3 Tei: 48. Kd3 a5
r 3- d52) c5 Lei:
31. g6 49. Ke 3 a4
i 4 . Ldz Ld6 32. Lc35) Ldi So. Kd 3 a3
iS- Tei Df6 33. Le 5 g5 5I. Kc2 b4
16. Lc3 Dh6 34. Lc7 : gf 4 : f 5 2 . K bi b3
T 7- S3 ^4 35- Kf2 Lc 2 Geeft op 6 ).
11. Lg 4 fg 3 : 3 6 . Lb8 a6
S t a n d n a den 19den z e t van Wit.

) Zwart maakt van dezen foutzet handig gebruik.


") Er dreigde 13 Lf6.
3) Volkomen correct.
4) Op 2 1 . Kfi: volgt Lg 4 : 2 2 . Dg 4 : Dhif en 2 3 Dei :
5) Beter eerst 3 2 . Las b6 3 3 . LC3.
6) Steinitz heeft het eindspel zeer fraai gespeeld.
35S

No. 261. Gespeeld in de elfde ronde, 19 Augustus 1895.

Wit: Burn. Zwart: Pollock.

dl Opening'.

1. d4 0 5 ') 14. D b i b4 27. D f3 P d7


2. d5 gó 15. P d i 35 28. P d3 Db6
3. e4 L g7 16. P f2 P bs 29. e5 P f8
4. f4 P aó 17. L c i T c8 30. f5 des:
5. P f3 P 07 18. P d2 P d4 31. dó 4 ) K h8
6. C4 dó 19. P C4 L bs 32. fó L hó
7. L d3 P fó 20. L d2 T a8 33. T e s : L e3f
8. o—o eó 21. D d i T a7 34. K h i T ea8
9. PC3 eds: 22. b3 34 35- T e7 T 8a5

10. cds: o —o 23. L e3 ab3 : 36. T f7 : D dó:


11. D C2 T e8 24. L d 4 : cd4: 37. T g7 115
12. L d2 L d7 25. ab3: I-C4: 38. D b7 P eó
13. T a e i b5 26. L C4: 2 ) T as3) 39. T g8f r ') Opgegeven
') Niet aan te bevelen.
•) Op 26. bc4: had kunnen volgen 2 6 . . . . P fó—d7—05.
3) Deze expeditie loopt ongunstig af.
4) Burn speelt deze partij zeer fraai en sterk. 3 1 . . . . D d ó : mag natuurlijk
wegens 32. fgó: niet geschieden.
5) Een aardig slot.

No. 262. Gespeeld in de twaalfde ronde, 20 Augustus 1895.

Wit: E. Lasker. Zwart: H. N. Pillsbury.

Spaansclie P a r t i j .

1. e4 es 15. b3 DI14 2 ) 29. h3 Tb44)


2. P f3 P có 16. f3 P d4 3o. D ei e4
3. L b s gó 17. P e2 Les 31. as d5
4. d4 ed4: 18. f4? 3 ) P e2 : i 32. aó D e7
5. P d 4 : L g7 19. D e 2 : L f4: 33. D g 3 ! 5)

6. P có : bcó : 20. L f 4 : T f4: 34. T a i D fó


7. L C4 P e7 21. T f4 : D f4: 35. T e i d4
8. P c 3 dó 22. T f i D es 36. a7 D d8
9. o—o L eó 23. D aó D d4+ 37. T a i D a8
10. L b3 o—o 24. K h i D e4: 38. D d ó T b7 6 )
11. L e3 C5 25. D a7 : D b7 39. D c ó : e2
12. L eó : ' ) feó : 26. D a4 có 40. D b7 : 7 ) Geeft op.
13. D d2 T ab8 27. D e4 D d7
14. T a b i P có 28. a4 es
359

Stand n a den 1 7 d e n zet van Z w a r t .

) 1 2 . D e2 schijnt beter.
!) Met de dreiging 16 L 03: en 17 De4.\
) Een bevue. 1 8 . g3 moest geschieden. Lasker dacht met 2 0 . T f 4 : T f4: 2 1 .
g3 te vervolgen, overzag echter, dat Zwart dan D g4 kon spelen.
) Deze slechte zet brengt het zwarte spel in groote moeilijkheden. Te8 wasveel beter.
) Iets beter ware 33. . . . T b6. Wit had dan minstens remise in handen ^ehad
na 3 4 . 37 D 37 : 3 5 . D dó T b 8 .
") Langeren tegenstand had 3 8 . . . . T b5 geboden.
7) Na 4 0 . ... eiDf 41. T ei: D b7 : 4 2 . Te8| K f7 4 3 . a8 D is de pret uit.
No- 263- Gespeeld in de twaalfde ronde, 20 Augustus 1895.
Wit: M. Tschigorin. Zwart: A. Walbrodt.
Geweigerd Kouingsgambiet.
e4 e5 18. P dö: Dd6: 35. h4 Tc4
2" F 4') D5 19. Dg3 DC 5 36. Ddi d5
3- Pf3 de4: 20. Lh6<) T8e7 37. Lf2 Kf7
4- Pe5: Ld6! 2I. C4 Pe3 38. g4 Kg8.

5' d4 ed3; 22- Le4 Pdi: 39. gs hgr-


6 . Ld3: Pf6 2 3 . Tfdi: Ddö^) 40 hg5 : foV
7. o O O—O 2 4 . Td6: cdó: 41. Dhg Tf4
8' Pc3 Pd7 25- Le3 Te4: 42. Kg3 d4
9. Pd7: Dd7: -) 26. Lf2 T C4:6) 43. Dg5: Tft-f
10. Df3 Tb8 27. h3 Tc6 44. Kg4 Td7
TI'
T
fs b6 28. Kh2 Te5 4S. Dg6 Kf 8
1 2 . Lgs Lb7 29. Dd3 hó 46. Lh4 d3
13- I)h3 Pds 30. b4 aó 47. De6 Tf7
I4' Pe4 f6 31- Db3f Kf8 48. Ddóf Kg8
15- Ed2 Tbe8 32. Lg3 Tej 49. Le7 d2
33- a4 b5 50. Db8f Remis door
17. Khi Tfe83) 34. a5 Ke8 eeuwig f.
360

Stand na dan 20stan zet van Zwart.

') Dr. Tarrasch houdt den zet 2. f4 wegens het antwoord 2. . . . ds voor Wit
ongunstig.
•) Goed gespeeld; Zwart wil den looper op ontwikkelen, waar hij inderdaad
zeer sterk staat.
3) Zwart staat nu zeer goed.
4) Een wondermooie combinatie van Wit, die echter niet correct is.
5) Dezen mooien zet schijnt Tschigorin overzien te hebben.
6) Met 26 Te2 gevolgd door 27 Td2 en 28 T7 e2 had Zwart
onherroepelijk gewonnen. Nij krijgt Wit tijd, zich te verdedigen.

No. 264. Gespeeld in de dertiende ronde, 21 Augustus 1895.

Wit: W. H. K Pollock. Zwart: Dr. Tarrasch

Fransche Partij.
It e4 e6 10. Tei Df6 19. Pf4 Lb7
2. es f6 xi. Pd2 efs: 20. Lb5 Pc6
3. d4 C5 12. cd4: Le7 21. e6 De7
4. Ld3 f51) 13- pf3 Kd8 22. Pg6 Dgst
5. g4 cd4: 14- Lg5 D f7 23. D gs : hgs :
6. gf5: Dast 15- Le7 :+ Pge7 = 24. Ph8: Pd4
7. c3 De5 :f 16. Dd2 h6 25. e7+ Geeft op3).
8. Pe2 Pc6 i7. Pes Pes •.-)
9. o—o Les 18. des: b6
') Een inconsequentie, die leelijke gevolgen heeft. Waarom niet 4 cd4:?
Na 5. Dhsf Ke7 is het niet duidelijk hoe Wit den aanval met voordeel zal ver­
volgen. Van dit oogenblik af speelt Pollock zeer goed.
2) De beslissende foutzet. 17 Df6 had nog goede kansen voor Zwart
opgeleverd.
3) Op 25 Ke8 ware gevolgd 26. Ld7 Kd7 : 27. Tadi Th8 : 23. Td4 :|
en wint.
361

"®* Gespeeld in de dertiende ronde, 21 Augustus 1895.


Wit. M. Tschigorin. Zwart: W. Steinitz
Evaiisffainbiet.
T- 64 e5 r6. Pe5: P d7 3T. ab4: Tb4:
2. P f3 Pc6 I7-PC3 P c5:3) 32. Tdbi T bi:
3. L c4 L 05 18. D e2 D d6 33. Tbi: bs
4• b4 Lb4: 19. des: D 05: 34-Tai b4
5- c 3 Las 20. Pa4 Dbg4) 35. Kc2 Kd5
6. o—o d6 21. Dbj: d>5: 36. Tdif K c4
7- d4 ed4: 22. Pb6: ab6: 37. Td8 L d5
8. cd4: Pfö') 23. P c6f K b7 38. h4 Kd4
9' e5 de5: 24. Pd8:f T <18: 39. T b8 L e6
10. L a3 L e6 25. a3 05 40. T b7 *6
11. Lbs Dds 26. f3 Kc6 41. T b5 b3f
12. Da4 o—o—o 27. Tfdi Ta8 42. Kb2 c4
13. Lc6: bc6: 28. Kf2 Ta+ 43. Tb4 Kd3
i 4 - Lcj Lb6 29. Ke 3 h5 4 4 . T b6 c-if
15. D a6 f -) K b8 30. Kd2 b4 4S. Kbi Ke3
' Geeft o|i.
Stand na den 14den zet van Zwart.

') Deze van ouds bekende ongunstige verdediging werd reeds door Paul Morphv
en ook weer in deze partij door Tschigorin zoo krachtig mogelijk weerlegd.
) Deze foutzet verliest de partij, die na 15. Pes: gewonnen was voor Wit
bijv. 15.... LC5: 16. Pc3 Dd6 17. Da6| Kb8 18. dc5 : en wint of 15 Pd7
16. Pc6: Pc5: i7. dc5: Lc5: 18. Da6f ICd7 19. Pd8: enz.
) Tschigorin schijnt dit manoeuvre overzien te hebben.
4) Uitstekend! Zwart offert de kwaliteit en krijgt een dood-gewonnen eindspel.

23
362

26C Gespeeld in de vijftiende ronde, 24 Augustus 1895.


Wit: A. Albin. Zwart: E. Lasker.
Siciliaansclie Verdediging.
1. e4 c5 i7-Dg4: LfS 33- ^6 f6
2. p f ? Pc6 18. Dg3 Db4 34. Dg6: D f7
3. d4 cd4: 19- L g S Db2: 35. D f 7 : t Kf7•:
P d 4 . g6 20. T a d i D b4 36. P d 5 : Th6:f
- Pc6: dc6: 21. ö e 3 D b6 37- K g 2 cd5 :
6 D f3 P f6 22. D f 4 Td8 38. T f 3 Ke6
h L e 6 23. Td8:f Dd8: 39- ef6: ef6:
g pc3 L g7 24. g4 Le6 4o. T b3 Th7-)
9. Ld3 Pd7 25. D b 4 Dc7 4I' T!
10. D g 3 Db6') 26. a3 Lh6 42. K f 4 Tc7
11. L e a h5 27. D f 4 L g5 : 43- * e 4 I c3
12. h4 Pej 28. D ? S : K fi5 44- T b , : d3
_0 P g4 29. T e3 Dd7 45- Ke 3 1 *3:
n 0
:
. Lg4: hg4: 30. T g 3 Lb3 46. <4 M
U

«. e5 L f5 31- h 5 Lds 47 . Kd2: T g3


16. T e i L C2: 32- K h 2 D e6 48. g5 remise.
') Het is duidelijk, dat Zwart reeds de leiding fier partij neeu.
2) 40. . . . b6 ware beter geweest.

>j0 2Ci Gespeeld in de vijftiende ronde, 24 Augustus 1895.


Wit: C von Bardeleben. Zwart: Dr. Tarrasch.
Spaansclie Partij.

I. e4 e5 15- T a 3 Dh2:f 29. P h 4


2 pf, Pc6 16. Kfi abs: 3°-pS6 P f 6

3. L b 5 a6 i7- Tg3s) Th6«) 31. DfS Pg8


4. L a 4 Pf6 18. d3 Tf6 32- 15f7 :f Kf 7 :

s. o—o d6 19- L e 3 Le7 33- T f i Le7


6. Pc3') bs 20. Tg2 Dh4 34- p e7: Ke7:
7. L b 3 Lg4 21. Pg3 Tl3 35- T 2 g i Kd7
8 Pe2 -) Lfv 22. Ke2 Df6 36. T a i Tai :
9 Ï3- Dd, 23. PfS Th3 37- T a i : Pe7
10. a4 Dh3 24. Kd2 Th7 38- Ta7 Th.
II. abS : h5 25. D g 4 : Lf8 39-^2 Pc6
12. Tei:') Pg4^) 26. Df3 Ke8? 4o. Tai Remis.
13. fg4 • hg4: 27- Tegi7) Df7
14. Lf7=t Kf7: 28. Dg4 Pe 7
') Niet goed, 6. d4 is beter.
•) 8. Khi of d3 moet hier gezet worden.
'•') Gedwongen. Op 12. bc6: volgt Pg4 13- fS4: hf<4: T4- lel Dh2 :f 15.
Kfi Dh3t 16. Kgi Dln mat.
ouo
4) Hier ware 1 2 . ... Pe7 voldoende geweest om de partij te winnen. Zwart
overziet de volgende zeer scherpzinnige verdediging van wit.
') De toren moet op de derde lijn blijven om de onder 3) aangeduide variant
te verhinderen.
f') Dit is zeker niet zoo sterk als 1 7 Le7 gevolgd door Taf8 en Kg8.
') Wit maakt geen gebruik van den laatsten foutzet van Zwart. Waarom niet
27- Pg7 :t Lg7 : ? 28. Df6 : Lf6 : 29. Tg8f en wint?

No. 208. Gespeeld in de zestiende ronde, 26 Augustus 1895.


Wit: I. Gunsberg. Zwart: J. Mason.
Schotsche Partij.
1- e4 e5 IS- Pf6: gf6: 29. Dg5f Kf8
2. Pf3 Pc6 1 6 . Lh4 D e7 - ) 30 .1)35: Tdi
3- ed4: 1 7 . D 04: D e6 31. I13 Tei:
4. L C4 L cs 18. D C3 D e4: 32. D ei : T d7
5. o—o d6 1 9 . Tfer D gó 33. Des KgS

6- c3 dc3: 20. L f6: L b4a) 34. g4 bs


7. Db3 Dd7 2 1 . Db4: D f6 : 35. f4 Tdif
8. Dc3: P f6 22. Td6: as 36. Kf2 T d3
9. L gs D e^ 2 3 . D d2 L e6 37. f5 L ds
10. D b3 o—o 2 4 . P gs T fd8 38. f6 h6

11. Pc3 Pas 25. Pe4 D h4 39. Ke2 L c4


12. D C2 P C4: 2 6 . Dd4 T d6:") 40. D e8t KI17
13. Pds Dd8 2 7 . Pf6| Df6: 41. I)e4t Geeft op 5)
14. T adi ') c6 28. D f6: T ad8
S t a n d n a den 1 4 e n 7et van Wit.

') Een prachtige combinatie!


") Na 1 6 . . . . Pb6 verliest Zwart bijv. 1 7 . es Pds 1 8 . Tds: cds: 19. Lf6: T)d7
20. Dd2 Dfs 21. Pli4 Dhs 22. h3 met de dreiging 23 "4.
3) Nog het beste.
3<M

4) Op 2 6 . . . . Kf8 ware gevolgd 27. Dh8-[- Ke7 28. Te6:f Ke6 : (fe6 : 29. Dg7f
Ke8 30. Pf6f) 29. P e s t Kds 30. Desf KC4 31. Pd7 en wint.
5) Want er volgt 42. I)d3 : en wint gemakkelijk in het eindspel.

No. 2G9. Gespeeld in de zeventiende ronde, 27 Augustus 1895.

Wit: D. Janowski. Zwart: W. Steinitz.

Spaansche P a r t i j .

1. e4 e5 9- Pf5 Pf5 = :)?? *7- T e 6 : DbS:»)


2. P f 3 Pc6 10. efs: Pb3:3) 18. L h 6 Kd87)
3. L b s a6 11. T e i f L e7 19. Df7= Te8
4. L a 4 d6 12. f6 gf6: 4 ) 20. T a e i Dd7
5. o—o Pe7 13. ab3: dss) 21. L g 7 Tac8
6. L b 3 Pa5 14. Uh5 I)d6 22. L f 6 : Lf6:
7. d4 ed4: 15. PC3 Le6 23. Df6:t Kc7
8. P d 4 : es') 16. P b s Dc6 24. D e s t Geeft op.
[) Deze poging om den looper te winnen, had een beter resultaat verdiend.
:) Waarom niet L f s : gevolgd door C4?
3) Na 1 0 . . . L f s : wordt Wit's aanval te sterk bijv. 11. T e i f Le7 12. Lgs f6
13. Df3 Dd7 14. PC3 fgs : 15. Pds Pc6 16. Pb6 of ook 12. I J 7 Kf7 : 13. Dds+ enz.
4) Op 12 . . . P a i : volgt 13. Te7 :t]Kf8 14. DI15 I.e6 15. Lh6 Tg8 16. Dgs en wint.
5) Zwart heeft geen verdediging meer.
6) i 7 . . . D e 6 : dan natuurlijk 18. PC7I
7) Op andere zetten beslist 19. T a e i .

No. 270. Gespeeld in de achttiende ronde, 28 Augustus 1895.

Wit: B. Voi'gani. Zwart: E. Lasker.

S|iiiaiisclit' Partij.

T. C4 es 12. L e 3 I>d6 23. TI12 a3


2. P f 3 Pc.6 13. P d 2 Pg7 24. T b t Dd7
3. L b s T 4- P64 Lfs 25. P d 2 La2 :
4. L a 4 Pf6 15. P g 3 Le6 26. T a i Lds
5. 0_0 Pe4; 16. De2 Te8 27. T e b i a2
6. T e r Pcs 17. Of2 f6 28. T b 2 Ta3
7. L c 6 : dc6: 18. P f 3 Lds 2 9- Taa2: Ta2 :
8. P e s : Le7 19. b3 bs 30, T a 2 : La2:
9. d4 Pe6 20. T e 2 as 31. P de4 De6
10. C3 o—o 21. T a e i a4 Geeft op.
11. f4 g6 22. 1)4 LC4
365

271. Gespeeld in de negentiende ronde, 30 Augustus 1895.

Wit: I. Gunsberg. Zwart: C von Bardoleben.


Geweigerd ko]iiii«s»-aiiibiet.

!• e4 e5 S. üf3 Lf5 I S . Dg3 TadS


2- f4 d5 9. d3 Lb4t 16. Ld3: ,Ld3:
3- eds: e4 10. Kdi Pd7 17. Tb2 Tds :
4. Dea'j Pf6 11. 03:) LC3: 18. T da Tfe8
5. PC3 Ld6 12. bc3: DC3: Geeft op1).
6. P e4: o—o 13. Tbi Pc5
7. Pf6:f Uf6: 14. Df23) Pd3:
') Gewoonlijk wordt hier 4, Lbsf of 4. PC3 gespeeld.
°) Hierdoor gaat de partij op briljante wijze verloren 11. Le2 met de dreiging
g4 moest geschieden.
3) Beter 14. .. . Tb2.
4) Want tegen de dreiging 1 9 . Lc2 mat is geen kruit gewassen.

So. '272. Gespeeld in de negentiende ronde, 30 Augustus 1895.


Wit: A. Burn. Zwart: R Teiehmann
Geweigerd Daiiieganibiet.
r- d4 10. P 05: Les 19- L d3 f4
2. C4 e6 11. Lb2 D e7 2 0 . Khi D1 7
3 . P 03 P f6 1 2 . L e2 o—o 21. P f3 ? P f3 :
4- P f3 c6 13. D C2 L d7 22. gf3: D hs
5. e3 Ld6 14. o—o T ae8 2 3 . Tgi T f7! •')
6. Ld3 P d7 15. Tadi L b8:) 24. D e2 Les
7. 05' ) Le7 1 6 . P bi P e4 25. L C2 T f6
8. b4 es 1 7 . Pd= f5 2 6 . L es :

9. des: Pes: 1 8 . L d4 P gs Zwart geeft mat in 4 zetten.4)


S t a n d n a den 2 6 s t e n zet van Wit.
366

') Deze aanval heeft zich te Hastings steeds als ongunstig betoond. liet doel
is den a-pion tot a6 en den b-pion tot bs op te spelen, teneinde door afruil den
c-pion vrij te maken. Maar Wit komt meestal niet hiertoe.
-) Zwart staat nu voortreffelijk en gaat spoedig tot den aanval over.
3) Niet 23. . . . Dt"3 :f 24. Tg2 Lh3 wegens 25 LI17 :f Kf8 26. Lg7 enz.
1) Zie diagram.

No. 273. Gespeeld in de dertiende ronde, 30 Augustus 1895.


W i t : Dr. Tarraseh. Z w a r t : E. Lasker.
Spaansehé Partij.
1. 04 es 18. P 2 g 3 P d4 35. T d 2 Kbs
2. P f3 P c6 19. Ld2 P c2: 36. P c 3 t Kl>4
3. L 1>5 P f6 20. T c i P d4 37. P e 2 L f6
4. o—o P e4: 21. L g 5 : T ds 38. Td8: Ld8:
5. d4 P d6 22. L e 3 L g7 39- Kf 3 c3

6. Lc6: dc6: 23. L d 4 : IM4: 40. K e 4 KC4


7. de4: P f5 24. T 0 5 : K b6 4i-Kf5 Kd35)
8. D d8:| Kd8:') 25. T fc2 T ds 42. P c3 '• K c 3 -

9. P c 3 h6 26. T d s : 4 ) L d s : 43- gS L b6
10. L d 2 L e6 27. P C 3 L c6 44- L d4

11. P e2 05 28. T f2 L es: 45- h5 b5

12. L C 3 g5 29. T f 7 : T dS 46. h6 b4


13. P d 2 Kd7:) 30. P g e 4 L e4: 47- S6 a5

14. f4 Kc63) 31. P e 4 : Lbs: 48. g7 a4

15. T f 2 Tg8 32. g4 cs 49- ë 8D Geeft op


16. fgs: hgs: 33. Kg2 04
17. P e 4 Td8 34. T f2 L d4
S t a n d n a den b i s t e n z e i van wii.

') Dr. Tarraseh zelf houdt de nu verkregen stelling ongunstig voor Wit. Zwart
heeft twee loopers, zijn koning staat beter, en pion es is moeielijk te verdedigen.
367

:) Deze foutzet geeft Wit gelegenheid den f-pion op te spelen.


3) Op 1 4 . . . . Pe3 volgt 15. f5 Pf5 : 16. TT5 : Lfs : 17. e6f en 18. LhS :.
4) Op 26. TC7 : kon volgen 26. Les : 27. Te7 Tdif 2 8 . Kt~2 L d 4 f 22. Ke2 ?
Lg4 mat!!
5) Een fout, die de partij kost. Beter 4 1 . . . . 02 42. g5 Lg5 : 43. Kg5 : Kd3
44. Pcif Kd2 45. PL>3t K d 1 4 6 . a 4 a s 4 7 . K f ; , ( n i e t I14 w e g e n s b j e n Z w a r t

w i n t ) b s 4 8 . a b s : « 4 4 9 . P c i ! K e i 4 3 . b ó a 3 5 1 . b 7 a 2 . 5 2 . b S l ) a i D 5 3 . Dt'4-r
en waarschijnlijk remise.

No. 274. Gespeeld in de twintigste ronde, 31 Augustus 1895.

Wit: M. Tschigorin. Zwart: D. Janowski,

Weener Partij.

1. e4 es 7. 0—0—0 0—0 13. a3 La3:


2. P 1:3 P f6 8. Df3 Le6 14. Pbi Lb2:t

3. d3 ds 9. Pe2 f5 15. Kb2: Da2f


4. ed5: Pds: 10. Dh3 Dd6 16. K e i : ) Pd4
5. De2') Pc6 n. Pds: Dds: geeft op.
6. L d2 Le7 12. PC3 Das

') Tschigorin speelt de heele partij zoo slecht mogelijk.


-') Op 16. KC3 volgt i 6 . . . D a i mat!!

No. 275. Gespeeld in de twintigste ronde, 31 Augustus 1895.

Wit: E. Lasker. Zwart: J H. Blackburne.

Spaansche Partij.

1. e4 es 16. Dc2 L f6 31. D g3 Tds:


2. Pf3 Pc6 17. Tabi Ld4 32. cds:") hs7)

3. Lbs d6') 18. b4 P es4) 33. bs 114


4. d4 Ld7 19. Te2? P f3! 34. Dg4 abs:
5. PC3 ed4: 20. K h i Ph2:! 35, P bs: 113
6. Pd4: Pd4: 21. L f4 P g4 36. Tb2s) hg2:

7. Dd4: Lbs: 22. Lg3 Les 37- Tg2:9) P h3f


8. Pb5: Pe7 23. Dd3!5) Lg3: 38. K fi D f6

9. o—o Pc6 24. Dg3 P f6 39. es des:


10. DC3 j a6 25. Dh3t Kb8 40. Th2 64'°)

11. Pa3 :3) D f6 26. f3 Phs 41. Th3: Daif


12. Db3 ! o—o—o 27. Td2 Tes 42. Kg2 ef3f

13. C4 Te8 28. K g i P f4 43. Kg3 Desf


14. Tei Dg6 29. Dh4 Pe6 44. Kf3: Dds:f
15. Ld2 Le73) 30. Tds Pgs Geeft op.
368

Stand na den 18den zet van Zwart.

') Als men met remise tevreden is, schijnt deze verdediging sterk genoeg.
•) In zijn streven het remise te vermijden, bekomt langzamerhand Wit de in­
ferieure stelling.
3) Ook i5...Te4: kon geschieden.
4) Men lette vooral op de sprongen van dit paard.
5) Dekt Wit den looper met een der torens dan volgt 23 . . . Dhsf 24. Kgi Lg3 : enz.
6) Beter ware, zooals Burn aangaf, 32. ed5:
7) Beslissend.
8) Er dreigde 3Ó....Pe4: 37. Dg6: li2f 38. Khi Pf2 mat.
9) Beter 37. Kg2 :
10) Waarom niet 40 .... Dh6.

No. 276. Gespeeld 111 de een en twintigste ronde, 2 September 1895.

Wit: A Burn. Zwart: E Laskar.


Geweigerd Damegainbiet.
1. d4 ds 8. des L C5: 15. T f2: T e3:
2. C4 e6 9. o—o o—o 16. P f5 °) T f3:
3. P f3 P f6 10. Ld2 Te8 17. gf3: Lt"5:
4. P C3 CS 11. TCT LA7 18. L F5 : Dgst
5. e3') P c6 12. P e2 L g4 19. L g4 h5
6. cds: eds: 13. I-C3 P e4 20. D d2 I-
7. L d3 a6 14. P g3 P f2: Geeft op.

') Lg5 is sterker.


Hierop maakt Zwart de partij op briljante wijze uit. 16. Kfi schijnt het
best te zijn.
369

No' Gespeeld in de een ên twintigste ronde, 2 September 1895.


Wit: A. Walbrodt. Zwart: W. Steinitz.

Spaansche Partij.
'• L4 e5 12. L a4: 23. L f4 D f6
2. P f3 Pc.6 13. Dd4: d5 24. Lc 7 Les2)
3- ï'b5 a6 i4. ed5: D ds: 25. Td8 T d8:
4- La4 d6 15. Lf4 c6 26. Ld8: D e63)
5- o—o P f6 16. Tes D d3 27. Dd3 f5
6" c3 Ld7 17. T di Dg6 28. b3<) f4
7- ^4 L e7 ï8. Pe3') L f8 29. Pdi P f2 :
8. T ei o—o 19. D b3 bs 30. P f2 : D eif
9. P bd2 Tfe8 2o. h3 Pe4 31. Kh2 Lf2:
10. Pfi ed4 : 21. r>c2 Tes: 32. h4 I15
it. Pd4: Pd4: 22. Les: T e8 Geeft op.
) Hooi Tdei kon Wit de torens afruilen cn op remis spelen.
°) Dreigt 25.. . . Pf2 :
3) Dreigt wederom 27. . . . Pf2.
J) Waarom niet 28. Lh4? Op g5 volgt eenvoudig 29. Lgs : en op 28.116 29 g4.

No' 278- Gespeeld in de een on twintigste rronde, 2 September 1895.


Wit: K. Schlechter. Zwart: M. Tsehigorin.

Spaansohe Partij.
x- e4 e5 21. T fdi 16 4i. P e6 Tdi:
2' P f3 p c6 22. f3 Kf7 42. Tdi : Ke7
3- L bs a6 23. Kf2 Ke7 43. h4 gh3 :
4- La4 P f6 24. g3 P gf8 44. Thi Kf7
5. o—o d6 25. K e i P d7 4.5. T h3: P e7
6' fl4 P d7 26. P ci g5 ') 46. g4 h4
7- P c3 L e7 27. P d3 h5 47. C4 P g6
8. P e2 o—o 28. Ke2 Th8 48. Tfg6:+ Ke6:
9- c3 L f6 29. b4 T dg8 49. p g8
g7
I0- p g3 P e7 30. Tdgi g4 50. Th4: Tg7:
11. L I13 P g6 31. f4 p ^8 51. Ke3 Kf73)
12. L e3 TeS 32. f5 P f7 52. b4 Kg6
J3-Dd P f8 33-Pf2 Pd6 53. T h8 fs
2

i4. des : des : 34- L C5 P b6 54. gfs Kfs:


.15' Dd8: Ld8: 35. p di P c8 55. Thsf Ke6
ï6. P gs L gs : 36. P e3 K f7:) 56. Th6j- Kd7
17- LgS: L e6 37- P d5 c6 57. b5 4) ab5 :
18. P e2 : L b3: 38. Pcj P e4: 58. cb5 : cb5 :
19- ab3: P e6 39. Tadi P C5 : 59- Ke4 T e7
2°' I' e3 T ad8 40. bes: T d8 60. T b6 KC7
23*
37<=

6x. T b 5 : Kc6 65. T a i Kcj : 69. T c5 Kd6


62. T a s Te8 66. T c i f Kd6 70. T C2 bs
63. Ta7 Te6 67. Tdif Kc6 71. T b 2 Kcs
64. T a 5 5) Tej') 68. T d c i f Kd7 Geeft o p .

Stand na den 30sten zet van Zwart,

') D o o r het volgend m a n o e u v r e t r a c h t Zwart d e n witten e-pion t e isoleeren.


2) H i e r m e e wint Zwart een pion.
: ') D e eenige m a n i e r o m t e w i n n e n .
4) O o k d i t helpt niet meer.
5) O p 6 4 . K f s volgt T e 7 6 5 . K e 4 ( 6 5 . K f 6 T e 8 ) T e 8 66. T a 7 ley.
6) N u i s d e stelling gelijk a a n d i e i n d e n 6 2 S t e n zet, echter m e t d i t gewichtig

o n d e r s c h e i d , d a t W i t n u a a n d e n zet is.

279. Gespeeld in de een en twintigste ronde, 2 September 1895.


Wit: H. N. Pillsbury. Zwart: I G u n s b e r g .

Geweigerd Damegaiiibiet.

T d4 d5 15. Ld2 T fc8 29. c6 K d6


fe6:
2[ c4 c6 16. Ke2 e6 30. P c6 :
3' e3 g6 17. Thcx L f8 31. P c 6 : Kc6:
4;Pc3 Lg7 l8. Tc8: Tc8: 32. e4 <Je 4 =

pf3 p f6 19. T c i Tci: 33- d5t Kd6


5

6. L d3 o—o 20. L e i : L d6 34- K- e 3 b4


•7. P e s dc.4: 21. L d 2 Kf8 35- a4

8. L 04: P ds 22. L b 4 Ke7 36- Kd4 h5 )


9. f4 Le6 23. L e s a62) 37- _ gh5= ^3

10. Db3') bs 24- b4 f6 38- Kc4 5


11. L d S : Ld5: 25. g4 Les:3) 39- j> 6 f4

12. P d 5 : Dd5: 26. bc5: P b8 40. h7 Geeft o p .

13. D d s : cd5: 27- f5 654)


14. P d 3 Pd7 28. Pb45) as
37T

S t a n d n a den 2 6 s t e n z e t van Zwart.

') l>it brengt een algemeenen afruil teweeg.


~) 23. .. . a5 is beter.
3) Zelfmoord. Zonder dezen zet was de partij remise.
4Ï Slaat Zwart tweemaal dan volgt 29. Pf4 en Wit wint.
5) Een schitterende volkomen correctie-combinatie.
6) Ook op den besten zet 36. Ke7 wint Wit als volgt: 37. Kc4 b3 38. ab3 :
a3 • 39- K-c3 ^5 4°- gf5 : 4i. b4 a.2 4.2. Kb2 aiDf 43. Kaï: g4 44. b5 h4

45- ^6 g3 46. hg3 : hg3 : 47. dóf! Kd6 : 48. b7 Ke7 29. b8D Kb8 : 50. cj en wint.

Verschillende Partijen.

No. 280. Gespeeld i» de eerste klasse van den Bondswedstrijd te Arnhem, 31 Juli 1895.
Wit: J. W. te Kolsté Zwart: W. B. H. Meiners.

1. d2 — d4 g7 — g6 (Verg. den 4en zet in de partij van Len-

2. e2 — e4 L f8 — g7 nep—Yarain, voorkomende in de Januari-


attevering van dit tijdschrift.)
3. f2 — f4 e7 — e6
4. P gl — f3 d7 — d6 P g8 — f6
5. L cl — e3 P b8 — c6 7. L fl — d3 0— 0
6. c2 — c3 8. e4 — eö P f6 — d5
I11 een partij, waarin van nature Wit 9. L e3 — d2 P c6 — e7
op aanval moet spelen, is hier l'c3 meer 10. h2 — h4 ! L g7 — h6
op zijn plaats. In elk geval is hier f6 beter. De loo-
372

per staat op h6 met liet oog op 't latei- delijk zijn, dat het nu volgende heen en
openen van de torenlijn zeer gevaarlijk. weer vliegen der zwarte dame te midden
11. Ddl — cl der vijandelijke officieren alleen tot nadeel
«3 en op Pfö 12. Tgl kwam zeer in kan strekken. I )e aangewezen zet was Pdï.
aanmerking. Op cl staat de dame niet Wit moet dau wel spelen 23. De3, en
geschikt voor den aanval. Zwart heeft na DeS: 24. Te3:h5 25. Ke2
1)6 een verdedigbaar spel met een pion voor.
P e7 — f5
Zwart heeft moeilijk spel. Het beste 23. T f3 — f 1 D gl — g4
ware wel Ld7 12. h5 Lg7 13. g4 f5. De 24. Del—«3! T f 8 — d8
tekstzet is natuurlijk slecht. 25. T f 1 — gl Dg4X Ii4f
12. g2 — g4 P f5 — e7 Op Dh5 volgt 26. Le2.
13. g4 — gö L h6 — g7 26. L f4 — g3 D h4 — li5
Zwart is nu op den koningsvleugel al­ Op l)d4 zou volgen 27. Dh6 Dgl : f
lergevaarlijkst ingesloten. 28. K.e2 Dg2f 29. Lf2 Dg4f 30. Kfl
14. c3 — c4 ! P d5 — b6 en wint.

15. P bl — c3 c7 — c5 27. Kei —f2?


Hier mist Wit weer de beste voortzet­
16. P c3 — e4 ?
ting. Le2 Dh3 28. l)t'4! (dreigt Lg4)
Onjuist! Waarom niet eenvoudig dc5 :
Td4! 29. Tdl Tdl : f 30. Ldl : Df5
dc5 : 17. Ï)c2, waarmee Wit ua 0—-0—0
31. Dh6 l»e4t 32. Le2 Dblf 33. Kf2
en h5 een m. i. onweerstaanbaren aanval
Ulo-;- 34. Lf4 en Zwart kan opgeven.
krijgt.
(Zie diagram).
d6 X e5! Stand na den 26sten zet van Zwart.
Op cd4: volgt 17- Pd6: en het verlies
van den anderen zwarten d-pion is slechts
kwestie van tijd.
17. f4 X e5 P e7 —f5!
18. Pe4 — f6f
Zeer in aanmerking kwam hier ook Ke2
cd4: (Pd4:| 19. Pd4 : Dd4 : 20. Lc3)Lf4
met volgend Pfö.
L g7 — f6
Zwart moet wel nemen, daar anders volgt
19. Lf5 : efö : 20. dcö :
19. g5 X f6 Pf5Xd4
20. T hl — h3 P d4 X f3f T d8, X d3 !
Op Pb3 zou volgen 21. ab3 : Dd3:22. Zwart maakt onmiddellijk van de hem
Lc3 en later Dh6. geboden gelegenheid gebruik, om zieh
21. Th3 X f3 Dd8 — d4 eenigszins uit zijn benauwden toestand te
22. Ld2 — f4 Dd4 —gif redden.
Verkeerd gespeeld! Het moest toch dui­ 28. D e3 X d3 I) h5 — f 5f
373

29. D d3 X f5 Stand n a den 3 6 s t e n zet van Wit.

Natuurlijk ware ke2 1W3 :f 30. Kd3 :


beter, daar door den tekstzet Zwart nog
een vrijpion krijgt en op e6 een uitmun­
tende plaats voor den dooper.
e6 X f5
3U. b2 — b3 L c8 — d7?
Beter ware Le6. Dan zou na 31. Lf4
1)5 32. Tadl Kf8 33. Td6 Ke8 34. Tgdl
lc8 of Pd7 en later Kd8 en Kc7 de partij
voor Wit moeilijk zijn te winnen.
31. L g3 — f4 h7 — h5
32. Tal—dl Kg8 —h7
33. Kf2 —o-3 op 3!». Thi Lg4 40. Lf4 : Lf3 41. Tfl
W it moest hier dadelijk de toren op d6 Igl-T 42. Khö : I f4 : 43. Kga Td4 44.
gespeeld hebben en dan Tgdl. Dit was 113 : Pf3 ; 35. If3 : met remise-stelling)
de rationeele wijze om tot de overwinning Lg4 40. Lt'4 : Pf3f 41. Kg3 h4f 42. Kg2
te geraken.
Lhöf 43. Kfl Tglf 44. Ke2 Pe5f 45.
T a8 — g 8 ! Ke3 (Kd2 Idlf) Pg4f en wint de kwa­
liteit.
o4. Kgb h4 L d< — eö
Antwoordde Wit echter op 36. g5-j-
35. T dl — d2
met 37. Khö : zoo zou volgen Pf6:-j- 38.
Beter ware Tdti.
ef6: gf4: met, zij het geringe remise­
P b6 — d7 kansen. Op 37. gf4 : zou Wit aldus win­
36. Tgl—dl T g8 — d8 ? nen : 38. Td7 : Ld7 : 39. Td7 : f3, (op
I'it is zelfVerlamining. Zwarts eenige 'L'f8 volgt 40. e6 f3 41. e7 Te8 42. Td8
kans bestond in de voortzetting g5|. Te t2 4ó. Ie8 : til) 44. Th8-J- en mat in 3
meer had Zwart hierdoor kansen gehad, zetten; op 39 . . . Te8 wint 40. Tf7 : -j-
daar het de vraag is of Wit de juiste K-g'8 41. Kg6 Te5 : 42. Tb7 : Kf8 43.
voortzetting, waarbij hij dadelijk de kwa­ Th7 en wint) 40. Tf7 : + KhS 41. Kh6
liteit opgeeft zou hebben gevolgd. (Zie Tgl 42. Tf8f Tg8 43. f7 !! (ook e6 wint)
diagram.) IfS : 44. e6 f2 45. e7 en Wit wint.
Speelde Wit op 36. . . göf 37. Lg5 : 37. Lf4 — e3 b7 — bö
zoo werd de partij remise, zooals het vol­
Speelde Zwart f4 zoo zou niet mogen
gende bewijst 37. Lg-5 : Pe5 : 38. Tf2 (op
volgen Lc5 : wegens Pe5 : (dreigeud Pf3 +),
Tg2 volgt Pf3+ 3!). Kh5 : f4 (dreigt Lh3)
maar Lf4 : Zwart had dan echter het voor­
40. Ihl Lf5 ! ; merkwaardige positie,
deel gehad zijn looper te kunnen bewegen
waarin Wit zonder verlies geen officier kan van e6 naar f5 of g4.
bewegen) f4 39. Td6 (op Lf4: volgt Tg4f
40. Kh5 : Pg6 41. Tfl (Lg5 Tg3 met 38. T d2 — d6 Kh7 — g 8
dreigend Lg4) Th4+ en Tg4+, eeuwig- 39. Le3 — h6 Kg8 — h7
schaak; op 3lJ. Tgl Lg4 met volgend Pf3f; 40. L h6 — e3
374

Niet scherp gespeeld! Evenals in den Andere zetten helpen evenmin, daar Wit
vorigen zet was ook hier Lgö K v 41. steeds het doodelijke Lgö kan spelen.
Te6 : fe6 : 42. f7 dadelijk beslissend. 42. T d6 X b6 T <38 — c.8
K h7 — g8 13. T b6 X e6 Opgegeven.
41. a2 — a4 a7 — a5 J. 1). T.

No. 281. Gespeeld in ile eerste klasse van den Bondswedstrijd te Arnhem, 31 Juli 1895.

Wit: Dr. A van Rhijn. Zwart: A. G. Olland

Spaaiische Partij.
voordeel voor it oplevert, en na 14. . . .
1. e2 — e4 e7 — e5
Lg4 of d? door 15. Pe2 minstens remis
2. 1» gl _ f3 P b8 — c6 en door 15. Ldö: misschien ook voordeel
3. L f 1 — b5 P g8 — f6 voor Wit verschaft, terwijl na 14. . . . 'L'eS
4. 0—0 P f6 X e4 of Dd? 15. Ld6: minstens gelijk spel op-
| levert.
5. d2— d4 L f8 — e7
L c8 — f5
6. Tfl — el Pe4 — d6
14. h3 — h3?
7. L bo X c6 b7 X c6
Eene bedenkelijke verzwakking van de
Pas llaudbuch vermeldt hier alleen dc6 :
koningsstelling; waarschijnlijk bedoelde \\ it
wat na 8. de5: Pt'5: 9. Dd8:f LdS: op
weldra g'4 te laten volgen, maar dat ge-
gelijk spel uitloopt.
' vaarlijk experiment wordt reeds door Zwart's
8. P f3 X e5 onmiddellijk antwoord geheel onuitvoerbaar.
Ook deö: brengt aan Wit geen voor­
D d8 — d7
deel aan.
0 — 0 15. Kgl — k2 L d6 X f 4f
9. Pbl—c3 f7 — f6 16. Pe2Xf4 Dd7 —d6!
Een origineele zet waarmee Zwart zich 17. g2 — g3 D d6 — d/ !
uitstekend ter verdediging stelt om weldra ! Zwart speelt uitstekend om van Wits
tot aanval te kunnen overgaan. onvoorzichtigheden gebruik te maken.
10. P e5 — f3 P d6 — f7 18. P f3 — gl P f'7 — d6
11. L cl — f4 19. f2—f3
Hier behoorde Wit d5 te spelen; na Eene nieuwe verzwakking van de konings­
den gekozen zet verkrijgt Zwart aanval. stelling, maar het is nu zeer moeielijk eene
d7 — d-5 bevredigende voorezetting voor AA it te vin-
| den; misschien is b3 nog het beste om na
12. P c3 — e2 L e7 — d6
Pe4 voort te gaan met De3 en zoo Zwart
13. Ddl — d2 dan een toren naar e8 brengt voort te gaan
Beter was Dd3 om Lt5 te beletten eu met c4 en als het zwarte paard speelt,
c4 te laten volgen; belet Zwa.it dit door bijv. naar g5 of c5 met Dc3.
13. 1M3, Le6 dan kan Wit spelen 14.
P d6 — c4
Pg3 wat na 14 Lt'4: 15. Te6: eenig
375

20. D d2 — c3 T f8 — e8 Een fijne zet om tot spoedige beslissing*


21. b2 — b3'? te komen. (Zie diagram).

De eenige zet die Wit heeft om de uu Stand na den 31sten zet van Zwart.

volgende combinatie van Zwart tegen te


gaan (na TabS is b3 gedwongen) was a4;
na 21. a4, Iab8; 22. b3 kan Zwart dan
niet Pa3 spelen. Intusschen had Zwart
ook dan zeer overwegend spel door ruil
op el bijv. 21 a4, Tel: 22. Tel: TeS;
en Wit kan zich niet bewegen zonder dit
of' dat verlies.
P c4 — a3
22. P f4 — d3 P a3 — b5
23. D c3 — b2?
it moest hier Dd2 spelen want na
Pd4- kwam hij dan in het voordeel door
l'c.5; Zwart moest dus Tel; en na 24. 32. D c3 X c6
Tel: TeS spelen en Wit had zeer veel De eenige kans van W it op remise was
kans op remise. ruil op eS en de Dame naar d2 te spelen ;
maar ook dan staat Zwart iets beter.
D d7 — f7
W aartoe deze zet dienstig is is mij niet D f 7 — f4f
duidelijk. 33. Kh2 — hl
24. a2 — a4 ? Na 33. Kg2 volgt niet Dd2f (34. Tle2 ?
AA it kreeg hier met Pc5 of f2 weer een Pf4f of 34. Khl, Dh6f ot 34. Kfl, Üd3 :f)
zeer goed te verdedigen spel. om 34. Kg3! maar TfS en de dreiging
Ph4f enz. is doodend.
L f5 X d3
Nu heeft Zwart voldoend betere stelling
D f4 — h6f
om te winnen. 34. P gl — h3 D h6 X li3f
25. c2 X d3 P b5 — d6 35. Khl—gl D h3 — g3f
26. D b2 — c3 P d6 — f5 36. K gl — hl D g3 X f3f
27. g3 — g4 37. K hl — gl D f3 X g4f
VA eer eene verzwakking van de konings­ 38. K gl — hl T e8 X e6
stelling, beter was dan nog 27.Dc6:Pd4:
39. D c6 X e6f Dg4Xe6
28. Dc3, Pe6; 29. Te2.
40. T el X e6 T d8 — d6
P f 5 — e7
41. Te6 — e8f K g8 — f7
28. Tel — e2 f6 —f5
42. T e8 — c8 T d6 — c6
29. T al — el f5 X g4
43. T c8 — d8 Pg6 —e7
30. h3 X g4 T a8 — d8 Wit geeft de partij op.
31. T c2 — e6 P e7 — s6
O J. F. H.
376

No. 282. Gespeeld in de eerste klasse van den Bondswedstrijd te Arnhem, 1 Augustus 1895.

Wit: R. J. Loman. Zwart: Dr. A. van Miijn.


Spaansche Partij.
1. e2 — e4 e7 — e5 ben gespeeld om den looper opnieuw te
dekken en aldus het veld b6 ontoeganke­
2. P gl _f3 P b8 — c6
lijk voor het witte paard te maken.
3. L f 1 — b5 a7 — a6 16. P d5 — b6 P e6 X g5
4. L b5 — a4 P g8 — f6 Stand na den 16den zet van Wit.
5. 0—0 d7 — d6
6. d2 — d4 b7 — b5
Tot hiertoe heeft Zwart eene betrekke­
lijk zeldzame, maar zeer soliede, verdedi­
ging gespeeld; de hier gekozen zet is niet
bepaald slecht, maar toch niet best ook,
omdat na de damenul een remiseachtig
spel overblijft met de (geringe) winstkan­
sen meest aan Wit; het alternatief Ld7
geeft een zeer goed spel.
7. d4 X e5
Wit kan hier Lb3 niet spelen omdat
na 7. Lb3, ed4: 8. Pd4:? Pd4: 9. Dd4:
o5 en 10. . . . c4 de looper verloren gaat. Beter was dadelijk cl)6 : waarna kon vol­
d6 X e5 gen: 17. Td6 : Tb8 ; 18. Le3, Pc5 ! 19.
Pd2 ! f6 ; 20. b4, Pa4 ; 21. Tbl, Pc3 ;
8. D dl X d8+ P c6 X d8 22. Tb2, Pf7 of 21. Pbl, Pb7 en weldra
9. L c4 — b3 L f 8 — d6 Pb2 en c4 of 20. Tedl, Pf7 en weldra
Om wat meer bewegingsvrijheid te krij­ Tfd8 en Zwart kan zich nog altoos ver­
gen kon Zwart hier gerust Pe4: wagen; dedigen. {Zie diagram.)
op 10. Tel volgt dan Pc5 en na 11. Te5 :f 17. P f3 X g5
of Pe5 : beide Le7; eenig voordeel voor Wit kan hier niet den toren nemen
Wit is dan nauwelijks meer te ontdekken. want dan kon volgen: 17. Po8 : Pf3 :f
10. Tfl—el L c8 — b7 18. gf3 : Pb7 ; 19. Td6 :! cd6 ; 20. Pc7,
Veiliger was Le6 en spoedige afruil Tc8 en Zwart wint waarschijnlijk.
dezer loopers. T a8 — a7 ?
11. P bl — c3 0—0 cb6 : was natuurlijk de zet.

12. Lel—g5 P f 6 — d7 18. p b6 — c8 T a7 — a8


13. Tal — dl Pd7 —c5 19. P c8 X d6 c7 X d6
14. L b3 — d5 L b7 X d5 20. T dl X d6 P d8 — b7
15. P c3 X d5 P c5 —e6 21. Td6 —dö h7 —b6
Zwart moest hier dit paard naar b7 heb­ 22. P g5 — f3 f7 —f6
377

23. T el — dl T f8 — d8 Fijn gespeeld, maar het is te laat.


Na de torenruil moet de pion weer 35. c2 X b3
winnen ; maar zonder de torenruil even­ Dit is het eenvoudigste; na 35. c3,
zeer; de ruil is in zulke stellingen nog Pt4 ; 36. Kaö : ? zou Zwart door L'd3 nog
maar het best voor de remisekansen.
gioote winstkansen hebben gekregen, maar
24. T d5 X d8f T a8 X d8 Wit kon gerust gespeeld hebben 35. e3,
25. T dl X d8f P b7 X d8 P14 ; 36. K.c4 en Zwart kan aan het ver­
lies niet ontsnappen.
26. Kgl—fl Kg8 — f7
27. Kfl_e2 Kf7 — e6 P e6 — d4f
28. Ke2 — d3 f6 — f5 36. Kb5 X a5 P d4 X b3f
Deze zet lijkt mij zwak; beter schijnt 37. Kaö —b4 Pb3 — d4
mij J'b7 ; speelt it dan op den konings­ 38. a4 — a5 Kf5 — e5
vleugel bijv. Phl dan kon volgen : 2ü. . . . 39. a5 — a6 Ke5 — d6
Pc5f 30. ke3, Pa4 ; 31. b3. Pc3;32. a3,
11)1 ; 33. a-A, ba4 : 34. ba4 : Pc3 ; 35. a5
40. Kb4 —c.4 Pd4 —c6
en /wart kan door pion a5 te winnen nog 41. b2 — b4 Kd6 — c7
zelfs eenige winstkansen bij nagenoeg zeker 42. Kc4 — c5 P c6 — e5
remise krijgen. Speelt Wit om dit te be­ 43. b4 — b5
letten 32. b4 dan krijgt Zwart met Pd6
Fijn uitgerekend dat Wit juist tijdig
zeer goede verdedigingsstelling ; Wit moest
Dame haalt.
dus 29. Pd2 spelen en dan bleef Wit wel
in het voordeel, maar niet met zoo heel P e5 — d3f
gemakkelijk spel. 44. P el X d3 e4 X d3
29. e4 X f5f Ke6 X f5 45. b5 — b6f K c7 — b8
30. K d3 — c3 a6 — a5 46. Kc5 — c6 d3 — d2
Pcti lijkt mij sterker. 47. a6 — a7f Kb8 — a8
31. a2 — a4 b5 — b4*j" 48. Kc6 — c7 d2 — dlD
32. Ke3 — c4 P d8— e6 en Wit geeft ia 3 zetten mat.
33. Kc4 — b5 e5 — e4 J. F. H.
o4. P 13 — el b4 — b3
378

Binnenland.
HELDER. I>e correspondentie-partij met Amstelveen werd als volgt \ oortgezet.
Wit: Amstelveen. Zwart: Helder.
2i.(Kg2 —h3) Kg8 — hS
2, Tgi — g3 T e8 — e6
23. T a l — gx T f8 — e8
24. K h 3 — g2 Dc7 e7
25. Kg2 — fi p f6 — e4

26. f3 X e4 X e4
27. Ed3 — 04 1 d6
28. b2 —b4 b 7 — 1 >5
29. Lc4 —b3 De7xh4
30. Tgi—• g2 Dh4 e7
31. Pe2 — gi
Stand na den 31sten zet van Wit.

AMERSFOORT. De correspondentie-partijen met Leiden zijn beide door Anurs


foort gewonnen. Hier volgen zij:

9R!t Gespeeld bij correspondentie in 1895.


No' , , Zwart: Leiden.
A
Wit: Amersfoort.
Falkbeer Gambiet.
O. Pgea Pb6 17. L e 3 : D c7
1: U 4 10. L b3 0-0 .S.LC5:
* eds- e4 11. 0 LS4 19- T 83
iT C6 12. Dei c5 20. TgS D e7
5'. dc6: bc6: 13. dc5: L c5 : t " pg PL?

6 L C 4 P f 6 I4 K r
h3 L c8
L c 8
" ' T h Jb : G e e f t op.
7. d4 Ld6 iS- "3-
8. P C3 P bd7 16. T f3 L b7
379

284. Gespeeld l)ij correspondentie in 1895.


Wit: Leiden. Zwart: Amersfoort.
Spaansclie Partij.
1- °4 e5 8. L g5 L fs i5. Ld4: P f4
2- P f3 p«6 9. g4? Le6 16. Üd2 Lds
3- L bS a6 10. L e3 L d6 17. f3 L e4:
4" La4 fS 11. h3 P ds 18. fe4: Les:
5- fe4: 12. I) e2 o—o 19.1,65: I> h4f
6. L c6: dc6: 13. p d2 c5 Geeft op.
7- P es : P f6 14. p e4: cd4:

ROl PKRDAM. Op Zaterdag 23 November werd hier een massakamp gehouden


tusschen eenige leden van het Rotterdamsch Schaakgenootschap en van de Nieuwe
Rotterdamsche Schaakvereeniging. De overwinning bleef aan eerstgenoemde club.

DEN HAAG. Van den winterwedstrijd 1895 in Discendo Discimus mochten wij
indertijd de namen der deelnemers mededeelen. De uitslag van het tornooi kwam
ons nooit ter oore en een in Augustus te dien einde aan den Secretaris van D. D.
gerichte brief bleef onbeantwoord.

AMSTERDAM. Het V. A. S. heeft sedert het zich uit de klauwen verlost had
van zijn Rooden Leeuw, toch geen pleizier gehad. Men raakt aan alles gewend
en een ongezellig drie-hoog lokaal en slechte consumptie schijnen ook hun eigen­
aardige bekoorlijkheden uit te oefenen. In Januari werd Hofbrau ingewijd met
een souper en een feestrede en er werd gedronken en geklonken alsof het een
tweede bevrijding uit Egypte gold .... maar spoedig geschiedde het dat het volk
murmureerde zeggende: „Och dat wij in Egypteland gebleven waren toen wij bij
de vleeschpotten zaten!
Sedert een paar weken grijpen de vergaderingen op Dinsdag- en Zaterdagavond
weer geregeld plaats in den Roode Leeuw. En een ambitie meneer, etwas noch
nie dagewesenes; zelts de Secretaris komt nu en dan boven water!

Buitenland.
WEENEN. Een match tusschen Max Weiss en Georg Marco eindigde ten
voordeele van eerstgenoemde met 5 partijen tegen 1 en 1 remise.

BERLIJN. Steinitz arriveerde hier den 24en November. Deutsches Wochenschach


geelt een speciaal-nummer uit om de verrichtingen van den Altmeister wereld­
kundig te maken.
Walbrodt en Janowski gaan een match spelen om een inzet van 800 Mark.

SI. PETERSBURG. De vierkamp tusschen Tschigorin, Pilsbury, Lasker en


Steinitz (Tarrasch doet definitief niet mee) zal 8 December beginnen. Ieder speelt
met ieder 6 partijen.
38°

Het Paringsstelsel „Deelman".

(Ingezonden.)

Daar ik op den Bondswedstrijd te Arnhem verklaard heb, dat het systeem


Schurig, waar naar gespeeld werd, niet deugt, of beter gezegd, niet zoo goed is
als het mijne, zal ik u eens het mijne uitleggen.
Als vaste regel gelden de volgende bepalingen : bij gelijksoortige cijfers (dus
even tegen even, oneven tegen oneven) speelt het hoogste nommer met wit; bij
ongelijksoortige (even tegen oneven, oneven tegen even) het laagste nommer met
wit, dus 7—x 7—3 8—2 8—4 4—5 4—7 7—8 3—6. Om nu voor elk willekeu­
rig getal spelers de ronden saam te stellen, vormt men rubrieken voor het hoogste
oneven aantal spelers, als er zijn. Is het aantal even, dan wordt het hoogste nom­
mer voorloopig op zijde gezet. Daar bij gelijksoortige cijfers het hoogste nommer
met Wit speelt, plaatst men het hoogste oneven nommer tegenover No. 1. Bij 9
spelers dus Wit 9—1 Zwart; nu gaat men links naar beneden en rechts naar
boven met de cijfers, men krijgt dus als eerste rubriek :
ie 2e 3e 4e 5e 6e 7e 8e 9e
9—x 8—9 7—8 6—7 5—6 4—5 3—4 2—3 1—2
8—2 7—1 6—9 5—8 4—7 3—6 2—5 1—4 9 3
7—3 6—2 5—x 4—9 3—8 2—7 1 6 9 -5 8 4
6—4 5—3 4—2 3—1 2—9 1—8 9—7 8—6 7—5

bye s—1U 10—4 3—10 10—2 1—10 9—10 10 8 7 to 10 6


Is het bij een doorloopenden wedstrijd, waarbij het voornamelijk op de kleur-
verdeeling aankomt, dan is bovenstaande volgorde voldoende.
Heeft men nu 10 spelers, dan wordt n°. 10 steeds bij het stilstaand nommer
geplaatst, en naar de voren genoemde regel wordt de kleurverdeeling bepaald.
De volgorde der ronden is in mijn systeem van ondergeschikt belang en wille­
keurig.
Toch kan men ook wel aan den eisch van afwisselende kleurverdeeling (met
uitzondering van het laatst bijgevoegde even nommer) voldoen.
Men begint nu de rubrieken anders naast elkaar te plaatsen, waarbij men het
vorige stilstaande nommer bovenaan plaatst.
9—1 5—6 x—2 6—7 2—3 7—8 3—4 8—9 4—5
8—2 4—7 9—3 5—8 I_—4 6—9 2 5 7 1 3 6

7-3 3—8 8-4 4-9 9"5 5—* l~6 6~2 2~7

6—4 2—9 7—5 3—x 8—6 4—2 9—7 5 3 1 8

5—IO 1—10 10—6 jo—2 7—10 3—-o 10 8 10 4 9 '°


Wil men aan de bijzondere wenschen der medespelende te gemoet komen, dan
is daar niets tegen, men begint waar men wil b. v. bij N°. 7; wil de derde ronde
graag vrij zijn, dan wordt de volgorde
3«i

Of 7,00 1 of van de andere zijde


i' r. 2' r. 3' r. 3—4 7—8 2—3
i—2 6—7 2—3 2—s 6—9 1—4
9—3 5—8 i—4 i—6 5 -1 9—5
8—4 4—9 .9—5 9—7 4—2 8—6
7—5

6
3j—i

27
8—6

ie r. 2e r.
T
3"- r.
Of men van links naar rechts dan wel van rechts naar links gaat, 't is volmaakt
onverschillig, als er maar systeem in is.
Mankeeren 2 personen op een tijd dan zou men gevoegelijk de rubriek kunnen
nemen, waarbij die tegen elkaar komen.
Na bovenstaande zal het voor iedereen gemakkelijk zijn, voor elk denkbeeldig
getal spelers de rubrieken op te stellen altijd het hoogste oneven cijfer in het oog
houdende als zijnde de baak, en behoeft men zich niet vast te klampen aan het
boekje waarin Schurig zijne regeling zoo uitgebreid mogelijk voor elk getal spelers
heeft neergeschreven. Daarin wordt zonderling met de kleurverdeeling omgespron­
gen, en daardoor de basis waarop het geheele systeem berust, weer op losse schroe­
ven gesteld. Met het doel om voor het laatst bijkomende even nommer de afwis­
selende kleurverdeeling ook toe te passen, is hij geheel van de wijs geraakt, en
laat de kleurverdeeling geheel in de war loopen.
Mijn systeem, door Prof. Schoute hier, op een wetenschappelijk congres in
Frankrijk medegedeeld, vond daar grooten bijval en is opgenomen in een Fransch
wetensch. bl. waarvan Prof. Schoute mede-redacteur is.
Door de opname van bovenstaande in het tijdschrift zult u mij een genoegen
doen en waarschijnlijk velen schaakbroeders een dienst bewijzen.
Hoogachtend, UEd. dr.
L. H. DEELMAN IZN.

STOOM-SNEI.PERSDRUK — KOCH & KNUTTEL — GOUDA.

You might also like