Kenmerken van de Eerste Industriele Revolutie in Belgie.
➔ Stoomtrein en spoorwegen; Men gebruikte de stoomtrein, die op steenkool reed. De eerste spoorlijn kwam er in 1835 tussen Brussel en Mechelen. ➔ Steenkool; Steenkool was de belangrijkste energiebron. ➔ Fabrieken en machines; De eerste fabrieken werden vooral gebouwd in dichtbevolkte steden waar veel arbeidskracht was. -> zo ontstonden er gigantische fabriekssteden. In de industrie maakte men gebruik van machines. Zo werden bv de textielindustrie en de ijzerindustrie gemachineerd. ➔ Banken die de industrie financierden; De opbouw, het onderhoud en de aankoop van machines kostten heel veel geld. -> er was een kapitaal nodig -> de banken gingen investeren ➔ Vrije markt economie; Er was een vrije markt economie. Iedereen was dus vrij om producten te produceren en te handelen. ➔ Snelle technologische ontwikkelingen; Er werden altijd maar meer en meer nieuwe technieken uitgevonden aan een hoger tempo dan voordien. Dankzij de snelle technologische ontwikkeling is de stoomtrein geevolueerd tot de huidige snelheidstrein. Sociale gevolgen van de Industriele Revolutie. Vroeger voerden de mensen hun beroep thuis uit. Door de opkomst van machines konden ze echter niet meer concurren met de fabriek die veel sneller en goedkoper waren. → De mensen trokken van het platteland naar de steden. • verschrikkelijke arbeidsomstandigheden • kinderarbeid en vrouwenarbeid • werkloosheid • veel ziekten • alchoholproblemen • toename van criminaliteit • een groot verschil tussen arm en rijk • de overheid mocht zich niet moeien met het economische leven • juridische situaties Verschillen tussen het noorden en het zuiden van het land. 7 Vlaanderen bleef echter een achterstand behouden: terwijl de industralisering van de Waalse metaal-steenkoolbedrijven op volle toeren draaide, concentreerde de industrie in Vlaanderen zich vooral in de textielfabrieken van Gent en bleef Vlaanderen overwegend een agarisch gebied ( landbouw ). Tegen het einde van de 19de eeuw was Belgie uitgegroeid tot een industriele natie door de moderne machines en fabrieken, de spoorwegen en havens, de lage lonen en lange werkdagen. Belgie ( 1970 – heden ) economisch. Verschil tussen noord en zuid belgie op economisch vlak. ➔ Jaren 70' In 1973 en 1979 was oliecrisis. Hierdoor was er en enorme inflatie: de prijzen en de lonen gingen de hoogte in. Aangezien de loonlast in Belgie te hoog was verhuisden veel rijke naar de lageloonlanden, waardoor vele mensen werkloos werden. De overheidsschuld nam toe, doordat de overheid bv meer werkloosheids-uitkeringen moest uitkeren. Het ging dus slechter met de economie. ➔ 1984, heropleving van economie De export verbeterde en de investeringen namen toe. In vlaanderen kwam er de 3de Industriele revolutie. Wallonie raakte nog meer achterop. Daarom sprak men over ' Belgie met twee snelheden'. Uiteindelijk specialiseerde ook Wallonie zich in de moderne technologieen en kwam er meer werk in de nieuwe sectoren, maar dit was onvoldoende om de sluitingen van de oude Waalse industrieen te vergoeden. ➔ De jaren '90 en 21ste eeuw Er ontstond een groeiende kloof tussen het noorden en het zuiden van het land. Dit was te merken aan het hoge werkloosheidcijfer. ➔ Heden In de 21ste eeuw is Vlaanderen economisch sterker dan Wallonie: → groter dynanisme → minder werkloosheid → veel minder bestaansminimumtrekkers in 2008 gaat het wel iets beter met Wallonie dankzij een diepgaand economisch herstel. De informatica-revolutie en de gevolgen voor onze samenleving. Sinds 1984 was er een derde industriele revolutie. De chip werd uitgevonden. De onderdelen werden steeds kleiner, sneller en nauwkeuriger. In 1970 werd de computer uitgevonden. De gevolgen waren; ➔ Voor de industrie; Veel werk wordt verricht door robots, mensen verliezen dus hun job. ➔ Voor de dienstsector; Dankzij de computer, fax, telefoon en internet wordt communicatie naar buiten gemakkelijker. Computers zorgden voor correspondentie, rekenwerk en administratie. Mensen hoeven niet meer op kantoor te zijn, want men gaat aan tele-arbeid doen. ➔ Voor de landbouw; Het voederen wordt automatisch gestuurd. Alles wordt door de computers berekend. ➔ Voor de huishouding; Alles wordt gestuurd door microprocessors. ➔ Voor het verkeer; 8 Lucht- en wegverkeer gebeurt met behulp van computers. ➔ Voor de wetenschap; Ruimtevaar, genetica, .. Belgie ( 1970 – heden ) sociaal. Doel van de RSZ ( Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ) ➔ Het welzijn van de werknemers bevorderen. Dit gebeurt door de werknemers te verzekeren tegen de risico's van hun bestaan. ( = ziekte, ouderdom, werkloosheid ) ➔ Alle mensen over een voldoende inkomen laten beschikken om te kunnen voorzien in hun eigen levensonderhoud en in dat van hun gezin. Dit inkomen moet gewaarborgd zijn voor alle mensen, ook wanneer ze door bepaalde risico's worden bedreigd. ➔ De werknemers beschermen tegen de willekeur van de werkgever. → vergoeding voor risico's bv arbeidsongevallen →vergoedingen om de arbeidsvoorwaarden bv vakantiegeld → bijkomende vergoedingen bv kraamgeld RSZ is voor iedereen die verbonden is door een arbeidsovereenkomst, dus op alle werknemers en werkgevers. RSZ haalt haar geld van de bijdragen die geleverd worden door zowel werkgevers als door de werknemers. Doel van de VDAB ( = Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding ) ➔ Werklozen registreren ➔ Scholing en beroepsopleidingen geven ➔ Bemiddel om werklozen aan werk te helpen → als werkzoekende cursussen volgen → een job zoeken in de database van de VDAB → je CV uploaden → Wanneer je afgestudeerd bent, schrijf je dan zo vlug mogelijk in bij de VDAB zodat de wachttijd kan ingaan. Op het einde van de wachttijd ontvang je je eerste werkloosheiduitkering. Voor een werkloosheidvergoeding moet je terecht bij de RVA. Wat is een arbeidsovereenkomst? Een arbeidsovereenkomst is een overeenkomst waarbij de werknemer zich verbindt tegen loon, onder gezag van de werkgever arbeid te verrichten. De overeenkomst is handig om te voorkomen van betwistingen, het is dus een belangrijk bewijsmiddel. Wat zijn de verschillende arbeidsovereenkomsten? 9 ➔ Volgens aard van de verrichte arbeid ( arbeider, bedienden, handelsvertegenwoordiger ) ➔ Volgens de duur van het arbeidsovereenkomst ( voltijds, deeltijds ) ➔ Volgens omvang van de tewerkstelling ( onbepaalde, bepaalde, duidelijk omschreven werk ) ➔ Speciale; vervangingsovereenkomst, studentenjob ... Wat zijn de belangrijke punten in een arbeidsovereenkomst? ➔ Naam en adres van werkgever en werknemer ➔ De datum van indiensttreding ➔ De aard van de plaats van het werk ➔ De werktijd en de uurregeling ➔ Het loon en de eventuele premies ➔ De eventuele proefperiode Wat zijn de overlegorganen binnen een bedrijf. ➔ Ondernemingsraad; vanaf 100 werknemers is een onderneming verpicht. → Samenstelling; Werkgever + aangeduid persoon Werknemerafgevaardigde: - word gekozen door de werknemers - om de 4 jaar herkozen → Doel; Recht op informatie vb. Economische toestand Recht op advies vb. Aanwerving Recht op beslissingen vb. Jaarlijkse vakantie Recht op controle vb. Werkloosheid ➔ CPBW; Comite voor preventie en bescherming op het werk is verplicht vanaf 50 werknemers. → Samenstelling; Werknemerafgevaardigden + werkgeverafgevaardigden → Doel; Veiligheid controleren Goede werkomstandigheden Hygiene Het paritair comite: Is samengesteld uit gelijk aantal vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers. → Doel; Collectieve arbeidsovereenkomsten te sluiten. ( Bv minimumloon per sector bepalen ) Geschillen tussen werknemers en werkgevers te voorkomen of oplossen Advies geven aan NAR ( Nationale Arbeidsraad ) en aan de regering