Professional Documents
Culture Documents
IVzv1 Keuzes willen, durven en kunnen maken door betekenis te geven aan die keuzes en daar de
verantwoordelijkheid voor opnemen
7-10 jaar: voor zichzelf betekenis geven aan verschillende keuzes- de eigen keuze uitleggen
– de factoren die een keuze beïnvloeden bespreken – nadenken over alledaagse keuzes –
voor- en nadelen van een keuze benoemen- verantwoordelijkheid dragen voor een
genomen beslissing – andermans keuze voorspellen en respecteren
Leerinhoud:
De 5 manieren van kiezen: uitstellend, volgzaam, impulsief, emotioneel en logisch kiezen.
Lesdoelen:
De leerlingen kunnen...
1. Alledaagse keuzes maken (IVzv1)
2. Verwoorden hoe lang ze nagedacht hebben over een keuze (niet over nagedacht, een beetje
aan getwijfeld, lang getwijfeld,...) (IVzv1)
3. Hun verschillende opties (keuzes) verwoorden (IVzv1)
4. één optie kiezen uit die verschillende keuzes (IVzv1)
5. één van de 5 manieren van kiezen herkennen uit een stukje tekst (IVzv1)
6. zelf achterhalen en verwoorden op welke manier zij zelf kiezen (één van de 5 manieren) (IVzv1)
7. verwoorden wat de voor- en nadelen zijn van elke manier van kiezen (IVzv1)
1
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs
regelmatig aan te kijken, zodat hij zich ook betrokken voelt en hij zo hopelijk sneller de taal zal
beheersen.
Materiaal / locatiewijziging:
Powerpoint op CANVA
Werkschrift ‘op weg naar het SO’
Blad met de 5 manieren van kiezen op
Lesopbouw
Als eerste komen de leerlingen op de pagina van WERO thema 1: kiezen terecht.
Daar gaan ze een toe-spreking zien staan en te weten komen waarover ze zullen leren.
2
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Educatieve bachelor lager onderwijs
6. Achterhalen en verwoorden op welke manier zij zelf kiezen (één van de 5 manieren)
(IVzv1)
7. Verwoorden wat de voor- en nadelen zijn van elke manier van kiezen (IVzv1)
Evaluatie: Evalueer hier je eigen pedagogisch, didactisch en/of organisatorisch handelen. Wat deed je goed en
waarom? Wat ging niet goed en waarom? (Denk aan voorbereiding en realisatie.) Doe een verbetervoorstel.