You are on page 1of 47

Buitenlandse handel

1. Inleiding

Case study
Aankoper Primo Sports  10.000 x bokshandschoenen van Tanchung LTD China.
Wat moeten ze overeenkomen?
- Prijs: transport, kortingen,
- Douanekosten: afspreken wie deze gaat betalen (verkoper of koper)
- Klantenvertrouwen: is er vertrouwen tussen de twee partijen? Als het antwoord nee
is? Zullen we minder bereid zijn om te betalen. We gaan minder aankopen maken
met een buitenlands partij dan met een binnenlands partij.

Buitenlandse handel= Verrichting van twee partijen die niet in hetzelfde land gevestigd zijn.
Internationale handelsverrichting
 Transacties tussen wie? Bedrijven onderling, overheid en bedrijven, bedrijven en
klanten
 Handelsverrichting= verkoop van goederen & geldtransfer
 Handelstransactie= handel tussen 2 bedrijven die niet in hetzelfde land gevestigd
zijn.

1. Een blik op de internationale handel

Internationale handel= handelstransactie met een verkoopovereenkomst.


 Doel? Winst

 Value = som van al de transacties


 Wereldhandel: alle handelsverrichtingen van alle partijen in de wereld
 BBP (GDP: GROSS DOMESTIC PRODUCT): de som van de TW die gerealiseerd is
binnen een bepaald land (landgrenzen)
 TW: alle productie/ diensten dat geproduceerd is/ die geleverd werden binnen de
landgrenzen.
o Waarom is deze belangrijk om te weten? Bepaalt de inkomsten van de
overheid, bepaalt hoe de werkgelegenheid de komende jaren zal zijn

Evolutie wereldhandel en reëel BBP


Voorbeeld besluit van grafiek:
- In X is het reel BBP voor de wereld is gestegen met Z% tov Y. Het was een goed
economisch jaar.
- In 2019 is de wereldhandel gekrompen met 0,1%, terwijl het BBP groeide met 2,3%
tov 2018.
- Een daling van de wereld handel in X met -Z %. Er is in X minder wereldhandel
gedreven dan in Y.
o In X gingen een aantal bedrijven op stop in China door de corona.
o Er was ook een handelsoorlog tussen China en USA, dat had een groot
invloed op de wereldhandel.
Spreiding van de wereldhandel
Billion dollar = miljard dollar!!!!
Ranking van belangrijkste import en export landen.
- China is de grootste exporteur ter wereld.
- De VS importeert meer dan hij exporteert  negatieve handelsbalans (verschil
tussen X en I)  op lange termijn is dat niet goed
- EU is een zeer belangrijk exportblok.

Belangrijkste handelsregio’s
Export import per regio tussen 2008-2018
- Europa stijgende lijn  buitenlandse X en I is gestegen
- Tussen 2008 en 2018 is de X van EU trager gestegen dan de X van Azië
- De Europese X en I op wereldvlak stelt wel iets voor  We zijn een regio waarmee
er rekening moet houden.
- Waarom is EU niet de wereldleider? Europa spreekt niet met 1 stem. Te veel
domeinen zijn versnipperd tussen de landen. Europa heeft defensie. Elk land voor
zich.

Handelsbalans= X – I
 Positief resultaat = Positief handelsbalans  Meer X dan I
 Negatief resultaat = Negatief handelsbalans  Minder X dan I

België tussen 2016-2019


- De Belgische uitvoer naar de rest van de wereld bedroeg in 2019 399 miljard euro.
Tussen 2016 naar 2019 is het bedrag gestegen.
- Intra- EU = Belgische uitvoer of invoer naar andere EU-lidstaten
o Bijna 260 miljard uitvoeren naar EU-lidstaten
o 228 miljard voeren we in

- Extra-EU= Belgische uitvoer of invoer naar niet EU-lidstaten


o Bijna 140 uitvoeren
o 153 miljard invoeren
 Negatieve handelsbalans
- EU-landen drijven meer handel met andere EU-landen dan met de rest van de
wereld.

Sectoriële verdeling
- Auto’s voeren we veel in
- Farmaceutische producten en chemische producten voeren we veel uit.

Regionale verdeling
- De uitvoer van 2018 van België  80% van de uitvoer komt van Vlaamse bedrijven
2. Internationale handelspolitiek

1. Begrippen
Handelspolitiek:
- Beleid van overheid
- Doel: beïnvloeden van in- en uitvoer Bijv. America First (Trump)

Hoe kunnen ze dat doen? Door:


- Handelsakkoorden sluiten: Overeenkomst tussen 2 of meer landen
o Doel: opheffing handelsbelemmeringen, bevorderen van handel  BV. Het
Ceta: tussen EU en Canada, onderhandelingen EU met Turkije…

o Een akkoord tussen 2 of meer landen met als doel de handel te bevorderen
tussen die landen door de onderlinge handelsbelemmeringen weg te werken.
Zoals invoerrechten verlagen, administratie te vereenvoudigen

- Handelsbelemmeringen opleggen:
o Tarifaire handelsmaatregelen: invoerrechten
o Niet-tarifaire handelsmaatregelen: administratie
 Kwantitatieve handelsmaatregelen (Quota’s): een plafond voor het
aantal dat je invoert.
 Administratieve handelsmaatregelen: Een invoerder of uitvoerder
het zo moeilijk maken (complex) op administratief vlak, zodat ze liever
uit hun eigen land invoeren.
 Kwalitatieve handelsmaatregelen: normen opgelegd. Als je die
producten wil invoeren in een land, moet het voldoen aan de normen
om de bevolking te beschermen.

Handelsbelemmeringen:
- Protectionisme: eigen industrie en economie beschermen van het buitenland
o Leid van handelsconflict tot handelsoorlog
o Redenen:
 Tewerkstellingsargument: zie vb beneden
 Opvoedingsargument: zie vb beneden
 Dumpingargument: Dumping= het verkopen van producten op een
buitenlandse markt tegen een verkoopprijs die lager is dan de
productiekosten in eigen land.  zie vb beneden

BV. Auto industrie in de US kopen chinees staal, maar nu niet langer aan 100, maar nu aan
120 (100 + 20 invoerrechten)
- Kopen geen chineesstaal omdat het te duur is maar kopen Amerikaans staal
- Productie US staal stijgt  jobs stijgen op KT
- Op LT als de kosten stijgen  dan gaat het bedrijf de prijs verhogen  consumptie
daalt  productie daalt  minder jobs
- Winst daalt  fiscaal voordelig: hoe meer kosten hoe lager de winst
 Tewerkstellingsargument: werkt op KT maar niet op LT, want het is schadelijk voor
de tewerkstelling.
BV. Dezelfde sectoren in China en Europa, ze maken elektrische auto’s.
- Probleem? Chinezen waren verder op vlak van technologie en productie. Terwijl de
EU nog op de R&D fase. Prijs in product in China is lager dan in Europa. Hoe meer je
produceert, hoe goedkoper je je producten verkoopt. (Massaproductie) 
Verschillend niveau qua productie.
-  Elektrische Chinese auto’s komen voor een lage prijs naar EU binnen.
- Gevolg: EU kan zich niet ontwikkelen.
- Oplossing: de prijs van de elektrische Chinese auto’s wordt verhoogd door middel
van invoerrechten.  De prijs van China zal stijgen  de consumptie van de eigen
sector zal stijgen van Europese producten.  De prijs naar de productie van Europa
stijgt ook  EU produceert meer  Prijs zal dalen.
- Op KT moeten er invoerrechten komen
 Opvoedingsargument: EU zit nog in de R&D fase en daarom worden er
invoerrechten op de Chinese producten.

BV. China en Europa hebben allebei een fabrikant van zonnepanelen.


- Probleem? De Chinese fabrikant ontvangen subsidies van de Chinese overheid
- Gevolg: Als de Chinese fabrikant zonnepanelen aan Europa verkoopt, kan hij deze
verkopen aan een lage prijs. Terwijl de EU fabrikant het duurder verkoopt, omdat
deze geen subsidies krijgt van de overheid.
- Oplossing: De prijs van de Chinese zonnepanelen zal duurder zijn door
invoerrechten. Chinese prijs is 100. IR (invoerrechten) zijn 40%  prijs is 140$. 
Het bedrag van de invoerrechten is zo duur als de subsidies die China krijgt, omdat
de EU ook zonnepanelen produceert en ook een kans krijgen om te verkopen. Op die
manier krijgen de EU fabrikanten meer kansen  productie van EU fabrikant zal
stijgen.
 Dumpingargument

- Level playing field: Subsidies zorgt voor oneerlijke concurrentie. Elk land moet
gelijke kansen hebben.

Internationale handelspolitiek:
- Het beleid van onze overheid in zake van buitenlandse handel.
- Alle transacties op internationaal gebied
- Kader gecreëerd waarop bedrijven handel kunnen drijven

2. Soorten handelsakkoorden

Economische integratie: integratieakkoorden: bevoegdheden gaan we gaan afstaan aan een


gemeenschappelijke instelling of we gaan dingen samen doen.
- Vrijhandelszone
- Douane-unie
- Gemeenschappelijke markt
- Economische unie
- Monetaire unie
Preferentiële handelsakkoorden: voorkeur
- Bilaterale preferentiële handelsakkoorden: zie vb beneden (canada & EU)
o Doel? Onderlinge handel bevorderen
o Als de prijs daalt, dan gaat de vraag stijgen
o Algemeen tarief (derde landen tarief) veranderd niet  iedereen die buiten
het akkoord zitten betalen nog altijd de invoerrechten (bv. 5%)
- Unilaterale preferentiële handelsakkoorden: eenzijdig akkoord (vb Congo & EU)

Verschil tussen bilaterale en unilaterale handelsakkoorden:


- Bilaterale handelsakkoorden zijn handelsakkoorden tussen landen om de onderlinge
handel te bevorderen door bijvoorbeeld de IR van producten tussen die landen te
verlagen. Maar de derde landen, die buiten het akkoord zitten, betalen nog altijd de
invoerrechten.
- Terwijl een unilateraal handelsakkoorden zijn eenzijdige handelsakkoorden.
Bijvoorbeeld Land A moet geen invoerrechten betalen, maar moet enkele sociale
voorwaarden nastreven (bv mensenrechten respecteren) dat land B eist.

Vormen van economische integratie

1. Vrijhandelszone (Free Trade Area):


 Vrij verkeer van goederen
 Eigen handelspolitiek t.o.v. derde landen
 Voorbeeld: NAFTA, EVA

- Land A – Land B sluiten een economische integratie en vormen een vrijhandelszone.


Er gaat vrij verkeer van goederen zijn.
- Goederen die geproduceerd worden in land A zonder invoerrechten en zo weinig
mogelijk belemmeringen naar land B ingevoerd.
- Bedrijf in land A gaat iets invoeren uit land C en moet invoerrechten betalen. Land A
mag samen een handelsakkoord sluiten met land C (land C zit niet in de vrije
handelszone)
- Land C en B hebben een anders handelsakkoord gesloten. Land C betaald
invoerrechten van 5%.

2. Douane-unie (Customs Union):


 Goederen in het vrij verkeer brengen
 Gemeenschappelijke handelspolitiek t.o.v. derde landen
 Voorbeeld: EU, Benelux Economische Unie, Bleu

- Land A & Land B vormen een Douane unie en land C is een derde land. Goederen
tussen land A en land B mogen vrij naar land A worden ingevoerd.
- Als land C een handelsakkoord wil sluiten met land A, dan moet land C ook een
handelsakkoord sluiten met land B.
- Daardoor niet meer het geval krijgen dat hout aan een verschillend tarief van land C
naar land A gaan.
- Bedrijf in land A betaalt 4% en bedrijf in land B betaalt ook 4% aan land C.
Verschil tussen vrijhandelszone en douane- unie:
- In een vrijhandelszone kan een land een verschillend handelsakkoord sluiten met
een derde land.
- In een douane-unie betalen de beide bedrijven dezelfde invoerrechten aan derde
landen.

Waarom worden er toch controles in de vrijhandelszone en douane-unie?


- Bedrijf in land A kan uit land C hout invoeren.
- Bedrijf in land B invoert voor 3% op de invoerwaarden en moet 103 € betalen. En
land A voert normaal gezien voor 105 € (IR 5%), maar kan aan land B vragen om zijn
producten in te voeren naar land A zo moet land A 2% minder moet betalen.
- Geen controles in de douane-unie  Voordeel= er wordt meer handel gestimuleerd.

Wie betaalt er de IR?


De ontvanger, degene die invoert betaald de invoerrechten aan de overheid van het land
waarvan ze invoeren.

3. Gemeenschappelijke markt (Common Market):


- Vrij verkeer van goederen diensten, kapitaal en arbeid
- Gemeenschappelijke handelspolitiek t.o.v. derde landen
- Voorbeeld: BLEU, Benelux, EU

- Land A en land B vormen een gemeenschappelijke markt. Vrij verkeer van goederen,
diensten, arbeid en kapitaal tussen land A en B.
- Een Belgische poetsvrouw in België gaat in Frankrijk werken.
- Vrij verkeer van kapitaal  bank openen in een ander land

4. Economische unie (Economic Union):


- Vrij verkeer van goederen diensten, kapitaal en arbeid
- Gemeenschappelijke handelspolitiek t.o.v. derde landen
- Geharmoniseerd economisch beleid
- Voorbeeld: BLEU, Benelux, EU (in wording)

- Land A en B vormen een economische unie. Hebben een gemeenschappelijke


handelspolitiek t.o.v. derde landen.
- Het economisch beleid tov bepaalde sectoren gaan afstemmen

Verschil tussen gemeenschappelijke markt en economische unie:


- Een economie unie heeft een geharmoniseerd economisch beleid, wat een
gemeenschappelijke markt niet heeft. Dat betekent dat de landen in de economische
unie het economisch beleid tov bepaalde sectoren gaan afstemmen.
5. Monetaire unie (Monetary Union):
- Vrij verkeer van goederen
- Gemeenschappelijke handelspolitiek t.o.v. derde landen • Vrij verkeer van diensten,
kapitaal en arbeid
- Geharmoniseerd economisch beleid
- Geharmoniseerd monetair beleid:
- • Intrestpolitiek  ECB: intrestpolitiekvoerder  verlaagt de rente  ECB brengt
geld op de markt  rentevoet van commerciële banken daalt  meer investeringen
 economie gaat meer doordraaien. Voorzitter ECB: Kritine lagarde
• Kredietpolitiek  een overheid heeft permanent geld nodig, ze gaan permanent
leningen aan gaan
• Vaste wisselkoersen of gemeenschappelijke munt
- Voorbeeld: BLEU, EU (in wording)

- Vaste wisselkoersen: De waarde van de ene munt blijft gelijk aan de waarde van een
andere munt
- Gemeenschappelijke munt: bv in Europa is er de Euro

Verschil tussen economische unie en monetaire unie:


- Een economische unie heeft geen geharmoniseerd monetair beleid, terwijl het
monetaire unie het wel heeft. Dat betekent dat er bijvoorbeeld vaste wisselkoersen
of gemeenschappelijke munt bestaat.

3.De Europese Gemeenschap

Europese gemeenschap voor kolen en staal (EGKS) (1952)


- Landen: Fr, De, Benelux, Italië̈
- Doel:
• Vrij verkeer van steenkool, ijzer- en staalproducten
• Verzekeren van regelmatige bevoorrading en stabiele prijzen
• Afschaffen monopolies
• Betere arbeids- en levensvoorwaarden
• Politieke dialoog en eensgezindheid

Van EEG naar EG (Europese gemeenschap)


- 1958: Verdrag van Rome: Europese Economische Gemeenschap (EEG)
o Leden: België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Italië
- 1967: Europese Gemeenschap (EG)
o Vanaf 1973: Uitbreidingen met meerdere lidstaten

Van EG naar EU
- 1986: Europese Akte: Voltooiing binnenlandse markt = vrij verkeer van personen,
goederen, diensten en kapitaal
- 1991: Verdrag van Maastricht: Vorming Economische en monetaire unie 
begrotingsnorm: 3% BBP  Overheid uitg. > inkomen  lenen  overheidschuld
stijgt (60% van het BBP)
• Weg naar een Europese eenheidsmunt
• Europese Unie (1993)
- 2009: Verdrag van Lissabon
• Bestuur EU
• Permanente voorzitter
• Hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken

De Europese gemeenschap
Beslissingsstructuur EU
• Europese Raad / Raad van de EU
• De Europese Commissie
• Europees Parlement
• Economischensociaalcomité
• Hof van justitie
Andere instellingen
• Europese Centrale bank

Hoe ver staat de Europese Unie?


- Als douane-unie  Vrij verkeer van goederen met uitzondering van (Accijnzen BTW
 lidstaat beslist over het eigen tarief)
- Als gemeenschappelijke markt
o Schengenakkoord  27 lidstaten
- Als economische unie
- Als monetaire unie
o EUR  # landen is niet toegetreden tot de monetaire unie: Vb Denemarken,
Polen, VK
o EUR: inflatie/ deflatie  ontwaarding van systeem (mensen vertrouwen niet
meer)
- Toekomst

De relaties van de EU met derde landen


EVA- landen:
- Preferentieel handelsakkoord
- Akkoord tot oprichting van de Europese Economische ruimte
o 4 vrijheden (goederen, diensten ….)

Andere vormen van internationale samenwerking


World Trade Organization (WTO)
- Opvolger van GATT
o Doel:
 Afschaffing niet-tarifaire handelsbelemmeringen
 Geleidelijke afbraak van bestaande tarieven
 Geen nieuwe handelsbelemmeringen
o Principes:
 Non-discriminatie
 Wederkerigheid
- Resultaten en problemen
o Systeem van Algemene Preferenties (SAP) voor ontwikkelingslanden

Rol WTO (Wereldhandelsorganisatie WHO) =


- Ontstaan in 1947
- Wereldleiders komen samen om invoerrechten te verlagen van een aantal producten
(GATT) in 23 landen
- In 1995 over heel de wereld
- DOEL: Het bevorderen van wereldhandel
- Afbraak van bestaande tarieven
- Er zorgen dat er geen nieuwe handelsbelemmeringen optreden

Handelsdisputen  USA  WTO


Eu subsidies @ airbus
 Compenserende maatregelen op EUR producten

Internationaal Monetair Fonds (IMF)


- 1944
- Doel:
• Monetaire samenwerking
• Financiële stabiliteit
• Bevordering internationale handel
• Duurzame economische groei Griekse schuldencrisis  in samenwerking met
ECB  Grieken moeten gaan sparen  zeer veel werkloosheid
• Logistieke en financiële hulp

- Speciale trekkingsrechten (SDR)


- Fictieve munt met een wisselkoers
• Gekoppeld aan muntenkorf van 5 munten (dollar, euro, yen….)
• Rekeneenheid (bijv. aansprakelijkheid CMR)

Verschil tussen WTO en IMF:


- WTO is een samenwerking die als doel heeft het bevorderen van de wereldhandel
door bijvoorbeeld invoerrechten te verlagen van een aantal producten en zorgen dat
er geen nieuwe handelsbelemmeringen optreden.
- Terwijl IMF is een monetaire samenwerking dat zorgt voor financiële stabiliteit en zo
kan de internationale handel bevorderd worden. IMF biedt ook logistieke en
financiële hulp.

Brexit
- Uittrede van Verenigd Koninkrijk uit de E.U.
- Beslist per referendum op 23/06/2016 met slechts 52% van de stemmen
- Artikel 50 (E.U. grondwet) geactiveerd door Theresa May op 29/03/2017
- 2 jaar tijd om Brexit te realiseren
- Toekomstig partnership?
o Zachte Brexit:
• deel uitmakend van de Europese interne markt (analoog met bijv.
Noorwegen)
• Geen eigen handelsbeleid van UK mogelijk

o Harde Brexit:
• Geen deel uit maken van interne markt of douane-unie
• Onderhandelen over bilateraal handelsverdrag (trade agreement)
• Grensbeleid: geen harde grens tussen Ierland en Noord-Ierland
(backstopregeling)

Terugtrekkingsakkoord (Withdrawel agreement)

- Financial settlement (45-65 miljard euro)


- Rechten t.a.v. EU-burgers in VK (en omgekeerd)
- Backstopregeling
- Intellectuele eigendom

 In werking getreden sinds 31/01/2020 na goedkeuring in Brits en Europees


parlement
 Onduidelijkheid over toekomstige handelsrelatie blijft bestaan
Hoofdstuk 4 : internationale verkopen en Incoterms

Distributie: het geheel van maatregelen ???

- Doelstelling = verspreiden, verdelen


- Handel distribueren is beperkter dan alle interacties die in handel kunnen worden
gedaan

Groen = vormen van distributie

Functie:

- Het overbruggen van een geografische afstand: goederen dichter bij klant brengen
- Hoeveelheden: hoeveelheid afstemmen aan klanten
- Assortiment: je hebt als klant een breder assortiment en kiezen voor wat je koopt
- Tijdsnut: met sommige producten worden geconsumeerd op een bepaald product,
de distributie zal beginnen bij elke periode bv kerstproducten worden geleverd
wanneer het bijna kerstmis is
- Kennis- en informatiekloof: het voor de klant gemakkelijker maken, zodat de klant
geen informatie gaat zoeken en het ter beschikking heeft
- Financieel risico: wisselkoersrisico
Verkoop

 Directe export

Hoe kan ik als bedrijf mijn producten aan de markt brengen in het buitenland?

VB ik heb een bedrijf in België en ik maak bier en gaat mijn product exporteren (niet =
transport) naar supermarkten/ cafés in de USA.

- Methode 1: Ik verstuur een handelsvertegenwoordiger (werknemer van bedrijf) om


klanten te zoeken en mijn verkoopcijfer te doen stijgen. Probleem? Het kost veel
(hotel, eten…)  Directe export  rechtstreekse verkoop van mijn bedrijf naar de
supermarkt/ café
- Methode 2: op beurzen een stand kopen en met Amerikaanse bedrijven een
contract te laten sluiten
- Methode 3: een verkoopkantoor inrichten in de USA. Ik werf verkooppersoneel in de
USA.

Nadelen:

- Communicatie tussen vervoerder en het plaatselijke kantoor is moeilijk


- Impliceert kosten: verkoopkantoren, beurzen  deze kosten geven geen zekerheid,
je weet niet hoeveel je zal verkopen
- Onzekerheid
- Risico’s: andere landen, andere wetgeving, kennis over de markt: lusten die
consumenten mijn bier?

Om de nadelen te klauteren en toch verkopen in het buitenland kunnen we indirect


exporteren.

 Indirecte export

VB ik ben een bedrijf is België en ik maak bier en gaat mijn product exporteren (niet =
transport) naar supermarkten/ cafés in de USA.

- Verkoop via trader: een afzonderlijk bedrijf, import-export firma (NV)  hij gaat
opzoek gaan naar de verkoper van je bier. Er ontstaan 2 contracten. Een
verkoopovereenkomst tussen de brouwerij en de trader en dan een
verkoopovereenkomst tussen de trader en de bierhandel. De trader doet niets
anders dan inkopen en verkopen.

 Nadeel: de brouwerij heeft geen direct contact met bierhandel. Als ze wel contact
hebben dan gaan ze de trader uitschakelen.
- Exportcombinatie: 2 bedrijven: Belgische wijnhandel en Belgische bierhandel, ze
willen allebei in de USA verkopen. Ze werken samen en richten een tradingfirma op =
exportcombinatie = 2 of meer bedrijven gaan zelf een ander bedrijf oprichten. Dat
bedrijf (BVBA) gaat personeel hebben om de verkopen tot stand brengen in de USA,
eigendom van 2 of meer bedrijven, gaat marktonderzoek voeren in de USA. Die gaan
de effectieve verkopen afsluiten.

- Exportdienst andere onderneming: een Belgische bierhouder wil in de USA


verkopen. Er is een wijnhandelaar die al exporteert in de USA en heeft al kennis. De
bierhouder zal vragen aan de wijnhandelaar om zijn producten aan de handelaars in
de USA verkopen, gebruikt zijn marktkennis. Er ontstaat 2 contracten. Een
verkoopovereenkomst tussen de bierhouder en de wijnhandelaar en een
wijnhandelaar en de handelaars in USA.

- Bijzondere vormen van indirecte export:


o Export van knowhow: de kennis die ik heb en het verkopen aan andere
bedrijven. Huawei wil zijn 5G-technologie verkopen aan de USA, maar de USA
wil geen producten van China. Huawei geeft de handleiding aan een
Amerikaans bedrijf om de antennes in elkaar te steken  Huawei heeft enkel
de technologie verkocht aan de buitenlandse firma

o Licentiefabricage: een recht krijgen om een bepaald product of merknaam te


gebruiken in een ander land.
VB Coca Cola Belgium is de licentiehouder van Coca Cola Company USA en
gaat Coca Cola bottelen en verkopen in België. Coca Cola Belgium gaat de
licentie betalen aan de CCC en de meerderheid van hun winst gaat naar de
CCC.
VB Samson is een figuur van studio 100. Studio 100 geeft licentie aan een
vleesverwerkend bedrijf om samsonworst te produceren, kiest ook de
verpakking Studio 100 verkoopt geen worst, het is het vleesverwerkend
bedrijf die samsonworst verkoopt aan Colruyt en Delhaize. Het
vleesverwerkend bedrijf betaald enkel studio 100 om het figuur te gebruiken.
Als het vleesverwerkend bedrijf een slechte smaak heeft voor die worst, dan
gaat studio 100 het contract niet verlengen en een licentie geven aan een
ander vleesverwerkend bedrijf en een similair verpakking gebruiken en wij als
consumenten zullen het niet merken.

o Franchising:
VB Mc Donald’s is de Nieuwstraat is een afzonderlijk BVBA en kopen het
commercieel concept van Mc Donald’s. Maar Mc Do Nieuwstraat is een
afzonderlijk bedrijf. Mc Do heeft als taak om reclame te maken enz.

o Buitenlandse investering: Een buitenlands filiaal oprichten of kopen en daar


het bier brouwen. Iets ter plaatse produceren en verkopen. Er is toch wel een
financieel transactie gebeurd. Deel van de winst gaat naar BE.
VB BE brouwerij wil verkopen in de USA. Brouwerij gaat een brouwerij
oprichten in de USA en het recept daar invoeren.
De verkoopovereenkomst

 Algemene verkoopsvoorwaarden: de keerzijde van de factuur.


o Wanneer zijn die geldig? Welke zijn ze van toepassing?
 De koper moet kennis genomen hebben van de voorwaarden
 De koper moet toestemming hebben gegeven, akkoord gaan

 Bijzondere verkoopsvoorwaarden: alle zaken die je onderling afspreekt: het product


zelf, welke prijs er wordt afgesproken, wanneer het wordt geleverd  Heeft
voorrang op de algemene verkoopsvoorwaarden
o Aard en kwaliteit van de goederen
o Hoeveelheid
o Prijs
o Verpakking
o Conditie van de goederen
o Plaats van levering
o Tijdstip van levering
o Betaling
o Financiering
o Geschillen

De leveringsvoorwaarden - Incoterms®

Leveringsvoorwaarden: wie gaat leveren

Ontstaan van Incoterms:

 Levering: vervoerskosten, risico, douaneformaliteiten


 Standaardleveringsvoorwaarden internationaal verschillend geïnterpreteerd

INCOTERMS (International Commercial Terms)

 Opgesteld door International Chamber of Commerce sinds 1936


 Beschermd (®): als we verwijzen naar incoterms 2020 dan weten we dat het dat is en
niet anders.
 Geen wettelijke voorschriften
 Deel van de verkoopsvoorwaarden: het zijn alleen leveringsvoorwaarden

Wat regelen Incoterms?

 Kostenverdeling: wie betaald wat


o Vervoer
o Verzekering
o Documenten
o Belastingen
 Risicoverdeling
o Waar gaat het risico over van verkoper op koper?
o Begrip: Levering: een juridisch begrip
 Taakverdeling: wie gaat wat organiseren
o Wie organiseert vervoer
o Wie sluit verzekering af
o Wie vervult de douaneformaliteiten

Wat regelen Incoterms niet?

 Eigendomsoverdracht
 Betalingsmodaliteiten: hoe moet betaald worden, op welke termijn enz.

Er zijn 11 incoterms in totaal

 Alle vervoersvormen: EXW, FCA, CPT, CIP, DAP, DPU, DDP


 Enkel zee- en binnenvaart: FAS, FOB, CFR, CIF
 Juiste notatie: VB  FOB (Antwerpen – Incoterms 2020)

Schema incoterms:

- Groen= taak van de verkoper


- Blauw = taak van de koper
- E-termen: weinig verantwoordelijk voor de verkoper
- F-termen: omslagpunt vaak voor het hoofdvervoer gebeurt
- C-termen: een onderscheid tussen kosten en de risico’s bovenste lijn, de verkoper
gaat de kosten verdragen voor het vervoer
- D-termen: het hoofdvervoer inclusief risico op het hoofdvervoer ten laste is van de
verkoper

Ex Works (EXW):

Verkoper:

 De goederen in zijn eigen magazijn verpakt (tenzij voor goederen waarvoor dit niet
gebruikelijk is) ter beschikking stellen aan de koper.
 Een exportfactuur en de gebruikelijke transportverpakking voorzien.

Koper:

 De goederen in de magazijnen van de verkoper (laten) ophalen.


 Op eigen kosten en risico alle schikkingen treffen om de goederen naar hun
bestemming te brengen (laden, vervoer, uitvoerformaliteiten en - vergunningen ...).

Aandachtspunten:

- Verkoper heeft geen verplichting om goederen te laden


- De koper heeft geen verplichting ten aanzien de verkoper om vervoerscontract af te
sluiten
- CMR:
o Afzender (contractual shipper): koper
o Verlader (material shipper): koper

Free (FCA) – Free Carrier

Voorbeeld = FCA (Brussel) naar Berlijn

Verkoper:

- Ter beschikking stellen (verpakken)


- Douane-aangifte voor export
- Het laden op het aankomend vervoermiddel
- Zorgt dat de goederen tijdig klaar zijn
- Draagt de vervoerskosten en de risico’s tot bij de vervoerder of vervoerterminal
- Draagt de goederen over aan de vervoerder aangesteld door de koper.
- Alle kosten voor uitvoerformaliteiten

Koper:
- Staat in voor het vervoer vanaf de overeengekomen plaats
- Draagt risico op schade vanaf aflevering bij de vervoerder
- Zorgt voor de invoerformaliteiten
- Draagt alle belastingen en heffingen bij invoer

Aandachtspunten

- Lossen/Laden:
o FCA (adresverkoper)  laden op de vrachtwagen van de koper
o FCA (adresvervoerder) )  FCA (Willebroek)  Verkoper: vervoer tot
genoemde plaats excl. Lossing
- CMR:
o Afzender (contractual shipper): koper
o Verlader (material shipper): verkoper
- FCA+: verkoper boekt de vracht “voor rekening en risico van de koper”
vervoercontract tussen verkoper en vervoerder
o Juridische band tussen verkoper en vervoerder
o Verkoper wordt contractual en material Shipper

Carriage Paid to (CPT)

Voorbeeld: Brussel  Berlijn

- Vervoeren met een vrachtwagen


- Hoofdvervoer wordt betaald door de verkoper
- CPT (Berlijn)  kosten tot Berlijn voor de verkoper
- Risico? Heeft de verkoper tot aan de goederen aan boord van de vrachtwagen zijn
o Rijdt de vrachtwagen tegen een boom? Risico voor koper
o Koper moet verzekering nemen tegen het mogelijk verlies van lading

Verkoper

- Draagt de kosten en de risico’s tot terminal van vertrek hoofdvervoer


- Draagt de vervoerskosten tot aangeduide bestemming
- Alle kosten voor uitvoerformaliteiten
- Nodige documenten bezorgen aan koper (vb. factuur, paklijst)

Koper

- Staat in voor het vervoer vanaf de overeengekomen plaats van aankomst


- Draagt de lossingskosten op plaats van bestemming
- Draagt het risico op schade vanaf aflevering op de vervoerterminal van vertrek
- Zorgt voor de invoerformaliteiten
- Draagt alle belastingen en heffingen bij invoer

Aandachtspunten
- Notatie bij C-terms: vb. CPT (Zeebrugge)
o Plaats van bestemming (shipped to)
o Aanbeveling: bepaal ook de plaats van risico-overdracht (Shipped from)
- C-terms en transitkosten(T1)
- C-terms en “zelf vervoer uitvoeren”
- Plaats van levering

2 plaatsen van belang?

- Waar de kosten overgaan van verkoper op koper


- Waar de risico’s overgaan van verkoper op koper
- Probleem bij CPT (Zeebrugge) ?
o Hetgeen tussen haakjes  Ik als verkoper de kosten tot Zeebrugge
o Aanbeveling  CPT (shipped to Zeebrugge/ shipped from Tanger)
 Kosten tot zeebruggen en risico tot tanger

Transitdocument= laat toe om niet EU-goederen binnen de EU te vervoeren


Transitdocument ten laste van de koper

Carriage and Insurance Paid to (CIP)

Verkoper sluit een verzekering tegen ladingschade tijdens het vervoer op kosten van de
verkoper maar ten gunste van de koper

Verkoper

- Draagt de kosten en de risico’s tot terminal van vertrek hoofdvervoer


- Draagt de vervoerskosten tot aangeduide bestemming
- Draagt alle kosten voor uitvoerformaliteiten
- Nodige documenten bezorgen aankoper
- Sluit een goederenverzekering op eigen kosten ten gunste van de koper

Koper:

- Staat in voor het vervoer vanaf de overeengekomen plaats van aankomst


- Draagt de lossingskosten op plaats van bestemming (ten zij deze in de vervoerprijs
zijn begrepen)
- Draagt het risico op schade vanaf aflevering op de vervoerterminal van vertrek
- Zorgt voor de invoerformaliteiten, incl. transit-formaliteiten
- Draagt alle belastingen en heffingen bij invoer

Aandachtspunten:

- Verzekering: minimale dekkingsvoorwaarden door Clauses C van de Institute Cargo


Clauses:
o Gedekt: verlies en beschadiging van goederen wegens brand, explosie,
stranding, zinken en overboord werpen, salvage guarantee
o Niet gedekt: diefstal, plundering, ...
o Teverzekerenwaarde:110%vandeCIP-waarde

Case: vervoer van chemische producten naar Istanbul (Turkije)


Uw bedrijf (verkoper) boekt tanktransport. Bij aankomst bij de Turkse klant start de
chauffeur de lossing. Wegens haast i.v.m. een terugrit besluit de chauffeur de lossing te
stoppen en de terugrit aan te vatten.
De Turkse klant controleert zijn voorraad en merkt dat slechts de helft van de bestelde
hoeveelheid is gelost. Hij eist de onmiddellijke levering van de andere helft en dreigt met
schadevergoeding wegens het stilvallen van de productie.

Wat moet u doen?

- Kosten tot Istanbul zijn voor de verkoper


- Geen risico voor transport omdat er maar 1 transport is
- De Turkse koper volstaat het risico

Delivered at Place (DAP)

Het volledige vervoer overlaten aan de verkoper

Verkoper

- Draagt de vervoerskosten tot de genoemde plaats, excl. lossen


- Draagt risico’s en kosten tot de genoemde plaats
- Draagt alle kosten voor uitvoerformaliteiten
- Nodige documenten bezorgen aan koper

Koper

- Staat in voor het verdere vervoer vanaf de genoemde plaats


- Draagt de kosten voor lossing op de overeengekomen plaats
- Draagt het risico op schade vanaf de overeengekomen plaats
- Zorgt voor de invoerformaliteiten
- Draagt alle belastingen en heffingen bij invoer

Aandachtspunten

- D-terms en transitkosten?
o Voorbeeld: “DAP Brussel” met verscheping op Rotterdam. Wie is
aansprakelijk voor kosten en risico’s m.b.t. dit transitdocument?

Delivered at Place Unloaded (DPU)

Verkoper

- Draagt de vervoerskosten tot de genoemde plaats,incl.lossen


- Draagt risico’s en kosten tot de genoemde plaats
- Draagt alle kosten voor uitvoerformaliteiten
- Nodige documenten bezorgen aan koper

Koper

- Staat in voor het verdere vervoer vanaf de genoemde plaats


- Draagt het risico op schade vanaf het tijdstip dat deze zijn geleverd
- Zorgt voor de invoerformaliteiten
- Draagt alle belastingen en heffingen bij invoer

Delivered Duty Paid (DDP)

Verkoper
• Draagt de vervoerskosten tot de genoemde plaats
• Draagt risico’s en kosten tot de genoemde plaats
• Draagt alle kosten voor uitvoerformaliteiten
• Staat in voor het vervullen van de invoer- of doorvoerformaliteiten
• Draagt alle belastingen en heffingen bij invoer (invoerrechten én btw)

Koper
• De goederen ingeklaard in ontvangst nemen op de overeengekomen plaats.
• Draagt de kosten voor lossing op de overeengekomen plaats

Aandachtspunten

- Dogma “import of record”


o Vestiging/ registratie van de verkoper nodig in land van bestemming

Free Alongside Ship (FAS)

Verkoper

- Draagt risico en kosten om de goederen tot de haven van vertrek te brengen (niet
gelost van aankomend voertuig)
- Verpakt de goederen, tenzij dit niet gebruikelijk is.
- Zorgt voor uitvoerformaliteiten
- Bezorgt de nodige documenten aan de koper

Koper

- Staat in voor het verder vervoer, incl. belading vanaf haven van vertrek
- Draagt het risico op schade vanaf haven van vertrek, incl. belading
- Zorgt voor de invoerformaliteiten
- Draagt alle belastingen en heffingen bij invoer

Aandachtspunten

- Bedoeld voor projectlading en buikgoederen


- Bill of lading:
o Contractual shipper: koper
o Material shipper: koper

Free on Board (FOB)

Verkoper

- Draagt risico en kosten om de goederen aan boord te brengen, incl. belading


- Zorgt voor uitvoerformaliteiten
- Bezorgt de nodige documenten aan de koper

Koper

- Staat in voor het verder vervoer vanaf haven van vertrek


- Draagt het risico op schade aan de goederen vanaf dat deze aan boord van het schip
- geplaatst zijn.
- Zorgt voor de invoerformaliteiten
- Draagt alle belastingen en heffingen bij invoer

Aandachtspunten

- Overdracht risico niet = scheepsregeling


- Gecontesteerd voor gebruik bij container
- FOB+ mogelijk (cfr. FCA+)

Cost and Freight (CFR)

Verkoper

- Draagt risico en kosten om de goederen aan boord te brengen, incl. belading


- Betaalt vervoerskosten tot haven van bestemming
- Zorgt voor uitvoerformaliteiten
- Bezorgt de nodige documenten aan de koper

Koper

- Staat in voor het verder vervoer vanaf haven van aankomst


- Draagt de kosten van lossing in haven van aankomst
- Draagt het risico op schade aan de goederen vanaf dat deze aan boord van het schip
geplaatst zijn
- Zorgt voor de invoerformaliteiten
- Draagt alle belastingen en heffingen bij invoer

Aandachtspunten
Wat is het verschil tussen CFR en CPT?

Onder CPT: gecombineerd vervoer onder Fiata-BL. Ongeluk tijdens wegvervoer->


aansprakelijkheid bij koper.
Onder CFR: laden aan boord is kritisch punt. Ongeluk tijdens wegvoervoer ->
aansprakelijkheid verkoper.

Cost, Insurance and Freight (CIF)

Verkoper

- Draagt risico en kosten om de goederen aan boord te brengen, incl. belading


- Betaalt vervoerskosten tot haven van bestemming
- Sluit een verzekering af op eigen kosten, ten gunste van de koper
- Zorgt voor uitvoerformaliteiten
- Bezorgt de nodige documenten aan de koper

Koper

- Staat in voor het verder vervoer vanaf haven van aankomst


- Draagt de kosten van lossing in haven van aankomst
- Draagt het risico op schade aan de goederen vanaf deze geplaatst zijn aan boord van
het schip
- Zorgt voor de invoerformaliteiten
- Draagt alle belastingen en heffingen bij invoer

Aandachtspunten

Verzekering: minimale dekkingsvoorwaarden door Clauses C van de Institute Cargo Clauses:

- Gedekt: verlies en beschadiging van goederen wegens brand, explosie, stranding,


zinken en overboord werpen, salvage guarantee
- Niet gedekt: diefstal, plundering, ...
- Teverzekerenwaarde:110%vandeCIF-waarde

Toepassingen op Incoterms

Wie draagt de kosten voor het hoofdtransport bij:

- EXW = koper
- FOB = koper
- CIF = verkoper
- DDP = verkoper

Wie draagt het risico voor schade tijdens het hoofdtransport bij:

- EXW = koper
- FOB = koper
- CIF = koper
- DDP = verkoper

Toepassingen op Incoterms (dia 103)

Oefening 1

- DAP:
- Kosten voor verkoper (AB inbev): 55 + 98 + 144 + 191 + 180 + 161 + 164 + 1590 +
272= 2855
- Contractwaarde was 1500  2855 > 1500 = geen winst dus verlies. AB Inbev moeten
hun kosten dekken

Oefening 2 (104)

EUR 1 certificaat is aangeleverd door de verkoper.

Oefening 3

- Rol verkoper: goederen ter beschikking stellen


- Rol koper: laden aan de 1e vervoerder
Welke incoterm is beter? FCA (Vancouver)  het laden door Watkins wat betreft zowel
kosten als risico’s.

Kosten van het internationaal versturen van goederen

Toepassing: Wie betaalt de volgende kosten ingeval van DAP (Mechelen)?

Kosten voor lossen uit vrachtwagen: koper


Factuur is fout omdat de Insurance Fee door de verkoper moet worden betaald.

Hoofdstuk 5: Documenten in de internationale handel

Vervoersvormen: ter info

Vervoersdocumenten:

- Functie?
o Vervoersovereenkomst
 Tussen verlader, vervoerder en geadresseerde
 Internationaal uniforme vervoersvoorwaarden
 Juiste uitvoering, juiste aanrekening
o Rol bij betaling (documentair krediet)
- Belangrijkste:
o Bill of lading (B/L)  zeevervoer
o Binnenvaartconnossement  binnenvaart
o CMR-vrachtbrief  wegvervoer
o CIM-vrachtbrief  spoorvervoer
o Airwaybill  luchtvaartvervoer
Bill of lading: is een officieel verschepingsdocument dat de eigenaar van een
zeevrachtlading aangeeft.

- Goederen
- Bestemming
- Leveren tegen origineel
- Betaling vrachtprijs

Kenmerken

- Ontvangstbewijs
- Vervoersovereenkomst
- Afleveringstitel/ titel van bezit
o Verhandelbaar origineel

Overdraagbaarheid

- Op naam
- Aan order  to order of X
- Aan toonder

Aantal exemplaren

• 4 originelen
• Negotiable vs. Non-negotiable

FIATA BL (House Bill of lading)

• Uitgesteld door expediteur  organiseren van transport


• Voor multimodaal vervoer
• Verhandelbaar of niet-verhandelbaar • Bezitstitel

Soorten:
• On board B/L
• Clean B/L
• House B/L

Binnenvaartconnossement

- Ontvangstbewijs
- Vervoersovereenkomst
- Geen afleveringstitel/ bezitstitel

Overdraagbaarheid

- Op naam
- Aan order
- Aan toonder

CMR-vrachtbrief

Convention relative au contrat de transport international de Marchandises par Route (CMR)

- Ondertekend door 30 landen, waaronder E.U + EVA


- Verplicht voor internationaal beroepsvervoer van goederen
- In BE ook voor binnenlands beroepsvervoer

Kenmerken:

- Ontvangstbewijs voor de verlader (opdrachtgever)


- Vervoersovereenkomst
- Geen afleveringstitel
- Op naam
- Opgesteld door de vervoerder
- In 4 exemplaren
o Verzender
o Ontvanger
o Vervoerder
o Opdrachtgever
- Verlader verantwoordelijk voor fouten op CMR

Verantwoordelijkheden

- Afzender
o (juistheid) Benodigde documenten
o Aanduidingen m.b.t. goederen (staat van de goederen)
o Verpakking
o Laden
- Vervoerder
o Schade of verlies
o Vertraging in aflevering
- Ontvanger
o Lossen
o Betalen van de vervoerprijs, tenzij anders overeengekomen

CIM-vrachtbrief

Convention Internationale concernant le transport de Marchandises par chemin de fer (CIM)

- Ondertekend door 30-tal landen


- Kenmerken
o Vervoersovereenkomst
o Ontvangstbewijsvoorverlader
o Geen afleveringstitel
o Op naam
o 5 exemplaren
o Transitdocument
o Verplichte/voorwaardelijke/facultatievevakken

Air Way Bill: Vervoersovereenkomst voor luchtvervoer

Kenmerken:

- Vervoersovereenkomst
- Ontvangstbewijs
- Bewijs van verzekering
- Instructie voor carrier
- Op naam, niet verhandelbaar
- Opgemaakt in 3 originelen, door luchtvaartagent of vervoerder

Andere documenten bij internationale handel

2. Invoer- en uitvoervergunning: Voorafgaandelijke toelating om een bepaalde


hoeveelheid goederen in of uit te voeren

Uitgegeven door:

- BIRB (Belgisch Interventie-en Restitutie bureau) voor landbouwproducten


- FOD Economie voor overige producten

Waarom?

- Protectionisme “eigen economie”


- Veiligheid
- Internationaleverdragen
- Kwaliteit

Waarvoor?

O.a. militair materieel, chemische producten, diamant, goederen voor tweeërlei gebruik

Handel in landbouwproducten (EG-certificaten)

- Uitvoer naar derde landen


o Landbouwsubsidies E.U.
 Controle over uitgevoerde hoeveelheden
 Bedrag van uitvoerrestituties vooraf vastleggen
 Uitvoeraangifte douane vormt de basis voor uitbetaling subsidie.
o Toepassing op landbouwproducten en industriële producten (frisdranken,
gebak, bier, kleurstoffen...)

- Invoer uit derde landen


o Landbouwheffingen, geïnd door douane
o EG-certificaat (AGRIM)
o CITES (producten van bedreigde diersoorten)

3. Oorsprongsdocumenten

Soorten:

- EUR-certificaat (EUR1 / EUR2 / oorsprongsverklaring)


o EU preferentiële handelsakkoorden
o Enkel oorsprong EVA, ACP en landen met pref. akkoord
- EUR-Med:
o Pan-Euro-Mediterraneakkoorden
o Grondstoffen mee laten tellen voor oorsprongsbenadering
- REX (Registered EXporter):
o Verklaring op de factuur (vervangt vroegere FORM A)
o Op basis van Algemeen Preferentieel Systeem
- EU-certificaat van oorsprong

4. Gewichtscertificaat: Bewijs van bruto- en nettogewicht

5. Gezondheids en fytosanitair certificaat

Gezondheidscertificaart

- Toepassing: levende dieren, producten van dierlijke oorsprong


- Controle door dierenarts + voorlegging van gezondheidscertificaat aan de E.U.
buitengrens

Fytosanitair certificaat

- Toepassing: planten, zaden, vruchten, groenten, plantgoed, snijbloemen


- Onderworpen aan onderzoek en voorlegging fytosanitair certificaat

6. Inspectiecertificaat

- Uitgereikt door (erkende) gespecialiseerde ondernemingen


- Controle van technische normen, kwaliteit, e.d.

7. Factuur & paklijst: Handelsfactuur vereist voor douane-aangifte

Vermeldingen

- Prijs + munteenheid
- Hoeveelheid en gewicht
- Goederenomschrijving
- BTW-nummer verkoper

Consulaire factuur

Pro-forma factuur : “only for customs purposes”

Hoofdstuk 7: Douaneformaliteiten

Douane:

- FOD Financiën
o Douane en accijnzen  zijn bevoegd om u te stoppen en controle te voeren
- Taken:
o Fiscale opdrachten: alles wat betrekking heeft op belastingen innen
 Vervoer van goederen correcte I.R.
 Smokkel sigaretten  accijnzen
 Brandstoffen
o Niet-fiscale opdrachten: alles wat te maken heeft met het innen van
accijnzen en BTW
 Drug/ verbodenmiddelen
 Veiligheid van de consumenten (medicatie die schadelijk is voor de
consumenten, verpakking dat niet oké is)
 Namaakgoederen (valse louis vuitton zakken)

Hoe doen douane & accijnzen deze controles?


1. Controlen op basis van documenten: factuurpaklijst, …
o Oorsprong van de producten
o Welke partijen (wie is koper, verkoper…)
o Goederen
o ….
2. Goederen gaan scannen (ook op de luchthaven): zijn a.d.h.v. densiteit van materiaal
3. Fysieke verificatie: container open maken en kijken wat dat et effectief in zit

Soorten belastingen m.b.t. buitenlandse handel

- Rechten (gelijk in alle EU-landen = EU-bevoegdheid  EU commissie beslist over de


tarieven van de:
o Douanerechten (gemeenschappelijk buitentarief)
o Bijzondere landbouwheffingen  protectionisme van de landbouw (niet te
veel afhankelijk zijn van het buitenland)
o Antidumpingrechten: als producten op de EU markt wordt gebracht, onder
de productieprijs dan is dat dumping. EU kan antidumpingrechten op heffen.
 Fietsen: Chinese fabrikanten kregen subsidies van de Chinese
overheid en brachten de fietsen met een hele lage prijs op de EU
markt. Ze waren veel te goedkoop t.o.v. de EU fietsen = niet eerlijk
- Belastingen (niet gelijk in alle EU-landen)
o Accijnzen
 Alcohol en alcoholhoudende dranken
 Minerale oliën
 Tabakswaren
- BTW
o Bijv. BTW op smartphone:
 In België: 21%
 In Luxemburg: 17%

Tarief van invoerrechten

- Nomenclatuur: tariefcode
o “HS code”: Harmonised System  WTO
 Min. 6 cijfers
 150 landen
o TARIC: Integrated Tariff of the European Communities
 Uitbreiding van HS
 10 cijfers
 Uniform in alle EU-landen

Voorbeeld: U bent invoerder van deurmatten. Welk tarief zal u moeten betalen aan de
douanediensten? (ZOEKEN IN TARIC)

BTI = bindende tariefinlichting

Hoe worden de heffingen berekend?


- Ad valorem: % op de invoerwaarde
- Specifiek: bedrag per m2, stuk, kg, ...
- Gemengde rechten: combinatie van ad valorem en specifiek
- Forfaitaire rechten: vast recht ongeacht soort goederen

Douanewaarde (maatstaf van heffing): waarde van het product op het moment dat het de
EU bereikt.
Voorbeeld: USA exp  Brussel imp
EXW (waarde van de goederen in USA)

Soorten douaneverrichtingen

- Communautaire goederen (Unie goederen)


o Oorsprong EU
o Niet oorsprong EU  vrij verkeer gebracht
o GEEN INVOERRECHTEN (0%)
- Niet-communautaire goederen (Niet-unie goederen)  niet oorsprong EU  geen
vrij verkeer gebracht

- Verrichtingen
o Invoer
 Definitieve invoer: IMA-document: I.R. betalen (+BTW)
 Tijdelijke invoer:
 Geen I.R.
 Specifieke magazijnen die een toelating gekregen hebben van
de douane: goederen die een definitieve I.R. hebben betaald
 100.000 stuks TV’s  geen I.R.  10.000 stuks definitieve
invoer naar Carrefour (FR)  I.R. def. Invoer
 50.000 stuks naar Marokko  uitvoer => geen I.R.
 40.000 stuks verkopen naar de Media markt  I.R. betalen
 Wederinvoer
o Uitvoer
 Definitieve uitvoer: ik heb een product dat de EU gaat verlaten naar
een bedrijf in een niet EU-land  document opstellen voor defitieve
uitvoer  geen I.R.
 Tijdelijke uitvoer
 Wederuitvoer na tijdelijke invoer
o Doorvoer (transit)

- Oorsprong: Italië = unigoederen (vrij verkeer van goederen)


- Communautaire goederen  geen invoerrechten betalen. (0)

Hoofdstuk 9: Betalingsmiddelen en betalingstechnieken

Risico: Spectrum tussen op betalingsuitstel (open account) en voorafbetaling

Geschikte betalingstechniek afhankelijk van:

- Relatie tussen leverancier en klant


- Politiek en economisch klimaat in het buitenland
- Aard van de goederen of diensten
- Omvang van de verrichting

Betalingsmiddelen:
- Transfers
- Debetkaart
- Kredietkaart
- Cheque
- Wisselbrief

1. Transfers: Overschrijving van/naar het buitenland


- SEPA (Single Euro Payments Area)
o Eengemaakte betalingsruimte
o Alle betalingen binnen SEPA-zone zijn “binnenlandse betalingen”
- De Europese overschrijving in euro
o Verplicht in alle SEPA-landen
o IBAN (International Bank Account Nr.)
o BIC/SWIFT
o Verplichte velden
o Kosten

Transfers: Internationale overschrijving

- in EUR buiten SEPA-zone


- In andere munt dan EUR
- Kosten:
o Betalingsprovisie
o Bijkomende kosten
- Voor- en nadelen
o Goedkoop en eenvoudig
o Enkel te gebruiken bij weinig commercieel/politiek risico
o Noodzaak aan vertrouwen tussen partijen m.b.t. uitvoering betaling en
kwaliteit van de te leveren goederen

- SWIFT (Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication)


o Interbancair telecommunicatiemiddel
 Snel
 Bescherming tegen fraude, vervalsing en vergissingen
 Ongelimiteerde bedragen
o Procedure:
 Normale (geen garantie van uitvoeringsdatum)
 Dringende (prioritaire verwerking, duurder)

Isabel: (Interban Interbank Standards Association Belgium)

- E-banking d.m.v. verschillende rekeningen in binnen- en buitenland kunt beheren


- Betalingen die niet teruggeroepen kunnen worden  een de betaling is gedaan, kun
je het niet meer annuleren  beter voor bedrijven zodat ze weten dat de betaling
echt is gedaan en daarna kunnen ze de goederen vrij geven.

- Voordelen:
• Alle verrichtingen
• Overzicht van alle rekeningen
• Eigen beheer van de rechten van de gebruikers • Rapportering
• Centrale opslag van gegevens
• Integratie met btw-aangifte mogelijk
• Niet kosteloos, maar transactiekosten zijn lager

Doorlopende opdracht: vb. de maandelijkse huur van appartement of huis, altijd hetzelfde
bedrag dat op een bepaalde dag wordt betaald en je kan het op ene dag op de andere
annuleren.

- Automatische overschrijving van een vast of variabel bedrag naar eenzelfde


begunstigde
- Europese doorlopende opdracht (SEPA-zone)
- Internationaal doorlopende opdracht
- EU-richtlijn: terugbetaling eisen binnen 8 weken

Domiciliëring: de schuldenaar (vb Basifit) gaat maandelijks een bepaald bedrag van uw
rekening nemen. Je geeft de toestemming aan de schuldenaar om elke maand geld nemen
van uw rekening.
- Schuldenaar geeft mandaat aan schuldeiser voor het automatisch debiteren van zijn
rekening
- SEPA Direct Debit
• Ook voor buitenlandse schuldeisers
• Mandaat loopt niet meer via bank van de schuldenaar
- Voordelen
• Eenvoud
• Vooropgestelde kalender
• Debitering SN en creditering SE op zelfde dag
• Weinig opvolging nodig door SE
- EU-richtlijn: terugbetaling eisen binnen 8 weken

Verschil doorlopende opdracht en domiciliëring: Doorlopende opdracht dan geef je zelf de


opdracht om elke maand, hetzelfde bedrag over te schrijven naar een rekening en bij een
domiciliering kan de schuldeiser het bedrag zelf van uw rekening maandelijks aftrekken. Bedrag
kan altijd verschillend zijn

Debiteren: er gaat af van uw rekening

Crediteren: er komt bij aan uw rekening

Western-Union: geldtransfer van/naar buitenland

• Cash verrichtingen tussen particulieren  enkel B to C


2. Debetkaart: gewone standaard kaart waarbij je betalingen doet dat gaat
onmiddellijk van uw rekening, kan in het buitenland betalen (Maestro)
- Elektronische betaalkaart
- Multifunctioneel
- Onmiddellijke debitering van de bankrekening
- Toepassing in internationale handel?
o Persoonlijke uitgaven in buitenland (MAESTRO)
o E-banking

3. Kredietkaart: Mastercard, Visa  je krijgt een betalingsuitstel


- Elektronische betaalkaart
- Multifunctioneel
- Periodieke debitering van de bankrekening
- Krediet
- Toepassing in internationale handel:
- Persoonlijke uitgaven

4. Cheque : Geen CEPA-instrument


- Overdraagbaar betalingsmiddel
- Je bent zelf de Trekker
- Betrokkene is de bank
- Begunstigde is de verkoper

- Vermeldingen:
- Begunstigde en overdracht (endossement) 3 soorten cheques:
• Aan toonder: iedereen kan de cheque innen, als ik een cheque op straat vind kan
ik die innen
• Aan order: partij X kan de cheque overdragen naar een andere partij
• Op naam: enkel de partij dat op naam genoemd werd kan die cheque innen
(indentificatie)

- Gekruiste cheque: De trekker of houder van een cheque kan deze kruisen door op


de voorzijde ervan twee evenwijdige lijnen te trekken. De bedoeling daarvan is
misbruik van gestolen cheques te voorkomen. Een gekruiste cheque kan door de
bank enkel aan één van zijn klanten of aan een andere bank worden betaald. 

- Gecertificeerde cheque: Wanneer je als begunstigde enerzijds wel een cheque wil


aanvaarden als betaling, maar anderzijds zeker wil zijn dat deze cheque ook gedekt is
en blijft, kan je betaling door middel van een ‘gecertificeerde’ cheque eisen. De
trekker kan de cheque door de betrokken bankier laten certificeren. Deze certificatie
heeft tot gevolg dat het bedrag waarvoor de cheque is uitgeschreven op
verantwoordelijkheid van de betrokken bankier tot het einde van de
aanbiedingstermijn ten behoeve van de houder van de cheque beschikbaar zal
blijven. Bij het certificeren van een cheque vermeldt de bankier van de trekker op de
voorzijde van de cheque dat het gaat om een gecertificeerde cheque. Op de
keerzijde vermeldt hij: ‘Gecertificeerd door’, gevolgd door de bankstempel en de
vereiste handtekening(en).
- Bescherming van de houder van de cheque
• Bevoorrechte schuldvordering: het komt voor de standaardbetalingen
• Wettelijke aanbiedingstermijnen
o BE: 8 dagen
o EU: 20 dagen
o Buiten EU: 120 dagen
o Geldigheid: 6 maanden

Soorten cheques:

- Internationale zakencheque:
o Eigenschappen: onbeperkte geldigheidsduur, opgemaakt in 3 exemplaren
o Importcheque: uitgeschreven door Belgische importeur
o Exportcheque: uitgeschreven door buitenlandse importeur
- Bankcheque: aankoop wagen, huis  bank zet dit garant dat het geld er is
• Wettelijk betaaldocument
• Bank ageert als betrokkene én trekker
- Voordelen/ nadelen:
• Risico beperkt
• Geen maximum bedrag
• Op naam en endosseerbaar
• Hoge kosten (aanmaakkosten, betalingsprovisie, correspondentiekosten)

5. Wisselbrief:
- Verhandelbaar document waarin de trekker (verkoper) de opdracht geeft aan de
betrokkene (koper) op de vervaldag een bepaalde som te betalen aan de
begunstigde
- Geen SEPA-instrument
- Voordeel:
• Betalingsuitstel verlenen
• Risico op niet-betaling beperkter dan overschrijving
- Partijen
- Wettelijke & bijkomende vermeldingen

- Acceptatie: verbintenis van de betrokkene t.o.v. de houder om de wisselbrief op de


vervaldag te betalen
- Aval: garantie door een derde partij (bijv. bank)
- Endosseren:
• Houder draagt de wissel over aan een derde
• Regresplicht van de endossant
- Protest: protestakte door gerechtsdeurwaarder bij weigering van
acceptatie/betaling

- Gebruik in omringende landen


o Wetgeving verschilt naargelang het land
o Wisselbrief in Centraal-Europa is af te raden
o Lettre de Change-Relevé (LCR) in Frankrijk:
 Geen materiële aanbieding van het handelspapier
 Op een Franse betrokkene
 Lagere kosten
Betalingstechnieken:

- Grondslag
- Risico’s
• Voor de exporteur: betaling voor de levering/productie
• Voor de importeur: betaling zodra goederen
 Gevolg: veiligheid inbouwen
 Oplossing:
1. Documentair incasso
2. Documentair krediet (Letter of Credit)

1. Documentair incasso: Handelsdocumenten worden door de bank van de exporteur


slechts overhandigd aan de koper na betaling (D/P) of acceptatie van wissel (D/A)
- Documents against payment (D/P)
- Documents against acceptance (D/A)

- Regels:
• Uniforme regels ICC: iedereen gaat deze regels volgen

- BV. Importeur (Koper) (BE:Brussel  Antwerpen) en exporteur (verkoper) (USA)


- Commerciële documenten: factuur, paklijst, bill of lading (Bezitstitel)….
- Incasserende bank = bank van de importeur  geeft de afgifte van documenten en
goederen aan de importeurenkel tegen betaling of wissel

- Risico’s:
o Risico op kwaliteit/ fabricagefouten (resiliatierisico)
o Bezit van de goederen  Bill of lading  doorverkoopwaarde zit lager
o Politiek risico: door politieke beslissing kunnen de goederen niet geleverd
worden
o Transferrisico (schaarste van deviezen)
o Wisselkoersrisico: op moment van de bestelling heb je een bepaalde waarde
van uw goederen, maar door dat uw contract in dollar werd opgesteld en als
op de betalingsdag de wisselkoers veranderd dan heb je geld verloren. 
Verschil van de waarde van het contract op de dag het van het sluiten van
het contract en het verschil van de waarde de dag van betaling.
- Kosten:
• Lager dan L/C

2. Documentair krediet: Op verzoek van de koper verbindt de krediet openende bank


zich de goederen te betalen aan de exporteur, van zodra deze conforme
documenten voorlegt

→ garantie van de bank (=Letter of Credit)  GEEN KREDIET  de bank zet zich garant
van de betaling  bank gaat altijd betalen ookal betaald de koper niet

- Welomschreven (documenten, vereisten,)


- Uniforme regels door International Chamber of Commerce (UCP- 600)

- Partijen:
• Importeur-koper (applicant)
• Krediet openende bank (issuing bank)
• Adviserende bank (advising bank)
• Exporteur (beneficiary)

- Documenten:
• Verzendingsdocumenten (BL, AWB, CMR, CIM...)
• Verzekeringsdocumenten
• Certificaten en facturen (paklijst…)
- Kredietopenende bank  garantie
- Internationale transfer  Bet. uitstel

- Vormen:
o Onherroepelijk documentair krediet:
o Geadviseerd documentair krediet: advising bank van de exporteur gaat zich
niet garant stellen van de betaling
o Geconfirmeerd documentair krediet: advising bank gaat zichzelf garant
stellen voor de betaling

o Documentair krediet tegen contante betaling: geen documenten als er geen


betaling is
o Documentair krediet tegen uitgestelde betaling:
o Documentair krediet tegen acceptatie van wisselbrief
o Documentair krediet tegen negotiatie van wisselbrief

- Voordelen
• Zekerheid betaling
• Zekerheid omtrent verzending goederen
• Breed toepasbaar
• Politiek en transferrisico beperkt
• Betalingsuitstelmogelijk
• Vooral ingeval van twijfel van kredietwaardigheid: als er weinig vertrouwen is en
ook import uit Aziatische, Latijns-Amerikaanse, kleinere bedrijven enzovoort

- Nadelen:
• Complex: als er iets niet in orde is (bv letter verkeerd) dan moeten alle
documenten met een koerier enz.
• Hoge kosten

- Wisselkoersrisico:
• Valuta land importeur
• Valuta land exporteur
• Andere munt: bijv.USD

Hoofdstuk 11: Risico’s bij internationale handel

1. Risico van niet betaling

- Vóór de levering van de goederen


o Fabricage of resiliatierisico (voor de verkoper)
 Indekken?
 Voorafbetaling
 Voorschot
 Aanvatten productie na bevestiging van L/C
 Bankgarantie door bank koper
 Verzekering
 Schadevergoedingsclausule
o Technisch risico (voor de koper): hij is niet zeker van de kwaliteit van de
producten die hij wordt geleverd
- Na de levering van de goederen
o Betalingsrisico
 Private debiteur is insolvabel => Commercieel risico
 Indekken?
 Overheidsdebiteur: Risico op vertraagde betaling
 Indekken?
o Verzekeren van betalingsrisico
 Private kredietverzekering
 Credendo: verzekeraar die gespecialiseerd is in het verzekeren van
hoge betalingsrisico’s (waarborg ...)
 Factoring:
2. Politiek risico
- Beslissingen van overheden
o Cfr. Boycot Belgische peren
o Indekken?
- Transferrisico (tekort aan deviezen)
- Consolidatierisico: onvermogen tot betaling (overheidsdebiteuren)

3. Wisselkoers (Exchange rate)


 Prijs van een munt uitgedrukt in
een andere munt
- Voorbeeld (17/05/2019) :
o EUR 1 = USD 1,1172
o USD 1 = EUR 0,8951

Voor de exporteur: Negatief


wisselkoersrisico: waarde contractmunt daalt

 Minder ontvangen dan dat ik bij het start van het contract had gedacht

Voor de importeur: Negatief wisselkoersrisico: waarde contractmunt stijgt


Interne dekkingstechnieken - Contract in eigen munt
- Contract in andere stabiele munt
- Wisselclausule in koopovereenkomst
- Interne compensatie
- Leading en lagging

Externe dekkingstechnieken - Constante dekking


- Wisseltermijncontract
- Wisseltermijncontract met optie op de vervaldag
- Valuta-optie
- Verzekeren

Transport- en logistiek risico:

- Risico op schade tijdens vervoer en overslag


- Indekken?
o Keuze transporteur
o Verzekering
o Incoterms
Administratief risico: risico op niet levering ten gevolge van complexe administratieve
verplichtingen.

Economisch risico: risico geen winst te maken door foutieve inschatting van kosten.

Juridisch risico: risico op conflict

Leveranciersbeslissing

You might also like