Professional Documents
Culture Documents
3° Intellectuele eigendomsrechten
4° Mediawetgeving
Wat is recht?
Door dit tijds- en plaatsgebonden karakter is het quasi onmogelijk om een definitie te geven die
dit overstijgt en die voldoende precies is om het recht te onderscheiden van andere
normensystemen (oa. ‘de moraal’).
a) Het uitvaardigen van het recht gebeurt via de regelgevende organen die aangesteld
worden dmv vrije verkiezingen en de democratische systemen. De wijze van
totstandkoming van het recht is ook bepalend. Om rechtsgevolgen te hebben moet een
regel niet alleen bestaan, hij moet bovendien rechtsgeldig zijn ontstaan. Niet alle regels
van het recht hebben dezelfde waarde. Er bestaat een hiërarchie van hogere en lagere
normen. Lagere normen mogen hogere niet tegenspreken. De regelgevende organen
zijn gebonden door bevoegheidsregels ( = maken uit tav welke materies en personen
ze regelgevend mogen optreden) en procedureregels (= bepalen op welke wijze en
volgens welke pleegvormen de totstandkoming van de regel dient te geschieden).
Rechtsregels zijn dus slechts bindend indien zij op geldige wijze zijn tot stand
gekomen met respect voor de voorgeschreven procedures en de hiërarchie der
normen.
b) Naleven van het recht: deze moet gewaarborgd worden. Het basisprincipe is
afdwingbaar en laat toe het recht te onderscheiden van andere gedragsregels. Het
recht is doorweven van allerlei sancties die afwijkend gedrag bestraffen. Meestal is de
sanctie een vooraf vastgesteld dwangmiddel waarvan een intimidatie-effect wordt
verwacht. Eigenrichting is verboden ( = het zichzelf recht verschaffen). Beslechten van
conflicten via overleg of arbitrage kan wel en maakt een sterke opgang in de
economische sfeer. De staat genereert nieuwe rechtsregels via wetgeving (wetgevende
macht), maakt de toepassing ervan mogelijk via regering en administratief apparaat
(uitvoerende macht) en past ze in zijn rechtbanken toe voor de beslechting van
geschillen (rechterlijke macht).
Rechtsgebieden/indeling
Rechtsbronnen
Verdragen (internationaal)*
Wet ( ≠ niveaus: grondwet – wet, besluiten, reglementen etc.)
Rechtspraak
Rechtsleer
Gewoonten/ gebruiken / algemene rechtsbeginselen
Billijkheid (algemeen – individueel = beperkt!)
C) Rechtspraak
Uit constante rechtspraak wordt een feitelijk algemeen bindende rechtsnorm afgeleid
Rechtsleer
Geheel van standpunten van de rechtsgeleerden zoals die blijken uit handboeken,
proefschriften, commentaren in juridische tijdschriften enz. = de wetenschap van het
recht
D) Gewoonten en gebruiken
Normen ontsproten uit lang en eenvormig gebruik
Door de gemeenschap nageleefd met rechtsovertuiging
Vindt zijn neerslag niet in een of andere geschreven rechtsregel
Vb. Aanstelling formateur bij regeringsformatie
Algemene rechtsbeginselen
Vb. Recht van verdediging, onpartijdigheid van de
rechter
Juridisch redenen
Grote vrijheid rechter
Recht is niet zwart/wit, maar vaak grijs, het moet en wil objectief zijn, maar ontsnapt
zelden aan een minstens deels subjectieve beoordeling…
Overzicht
• Algemene informatieplicht
• Prijsaanduiding
• Vergelijkende reclame
• Promoties inzake prijzen
• Uitverkoop en
• Solden
• Titels
• Gezamenlijk aanbod
• Openbare verkopen
1° Algemene informatie-plicht
Wat? De onderneming moet te goeder trouw aan de consument de behoorlijke en nuttige
informatie geven betreffende de belangrijkste kenmerken van het product en betreffende de
verkoopsvoorwaarden art. VI.2
Wanneer? Ten laatste op het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst
Parameter? Rekening houdende met de door de consument uitgedrukte behoefte aan
informatie en rekening houdend met het door de consument meegedeelde of redelijkerwijze
voorzienbare gebruik.
2° Prijsaanduiding
HOOFDSTUK 2. – Prijsaanduiding
Art. VI. 3.
§1 Behalve bij openbare verkoop, duidt elke onderneming die aan de consument goederen te
koop aanbiedt, de prijs hiervan schriftelijk en ondubbelzinnig aan.
Indien de goederen te koop uitgestald zijn, is de prijs bovendien leesbaar en goed zichtbaar
aangeduid.
§2 Elke onderneming die aan de consument homogene diensten aanbiedt, duidt de prijs
hiervan schriftelijk, leesbaar, goed zichtbaar en ondubbelzinnig aan.
Art. VI. 4. De aangeduide prijs is de door de consument totaal te betalen prijs, waaronder is
begrepen: de belasting over de toegevoegde waarde, alle overige taksen en de kosten van
alle diensten die door de consument verplicht moeten worden bijbetaald.
Art. VI. 5. De prijzen voor consumenten zijn minstens in euro vermeld.
Art. VI. 6. Elke reclame voor consumenten die gewag maakt van een prijs, vermeldt die over-
eenkomstig de voorschriften van de artikelen VI. 4 en VI. 5, alsmede van de met toepassing
van artikel VI. 7, 1° vastgestelde bepalingen.
3° Vergelijkende reclame
zie deel 2
“elke vorm van reclame waarbij een concurrent of de door een concurrent aangeboden
goederen of diensten uitdrukkelijk of impliciet worden genoemd”
Vroeger: verboden!
Na richtlijn 2006/114: mag mits voorwaarden in art VI.17 vervuld zijn ‡ anders verboden!
Vergelijkende reclame is, wat de vergelijking betreft, geoorloofd op voorwaarde dat ze :
1° niet misleidt
2° vergelijkbare goederen vergelijkt
3° op een objectieve vergelijking van objectief vergelijkbare elementen is gebaseerd;
4° niet leidt tot verwarring
5° niet de goede naam schaadt van en zich niet kleinerend uitlaat over een concurrent;
6° voor goederen met een benaming van oorsprong in elk geval betrekking heeft op
goederen met dezelfde benaming;
7° geen oneerlijk voordeel oplevert ten gevolge van de bekendheid van een merk, van een
concurrent
8° goederen of diensten niet voorstelt als een imitatie of namaak van goederen of diensten
met een beschermd handelsmerk of beschermde handelsnaam.
Mag dit?
Reclame: bij Aldi vult u uw winkelkar 50% goedkoper dan bij Delhaize.
vergelijkende reclame waarbij één onderneming haar prijzen en voorwaarden uit haar
eigen promotioneel aanbod vergelijkt met de prijzen en voorwaarden van een normaal
aanbod van een concurrent.
Reclame: lidl-waspoeder: wast even goed als Dash, maar aan de helft van de prijs.
Dat kan en mag als de originele verkoopprijs van de machine bijvoorbeeld in de maand
september bij diezelfde winkel 200 euro is geweest.
Als consument kan je dat moeilijk nagaan. Je weet niet of de oorspronkelijke prijs die het
artikel in solden kostte ook echt zo is aangerekend geweest op een ander moment in die
winkel.
=> Referentieprijs (laagste prijs in maand voordien: art. VI.18) is immers
afgeschaft, dus ‘koopje kan duurder zijn dan de laatste prijs…
Wanneer mensen naar de winkel komen voor promotie zijn ze ook sneller geneigd andere
dingen te kopen lokvogelpraktijken? (5 stuks in stock aan grote korting)
=> mag niet! ‡ sanctie: moet klanten een “waardebon” geven waarmee ze later voor dezelfde
prijs product kunnen krijgen, tenzij wanneer aanbieding duidelijk zegt hoeveel stuks… indien
redelijk
PROBLEEM: aldi: nokia-gsms: “de gsm’s worden geleverd over 11 weken…“ veel
mensen zullen geen 11 weken wachten
Opm:
- Je mag geen voorraad overbrengen van vestiging die niet in uitverkoop is naar vestiging
die wel in uitverkoop is
Belangrijke punten:
Vanaf 6 december respectievelijk 6 juni: sperperiode in kleren-, lederwaren en
schoenensector je mag deze goederen niet aan een lagere prijs verkopen (maar ZEB-
arrest: sperperiode strijdig met richtlijn…)
Tijdens de solden mogen alleen goederen die al in de winkel waren verkocht worden ‘in
solden’
Geen referentieprijs!
7°
a) Titels die recht geven op een latere (gedeeltelijke of volledige) terugbetaling van de
prijs of prijsvermindering
= het aanbod waarbij de al dan niet kosteloze verkrijging van goederen of diensten
gebonden is aan de verkrijging van andere goederen of diensten
Wel nog verboden indien één van beide een financiële dienst is!
9° Openbare verkopen
Alleen voor gebruikte goederen!
1. Interpretatie overeenkomsten?
2. Overeenkomsten op afstand
3. Overeenkomsten buiten de lokalen van de onderneming
Opm.: Een overeenkomst tussen een onderneming en een consument kan onder meer
worden geïnterpreteerd aan de hand van de handelspraktijken die er rechtstreeks verband
mee houden.
Verkoper kan zich niet verbergen achter vage voorwaarden: altijd in zijn nadeel.
Betaling
Prijsaanduiding
Geen kosten voor telefonisch contact bovenop de oproepkosten (indien oproep
betrekking heeft op de aankoop) (art. 40)
Uitdrukkelijk akkoord vereist voor bijkomende betalingen. (VI.41)
Er mogen geen kosten worden aangerekend voor gebruik van bepaalde betalingsmiddelen,
groter dan de effectieve gebruikskost (VI 42)
Nieuw! verboden kosten aan te rekenen voor online/ kaart betalen, ook geen gebruikskosten
Casus
Ik zie op mijn Proximus-factuur dat ik plots 30 euro meer moet betalen. Ik contacteer Proximus
onmiddelijk telefonisch, maar daar zegt men mij dat het aanbod gewijzigd is en dat het oude
aanbod alleen nog beschikbaar is voor mensen die reeds een abonnement hadden en die
uitdrukkelijk voor een bepaalde optie kozen, door een brief ingevuld terug te sturen. Ik
herinner mij dat er nog een proximus-brief ligt, maar ik dacht dat het reclame was en nu is de
termijn verstreken. Wat kan ik doen?
Wanneer ik mijn volgende rekening krijg blijkt ook nog eens dat mij voor het telefoongesprek 7
euro is aangerekend.
Kan ik hier iets tegen ondernemen?
Levering
Levering moet behoudens andere afspraak gebeuren binnen 30 dagen - als dat niet gebeurt,
verzoekt de consument om de levering te verrichten binnen een aanvullende termijn die
gezien de omstandigheden passend is. Indien de onderneming de goederen niet binnen de
aanvullende termijn levert, heeft de consument het recht om de overeenkomst te beëindigen.
=> Risico = bij verkoper en gaat pas over bij aflevering aan de consument TENZIJ de
consument zelf met de vervoerder contracteerde.
2° Overeenkomsten op afstand
Overeenkomst op afstand?
22° techniek voor communicatie op afstand: ieder middel dat, zonder gelijktijdige
fysieke aanwezigheid van onderneming en consument, kan worden gebruikt voor de
sluiting van de overeenkomst tussen deze partijen;
Telefoon, e-mail, skype, sms, ….
Herroeping
Wat?
2 modelformulieren:
q 1e: informatie omtrent herroepingsrecht (optioneel gebruik voor
onderneming)
q 2e: richtlijnen om herroepingsrecht uit te oefenen (verplicht ter
beschikking stellen van consument!)
Herroepings- of verzakingsrecht
Verbruiksgoederen
Goederen die snel bederven of met beperkte houdbaarheid
Goederen ontworpen volgens specificaties van consument
Goederen na levering onherroepelijk vermengd met andere producten
Goederen waarvan het zegel verbroken is, zoals cd’s, software
…
Casus
Ik wil een webshop met Oosterse kruiden starten.
Ik heb echter gehoord van het herroepingsrecht en vrees dan ook dat er veel kruiden gaan
worden teruggestuurd, waar ik nadien niets meer mee kan doen. Is dit een terechte vrees?
Wat als het een webshop is die oude cd’s verkoopt?
Opdracht
Zoek de voorwaarden op van 3 Belgische (bekende en minder bekende) webshops
Voorbeelden
Elektriciteitscontract wordt gesloten op parking supermarkt
Een verkoop op de parking van een grootwarenhuis is een verkoop buiten de
onderneming in de zin van de Handelspraktijkenwet.
Een contract komt tot stand wanneer de consument het aanbod van de leverancier
aanvaardt. Het feit dat dit contract naderhand nog moet worden goedgekeurd doet geen afbreuk
aan het feit dat het contract al tot stand is gekomen.
Inhoud
• Doel wetgeving
• Begrippen reclame en handelspraktijken
• Vergelijkende reclame
• Oneerlijke of verboden handelspraktijken t.a.v. consumenten
• Oneerlijke handelspraktijken t.a.v. andere personen dan consumenten
1. doel wetgeving?
bescherming consument
Bevorderen van de eerlijke concurrentie tussen ondernemingen
Reclame = elke mededeling van een onderneming die rechtstreeks of onrechtstreeks tot
doelheeft de verkoop van producten te bevorderen, ongeacht de plaats of de aangewende
communicatiemiddelen.
Handelspraktijk:
> Iedere handeling, omissie, gedraging, voorstelling van zaken of commerciële
communicatie, met inbegrip van reclame en marketing, van een onderneming, die
rechtstreeks verband houdt met de verkoopbevordering, verkoop of levering van producten
aan consumenten.
3. Vergelijkende reclame
“elke vorm van reclame waarbij een concurrent of de door een concurrent aangeboden
goederen of diensten uitdrukkelijk of impliciet worden genoemd”
4° Geen verwarring tussen producten of diensten van de adverteerder en die van zijn
concurrenten
Altijd verboden – criterium is gemiddelde consument
bv. bier vs champagne kan niet… maar soms dan weer wel, bv. champagnebier vs champagne:
a) Misleidende handelspraktijken
(nieuw: nu ook specifieke bepalingen tussen ondernemingen)
b) Agressieve handelspraktijken
Indruk geven dat pand niet mag verlaten worden voor overeenkomst
Consument thuis opzoeken en niet weg willen gaan
Hardnekkig & ongewenst aandringen via bep. media
Consument bij verzekeringspolis irrelevante documenten vragen of systematisch
antwoord weigeren
Kinderen aanzetten bep. producten te kopen - of ouders of andere volwassenen voor
hen
Na levering de onmiddellijke of uitgestelde betaling of terugzending of bewaring vragen
van producten die de consument niet heeft gevraagd
Stellen dat zonder de aankoop de baan of bestaansmiddelen vd onderneming in het
gedrang komen
Bedrieglijke indruk geven van bep. prijs of voordeel
(potentieel) misleidend (def. Art. 96) met als gevolg (mogelijke) beïnvloeding
economisch gedrag of (mogelijk) schade
Bv. oorsprong, hoeveelheid, gebruiksmogelijkheden, voedingswaarde …
Bv. Trappistenkaas zonder enige band met trappisten
Afbrekende geg. t.o.v. andere onderneming, haar goederen, diensten of
activiteiten
Het mogelijk wordt om zonder gerechtvaardigde reden één of meer
ondernemingen te identificeren (minder toegepast)
Een daad in de hand wordt gewerkt, als inbreuk op bep. Art. WMPC
c) Piramidesystemen
b) Diensten
= meestal toegelaten, maar zeer moeilijk te bepalen
De elektronische handtekening
Elektronisch betalen
Wetgevend kader
Basis inzake online transacties is het algemene verbintenissenrecht uit het B.W., aangevuld
met:
o “Gebrek”
o Zes maanden vermoeden gebrek aanwezig -> daarna bewijs
o “Originele verpakking”? NEEN
o Geen uitsluitingen
Verplichte opname, maar geen verplichte deelname aan arbitrage… een maat voor niets ?
ODR= platform, gebonden aan nationale bemiddelaars, dus wellicht weinig waarborg voor
prijs/uniformiteit
Leveringsbeperkingen
2° Aanvullende informatieverplichtingen
“Uiterlijk aan het begin van bestelproces”: – > beperkingen vd levering
“Uiterlijk aan het begin van bestelproces”: – > Mogelijke betaalmiddelen (nieuw: geen kosten
aanrekenen!)
2° Aanvullende informatieverplichtingen
In geval van bestelling met betalingsverplichting (B2C)
2° Aanvullende informatieverplichtingen
Order & pay
2° Aanvullende informatieverplichtingen
Bezorgingen
2° Aanvullende informatieverplichtingen
Mogelijkheid om fouten op te sporen en te verbeteren
wijzig winkelmandje
rood als iets niet is ingevuld
De consument moet deze informatie ten laatste ontvangen op de dag van de levering van de
producten. Voor de levering van diensten moet de informatie overgemaakt worden vóór de
uitvoering van elke dienst (of indien van toepassing, tijdens de uitvoering van de
dienstenovereenkomst indien de uitvoering met akkoord van de consument voor het verlopen
van de herroepingstermijn is begonnen). Indien de consument wenst dat de levering van
diensten start voor het einde van de herroepingstermijn van 14 dagen, moet u eisen dat de
consument daar uitdrukkelijk om verzoekt.
De elektronische handtekening
• Probleem door nieuwe technologie + nood aan bewijs identiteit
• Toekomst ?
• ID-kaart, apps, vingerafdruk, combinatie, … ?
1. Begrip
2. Definities :
Een elektronische handtekening is een geheel van elektronische gegevens, vastgehecht
aan een elektronisch document, waarmee de ondertekenaar (natuurlijke persoon) zich
authentiseert en (eventueel) akkoord verklaart met de inhoud van een document. De
elektronische handtekening is enkel toepasselijk op natuurlijke personen.
Een elektronische zegel is een vergelijkbaar instrument voor rechtspersonen. In de zin van
de eIDAS-verordening, dient een elektronische zegel echter enkel om de oorsprong en
integriteit van een door een rechtspersoon verzegeld document te garanderen.
‘elk hulpmiddel dat een fysieke persoon of rechtspersoon in staat stelt om persoonlijk aan hem
gerichte informatie op te slaan, op een wijze die deze informatie voor hem toegankelijk maakt
voor toekomstig gebruik gedurende een tijdsduur die is afgestemd op het doel waarvoor de
informatie kan dienen, en die een ongewijzigde reproductie van de opgeslagen informatie
mogelijk maakt.
Voor zover deze functionaliteiten bewaard worden, kunnen als duurzame gegevensdrager
beschouwd worden:
o het papier of,
o in een digitale omgeving, een e-mail ontvangen door de bestemmeling of
o een elektronisch document bewaard op een opslagapparaat of toegevoegd aan een e-
mail ontvangen door de bestemmeling.’
3. Toepassingen ?
3. Juridisch statuut
• Inleiding :
eIDAS-verordering van 2014 + Wet van 21 juli 2016 ter uitvoering hiervan + toek.
KB’s
• Bepalende principes:
Recente vorm (2012) van handtekening, bv. gebruikt door enkele lokale besturen, bv.
Mechelen (Intellistamp).
Het betreft een elektronische handtekening die ook een gematerialiseerde vorm
kan aannemen, bv. elektronisch zegel
Doel = brug tussen elektronische opslag en papieren versie. Dus bij afdrukken behoudt het
doc. zijn legale waarde en authenticiteit.
4. Andere toepassingen eIDAS?
richtlijn 1999/93/EG werd opgeheven met ingang van 1 juli 2016 ‡ progressieve invoering
tot 2018
1.1 De klassiekers:
Bestaande betaaltechnieken :
Internetbankieren - fraude is (relatief) beperkt, immers :
Kaartlezer
Digipass
Codes (één of meer)
Kredietkaarten
Nr + vervaldatum + verificatiecode = onveiliger
Ev. meer combinaties en extra codes of kaartlezer
Bancontact
Code + kaart = veilig
• ‘Pingping’
Telefoon wordt van ‘waarde’ voorzien
Parking via sms
Contactloos vr kleine aankopen <25€
Betalingen op internet via sms
Geld overmaken aan persoon via gsm nr.
• ‘Square’
• Gratis reader
• Competitieve prijzen
• Snelle betaling
• Nu ook pay through mail
• Apple Pay
app’s, social media, cryptomunten, tokens, contactloos betalen, IOT (*), …..
2. Wet betalingsdiensten
A. Basis:
Betalingsdienstaanbieder
= elke rechtspersoon die betalingsdiensten verstrekt aan een betalingsdienstgebruiker en
beantwoordt aan specifieke kenmerken.
-> o.a. banken, kredietinstellingen, post, nationale bank, ecb, overheden, ...
Betalingsdienstgebruiker
= elke natuurlijke – of rechtspersoon die in de hoedanigheid van betaler,
begunstigde of beide van een betalingsdienst gebruik maakt (= zeer algemeen)
Betalingsdiensten
= diensten die te koop worden aangeboden in het raam van een bedrijfsactiviteit
en die specifieke betalingsmogelijkheden bieden
bv. storten op een PayPal account, toegang op afstand tot e-banking
Betalingsdiensten in een munt van een lidstaat
dus uitsluitend euro of munt van lidstaat buiten eurozone
Uitgesloten tranacties
O.a. tussenpersonen die ondersteunen, maar niet in bezit komen van geldmiddelen
Specifieke diensten, bv. tankkaarten
D. Territoriaal toepassingsgebied
Nu WMPC (WER), weliswaar 14 dagen, maar geen verbod op betaling, dus mogelijk om
onmiddellijke betaling te eisen of slechts te leveren na betaling
Bij (1) opdracht of bij (2) debiteren rekening opdrachtgever, bij (3) crediteren rekening
betalingsdienstaanbieder of bij (4) crediteren rekening begunstigde??
> Hof van Cassatie : bij crediteren rekening begunstigde
Via internet => Van belang voor bepaling wie risico draagt
Onder PSD II wordt het principe van sterke klantauthentificatie (Strong Customer
Authentification) ingevoerd wanneer een klant z’n betaalrekeningen online consulteert of een
elektronische betaling initieert. (In België al langer in voege voor internetbetalingen)
Een sterke klantauthenticatie houdt in dat de klant zich moet identificeren via twee van de
volgende elementen:
iets dat de klant weet, zoals een wachtwoord of pincode;
iets dat de klant heeft, zoals een betaalkaart of smartphone;
iets dat eigen is aan de klant, zoals een vingerafdruk.
Vrijstellingen afhankelijk van het risico, de waarde van de verrichting en het kanaal dat wordt
gebruikt voor de betaling + specifieke diensten:
contactloze betalingen
betalingen aan parkeer- en tolautomaten
betalingen aan vertrouwde begunstigden of aan eigen rekeningen binnen dezelfde bank
1. Oorsprong
Art. 8 Europees Verdrag van de Rechten van de Mens
Toepassing : een IP-adres (statisch of dynamisch) verwijst in principe alleen naar eenspecifieke
PC. Nu de verbindingsgegevens zouden kunnen worden gekoppeld aan een klantenbestand (bij
een ISP) oordeelde de commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer dat een
IP adres een persoonsgegeven is (ongeacht of dit nu statisch of dynamisch is).
Verwerkingsverantwoordelijke
• feitelijke persoon, rechtspersoon,…
• bepaalt middelen en doeleinden verwerking
• verantwoordelijk (overeenkomsten met verwerkers, nemen organisatorische en
technische maatregelen)
Verwerker
• personen die de verwerking uitvoeren
• intern (personeel, vrijwilligers,…)
• extern (verzekering, soc. secretariaat)
Betrokkene
• persoon wiens gegevens je verwerkt
• verkregen via hem/haar of via derden
• rechten
Een organisatie kan zowel verwerker als verantwoordelijke zijn aangezien je diverse vormen
van categorieën van gegevensverwerking hebt in een organisatie of samenwerkingen.
Verwerking =
“elke bewerking of elk geheel van bewerkingen met betrekking tot persoonsgegevens, al dan
niet uitgevoerd met behulp van geautomatiseerde procedés”
Dus
… van persoonsgegevens…
Uitzonderingen toepassing
volledig :
NIET: verwerking door natuurlijke persoon voor zuiver persoonlijke of huishoudelijke
activiteit (strikt! – bv. niet op Facebook)
staatsveiligheid
gedeeltelijk voor:
journalistieke, artistieke of literaire doeleinden
politieregisters
child focus
Belangrijkste principes
• Rechtmatig, behoorlijk & transparant
• Doelbinding
• Integriteit
• Minimalisatie
• Bijwerking
• Bewaartermijn = beperkt
?TOESTEMMING BETROKKENE?
B. finaliteitsprincipe: DOEL
zich houden aan het doel waarvoor de gegevens zijn verkregen
C. integriteit
Passende beveiliging(splicht) tegen
• Ongeoorloofde verwerking
• Onopzettelijk verlies
• Vernietiging
• Beschadiging
+ verantwoording/ accountability!
HOE ?
D. minimalisatie
- Toereikend
E. bijwerken
Nauwkeurig
Actualiseren
F. beperkte bewaartermijn
Voorbeeld 1°
(on)verenigbaar gebruik:
gegevensuitwisseling fiscus
Hier: art. 336 WIB: elke inlichting die een ambtenaar van een fiscaal staatsbestuur in het
uitoefenen van zijn functie ontdekt, kan door de Staat kan worden ingeroepen voor het
opsporen van belastingsschulden
Voorbeeld 2°
(on)verenigbaar gebruik:
In een tweede zaak ging het tussen twee banken. Bank 1 voerde een campagne, waarbij ze
klanten die een hypotheeklening hadden bij Bank 2, voorstelde deze lening te laten vervangen
door een goedkopere bij zichzelf. Bank 1 identificeerde die klanten aan de hand van hun
betalingsopdrachten aan Bank 2
In beide gevallen werd besloten dat het gebruik van overschrijvingsgegevens voor
aanbod andere (verzekerings)producten niet toegelaten is
Voorbeeld 3° : klasfoto’s
Gerichte foto’s: ondubbelzinnige toestemming
(ouders + recht op afbeelding…)
gezondheidsgegevens
principieel verbod met talrijke uitzonderingen
verwerking enkel door beroepsbeoefenaars
Vertrouwelijkheidsplicht
gerechtelijke gegevens
De GDPR biedt speciale bescherming aan de persoonsgegevens van kinderen, in het bijzonder
in de context van commerciële internetdiensten zoals sociale netwerken.
Als je gegevens van -16 jarigen verzamelt, in het kader van een rechtstreeks aanbod van
onlinediensten en als voor die verwerking toestemming nodig is, moet een ouder of voogd die
toestemming geven.
Er moet geen toestemming gevraagd worden, noch van het kind, noch van de ouder wanneer
de verwerking niet op een toestemming moet gebaseerd worden, maar bijvoorbeeld mag
omdat het noodzakelijk is voor de uitvoering van de wettelijke verplichtingen.
3. Analyse en maatregelen
4. Register ?
5. Privacyverklaring
5. Individuele rechten
De rechten van de betrokkenen
• recht op informatie
• recht op inzage en kopie
• recht op aanpassing (rectification)
• recht op bezwaar
• recht om vergeten te worden (verwijderen van gegevens)*
• recht op intrekken toestemming
• recht op overdraagbaarheid
• recht op weigering geautomatiseerde individuele besluitvorming, profilering
• recht op beperking van verwerking
6. Handhaving
- Recht van verhaal : bij voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg zoals in kortgeding
(bij weigering van mededeling, correctie of verzet)
Amerikaanse bedrijven kunnen hun certificering indienen bij het United States Department of
Commerce. Indien deze opgenomen wordt in hun privacyschild-register, mogen Europese
organisaties persoonsgegevens uitwisselen.
Op 16 juli 2020 heeft het Hof van Justitie nu ook het privacy shield ongeldig verklaard.
Dit geldt met onmiddellijke ingang. Dit betekent dat ondernemingen in de EU geen
persoonsgegevens aan de VS meer kunnen doorgeven op grond van het privacy shield.
8. De privacycommissie De GBA
Privacy op de werkplaats
Algemeen
o ! Evenwicht privacy & controle
principe : OPT-IN
= voorafgaande toestemming
Bestaande klantenrelatie
Cookies
Wat zijn cookies ?
Een ‘cookie’ is een klein databestand dat door de server naar de browser gestuurd wordt. De
browser slaat de info op je pc op en stuurt ze terug naar de server bij een volgend bezoek
Soorten cookies
o First party cookies
Geplaatst en gecontroleerd door de website zelf
o Functionele cookies
Noodzakelijk om de site te bezoeken vb inlog
o Niet-functionele cookies
Niet strikt noodzakelijk, bezoeken, vb. statistische data
o Permanent cookies
Blijvend
o Sessie-cookies
Gewist na browser-sessie
Niet-functionele cookies
• Vooraf informeren
• Vooraf toestemming vereist
• Opt-out moet mogelijk zijn
Geïnformeerd: bezoeker heeft recht op voldoende informatie, bv. over doel cookie
Praktische richtlijnen:
A - Diverse beschermingsvormen
1° Auteursrecht
2° Merkenrecht -> Onderscheidingstekens
3° Octrooien -> Technische creaties
B. IE - do’s en don’ts
C. Capita Selecta
1. Metatags
A. Diverse beschermingsvormen
Juridische basis:
De Auteurswet (AW) – 30 juni 1994
- vervanging eerste wet van 1886
- enkele malen aangepast aan evolutie
2 soorten rechten:
* Morele rechten: rechten die nauw aansluiten bij de auteur zodat ze enkel door hem
kunnen worden uitgeoefend -> ze zijn relatief ‘onvervreemdbaar’ en bieden recht op:
Openbaarmaking
Vaderschap
Eerbied
3. Wie wordt door het auteursrecht beschermd?
4. Uitzonderingen: wat mag wel wanneer je geen eigen tekst of afbeeldingen gebruikt?
Het citaatrecht
De technisch noodzakelijke kopie
Actualiteitsverslaggeving:
Werk (mededeling) op openbare plaats : mededeling a/h publiek
Kosteloze uitvoering familiekring of ih kader van schoolactiviteiten (enge
interpretatie!)
De reprografie-uitzondering voor privégebruik en/of ter illustratie bij onderwijs en
of voor wetenschappelijk onderzoek – met bronvermelding -
Ander toegestaan gebruik voor onderwijs & onderzoek
Thuiskopie
Parodie, rekening houdende met de eerlijke gebruiken
Leenrecht, komt toe aan auteur, maar deze mag uitlening niet verbieden voor
Educatief of cultureel doel door instellingen die daartoe door de
overheid officieel zijn erkend of opgericht
Vergoeding voorzien
5. Beschermingsduur
auteursrecht
70 jaar na het overlijden van de auteur (of van de langstlevende coauteur)
naburige rechten
(uitvoerende kunstenaars, producenten en omroeporganisaties)
De Europese wetgever werkt aan de hervorming van het auteursrecht. Het Europees
Parlement zette een nieuwe stap in die richting door in september 2018 een
ontwerptekst voor een "Richtlijn inzake auteursrechten in de digitale eengemaakte
markt" te aanvaarden.
De richtlijn werd goedgekeurd in maart / april 2019 (zie ook:
https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/nl/IP_19_2151) lidstaten hebben 2
jaar om de eigen wetgeving aan te passen - wat zal er veranderen?
De voornaamste doelstelling van de Europese instellingen is om het auteursrecht aan te
passen aan het digitale tijdperk en het toekomstbestendig te maken om technische
ontwikkelingen niet te belemmeren.
Basis = onderscheidingstekens zijn o.a. tekens die een onderneming of product en/ of
merken kunnen onderscheiden:
Verdrag van parijs vnl. van belang m.b.t. assimilatie (lidstaat – lidstaat) en recht van voorrang : bij
deponeren binnen verdragstaat start termijn van zes maanden voor depot in andere verdragstaat
waarbij eerste registratiedatum wordt overgenomen
o woordmerk
o beeldmerk, al dan niet driedimensionaal of met woordelementen
o patroonmerk
o kleurmerk, al dan niet enkelvoudig
o klankmerk
o bewegingsmerk
o multimediamerk
o hologrammerk
b) certificeringsmerk/ keurmerk
geeft aan dat producten of diensten aan bepaalde eisen voldoen, bijvoorbeeld allerlei
duurzaamheids- of biolabels.
3.3. Tekens die niet in aanmerking komen voor bescherming - tekens die:
• Uitsluitend bestaan uit een vorm die door de aard van de waar wordt bepaald
Bv eierdoos
Bv vorm verpakkingshoes trostomaten, afhankelijk van vorm tomaten…
• Een wezenlijke waarde aan het product geven:
bijvoorbeeld als je iets koopt specifiek voor de esthetische waarde zoals een lamp of
een vaas
Bv Koekjesdoos met “Mona Lisa” op
Nog steeds discussie, bv vorm wijnrank-chocolade
Beschikbaar
4. Onderscheidend vermogen
Is essentie !
Hof van justitie : ”het merk moet er zich toe lenen om de waren als afkomstig van een
bepaalde onderneming te identificeren en dus om deze waren van die van een
andere onderneming te onderscheiden.”
Geen verdere vereisten (bv. nieuw, origineel, …)!
Rekening houden met alle concrete omstandigheden
Niet :
Europees Hof van Justitie: Het Zwitserse Lindt & Sprüngli poogde tevergeefs
chocoladefiguren in te schrijven als merk.
Het hof wees de vordering af omdat de vormen geen onderscheidend vermogen hebben -
'een haas, een rendier en een klokje zijn typische vormen waarin chocolade en
chocoladewaren, vooral tijdens de kerstperiode en Pasen, worden aangeboden'. Ook
goudkleurige folie, strikken en linten zijn volgens het hof niet onderscheidend.
Lindt & Sprüngli had in 2001 wel een Europees patent verkregen op een chocolade
paashaas in goudkleurige folie met een rood lint, waarop Lindt geschreven stond.
Het bedrijf wilde nu tevergeefs diezelfde paashaas, maar dan zonder de naam, laten erkennen.
5. DEPOT - Inschrijving
1° uitsluitend recht op een merk wordt verkregen door de inschrijving van het merk,
waarvan het depot is verricht binnen het Beneluxgebied (vb via “online filing” bij BBIE –
eur 244 + …)
2° versnelde procedure (van belang bij bv. betwisting) zonder afwachten onderzoek
3° inschrijving ook mogelijk via Dienst voor Intellectuele Eigendom (Fod) of BMB/BBIE
4° I-Depot, verleent slechts vaste datum aan idee, concept, (mode)ontwerp, uitvinding,
model, muziekstuk, scenario of prototype.
5° EU = uniemerk EUIPO
6. Oppositie
Procedure door houder van een ouder merk tegen een merk dat:
7. Titularis
Eenieder -> binnen bepaalde termijn na registratie bij BMB (is dus niet altijd gelijk aan
optreden tegen merkinbreuken)
8. Prerogatieven / merkinbreuken
Merkhouder kan optreden tegen volgende inbreuken :
• Gebruik van identiek of overeenstemmend teken voor identieke of soortgelijke
waren of diensten
• Gebruik van een teken anders dan ter onderscheiding van waren of diensten
Ev. schadevergoeding
9. Beschermingstermijn
Principe Benelux: 10 jaar vanaf depot
Vernieuwing voor telkens 10 jaar…oneindig
Opgelet… evolutie (zie inburgering en uitburgering)
10. Exploitatie
Schriftelijk
1° Vrijwillige doorhaling
2° Verstrijken geldigheidsduur
3° nietigverklaring
5° verval
* geen normaal gebruik
* misleidend gebruik (aard, hoedanigheid of herkomst)
* evolutie naar soortnaam (uitburgering)
Aspirine – Kleenex - walkman
• op civielrechtelijk vlak
ingebrekestelling + onthoudingsverklaring
Een octrooi is een door de overheid verleend tijdelijk exclusief recht op de exploitatie
van een uitvinding.
(De naam ‘octrooi’ heeft betrekking op het octrooischrift als bewijs voor het verlenen van
het octrooi)
3.2. Vereisten ?
Uitvinding
Niet: ontdekkingen, natuurwetenschappelijke theorieën en wiskundige methoden,
esthetische vormgevingen, computerprogramma’s (alhoewel…), loutere presentatie van
gegevens
Iets nieuws, dus geen deel uitmakende van de – mondiale - ‘stand van de techniek’ op datum
indiening aanvraag
3.3. Procedure ?
Principe: elk octrooi heeft slechts een nationale werking.
Wenst men een uitvinding in meer dan één land te beschermen, dan heeft men in elk van
de desbetreffende staten een octrooi nodig.
* Wie ?
De uitvinder of zijn rechtverkrijgende
* Belgisch octrooi
Vrij eenvoudig & niet zo duur
Geeft ook voorlopige bescherming ->
* Europese procedure
Voordeliger indien meer dan 3 à 5 landen beoogd worden
Verval octrooirecht
Verstrijken geldigheidsduur (doorgaans 20 jaar)
Niet betaling jaarlijkse instandhoudingstaksen
Afstand
recente (moeizame) evolutie: Het Europees octrooi met eenheidswerking (= compromis
ivm streven naar ‘Gemeenschapsoctrooi’)
Door uitbreiding depot merk in Benelux kan bescherming worden uitgebreid naar de
overige lidstaten – maar wat met octrooien ?
Doel
nieuw octrooigerecht binnen de EU op te richten, dus snellere oplossingen voor
betwistingen.
minder duur om innovatieve technologie in de EU te beschermen
Aangezien ernaar gestreefd wordt om de kosten voor het in stand houden van het octrooi te
drukken, zou het ook gemakkelijker kunnen worden om uitvindingen te beschermen en zo de
concurrentiepositie te verbeteren.
25 landen (initieel uitz. Italië, nu uitz, Spanje en Kroatië) willen verder. Verwacht resultaat =
kostendaling van 80.000 naar 6.000 euro
o kunnen bepaalde producten op zich via IE onafhankelijk opbrengsten genereren (bv. door
licentiering)?
o zorgt een (te) snelle registratie niet voor een concurrentieel nadeel?
Metatags:
1. Definitie: ”een woord of woorden die zijn opgenomen in de voor internet-gebruikers
doorgaans verborgen HTML versie van een website.”
3. Juridische kwalificatie
• BVIE: het ingeschreven merk geeft de houder een uitsluitend recht - >
mogelijkheid om gebruik (misbruik) te verbieden bij:
4. Voorbeelden
Inleiding
1. Algemene situering
Het EVRM was oorspronkelijk bedoeld als een aanvulling op de nationale rechtsbescherming,
maar is uiteindelijk uitgegroeid tot de basisnorm als waarborg voor een aantal
mensenrechten.
Een van deze centrale mensenrechten is de vrijheid van expressie en informatie (art 10
EVRM).
2. Artikel 10 EVRM
Art 10 EVRM garandeert dus de vrijheid van expressie en informatie.
Paragraaf 1: je mag je mening uiten en koesteren, zonder inmenging van
overheidswege en ongeacht grenzen.
Paragraaf 2: dit recht brengt ook plichten en verantwoordelijkheden met zich mee.
Overheidsinmenging kan slechts onder zeer strikte voorwaarden. De restricties
moeten allemaal opgesomd worden in deze paragraaf (geen willekeur), alvorens
ze te mogen toepassen. Er zijn een aantal legitieme beperkingsgronden.
Deze beperkingen moeten nodig zijn om onze democratie te waarborgen, ze moeten
pertinent zijn en proportioneel (straf moet evenredig zijn met wat je gedaan hebt).
De nationale overheden hebben een zekere beoordelingsmarge bij het opleggen van
beperkingen op de expressie- en informatievrijheid. Zo verschilt de beoordeling van de
goede zeden sterk van land tot land. Maar andere domeinen zijn niet zo vrij.
De voorwaarden zijn cumulatief, de beperkingsmogelijkheden zijn restrictief.
3. De genderwet
Bestrijdt discriminatie op grond van geslacht
4. De wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren,
rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide tijdens WO2
1. Inleiding
In dit hoofdstuk wordt nagegaan welke de actuele stand van zaken is van de regulering in
verband met de bescherming van de goede zeden en de openbare voorstelling van
seksualiteit, in het bijzonder via de media.
2. De strafbaarstelling van de openbare schending van de goede zeden
Artikel 383 Sw.: [is strafbaar] hij die liederen, vlugschriften of andere geschriften, al dan niet
gedrukt, afbeeldingen of prenten, die strijdig zijn met de goede zeden, tentoonstelt, verspreidt
of verkoopt. Ook strafbaar zijn diegene die deze produceren, invoeren of vervoeren of
daarvoor publiciteit maken.
Ook: AV-media, film
Het begrip goede zeden heeft een zeer open, onbepaald en dus een zeer ruim
toepassingsgebied.
De rechterlijke macht beschikt dus over een grote mate van eigen invulling en interpretatie,
dus een selectieve toepassing!
Het Belgisch recht bevat een aantal verbodsbepalingen en restricties specifiek met het oog op
de bescherming van minderjarigen of met het oog op het voorkomen van de confrontatie van
minderjarigen met bepaalde publicaties, films, omroepprogramma’s of reclame-uitingen.
7. De wet van 1920 betreffende de filmkeuring
Beperkte legitimiteit
9. Artikel 378bis Sw. : de bescherming van slachtoffers van seksuele misdrijven tegen
mediatisering (id)
e.a. …
Hoofdstuk 6: Civielrechtelijke aansprakelijkheid publicaties
Een strafrechtelijke vervolging wordt opgesteld door het parket, opgestart door bepaalde
organisaties (bv. de Liga van de rechten van de mens) of via rechtstreekse dagvaarding na
een klacht van een bepaalde private persoon.
De staat roept dus niet iemand ter verantwoording, maar iemand voelt zich benadeeld en zo
wordt een proces tussen de 2 partijen gestart. De rechter bepaalt uiteindelijk de maatregelen
die genomen worden.
2 De civielrechtelijke of burgerrechtelijke aansprakelijkheid
Omwille van de de facto (quasi – vervolging kan nog steeds, maar komt dus in de praktijk
zelden voor) strafrechtelijke immuniteit is voor de praktijk de civielrechtelijke aansprakelijkheid
voor perspublicaties steeds belangrijker geworden (-> bescherming van journalisten).
Bv zaak journalist /Humo – Pol Vanden Driessche
Deze vindt zijn grondslag onder de algemene aansprakelijkheidsregel van artikel 1382-1384
B.W. krachtens dewelke eenieder gehouden is tot rechtmatig, dus zorgvuldig of voorzichtig
handelen in het maatschappelijk verkeer.
Krachtens Art. 1382 B.W. is men naast de schade van de daad ook verantwoordelijk voor de
schade veroorzaakt door nalatigheid of onvoorzichtigheid.
Van belang = een verband tussen de fout, het bestaan van aantoonbare materiële schade en
het causaal verband tussen beide. Dit komt steeds vaker voor i.v.m. de aansprakelijkheid van
de journalist.
1. Algemeen
Het recht geldt voor iedereen die in een geschrift met naam is genoemd of impliciet is
aangewezen. De wet vereist dus niet dat het geschrift een krenkend of foutief karakter
heeft.
Specifieke voorwaarden taal, derden, lengte (1000 of dubbel oorspr. art), kosteloos, …
Artikel 10 § 2 van het EVRM laat beperkingen toe op de persvrijheid. Het recht op
privacy, de rechten van de verdediging en de goede werking van het gerecht kunnen
dus worden ingeroepen ter legitimatie van de restricties.
Deel 2: Regulering betreffende de audiovisuele media in Vlaanderen
De grondwet zegt dat de Gemeenschappen bevoegd zijn, maar bepaalt niet wat cultuur is.
Het BRTN-decreet was aanleiding tot de nood aan een modern, aangepast statuut van de
openbare omroep. Het wou in de eerste plaats een grote mate van autonomie aan de BRTN
verlenen in functie van meer flexibiliteit en alertheid vanwege de publiekrechtelijke omroep in
een concurrentiële (markt)omgeving. Ook door versterking autonomie: NV van publiek
recht
Uitgangspunt is de publieke omroep als publieke dienstverlening. In de taakomschrijving
worden zowel een aantal kwalitatieve als een aantal kwantitatieve normen gehanteerd
gekoppeld aan specifieke programmacategorieën met een verwijzing naar algemeen publiek
als naar deelpublieken.
Vb. een zo groot mogelijk aantal kijkers en luisteraars bereiken: kwantitatief
prioriteit voor informatie- en cultuurprogramma’s - pluralisme
kwalitatief (inhoud, creativiteit, innovatie): belangrijk!
kinderen en jeugd bereiken: doelgroepen
bijdragen tot een democratische en verdraagzame samenleving: Vlaanderen, identiteit en
diversiteit, democratie
nieuwe mediatoepassingen: technologie
Zowel voor radio als voor tv is dit uitgewerkt in strategische doelstellingen en
performantiemaatstaven.
1. Van een versnipperd wettelijk kader en een complexe procedure voor lokale radio’s
naar …
De basisregels voor de private omroep werden vastgelegd in de wet van 30 juli 1979
betreffende de radioberichtgeving.
In het begin van de jaren ’80 werd het juridisch kader voor lokale niet-openbare radio’s verder
uitgewerkt.
Nadat reclame werd toegelaten op openbare radio’s door het K.B. van 5 juni 1985, werd later
door de wet van 6 februari 1987 de toelating tot het uitzenden van reclame op de niet-
openbare, lokale radio’s afhankelijk gemaakt van de machtiging van de nationale regering.
2002: wijzigingen
Het mediadecreet van 2009 maakt slechts een onderscheid tussen lineaire en niet-lineaire
televisiediensten
Lineair = op basis van een programmaschema
Niet-lineair = op aanvraag
Bundeling van diverse instellingen, nu toezichtsorgaan met 2 kamers, een algemene kamer
met een ruime bevoegdheid en een kamer voor onpartijdigheid en bescherming van
minderjarigen
1 Inleiding
AVBB = de Algemene Vereniging van Beroepsjournalisten in België. Zij heeft als opdracht:
‘De regels van de professionele waardigheid onder haar leden in stand houden en waken over
de toepassing van de beroepsdeontologie.’ De AVBB is een beroepsvereniging, een privé-
organisatie en een ledenvereniging.
Door de AVBB en de VVJ (Vlaamse vereniging voor journalisten) zijn initiatieven ontwikkeld
op het vlak van journalistieke zelfregulering. Door de journalisten en mediadirecties is in maart
2002 een vzw opgericht die de basis vormt voor de Raad voor de Journalistiek die sinds
december 2002 operationeel is.
Hoofdstuk 17: De reclamecode en de jury voor ethische praktijken inzake reclame (JEP)
-> https://vimeo.com/162517151
De Raad voor de Reclame richtte in 1974 de JEP op, de jury voor Ethische Praktijken inzake
reclame. De JEP formuleert adviezen van voorbehoud en aanbevelingen tot wijziging of
stopzetting van reclame, in toepassing van het reglement dat werd opgesteld door de Raad
voor de Reclame.
De JEP werd herdoopt van Jury voor Eerlijke Praktijken tot Jury voor Ethische Praktijken
inzake reclame.
De Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame (JEP) vindt dat de reclameaffiches met
Pommeline - een van de verleidsters in het jongste seizoen van ‘Temptation Island’ -
‘denigrerend is voor de vrouw en vraagt de onlinegokwebsite Starcasino.be om de
affiches aan te passen of de campagne stop te zetten.
De affiche, die sinds enkele dagen verscheidene stations en bushokjes aankleedt, toont
Pommeline Tillière in bikini met de vermelding van ‘Winnaar’ bij de Nederlandstalige en
‘Joueuse’ bij de Franstalige versie. Bij de JEP liep een klacht binnen over de campagne.
Woensdag maakte de jury haar beslissing bekend.
‘De Jury is van mening dat dit beeld van de vrouw in een houding als verleidster, in combinatie
met de term ‘Joueuse’, duidelijk een seksuele toespeling bevat, bovenop de verwijzing naar de
rol die door de vrouw in kwestie gespeeld werd in de realityshow ‘Temptation Island’, en aldus
in casu vrouwen herleidt tot een lustobject’, luidt het in het besluit.
‘De Jury is eveneens van mening dat de gebruikte afbeelding geen verband vertoont met de
diensten van de adverteerder en dat een negatieve beeldvorming van de vrouw als lustobject
ingezet wordt voor commerciële doeleinden.’
De JEP heeft Starcasino.be verzocht om de reclame te wijzigen, of niet meer te verspreiden.
De gokwebsite kan nog in beroep gaan tegen de beslissing.
Lesley-Ann Poppe
Vorig jaar moest Starcasino.be ook al een reclamecampagne met Lesley-Ann Poppe
stopzetten omdat de ‘dubbele bonussen’ waar naar verwezen werd volgens de JEP op Poppes
borsten wezen en ze de vrouw zo werd herleid tot lustobject. Starcasino paste de affiches toen
aan.