Professional Documents
Culture Documents
3. Additionele functie:
Aanvulling op wat elders (contracten) niet geregeld is.
4. Instrumentele functie:
Sommige dingen moet je regelen, anders wordt het een puinhoop.
Tentamenvraag: wat is de functie van het recht als we het hebben over een verkeersregel?
Instrumentele functie
Rechtsbronnen
1. Wet
Staan in wettenbundels.
2. Verdrag
Afspraak tussen twee of meer partijen, bijvoorbeeld een overeenkomst tussen staten.
3. Jurisprudentie
Uitspraken van rechters, deze uitspraken worden vastgelegd in een database.
4. Gewoonte
Alle regels welke niet opgeschreven zijn, maar wel uitgesproken zijn of uitgevoerd
worden. (Denk aan verhaal van de verkoop van de koe)
Vraag 7: Als de rechter zich bij het geven van zijn beslissing baseert op een duidelijke
wettekst, welke rechtsbron is hier dan van toepassing? De wet
Vraag 8: Als de rechter in een geschil tussen twee Doetinchemse boeren een regel die
alleen in de Achterhoek wordt nageleefd, als uitgangspunten neemt voor zijn beslissing,
welke rechtsbron staat dan centraal? Een gewoonte
Schema Publieksrecht Privaatrecht
Privaatrecht: recht dat geld tussen burgers onderling, burgers en bedrijven of bedrijven
onderling
Personen-en familierecht: adopties, wijzigen achternamen, etc.
Vermogensrecht: wanneer iets over geld gaat; koopovereenkomst
Ondernemingsrecht: alles ten aanzien van ondernemingen en bedrijven; rondom
oprichten van onderneming, KvK, kosten, notaris, etc.
2. Decentrale wetgever
Provinciale Staten en Gemeenteraad verordening
3. Andere instanties
Waterschap en SER verordening
Rangorde:
Hoge regel gaat voor lage regel
Bijzondere regel boven algemene regel
Jong boven oud
Een weet kan zowel een wet in formele zin zijn, als een wet in materiele zin zijn.
Wanneer het woordje ‘wet’ in het woord staat, dan is het gemaakt door de
nationale wetgever, dus in formele zin.
Zijn de volgende regels een wet in formele zin, materiele zin, beiden of geen van beide?
a. Wegenverkeerswet: Het is verboden op de openbare weg een wedstrijd met
voertuigen te houden wet in formele zin en materiele zin
b. Grondwet: De regering moet zorgen voor genoeg werkgelegenheid wet in formele
zin
c. Burgerlijk wetboek: Je mag niet huwen met meer dan één persoon tegelijk wet in
formele zin en materiele zin
d. Grondwet: De kroonprins mag alleen trouwen indien het parlement instemt wet
in formele zin
e. Verordening gemeentelijke belastingen Zwolle: De gemeente legt een aanslag
hondenbelasting op aan Piet beiden niet
f. APV Deventer: Het is vóór de intocht en na 5 december 24.00 uur verboden om
geheel of gedeeltelijk vermomd of verkleed als Sinterklaas op te treden of zich te
bevinden in de openbare ruimte in Deventer wet in materiele zin
Jurisprudentie rechtspraak
Dagvaarding of Verzoekschrift (familierecht)
Vraag 9: In een arrest van de Hoge raad zou een volgende omschrijving kunnen worden
aangetroffen: ‘Deze regel sluit immers aan bij de ons omringende rechtsstelsels’. Welke
interpretatiemethode past de Hoge Raad hier toe en waarom? Rechtsvergelijkend, omdat
de rechter iets over de grens kijkt naar andere rechtstelsels.
Vraag 10: Als de rechter bij de motivering van zijn beslissing wijst op een passage uit de
memorie van toelichting (een parlementair stuk dat bij ieder wetsvoorstel geschreven
wordt; zie h9) waarin de betreffende opvatting wordt verdedigd, welke
interpretatiemethode hanteert hij dan? Wetshistorisch, omdat de rechter terugkijkt naar
artikels, wijzigingen, etc.
Vraag 11: Grammaticaal, omdat je beroept op de grammatica; ‘bekijk de betekenis van het
woord maar eens goed’. Of wetshistorisch.
Redeneerwijzen
A-Contrario
Strikt de regel toepassen en voor alle andere gevallen geldt het tegenovergestelde
(voorbeeld: omdat de regel is dat je in een ziekenhuis niet mag roken mag je dus wel een e-
sigaret opsteken want dan rook je niet)
Naar analogie:
Redenering waarbij je soortgelijke gevallen hetzelfde beoordeelt (voorbeeld: omdat de regel
is dat je in een ziekenhuis niet mag roken zijn alle sigaretten, dus ook e-sigaretten, verboden)
Gewoonte
Gewoonterecht is ongeschreven recht, omdat deze regels niet in een wet zijn
vastgelegd.
Van een gewoonte is sprake als een bepaald gebruik, waarvan de samenleving vindt dat het
juridisch gezien zo hoort, een zekere tijd voortduurt. Een voorbeeld van gewoonterecht is
bijvoorbeeld de regel dat als een minister geen vertrouwen (meer) heeft van de
meerderheid van de Tweede Kamer hij zijn ontslag moet aanbieden.
Een dergelijke regel is niet opgenomen in een wet maar berust op het gewoonterecht.
Wettelijk is er voor deze minister geen plicht om zijn ontslag aan te bieden, maar deze plicht
bestaat dus op grond van de gewoonte in de landelijke politiek. Op het platteland heb je ook
vaak plaatselijke gebruiken, bijvoorbeeld bij de verkoop van vee
Voorbeeld 1: Als iemand 3 jaar is vermist kun je hem dood laten verklaren.
Voorbeeld 2: Een huwelijk eindigt door de dood of door echtscheiding (artikel 1:149 BW)
Formeel recht
Procesrecht
Het recht hoe je de inhoudelijke regels kunt uitvoeren: welke rechtbank is
bevoegd, wat moet er in een dagvaarding staan..?
Let op: níet hetzelfde als recht in materiele zin en recht in formele zin!
Aanvullend recht dit zijn regels die alleen gelden als je hier niets over in het contract hebt
afgesproken.
Subjectief: het recht dat alleen voor een concreet individu of rechtspersoon geldt.
Waarom? Macht corrumpeert! als je teveel macht in 1 hand hebt is er risico op misbruik.
Macht moet in evenwicht zijn en gecontroleerd kunnen worden.
Kiesstelsels
Het districtenstelsel (VK, VS) Grootste partij in het district krijgt de zetel
o Voordeel: dichter bij de burger, verhoogt de betrokkenheid bij de
politieke besluitvorming
o Nadeel: onrechtvaardig (wie had 4 jaar gelden de meeste stemmen in de
VS? Donald Trump Of Hillary Clinton. En hoe is dat dit jaar gegaan tussen
Trump en Biden?)
Het stelsel van evenredige vertegenwoordiging (NL): landelijke verkiezingen
o Voordeel: de grootste partij krijgt de meeste zetels
o Nadeel: de burger kent de volksvertegenwoordigers niet. Afstand: het
Haagse “Pluche”
Stemmen
Kiesdeler = aantal stemmen; aantal zetels
Aantal zetels die een partij krijgt = aantal stemmen; kiesdeler
Vorming kabinet
Vorige kabinet wordt demissionair (mag alleen hoogstnoodzakelijke beleid
uitvoeren)
Informateur
Formateur
Regeerakkoord
Regeringsverklaring
Klassieke Grondrechten
Artikel 1: Discriminatieverbod
Artikel 6: De vrijheid van godsdienst
Artikel 7: De vrijheid van meningsuiting
Artikel 9: De vrijheid van vergadering en betoging
Artikel 23: De vrijheid van onderwijs
Hier mag de Staat zich niet mee bemoeien, dit zijn grondrechten van de burger.
Nooit absoluut, soms beperkt vanwege de openbare orde (protesten Zwarte
Piet).
Botsende grondrechten (vb vrije meningsuiting en discriminatie)
Sociale grondrechten
Rechtsbijstand voor iedereen
Minimale levensstandaard
Werkgelegenheid
Sociale zekerheid
Bevorderen volksgezondheid
Hier gaat het niet om wat de Staat mag doen, maar juist wat de overheid wel
moet doen: inzetten voor de burger om bepaalde belangrijke zaken te regelen
Overeenkomst Afspraak gemaakt tussen twee of meer partijen die juridisch relevant is.
Verbintenis Een rechtsbetrekking tussen twee of meer partijen, op grond waarvan de ene
persoon tegenover de ander tot handelen of nalaten verplicht is, terwijl die ander recht
heeft op dit handelen of nalaten.
Wederkerige overeenkomsten
Beide partijen hebben rechten en plichten:
Huurder: Het recht op het huurgenot en de plicht om de huur te betalen
Verhuurder: Het recht op de huurpenningen en de plicht om de ruimte ter
beschikking te stellen.
Eenzijdige overeenkomsten
Uit een eenzijdige overeenkomst vloeit maar één verbintenis voort. Slechts één partij heeft
een recht of plicht.
Zwerver €5,- geven
Docent een bosje bloemen geven voor verjaardag: schenking
Een erfenis nalaten middels een testament: erfenis
Wilsverklaringen
Verklaren wat je wilt.
Artikel 3:33 BW: “Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich
door een verklaring heeft geopenbaard”
Voor het tot stand komen van een overeenkomst is het belangrijk dat beide partijen
daadwerkelijk verklaren wat zij willen verklaren. En niets anders.
Overeenkomst: wilsverklaringen
Wilsdefecten (1)
Wil en verklaring komen niet overeen (art. 3:33 BW)
Artikel 3:33 BW: Gevolg wil en verklaring niet overeenstemmend er komt geen
overeenkomst tot stand.
NB Artikel 3:33 BW: Gerechtvaardigd vertrouwen in het maatschappelijk verkeer. Als de
wederpartij er in redelijkheid van uit mocht gaan dat wil en verklaring met elkaar in
overeenstemming waren dan is er WEL een overeenkomst tot stand gekomen. Dit noemen
we de wils- en vertrouwensleer.
Wilsdefecten (2)
De stoornis (art. 3:34 BW)
Heeft iemand wiens geestvermogens blijvend of tijdelijk zijn gestoord, iets verklaard?
Dan wordt een met de verklaring overeenstemmende wil geacht te ontbreken. Wanneer:
De stoornis een redelijke waardering der bij de handeling betrokken belangen
belette
De verklaring onder invloed van die stoornis is gedaan
Een verklaring wordt vermoed onder invloed van de stoornis te zijn gedaan, indien de
rechtshandeling voor de geestelijk gestoorde nadelig was, tenzij het nadeel op het tijdstip
van de rechtshandeling redelijkerwijze niet was te voorzien.
Bedrog
o Opzettelijke onjuiste mededelingen: Ik koop een auto met 100.000 km op de
teller, maar er blijkt aan gesleuteld. 300.000 km meegereden.
o Schadevergoeding!
o Aanprijzen koopwaar?
Bedreiging
o Met pressiemiddelen dwingen om iets te doen of na te laten.
o Voorbeeld: Zuid-Italië (Sicilië) Maffia
Rechtsfeiten
Rechtshandelingen:
o Eenzijdig: Testament
o Meerzijdig: Overeenkomst
Feitelijke handelingen:
o Onrechtmatige daad
o Wanprestatie
Blote rechtsfeiten:
o Geboorte, overlijden, AOW-leeftijd bereiken
Handelingsbekwaam
Iedereen, tenzij:
o Onder curatele (geestelijke stoornis, drank en drugsmisbruik)
o Minderjarig
Niet meerderjarig verklaard/handlichting
Tenzij toestemming ouders/curator, voor bepaald doel of ovk
o NB: Niet voor alles toestemming nodig: als gebruikelijk is voor iemand van die
leeftijd.
o Overeenkomsten vernietigbaar!
Inhoud overeenkomst
1. Wat partijen overeenkomen/afspreken
o Haviltex arrest: bij de uitleg van contracten moet je niet alleen kijken naar de
letterlijke tekst van de overeenkomst. Ook moet je kijken welke bedoeling
partijen hadden, wat hen voor ogen heeft gestaan en wat zij over en weer van
elkaar mochten verwachten in de gegeven omstandigheden.
Arrest wordt nog dagelijks toegepast in de rechtspraktijk bij de uitleg
van een overeenkomst
2. De wet vult afspraken aan (aanvullend recht_
3. De gewoonte speelt ook rol
4. Redelijkheid en billijkheid
Aanvullend of beperkend
Koopovereenkomst
Koop (artikel 7:1 BW) is de overeenkomst waarbij de een zich verbindt een zaak te
geven en de andere om daarvoor een prijs te betalen.
Wederkerig (niet eenzijdig)
Consumentenkoop
Artikel 7:5 BW: Koop met betrekking tot een roerende zaak gesloten door een
verkoper die handelt in de uitoefening van beroep of bedrijf, en koper natuurlijk
persoon die niet handelt in de uitoefening van beroep of bedrijf. ◦ Dus verkoper =
professional (niet andersom)
Mag niet afwijken van de wettelijke regels ten nadele van de consument
Voorbeeld: Bij een consumentenkoop verjaart de rechtsvordering tot betaling van de
koopprijs door verloop van twee jaren. (Gewoonlijk verjaart dit na 5 jaar maar bij
consumentenkoop is termijn korter)
Verplichtingen verkoper
Zaak met toebehoren (inclusief alle onderdelen)
Afleveren (kosten? Alleen indien afgesproken)
Eis van conformiteit (moet alle eigenschappen bezitten voor normaal gebruik)
Geen conformiteit:
Alsnog naleveren
Herstel
Vervanging
Verplichtingen koper
Betalen (vooruitbetalen mag beperkt tot 50%)
Artikel 7:10 BW risico van beschadiging gaat pas over ná levering en bezorging
NB:
Recht van reclame verkoper (terugvorderen product na ontbinding
koopovereenkomst)
De ontbindende voorwaarde (ik koop, tenzij… ) en de opschortende voorwaarde (ik
koop, mits …)
Koop op proef = Ontbindend of opschortend?
Algemene voorwaarden
Pas altijd op wat er in de kleine lettertjes staat want dat is niet altijd alleen maar goed
nieuws. Dus toch maar lezen voor je eigen bestwil, als het althans voor jou een belangrijke
overeenkomst is!
Rechten:
1. Nakoming van hetgeen waartoe de wederpartij zich verplicht had
2. Ontbinding van de overeenkomst
3. Vervangende schadevergoeding
4. Aanvullende schadevergoeding
5. Nakoming, gecombineerd met aanvullende schadevergoeding
6. Ontbinding, gecombineerd met aanvullende schadevergoeding
7. Vervangende en aanvullende schadevergoeding
Opschortingsrechten
Soms mag je je verplichting opschorten als de ander óók (nog) niet aan zijn plicht heeft
voldaan.
Risicoaansprakelijkheid
Artikel 6: 164 BW een gedraging van een kind onder 14 jaar kan hem niet als een
onrechtmatige daad worden toegerekend.
Artikel 16: 169 BW in plaats daarvan zijn de ouders/voogden aansprakelijk
Maken: vraag 9,10,15 (eigen energie van het dier = uitzondering) en 16 (pagina 158)
Welke schade komt voor vergoeding in aanmerking? Wat te doen indien sprake is van een
keten van rampen? Welke schade moet dan worden vergoed?
Vroeger Adequatieleer = alle schade die redelijkerwijs te voorzien is komt voor
schadevergoeding in aanmerking.
1. Onrechtmatigheid
o Inbreuk op een recht
o Handelen in strijd met wettelijke plicht
o Handelen in strijd met ongeschreven recht (zorgvuldigheidsnorm)
2. Toerekening
o Schuld: er moet een verwijt kunnen worden gemaakt
o Risico: krachtens de wet of verkeersopvattingen komt dit voor jouw risico
3. Causaal verband
o Er moet verband zijn tussen daad en schade
4. Schade
o Vermogensschade: verlies of gederfde winst + redelijke kosten ter
voorkoming of beperking van schade
o Ander nadeel: immateriële schade (gederfde levensvreugde, verdriet, pijn,
teleurstelling)
o Dit wordt alleen toegekend indien:
Nieuw: schokschade
Met vergoeding van shockschade wordt de schadevergoeding aangeduid, waarop iemand
recht kan hebben, als hij of zij een ongeval heeft waargenomen, of direct geconfronteerd
wordt met de ernstige gevolgen ervan
Verweermiddelen
De dader heeft de mogelijkheid zich te verweren:
‘De onrechtmatige daad kan mij niet worden toegerekend’ Wanneer niet?
1. Rechtvaardigingsgrond:
o Overmacht
o Noodweer
o Voldoen aan wettelijk voorschrift
o Voldoen aan ambtelijk bevel
2. Relativiteitsvereiste: de wettelijke norm beschermt dit belang niet
o Check wat doel van de regeling is
Maken: vraag 8
Rechtmatige daad
Goederenrecht – verbintenissenrecht
Verbintenissenrecht:
o Draait om personen c.q. partijen
o Die een juridische relatie met elkaar hebben
o Voortvloeiend uit overeenkomst of uit de Wet (rechtmatige en onrechtmatige
daad)
o Schept relatieve rechten (alleen voor een bepaalde partij/persoon)
Goederenrecht:
o Relatie tussen personen en een goed
Als een overeenkomst wordt gesloten waarvan die verplichtingen die eruit voortvloeien
alleen geldig zijn voor de twee personen die de overeenkomst hebben gesloten, dan spreken
we van relatief recht.
Onroerende zaken:
Grond
Nog niet gewonnen delfstoffen
Met grond verenigde beplantingen
Gebouwen die duurzaam met grond zijn verenigd en alles wat daaraan vastzit
Uitzonderingen:
Rechten van anderen
Wettelijke voorschriften
Regels van ongeschreven recht
o Hinder (tot diep in de nacht drum spelen) soms: ook mét vergunning overlast/
hinder
o Misbruik van eigendomsrecht:
1. Doel anderen schade berokkenen
2. Onevenredigheid (afbreken schuur tegenover dulden missen stukje grond)
Erfdienstbaarheid
Prijs = retributie
Erfpacht
Prijs = canon
Opstal
Recht op het gebouw dat staat op de grond
Doorkruist het natrekkingsprincipe
Appartementsrecht
Geen eigenaar van enkele kamer in een huis kan niet
Stukje huis is appartement; onderdeel van een groter geheel
Gemeenschappelijke ruimtes; lift, trappenhuis
VvE bijdrage
Vruchtgebruik
Genieten van de vruchten (vergelijk: van appelboomgaard of van geldvordering of
van huis)
Pandrecht
Zowel op een zaak als op een vermogensrecht
Zekerheid voor de nakoming van een verbintenis
Alleen op roerende zaken!
Vuistpand en bezitloos pandrecht
Recht van parate executie
Ook op vorderingen
Hypotheek recht
Zowel op een zaak als op een vermogensrecht
Zekerheid voor de nakoming van een verbintenis
Alleen op onroerende zaken!
Recht van parate executie (veiling)
Afhankelijk recht (vervalt als vordering is voldaan)
Bedingen
o Huurbeding
o Beding van niet-wijzigen
o Beheersbeding
Geestesproducten
Immateriële goederen, zoals:
Auteursrecht
Octrooirecht
Merkenrecht
Recht op de handelsnaam
Onderscheid
Genotsrechten/zekerheidsrechten
Moederrecht/beperkrecht
Eigendomsoverdracht (art. 3:84 BW)
Titel (de reden voor de overdracht)
Beschikkingsbevoegdheid van de vervreemder
Levering
Levering
Registergoed: art. 3:89 (notariële akte + inschrijving kadaster)
o Geldt o.a. voor huizen, schepen en vliegtuigen
Van roerende zaken (niet registergoed)
Bezitsverschaffing (feitelijke overdracht)
Diefstal
Uitzondering op de derdenbescherming als de zaak gestolen is. Als B de fiets had
gestolen en daarna had overgedragen aan C, dan kan A gedurende drie jaar de zaak
als zijn eigendom opeisen.
Maar uitzondering op uitzondering: bij diefstal komt toch een overeenkomst tot
stand als C de fiets in een winkel heeft gekocht en hij gehandeld heeft als een
natuurlijk persoon en als consument (dus niet al bijv. een ondernemer)
H7 Ondernemingsrecht
Ondernemingsvormen
1. Eenmanszaak (ZZP’ers)
2. Samenwerkingsovereenkomst: Maatschap, VOF, CV
3. Rechtspersoon (B.V., N.V., vereniging, coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij,
stichting)
Handelsregister
Kamer van Koophandel
Handelsregisterwet: iedere onderneming die in Nederland gevestigd is moet worden
ingeschreven in het Handelsregister
Alle ondernemingsvormen, maar ook: kerken, gemeentes en provincies
Indien ‘doorgaans’ minimaal 15 uur arbeid per week
Onderneming = voldoende zelfstandig optredende organisatorische eenheid van één
of meer personen waarin t.b.v. derden diensten of goederen worden geleverd of
werken tot stand worden gebracht met het oogmerk daarmee materieel voordeel te
behalen.
Eenmanszaak
Eén eigenaar
Geen wettelijke regels in BW
Geen onderscheid tussen privévermogen en bedrijfsvermogen
o Bedrijfscrediteuren mogen zich verhalen op privévermogen
Ook op gemeenschappelijk vermogen echtgenoot (GVG)
Maatschap
Samenwerking tussen vrije beroepers (artsen, advocaten, makelaars, e.d.)
Een overeenkomst waarbij twee of meer personen zich verbinden om iets in
gemeenschap te brengen met als doel het daaruit ontstane voordelen met elkaar te
delen.
Wél wettelijke regels: 7A: 1655 – 1688 BW
Partners noem je: maten
o Maten die niets inbrengen worden gelijkgesteld aan maten die minste
inbrengen. (Zie foto hieronder)
Verdeelsleutel winst: naar rato van vermogensinbreng (alleen arbeid? Kleinste
vermogen)
Aansprakelijk tegenover derden: gelijke delen voor beheersdaden
o Alleen zelf gebonden voor beschikkingshandelingen
Beheersdaden en beschikkingshandelingen
Aansprakelijk tegenover derden
Beheersdaad (normale doel bedrijfsuitoefening) alle maten voor gelijk aandeel bij
een maatschap
Beschikkingshandeling (overige grote aankopen) alleen handelende maat, tenzij:
o Bekrachtiging
o Voordelig voor de maatschap
o Volmacht vooraf
Rechtspersonen: de NV
Een rechtspersoon een zelfstandig drager van rechten en plichten
Eigenaar: aandeelhouders
NV: Naamloze Vennootschap alle regels zijn in beginsel ook op de BV van
toepassing
o Aandelen vrij verhandelbaar (beurs)
BV: Besloten Vennootschap
o Aandelen beperkt verhandelbaar (blokkering)
Oprichting NV
Notariële akte van oprichting
Statuten (regels en bevoegdheden)
Accountantsverklaring
NV i.o. (in oprichting)
o NV gebonden na bekrachtiging rechtshandelingen oprichtingsfase
o Hoofdelijke aansprakelijkheid oprichters nakoming verplichtingen
o Ook na oprichting blijven oprichters aansprakelijk als zij wisten of konden
weten dat NV niet kon nakomen of indien binnen 1 jaar failliet
Organen
AV(A) = Algemene vergadering van Aandeelhouders (ook wel: AV)
o Geldverstrekkers, eigenaren
o Bevoegdheden (o.a.):
o Benoeming en ontslag bestuurders en commissarissen
o Onderzoeken en vaststellen jaarrekening
Kapitaal
Maatschappelijk kapitaal = maximaal uit te geven aandelen
Geplaatst kapitaal = verkochte aandelen (min. 45.000, 20% maatschappelijk kap.)
Gestort kapitaal = betaalde aandelen (minimaal 45.000)
Aan toonder
Op naam
Rechten aandeelhouder
1. Financiële rechten
2. Vergader- en stemrecht
3. Informatierecht
4. Rechten m.b.t. goede gang van zaken
Verschillen BV en NV
BV: alleen aandelen op naam (geen toonderaandelen)
BV: geen verplichte blokkeringsregeling
BV: aanbiedingsplicht
BV: geen maatschappelijk kapitaal, geen minimum
BV: geen bank en accountantsverklaring
BV: ook stemrecht loze of winst loze aandelen
Structuurvennootschap
Grote vennootschap:
Geplaatst kapitaal > 16 mio euro
Ondernemingsraad
Minimaal 100 werknemers
Na 3 jaar: structuurvennootschap
RvC = verplicht
Bevoegdheden AVA beperkter RvC grotere invloed
Stichting en vereniging
Geen winstoogmerk
Geen uitkeringen aan leden of oprichters
Stichting: ideële of sociale strekking
Wet op de Ondernemingsraden
Minimaal 50 personen? Verplichte OR!
>10 <50? Ofwel personeelsvertegenwoordiging ofwel personeelsvergadering
Ook voor een OR voor non-profit organisaties of overheidsinstanties
Kanton:
Dagvaardingsprocedure of verzoekschriftprocedure?
Hoofdregel: dagvaarding
Tenzij de verzoekschriftprocedure geldt. Dit laatste volgt uit de
wet.
Dagvaardingsprocedure
In een dagvaardingsprocedure vraagt u het oordeel van de
rechter over een conflict.
De procedure begint met een dagvaarding. In de dagvaarding legt u uit wat het
conflict is en wat u wilt.
De tegenpartij (gedaagde) kan reageren.
Verloop procedure
Kort Geding
Na de uitspraak
Uitspraak, vonnis, beschikking
Executoriale titel = geldig bewijs om je vordering te incasseren via de deurwaarder,
eventueel beslag te leggen.
Rechtsmiddelen
Verzet
Als er geen verweer is gevoerd wijst de rechter de vordering bij verstek toe, dan kan er
verzet worden gedaan tegen het verstekvonnis
Gerechtshof
Wie het niet eens is met een uitspraak van de rechtbank, kan ik hoger beroep gaan. De
gerechtshoven behandelen het hoger beroep van strafzaken, civiele zaken (zoals scheiding),
kantonzaken (zoals ontslag) en belastingzaken.
Hoge Raad
De Hoge Raad der Nederlanden is de hoogste rechter in Nederland op het gebied van
civiel recht, strafrecht en belastingrecht.
Hij is dat ook voor Aruba, Curaçao, Sint-Maarten en Bonaire, Saba en Sint-Eustatius.
De Hoge Raad is geen derde instantie, maar een cassatierechter. Dat betekent dat de
Hoge Raad oordeelt of de feitenrechter het recht goed heeft uitgelegd en toegepast.