You are on page 1of 35

RECHT

Academiejaar 2019-2020
Samra Verbeeck
Recht - Thema 1: recht en rechtswetenschap B. Begrippen en normen

1. Wat is recht? Het recht heeft zijn eigen terminologie vb. strafrecht (overtreding, misdaad, wanbedrijf). Het is van
Er is geen (uniforme) definitie: omschrijving is (onder meer) afhankelijk van tijd en plaats. De definitie belang van de correcte termen worden gebruikt want ook het juiste gebruik van juridische termen is
verandert naargelang aan wie je het vraagt, maar er zijn terugkerende elementen/ kenmerken: genormeerd. Het verkeerd gebruiken van de juridische normen zal/kan een sanctie als gevolg hebben.
Soms hebben juridische termen die in het dagelijks leven ook gebruikt worden een andere betekenis
1) Is een rationeel geheel in het recht. (Bv. Dwaling). Deze afwijkende normen hebben als doel en zo wetenschappelijke
2) Moet de maatschappij ordenen beschrijving te geven over menselijke situatie met het oog op analyse. Het verschil tussen vak- en
3) Afdwingbare regels : volkstaal wordt soms groot waardoor de juridische termen voor buitenstaanders vaak te complex
Door de bevoegde overheid. De OH heeft als enigste een geweldmonopoli. Als de OH dit wordt.
monopolie gebruikt (dwang of geweld), dan doet de OH aan “rechtshandhaving”
andere gedragsnormen zoals moraal, regels in godsdienst (hebben geen sanctie door Opm. : wanbedrijf is categorie van misdrijven die bestraft worden met correctionele straffen
overheidsoptreden als gevolg )
C. Recht wil de maatschappij ordenen
4) Rol van de overheid : Recht is een middel om een (maatschappelijk) doel te bereiken. Recht geldt binnen maatschappij op
De OH vaardigt wetten uit en kan naleving afdwingen maar naleving gebeurt doorgaans bepaald moment. Het positief recht is het recht dat geldt in het heden. Het recht is elementair
vrijwillig neutraal maar wordt samen met dingen zoals propaganda, religie en economische maatregelen
5) Sancties gebruikt door de politiek om een bepaald beleid door te drukken. Om rechtszekerheid te garanderen
Een norm is slechts een rechtsnorm als er een sanctie aan verbonden is. In de interactie tussen moet alles tot een zekere mate geregeld worden. Nu woedt bij juristen de vraag of de overheid niet
de overheid en een particulier zal de overheid voor de sanctie en de (gedwongen) uitvoering heeft overdreven met alles te regelen. Bijna alles in de (westerse) maatschappij heeft een juridische
ervan zorgen. De OH kan voor de nietigheid van de gestelde handeling zorgen. De meeste regeling. Verschil/overeenkomst met andere ‘gedragsregels’
rechtsrelaties zijn immers tussen particulieren. Hier zal de OH weinig of niet tussenkommen :
de OH zal wel reguleren maar zeer weinig op eigen initiatief sanctioneren. Een sanctie in het
recht is dus zeer vaak door de OH erkend, zonder het door de OH wordt opgelegd. D. Recht wil veiligheid
Recht is een antwoord op ‘schaarste’ in de samenleving. Recht moet de veiligheid garanderen om
Daarbij kan recht geenechte oplossingen beiden voor problemen: het recht kan enkel een anarchie tegen te gaan . Er is ook een verboden op eigenrichting, uitzonderingen art. 416Sw (wettige
maatschappelijk aanvaardbaar manier bieden om het probleem in kwestie op te lossen. Daarbij is een verdediging van zichzelf of van een ander). Om anarchie tegen te gaan en de veiligheid te garanderen
juridische oplossing vaak een financiële oplossing. moet er veel juridisch worden geregeld. Hiervoor, dus voor rechtszekerheid offert de
België is een rechtstaan : niet enkel de burgers maar ook de overheden moeten de rechtsregels rechtsonderhorige een deel van zijn vrijheid op voor rechtszekerheid.
volgen.
E. Rechtsstelsels
Verschil tussen ‘regelend recht’ en ‘procesrecht’ Er zijn twee “families” in het recht : in een van deze twee systemen vallen de verschillende
rechtssystemen van verschillende landen nl Civil law en Common Law
1) Regelend recht (materieel recht)
Maatregelen die voorgeschreven worden, mogelijkheden die worden geopend, verboden opgelegd,… Civil Law Common law
Bv : De wet geeft rechtsonderhorigen de toestemming om te trouwen met wie de persoon maar wilt
1. Gecodificeerd recht : recht dat samen 1. Geval per geval (Case Law)
2) Procesrecht (recht m.b.t. rechtshandhaving) wordt gebracht in wetboeken
2. Belang van wetgeving 2. Belang van rechtspraak
Materieel recht heeft bepaalde rechten maar wat doe je als de andere partij hier geen rekening mee
(‘Rechtersrecht’) : lagere rechter
houdt? Wie mag naar de rechter? Welke rechter? Hoe breng je een zaak voor bij de rechter? Mag je
moet hogere rechter volgen
zelf pleiten? Wat kan je met een vonnis doen?
Er wordt een weg gezocht om het te laten lukken
- Vb. België - Vb. UK / USA
A. ‘rationeel’ opgebouwd geheel
F. Rol van de overheid
Recht bestaat uit allemaal ‘deeltjes’ die op een ‘logische’ manier met elkaar verbonden zijn. Het
Het woord “recht” is afgeleid van Latijnse ‘regere’ (‘uitoefenen overheidsgezag’). Vervolgens zijn de
‘recht’ hangt samen met ‘rede’ (ratio). Vervolg wordt iedereen geacht de wet te kennen
woorden “recht” en “rechtvaardigheid” geen synoniemen. Recht leidt niet persé tot rechtvaardigheid.
Is er binnen het recht nog plaats voor gevoel? Traditioneel gezien wordt het recht als harteloos gezien.
Zo kan het recht tot een juridisch correcte oplossing leiden dat niet rechtvaardig is. Er moet door
Maar in het positieve recht is er degelijk een plaats voor gevoel. Een voorbeeld is het recht van het
rechters wel altijd naar rechtvaardigheid gestreefd worden.
kind om gehoord te worden in familiezaken of het recht van het slachtoffer in strafzaken.
Bv : verjaarbaarheid van bepaalde strafbare feiten of strafbare vervolging
Rechtspositivistische benadering van het recht 3. Publiekrecht en privaatrecht
A. Verschil Publiekrecht en Privaatrecht
Het recht is een geheel van regels die werd vastgelegd door de overheid en bindend is voor alle Publiekrecht Privaatrecht
burgers. Het positief recht is datgene dat als recht wordt beschouwd in een bepaalde samenleving en Doel Behartiging van het algemeen Behartiging van particuliere belangen
kan worden gevonden in formele rechtsbronnen. De formele rechtsbronnen zijn het volgende : belang
1) WDO Karakter Dwingend recht (vaak schendt Aanvullend recht : men heeft de vrijheid
2) Verdragen het zelfs de openbare orde) om naaste de vaste bepalingen een
3) Gewoonterecht aantal dingen zelf te regelen
4) Jurisprudentie (= Rechtsbedeling, Rechtspraak) Subjecten OH en particulieren OF Particulieren onderling
5) Doctrine (Rechtsleer) OHeden onderling
Sanctie OH sanctioneert particulieren OH garandeert de goede werking van de
OF andere OHeden mechanismes dat voor de sanctionering
Natuurrechtelijke benadering van het recht zorgen

Deze opvatting ziet het recht niet als een geheel van bindende regels die zijn uitgevaardigd door een B. Belang van get onderscheid
(bevoegde) overheid, maar een geheel van rechten die de mens van nature bezit. De mens bezit van Het doel van de indeling tussen publiekrechte en privaatrecht is orde scheppen.
nature regels die eigenschappen waaruit samenlevingsregels volgen. Deze “natuurlijke regels” zijn dan De zowel publiek- als privaatrecht hebben eigen terminologie/concepten vb. Goede trouw,
de kern van onze samenleving. beginselen van behoorlijk bestuur…..
Vervolgens wordt iedereen geacht de wet te kennen. Dit is in de praktijk niet mogelijk en wordt dus Handboeken, wetboeken, bibliotheken, … nog steeds ingedeeld op basis van dit onderscheid.
een juridische fictie genoemd. Juridische ficties zijn in beginsel niet correct maar zijn noodzakelijk om Naast de opdeling in publiek-en privaatrecht wordt het recht nog verdere opgedeeld in rechtstakken
aan maatschappelijke ordening te kunnen doen. Rechtsdwaling is in dit geval geen geldig verweer. (zie Thema 2). Ook de bevoegdheden van de rechtelijke macht is gebaseerd op de opdeling
“publiekrecht vs privaatrecht”.
Wettelijk vs Werkelijk land
Soorten rechtscolleges
De werkelijke wereld is niet de wettelijke wereld. Geen enkele wetgever kan alle problemen voorzien 1) Burgerlijke rechtscolleges: relaties tussen burgers
door normen zodanig uit te vaardigen ter oplossing van alle toekomstige problemen. Algemene 2) Strafrechtcolleges: relatie burger- overheid
normen worden toegepast op concrete casussen, maar bij de toepassing ervan spelen irrationele 3) Administratieve rechtscolleges: relatie burger- overheid
dingen mee zoals ideologie, historiek, godsdienst,… Daarbij kennen juristen niet alle normen op elk
moment waardoor ook zij fouten kunnen maken. In het wettelijk land doen de problemen die zich wél C. Kritiek
voordoen in het werkelijk land niet voor De indeling in rechtspraken ontvangt ook veel kritiek. Er zou er tussen veel rechtstakken de scheiding
niet duidelijk genoeg zijn. Hierdoor zou het effect en dus het doel van de indeling verloren gaan.
Verbod op eigen richting Daarnaast verandert de rol van de staat verandert door deze indeling : de staat behoort tegenwoordig
niet louter tot het publiekrecht. Doordat de staat bij beiden behoort, behoort ze bij verschillende
Een rechtsonderhorige mag zichzelf geen recht verschaffen of zelfs sanctioneren. Dit kan enkel via een rechtstakken wat voor, verwarring kan zorgen.
gerechtelijke procedure met tussenkomst van de OH
D. Besluit
Het onderscheid tussen publiekrecht en privaat recht is zeker nog van belang maar gaat alsmaar
vervagen. Bovendien zijn er vaak meerdere juridische aspecten bij een (rechts)handeling.
bv : als je een grond aankoopt (privaatrecht) zal je veel dingen moeten regel die onder het
publiekrecht behoren.
4. Internationalisering Recht - Thema 2: basisbegrippen en indeling van het recht
Toepasselijk recht in de (Belgische) nationale rechtsorde is niet enkel nationaal recht. Het aantal
‘rechtcreërende instanties’ is doorheen der jaren spectaculair toegenomen bv : Benelux, EU, 1. Basisbegrippen
internationale verdragen,… Zo kan een probleem dat zich enkel binnen België situeert beheerst
worden door bv. Europese regels 1) Norm
Het gaat telkens om “eigen-recht” en geen vreemd recht want het internationale recht is dan van Een norm is een gedragsvoorschrift dat betrekking heeft opeen onbepaald aantal situaties. De twee
toepassing in eigen land. Ook de term “inter-nationaal recht” is niet volledig correct omdat het kenmerken zijn :
internationaal recht niet enkel de verhouding tussen naties regelt maar eigenlijk meer regelgeving
bevat voor particulieren en bedrijven. Tenslotte het subsidiariteitsbeginsel : “Elk probleem wordt op (1) algemeen en verbindend
geëigende niveau geregeld” Hierin is de hiërarchie zeker cruciaal maar het recht wordt nog (2) verbindend karakter
complexer…
2) Wet
Een wet heeft delfde kenmerken als een norm, maar is specifieker dan norm. Het is een norm uitgaan
de van de bevoegde overheid. Wat is een formele wet een materiele wel ? ( zie schema hier onder.
Het schema bevat niet enkel uitleg over FW en MW maar ook bijkomende info. Dit is in dit specifieke
deel even overbodig, maar het is goed voor andere delen + schets een goed beeld van het verschil
tussen de verschillende delen)

Opmerking :
wanneer is het duidelijk dat de wet in enge dan wel in de brede zin wordt gebruikt ? Dit moet worden
afgeleid van de juridische context in kwestie.
Schema : Objectief recht 3) Gesanctioneerde en niet-gesanctioneerde normen
Dit is een geel van imperatieve (=opgelegde) regels die door de OH worden toegepast als reactie op het Sanctie is belangrijk element van het recht. Om van een juridische norm te kunnen spreken moet deze
gedrag van rechtsonderhorigen Het is opgesplitst in materieel en formeel recht norm afdwingbaar zijn door de OH . ‘Hulpregels’: normen die op het eerste zicht niet gesanctioneerd
worden. Deze regels zijn per definitie geen rechtsnormen, maar krijgen wel in combinatie met andere
Formeel Materieel normen een normerend karakter. Ook lijk het soms dat een bepaalde norm niet gesanctioneerd wordt,
Formeel recht Materiel recht maar de sanctionering gebeurt degelijk in combinatie met andere normen. Een grondig inzicht in het
=Procedurerels dus “spelregels van het recht bv =Inhoudelijke regels van het recht dus recht is dus cruciaal.
Strafvordering gedragsregels

Formele rechtsbron Materiele rechtsbron 5) Gebiedende en verbiedende normen


= factoren die geldingskracht aan een rechtsregel. = factoren die mee bepalen hoede inhoud van
Hier zijn er maar een aantal van : het recht eruit ziet zonder zelf een rechtsregel te (1) Dwingend recht (imperatief)
zijn = oorzaken uit onze samenleving - Afwijken mag niet
1. materiële wet - Particuliere belangen
2. gewoonterecht Bv klimaat, traditie van een nee - Iedereen moet deze normen naleven
3. ARB geloofsovertuiging,… Hier zijn er oneindig veel - Zoniet: sanctie
4. RS (niet bindend) van
Uitzondering : als cassatie 2e keer beslist is (2) Aanvullend recht (suppletief)
het wel bindend ! - Afwijken is toegestaan
5. RL (niet bindend) - Je mag de normen naleven, maar je mag ook afwijken
Formele wet : Materiele wet : - ‘Vult onderlinge afspraken aan’

1) Uitgevaardigd door de WM zowel op 1) Algemeen en bindende oorspronkelijke 6) Dwingend recht van openbare orde
federaal (koning, kamer + senaat) als op uitgevaardigd door een bevoegde OH - Bijzondere vorm van dwingend recht
deelstatelijk niveau. 2) Het bevat rechtsregels - ‘Openbare belangen’ in het spel
2) KB is geen FW (want dan wordt gehandeld 3) Naast WOD ook KB’s, MB’s, … - ‘Meest fundamentele socio-economische en staatspolitieke opties van de samenleving’
als UM ipv WM) 4) RvS geeft advies aan de WM over materiele - Basisprincipes waarop rechtssysteem is gebaseerd
3) Kijken naar de herkomst wette, - Schending? -> maatschappij onderneemt (ook) actie
- Rechter / Openbaar Ministerie kunnen zelf ingrijpen
GW in formele zin : GW in materiële zin :
Opmerking : Openbare orde : wat de maatschappij op dit moment belangrijk vindt en hoe de
Geheel van regels die een bijzonder gezag dragen. Geheel van fundamentele regels maatschappij naar bepaalde dingen kijkt bv : vroeger was overspel not done maar nu is dat anders. Dus
Bv. Basisgrondwet van 1831, de kijk van de samenleving op deze materie is veranderd
mensenrechtenverklaring
Motivering : Uiteenzetting van feitelijke én juridische argumenten van een beslissing. : Is een regel dwingend, aanvullend of van openbare orde?
- Idealiter: wetgever bepaalt dit (= duidelijk uit artikel)
Formele motivering : Materiële motivering : - Indien niet: interpretatie
- Rechtsleer/rechtspraak kunnen idee geven
Schriftelijke vorm waarin juridische en feitelijke Inhoudelijke argumenten waarop beslissing - Bij twijfel: rechter hakt knoop door!
argumenten beschreven worden. gebaseerd is, zonder dat deze uitdrukkelijk
geformuleerd moeten worden.
Aanvullend recht Dwingend recht Dwingend recht van openbare Wat is het belang van het onderscheid ?
orde reglementaire normen is advies Raad van State, Afdeling Wetgeving nodig, individuele normen niet
DOEL tijd sparen : rechtseconomisch Zwakste partij en private Publieke belangen beschermen
want veel bepalingen niet belangen beschermen
door het recht wordt geregeld Algemeen Individueel
maar door partijen zelf 1) Op iedereen van toepassing 1) Op één iemand van toepassing
(algemeen/abstract) (individueel/concreet)
AFSTAND Voor het opstellen van de Keuze : op het moment van Kan je nooit afstand van doen.
2) Rechtsregels zijn normen: algemene 2) Individuele voorschriften: ‘individueel
overeenkomst moeten wanneer het geschil
gedragsregel voorschrift’
partijen overeenkomen om ontstaat kan je uitdrukkelijk
3) ‘Iedereen’ is relatief, situatie bepaalt vaak
hiervan afstand te doen afstand van doen. Niet
toepasselijkheid Bv leerkracht kreeg een MB met zijn naam op.
ervoor.
4) Algemene voorschriften: ‘reglementair Dit besluit is dan enkel op hem van toepassing
SANCTIE Niet van toepassing Relatieve nietigheid Absolute nietigheid
voorschrift’ Je moet kijken wat er in het besluit staat
Bv : Verkeersregels: als je in het verkeer bent, om te besluiten of de norm algemeen of
Huurrecht: als je huurder/verhuurder bent individueel is ; niet dus kijken van wie het
7) Nietigheid en ontbinding, opzegging komt (die niet naar de vorm kijken).

(1) Nietigheid
- Ongeldigheid van de rechtshandeling zelf door rechter uitgesproken. Regel: terugwerkende
kracht (vrije wil, bepaald/bepaalbaar voorwerp, geoorloofde oorzaak,
handelingsbekwaamheid, overeenstemming met dwingend recht)

- Dwingend recht (‘gewoon’): relatieve nietigheid


• Enkel door beschermde partij in te roepen
• Beschermde partij kan er afstand van doen

- Dwingend recht OO: absolute nietigheid


• Iedere belanghebbende kan deze inroepen
• Ook door rechter ambtshalve
• Kan geen afstand van gedaan worden

(2) Ontbinding (≠ nietigheid!!)


- Wijze van beëindiging van een wederkerig contract
- Sanctie voor een toerekenbare tekortkoming van de schuldenaar
- Moet in principe door de rechter uitgesproken worden
- Regel: terugwerkende kracht

(3) Opzegging is de beëindiging van de overeenkomst door minstens één van de partijen in
afwezigheid van elke contractuele tekortkoming. Opzegging is typerend voor overeenkomsten
(voor opeenvolgende prestaties) van onbepaalde duur. Opzegging heeft geen terugwerkende
kracht. Alle gevolgen van de overeenkomst voor de opzegging blijven dus verworven.

8) Algemene normen en individuele normen Dit besluit is dan ENKEL geldig op


die rechter en niemand anders
Hoe wordt bepaalt of een norm algemeen of individueel is?
Niet op basis van de vorm. Wèl: wordt hogere norm concreet toegepast of wordt de hogere norm
verduidelijkt?
9) Objectief en subjectief recht 10) Rechtssubject, rechtsobject natuurlijk persoon, rechtspersoon

- Belang van het onderscheid : Onder meer bevoegde rechter (bevoegdheidsverdeling tussen (1) Rechtsobject
Raad van State en gewone rechtbanken) - Goederen, dingen, dieren, planten, …
- “Contentieux” : het gaat hier over geschillenbeslechting (contentieux = vertaling : - Waarover rechten en verplichtingen kunnen bestaan
geschillenbeslechting) - ‘Lijdend voorwerp’
- Vele categorieën goederen (onbeheerde goederen, overheidsgoederen, goederen van
Objectief Subjectief private personen, gestolen goederen, achtergelaten goederen, …): zie OPO Zakenrecht
1) het recht, bestaande uit abstracte normen 1) concrete, door het objectief recht erkende
als dusdanig bekeken, los van de concrete bevoegdheid of macht om iets te vragen, te (2) Rechtssubject
toepassing of de individuele gevolgen voor eisen of te vorderen. - Drager van subjectieve rechten
de rechtsonderhorigen. (concrete rechtstoepassing) - ‘Spelers in de rechtsorde’
2) Objectief ‘contentieux’ 2) ‘bekeken vanuit het standpunt van het individu’ - 2 soorten in (ons) recht:
(‘geschillenbeslechting’): geheel van (subject)
geschillen waarbij een objectieve 3) Subjectief ‘contentieux’ a) Natuurlijke persoon
rechtsregel zelf wordt aangevochten. (‘geschillenbeslechting’): geheel van geschillen • ‘Mensen van vlees en bloed’
waarbij de eiser de schending aanvoert van een • Rechtsbevoegdheid/rechtsbekwaamheid: geboorte tot de dood (+ uitzonderingen!)
subjectief recht.
b) Rechtspersoon
• ‘Juridische fictie’
Voorbeeld : • Eén/groep natuurlijke persoon/ rechtspersonen/ vermogen(s) die samengaan om
Artikel 544 Burgerlijk Wetboek bepaalde doel te realiseren
(‘Eigendom is het recht om op de meest volstrekte wijze van een zaak het genot te hebben en daarover • Nieuwe entiteit krijgt rechtspersoonlijkheid: wordt drager van rechten en plichten
te beschikken, mits men er geen gebruik van maakt dat strijdig is met de wetten of met de • Veel verschijningsvormen (publiek/privaatrechtelijk)
verordeningen.’) • Beschikt niet over dezelfde rechten als een natuurlijke persoon (karakter / doel)
▪ Objectief recht: de norm op zich
▪ Subjectief recht: het eigendomsrecht van de eigenaar, maw de bevoegdheid om de Hoe ‘identificeer’ je natuurlijke personen en rechtspersonen?
heerschappij over de zaak uit te oefenen/het genot ervan te hebben
Een natuurlijke persoon heeft een aantal kenmerken die een rechtspersoon niet heeft (naam,
geslacht, woonplaats, geboortedatum,…). Daarnaast bezit een natuurlijk persoon een aantal dingen
die cruciaal is opdat de persoon natuurlijk zou zijn . Een goed voorbeeld hiervan is het
rijksregisternummer! : Dit is cruciaal omdat de andere kenmerken meer en meer beginnen te
vervagen.

11) Rechts-en handelingsbekwaam

(1) Rechtsbekwaamheid
- ‘Het hebben van rechten en plichten’
- Iedere Belg heeft het genot van de burgerlijke rechten (art. 4 BW)
- Gelijkheidsbeginsel (art. 10 en 11 GW)
- Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (art. 14 EVRM)
- Niemand is volledig rechtsonbekwaam.
-
(2) Handelingsbekwaamheid
- De rechten die je hebt zélf kunnen uitvoeren en af- dwingen
- Handelingsbekwaamheid = regel (onbekwh = uitz)
- Natuurlijke persoon: in principe vanaf 18 jaar
- Vroeger: meerdere beschermingsstatuten voor ‘onbekwamen’
- Nu: Eén algemene beschermingsregeling voor meerderjarige personen (vrederechter)
- Daarnaast: specifieke vormen van handelings-onbekwaamheid (vb. na strafrechtelijke
veroordeling, ten gevolge van beroep,…)
- Rechtspersoon: handelt via organen
2. Opdeling in rechtstakken
Opm.
Het recht is omvangrijker geworden. Verder wordt het nog opgedeeld in rechtstakken. Elke rechtstak
- nieuwe wet van 2014 : je kan op voorhand een bewindvoerder aanduiden en jezelf tegen jezelf heeft zijn eigen terminologie en sancties. De eerste indeling (basisindeling) is de indeling van het recht
beschermen VOOR het met je mentaal slecht zou gaan (bv : dementie) in Publiekrecht en privaatrecht (zie recht thema 1)
- Rechtspersonen (bv : UCLL, Procimus,...) handelen via hun organen : het handelt dus niet zoals
een natuurlijk persoon (bv : raad van bestuur, alle leden, sommige meden,...). Je moet kijken Publiekrecht Privaatrecht
naar de oprichtingsakte of de vennootschapsvorm : daar gaat duidelijk zijn wie/wat de organen Doel Behartigen van het algemeen belang Behartigen van particuliere belangen
zijn. Karakter Dwingend recht ( vaak schendt het de Aanvullend recht : men heeft de vrijheid
openbare orde om naast de vaste een aantal dingen zelf
11) Rechtshandeling en rechtsfeit te regelen
Subjecten OH en particulieren OF OHeden Particulieren onderling
(1) Rechtshandeling onderling
- Het bewust stellen (of nalaten) van een materiële daad, met het oog op de (rechts)gevolgen die Sanctie OH sanctioneert particulieren OF ander OH garandeert de goede werking van de
door het recht aan die daad (of aan het nalaten ervan) gekoppeld zijn. OHeden mechanismes dat voor de sanctionering
- Wie zijn rechten toepast/uitvoert/afdwingt stelt een rechtshandeling zorgen
- De wil om rechtsgevolgen te creëren is een essentieel element.
- Eenzijdige: slechts één partij geeft zijn wil te kennen en geen tegenprestatie bv: testament en
schenking A. Publiek recht
- Meerzijdige: twee of meer partijen drukken hun wil uit en er is altijd een tegenprestatie bv :
verkoop I. Grondwettelijk/constitutioneel recht (‘Staatsrecht’)

(2) Rechtsfeit Enge betekenis:


- Een feit waaraan door het recht gevolgen gekoppeld worden, zonder dat de rechtssubjecten - studie van ‘fundamentele teksten’ (GW, bijzondere wet,…) die moeilijk te wijzigen zijn en die
die bij het feit betrokken zijn deze gevolgen beoogden. fundamentele kenmerken van staatsinrichting vastleggen.
- ‘Gebeurtenissen’ of ‘handelingen/gedragingen’ Vb.: Federale structuur, werking van instellingen, de machten, indeling in
- Toeval / met opzet deelstaten/provincies/gemeenten,…
- Essentieel: wil ontbreekt
- Kunnen oorsprong hebben in natuurfenomenen (blikseminslag, overstroming, storm,…) of Ruime betekenis twee soorten bepalingen:
natuurlijke gebeurtenissen (geboren worden) of feitelijke situaties (verkeers- ongeval - Staatsrecht in enge betekenis
veroorzaken) - Fundamentele rechten en vrijheden (‘grondrechten’)
- Elk van deze gebeurtenis kan rechtsgevolgen doen ontstaan • Vrijheden
• Politieke rechten
• Sociale, economische en culturele rechten

II. Administratief recht (Bestuursrecht)

- Regels met betrekking tot ‘het bestuur’ / ‘de uitvoerende macht’


- Bescherming burger tegen bestuur
- Grote impact, ook maatschappelijk: het bestuur is geen ‘pletwals’ meer die over de burger
‘walst’…
- Verdere opdeling binnen ‘Administratief recht’:
• Fiscaal recht
• Socialezekerheidsrecht
• Sociaal recht
• Ambtenarenrecht
• …
III. Strafrecht
3. Grensoverschrijdend recht
- De overheid als wordt hier bechouwd als een hoeder van de maatschappelijke orde en de
drager geweldmonopolie I. Volkenrecht / Internationaal Publiekrecht en EU-recht
- Openbaar Ministerie (OM): spoort delinquenten op, vervolgt ze en voert straffen (door rechter
uitgesproken) uit. - Verhouding tussen nationale staten
- In het strafrecht worden misdrijven omschreven + straf: “Nullum crimen, nulla poena sine lege” - Publiekrecht
(=“Geen straf zonder wet”) - Zeer uitgebreide materie, met uiteenlopende takken
- Strafrecht (Strafwetboek) en strafprocesrecht (Wetboek van Strafvordering) - Hier vooral aandacht naar raakpunten met EU / Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
- Bijzonder strafrecht (Bijzondere strafwetten) (‘EVRM’)

IV. Procesrecht II. Internationaal Privaatrecht (‘IPR’)

- Publiek recht: samenstelling, werking en bevoegdheden van de rechtbanken (ongeacht aard - Conflict dat aanknopingspunten heeft met verschillende rechtsstelsels
geschil) - Conflictregels / verwijzingsregels
- Gerechtelijk wetboek: basisprincipes van alle procesrecht (= kern) -> gemeen procesrecht - IPR geeft antwoord op aantal vragen:
- Dus ook link met privaatrecht! • Welke rechter is bevoegd?
- Soms bijzondere procedureregels • Welk recht moet deze rechter toepassen?
• Strafprocesrecht • Hoe kan je vonnissen of akten laten uitvoeren?
• Gerechtelijk publiekrecht /publiek procesrecht - Is IPR dan nationaal of internationaal?? (p48-49)
(vb. procederen tegen bestuur bij RvSt) - Internationaal Publiekrecht of het volkenrecht regelt de verhouding tussen rechtsstelsels (niet
enkel particulieren maar ook staten, IGO’s,… dankzij o.a. internationaliseren van de economie
en handel (p48)
B. Privaatrecht - Wetboek IPR (privaatrecht) van 2004 is geldend in België maar er zijn ook veel specifieke
bepalingen die te vinden zijn in bijzondere WG, verdragen, en ook steeds meer in Europese en
I. Burgerlijk recht internationale normering.

- ‘kern van het privaatrecht’ Opgelet: ondanks ‘misleidende’ naam is IPR (grotendeels) gaat het over nationaal recht!
- verhouding tussen rechtssubjecten (‘burgers’)
- Burgerlijk Wetboek (BW) (° 1804) + Bestaat uit 3 boeken

• Boek I: ‘Personen’
• Boek II: ‘Goederen en verschillende beperkingen van eigendom’
• Boek III: ‘Op welke wijze eigendom verkregen wordt’

- Op basis van deze ‘boeken’ -> verdere onderverdelingen in het burgerlijk recht (zie codex)

II. Handelsrecht (ondernemingsrecht)

- Bijzondere vorm van verbintenissenrecht


- Relaties tussen handelaars die betrekking hebben op hun beroep
- Eigen regels die voorrang hebben op andere
- Ook verdere onderverdelingen.

III. Arbeidsrecht

- Regelt verhouding tussen werkgevers en werknemers


- Individueel arbeidsrecht: Afspraken en regels tussen één WG en één WN
- Collectief arbeidsrecht: relaties tussen WG’s en WN’s als groep
Recht - Thema 3: Nationale en internationale rechtsorde 5) Fundamentele rechten en vrijheden
1. De nationale rechtsorde - ‘grondrechten’ of ‘mensenrechten’
- Minimumstandaarden
Nationaal congres (1831) - Die generaties mensenrechten
1) Democratische rechtsstaat • Burgerlijke en politieke rechten (vrije meningsuiting, deelname aan
- Macht begrensd verkiezingen,…) (1ste generatie)
- Eigen regels respecteren • Economische, sociale en culturele rechten (recht op onderwijs, recht op
- Fundamentele rechten burgers respecteren menswaardig leven,…) (2de generatie)
- Parlement neemt beslissingen • Collectieve rechten (eerlijke verdeling rijkdom, recht op eigen grondstoffen,…)
- Onafhankelijke rechters beslissen over geschillen (3de generatie)
- Vindplaats: GW, UVRM, EVRM, BUPO,…
2) Monarchie 2. internationale rechtsorde(n)
- Koning = staatshoofd
- Macht gaat over bij erfopvolging (Art. 85 Gw.) 1) Internationale samenwerking
- Koning heeft beperkte persoonlijke ‘macht’ - België gebonden door verdragen
- Onschendbaar en onverantwoordelijk - Internationale verdragen: schriftelijke internationale overeenkomsten, gesloten tussen
- Oefent bevoegdheden uit samen met ministers 2 of meerdere staten en/of internationale organisaties
- Verdragen creëren doorgaans verplichtingen voor staten, meestal niet voor
3) Representatieve parlementaire democratie onderdanen
- Parlementsleden vertegenwoordigen ‘de natie’
- Parlementsleden worden verkozen 2) Internationale vs. Supranationale normen
• Opkomstplicht - Supranationale normen komen van supranationale instellingen (die zelf opgericht
• Evolutie naar algemeen enkelvoudig sterecht worden via internationale verdragen
• Opkomstplicht verlaten in de toekomst (cfr. Vlaams Regeerakkoord?)
- Enkel parlement verkozen 3) Bevoegdheid sluiten verdragen
- Ministers benoemd door staatshoofd - Buitenlandse betrekkingen
- Ministers verantwoordelijk tav Parlement - Bevoegdheid koning (=regering) (UM)
- Nadien goedgekeurd door Parlement (WM)
4) Scheiding der machten - Meerdere stadia doorgelopen alvorens bekendmaking in BS
- Wetgevende macht - Opgelet: ook gemeenschappen/gewesten (de gefedereerde entiteiten) kunnen door
• Parlement (senaat en kamer) + koning staatshervorming zelf verdragen sluiten (in hun materie)
• Maakt wetten - Gemengde verdragen: zowel federale als gewest-of gemeenschapsbevoegdheden →
• Controle uitvoerende macht (UM) samenwerking tussen verschillende regeringen
- Financieel (begroting goedkeuren,…)
- Inhoudelijk (parlementaire vragen, interpellaties)

- Uitvoerende macht
• Koning + regering van ministers en staatssecretarissen
• Voert wetten uit + initiatiefrecht
• ‘bestuurt het land’ (overeenkomstig de wetten)
• Koning is politiek onbekwaam
• Ministers politiek verantwoordelijk tav Parlement
- Rechterlijke macht: Hoven en rechtbanken (geschillen over burgerlijke rechten): doen
uitspraken over geschillen
Europese unie 7) enkele instellingen van de Unie
a. Europees Parlement
1) EGKS (9 mei 1950) - Leden om de 5jaar rechtstreeks verkozen
- Gemeenschappelijke Markt voor Kolen en Staal - Vertegenwoordigen burgers, niet de lidstaten
- 6 lidstaten (benelux, frankrijk, duitsland, italië) - Wetgevende, begrotings- en politieke taken
- Samen met de Europese Raad ‘wetgever’
2) Oprichting EEG (25 maart 1957) - ‘begrotingsinstelling’: uitgave controleren en begroting verwerpen
- Doel: realisatie gemeenschappelijke markt
- Via: vrij verkeer van goederen personen, diensten en kapitaal b. Europese Raad
- Staatshoofden + regeringsleiders van LS, voorzitter van Europese Raad, voorzitter
3) EEG word EU (verdrag van Maastricht, 1992) Commissie
- Meer bevoegdheden - Bepaalt algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten
- Maakt geen wetten
4) De EU vandaag (na Verdrag van Lissabon, 2007) - Vanaf 1 december 2019: Charles Michel voorzitter EU-raad (‘president’)
- 28 lidstaten
- Bevoegdheden verder uitgebreid en gaan verder dan economische c. Europese Commissie
- Doel: realisatie interne markt - 28 leden (1 per lidstaat)
- EU heeft enkel bevoegdheden die in haar Verdragen worden toebedeeld - Mandaat van 5 jaar
- Verdere integratie? (cfr. Brexit) - Benoemd in onderling overleg door lidstaten, Europees Parlement moet goedkeuren
- ‘bevordert algemeen belang en neemt initiatieven’
5) kenmerken - ‘hoedster van verdragen’
- Besluiten bij meerderheid - Wie vertegenwoordigt België?
- Eigen financiële middelen
- Organen kunnen onafhankelijk van lidstaten optreden d. Raad van Ministers
- Normen kunnen rechten en plichten creëren voor burgers - Vertegenwoordiger van elke lidstaat op ‘ministerieel niveau’
- Eigen rechtsbeschermingssysteem - Elke lidstaat om het half jaar voorzitter
- Vertegenwoordigt de regering van de lidstaten, stelt EU-wetgeving vast en coördineert
6) EU-rechten in de Belgische rechtsorde het EU-beleid
- Voorrang EU-recht op interne recht - Didier Reynders vertegenwoordigt België
- Zelfs op hoogste interne normen
- Burgers kunnen soms rechtstreeks rechten putten uit EU-recht
3. België in de wereld
- Verenigde Naties, Internationaal Gerechtshof en Internationaal Strafhof: lezen.
B. De verschillende rechtsbronnen en hun onderliggende verhouding
Recht - Thema 4 : De formele rechtsbronnen en de hiërarchie der rechtsnormen
- Rechtsnormen moeten nageleefd worden volgens een hiërarchie der rechtsnormen.
1. Enkele principes • Tussen elke formele bron en binnen elke formele rechtsbron
• Kracht van heuristiek (= de wetenschap die langs methodische weg tot vondsten of
A. Rechtsregels moeten kenbaar zijn ontdekkingen leert komen)
• Belangrijke rechtsnormen :
- Regel : “Iedereen is geacht de wet te kennen”. 1) Wet
• De wet in ruime zin : het recht. 2) Rechtspraak
• Rechtsdwaling is uitgesloten, maar… Uitz. : onoverkomelijke (rechts)dwaling 3) Rechtsleer
• Publicatie nodig van wet / decreet 4) Gewoonte
• maakt wet afdwingbaar 5) Gebruiken van billijkheid
• In Belgisch Staatsblad (Federale en Gewest/Gemeenschap); in Publicatieblad van de EU
(reeks L) (Europese normen), enz Opm :
Er is een interne hiërarchie in rechtspraak. De RS van hogere rechtbanken en hoven gaan zwaarder
- Consolidatie doorwegen dan die van de lagere.
De meeste wetgevende teksten (wetten, decreten, Europese richtlijnen, verdragen, enz.) worden na
hun publicatie meermaals gewijzigd, aangevuld of gecorrigeerd. Voor burgers of bedrijven is het C. Werking in de tijd
moeilijk om al die wijzigingen bij te houden en te weten wat op een bepaald ogenblik de correcte,
geldende tekst is. Om dit te vergemakkelijken en om de wetgeving overzichtelijker en toegankelijker te - Geen terugwerkende kracht (beginsel van niet-retroactiviteit) art. 2 BW
maken, kan men een consolidatie van deze teksten maken, dit is de oorspronkelijke basistekst met • Soms uitzonderingen hierop
daarin verwerkt alle wijzigingen en corrigenda tot een bepaalde datum. Zo een tekst in • Inwerkingtreding
geconsolideerde vorm of geconsolideerde tekst heeft enkel een informatieve waarde en is niet 1) Europese normen : 20 dagen na publicatie
juridisch bindend; enkel de oorspronkelijke publicaties zijn dat. 2) Wet : 10 dagen na publicatie in BS (uitzonderingen mogelijk)
3) Provinciale en gemeentelijke normen : 5 dagen na publicatie
- Coördinatie
Bij een coördinatie worden bestaande regelingen over hetzelfde onderwerp in één tekst - Tijdsreflex ivm gewijzigde rechtsnorm (regels op ogenblik van de feiten) (Lex posterior derogat
samengebracht en geordend zonder dat er inhoudelijke wijzigingen worden aangebracht. Meestal anteriori) Uitz.: procesrecht
worden verschillende afzonderlijke wetgevende teksten in één logisch gestructureerde tekst - Geen retroactiviteit – Uitz.: strafrecht
geïntegreerd. Soms is een wetgevende tekst door opeenvolgende wijzigingen erg onduidelijk - Probleem van overgangsrecht (dwingend recht – aanvullend recht)
geworden. De tekst wordt dan gecoördineerd om hem te herschikken en te vernummeren - De “drie data van de wet” :
1) Afkondiging Vb: wet van 14 juli 1976 = datum van afkondiging
Belang : identificeert de wet
- Codificatie 2) Publicatie : noodzakelijk om kenbaar en afdwingbaar te zijn
Een codificatie kan niet scherp onderscheiden worden van een coördinatie, maar het heeft meestal Belang : vinden wet in BS
betrekking op een ruimere aangelegenheid. Bij een codificatie kunnen de formele ingrepen meer 3) Inwerkingtreding : in principe 10 dagen na publicatie
verregaand zijn dan bij een coördinatie. Het uitgangspunt blijft echter dat ook hier geen inhoudelijke Belang : bepaalt de toepasselijkheid van de wet
wijzigingen worden aangebracht.
D. Werking in de ruimte
→ De relevantie van het voormelde uitgangspunt over de inhoudelijke wijzigingen moet echter - Wet : in België
genuanceerd worden. Een coördinatie of codificatie berust doorgaans op een uitdrukkelijke - Decreet / Ordonnantie : Gewest & Gemeenschap
machtiging van de wetgever en wordt vaak gevolgd wordt door een bekrachtiging door de - Verschil :
wetgever. Die maatregelen zijn niet juridisch verplicht, maar beperkte afwijkingen tussen de 1) territoriale gelding : iedereen in het Belgisch territorium (vb : verkeersreglement)
oorspronkelijke tekst en de coördinatie of codificatie worden er juridisch wel op afdoende 2) personele gelding : betrokken personen waar ook (vb : recht om te huwen)
wijze door gedekt.
2. Het toepassen van de rechtsregel 3. Hiërarchie van (materiële) wetten

A. Recht vs Feiten: een moment van inductie → “Hiërarchie der rechtsnormen”

- Van feiten naar juridische kwalificatie (rechtsvraag) : Wettelijk begrip & RS + RL A. De internationale en supranationale normen
- Interpretatie en feitelijke appreciatie
a) Over monisme en rechtstreekse werking
B. Recht vs Feiten: Interpretatie
1) Internationale recht :
a) Wat ? Tussen staten (en/of internationale organisaties). Supranationale recht : vanuit een
1) RL geeft toelichting, soms uitbreiding internationale organisatie
2) Op micro- en macroniveau Bijv. EU-recht : eigen rechtsorde obv overgedragen soevereiniteit
Bijv. artt. 1156-1164 BW
2)Leer van het monisme (“er is slechts één rechtssysteem”):
b) Door wie ? Rechtstreekse werking (subj. en obj. criterium) (praktisch karakter van een RW-test)
1) Op microniveau : door partijen, zoniet rechter Vb. EVRM; delen van het primair EU-recht (basisverdragen)
2) Op macroniveau :
(1) wettelijke ~ : door wetgever; bindend (“interpretatieve wet”) Of
(2)rechterlijke of praetoriaanse of casuïstische ~ : door rechter; sterkte door
herhaalde zelfde interpretatie en/of hogere rechtbank 2) Implementatie
(3)Doctrinaire ~ : door RL Secundair EU-recht (of afgeleid recht)
(4)Gewoonte + gebruiken (“consuetudo secundum legem”) : artt. 1159-1160 BW Verordening – Richtlijn – Besluit – Aanbeveling - Advies

c) Hoe ? b) De hiërarchische verhouding


1) verschillende methoden: 1) Rechtstreeks werkende Internationale en supranationale normen. Bv voorrang
(1) Exegetische ~ : bij letterlijke tekst blijven en geen aanpassing aan de tijd Europees recht, VN-verdragen,…
(2) Systematische ~ : binnen geheel van regels en context bekijken
(3) Wetshistorische ~ : voorbereidende werken,… B. De nationale rechtsnormen
(4) Rechtshistorische ~ : historische context
(5) Sociologische ~ : kaderen in sociale evolutie (mutatis mutandis aanpassen) a) Grondwet
(6) Teleologische ~ : zoeken naar beoogde doel van wetgever (“ratio legis”)
(7)Potius ut valeat-regel : bij meer dan één betekenis, dan die gevolg heeft. - geheel van fundamentele rechtsregels ivm werking en organisatie van land
(8)Beschermings-regel : steeds interpreteren in voordeel van de zwakkere partij 1) Formele GW = geheel van rechtsregels waarvan goedkeuring en wijziging strikt
(art. 1162 BW) geregeld is
2) Wijziging door Preconstituante in 3 fasen
C. Recht vs Feiten: de juridische deductie 3) GW-coördinatie in 1994

- Principes van logica volgen : Voorbeelden in handboek (blz 108 ev). - Bijzondere (meerderheids)wetten
- Strikte interpretatie in strafzaken (“nullum crimen sine lege”, “nulla poena sine lege”). Dus geen Tussen GW en gewone wetten met inhoud over GW materie ≈ bijzondere decreten
analogieredeneringen
- Redenering : b) Wetten
1) naar analogie of ~ a pari
2) a contrario 1) Wet in formele zin = norm goedgekeurd door de WM vb : wet, decreet, ordonnantie
3) a fortiori 2) Besluitwet (omwille van oorlog door koning en regering; door regering alleen)
- Subsidiariteit 3) Genummerd KB = volmachtsbesluit ikv opdrachtwet of bijzondere machtenwet
(reden : korte termijn)
4) Programmawet en wet houdende diverse bepalingen (“mozaïekwet of vuilnisbakwet)
- Toetsing aan de GW 4. De Rechtspraak
• Gewone gerechten niet bevoegd, wel Grondwettelijk Hof (vroegere naam :
Arbitragehof) A. De rechtspraak als formele rechtsbron
• Niet volle toetsingsbevoegdheid, enkel Titel II GW en bevoegdheidsverdelende regels
- Definitie : geheel van rechterlijke uitspraken in concrete geschillen.
- Hiërarchische verhouding wet – internationale normen Enge zin : arresten en vonnissen van hoven en rechtbanken
• Internationale norm met directe werking primeert op Belgische wet Brede zin : idem + uitspraken van tuchtrechtelijke en scheidsrechterlijke instanties, van
(Smeerkaasarrest, Cass. 27 mei 1971) buitengerechtelijke rechtscolleges en organen van actief bestuur (ttz pseudo-rechtbanken; voor-
• Wegens aparte bevoegdheden, in principe geen conflicten tussen federale en nadelen).
instellingen en gem/gew. Instellingen. Zoniet, bevoegdheidsconflict beslecht en
eventueel vernietigd door Grondwettelijk Hof. - = formele bron van recht omdat “in concrete geschillen recht gemaakt wordt”, ttz praetoriaanse
of jurisprudentiële rechtscreatie.
c) Administratieve besluiten en verordeningen - Evolutie rechter van ‘bouche de la loi (19de E) naar (beperkte) creatieve rol door interpretatie.
= niveau van UM → bevoegdheid toegewezen door WM - Rechter moet uitspraak doen (verbod van rechtsweigering)
- Maar : rechtspraak is geen nieuwe wet, want er is geen precedentenleer (<-> USA; Marbury vs
- Verschillende verordeningen = uitvoeringsbesluiten Madison). Dus uitspraak/interpretatie kan wisselen (progressief, conservatief) = principe van de
1) Koninklijke Besluiten (KB) : Door de koning, in praktijk door de Belgische regering relativiteit van het gezag van gewijsde.
2) Besluiten van de gem/gew. regeringen - Verwijzing naar andere rechtspraak is geen precedentenleer, maar is enkel deel van motivering !
✓ Zelfde kracht, andere materie
✓ Voeren hogere normen uit (= rechtsgrond), die de inhoud bepaalt
(legaliteit)
✓ Kunnen alles binnen gegeven grenzen regelen (opportuniteit) B. Criteria
3) Ministeriële Besluiten & Besluiten van Staatssecretarissen
4) Provinciale & Gemeentelijke Reglementen - Kwantitatief : zoveel mogelijk rechterlijke uitspraken
- Kwalitatief : hoe hoger de rechtbank, hoe beter
• Nationaal : GW Hof - HvC – RvS
- De hiërarchische verhouding • Europees : EU-rechtbanken
Regel 1 : een hogere verordening heeft voorrang op een lagere.
Regel 2 : besluiten en verordeningen moeten in overeenstemming zijn met de GW Opm: HvC moet recht en niet feiten beoordelen; GW Hof oordeelt over (grond)wettelijkheid
(exceptie van onwettigheid, art. 159 GW) van wet.
→als onwettig, dan moet de rechter ze niet toepassen en kan de RvS deze vernietigen.
C. Publicatie van rechtspraak
d) Rondzendbrieven en soft law (een bijzondere rechtsbron)
- Regel niet gepubliceerd
- Rondzendbrieven Bijv. ministeriële rondzendbrieven (≠ ministeriële besluiten), rondzendbrieven • In principe ter zitting uitgesproken en partijen krijgen uitspraak.
van College van procureurs-generaal,… • “Ophefmakende” zaken soms in de media vermeld (enkel beschikkend gedeelte)
Deze mogen geen nieuwe regels invoeren (dus geen echte bron van recht meer), maar zijn praktische - Uitzonderlijk wél publicatieplicht. GW Hof in uittreksel in BS
administratieve richtlijnen om duidelijkheid te verschaffen. - Sommige in juridische tijdschriften, databanken (www.juridat.be)

- Soft law :
Geheel van richtlijnen, afspraken, leidraden, gentlemen’s agreement,…. Geen kracht van wet,
maar beschrijven de gebruikelijke praktijk.
5. De rechtsleer of doctrine Recht- Thema 5 : Fundamentele rechten en vrijheden

- Definitie : geheel van geschriften over recht. 1. Alegemeen


- Werk van professoren, juristen…
- Nut : invullen van lacunes, tegenstrijdigheden en onduidelijkheden,… - Trias politica (WM – UM – RM)
- Vorm : noten, artikelen, rechtspraakoverzichten, handboeken, geannoteerde handboeken,…
1ste indeling :
6. De gewoonte (en de gebruiken)
1) GW (harde kern hiervan) nl.
1) Gewoonte a) Fundamentele vrijheden :
• Definitie : regels ontstaan uit in maatschappij ononderbroken reeks van handelingen die b) Sociaaleconomische grondrechten
als rechtmatig en wettig worden beschouwd. c) Participatierechten
• Belang : vroeger de belangrijkste bron en nu enorm afgezwakt
• Voorwaarden : 2) Internationale verdragen : Biedt extra rechten én afdwingbaarheid via internationale
(1) Objectieve component : in maatschappij herhaalde gedraging rechtbanken Vb UVRM (1948)
(2) Subjectieve component : door de overheid erkende of opgelegde sanctie ervan
(3) Vrije keuze : alternatieven moeten bestaan (<-> moeten eten) 3) Europese normen (Vb EVRM)

• Band tussen gewoonte en : - Sinds 1970 : “de grondrechten zijn een essentieel deel van de algemene beginselen van het
(1) RS : door herhaald oordeel rechter, ontstaat gewoonte. gemeenschapsrecht”.
(2)Wet : gewoonte volgens de wet (“consuetudo secundum legem”) + gewoonte als - Verdrag van Maastricht (1992) : “de Unie is gegrondvest op de beginselen van vrijheid,
aanvulling (“consuetudo praeter legem”) + gewoonte tegen de wet in (“consuetudo democratie, eerbiediging van de mensenrechten en fundamentele vrijheden en van de
contra legem”) rechtsstaat.”.
2) Gebruik - Opgelijst in Handvest van de Grondrechten (2000) : politieke verankering
- Verdrag van Lissabon (2007) : juridische verankering
• Hier enkel herhaling, maar geen sanctie aanwezig Vb regeringsvorming door koning bij - Europees Bureau voor de Grondrechten (“European Agency for Fundamental Rights (FRA)”)
(in)formatiegesprekken
• Zijn :
(1) Feiten (als geen wettelijke grond)
(2)Rechtsnorm als verwijzing in wetgeving (bv art. 1159-1160 BW) - Interactie tussen Europees HvJ en Europees HRM
- Burgerlijk-politieke vrijheden
7. De algemene rechtsbeginselen (Sinds kort erkend als rechtsbron) - Socio-economische grondrechten
- Definitie : ongeschreven fundamentele principes die het recht sturen en aan de grond van de - Collectieve rechten
rechtsorde liggen.
- Worden niet uitdrukkelijk of exhaustief in wetten uitgedrukt
- Rechters passen deze toe.
- Soorten:

1) Algemene rechtsbeginselen erkend door GW Hof Vb verbod van eigenrichting; niemand kan
rechter én partij zijn in zelfde zaak
2) Andere algemene rechtsbeginselen

- Bestaan ook in het administratief recht Vb zorgvuldigheidsbeginsel, rechtzekerheidsbeginsel,…


+ontwikkeld door RS van RvSt en RL
2. De klassieke vrijheden B. Vrijheid van de geeft

2de indeling : in 3 soorten a) Vrijheid van meningsuiting

1) Volle of absolute fundamentele rechten : geen enkele afwijking hierop mogelijk - Art. 19 GW – art. 10 EVRM – art. 19-20 BUPO-verdrag
Vb afschaffing doodstraf, niet-retroactiviteit, folterverbod,… - Definitie: recht om persoonlijke opvattingen vrij uit te drukken via woord en (niet-talige)
2) Minimumstandaarden voor fundamentele rechten Vb recht op eerlijk proces (art. 6 EVRM) gedragingen
(Salduz-zaak) - Geen absoluut recht, want kan onderworpen worden aan voorwaarden, formaliteiten,
3) Gekwalificeerde of voorwaardelijke fundamentele rechten : kunnen beperkt worden. Deze beperkingen, sancties,…
worden tegen elkaar afgewogen Vb vrijheid van meningsuiting (zie handboek) • Doel beperking : maximale bescherming en uitoefening van de rechten voor iedereen
garanderen Vb xenofobiewet, regels van laster, smaad,…
3de indeling : • Soms preventief beperken
1) Vrijheden van de fysieke persoon - Toetsing door EHRM van nationale beperkingen (zoals verhoudingsgewijze beperking ?,…) en door
2) Vrijheden van de denkende geest Belgische rechtbanken.
- Bijzondere vorm : meningsuiting via druk (vrijheid van drukpers of persvrijheid; art. 25 GW, art. 10
→De 3 soorten/generaties van de fundamentele rechten : EVRM, art. 18 BUPO-verdrag)
• 1e generatie = Politieke en burgerlijke • “drukpers” : ruime betekenis
• 2e generatie = Sociaal/economisch/cultuur • Kan ook beperkt worden omwille van OO
• 3e generatie = Duurzaam en Collectieve • Cascadeverantwoordelijkheid (uitgever, drukker, verspreider, schrijver)
• Benadeelde particulier : burgerrechtelijke of strafrechtelijke mogelijkheden, verspreiding
→ De generaties slaan op het tijdstip wanneer deze normen tot stand zijn gekomen laten verbieden, recht van antwoord en recht van mededeling
- <-> Drukpersmisdrijven (verspreiden van strafbare mening via druk) vallen onder de bevoegdheid
HvC
A. De vrijheid de fysieke persoon of de bescherming van lijf en goed

a) De beperking van aanhouding/gevangenneming en het verbod van slavernij en dwangarbeid


- Verbod op verplichte arbeid (EVRM; niet in GW), maar … uitzonderingen hierop b) Religieuze vrijheid
- Verbod op gerechtelijke aanhouding/hechtenis/gevangenschap (art. 12 GW, art 5 EVRM…), maar - Art. 19-21 GW : soevereine kerkelijke organen – scheiding kerk en staat (maar scheiding niet
… uitzonderingen hierop volledig).
Opm : Administratieve aanhouding (door politie) - 6 erkende erediensten + erkende vrijzinnige organisaties. Gevolg ; godsdienst/moraalonderricht in
scholen en vertegenwoordigers in strafinrichtingen en leger
b) Het strafrechtelijke legaliteitsprincipe
- Legaliteitsbeginsel is basis strafrecht : nulla poena sine lege (art. 14 GW) – nullum crimen sine lege c) Vrijheid van vergadering en vereniging
- Minimum- en maximumgrenzen van de straf
1) Vrijheid van vergadering
c) Recht op leven en fysieke integriteit • Art. 26 GW, art. 11 EVRM en art. 21 BUPO-verdrag
• Uitz.: in openlucht (vallen steeds onder de politiewetten) en ordeverstorende
- Recht op leven samenscholingen. Buiten deze uitzonderingen is de vrijheid van vereniging heel ruim want
Art. 2 EVRM (niet in GW) : niet absoluut recht die was al vrij vroeg in onze GW gegarandeerd (voor de onafhankelijkheid van BE was dit
Opm : art. 14bis GW (afschaffing doodstraf). Hierom zijn er Vele discussies (nl abortus) quasi verboden)

- Recht op fysieke integriteit : Art. 3 EVRM (niet in GW) (zowel fysiek als geestelijk) Vb foltering, 2) Vrijheid van vereniging
vernederende behandeling • Art. 27 GW, art. 11 EVREM, art. 22 BUPO-verdrag en art. 8 ECOSOC-verdrag
• Nooit preventief beperkt
d) Bescherming van de goederen • Voor iedereen, onder welke vorm ook
- Evolutie van beperkte bescherming naar grote bescherming (woning, eigendom). • Vrijheid om bij vereniging aan te sluiten of … niet ( (vb vakbonden)
- Art. 17 GW + art. 17 BUPO-verdrag. uitzondering : • Ordes voor bepaalde zelfstandige beroepen.
1) bijzondere verbeurdverklaring
2) Publiekrechtelijke erfdienstbaarheden
3) Onteigening…
- Verbod op de burgerlijke dood (art. 18 GW)
d) Recht op privacy 3. De socio-economische rechten

- Art. 22 GW, art. 8 EVRM en art. 17 BUPO-verdrag A. RECHT OP ONDERWIJS EN VRIJHEID VAN ONDERWIJS
- Recht op eerbiediging privé-leven
- Aspecten - Officieel en vrij onderwijs (schoolstrijd)
- Definitie : recht om vrij voor een bepaald soort onderwijs te kiezen. Principes :
1) Eerbiediging privé-, familie- en gezinsleven. Afschermen, (seksuele) relaties maken, 1) Kosteloze toegang
levenswandel kiezen,… ook voor publieke figuren. 2) Het onderwijs is vrij en zonder preventieve maatregel te organiseren. Twee netten :
2) Verwerking persoonsgegevens (in databanken) het vrije en het officiële
• Instemming, kosteloze inzage,…
• Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG=GDPR) : doelgerichtheid ! B. Recht op een menswaardig leven (Art. 23 GW)
• Gegevensbeschermingsautoriteit (beroep bij Marktenhof)
• Kruispuntbank (ivm gegevensuitwisseling SZ) - Recht op arbeid, vrije keuze van beroepsarbeid, recht op sociale zekerheid,…
3) Recht op persoonlijke afbeelding - Voorwaarde : actieve inzet van de overheid (beschermings- en verzorgingsstaat)
• Gebruik camera’s (evenwicht tussen veiligheid en privacy) - Moeilijker afdwingbaar, want soms vager. Is eerder een algemene overheidsplicht.
• AVG en Camerawet van 21 maart 2007 Vb cameraregistratie, pictogram,… • Minstens standing-still
• Cfr. Art 7bis GW (gem/gew duurzaamheidsstreven)

4) Art. 22 GW, art. 8 EVRM en art. 17 BUPO-verdrag


5) Recht op eerbiediging privé-leven : Aspecten 4. Het gelijkheidsbeginsel
• Briefgeheim
• Wat ? Brieven, telefoongesprekken, computerbestanden, mails,… A. De grondwettelijke beginselen
• art. 29 GW, art. 8 EVRM en art. 17 BUPO-verdrag
• Uitz : bij verzaking, postbeambten, onderzoeksdirecteur (telefoontap), - Art. 10 en 11 GW
gevangenisdirecteur • “eigenlijk gelijkheidsbeginsel” (art. 10 GW)
• Bij schending strafrechtelijk vervolgbaar • ”niet-discriminatiebeginsel” (bijzonder gelijkheidsbeginsel) (art. 11 GW)
• Cao nr. 81 - “Term “Belgen” zijn :
• Regel: alle inwoners met nationaliteit van EU-lidstaat en alle inwoners ongeacht
6) Eerbiediging van gezinsleven : Gezin in ruime zin nationaliteit
• Uitzonderlijk : als GW nationaliteit als voorwaarde stelt wel enkel de Belgen en alle
7) Onschendbaarheid van de woning inwoners met nationaliteit van EU-lidstaat
• Art. 15 GW, art. 8 EVREM en art. 17 BUPO-verdrag
• Uitz.: als men toegang toestaat, huiszoekingsbevel, betrapping op heterdaad
B. Juridische en feitelijke gelijkheden

- Obv de Franse revolutie tegen standenmaatschappij


- Maar : art. 131 GW

1) Juridische gelijkheid
• is “iedereen gelijk voor de wet” → feitelijke gelijkheid
• wil in gelijke situaties gelijke behandeling
2) Feitelijke ongelijkheid bestaat en juridische ongelijkheid bestaat niet en wordt door de
overheid gemaakt.
Vb minderjarigheid – meerderjarigheid. Maar dit mag niet willekeurig gebeuren:
cfr art. 345 BW

- Art. 10, derde lid GW(sinds 21/2/2002) : Gelijkheid man en vrouw


- Art. 11bis GW
Omzetten van juridische gelijkheid in feitelijke gelijkheid
Vb Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (2002). Ook genderproblematiek
C. Verbod van willekeur bij juridische ongelijkheid 5. Andere fundamentele rechten

- Uitwerking van GW principe via RS 1) Rechten van het kind


- Discriminerende behandeling kan als er een objectieve en redelijke verantwoording is. - Art. 22bis GW (volgend uit Verdrag van 20 november 1989 inzake de rechten van het kind)
- Schending is er als: Vb echtscheidingsrecht (kind horen), ontwikkelingsmogelijkheden optimaliseren,
1) Er geen objectieve en redelijke verantwoording is; of adoptiewetgeving,…
2) De middelen niet evenredig aan het doel zijn.
2) Recht op toegang tot de rechter
- Essentialia - Art. 13 GW, art. 13 EVRM)
1) Algemeen en onpersoonlijk onderscheid nodig • Toegang hebben en opkomen tegen aangedaan onrecht
2) Op categorie slaan • Art. 31 GW (openbare ambtenaren; niet ministers in functie)
3) Nastreven van wettig, maatschappelijk en aanvaardbaar doel
4) Objectief en redelijk verantwoord onderscheid 3) Recht op ene behoorlijke rechtsbedeling : Art. 6 EVRM
5) In rationeel verband met beoogd doel
6) Proportionele gevolgen tov categorieën 4) Vrij gebruik van de in België gesproken talen
7) Verschillende gevolgen tov verschillende categorieën in verhouding tot beoogd doel • Art. 30 GW
• Uit. : in gerechtszaken en handelingen van het openbaar gezag.
5) Recht tot verkrijging bestuursdocumenten
D. Rechterlijke orde • Art. 134 GW

- Controle op
1) WM : door GW Hof
2) UM : door RvST (afdeling Bestuursrechtspraak) en exceptie van illegaliteit

E. Strafrechtelijke beteugeling en controle op racisme en discriminatie

- Discriminatie door niet-overheden Vb racisme, vrouwendiscriminatie,…


- Wet van 30 juli 1981 : strafbaarstelling van daden van racisme en xenofobie
1) Definitie “discriminatie”: elke vorm van onderscheid, uitsluiting, beperking of voorkeur die
tot doel of als gevolg heeft of kan hebben dat de erkenning, het genot of de uitoefening
op voet van gelijkheid van de rechten van de mens en de fundamentele vrijeheden op
politiek, economisch, sociaal of cultureel terrein of op andere terreinen van het
maatschappelijk leven, wordt tenietgedaan, aangetast of beperkt.
2) Uitwerking van Europese richtlijn ivm discriminatie obv ras of etnische afstamming.
3) Gelijke toegang tot diensten en goederen ongeacht nationaliteit, ras, huidskleur,
afkomst, afstamming
4) Voorziet sancties
- Wet van 10 mei 2007 : ruimer
- Vlaams Decreet van 10 juli 2008
- Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor racismebestrijding (1993) is nu omgevormd tot:
• Interfederaal Gelijkekansencentrum (Unia)
• Federaal Migratiecentrum
6. Horizontale werking van de fundamentele rechten
Recht – Thema 6
- Dit is het tegengestelde van de verticale werking is tussen overheid en rechtssubject
- GW discriminatieverbod heeft enkel verticale werking ! 1. De rechterlijke macht over
1) Wens om ook GW ook horizontale werking te geven
2) “horizontaal” discriminatieverbod via andere wegen (aparte rechtstakken,…) - Begrip RM:
3) Probleem : afwegen van grondrechten tegen elkaar. • Organiek aspect : de traditionele justitiële gerechten
4) Sinds 2003 geeft de Algemene Antidiscriminatiewet van 25 februari 2003 horizontale • Functioneel aspect : “Wie spreekt recht ?”
werking ! 1) Justitiële rechtbanken en hoven
2) Administratieve rechtbanken (vb Raad van State Bestuursrechtspraak)
- GW vernietigt opsomming van discriminatiegronden 3) GW Hof
Opm: taal is geen discriminatiecriterium hoewel dit zo persoonsgebonden is, omdat België vreest 4) Publiekrechtelijke colleges (Rekenhof, deputatie, Raad voor betwistingen inzake
dat er dan vele rechtszaken zouden zijn. studievoortgangbeslissingen) en tuchtrechtelijke colleges (binnen
- Vervangen door 4 wetten van 10 mei 2007 (niet kennen) beroepsorganisaties, “ordes”)
• 1ste Wet van 10 mei 2007 : algemeen discriminatieverbod (eerste maal wordt de taal 5) Ad hoc- scheidsrechterlijke colleges
opgenomen als criterium onder druk van VN-verdrag dat België ondertekende)
• 2de Wet van 10 mei 2007 : genderwet (onderscheid man-vrouw) - Bevoegdheidsverschil obv onderscheid tussen:
• 3de wet van 10 mei 2007 : antiracismewet (wijziging van wet van 1981) 1) Objectieve geschillen (contentieux) : betreft legaliteit van het overheidshandelen
• 4de wet van 10 mei 2007 : arbeidsrechtbank en vzt rechtbanken bevoegd inzake Niet de bevoegdheid van de justitiële rechtbanken en hoven
discriminatievorderingen en doorgeven aan OM 2) Subjectieve geschillen (contentieux) : betreft burgerlijke en politieke rechten
Volgens GW is dit in de regel de bevoegdheid van de justitiële rechtbanken en hoven
- Soorten 3) Wanneer is een geschil objectief of subjectief : hangt af van de verhouding van de
a. Directe discriminatie : niet objectief en redelijkerwijze gerechtvaardigd verschil in behandeling burger tot de overheid
b. Indirecte discriminatie : schijnbaar neutrale regel met schadelijke weerslag op bepaalde Burger kan bepaald gedrag eisen van overheid → subjectief geschil
personen Overheid moet een norm toepassen en heeft geen beoordelingsmogelijkheid
Rechter kan dit nagaan
- Discriminatie is verboden 4) Burger kan niet een bepaald gedrag eisen van de overheid want die heeft
• Vb zie handboek blz 147 discretionaire bevoegdheid in het algemeen belang → objectief geschil
• Enkel van toepassing op privaatrechtelijke relaties maar enkel bij leveren 5) Rechter kan enkel nagaan of de overheid de grenzen van een normale beoordeling
diensten/goederen aan publiek, werkrelaties,… niet overschrijdt.

- Sancties
• Strafrechtelijke (gevangenis, geldboete), en 2. Controle op de naleving van het recht : hoven en rechtbanken
• Burgerrechtelijke (nietigheid van bedingen, staking van handeling, omkering bewijslast; a) Organisatie
schadevergoeding)
• Geldt als verzwarende omstandigheid bij misdrijven met hatend, misprijzend of vijandig →Piramidestructuur met verschillende bevoegdheden
element

Opm. : tendens : steeds meer horizontale werking (ook van andere fundamentele rechten) vb art. 10 Opmerking : Rechtbank
EVRM in werkrelatie van koophandel heet nu
ondernemingsrechtbank
a) Territoriale bevoegdheidsverdeling of rechtsmacht ratione loci
Belgische niveau
- Kanton
- Hof van Cassatie • Een kanton bepaalt over welk grondgebied een bepaalde rechtbank rechtsmacht heeft.
- Hoven van beroep • Grondgebied van kanton = (deel van) gemeente of meerdere gemeenten
- Rechtbanken van eerste aanleg : Algemene rechtbank met 4 afdelingen • 187 kantons

1) Correctionele rechtbank - Gerechtelijk arrondissement.


2) Burgerlijke rechtbank • = Meerdere kantons
3) Strafuitvoeringsrechtbank • Kantons verdeeld over 12 gerechtelijke arrondissementen (REA).
4) Familie- en jeugdrechtbank Opm: arbeidsrechtbanken en ondernemingsrechtbanken niet meer per arrondissement,
maar wel gerechtsgebied van het Hof van beroep.
- Ondernemingsrechtbanken (vroeger: rechtbanken van koophandel, staat ook zo in de afbeelding )
- Arbeidsrechtbanken - Provincie
- Vredegerechten – Politierechtbanken • Hof van Assisen
1) (sommige misdaden; politieke en persmisdrijven)
2) Volksjury
3) Normaal in provinciehoofdplaats, behalve Limburg (Tongeren), Waals-Brabant (Nijvel)
en Brussel)

• Arbeidshoven : Georganiseerd per ressort van de Hoven van beroep hebben provinciale
afdelingen

- Rechtsgebied of ressort van Hoven van beroep


• Bestaat uit verschillende arrondissementen
• 5 HvB (Antwerpen – Bergen - Brussel – Gent - Luik)
• Ook niveau van arbeidsrechtbanken en ondernemingsrechtbanken met lokale afdelingen
en strafuitvoeringsrechtbanken

- Federaal grondgebied : Hof van Cassatie


- Bevoegdheidsregels

• In Ger.WB en andere wetten : vele regels Vb : domicilie van verweerder; ligging van
onroerend goed
• Specialisatiebeginsel ttz één specifieke rechtbank ratione loci bevoegd voor categorie
geschillen Vb : bepaalde intellectuele rechten; collectieve consumentenvordering

Inter-/supranationaal niveau
• Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Straatsburg)
• Hof van Justitie van de Europese Unie (Luxemburg)
• Benelux-Gerechtshof (Brussel)

b) Materiële bevoegdheidsverdeling of bevoegdheid ratione materiae of volstrekte bevoegdheid

- “Over welke zaken kan een bepaalde rechter oordelen ?”


- in Ger. WB
- Gerechten
• oordelen over geschillen
• voeren ook taken van (vrij)willige rechtspraak uit. Vb: EOT
Burgerlijke en ondernemingszaken Strafzaken
1) Politierechtbank
1) Vredegerecht - Exclusieve bevoegheid voor overtredingen en alle misdrijven betreffende wegverkeer op de
- Bedrag ≤ 5.000 €, tenzij specifieke bevoegdheid voor andere rechtbank (arbeidszaken, openbare weg (zelfs bij vluchtmisdrijf, slagen en verwondingen, enz)
ondernemingszaken,…)
Opm: bedrag ≤ 1.860 € dan eerste en laatste aanleg 2) Correctionele rechtbank
- Exclusieve bevoegdheid (huur, erfdienstbaarheid, onteigening,…) - Afdeling van REA
- Bevoegd voor strafzaken
2) Politierechtbank
- Laagste strafrechter • In 1ste aanleg : wanbedrijven (niet verkeersmisdrijven) en gecorrectionaliseerde lisdaden
- In burgerlijke zaken : exclusieve bevoegdheid ivm vergoedingen uit verkeersongevallen • In beroep : tegen vonnissen politierechtbank

3) Rechtbank van eerste aanleg 3) Strafuitvoeringsrechtbank (bij HvB) :


- Volheid van bevoegdheid Ttz kennisnemen van alle zaken behalve wat exclusieve bevoegdheid is - bekijkt strafuitvoeringsmodaliteiten bij vrijheidsstraffen (elektronisch toezicht, voorwaardelijke
van ander gerecht invrijheidsstelling)
Gevolg: REA kan zich niet onbevoegd verklaren
- Aantal specifieke bevoegdheden Vb staat personen, echtscheiding, toepassing belastingwet,… 4) Hof van beroep, correctionele kamer
- Afdelingen - Hoger beroep van vonnissen door correctionele rechtbank in 1ste aanleg
(1) Burgerlijke kamer
• Beslagkamer, fiscale kamer 5) Hof van assisen
• Verantwoordelijk voor de beroepsinstanties van burgerlijke geschillen van ≥ - Tijdelijk rechtscollege
2.000 € voor de vrederechter/politierechtbank - Bevoegd voor (niet gecorrectionaliseerde) misdaden, politieke misdrijven en drukpersmisdrijven
(2) Familie- en jeugdrechtbank
• Exclusieve bevoegdheid voor familiale geschillen en geschillen met minderjarigen 6) Arrondissementsrechtbank
• Indeling in 4 kamers : - Beslist bij discussie welke rechtbank bevoegd is
✓ familiekamer - Geen beroep hiertegen mogelijk
✓ jeugdkamer - Samenstelling : voorzitter REA, arbeidsrechtbank en ondernemingsrechtbank
✓ kamer voor uithandengeving
✓ kamer voor minnelijke schikking 7) Hof van Cassatie
• Werkt met centraal familiedossier - Hoogste rechtscollege
(3) Correctionele rechtbank - Bindende uitspraak over beslissingen in laatste aanleg van hoven en rechtbanken
(4) Strafuitvoeringsrechtbank - Geen feitelijke beoordeling, enkel naleving van de wet/procedure
- Kan beslissing vernietigen en :
4) Ondernemingsrechtbank
- Exclusieve bevoegdheid : geschillen tussen/tegen ondernemingen • verwijzen naar ander rechtscollege van gelijke rang en hoedanigheid of naar zelfde
- Onderneming : elke persoon die op duurzame wijze een economisch doel nastreeft. rechtscollege in andere samenstelling
Vb handelaar, zelfstandige vrije beroeper, landbouwer, vzw,… • Niet verwijzen, maar zelf einduitspraak doen (proceseconomische redenen)
Opm: een “niet-onderneming” eiser die proces start tegen een onderneming kan naar
ondernemingsrechtbank of REA gaan

5) Arbeidsrechtbank
- Arbeids- en sociaalrechtelijke betwistingen Vb arbeidsovereenkomst, cao, zaken sociaal
verzekerden
- Collectieve schuldenregeling

6) Hof van Beroep


- Alle beroepen van vonnissen van REA / ondernemingsrechtbank als bedrag > 2.500 €

7) Arbeidshof
- Hoger beroep in zaken in eerste aanlag gevonnist voor arbeidsrechtbank
8) Hof van Justitie van de Europese Unie (Luxemburg) b) Principes mbt de werking van de rechterlijke macht
- Taak : eerbiediging garanderen van het recht bij de uitlegging en toepassing van de verdragen.
- Werkwijze: 1. Eerlijk proces
• Verzoek om prejudiciële beslissing over interpretatie EU-wetgeving
• Beroep wegens niet-nakoming verplichting tegen EU-regeringen, die de EU-wetgeving niet - Art. 13 GW en art. 6 EVRM
toepassen
• Beroep tot nietigverklaring tegen EU-wetten in strijd met EU-verdragen of grondrechten 1) Belang van art. 6 EVRM ! (zie handboek blz 163)
• Beroep wegens nalatigheid door EU-instellingen • België al meermaals veroordeeld obv EVRM wegens traagheid, procedurekwesties,…
• Gevolg : bijwerking Belgische wetgeving

9) Europees Hof voor de rechten van de Mens (Straatsburg) 2) Waarborgen in art. 6 EVRM voor strafprocesrecht en privaat- en publiekrechtelijke procedures
• Taak: verzoekschriften behandelen tegen lidstaten van de Raad van Europa. inzake:
• Voorwaarden :
1) Indiener is slachtoffer van schending van rechten in EVRM (1)Openbaarheid van de rechtszitting
2) Klacht tegen publieke instantie ✓ Doel : nagaan onpartijdigheid en correctheid van rechter (niet bij
3) HVRM na uitputting nationale rechtsmiddelen (“laatste redmiddel“) onderzoeksrechter, raadkamer, kamer van inbeschuldigingstelling, (vaak)
4) Ontvankelijk zijn strafuitvoeringsrechtbanken)
5) Eerst schikking, zoniet bij schending kan schadevergoeding opgelegd ✓ Uitzondering : achter gesloten deuren wegens GZ, OO, minderjarigen of veiligheid
worden aan lidstaat ✓ Toegang tot rechterlijke beslissing

(2) Motivering
✓ Ttz “met redenen omkleed”
✓ Doel : nagaan alle opgeworpen middelen onderzocht en niet arbitrair geoordeeld

(3) Onpartijdige en onafhankelijke rechter


✓ geen (schijn van) twijfel toegestaan
✓ Onpartijdig : elke partij gelijk behandelen
a) Niet laten leiden door partijbelangen, geen uitspraken in pers voor of tegen
een partij
b) “Justice must not only be done, it must also be seen to be done”

(4) Onafhankelijk : geen externe beïnvloeding


✓ Onafhankelijk tov de UM Vb vroeger geen lid zijn geweest van OM
✓ Indien partijdig en/of afhankelijk of bij twijfel : rechter wraken

(5) Redelijke termijn


✓ Uitspraak doen binnen redelijke termijn in concreto.
✓ Wat als over de termijn is ? Rechter bepaalt de gevolgen (bewijslast is probleem,
vrijspraak, strafvermindering, schuldig zonder straf,…)

(6) Recht op tegenspraak


✓ Ieder gelijke wapens
✓ Inzage in dossier en bewijsmateriaal (uitz. wegens vertrouwelijkheid en
beroepsgeheim)
✓ Bijstand van advocaat
C. De actoren van justitie
Opmerking : Lekenrechters
a) De magistratuur
• Geen professionele magistraten
- Onderscheid tussen • Waar :
(1) Arbeidsgerechten : rechters in sociale zaken (1 vertegenwoordiger van de
1) Zittende (of zetelende) magistratuur : werknemersorganisaties en 1 van de werkgeversorganisaties)
(2) Ondernemingsgerechten : rechters in ondernemingszaken
- rechters : doen uitspraken. Statuut : (3) Strafuitvoeringsrechtbanken : assessoren gespecialiseerd in penitentiaire zaken en in
✓ voor het leven benoemd sociale re-integratie)
✓ Niet uit ambt te ontzetten of te schorsen • Niet voor het leven benoemd
Uitz: wel door rechterlijke uitspraak
✓ Overplaatsing door nieuwe benoeming en met toestemming van betrokkene - Jury
✓ Wedden bepaald door de wet • Wanneer : bij misdaden, politieke en drukpersmisdrijven
✓ Geen ambt uitoefenen van politieke of administratieve aard, evenmin notaris, • 12 “gewone burgers als afspiegeling van de maatschappij”
gerechtsdeurwaarder of advocaat zijn ✓ Beslist autonoom over schuldvraag
✓ “Voorrecht van rechtsmacht” . Reden : garanderen onafhankelijkheid ✓ Straftoemeting gebeurt samen met beroepsrechters
✓ Motivering (nav zaak Taxquet)
2) Staande magistratuur :
• Benaming
- Openbaar Ministerie of parket (rechtbanken) of parket-generaal (hoven) ✓ Rechters : vrederechters en leden van rechtbanken
✓ Raadsheren : leden van hoven van beroep en Cassatie
→in strafzaken opsporing, vervolging en uitvoering
→in burgerlijke zaken waken over belangen van zwakkere partijen (adviezen, vorderingen tot
nietigverklaring (lagere rechtbanken) en bijstaan rechters bij toepassing van de wet (hogere
rechtbanken).
- Leden OM :
Procureur des Konings, Arbeidsauditeur (arbeidsrechtbank), federale procureur, procureur-
generaal (HvB), procureur-generaal (HvCass), advocaten-generaal en hun substituten.
- Onder bevoegdheid van minister van Justitie en onderworpen aan richtlijnen van het
strafrechtelijk beleid goedgekeurd door de minister van Justitie
- OM is volledig onafhankelijk in het vervullen van hun gerechtelijke taken (zoals vordering, advies).
• Uitzondering : positief injunctierecht (minister van Justitie beveelt instellen van
strafvervolging). Negatief injunctierecht bestaat niet !
Opm/ sinds 6de staatshervorming ook positief injunctierecht aan Gew/Gem

- Aan hoofd : procureurs bijgestaan door substituten


- Procureur des Konings verbonden aan gerechtelijk arrondissement
uitz. federaal procureur bevoegd voor heel grondgebied; doel : meer coördinatie voor misdrijven
over verschillende rechtsgebieden, met internationale dimensie of zware misdrijven
(georganiseerde criminaliteit, terrorisme)
- Beschouwd als een en ondeelbaar? Gevolg : handeling van een parketmagistraat bindt het hele
parket.
- Statuut: Afzetbaar (Koning benoemd en ontslaat hen)
b) De advocatuur - Bureau van Juridische Bijstand (of justitiehuis ???)

- Een advocaat is een zelfstandigen die een vrij beroep uitoefent; is geen magistraat. 1) Tweedelijnsbijstand voor minvermogenden met pro-Deoadvocaat (gratis of lager
- Een universitaire gediplomeerd jurist wordt advocaat door het afleggen van de eed en inschrijving honorarium)
bij een balie. 2) Orde van advocaten werkt samen met justitiehuis, OCMW of andere erkende sociale
en welzijnsorganisaties voor de organisatie van de Commissie voor juridische bijstand
1) Balie in ieder vroeger gerechtelijk arrondissement + in Brussel 2 (NL & FR) Vb balie Geeft summiere eerstelijnsbijstand op zitdagen
Limburg (vroegere balies van Tongeren en Hasselt)
2) Tijdens stage : volwaardig optreden als advocaat, maar met stageverplichtingen onder - Rechtsplegingsvergoeding
toezicht van stagemeester (of patroon) Vb : lessen volgen, pro-Deozaken doen, 1) Advocaat organiseert autonoom zijn kantoor
beroepsbekwaamheidsexamen (BUBA) afleggen,… 2) Soms werkt hi j in een associatie of vennootschap. Voordeel : specialisatie
3) Na stage : opname als advocaat op “het tableau” 3) Werkt niet volgens reglementaire tarieven. Erelonen bepaald door advocaat; best
afspraak maken tussen advocaat en cliënt (obv Dienstenwet)
- Taken 4) Moet betaald worden door verliezende partij aan winnende partij (min/max
1) Pleitmonopolie (Voeren van procedures) bedragen bepaald bij KB; rechter kan bijsturen of ventileren)
• Algemene uitz: ieder heeft het recht zichzelf te verdedigen
• Specifieke uitz : vakbondsafgevaardigde, ambtenaren FOD Financiën,…

2) Buitengerechtelijk advies en diensten


3) Met bijkomende opleiding : bemiddelaar bij familiezaken, jeugdadvocaat of in
handelszaken
4) Curator, bewindvoerder, voogd (ad hoc),…
5) Plaatsvervanger voor rechter

- Orde(s)
1) Raad van de orde (jaarlijks verkozen voorgezeten door stafhouder)
2) Gefederaliseerd (want voortdurend ruzie tussen taalgroepen)
• Orde van Vlaamse Balies is overkoepelde instantie
• Ordre des Barreaux Francophones et Germanophone

→Behartigen belangen advocatuur, uitwerken deontologie, advies verstrekken, overleggen met


minister van Justitie, opzetten mediacampagnes

3) Stafhouder bemiddelt tussen advocaten


4) Tuchtraad
• Tuchtprocedure tegen advocaat
• Bestaat uit advocaten en beroepsrechter
• Op niveau van HvB
• Tuchtraad van beroep
• Sancties : Waarschuwing – berisping – max. 1 jaar schorsing – schrapping
5) Ombudsdienst Consumentengeschillen Advocatuur
c) Gerechtsdeurwaarders e) De justitiehuizen
- Per REA
Opm: Term is niet deurwaarder (of zaalwachter) - Doel : meer toegankelijke justitie
• In bezit zijn van universitair rechtendiploma - Functies:
• Benoemd door Koning 1) Doorverwijzen van burgers naar de juiste rechtsinstanties
• Werkzaam binnen bepaald arrondissement 2) Toezicht en justitiële begeleiding bij slachtofferonthaal, dader-slachtofferbemiddeling,
• Zelfstandige vrije beroeper daderbegeleiding en burgerrechtelijke opdrachten, enz
• Openbaar ambtenaar. Gevolg : moet alle opdrachten aanvaarden, tenzij wettelijk of 3) Trefpunt voor overleg tussen diverse gerechtelijke arrondissementsdiensten
deontologisch verbod
• Tuchtrechtelijk onder Kamer der gerechtsdeurwaarders per gerechtelijk arrondissement f) De notaris
en samen in Nationale Kamer - Niet echt een “actor van justitie”
- Vereisten:
- Taken: 1) Master in de rechten
1) Officiële vaststellingen doen in deurwaardersexploot (authentiek bewijs) 2) ManaMa notariaat en praktijkstage
2) Betekenen van gerechts- en administratieve akten 3) Vergelijkend examen
3) Ten uitvoer leggen van uitspraken (vb door beslag) Bij slagen eerst kandidaat-notaris en daarna notaris-titularis
4) Doen van minnelijke invordering van schulden
5) Doen van geldschulden bij niet-consumenten (IOS-procedure) - Wettelijk vastgelegde aantallen
- Vrij beroeper én openbaar ambtenaar
- Honorarium : Volgens tarieven bij KB vastgelegd - Taken:
• Stelt authentieke akten op
d) Griffiers en griffiepersoneel • Geeft juridisch advies
- Klacht bij Ombudsdienst voor het notariaat
- “de secretaris van de rechter”
- Taken:
1) Akte nemen van wat ter zitting gebeurt
2) Doet de neerleggingen, registratie en archivering
3) Afleveren van expedities (officieel verklaarde afschriften van gerechtelijke stukken)
met formulier van tenuitvoerlegging. Nodig voor gedwongen tenuitvoerleggingen van
uitspraken
4) Vroeger eerder uitvoerend, nu eerder bijstandsfunctie (vb; opzoekingen)

- Zekere autonomie tov rechters. Noteren wat de rechter zegt en niet past; zaken die blijven liggen
melden
- Vereisten beroep
1) Master in de rechten
2) Min. 1 jaar griffie-ervaring of gelijkgeschakeld
D. Procesrechtelijke aspecten - Aanhangig maken met
1) Dagvaarding (regel)
a) De procedure in burgerlijke zaken
• = gerechtdeurwaardersexploot met identificatiegegevens van eiser en verweerder,
- “Rollenspel” van standaard privaatrechtelijke procedure valt onder privaatrechtelijk procesrecht voorwerp van de vordering, motivering en plaats, datum en uur van eerste rechtszitting
of gerechtelijk privaatrecht • Tussen dagvaarding en inleidingszitting min. 8 dagen
Opm: steeds minder procedureregels zijn op straffe van nietigheid als ze geen belangen schaden Uitz: dringende zaken

- Aanhangig maken van geschil 2) Verzoekschrift (uitz.)


- Inschrijven op de algemene rol
• Chronologische lijst van alle rechtszaken bij bepaalde rechtbank • Door eiser neergelegd ter griffie en door de griffie aangetekend verzonden naar
• Betalen van rolrechten tenzij kosteloze rechtspleging tegenpartij
✓ Verschillen per rechtbank en hangen af van de waarde van het geschil • Minder formeel dan exploot
✓ “AR nr.” ter identificatie en tijdsbepaling • Bevat zelfde elementen
Opm: in strafzaken : notitienummer toegekend vanaf eerste PV met vermelding • Griffie bepaalt de inleidingsdatum
van plaats en aard feiten
• Betekent niet dat de zaak effectief behandeld zal worden: Hangt af van partijen, want 3) Vrijwillige verschijning (uitz.)
rechter heeft lijdelijke functie
• Afspraak tussen beide partijen met gezamenlijk verzoekschrift
- Uitwisselen van conclusies en bewijsstukken • Rechtbank bepaalt de inleidingszitting en roept beide partijen op
- Soms wordt zaak op korte termijn uitgesteld “om ze in staat te stellen” en soms “weggelaten van
de (zittings)rol” 4) Eenzijdig verzoekschrift (uitz.)
• Zittingsrol is lijst van rechtszaken die op een bepaalde zitting opgeroepen worden • Als de wet dit oplegt (vb fiscale zaken)
Soms op de zitting nog extra uitstel gevraagd, bepaalde afspraken gemaakt, verstek • In uiterst dringende omstandigheden
gevraagd of effectief gepleit en in beraad gehouden. ✓ Tegenpartij wordt niet opgeroepen (opm : aantasting van recht op
tegensprekelijk debat)
- Opstellen van proceskalender ✓ Dus uitzonderlijke procedure
• Welke partij moet tegen welke datum conclusies neerleggen en wanneer wordt de zaak ✓ Garanties eisen of instructies geven voor afwikkeling geschil
gepleit →Conclusies
• Partijen spreken dat af, zoniet bepaalt de rechten de kalender
• Pleitdatum of rechtsdag is gekend - Uitwisselen van conclusies tussen partijen
• Samen met overtuigingsstukken en bewijsstukken
- Rechtsingang op tegenspraak en inleidende zitting • Ook neerleggen op de griffie
• Volgen van conclusiekalender
Conclusies zijn schriftelijke argumentatie in feite en in recht
• Volgorde
1ste : inleidende akte
2de : conclusie van antwoord verweerder
3de : Conclusie van repliek eiser
4de : eventueel conclusie van dupliek verweerder (tripliek, quadrupliek, enz)
Tenslotte : syntheseconclusie door elke partij. Samenvatting van alle feitelijke en
juridische argumenten
• Soms procedurele incidenten (tussengeschillen) nodig of wenselijk
Vb zie handboek blz 173
- Terechtzitting - Gezag van gewijsde = Wettelijk vermoeden van waarheid : rechterlijke uitspraken worden geacht
juist te zijn en krijgen daarom bijzondere rechtskracht
1) Rechtsdag of pletdatum
• Gevolg : uitspraak kan niet meer in vraag gesteld worden door een gerechtelijke
• Pleiten van rechtszaak, sluiten van de debatten en in beraad nemen van zaak door instantie, de administratieve overheid of de partijen in het geding
rechtbank • Beperkt tot vorderingen die op zelfde oorzaak berusten (ingeroepen rechtsgrond is niet
• Alle schriftelijke informatie tussen partijen en wat neergelegd is ter griffie of ter zitting, van belang)
is in principe enkel bekend aan de partijen en rechter • Doel : zaak definitief afsluiten
• Alles wat mondeling ter zitting gebeurt, is in principe openbaar. • Beroep is natuurlijk mogelijk
• Regel :Openbaarheid van rechtszaak voor wie min. 15 jaar is. • Is relatief nl. enkel mbt dezelfde zaak, partijen,…
• Uitz. : behandeling in de raadkamer, met gesloten deuren of bij afwezigheid van Uitz. Is absoluut bij vernietigingsarrest van GW Hof of RvST (geldt erga omnes)
minderjarigen
- Kracht van gewijsde : Dan is geen verzet of hoger beroep nog mogelijk
2) Uitspraak
- Bijzondere procedures, verzoening en bemiddeling
• Openbare en gemotiveerde uitspraak
• Regel : binnen de maand 1) Kortgedingprocedure
Uitz. : bij eenvoudige zaken onmiddellijk
• Kan zijn: • Doel : snelle uitspraak
✓ Eindvonnis of eindarrest, ttz de rechtsmacht van de rechtbank is uitgeput • Vereiste : hoogdringendheid. Als nodig om ernstige ongemakken of schade te vermijden
✓ Tussenvonnis of tussenarrest, ttz een of enkele punten worden beslist, niet de of te doen ophouden én de gewone procedure niet tijdig kan bekomen worden
volledige zaak. Vb voorlopige maatregelen, procedurele aangelegenheden, • Termijnen korter
inschakelen bewijsmiddelen, ambtshalve de debatten heropenen
✓ Dagvaardingstermijn : 2 dagen en kan zelfs korter
- Verschil uitspraken ✓ Neerleggingstermijn conclusies : korter of afgeschaft
✓ Rechtsdagbepaling : korter of afgeschaft
1) Arrest : uitspraak van hogere rechtscolleges (hoven) zoals HvB, Arbeidshof, HvAss, HvCass
2) Vonnis : uitspraak van lagere rechtscolleges zoals vredegerecht, REA,… • Rechten van verdediging heirdoor beperkt, dus enkel bij hoogdringendheid
3) Beschikking : uitspraak in kort geding • Alleenzetelende rechter : Beveelt enkel voorlopige maatregelen (in afwachting van
uitspraak ten gronde); niet uitspraak over definitieve rechten en plichten van partijen
- Klassieke structuur
• “uitspraak bij voorraad”
1) persoonsgegevens partijen en beschrijving procedure ✓ ttz voorlopige uitspraak
2) motiverend gedeelte (of overwegend gedeelte) = uiteenzetting van feitelijke en juridische ✓ Vatbaar voor hoger beroep bij HvB of arbeidshof
argumenten
3) beschikkend gedeelte - Procedure “zoals in kort geding”
= doet uitspraak over toelaatbaarheid, ontvankelijkheid en gegrondheid van vordering én • Is wel uitspraak ten gronde Bv bij marktpraktijken of handelspraktijken,…
over gerechtskoten • Stakingsprocedure in boek XVII WER
Opm: gerechtskosten = rolrechten, dagvaardingskost, kosten van gerechtelijke
bewijsmiddelen en rechtsplegingsvergoeding. Wie gelijk krijgt, kan enkel - Andere bijzondere procedures
rechtsplegingsvergoeding vorderen. • Procesgang inzake recht van uitweg (vrederechter)
• Echtscheiding (REA)
• Collectieve schuldenregeling (arbeidsrechtbank)
• Rechtsvordering tot collectief herstel (Brusselse REA)
• Collectieve vordering (“class action”)
- Verzoening - Als verliezer solvabel is
• Geen formeel proces • Uitspraak is definitief geworden.
• Via gewone brief aan rechtbank tegenpartij laten oproepen • Twee mogelijkheden:
• Tegenpartij is niet verplicht te komen
• PV van verzoening kan uitvoerbare waarde van vonnis krijgen 1) Vrijwillige uitvoering : Voert uitspraak uit (betalen sommen zaak leveren, doen of
• Gratis procedure laten wat bevolen werd,…)
• Soms wettelijk verplichte voorafgaande verzoeningspoging (vb pacht, erfdienstbaarheid) 2) Gedwongen uitvoering. Vereiste : beschikken over expeditie of uitgifte;
en altijd mogelijk in alle materies buitenlandse uitspraak moet exequatur krijgen van Belgische rechtbank

- Bemiddeling - De uitvoering van het vonnis of arrest

• Voordelen: • Regel : uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad, tenzij rechter anders bepaalt.
1) Wegwerken gerechtelijke achterstand • Betekening door gerechtsdeurwaarder aan veroordeelde partij (vereiste). Gevolg :
2) Verzoeningsoplossingen zijn sterker dan rechterlijke uitspraken
3) Meer waarborg op harmonieus samenleven 1) doet termijn lopen voor eventuele rechtsmiddelen.
Uitz: soms loopt termijn automatisch na opsturen van gerechtsbrief door griffier
• Opleidingen in bemiddelingstechnieken en trainingen 2) Als rechtsmiddel wordt ingesteld, dan herneemt de procedure en wordt
• Soorten: uitvoering (vaak) uitgesteld. Soms toch uitvoering als “uitvoerbaar bij voorraad”.
✓ Niet-proceduregebonden bemiddeling : Kan buiten elk proces om door el dan niet
erkend bemiddelaar • Bevel tot uitvoering door gerechtsdeurwaarder
✓ Proceduregebonden bemiddeling : 1) In de regel is dit een bevel tot betalen
Rechtbank wordt erbij betrokken + Is vrijwillig (partijen moeten instemmen) 2) Mogelijkheden :
✓ dit wordt ingewilligd : einde !
- Voorwaarden (in Ger.Wb) : Vertrouwelijkheid, vrijwilligheid, inhoud bemiddelingsprotocol ✓ dit wordt niet ingewilligd : gedwongen uitvoering

- Federale bemiddelingscommissie : Werkt erkenningscriteria uit met oog op kwaliteit • Gedwongen uitvoering, vb:
1) Krakers laten uitzetten
- Bijzondere vorm : bemiddeling in familiezaken 2) Kinderen ophalen igv ontzetting uit ouderlijk gezag
• Vereiste : gerechtelijke beslissing tot aanstelling bemiddelaar 3) Financiële schulden : instellen van procedure beslag (uitvoerend) . Werking :
• Iedere partij of rechter kunnen initiatief nemen
• Instemming van alle partijen nodig - gerechtsdeurwaarder wijst aantal goederen aan, waarop tenuitvoerlegging
• Bemiddelaar handelt in opdracht van de partijen, die de inhoud bepalen kan gebeuren
• Rechter bepaalt enkel de termijn - Hij kan goederen van de beslagene in beslag nemen, soms bijgestaan door
• Kamer voor minnelijke schikking in elke familierechtbank politie en slotenmaker in woonplaats van beslagene en bij derden
• Bij geschil : partijen informeren over mogelijkheid tot verzoening of bemiddeling (derdenbeslag; bv loonbeslag)
- Goederen openbaar verkopen (procedure ivm RG en OG verschillen
- De uitvoering van het vonnis of arrest enigszins)
• De verliezer kan insolvent of onwillig zijn en gedwongen tewerkstelling of hechtenis zijn - Met de opbrengst worden de schulden en gerechtskosten betaald
onmogelijk. - Beslagene mag beslagen goederen niet zelf meer te gelde maken, tenzij
• Oplossing : instemming van beslaglegger
1) voor ondernemingen: verzekering tegen insolvabele medecontracten, - Alle goederen in woonplaats van beslagene worden vermoed zijn eigendom
2) Voor slachtoffer van geweld : slachtofferfonds te zijn. Zoniet, revindicatievordering instellen
3) Onderhoudsgerechtigde : Dienst voor Alimentatievordering (DAVO)
maar zoniet …
- Geen beperking op de mogelijkheden om beslag te leggen: Vb voor schulden : beslag op inkomen b) De aanleg en de rechtsmiddelen
boven bepaalde grens
- Een partij die oneens met een beslissing, kan dit aanvechten met rechtsmiddelen
• Doel grens : zodat schuldenaars kunnen blijven menswaardig te leven - Rechtsmiddelen : procedurele technieken om rechterlijke uitspraak ongedaan te maken of te
Uitz.: wijzigen in het voordeel van wie het middel aanwendt”.
1) voor onderhoudsgelden mag beslag op volledig inkomen - Voorwaarden:
2) Sommige RG zijn onbeslagbaar (het bed, één tafel en stoelen die 1) Wettelijk vervaltermijn respecteren
gemeenschappelijke maaltijd mogelijk maken”) 2) Uitgesloten na een akkoordvonnis of een berusting
3) Soms specifiek wettelijk verbod
- Beslagrechter : beslist bij discussies
- Om het zich insolvabel maken van de schuldenaar te vermijden, kan bewarend beslag gelegd I. Gewone rechtsmiddelen
worden. Goederen mogen niet vervreemd wordend oor de schuldenraar, maar kunnen nog niet
“uitgewonnen” (verkocht) worden door de schuldeiser. 1. Hoger beroep (of dubbele aanleg)

- Hogere rechtsinstantie wordt opnieuw beoordeeld, die een uitspraak doet, die eventueel afwijkt.
Vrederechter →REA; REA /Ondernemingsrechtbank →HvB; arbeidsrechtbank arbeidshof
- Oordeel in tweede aanleg : beoordeling van alle feiten én rechtstoepassing worden overgedaan =
devolutieve werking
- Geen algemeen rechtsbeginsel, want er zijn uitzonderingen. Geen hoger beroep bij:

1) Vrederechter of politierechter als bedrag ≤ 2.000


2) REA of ondernemingsrechtbank als bedrag ≤ 5.000 €
3) Strafuitvoeringsrechtbank
4) Hof van Assisen
5) Aantal tussenvonnissen

- Termijn
1) Burgerlijke zaken : één maand na betekening
2) Strafzaken : 30 dagen vanaf dag na het vonnis

- Grievenplicht (voor welke punten en om welke redenen wil een partij HB)

2. Verzet

- Wanneer : als verweerder of de eiser niet opdaagt op de inleidende zitting, kan de eiser of de
verweerder verstekvonnis krijgen.
- De rechter kan in principe :

1) alle eisen van de eiser inwilligen, want er is geen verweer


2) alle verweermiddelen van de verweerder aanvaarden.

- Enkel ambtshalve nagaan of niets tegen OO ingaat of regels van rechtswege moeten toegepast
worden
- Tegen een bij verstek gedane uitspraak, kan verzet worden aangetekend als deze uitspraak in
laatste aanleg is gewezen.
- Gevolg : zaak opnieuw behandeld door dezelfde rechter op tegenspraak

Opm: in burgerlijke zaken als beroep mogelijk is, moet beroep gebeuren. Gevolg: verliest zo een
aanleg
II. Buitengewone rechtsmiddelen E. Bewijsrecht

1. Cassatie(beroep) Problematiek van het juridisch bewijs ttz : gelijk hebben, maar het bewijs moeten kunnen leveren

- Wat : wie na beroep niet akkoord is, kan cassatie aantekenen tegen de beroepsuitspraak via a) Het recht moet – juridisch gezien – niet bewezen worden.
verzoekschrift bij het Hof van Cassatie.
- Is géén derde aanleg !! - Want de rechtbank kent het recht (ius novit curia)
- Beoordeelt geen feiten, wel de toepassing van de wet en de procedure. In praktijk is dit de - Regel:
beoordeling van de feitelijke appreciatie door de beroepsrechter 1) In theorie, moeten rechten niet bewezen worden.
- Mogelijkheden: 2) In praktijk, gebeurt dat wel omdat recht ingewikkeld is en er zijn “zoveel regels en rechters
zijn ook maar mensen…”.
1) Geen cassatie 3) Aanreiken van bewijzen van de argumenten, niet van de rechtsregels.
2) Cassatie :
• Regel : HvCass oordeelt niet ten gronde, maar verwijst de zaak naar een andere HvB b) Bewijs van de feiten
(of arbeidshof, REA)
• Uitz. : HvCass oordeelt zelf ten gronde - Is gereglementeerd, omwille van :

- Termijn 1) Rechtszekerheid
1) Burgerlijke zaken : 3 maanden en geen schorsende werking 2) Vervalsing van bewijs tegengaan
2) Strafzaken : 15 dagen en schorsende werking
Opm: - Niet alle feitelijke waarheden zijn dus ook juridische waarheden
- Burgerlijke zaken : verplicht met advocaat bij de balie van Cassatie Vb vinden van wapens bij illegale huiszoeking
- Strafzaken : verplicht met advocaat, maar wel memorie ondertekenen door advocaat met - Te bewijzen feiten : rechtsfeiten en rechtshandelingen
bijzondere opleiding in cassatieprocedures - Bewijzen kunnen verschillen naargelang de rechtstak
Fiscale zaken : witte kassa, bijzondere onderzoeksmethoden in strafrecht (camera’s, infiltratie,
2. Derdenverzet inkijkoperatie)

- Wat : een derde, die door rechterlijke uitspraak geschaad in zijn belangen in een zaak waar hij c) Bewijslast of bewijsrisico
geen partij is, kan tegen die uitspraak opkomen.
- In procesrecht : “wie beweert, moet bewijzen” (actori incumbit probatio)
3. Herroeping van gewijsde Uitz: notorium

- Wat : een in kracht van gewijsde gegane uitspraak aanvechten op grond van specifieke redenen - In strafzaken : OM draagt als eiser bewijslast van de vervolgde misdrijven
zoals bedrog in de procedure, bestaan van andere onverenigbare rechterlijke beslissingen. Opm: als onderzoeksrechter : bewijzen voor en tegen zoeken
- “in kracht van gewijsde” : uitspraak waartegen geen verzet, hoger beroep of cassatie meer
mogelijk is. - Rechter is passief of lijdelijk Vb: bij verstek wordt het gevraagde toegekend zonder onderzoek,
tenzij marginale controle op OO.
4. Verhaal op de rechter - Bewijsrisico
- Wat : Tegen een rechter die zich schuldig maakt aan bedrog of rechtsweigering
- Waar : bij HvCass
d) Bewijsmiddelen
5. Intrekking - Beperkt en hiërarchisch systeem
- Wat : intrekking van vonnis als die zich baseerde op wet, decreet of ordonnantie die reeds - Opdeling
vernietigd was door het Grondwettelijk Hof. 1. Gerechtelijke : via procedure voor rechtbank
2. Buitengerechtelijke : zonder rechtbank mogelijk

- Hierarchie :
Geschriften - Getuigen – Vermoedens – Bekentenis - Eed
1. De buitengerechtelijke bewijsmiddelen 2. De gerechtelijke bewijsmiddelen

- Schriftelijk bewijs 1) Gerechtelijke bekentenis


• Voor rechtshandelingen - niet voor rechtsfeiten
• Art. 1341 BW : › 375 € is geschrift verplicht - Wat : bekentenis afgelegd ten overstaan van de rechtbank in een procedure.
• Art. 1341BW : getuigen kunnen nooit tegen akte - Onsplitsbaar
Opm : deze regels gelden niet inzake ondernemings- en arbeidsovereenkomsten
2) Getuigenbewijs. Er is een verschil tussen
- Soorten a) strafzaken :
1) Akte • bij vooronderzoek en gerechtelijk onderzoek : ondervraging door politie,
parketmagistraten of onderzoeksrechter
(1) Authentieke akte : getekend door partijen en ook getekend door openbaar ambtenaar • Bij rechtszaak : door strafrechter op vraag van parket, betichte of burgerlijke partij
(2) Onderhandse akte : getekend door partijen of ambtshalve.
Opm : opm;: in assisenzaak : vaak vele getuigen die hun verhaal komen doen.
• akte : geschrift waarin een rechtssubject bepaalde feiten of afspraken
bevestigt door het te ondertekenen b) Burgerlijke zaken :
• elektronische akten : zelfde regels met bijkomende waarborgen (sleutel) • Getuigenbewijs aangeboden door de partijen en de rechter kan dat toestaan in
tussenvonnis als bewijs. Dan roept de griffie de getuigen op. Afzonderlijk en
2) Niet-ondertekend geschrift : hoogstens begin van bewijs. Dit kan aangevuld worden met zonder publiek worden ze ondervraagd in bijzijn van de partijen en advocaten.
getuigen en vermoedens om geldig bewijs te worden Vb dagboek, boekhouding, sms De getuigen leggen eed af. Partijen kunnen bepaalde aanvullende vragen
3) Geschrift soms onmogelijk op fysiek of moreel vlak voorstellen aan de rechter. Alles wordt in PV gezet en aan dossier toegevoegd.
4) Gevolg : uitzonderlijk RH met getuigen of vermoedens bewijzen

5) Getuigenbewijs 3) Eed
• Voor RH : voor RH tot 375 € (art. ??? BW) en voor rechtsfeiten • Irrationeel bewijsmiddel : soort beroep op goddelijke macht.
• Voorwaarden : zelf gezien of gehoord hebben • Doet beroep op diepste geweten
• Gerechtelijk als buitengerechtelijk • Soorten:
• Opm : instrumentele getuigen (1) Gedingbeslissende eed
(2) Ambtshalve opgelegde eed
6) Vermoedens
4) Andere in de wet voorziene bewijstechnieken (bij tussenvonnis)
- Wat : op basis van een wettelijke regel (wettelijk vermoeden) of van de persoonlijke overtuiging • Persoonlijke verschijning. Bevel tot verschijning van partijen zelf om te gronde te
van de rechter (feitelijk vermoeden) uit gekende en bewezen feiten nog niet bekende feiten kunnen ondervragen en dit in PV te zetten en toe te voegen aan dossier
afleiden • Plaatsopneming. Rechter gaat persoonlijk ter plaatse in aanwezigheid van de
- Soorten : wettelijke en feitelijke. partijen.
- Voorwaarden voor wettelijke vermoedens : • Deskundigenonderzoek
(1) Baseren op gewichtige, bepaalde en met elkaar overeenstemmende vermoedens én ✓ Of gerechtelijke expertise op vraag van partij(en of ambtshalve
(2) Enkel als ook getuigenbewijs is toegelaten ✓ Deskundige wordt aangesteld met precieze opdracht en deze werkt
(3) In de wet opgenomen Vb vaderschap bewijzen tegensprekelijk en geeft technisch advies in zijn verslag. Normaal eerst
(4) Soorten voorverslag en dan definitief verslag.
✓ Weerlegbaar vermoeden (vermoeden iuris tantum)
✓ Onweerlegbaar vermoeden (vermoeden iuris et de iure) Vb art. 1386 BW 5) Een bijzondere feitelijke kwestie : de vaste datum
(5)Rechter moet zich door innerlijke overtuiging laten leiden
• In recht is “tijd” belangrijk vb niet-terugwerkende kracht, termijnen, verjaring,…
7) Buitengerechtelijke bekentenis • Om meer of minder rechten te creëren, gaat men andere datum geven (anti- of
- Wat : de erkenning van een rechtsfeit of RH als basis voor een verbintenis of voor een nadeel voor postdateren)
hij die bekent. • Voor rechtszekerheid : vaste datum geven, nl. aan iedereen tegenstelbare datum.
- Onsplitsbaar Hoe ?
- Probleem : hoe bewijzen dat de bekentenis gebeurde ✓ In authentieke akte
- Oplossing : op papier zetten ✓ Onderhandse akte laten registreren
Opm : geschreven stuk hoeft niet altijd. ✓ Overlijden van ondertekenaar (terminus ante quem = sterfdatum)
Opm : in ondernemingsrecht en fiscaal recht : ook in goed bijgehouden registers
F. Toegang tot justitie

- Juridische eerstelijnsbijstand Vb wetswinkels, huurdersbonden, vakbonden,… Meestal gratis en


korte uitleg
- Juridische tweedelijnsbijstand

• Omstandig advies en bijstand


• Pro deo of betalend
• Via ordes van advocaten.
• Aanvraag doen en soms remgeld betalen
✓ Bureau voor Juridische Bijstand gaat bestaansmiddelen na en bepaalt gratis of (deels)
betalend
✓ Advocaten vergoed door overheid

- Veroordeelde partij moet bijdrage betalen aan Fonds voor juridische tweedelijnsbijstand
3. Controle op het bestuur : rechtsbescherming tegen de UM C. Juridische beroep

A. De ombudsman - Biedt rechtsbescherming


- RvSt is belangrijkste administratief rechtscollege
- Klacht indienen bij de ombudsdienst Vb bij Europese, federale, Vlaamse overheid, steden,… - Afdelingen :
- Onafhankelijk bedoelde instantie die klachten tegen de overheid onderzoekt 1) Advies geven bij tot stand komen van bepaalde normen (afdeling Wetgeving)
- Geen rechtsherstel, enkel luisterend oor en bemiddelen 2) Jurisdictionele bevoegdheid bij administratieve rechtshandelingen (afdeling
- Soms klachten openbaar maken Bestuursrechtspraak)

B. Administratief beroep a) De afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State

- Tegen overheidsoptreden administratief beroep instellen - Nietigverklaring bij wijze van arrest van KB, Gem/Gew besluiten, MB, beslissingen van bepaalde
- Bij orgaan van het actief bestuur, dat geen recht spreekt, maar de beslissing kan doen intrekken, besturen (VRT, NMBS,…)
vernietigen, wijzigen of nemen - Ontvankelijkheidsvoorwaarden verzoek indienen
- Vormen Alle mogelijke administratieve beroepen zijn uitgeput
1) Als zelfde orgaan : willig beroep • Binnen 60 dagen na kennisname van administratief besluit
2) Of hiërarchisch meerdere, toezichthoudende overheid is of andere overheidsorgaan : • Belanghebbende zijn, nl.
georganiseerd hoger beroep (geregeld via formele wet) 1) nadeel ondervinden van beslissing
2) Persoonlijk belang (uitsluiten van actio popularis). Soms collectief belang.
- Onderscheid
• Niet over opportuniteit, enkel :
1) Administratief beroep : 1) legaliteit (schending van elke hiërarchisch hogere norm of een algemeen
• weinig formalistisch en goedkoop rechtsbeginsel), of
• Opportuniteit en legaliteit bekijken 2) machtsafwending (“macht gebruiken voor ander doel dan het wettelijke)
• Ook rekening houden met gewijzigde omstandigheden • Naleven van vormvereisten, die substantieel, essentieel of “op straffe van nietigheid” zijn
• Kan beëindigd worden door een vernietiging of intrekking
2) Jurisdictioneel beroep - Bij vernietiging van administratieve RH
• Legaliteit bekijken
• Heeft gezag van gewijsde • Verdwijnt definitief ex tunc en erga omnes
✓ Slechts aanvechten met rechtsmiddelen • Verworven rechten worden niet afgenomen
✓ Verschillende rechten van verdediging • Soms handhaven van bepaalde gevolgen van vernietigde beslissing
• Beslissing van “bestuurlijke lus”

- Probleem : overbelast en dus trage procedures


• Oplossing : schorsingsprocedure (administratief kort geding) in afwachting van de
uitspraak in het vernietigingsverzoek
• Voorwaarden:
1) Aantonen dat vernietigingsmiddelen op eerste gezicht kennelijk gegrond
2) Moeilijk te herstellen nadeel dreigt als er geen schorsing is
b) De mogelijkheid voor de gewone rechtbanken en hoven: exceptie van onwettigheid (van c) Andere administratieve rechtscolleges
bestuurshandelingen) Obv Art. 159 GW :
- Federaal
- Een rechtsinstantie kan een onwettig reglementair besluit niet toepassen in een concrete zaak.
Het wordt wel niet vernietigd. 1) Raad voor Vreemdelingenbetwistingen
Opm: • Federaal
gaat niet voor individuele bestuurshandelingen ! • Beroep tegen beslissingen
Er is geen termijn van 60 dagen ! ✓ Van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen
✓ Van Dienst Vreemdelingenzaken
- Bij vernietiging van administratieve RH ✓ Met toepassing van de wet van 15 december 1980 betreffende toegang
• Verdwijnt definitief ex tunc en erga omnes grondgebied,…
• Verworven rechten worden niet afgenomen - Vlaams
• Soms handhaven van bepaalde gevolgen van vernietigde beslissing
• Beslissing van “bestuurlijke lus” 1) Raad voor Vergunningsbetwistingen: Beroep tegen vergunningsbeslissingen inzake
omgevingsvergunning, valideringsbeslissingen en registratiebeslissingen
- Probleem : overbelast en dus trage procedures
• Oplossing : schorsingsprocedure (administratief kort geding) in afwachting van de 2) Handhavingscollege : Beroep tegen milieubeslissingen van Departement Leefmilieu, Natuur en
uitspraak in het vernietigingsverzoek Energie van het Vl. Gew.
• Voorwaarden:
1) Aantonen dat vernietigingsmiddelen op eerste gezicht kennelijk gegrond 3) Raad voor Verkiezingsbetwistingen
2) Moeilijk te herstellen nadeel dreigt als er geen schorsing is Opm: deze drie zitten samen in de DBRC

4) Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen. Beroepen tegen beslissingen van


hogescholen en universiteiten

5) Belgische Mededingingsautoriteit : Beslist over interne mededingingsconflicten

6) Vestigingsraad inzake handel en ambacht : Voor startende ondernemers

7) Commissie voor hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden

8) Provinciale deputaties

9) ….
4. Controle op de wetgever : het Grondwettelijk Hof

- Evolutie van :

• “la bouche de la loi” naar grondwettelijke controle van wetgeving (“prejudiciële vraag”)
• Toetsing door rechtsinstanties aan inter- en supranationale normen met directe werking

- Bevoegdheden Grondwettelijk Hof


1) Bevoegdheidsconflicten beslechten tussen wetten, decreten en ordonnanties en
2) Aftoetsen van wetten, decreten en ordonnanties aan titel II GW en artt. 170, 172 en
191 GW.
- Twee procedures
1) Nieuwe wetten :

(1) kunnen binnen 6 maanden nu publicatie aangevochten worden door elke


belanghebbende dmv verzoekschrift (geen actio popularis). Als ongrondwettig is, dan
ex tunc en erga omnes vernietiging

(2) Kunnen binnen 3 maanden gevraagd worden te schorsen

2) Prejudiciële vraag
Bij concreet geschil kan ongrondwettigheid van regel opgeworpen worden en aan
rechtsinstantie vragen een prejudiciële vraag te stellen aan GW.H. Als ongrondwettig,
dan niet toepassen in geschil (en niet vernietigen).

5. Externe controle op de rechterlijke macht : de hoge raad van justitie

- Sinds 1998
- Doel:
1) Externe controle op algemene werking RM
2) Objectivering benoemingen en bevorderingen in de RM
3) Los van klassieke trias politica, orgaan sui generis met apart statuut
4) 44 leden en paritair samengesteld uit magistraten en niet-magistraten en NL en Fr
leden
5) Geen jurisdictionele bevoegdheid

- Taken
1) Toegang, bevordering en vorming magistratuur regelen
2) Controle op RM

You might also like