You are on page 1of 6

Sessie D.

Techniek en proces

Veiligheidsstandaards conventionele bouw vinden standaards procesindustrie op hun pad

Martijn Jansen, veiligheidskundige, ACTA advies en begeleiding,


e-mail: martijn.jansen@acta-advies.org

Inleiding
Veiligheidsbeleid en voorschriften bij industriële opdrachtgevers, een uitdaging of een valkuil voor de Nederlandse
bouwbedrijven?

Hoewel de Nederlandse bouwwereld de VCA certificering na ruim 10 jaar inmiddels als ”algemeen goed”
beschouwt is er toch nog sprake van een kloof tussen het veiligheidsbeleid en de voorschriften die in de bouw
worden gehanteerd en zoals deze door de industriële opdrachtgevers worden gehanteerd
Bouwend Nederland, althans dat deel van de bedrijfstak bouw dat opdrachten verwerft bij industriële
opdrachtgevers, wordt geconfronteerd met de in hun ogen hoge eisen aan hun veiligheidsbeleid en
voorschriften die door hun opdrachtgever aan hun uitvoeringsproces worden gesteld. Zij ervaren pas tijdens
de uitvoering dat er van hun een grotere inspanning wordt verwacht dan het volgen van de in hun VCA
systeem opgenomen doelstellingen of richtlijnen. Worden deze eisen in de aanbestedingprocedure onderschat
en is men zich niet bewust van de kloof tussen de industrie en bouwsector op het gebied van veiligheid?

Naast de betrokkenheid van een veiligheidskundige bij de projecten worden door de opdrachtgever
daadwerkelijke acties verwacht om de veiligheid op de bouwplaats te beheersen. Er zijn opdrachtgevers die dit
proberen te stimuleren door hier een bonus en boete clausule aan te verbinden.

Het concreet maken van de eisen en voorschriften van de opdrachtgever en het door opdrachtnemers
gevoerde beleid moet een mogelijke kloof zichtbaar maken. Het vertalen van deze kloof naar concrete
aanpassingen van het beleid en dit toepasbaar maken naar de praktijk is het eerste deel van de uitdaging. Het
moet er aan bijdragen om veiligheid, in de breedste zin van het woord, niet als last maar als toegevoegde
waarde tijdens de uitvoeringsfase te ervaren. Dat is het tweede deel van de uitdaging.

Onderzoek
Naar aanleiding van de stevige kritiek, door een industriële opdrachtgever over het door de aannemer
gevoerde veiligheidsbeleid en de “resultaten”, is op verzoek van de aannemer door onze organisatie een VGW
audit uitgevoerd . De audit was gebaseerd op het bottum-up principe, waarbij als uitgangs punt een
benadering werd gebruikt van een alignement audit [1,4]. De uitgevoerde interviews, non-directieve open
vragen en een gedeelte gesloten vragen waarbij aan de hand van beelden die waren gemaakt op bouwlocatie de
keuze werd voor gelegd hoe men zou handelen. Hiervoor had men de keuze uit van te voren vast gestelde
oplossingen. De interviews hebben plaats gevonden met medewerkers op verschillende niveaus binnen de
projectteams. Doel van de interviews was om inzicht te krijgen in:
- Opleidingsniveau
- Werkervaringjaren bij deze werkgever
- Werkervaringjaren bij de laatste werkgever
- Opleidingen op gebied van veiligheid
- Leeftijd, om de opbouw van het team te beoordelen.

Tevens wilden we middels de interviews er achter komen:


1. Of men wist wat er voor gedragsregels golden op site
2. Of men een risico inschatting maakte over eventuele gevolgen en disciplineren maatregelen
3. Of men bevoegd was om bepaalde beslissingen te nemen.

Daarnaast hebben we in kaart proberen te brengen met wat voor omschrijvingen de aannemers te maken
kregen als zij een opdracht hadden verworven van een in industriële opdrachtgever. Op basis van een
inventarisatie hebben we inzicht proberen te krijgen in de gebruikte taal en omschrijvingen die door
industriële opdrachtgevers veel gebruikt worden om incidenten te classificeren.
Ook hebben we op basis van informatie uit contract stukken gekeken wat er aan omschrijvingen in stonden
die tot onduidelijkheden konden leiden. Hier toe verkregen informatie komt uit verschillende projecten die
door onze organisatie worden begeleid. Tevens is er gekeken hoe de opdrachtgevers aan hun wettelijke
verplichtingen invulling gaven [4].

Resultaten op basis van audit en inventarisatie


Doel van de uitgevoerde interviews was om inzicht te krijgen weerstanden en onduidelijkheden in taken en
bevoegdheden. Het vergelijken van beschikbare informatie moest inzicht geven in mogelijke
onduidelijkheden in voorschriften.
Er is een grote verscheidenheid aan omschrijvingen die in de bouwsector niet bekend zijn of gebruikt
worden. In tabel 1 ziet u een deel uit het overzicht van de door ons aangetroffen diversiteit aan
omschrijvingen betreffende incidenten classificaties [3]. In kolom 2 van de tabel hebben we getracht
aansluiting te vinden bij de in de VCA [2] gehanteerde omschrijvingen.

Tabel 1

Omschrijvingen zoals vermeld op het internet sites Classificerend zoals in VCA reglementen vermeld
van diverse Industriële opdrachtgevers
Ongeval met medische behandeling Klasse 1
(MTC = Medical Treatment Case)
Days Away From Work Case Frequency Klasse 2, 3 en 4
Recordable Injury Frequency (RIF), 1 miljoen uren
200.000 hours worked
1 miljoen hours 1 miljoen uren
First aid case Klasse 1
Ongeval met verzuim (LWC = Lost Workday Case) Klasse 2, 3 en 4
Ongeval met aangepast werk Geen passende omschrijving vanuit het VCA
(RWC = Restricted Work Case)
Non-recordables
Recordable Cases = RWC + MTC Geen passende omschrijving vanuit het VCA
Klasse 2, 3 en 4Frequency (LTIF) Klasse 2, 3 en 4
Total Reportable Cases (TRC)
Total Reportable Cases Frequency (TRCF) IF
Alle letsel gevallen resulterend in sterfgevallen,
gedeeltelijke en permanente invaliditeit, verzuim,
vervangend werk en doktersbehandeling
Lost Time Injury Klasse 2, 3 en 4
Lost Workday Case Klasse 2, 3 en 4

In tabel 2 een gedeelte van de aangetroffen omschrijvingen uit contract stukken. Met daarbij de vraagstelling
of het hierbij om een valkuil of een uitdaging gaat en of dat het gene wat voor geschreven is op basis van de
juiste argumenten werd omschreven discussie of overwegingen.
Tabel 2

Omschrijving bestekspost Valkuil vs Uitdaging


Op het werkterrein zal in het Wat wordt verstaan onder een
veiligheidscentrum aan al het bouwpersoneel veiligheidscentrum en wie richt het in?
een veiligheidsinstructie worden gegeven.
Afhankelijk van het aantal medewerkers zullen Bij hoeveel personen? Is het niet beter dit op
veiligheidsronden worden gehouden. basis van de eventuele risico’s te doen.
De aannemer zal bij de bij de terreintoegang een Welke gegevens wil men daar tonen en in wat
bord plaatsen met de voortgangsrapportage voor vorm moeten die gepresenteerd worden.
Wat is de toegevoegde waarde t.a.v. veiligheid?
Voor elke 200 personen 1 veiligheidskundige. Zegt niets over de aanwezige risico’s.
Op het werk zijn van toepassing de Wat zijn dat voor regels, zijn deze algemeen
Beveiligingsvoorschriften voor Bouwwerken aanvaard in de bouw? Ik heb het niet kunnen
van de Rijksverzekeringsbank en de AI van vinden wellicht u.
toepassing
De aannemer dient te voldoen aan de Had men op het moment van bieding zicht op
veiligheidsinstructies en voorschriften van de de omvang van deze regels en instructies?
opdrachtgever.
De opdrachtnemer is verplicht iedereen, ook Wist men bij de aanbieding hoeveel personen
onder- en neven aannemers een introductie te maximaal op het werk zouden zijn?
geven over de gedragsregels. Had men inzicht in de turn-over van personeel?
Had men enig idee hoe veel tijd in een instructie
zou gaan zitten?
Nieuwe medewerkers, korter dan 3 maanden in Wat voor trainingsniveau wordt er bedoeld?
dienst zullen worden getraind en zullen Hoe om te gaan met deze begeleiding?
begeleidt worden door een ervaren collega.
Voor ieder 35 medewerkers is een fulltime Ook hier is weer geen rekening gehouden met de
veiligheidskundige op het werk risicofactoren maar gewoon met het aantal
medewerkers deze benadering is gepasseerd op
industrie en niet op de bouw.
De opdrachtgever gebruikt een digitaal systeem Was men op de hoogte van het toe te passen
voor het opstellen van werkvergunningen, deze systeem en wie verantwoordelijk was voor de
zal door opdrachtnemers worden toegepast beoordeling van de vergunningaanvraag?
Werkvergunningen dienen 48 uur voor aanvang Hoe flexibel gaat men hier mee om en wat heeft
te worden ingediend. dat voor impact op de dagelijkse aanpassingen
van de planning?
TRA’s zijn nodig voor alle activiteiten. Was duidelijk in wat voor taken men de
verschillende werkzaamheden wilde uitsplitsen
en hoeveel TRA’s er verlangd zouden worden?
Dagelijks voor aanvang van de werkzaamheden Was duidelijk wat voor een tijdsbesteding dit
zal een startwerkoverleg plaats vinden door de ging inhouden?
uitvoerder of voorman op de locatie waar de
werkzaamheden worden uitgevoerd.
De ongevalclassificatie zal door de bedrijfsarts Hoe sluit deze aan bij de gehanteerde
van de opdrachtgever worden bepaald beoordeling van de opdrachtnemer?

De diversiteit aan omschrijvingen en door verschillende industriële opdrachtgevers onderling ook nog
afwijkende omschrijvingen sluiten vaak niet aan bij het gene dat op basis van VCA reglementen wordt
gehanteerd. De industriële opdrachtgevers gaan soms verder dan in het Arbeidsomstandighedenbesluit is voor
geschreven in hun streven de veiligheid te waarborgen.
Veel projectteams hebben relatief een jonge leeftijdsopbouw als gevolg van de vergrijzing, daarnaast zijn
projectteams vaak opgebouwd uit een beperkte vaste kern van eigen medewerkers aangevuld met tijdelijke
aangestelde teamleden deze dynamiek komt over een met eerder onderzoek[6].Teams zijn als gevolg van de
grote vraag naar personeel vaak wisselend van samenstelling. Naast het feit dat de groep instromers het beleid
van de nieuwe werkgever nog niet volledig beheerst en vertrouwt is met de documenten structuren krijgt
deze groep ook direct te maken met het beleid dat door opdrachtgevers dwingend wordt voor geschreven wat
een juiste implementatie moeilijk maakt.
Het risicomoment tussen het signaleren van een risico en het beheersen hiervan dient verkort te worden,
tussen het constateren van een gevaarlijke situatie en het oplossen gaat vaak veel tijd verloren omdat
onduidelijk is wie waar voor verantwoordelijke is en actie onderneemt. . Het regelmatig aan de orde stellen
van prioriteiten om risico’s weg te nemen geeft duidelijkheid waarvoor verschillende functionarissen
verantwoordelijk zijn.
Het opstellen van de deelplannen en daarbij behorende TRA’s, die in fases wordt gemaakt en de uitvoering
van het werk volgen, nadat men in de aanbesteding een V&G-plan uitvoeringsfase heeft laten opstellen, wordt
ervaren als een administratieve handeling. Het betreffende document wordt daarna zelden geactualiseerd
bleek bij bestudering van de betreffende documenten.

Adviezen om de kloof te overbruggen


Om de kloof te overbruggen is het van belang om op diverse vlakken aandacht te besteden aan:
• V&G-plan uitvoeringsfase
• Het projectteam
• Toezicht
• Voorlichting en onderricht.

V&G-plan uitvoeringsfase
• De gekozen methode van een raamwerk en afzonderlijke werkplannen, biedt de mogelijkheid om tijdens
de uitvoering goed in te spelen op actuele omstandigheden. Hierbij moet aandacht worden besteed aan het
opnemen van de overstijgende risico’s,
• Het bepalen van risico’s en beheersmaatregelen voor deelprojecten wordt voor een groot deel uitgevoerd
door de neven- en onderaannemers, maar zij zijn vaak onvoldoende op de hoogte van risico’s op de locatie
zelf. Tevens zijn zij onvoldoende op de hoogte van de eisen van opdrachtgevers. De V&G coördinator
heeft een belangrijke rol te vervullen bij het opnemen van overstijgende risico’s in de werkplannen en
daaraan gekoppelde beheersmaatregelen.
• Voor de mondelinge informatieoverdracht is het noodzakelijk vaste overlegmomenten te organiseren
tussen projectleiders, V&G coördinator en de uitvoerders van hoofd- en nevenaannemers.
• Wanneer nieuwe werkzaamheden starten, moet worden beoordeel of deze ook invloed hebben op te
werkzaamheden waarvoor al in een eerder stadium werkplannen voor zijn opgesteld. Werkplannen
moeten worden geactualiseerd.
• Het opstellen van werkplannen moet niet worden gezien als een administratieve handeling om
werkzaamheden te mogen starten, maar als een werkdocument op basis waarvan op een heldere manier
aan onder andere de uitvoerende inzichtelijk wordt gemaakt welke risico’s aanwezig zijn en welke
beheersmaatregelen genomen moeten zijn. Dit is des te meer van belang, omdat de risico’s,
beheersmaatregelen en procedures vaak zeer versnipperd zijn beschreven in V&G plan ontwerpfase, V&G
plan uitvoeringsfase, deelplannen en werkvergunning. Hierdoor gaat het “overzicht” van de zaken
waarmee tijdens de uitvoering rekening moet worden gehouden verloren.
• KAM of VGWM coördinatoren van neven- en onderaannemers dienen betrokken te zijn bij het opstellen
van de werkplannen. Tijdens de uitvoering dienen zij een actieve bijdrage leveren aan het toezicht. Dit is
in overeenstemming met de wettelijke verplichting van werkgevers om de veiligheid van hun eigen
werknemers te garanderen.

Het projectteam
• Om de V&G coördinatie te kunnen uitvoeren is een duidelijk overzicht, organogram, nodig van de
verantwoordelijken binnen organisatie van hoofd, neven en –onderaannemers.
• Gelet op de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de senior projectleiders of bouwplaats
managers is het passend dat deze functie wordt gecombineerd met de wettelijk verplichte V&G
coördinatie. Dit is echter gezien de tijdsbesteding bij grote projecten moeilijk te combineren. Om te
voorkomen dat door tijdsdruk de V&G coördinatie niet optimaal wordt uitgevoerd zal een senior
projectleider uitvoerende taken kunnen overgedragen aan een onafhankelijk werkende V&G coördinator.
Deze zijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden moeten duidelijk zijn, schriftelijk worden vastgelegd
en worden gecommuniceerd naar een ieder.
• Op het gebied van V&G coördinatie en de voorbereiding van deelprojecten, inclusief het opstellen van de
werkplannen, dient de uitvoering bij de werkvoorbereiding te worden betrokken voor het opstellen van
documenten waarin risico-inventarisaties worden opgenomen.
• Tussen het signaleren van een risico en het nemen van een beheersmaatregel ligt een belangrijk
risicomoment. De lijnorganisatie dient hier snel en adequaat op te reageren door het werk zo nodig
tijdelijk stil te leggen en aanvullende beheersmaatregelen te nemen. Dit een duidelijk signaal naar de
werknemers dat het verbeteren van de VGW - situatie prioriteit heeft voor het management.
• Uitvoerders en eventuele ander toezichthouders zowel inhoudelijk als administratief te ondersteunen op
het gebied van veiligheid.

Toezicht
• Het VGW toezicht op de werknemers, van zowel hoofd-, neven- en onderaannemers, moet primair liggen
bij de uitvoerders en secundair bij de veiligheidskundige die de projecten begeleiden.
• Het opstellen van duidelijke criteria voor het uitvoeren van een sanctiebeleid geeft inzicht wie, waarop en
op welke wijze zal worden gehandeld.
• Bij het bepalen van beheersmaatregelen moet er naar worden gestreefd om oplossingen te kiezen die
beginnen bij ‘bronmaatregelen’. Hiermee kan het aantal procedures dat moet worden opgesteld worden
beperkt. Dit beperkt de kans dat procedures niet worden opgevolgd en vergroot de kans dat deze als
nuttig worden ervaren. Het zal niet altijd mogelijk zijn om te kiezen voor bronmaatregelen dus zullen er
procedures nodig zijn om de risico’s te beheersen.
• Overtreding van procedures zijn veelal het gevolg van de gedachte van werknemers dat het afwijken van
de procedures nodig is om het werk op tijd af te kunnen maken. Voordat gesproken kan worden van het
‘overtreden van procedures’ moeten deze procedures bij alle werknemers bekend zijn.
• Door de verschuiving van het V&G toezicht naar uitvoerders, kunnen veiligheidskundige meer tijd
besteden aan het coachen (proactief) van de uitvoerders en de werknemers, het achterhalen van de redenen
van weerstanden en het opstellen van betere procedures (proactief).
• Duidelijkheid, consequentheid en voorspelbaarheid is van belang voor het houden van toezicht.
• Een beloningssysteem dat wordt gehanteerd kan als aanvulling op het sanctiebeleid een goed bijdrage
leveren aan de mogelijkheid medewerkers op positieve wijze te stimuleren. Naast het belonen in de vorm
van goederen of geld kunnen positieve waarnemingen als compensatie worden gezien om slecht
presterende onderaannemers te belonen door de aan hun toegezegde sancties te niet te doen.
• Het is van belang dat de werknemers zelf een actieve rol spelen bij het veilig uitvoeren van de
werkzaamheden en de verantwoording durven nemen elkaar op onveilig gedrag aan te spreken, dit omdat
toezichthouders niet continue aanwezig zijn om de werknemers te corrigeren.

Voorlichting en onderricht
• Het inzicht van de werknemers moet veranderen met betrekking tot de door hun zelf gestelde gedachte
dat het omzeilen van procedures nodig is om bepaalde doelen te realiseren. Het daaruit voortvloeiende
gedrag vormt veelal de ‘norm’ binnen de bouwcultuur. Het is hiervoor nodig dat door de uitvoerders de
volledige duidelijkheid wordt gegeven dat veiligheid prioriteit één is tijdens de uitvoering.
• Veelal wordt geprobeerd het gedrag van de werknemers vooral te beïnvloeden door meer voorlichting,
instructie en toezicht, inclusief straffen en belonen. Effectievere methoden om het gedrag van werknemers
en leidinggevenden te wijzigen zijn het coachen van de werknemers, het achterhalen van de achtergronden
van overtredingen, gestructureerde discussie met werknemers, verbeteren van de kwaliteit van de
procedures en snel inspelen op gewijzigde omstandigheden. Een sterke kwalitatieve verbetering, van
voorlichting, kennis delen en inzicht is daarbij essentieel.
• Van werknemers kan alleen worden verwacht dat zij alle procedures opvolgen als ze deze procedures ook
daadwerkelijk kennen. Het per deelproject specifieke omschrijven van aanvullende procedures aansluitend
op geïnventariseerde risico’s dient in de reguliere communicatie van de uitvoerders naar de werknemers (
voor en tijdens de uitvoering van het deelproject), plaats te vinden en te worden vast gelegd. Door het vast
leggen van gemaakte afspraken krijgen niet alleen uitvoerders meer handvatten om de werkzaamheden te
sturen maar kunnen werknemers ook hier op terug vallen indien zij een onveilige situatie waarnemen.
• Het actief betrekken van de opdrachtgever bij toolboxen draagt bij aan wederzijdse acceptatie.
• Het periodiek met een camcorder de bouwplaats bezoeken en goede en minder goede werksituaties vast te
leggen en dit te gebruiken in de toolboxpresentaties. Met de beeldpresentatie kan veiligheid tastbaarder
gemaakt worden en bewustwording verhoogd.
• Voor het veranderen van het veiligheidsbewustzijn van werknemers zijn het creëren van inzicht en het
scheppen van stimulerende randvoorwaarden effectiever om gedurende langere periode effect te
hebben[7].
Conclusie
Er is een grote verscheidenheid aan omschrijvingen voor incidenten classificaties. Voor aanvang van
omvangrijke projecten dient het veiligheidsbeleid van de opdrachtgever te worden geïnventariseerd en
vergeleken te worden met de afwijkende elementen ten opzichte van het door de opdrachtnemer gevoerde
beleid. Naast deze verschillenen is het van belang dat omschrijvingen die binnen bepaalde organisaties
gangbaar zijn ook op de juiste wijze worden vertaald naar het Nederlands. Opdrachtgevers zijn vaak beperkt
in het verstrekken van informatie over het door hungevoerde beleid, deze worden pas in een later stadium in
volle omvang duidelijk en moeten dan door de uitvoering worden geïmplementeerd.
Concludeerde dat er op basis van de ervaring en onderzoek sprake is van een kloof tussen bouwend
Nederland en de industriële opdrachtgevers op het gebied van veiligheidsbeleid is het een uitdaging om voor
deze groep opdrachtgevers te werken. De uitdaging om voor de industriële opdrachtgevers, opdrachten te
realiseren binnen hun veiligheidscultuur en doelstellingen is mogelijk. Hiervoor is een proactieve benadering
van VGW - aspecten en het vergroten van het veiligheidsbewustzijn bij opdrachtnemers de basis.
Daarnaast is van groot belang de bereidheid van de opdrachtgever om de uitvoerende organisaties
daadwerkelijk te ondersteunen en inzicht te geven in zijn bedrijfscultuur om zo weerstanden weg te nemen en
draagvlak te verkrijgen voor veilig werken. Ook dienen opdrachtgevers duidelijkheid te geven over
aanvullende maatregelen die mogelijk verder gaan dan al bekend zijnde voorschriften op basis van Arbo-
wetgeving.
Als opdrachtnemers open staat voor veranderingen en opdrachtgevers samen werken en hun kennis en
ervaring delen kan dit een positief effect hebben op de veiligheid in de gehele bouwsector.

Literatuurlijst
1. www.auditing.nl/resources/files/loadfile.php?id=131&dir=bibliotheek/&sum=a2cc0002b9097a64976b8
e886204674c Geraadpleegd januari 2008
2. http://www.snr-bbs.nl/default_Pernis.htm. Geraadpleegd januari 2008
3. http://www.vca.nl/content.aspx?guid=b81f3725-a819-49a1-a5de-
35513fb71123&searchterm=ongevallen%20classificatie Geraadpleegd januari 2008
4. http://wetten.overheid.nl/cgi-bin/sessioned/browsercheck/continuation=21081-
002/session=053256292312121/action=javascript-result/javascript=yes. Geraadpleegd januari 2008
5. www.auditing.nl/resources/files/loadfile.php?id=132&dir=bibliotheek/&sum=9a2f30180314c133f07122
95d849effd Geraadpleegd januari 2008
6. http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/731AA711-84AB-4324-BFCF-B97289E44F91/0/2006k2v4p44art.pdf
Geraadpleegd januari 2009
7. http://www.arbeidshygiene.nl/UserFiles/File/downloadables/2007%201%20en%202%20TtA%20verslag
%20Swuste%20en%20Jongen.pdf Geraadpleegd januari 2009

You might also like