You are on page 1of 6

3.

 Over het inzetten van horlogeglazen

Inleiding

     Het horlogeglas is als “venster op de tijd” een zeer belangrijk deel van het horloge.
Het maakt onder goede bescherming zicht op wijzerplaat en wijzers mogelijk.

     De allereerste draagbare uurwerken hadden geen glas zoals wij dat kennen. Zij werden als
sieraad aan een ketting om de hals of om het middel gedragen, en het aflezen van de tijd was
wegens de onnauwkeurigheid van het uurwerk van ondergeschikt belang. Daarom was de
wijzerplaat meestal beschermd door een opstaande rand of afgedekt door een deksel. Op zijn
best waren deksel en of kast vervaardigd van geslepen bergkristal.
     Vanaf het eind van de 17e eeuw werd het de moeite waard de tijd af te lezen. De uitvinding
van de spiraalveer door Huygens leverde een geweldige verbetering van de gangnauwkeurigheid
op. De minuutwijzer werd ingevoerd, de wijzerplaten werden groter en delicater, en er ontstond
behoefte aan betere afscherming met tegelijkertijd gemakkelijker aflezing.
De kastvorm van de toen in zwang zijnde spilleganghorloges was rond en bol, en de glazen
hadden ook een bolle vorm, met een platte facet in het midden, een zogenaamde bull’s eye.
     Bij de ontwikkeling van elegante plattere kastvormen ontstond behoefte aan eveneens plattere
glazen, en een veelheid van vormen ontstond: de concaaf­, lentille­, empire­  en patentglazen.
Deze werden als massaproduct vervaardigd uit glazen bollen en in een aparte sponning geperst,
de lunette. Om dit breekbare dunne glas te beschermen ontwikkelde men kasten met geveerde
deksels die door druk op een knopje opensprongen: de savonettes, in het Engels hunters en, als
het deksel een klein venstertje bevat, halfhunters genaamd.

     Bij de opkomst van het polshorloge werden opeens heel andere eisen gesteld aan de
beschermende functie van het horlogeglas.
De uitvinding van het kunststof­ en het saffierglas speelde een belangrijke rol bij de acceptatie
van het polshorloge voor alledaags gebruik. .
De volgende stap was de ontwikkeling van het waterdichte horloge door Rolex, met extra eisen
aan de passing van het glas in de lunette cq. kast.
De nieuwste ontwikkeling is het aanraakgevoelige glas, zoals bijvoorbeeld gebruikt door Tissot in
de T­Touch collectie. Door aanraking met de vinger worden de verschillende functies van het
horloge bediend.
(Naar mijn mening is de meest interessante variant toegepast bij de Tissot Silen­T, waarbij
aanrakingen van het glas niet alleen de functies bedienen, maar waarbij het glas ook door
tastbare vibraties tijdseinen aan de gebruiker doorgeeft: het ultieme horloge voor doven én
blinden! Helaas is de Silen­T niet meer in produktie…)

Technologie, inzetten van glazen                                                1                                                    Max de Haas, februari 2014
Indeling

Horlogeglazen (hierna te noemen: glazen) worden tegenwoordig in 2 hoofdgroepen ingedeeld:
● ­ onbreekbare glazen van kunststof
● ­ breekbare glazen van mineraalglas of saffierglas.

Welke eisen moeten worden gesteld aan het moderne polshorlogeglas?
● ­ transparant en lichtecht
● ­ slag­ en krasvast
● ­ goede pasvorm
● ­ goede afdichting

Elk materiaal heeft zijn voor­ en nadelen.

Kunststof (acrylglas):
+  gemakkelijk te plaatsen
+ kan waterdamp diffunderen
+ kleine krassen weg te polijsten
+ elastisch
+ breekt niet gemakkelijk
+ goedkoop
­ krasgevoelig
­ kan verkleuren
­ gevoelig voor chemicaliën

mineraal (silicaat­ of kristalglas):
+ krast niet gemakkelijk
+ blijft helder
+ ongevoelig voor inwerking van chemicaliën
­ kan breken
­ moeilijk te plaatsen (persen, lijmen)
­ duur

Als men alle (ooit) toegepaste glazen op voorraad zou willen hebben, zou het gaan om
duizenden varianten!

Technologie, inzetten van glazen                                                2                                                    Max de Haas, februari 2014
Kunststof glazen

 In de Eerste Wereldoorlog werd het zogenaamde onbreekbare glas ontwikkeld. Gemaakt van
celluloid had het zo zijn bezwaren: het was grijzig van kleur, krasgevoelig en vervormde in
warmte. Om het te plaatsen werd het met een pers in gewelfde vorm gebracht en onder
spanning in de sponning geplaatst, zoals nu ook nog gebeurt.
Een volgende ontwikkeling was in 1934 het acrylglas (merknaam:Plexiglas), dat in de fabriek al
voorgevormd werd. Voordelen waren een betere pasvorm, helder als glas en relatief harder dan
celluloid. Door de grotere elasticiteit is het gemakkelijk te vervormen en te plaatsen.
Een nadeel is de hygroscopie van acrylglas. Hierop wordt nader ingegaan in het artikel over
waterdichtheid van horloges.
Een ander nadeel is vervorming onder invloed van temperatuurwisseling: als het kunststof glas
meer uitzet dan het omringende metaal van de kast kan het barsten. Omgekeerd kan
onevenredige krimp de waterdichtheid aantasten. Dit probleem werd opgelost door het
aanbrengen van een metalen spanring in de binnenrand van het kunststof glas, hetgeen een
betere afdichting tegen stof en water verzekert.

Enkele opmerkingen over het plaatsen en verwijderen van kunststof glazen

Te onderscheiden zijn:

1. ronde glazen zonder spanring, een metalen ring aan de binnenkant van de glasrand
­ Deze glazen worden ingezet door ze met een persapparaat en stempels iets te welven, zodat
de omtrek wat kleiner wordt. Bij herstel van de eigen vorm dankzij zijn elasticiteit zet het glas
zichzelf klem in de sponning. De concave stempel wordt zo groot mogelijk gekozen, en de
convexe stempel wezenlijk kleiner. Er zijn per horlogeglas­merk tabellen voorhanden, die de
relatie tussen te kiezen stempeldiameters en glasdiameter aangeven.
­ Bij te sterke buiging kunnen kleine barstjes ontstaan. Deze zijn door voorzichtig verwarmen
onzichtbaar te maken

2. ronde glazen met spanring
­ Deze glazen worden rechtstandig in de sponning geperst met twee concave stempels. De
bovenste stempel wordt zo breed mogelijk gekozen. De kast dient leeg te zijn en de kastbodem
verwijderd. De kast wordt door de onderste stempel afgesteund op de onderkant van de
sponning.

3. vormglazen, dit zijn alle (fantasie­)vormen, die niet rond zijn
Voor deze kasten zijn speciale stempels nodig

Technologie, inzetten van glazen                                                3                                                    Max de Haas, februari 2014
Aanvullende opmerkingen:

­ Alle ronde glazen zijn gesorteerd volgens diameter op 0,1 mm nauwkeurig en worden
aangegeven met een nummer, bijv 318, dit is 31,8 mm diameter. Bij merken als Stella en
Sternkreuz heeft elke vorm een eigen code.
­ De diameter van het glas moet 0,5 mm groter zijn dan de sponning. Een te groot glas is door
zijn elasticiteit wel te plaatsen, maar zal door de voortdurend te grote druk sneller desintegreren.
­ Geen kit gebruiken bij kunststof glazen; de chemische componenten van de kit tasten de
kunststof aan.
­ Waterdichtheid wordt alleen bereikt door glazen met spanring. Bij het plaatsen ontstaan door
oneffenheden in de sponning microscheurtjes in de glasrand, die door de druk van de spanring
op de elastische kunststof worden afgedicht. Echter na verwijdering hetzelfde glas niet
herplaatsen, maar een nieuw glas nemen.
­ Verwijderen van glazen uit een Monocoque kast met deelbare opwindas kan met een
luchtpomp, te plaatsen op de tubus.
­ Een alternatief bij ondeelbare opwindas is de universele glasafnemer (Vigor). Deze kan ook
gebruikt worden bij het plaatsen, maar kan beschadigingen aan de glasrand veroorzaken.
­ Voor de waterdichte monocoque kasten van Tissot en Mido bestaan speciale op maat
gemaakte glasafnemers.

Mineraalglazen

Door de eeuwen heen werd gebruik gemaakt van siliciumglas, zoals in flessen, vensterruiten en
dergelijke.
Tegenwoordig zijn mineraalglazen chemisch of door speciale verhittingstechnieken gehard.
Saffierglazen worden synthetsich vervaardigd door aluminiumoxide poeder te smelten, in een
procédé zoals ook bij de vervaardiging van lagerstenen wordt gebruikt. Het is bijna zo hard als
diamant.

De wat grotere werkplaatsen hadden vroeger speciale glaszetters in dienst, die met één blik
konden vaststellen welke vorm, dikte en hoogte nodig waren. Vaak werd een ruw glas ter plekke
op maat gesneden.

Technologie, inzetten van glazen                                                4                                                    Max de Haas, februari 2014
Standaard vormen van zakhorlogeglazen:

1.  miconcaafglas: geslepen rand, licht gewelfd, daarom moet de lunette voldoende hoogte
hebben
2. empireglas: sterk gebogen bij de rand, daardoor lagere lunette mogelijk, waardoor het horloge
platter lijkt
3. lentilleglas: ging aan het empireglas vooraf; iets lichtere welving, waarvoor hogere lunette
4. patentglas: klein kuiltje in het midden, hoge opronding van de rand; daardoor lage lunette
mogelijk
5. savonetglas: erg dun; verschillende hoogten, aan te passen aan de hoogte van de savonet

6. Bull”s eye: bol glas met vlak geslepen facet in het midden.
Over de zin van deze facet bestaat veel discussie: mogelijk had het te maken met de wijze van
fabricage, mogelijk werd het (kogelronde spillegang­) horloge stabiel op de facet neergelegd,
mogelijk was het puur een modeverschijnsel…

Technologie, inzetten van glazen                                                5                                                    Max de Haas, februari 2014
Enkele opmerkingen over het plaatsen en verwijderen van mineraal glazen

­ Van oude zakhorlogeglazen is de rand soms niet zuiver rond. De vroeger handgemaakte
lunetten en sponningen waren ook niet altijd zuiver pas, zodat in de praktijk de ene
onnauwkeurigheid de andere kan opheffen. Inzetten gaat “per geval”: lunette in de hand en het
glas met beide duimen en veel gevoel en geluk in de sponning laten “klikken”. Het is de sponning
die moet meegeven.
­ Vóór het plaatsen het glas goed schoonmaken; later is dat bij schuine sponning veel moeilijker.
­ Eventuele opgeplakte nummeretiketten niet afkrabben, maar weken in lauw water.
­ Moderne glazen voor polshorloges worden meestal niet rechtstreeks in een sponning geperst.
Zij moeten gevat zijn in een kunststof ring, of gekit. Dit niet zozeer om het glas vast te zetten,
maar om betere stof­ en waterdichtheid te verkrijgen. Ook wordt daardoor uitzetting van het glas
bij temperatuurverhoging elastisch opgevangen.
­ Bij het opmeten van het glas moet de dikte van een eventuele kunststof afdichtring
verdisconteerd worden.
.

Geraadpleegde bronnen

1. Baillie GH. Watches, their history, decoration and mechanism
    N.A.G.Press ltd, London, 1929
2. Jendritzki H.,Faddegon GH. Handleiding voor de uurwerkhersteller. Bewerking voor de
    nederlandse uurwerkhersteller
    Stichting Vakopleiding Uurwerkmakers Faddegon, 1978
3. Jendritzki H, Stern M, Heydt H. Die Armband­ und Taschenuhr in der Reparatur.
    Historische Uhrenbücher, Berlin 2007
4. Spierdijk C. Horloges en horlogemakers.
    H.J.W.Becht, Amsterdam, 1973
5. Stern M. Die Uhrmacherei.
    Historische Uhrenbücher, Berlin, 2008
Internet:
6. Münchmeyer Sternkreuz
    http://www.sternkreuz.de/produkte/produkte.html
7. Sternkreuz Catalogus
    http://www.sternkreuz.com/accordion/assets/Sternkreuz_Gesamtkatalog%20G22.pdf
8. Tissot T­Touch collection
    http://www.tissot.ch/?collections#anchor236
8. Tissot Silen­T
    http://www.tissot.ch/?collections/products/2273/n/TISSOT_TOUCH_SILEN­T/

Technologie, inzetten van glazen                                                6                                                    Max de Haas, februari 2014

You might also like