You are on page 1of 29

Samenvatting mijn bijbel heeft een rode draad

Hoofdstuk 1: De boeken van de wet

- Onze Bijbel telt 66 boeken


- God is de Auteur van de bijbel en met Zijn Geest heeft hij diverse mensen gebruikt om
Zichzelf op perkament en papier te openbaren

O De eerste 5 boeken zijn de boeken van Mozes. Worden boeken van de wet genoemd.

O Genesis betekend ‘wording’ of ‘schepping’. De eerste 2 hoofdstukken laten zien dat God de
Schepper is van alle mensen en daarom door alle mensen hoort te worden gediend.

O In het paradijs was de mens goed, hij was beelddrager van God. Zo spreekt de bijbel al vanaf het

begin van de relatie tussen God en zijn schepping (de mens).

O Het woord relatie wordt in de bijbel niet gebruikt. In plaats van relatie zegt Hij ‘verbond’. Dat

woord wordt in genesis 20 keer gebruikt, Exodus 10 keer, Leviticus en Numeri 8 keer en

Deuteronomium 17 keer. Deze boeken gaan dus over de relatie die God met de mensheid wil

hebben.

O De wet behoort tot de boek van het verbond. God maakte zijn wet aan het volk Israël bekend,

nadat hij dat volk had verlost uit de slavernij van Egypte. Dat volk had hij uitverkoren. Hij had het

bevrijd en zou het naar het beloofde land brengen.

O God heeft een relatie met alle mensen maar in het bijzonder met Zijn volk.

O In genesis kom je 2 verbonden tegen.

Werkverbond: dit gold in het Paradijs. God de Schepper had een relatie met Adam, en door

middel van hem, met heel de mensheid. God was de Gos van alle mensen, dus ook van alle

nageslachten. Adam werd ontrouw en at van de boom des Goeds en kwaads. Het

werkverbond was verbroken. De zondeval heeft alles kapot gemaakt. Door de zonde is de

dood gekomen, over alle mensen, omdat we door Adam allemaal gezondigd hebben.

Genadeverbond: God met Christus zijn eigen zoon. Hij belooft een eeuwig leven. God

belooft dat Zijn Zoon zal worden geboren als mens. Dit mens zal het laatste woord hebben

omdat Hij de duivel en alle andere kwade machten zal overwinnen. Dat noem je de

moederbelofte of het proto-evangelie.

Noachitisch verbond: God met Noach. Hij belooft dat er nooit meer een zondvloed over de

hele aarde komt. Dat kan je zien aan de regenboog. Dit is geen officieel verbond!
O Je hebt 4 verschillende fases van het Genadeverbond:

Particuliere bedeling: God had gedurende een bepaalde periode Zijn verbond had met

verschillende personen die hem vreesden. Deze personen waren Adam, Eva en zijn zoons

Abel en Seth. Henoch en Noach.

Patriarchale bedeling: God verbindt Zich niet alleen aan Abraham, maar ook aan zijn zoon

Izak en aan diens zoon Jakob.

Nationale bedeling: God heeft Zijn volk op aarde. Het heet Israël en de andere volken zullen

dat weten. Hier gaat het vooral over in de boeken van Mozes. God geeft Zijn heilige wet aan

het volk.

Kerkelijke bedeling: niet alleen Israël, maar ook Christus kerk uit de volken deelt nu, na Zijn

offer aan het kruis, in de genade. (dit is in het nieuwe testament)

Wij hoeven de ceremoniële wetten niet meer te onderhouden. Deze komen we tegen in Leviticus

en Deuteronomium. Dit hield in dat je schapen of duiven mee moest nemen en deze in de kerk

moest gaan slachten, mannen en jongens moeten zich besnijden, mensen met lichamelijke

gebreken mogen niet naar de kerk en de belangrijkste mensen mochten alleen naar de kerk. Dat

waren de priesters. Het was de bedoeling het uitverkoren volk te onderwijzen. Dat betekent:

- In de eerste plaats dat God heilig is en dat er met Zijn recht niet kan worden gespot .
- Tweede plaats dat er zonder bloedstorting geen vergeving is.
- Derde plaats dat er ooit een lam zou komen, zo perfect en rein, en dat de lam der zonden
van het volk voor altijd zou verzoenen.
O Heel de ceremoniële wet had te maken met de bediening van de verzoening. Door heel de

offerdienst liet God zien Wie Hij was en dat Hij de zonden van zijn volk wil vergeven.

O De ceremoniële wet en de burgerlijke wet geld niet meer voor ons. Wij moeten ons nu houden

aan de Tien Geboden. Exodus 20:

Eerste tafel: tegenover God Tweede tafel: tegenover de naaste.

1. Heilig Gods dienst, geen andere goden 5. Je ouders eren

2. Heilig Gods wezen, geen beelden 6. Niet doodslaan

3. Heilig Gods naam, vloek niet 7. Niet echtbreken

4. Heilig Gods dag, de rustdag 8. Niet stelen

9. Niet liegen

10. Niet begeren

O Gods volk, Christus kerk hoort de wet te vervullen. Toch leert hij aan heel de wereld dat ze iedere

week de Wet moeten lezen. Het hoort in de prediking wie de wet wel gehouden heeft. En hoe

deze wetsvervuller toch gestraft is met een zeer diep lijden en een intens vernederende dood. En

dat Hij daardoor in staat is Zijn uitverkoren volk te verlossen van zonde en schuld. Zijn Naam is

Jezus en de Bijbel noemt Hem het Lam van God en de Leeuw uit Juda’s stam.

O Het is niet genoeg om alleen maar uiterlijk tot het volk van God te behoren. We zullen met ons

hart christen moeten zijn. We zullen met heel ons wezen tot Gods volk moeten behoren.

Daarvoor is het bloed van het verbond nodig, maar ook een volharden verbond. Mozes schreef

daar al over aan het einde van zijn leven. Deuteronomium 28:1 en 15
hoofdstuk 2: de boeken van het volk - Jozua – Richteren – Ruth – Samuel – 2 Samuel

o De HEERE heeft Zichzelf aan Israël als Zijn uitverkoren volk verbonden. Hij heeft ze Zijn wet en Zijn

dienst gegeven. In de tabernakel woont Hij bij ze. Nu Mozes gestorven is, zal Hij Zijn volk via Jozua

binnenleiden in het beloofde land (Kanaän). Jozua krijgt de opdracht om die volken

( heidenvolken) te verdrijven. Hij krijgt van de Heere God een opdracht tot verovering. Mozes

kreeg deze opdracht al, Jozua moet hem nu gaan uitvoeren. (Numeri 33: 50-53)

o Bestaat uit 2 onderdelen:

- 1e plaats moet Israël het land Kanaän veroveren.


- 2e plaats moeten niet vermengen tot elkaar, maar ze verdrijven en het land reinigen van de
afgoden.

O Jozua doet het als leider van zijn volk, maar bovenal als dienstknecht van God. Jozua hoeft iet

bang te zijn de Almachtige zal er Zelf bij zijn. Jozua en zijn volk hoeft zich alleen maar aan Gods

Wet te houden, zo zijn ze verzekerd van de blijvende hulp en steun van de Almachtige.

O Hij zal het land geven, volk sterk en groot maken en Hij zal het volk zegenen en een gerust leven

geven. God maakt Zijn Woord waar!

O Hij leidt Zijn volk door de Jordaan, Hij laat de muren van Jericho vallen. Na Jericho wordt Ai

ingenomen, dan blijkt hoe belangrijk Jehova / God van het verbond het vindt dat Zijn volk eerlijk

en trouw is.

O Ieder van de 12 stammen krijgt haar eigen erfdeel toegewezen. Alleen Levi krijgt geen

erfdeel/provincie. Levieten zullen steden gaan bewonen die verspreid zijn door het hele land.

Deze stam levert priesters en levieten die de dienst aan God leiden, is er voor het hele volk.

O Aan Jozua’s taak lijkt een einde gekomen. Het beloofde land is ingenomen, de Israëlieten wonen

er in vrede en rust. Maar Jozua doet nog 1 ding. Roept de oudsten van het volk samen in Sichem

waar Jakob (de aartsvader van het volk) ooit woonde. Jozua vernieuwt de verbondsrelatie die het

volk heeft met de Heere. Duidelijke keus, alle afgoden moeten weg, alleen de Heere mag gediend

en gevreesd worden. Maar er ging toch iets mis, niet alle afgoden waren weg daardoor bleef het

altijd gediend worden. Maar de zonde (afgoden) waren sterker die bleef hevig aanwezig in Israël.

O Opdracht was duidelijk: land innemen en de heidenvolken met hun afgoden en hun heidense

opvattingen verdrijven. Land moest schoongemaakt worden voor het geheiligde, afgezonderde

volk van God er in vrede en rust zou kunnen wonen. Maar de stammen van Juda en Benjamin
hadden niet alle heidenen verdreven. Maar bleek toch meerdere stammen niet te doen,

daardoor bleef altijd het ongeloof en zonde aanwezig in Israël.

O Israëlieten hadden er geen last van, de Heere wel. Straf op deze zonde, een bijzondere straf.

Richteren 2:3 ‘ Ik zal hen (de overgebleven heidenen) voor uw aangezicht niet uitdrijven; maar zij

zullen u aan de zijden zijn en hun goden zullen u tot een strik worden. ‘

O De Israëlieten zien dit niet als een zware straf, ze hebben alles onder controle?!

O Het gaat al snel mis. Richteren 3:5-7 ‘ als nu de kinderen Israëls woonden in het midden der

Kanaänieten, der Hethieten en der Amorieten en der Ferezieten en der Hevieten er der

Jebusieten, zo namen zij zich derzelver dochters tot vrouwen en gaven hun dochters aan

derzelver zonen en zij dienden hun goden. En de kinderen Israëls deden wat kwaad was in de

ogen der Heeren en vergaten de Heere, hun God, en zij dienden de Baäls en de bossen.

Zo ontstond er een zware schade in de relatie tussen God en Zijn volk. Richteren 3:8 ‘ toen

ontstak de toorn des Heeren tegen Israël…

O Telkens zie je de geschiedenis als een cirkel ronddraaien. Volk is ongehoorzaam en vergeet zijn

God. Een koning die het volk in Gods weg leidt ontbreekt en iedereen wat goed is voor hun eigen.

God geeft Zijn volk over aan vreemde naties die het verdrukken. In de verdrukking roept het volk

tot God. Die geeft hen een nieuwe leider, een richter. Met Gods hulp bevrijdt die richter het volk.

Weer een periode van vrede, tot het weer in de zonde valt. Berovingen en onderdrukking brengt

schaarste, honger, ziekte en dood met zich mee. Maar trouw van de Verbondsgod Hij laat Zijn

volk niet definitief los, telkens komt Hij tot hulp.

- De 1e richter, Othniel is nog een man voor wie je bewondering kunt hebben.
- De 2e richter, Ehud zou je ook nog best een held kunnen noemen.
- De 3e richter Samgar
- De 4e richter, Debora/Barak is een vrouw, omdat de man die God op het oog had bang is.
- De 5e richter, Gideon is van zichzelf onzeker.
- De 6e richter, Thola
- De 7e richter, Jair
- De 8e richter, Jeftha
- De 9e richter, Ebzan
- De 10e richter, Elon
- De 11e richter, Abdon
- De 12e richter, Simson zijn voorliefde voor vrouwen van de vijand eindigt zijn leven in
gevangenschap en zelfmoord. Hij redt zijn volk – zonder moed of glorie.
O Volgende leider is een profeet Samuel wordt door de Heere al jong apart gezet en voorbestemd

om het rebelse volk toch weer een man naar Gods hart te geven. God is geduldig! Hij doorbreekt

de vicieuze cirkel. Samuel is een leider aan wie het volk zich kan optrekken. Wanneer Samuel te

oud wordt en zijn zonen ongeschikt zijn. Komt het volk, die willen een koning net als alle andere

volken. Het volk had eigenlijk al een koning, de Koning der Koningen. God Zelf.

De Heere vervult deze wens. In opdracht van de Heere zalft hij Saul, de zoon van Kis, uit de stam

van Benjamin, tot 1e koning over Israël.

O Het koningschap van Saul begint goed, maar uiteindelijk blijkt dat Saul geen hart heeft voor de

Heere en voor Zijn dienst. Komt door zijn ongehoorzaamheid. David, de herder en psalmdichter,

de kleinste zoon van Isai, uit de stam van Juda, wordt Sauls opvolger.

O David is de man naar Gods hart. Ondanks de zonden van David, zal het koningschap van David

eeuwig zijn. Uit David zal ooit de Verlosser voortkomen – Koning van het hemelse Koninkrijk,

tronend in het hemelse Jeruzalem.

O David is van grote betekenis voor de geschiedenis van Israël. Het volk is groot en sterk geworden.

Jeruzalem veroverd en tot hoofdstad gemaakt. Hij heeft de ark van het verbond naar Jeruzalem

gehaald. Van David is ook het plan om in plaats van de tabernakeltent een schitterende tempel te

bouwen. Daar kreeg hij geen toestemming voor van God, want aan zijn handen kleefde bloed. Hij

was een oorlogskoning.

O Geschiedenis van Ruth is een illustratie van de ellende van het volk in de richterentijd, maar ook

van de trouw van God in diezelfde periode. Vanwege een hongersnood in Israël verhuizen

Elimelech en zijn vrouw Naomi met hun 2 zonen naar Moab. Elimelech en zijn zonen worden ziek

en sterven. Als Naomi het plan opvat om terug te keren naar Bethlehem, naar haar erfdeel in

Israël, gaat Ruth uiteindelijk met haar mee. Orpa, de andere schoondochter, haakt bij de grens af.

O Naomi heeft beleden dat het volk van Naomi ook haar volk zou zijn en de God van Naomi ook

haar God. De Heere voegt haar daarop Zelf bij Zijn volk. Ze trouwt met de rijke Boaz. Krijgen

samen een zoon, Obed. Hij wordt de vader van Isai. En Isai is zoals we weten de vader van David

God zelf schrijft met Zijn hand de geschiedenis. Vooral de geschiedenis van zijn uitverkorenen

volk.

O Bij de 1e vijf ‘boeken van het volk’ gaat het over de heilsgeschiedenis. De geschiedenis onderweg

naar de Heere Jezus, Gods Zoon, de Mensenzoon, de Zoon van David, de grote Israëliet.

O Belangrijke lessen op deze weg: bijvoorbeeld dat het verbond met God niet kon houden.
O Het volk moest op deze manier leren: als het niet vanwege de Heere was, vanwege Zijn geduld

met hen en Zijn trouw aan Zijn verbond, dan was het verbond allang verbroken! Dan was er geen

relatie meer. Israël was dan opgegaan in de naties om hem heen. Gods volk was dan overweldigd,

uitgeroeid, opgelost en had niemand er nog iets van gehoord. Dan was David geen koning

geworden en was zijn troon geen eeuwige troon geweest. Dan was Jezus Christus in de volheid

van de tijd nooit geboren. Geen volkomen Wetsvervuller en Zaligmaker, echte verlossing was er

dan niet.

O Cruciaal is de rol van de zonden. Israël ruimde de zonden niet helemaal op. Zonde richt altijd

schade aan – maakt meer kapot dan je lief is. De zonde haten en laten gaan is het doel. Niet in

eigen kracht, maar in de Naam van Jezus, uit liefde tot Hem, de Zondeloze, de meerdere Jozua, de

grote Davidszoon, de meerdere Salomo. In Hem alleen vinden we redding en zaligheid


Hoofdstuk 3: De boeken van het volk (II)

Het volk Israël is altijd gehaat en aangevallen geweest, er is van alles aan gedaan om dit volk uit te

roeien. Daar moet de duivel wel achter zitten. Maar de vraag is waarom?

O De duivel kreeg zijn eerste kans om het verbondsvol iets aan te doen doordat Israel een

menselijke koning kreeg. En hoewel deze koningen door God gekozen waren, waren het allemaal

mannen met zonden. Doordat God nu niet langer zelf direct aan de leiding van Zijn volk stond,

zag de duivel zijn kans schoon om zijn pijlen op deze koningen en hun volk te richten.

O Het begon met Saul, hij begon het koningschap goed maar eindigde bij een duivelsdienaar.

Daardoor nam God hem het koningschap af. David werd koning, maar ook hij viel in de zonde, en

werd gestraft. De pest kwam over zijn volk, en er zou voortdurend ruzie zijn in zijn familie. Toen

werd Salomo koning, Salomo werd gestraft voor het hebben van vele vrouwen, en het dienen van

hun goden. Salomo ’s straf was dat het rijk uiteen zou vallen in het twee- en tienstammenrijk. Dit

gebeurde echter niet tijdens zijn leven, maar tijdens de regering van zijn

zoon: Rehabeam. Rehabeam hield het tweestammenrijk over, en Jerobeam kreeg het

tienstammenrijk. Dit was een belangrijke slag voor de duivel, want Jerobeam verliet de dienst des

Heeren. En liet gouden kalveren bouwen in Dan en Bethel.

O In de hele geschiedenis van het tienstammenrijk, bestaande uit 20 koningen, is niet een

godvrezende koning geweest. Via Izebel, Achabs vrouw, kwam de baälsdienst in Israël. En

ondanks de waarschuwingen van de profeten Elia en Eliza, won de Kanaänitische baälgodsdienst,

het van de Israëlische godsdienst. Toen kwam de straf op de zonde, en toen God Zijn volk niet

langer beschermde tegen de vijanden greep de duivel zijn kans. De tien stammen

van Israel werden weggevoerd naar Assyrië. Van een terugkeer in Israël lezen we in de Bijbel niet.

O In het tweestammenrijk ging het ‘iets’ beter. Hier kwamen ook soms godvrezende koningen aan

de macht, al lag de nadruk op slechte koningen. Enkele godvrezende koningen

zijn: Uzzia, Jotham, Hizkia, Manasse en Josia. Echter na de regering van de laatste godvrezende

koning, Josia, wordt ook het tweestammenrijk weggevoerd, zij naar Babel. Dit gebeurde in 586 in

vanaf dan lijkt het ook voorbij met de relatie tussen God en Zijn volk. En de belofte van de komst

van de Zaligmaker lijkt dus ook te zijn gestrand. Maar wat God belooft doet Hij, want na 70 jaar

mocht het volk terugkeren naar hun vaderland. De eerste groep gaat met Zerubabel en de
profeet Ezra, zij beginnen Jeruzalem en de tempel op te bouwen. Maar door een valse

beschuldiging van de Samaritanen komt de bouw stil te liggen. Nehemia, een schenker aan

het Perzische hof, krijgt van de koning toestemming om de herbouw verder op zich te nemen

O Maar de duivel is nog niet klaar, want hij ziet dat God Zijn volk trouw blijft. Hiervoor gebruikt hij

de Amelekiet Haman, die een diepgewortelde haat in zijn hart heeft tegen de Joden.

Omdat Mordechai de Jood niet voor hem wil buigen laat Haman een galg voor hem bouwen. Ook

weet Haman het voor elkaar te krijgen, een wet te creëren om het hele volk uit te roeien. Maar

weer blijkt Gods besturing, koning Ahosveros trouwt met de Jodin Esther. Als koning Ahosveros er

via haar achter komt wat de wet inhoudt laat hij een wet maken dat het Joodse volk zich mag

verdedigen, en zelfs staatsbescherming krijgt van de koning.

O Maar waarom wilde de duivel dit perse? Hij wilde niet dat de Zoon van God op aarde geboren zou

worden. Hij wilde dat God van zijn verlossingsplan af zou zien, maar hij vergiste zich in de trouw

van God aan Zijn volk. Maar het verbond is niet op menselijke voorwaarden gegrond, het was een

verbond tussen de Vader en de Zoon. De satan moest het uiteindelijk verliezen, want Christus is

gekomen.
Hoofdstuk 4: Boeken vol wijsheid en poëzie (zonder oranje vakken)

O Hiervoor hebben we stilgestaan bij de historische boeken van het O.T. Het ging over de algemene

wereldgeschiedenis en de heel bijzondere geschiedenis namelijk de heilsgeschiedenis. God

toonde namelijk Zijn liefde en macht aan Israël. Hij bevrijdde het uit Egypte en bracht het naar

het beloofde land en bleef hen trouw verzorgen hoeveel ze ook zondigden. Ook naar de

wegvoeringen, naar Assyrië(tienstammenrijk) en Babel(tweestammenrijk) bleef God trouw aan

Zijn belofte en verbond. Israël was een zingend volk, ze zongen tot eer van God. Over Zijn daden

en over hoe goed Hij is. Dit begon al nadat ze ontsnapt waren en alle Egyptenaren dood waren

gegaan door de zee

O Alle 150 psalmen ontstonden in de loop van de geschiedenis van Israël als Gods uitverkoren volk.

We horen hoe God als Heilige en Zijn volk als schuldige door Gods genade en liefde toch weer bij

elkaar komen. Het boek van de psalmen geeft weer hoe het uitverkoren volk zich tot haar heilige

en genade God heeft mogen richten. Het zijn naast de creatieve uitdrukkingen van het volk

geïnspireerde woorden die de Heilige Geest dit vol gaf. Het boek is geliefd onder christenen >

jongeren leren meer over Wie God is en wie Hij wil zijn.

O Er bestaan veel verschillende psalmen. Er zijn dankliederen (psalm 18) en klaagliederen (psalm

28) maar ook lofliederen (psalm 150) en wijsheidsliederen (psalm 1). Er zijn daarnaast ook

psalmen van vertrouwen (psalm 11,121) en herinnering (psalm 78,105) en koningspsalmen

(psalm 72)

O We zingen dus niet alleen als we blij zijn maar ook als we bijv. bedroefd zijn. Zo is het leven, ook

met de Heere. Er zijn goede en kwade dagen. De Prediker is onder de indruk van de grote

verschillen die er zijn. Ook Job weet van die diepgang. Dit boek behoort tot de poëtische

geschriften, dit boek is misschien wel het oudste boek van de Bijbel. Job werd op de proef gesteld

en zijn geloof ook. Alles werd hem afgenomen maar hij zei de Heere niet vaarwel. Hij bleef

volhouden en uiteindelijk kreeg hij alles terug. Het boek staat ook wel bekend als wijsheidsboek.

Wij zijn niet bestand tegen de duivel en zulke machten. Maar toch is God veel groter. Hij kan ons

het leven en vrede geven.

O Wijsheid vinden we ook in de boeken van Salomo, we denken dan aan de Spreuken maar deze

zijn niet allemaal door hem geschreven. Ze zijn aan hem toegeschreven, opgedragen of door

wijze mannen in zijn dienst gemaakt omdat Salomo de wijste mens ooit was. Dit is door God
gegeven. De Spreuken wijzen op de zegen van een leven dat aan de Heere is toegewijd. Ze

waarschuwen tegen dwaasheid, boosheid, opstand en kwaad. De spreuken zijn te vergelijken met

Prediker, in dit boek worden jonge mensen gewezen op het voorbijgaande karakter dat de wereld

te bieden heeft. Te midden van al die deprimerende oproepen, wekt Salomo jongeren en

ouderen op hun schepper te zoeken. God is eeuwig, wanneer we Hem vrezen verbinden we ons

aan de Eeuwige.

O De liefde komt in deze wijsheidsboeken minder naar voren maar in Hooglied komt deze sterk

naar voren. Salomo is de fout in gegaan met al zijn vrouwen maar uit Hooglied blijkt dat er een

vrouw was waarvan hij toch het meest heeft gehouden, een Sulamitische. Het Hooglied is een

lofdicht op de liefde van de koning voor haar. De 2 spreken telkens met elkaar. Om Hooglied te

volgen is het van belang te snappen wie er aan het woord is.

O In Hooglied kom je veel te weten over de liefde tussen man en vrouw, het geestelijk tot elkaar

komen maar ook de lichamelijke kant krijgt een plaats. Het gaat om de schoonheid van het

lichaam en de omgang met elkaar. Als we goed doorlezen in de teksten in Hooglied zien we niet

alleen de liefde voor zijn vrouw maar gaat het ook om de liefde van Christus tot Zijn kerk, de

gemeente, Zijn bruid. De liefde van God in Christus tot Zijn Kerk is de bron van de onderlinge

menselijke liefde die het voortbestaan van het aardse leven nog mogelijk maakt. Zonder dit was

het allemaal allang opgehouden. Hoe sterk Zijn liefde is wordt duidelijk gemaakt in Hooglied.

Salomo wordt verliefd op een arm en donker plattelandsmeisje. Jezus wil ook trouwen met een

onwaardige en zondige bruid, met Zijn gemeente die hij voorbereidt voor Zijn dag.

O Het Hooglied heeft een diepe Messiaanse boodschap. Zoals het volk van God de drager was van

het zaad van de belofte van de komende Redder en Zaligmaker, zo dragen ook de boeken van dit

volk de belofte van de Messias in zich. Juist ook de poëtische boeken vol wijsheid en poëzie die

weergeven hoe het volk zich uitdrukte tegenover God.

O David en Salomo waren elk typen van Christus. In hun leven wezen bepaalde dingen al op

Christus zoals de grote Davidszoon en de Vredevorst. Heen wijzingen naar de komende Messias

zijn er dus al wel maar we moeten goed lezen. In verschillende psalmen staat er iets over Christus

zoals in psalm 40:8 bijvoorbeeld: Zie, Ik kom; in de rol des boeks is van Mij geschreven? Zonder

Christus kunnen we deze psalmen niet uitleggen. Omdat het Messiaanse psalmen zijn, vol van de

beloofde Gezalfde. Daarbij komen nog profetieën die rondom Christus letterlijk in vervulling zijn

gegaan
H 5- de profeten

O John is een paragnost, hij kan dingen voorspellen(bijv. via een droom). Maar is dat hetzelfde als

een profeet?

O Oude testament voor grootste gedeelte geschreven door profeten. Na Hoogliederen komen de

profetenboeken: de Newie ‘iem, zoals de Joden het noemen.

O Ook in het boek Koningen komen profeten voor die geen eigen boek hebben, denk aan Elia, Eliza

en Nathan. In Israël bestonden zelfs profetenscholen. Er zijn ook vrouwelijke profeten in het Oude

Testament: profetessen.

O Wat is een profeet: - iemand die namens een godheid boodschappen doorgeeft aan de mensheid.

- daarbij is diegene soms in staat de toekomst te voorspellen.

O Het Jodendom staat bekend om zijn profeten. Via deze weg had God contact met Zijn volk,

destijds hadden ze namelijk nog geen Bijbel. De profeten waren door God zelf uitgekozen en

aangesteld.

O Er waren ook valse profeten, zij hadden alleen goed nieuws te brengen. Je kan hen herkennen.

Namelijk dat hun boodschappen nooit waarkomen, ook al spreken ze ‘namens God’

O Een paragnost is ook niet hetzelfde als profetie. Ze hebben wel vage ideeën en belevingen, maar

ze voorspellen nooit iets zó exact dat de wereld er ook echt iets aan heeft. Dit is bij profetie wel

zo. Al is dit niet het doel, het doel is een boodschap van God door te geven.

O Eerste 5 profeten boeken zijn de ‘grote’ profeten omdat ze uitgebreider zijn. Dus niet omdat ze

meer waard zijn dan de ‘kleine’ profeten, ze zijn allemaal ware profeten. De profeten hadden

vaak geen groot, gelovig publiek. Er waren maar weinigen die de woorden geloofden, zien we bij

Jesaja. Jesaja was een nette man en sprak niet luid. Hij vond het uiterlijke

Christendom(tempeldienst) zonder berouw en bekering maar niks en waarschuwde hier ook voor.

Het ging hem om de inhoud. Liefde en recht is waar de godsdienst echt om draait. Pas als de

mensen berouw hebben kan Jesaja zijn werkelijke boodschap kwijt.

O Het bloed van de offers verwees alleen maar naar Jezus, ze konden niet de zonden wegnemen.

Jesaja noemde Hem de Knecht des Heeren. Zoals Kores (Perzische leider) de sleutel was naar

aardse bevrijding, zo zou zijn Opvolger de sleutel zijn naar eeuwige verlossing. Sommige

profetieën kennen dubbele vervullingen: eerder in Kores, later –veel dieper en versterkender- in

Christus.
O Soms trekken profetieën de toekomst ook samen. Bijvoorbeeld dat Christus’ eerste komst met

Zijn tweede in 1 profetie worden samengetrokken.

O Jesaja vertelt duidelijker dan wie dan ook hoe Jezus zal moeten lijden. Door Jesaja 53 kan je diep

onder de indruk raken van de diepte van Zijn lijden en de letterlijke vervulling van de profetie.

O In de tijd van Jeremia(100 jaar na Jesaja) lag Jeruzalem helemaal in puin, Jesaja’s beloften leken

geen doel te treffen.

O Jeremia zou eigenlijk priester moeten worden, maar de Heere had hem op jonge leeftijd tot het

profeetschap geroepen. Valse priesters hadden hem landverrader genoemd. Jeremia werd zo

depressief van hen, dat hij zijn eigen geboortedag vervloekte. Toch gaat de klaagzang van Jeremia

in dankbaarheid, hij weet zeker dat God nog niet klaar is.

O Jeremia koopt symbolisch een stukje van het beloofde land om aan te geven dat er toch nog hoop

is.

O Het volk Israël is nu in Babel waar ze treuren om de stad van David en de tempel. God wil hen

hoop geven door Ezechiël, hij wordt geroepen door God om de Profeet van de ballingschap te

zijn. Hij mag het volk wijzen op eigen schuld, maar ook wijzen op de trouw van God door alles

heen.

O Ook Daniël is een profeet uit de ballingschap. De Heere maakte hem ook medeheerser van het

rijk. Daniël voorspelt verschillende rijken. Uiteindelijk het rijk van Vorst Messias. Dat rijk zal alle

aardse rijken doen eindigen. Het lijkt soms of Jezus het gezegd zou kunnen hebben, maar Hij was

er pas na ongeveer 400 jaar


Hoofdstuk 6: De kleine profeten - Hosea – Amos – Obadja – Jona – Nahum

O We zijn aangekomen bij de 12 kleine profeten. Die verdelen we in 2 groepen. De eerste groep zijn

de eerste 6 Bijbelboeken en de tweede groep de overige 6 Bijbelboeken. De eerste groep zijn de

profeten die hebben gesproken tot het tienstammenrijk en de heidenvolken.

- Noordelijke rijk: Israël


- Zuidelijk rijk: Juda

O Israël was weggevoerd onder koning Jerobeam. Het volk onderscheidde zich bijna niet meer van

de andere heidenvolken. De profeten spreken tegen dit volk erg kritisch. Israël had God zwaar

beledigd en er waren geen Godvrezende koningen, daarom waren de preken van de profeten

altijd vol van dreigementen en onheilstijden.

O Een duidelijk voorbeeld is van Hosea, hij krijgt een opdracht van de Heere om met een hoer te

trouwen en kinderen te krijgen. Hosea krijgt drie kinderen. Met de namen die de Heere aan die

kinderen geeft laat Hij duidelijk merken dat Israël ontrouw geworden is. Het heeft zich vermengt

met de heidenen en daarmee het verbond gebroken. De Heere laat Hosea niet voor niks met een

prostitué trouwen. Hij heeft hier Zijn bedoelingen mee. Ten eerste kan Hosea dan merken hoe

trouw God aan zijn volk is, ook al is het volk ontrouw. Daarnaast zal Hosea de oordeelsdreigingen

dan met extra overtuiging door kunnen geven aan het volk.

O In het Tienstammenrijk ging het goed. De mensen hadden genoeg geld, maar ze leefden niet

dicht bij de Heere en hielpen de armen niet. Amos is de profeet die dit sociale onrecht in Gods

Naam aan het licht stelt.

O Jona, Nahum en Obadja profeteren vooral tegen de heidenvolken. Eerst komt Jona, als het rijk

van Assyrië steeds machtiger begint te worden. Jona moet gaan preken in Ninevé, maar hij gaat

niet. Jona had liever gehad dat Ninevé ten onder ging aan de toorn van God. Dan zou gelijk de

dreiging voor het volk Israël weg zijn. Door de val van Ninevé werd de profetie van Nahum

vervuld. En het kwaad dat Jona vreesde was al geschied. De Assyriërs hadden het volk Israël

overwonnen en in gevangenschap weggevoerd

Obadja is de kleinste profeet van de kleine profeten. Er is maar één hoofdstuk over hem in de

Bijbel, daarom weten we weinig over hem. We weten wel dat zijn profetieën gericht zijn tegen

Edom. Edom was het broedervolk van Israël, dat volk is voortgekomen uit Ezau.

O De kleine profeten worden vaak vergeten. We lezen ze weinig omdat ze geen teksten van hoop

en verlossing bevatten. Toch is dat juist iets waar we ons voor open moeten stellen. Dat is de
waarheid, als je de Heere niet dient! Hier wordt ook duidelijk dat de Heere niet altijd de zonde

vergeeft. Alleen wanneer er sprake is van oprecht berouw en blijvende bekering dan vergeeft God

de zonde. En alleen om Jezus wil, buiten Christus is God een verterend vuur. Mooie Messias

beloften kom je niet tegen in deze kleine profeten over het tienstammenrijk. Er lijkt geen hoop te

zijn, maar toch is er een klein beetje hoop, een laatste strohalm die God aanbiedt.

O Veel dreiging en oordeel dragen deze profeten uit, maar uiteindelijk gloort er toch hoop. Omdat

God doorgaat. Omdat uit Juda de verlosser geboren zal worden. In Zijn Naam zullen bekering en

vergeving van zonden worden gepredikt. Aan alle volken!


hoofdstuk 7 – kleine profeten (II)

O In de laatste hoofdstukken van het OT komen zeven ‘evangelieboden’ aan bod. Deze profeten

(Joël, Micha, Habakuk, Zefanja, Haggaï, Zacharia en Maleachi) spreken ook wel over oordeel,

maar ook altijd over de komst van Christus. Al deze profeten zijn ook naar het tweestammenrijk

gestuurd.

O Deze profeten hadden geen voor het tienstammenrijk, die zich los hadden

gescheurd van het tweestammenrijk, Jeruzalem, de tempel en daarmee de dienst van God.

O Juda kreeg meer profeten dan Israël.

O De moeilijkste tijd was de Babylonische ballingschap, waar beide landen voor altijd ten onder

leken te gaan. Voor de ballingschap waren Joël, Micha, Habakuk en Zefanja actief, na de

ballinschap Haggaï, Zacharia en Maleachi. Tijdens de ballingschap spraken Ezechiël en Daniël

tegen de ballingen.

O tussen de twee testamenten in:

- 400 jaar stilte


- Het is afwachten, of beter gezegd verwachten. De tijd van vervulling komt eraan
- Uit apocriefe boeken (boeken die niet geïnspireerd zijn door de heilige geest) weten we dat
er op politiek gebied veel gebeurd is. Zo is Israel nog een tijd bezet geweest door de Grieken
en daar hebben ze onder geleden, daarna werden ze bezet door romeinen.

O drie grote feesten van het joodse volk:

1. Pascha. Jaarlijkse herdenking van de uittocht uit Egypte. Pasen betekent voorbijgang. Word
gevierd door eten van ongezuurde broden
2. Pinkster- of wekenfeest. Oogfeest dat vijftig dagen a het paasfeest wordt gehouden. De
eerste oogst van de zomer werd aan de Heere geofferd. Tegelijk word de wetgeving op de
Sinaï herdacht.
3. Loofhuttenfeest. Zeven dagen lang leefden Joodse families in tenten om terug te denken aan
de lange woestijnreis naar het beloofde land.

O Namen van God in het OT & namen van de Messias:

- Adonai – Heere, God als Eigenaar van al het geschapene


- Elohim – almachtige Schepper
- El Schaddai – almachtige, algenoegzam God
- Jehova – de groge Ik-ben, God van het verbond, HEERE
- Jehova-Jireh – de HEERE Die het voorziet
- Jehova-Nissi – de HEERE is mijn Banier
- Jehova-Zebaoth – de HEERE der heirscharen
- Jehova-Shalom – de HEERE God van de vrede
- Immanuël (God met ons), Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der Eeuwigheid, Vredevorst,
Herder van
- Israël, Heerser van Israël, Rechter van Israël, Lam van God, Knecht des Heeren.

De andere profeten mochten in


meer detail vertellen hoe de
belofte zou worden vervuld.
Micha
voorspelt waar de Heere Jezus
geboren zal worden en dat Hij zal
lijden. Hier spreekt ook Zacharia
van. Zijn volgelingen zouden dan
verstrooid worden, maar de
HEERE zou met hen zijn. Ze
zullen
apostelen worden. Ook spreekt
Zacharia over de prijs die voor
Jezus betaalt zou worden: 30
zilverlingen. Ook over Jezus
intocht in Jeruzalem op een
ezelsveulen spreekt hij Maleachi
vertelt
in het laatste hoofdstuk van het
OT dat Jezus een ‘Zon der
gerechtigheid’ zal zijn, voor
iedereen
die in hem zal geloven, maar wie
niet in hem gelooft voorspelt
Maleachi een vlammend oordeel.
Ook voorspelt hij de komst van
Johannes de doper, die hij Elia
noemt.
o Steeds meer wordt het
heilsplan duidelijk.
o Haggaï voorspelt dat de
tweede tempel heerlijker zal zijn
dan de eerst, omdat Jezus er zal
zijn.
Joël voorspelt iets over de
pinksterdag. Zonder tussenpauze
gaat hij daarna door naar de
oordeelsdag. Dit maakt het voor
ons soms moeilijk te begrijpen,
heeft hij het over pinksteren of
over de tijd vlak voor de
oordeelsdag? Dit gebeurt bij de
profeten in het OT wel vaker. Dit
komt
omdat de profeten niet goed
konden zien dat Jezus twee keer
zou komen: als Redder en als
Rechter, dat ligt aan het
perspectief. Vergelijk het met
twee Bijbels voor je houden, 1
vlak voor je,
de ander op een meter afstand. De
eerste zie je, de tweede niet of
minder goed.
O De andere profeten mochten in meer detail vertellen hoe de belofte zou worden vervuld. Micha

voorspelt waar de Heere Jezus geboren zal worden en dat Hij zal lijden. Hier spreekt ook Zacharia

van. Zijn volgelingen zouden dan verstrooid worden, maar de HEERE zou met hen zijn. Ze zullen

apostelen worden. Ook spreekt Zacharia over de prijs die voor Jezus betaalt zou worden: 30

zilverlingen. Ook over Jezus intocht in Jeruzalem op een ezelsveulen spreekt hij Maleachi vertelt

in het laatste hoofdstuk van het OT dat Jezus een ‘Zon der gerechtigheid’ zal zijn, voor iedereen

die in hem zal geloven, maar wie niet in hem gelooft voorspelt Maleachi een vlammend oordeel.

Ook voorspelt hij de komst van Johannes de doper, die hij Elia noemt.

O Steeds meer wordt het heilsplan duidelijk.

O Haggaï voorspelt dat de tweede tempel heerlijker zal zijn dan de eerst, omdat Jezus er zal zijn.

Joël voorspelt iets over de pinksterdag. Zonder tussenpauze gaat hij daarna door naar de

oordeelsdag. Dit maakt het voor ons soms moeilijk te begrijpen, heeft hij het over Pinksteren of

over de tijd vlak voor de oordeelsdag? Dit gebeurt bij de profeten in het OT wel vaker. Dit komt

omdat de profeten niet goed konden zien dat Jezus twee keer zou komen: als Redder en als

Rechter, dat ligt aan het perspectief. Vergelijk het met twee Bijbels voor je houden, 1 vlak voor je,

de ander op een meter afstand. De eerste zie je, de tweede niet of minder goed.

De profeten wisten niet alles. Ons perspectief is anders. Wij hebben het OT en het NT.

O Profeteren betekent in de Bijbel veel meer dan de toekomst voorspellen. Het is in de eerste plaats

Gods woord doorgeven en uitleggen. Daarin laat God zien wat er in de toekomst zal gebeuren.

Dat staat op de tweede plaats. Dit kun je zien in de nachtgezichten van Zacharia. Die laten geen

duidelijk beeld van de toekomst zien, maar gaan vooral over de trouwe zorg van de HEERE.

O De profeten brengen een boodschap van heil, maar dat heil is alleen voor Gods ware kinderen.

Het is een rijke boodschap, niet voor iedereen, maar wel voor ‘de overgeblevenen van Israël’
Hoofdstuk 8 - Het evangelie en de kerk (Matth. t/m Hand.)

O Begin NT gaat het over heilsfeiten. De Messiasbeloften worden vervuld. Heere Jezus = Christus,

betekent Gezalfde. Gezalfd door de Vader, afgezonderd en uitgezonden om Verlosser te zijn.

O Ieder kerkelijk jaar: gedenken v/d heilsfeiten. De heilsfeiten zijn echt waar en móesten zo

gebeuren, omdat er anders geen redding mogelijk was voor zondaren (veel uitleg in Catechismus

hierover).

O Beloften OT + vervulling NT -> het heilig Evangelie (=goede nieuws), met de Drie-enige God als

kern.

O Mattheus – Johannes: 4 getuigenissen van de heilsfeiten. Er is dus 1 Evangelie, al wordt het in de

Bijbel verteld door vier evangelisten.

O Eerst: 3 synoptische evangeliebeschrijvingen (= verkorte weergave van Jezus’ leven) van

Mattheus, Markus, Lukas.

- Markus: rechterhand van Petrus. Vertelt ook het evangelie volgens Petrus’ beschrijven.
Focust op wonderen waarin Jezus meer is dan een Mens.
- Mattheus: ooggetuige van Zijn leven. Was tollenaar. Richt zich op de Joodse lezers. Veel
aandacht voor Jezus als Leraar.
- Lukas: onderzoeker, van beroep dokter. Gedetailleerde omschrijvingen, verhalen goed
nagegaan.
- Johannes: (behoort niet tot synoptische evangeliën) luisterde vooral naar de woorden die
Jezus sprak. Hier staan ook de 7 Ik-ben-teksten -> getal van de volheid. Ook schreef hij het
‘boek van de kerk’.

O Tijdens Jezus’ leven: meer wondertekenen dan ooit gebeurd. Wonderen waren ter bewijs dat Hij

de Messias was.

O Soms lijkt het alsof de boeken elkaar tegenspreken. Advies: raadpleeg Bijbelverklaringen die dit

uitleggen (bijv. boek ‘Synopsis’)

o Gelijkenissen en wonderen

- Gelijkenis: verhaal uit dagelijkse leven (niet perse waargebeurd) met een boodschap.
Hoofdstuk 9: Brieven van Paulus aan gemeenten

O Jonge christengemeenten in Klein-Azië

- Werden snel gesticht met weinig begeleiding, want zendelingen trokken al weer door naar
de volgende stad.
- Door gebrek aan kennis en ervaring ontstonden er wel allerlei problemen. Vandaar de serie
brieven van deze zelfde grote heidenapostel Paulus.
- Toch deed het Evangelie zijn kracht. Wordt duidelijk in de harten en leven van de mensen en
het voortbestaan van de gemeenten.

O Wat deze gemeenten hadden: in veel gevallen de eerste bezorgers van de blijde boodschap

-de bijzondere leiding van de Heilige Geest.

In de eerste algemene zendbrief van de apostel Johannes (1 Joh 2:20) lezen we: ‘’Doch gij
hebt de zalving van de heilige, ene gij weet alle dingen.’’

o De Heilige: de Heere Jezus, de Koning van Zijn Kerk


o Zijn zalving: De Heilige Geest. Die gaat uit van de Vader en van de Zoon om te
wonen in de harten van de uitverkorenen.

-De brieven die er binnenkwamen, geschreven door de apostelen.

Apostolisch vermaan: Aan de woorden van de apostelen werd groot gezag toegekend. Dat

komt o.a. door:

o In veel gevallen de eerste bezorgers van de blijde boodschap.


o Ze waren ooggetuigen van het leven van de Verlosser; Hem ontmoet en
gesproken.

O Vanaf het Bijbelboek Romeinen stuiten we dus op Apostolisch vermaan aan jonge

christengemeenten zonder veel kennis of ervaring, maar wel onder de leiding van de heilige

Geest

O Opbouw van de brieven:

- Aanhef: de naam van de afzender en daarna richt de apostel zich in dezelfde aanhef tot de
christenen in de gemeenten.
- Zegewensen. De christenen worden vaak aangesproken met heiligen. Heilig zijn de
christenen niet van zichzelf, maar voor God, gewassen in het bloed van Christus, vergeven
door de Vader.
- Midden: de brief wordt vaak geschreven door een secretaris
- slot: namen van afzonderlijke personen die Paulus laat groeten.
- Einde: een hartelijke zegenwens en het woordje ‘amen’.
O Christenen uit de vroege Kerk gebruikten de Ichthusvis als herkenning.

- Ichthus betekent in het Grieks ‘Vis’.


- Ichthus is een samentrekking van de Griekse beginletters van ‘Jezus Christus, Gods Zoon,
Verlosser:
 Iesous: Jezus
 Christos: Christus
 Theou: Gods
 Uios: Zoon
 Soter: Verlosser

O De brief van Paulus aan Galaten is het meest kritisch:

- Daar zijn valse broeders de gemeente binnengeslopen, met oude joodse wetten.
 Alleen door christus gehoorzaamheid en offer wordt een zondig mens gerechtvaardigd,
volkomen vergeven door God. En alleen dat is waarlijk vrij zijn.
 Ook in de brief aan de Romeinen strijdt Paulus voor deze zaken.

O Juaïsten: De zaligheid aan het navolgen van wetten en regels verbinden.

O In Korinthe was verdeeldheid:

 Allemaal groepjes die iemand anders aanhingen


 Allerlei geestesgaven die leidden tot wanorde in de kerkdiensten.

O De brieven aan de Thessalonicenzen:

- Liefdevol, niet wanhopen, maar verwachtend leven.

O Kolossenzen:

- Paulus roept op trouw te blijven

O Filippenzen

- Meest blijde epistel: Paulus dankt voor de liefde, de standvastigheid en de eensgezindheid in


deze christengemeente.
- Schrijft deze brief als gevangene

O Gevangenisbrieven: Fillippenzen, efeze, Kolossenzen, 2 Timotheüs en Filemon.


Hoofdstuk 10: Brieven van Paulus aan personen

O Saulus en John Newton waren beide mannen die mensen vervolgden. Ook werden zij beiden

door de Heere Jezus stilgezet. Ze waren beide niet getrouwd, maar waren wel familiemannen.

Voor hun geestelijke kinderen hebben ze veel betekend. De brieven die geschreven zijn door

beide mannen zijn bedoeld voor een breder publiek.

O Paulus eerste brief aan een individueel persoon is aan zijn geestelijke zoon Timotheüs. Zijn

moeder en oma zijn waarschijnlijk het middel geweest voor de bekering. Maar voornamelijk

Paulus heeft hem onderwezen. Tijdens de derde zendingsreis geeft hij Timotheüs de opdracht om

in Deze te blijven en leiding te geven. Er heerste daar een haat naar christenen.

O In een tweede brief verteld Paulus dat hij in Rome in de gevangenis zit. Hij roept nogmaals op om

te volharden in het geloof en hij hoopt dat Timotheus hem op komt zoeken.

O In de eerste brief aan Timotheus roept Paulus op om de goede strijd van het geloof te strijden. In

de tweede brief stelt Paulus zichzelf als voorbeeld. Paulus bemoedigd dus zijn geestelijke zonen

waaronder Timotheus, maar ook Titus. Hij kwam uit de landstreek Galatië. Waarschijnlijk is dat

ook de landstreek van Timotheus. Titus was een echt christen uit de heidenen. Zijn familie was

niet joods.

O Titus krijgt van Paulus tijdens de reis steeds meer verantwoordelijkheid. Zo moest hij in Korinthe

geld inzamelen voor de christenen in Jeruzalem. Later wordt hij naar Dalmatië gestuurd en

daarna naar Kreta. Daar moest hij de ouderlingen aanstellen en toerusten.

O Rond het jaar 64 krijgt Titus van Paulus een brief op Kreta. Daarin krijgt hij de raad om in de vorm

van voorschriften over hoe mannen en vrouwen zich in de gemeente en onderling moeten

opstellen. Paulus hoopt dat Titus aan de eendrachtigheid kan werken. Paulus maakt wel duidelijk

dat je niet door goede werken de genade kan verdienen, maar dat het wel een vrucht kan zijn.

O De brief aan Filemon is de oudste individuele brief. Deze is ook gericht aan Appia en Archippus.

De slaaf Onesimus steelt en gaat er vandoor. Hij komt bij Paulus terecht. Paulus wordt het middel

van bekering. Paulus schrijft Filemon om hem te bewegen tot vergeving.

O Christocentrisch: Christus in het middelpunt. We lezen in de brieven over warme relaties die

uiteindelijk maar om één Iemand draaien.


Hoofdstuk 11: Brieven aan Joodse Christenen

O De Joodse volgelingen van Christus waren na zijn hemelvaart met een kleine groep. Ze hadden

het erg moeilijk, omdat ze aan de ene kant hun eigen volksgenoten hadden die niets van Jezus

moesten hebben, terwijl aan de andere kant juist de heidense christenen waren, die (zo leek het

vaak) weinig ontzag hadden voor de wet van Mozes.

O De brief aan de Hebreeën is specifiek aan de Israëlieten geschreven, evenals het Bijbelboek

Jakobus en ook andere gedeelten uit verschillende Bijbelboeken. Rom. 9-11

O Paulus zegt in Rom. 9 dat hij erg verdrietig is over het ongeloof in Israël: ze erkennen de Messias

niet. Maar door dit ongeloof kon het evangelie wel naar de heidenen, dat was Gods plan. Toch zal

er ook barmhartigheid komen voor Israël, ze blijven het verbondsvolk. Rom. 11 eindigt daarom in

een lofzang.

O Jakobus is waarschijnlijk een halfbroer geweest van de Heere Jezus en de leider van de

christengemeente in Jeruzalem. Hij erkende pas na de opstanding Jezus als de Messias. Toen

noemde hij zichzelf in zijn Bijbelboek geen broer meer, maar nederig: dienstknecht.

O Waarschijnlijk heeft Paulus de Hebreeënbrief geschreven, maar dat is niet helemaal duidelijk.

Hebreeën is met een zeer goddelijke stijl geschreven. Het begint al met God…. Er word in vertelt

wie Jezus is, hoeveel meer Hij is dan de profeten, engelen e.a.

o Juist als de tempel is verwoest. De Joden zijn verstrooid, lees je in Hebreeën dat de troon niet is

omgevallen. Jezus is juist de grote Ambtsdrager. Hij is geen vervanging, maar vervulling.

O Marcion erkende heel het oude testament niet meer. Gelukkig gaat het boek Hebreeën daar

lijnrecht tegenin. Christus vervuld het oude testament

o Er is wel een verandering opgetreden na Christus sterven. Der verandering in de bedeling: De

nationale bedeling is overgegaan in een internationale bedeling: Niet meer alleen de Joden, maar

ook de heidenen.

O De tempeldienst en priesters zijn niet meer nodig. Christus heeft het offer immers volbracht.

O De oudtestamentische geloofshelden hebben Gods belofte geloofd, maar niet gezien. De Joodse

gelovigen mogen op Christus zien als de vervulling van de beloften.

O We hebben het wáre geloof nodig zegt Jakobus. Alleen dat geloof maakt zalig. Paulus en Jakobus

benadrukken allebei dat we alleen door het geloof zalig kunnen worden, maar dan krijgen we ook

de wet lief. En schuiven we niet net als de antinomiaanse christenen de wet aan de kant. Paulus

legt wel meer de nadruk op dat we door goede werken niet zalig kunnen worden, terwijl Jakobus
juist ook zegt dat we als we zalig worden, ook door de liefde goede werken zullen gaan doen,

maar het gaat hen beiden om Christus.

O Luther had meer op met Paulus dan met Jakobus, maar hij had ook Paulus geschreven brieven

nodig om te bewijzen tegen de Roomse kerk dat goede werken niet zaligmakend zijn. Ook

benadrukte Luther dat Jezus bijna niet voorkwam in het Bijbelboek Jakobus
Hoofdstuk 12. Algemene zendbrieven

1 Petrus – 2 Petrus – 1 Johannes – 2 Johannes – 3 Johannes – Judas

O Algemene zendbrieven: Briefen die geschreven zijn aan alle christenen van alle plaatsen en

gemeenten.

O Belangrijke zaken in de laatste zes apostolische brieven (testament):

1. Christelijke leer, de geloofsleer, wordt verdedigd tegen de valse leer (ketterij).

2. Christenen worden opgeroepen een heilig leven te leiden en zo een goed getuigenis in de
wereld te geven .

3. De ouder wordende apostelen benadrukken dat de christenen elkaar lief moeten hebben
en eensgezind moeten zijn.

1. De zuivere leer

- Geloofsleer/ doctrine: datgene wat de apostelen in navolging van de Heere Jezus hebben

geleerd en uitgedragen. Kortom: ‘Christus is Heer!’

- Valse leraren en spotters: zij belijden niet dat Christus Heer en Meester is. Ze geven toe aan

hun vleselijke lusten, hun neiging tot de zonde. Dat praten ze goed met een beroep op Gods

genade. ‘Als God toch genadig is, nou, dan kan deze en die zonde er ook nog wel bij!’

- De heilige drie-eenheid: deel van de geloofsleer. In de eerste brief van Johannes waren er al

mensen die zeiden dat Christus geen God was. Later werd dit alleen maar erger, terwijl

Johannes het duidelijk heeft uitgelegd ( Jezus is God, De Heilige Geest is God en samen met

de Vader zijn zij de enige God).

2. Oproep voor een heilig leven

Wie zuiver in de leer wil zijn en blijven, zal ook een heilig leven moeten zoeken. Leer en leven

moeten in overeenstemming zijn. Dan is er vrede, geestelijk welzijn en geeft het rust.

3. Lief en eensgezind zijn

Liefde en eendracht zijn aan het vorige onlosmakelijk verbonden. Wie zuiver in de leer is en

uiterlijk een keurig leven leidt, kan diep in zijn hart nog haar of wrok koesteren. Dit maakt alles

kapot wat die heeft opgebouwd.

O Leer, leven en liefde (anders geformuleerd: kennis, heiligheid en liefde) horen bij elkaar. Je hebt

heel de erfenis (dus alle drie de elementen) als christen nodig. In Christus komt alles samen. Hij

heeft alles wat ons ontbreekt. Kennis, heiligheid, gerechtigheid en liefde.


Hoofdstuk 13: De Apocalyps

O Openbaring is het enige profetisch boek in de bijbel. Een profetisch boek wil zeggen dat het een

boek is waar het gaat over de dingen die nog gebeuren moeten. Openbaring 2 en 3 worden ook

wel de brieven van Christus genoemd.

O Openbaring is een boek wat dingen in het dagelijks leven opheldert. Het is geen tl-verlichting,

want het laat niet alles in één keer zien, maar wel genoeg om gerust te stelen.

O Openbaring is een boek ter opscherping en ter bemoediging. Eerst in de vorm van brieven,

daarna in de vorm van visioenen.

O In openbaring zijn de getallen symbolisch. Het staat ergens symbool voor, bijv. zeven staat voor

de volheid, je hebt ook duizend, dat staat voor een hele lange tijd.

O In openbaring 20 gaat het over een duizendjarig rijk. Daar is veel onduidelijkheid over. Vele

mensen denken dat het de periode is die nog aan moet breken, de mensen die dat denken

noemen ze chiliasten. Daarin heb je twee verschillende visies. Je hebt mensen die denken dat

Christus eerst terugkomt en dat er daarna nog een duizendjarig rijk is op de aarde, die stroming

noem je het pre-chiliasme. En je hebt mensen die denken dat Christus aan het einde van het

duizendjarig rijk terug zal komen. Die stroming noem je het post-chiliasme. De meeste

gereformeerde bijbeluitleggers zeggen het duizendjarig rijk al is aangebroken.

O Eschatologie, zo noemen theologen de leer van de laatste dingen van deze wereld.

O In openbaring gaat het ook over de antichrist, niemand weet zeker wie daarmee bedoeld wordt.

De mannen van de reformatie dachten dat de paus van Rome de antichrist is, maar dat is vandaag

de dag niet zeker.

You might also like