Professional Documents
Culture Documents
DOOR
ALB. C. KRUYT.
Tememeno. Aan het hoofd van goden en geesten sta a t Tem em eno.
Ik ben te w einig in de taal thuis om een onderstelling te w agen om trent
de beteekenis van dezen naam . W anneer we willen nagaan w at men
oorspronkelijk van Tem em eno heeft gedacht, m oeten wij m et ons
onderzoek beginnen in het W esten van den Archipel. De bevolking
van deze eilandengroep kan men in twee deelen verdeelen, die in
zeden en gew oonten weinig, en in taal alleen dialektisch verschillen.
H et deel dat de O osthelft van Peling en de eilanden B anggai en
Labobo bewoont, noem t zich m ian (= m e n sch e n ) B anggai; het deel
d at W est Peling en het eiland B angkoelang to t w oonplaats heeft,
d raa g t den naam van m ian Sea-sea. De eersten zijn voor een deel
M oham m edaan gew orden, en van hen, die niet tot den Islam zijn over
gegaan, zijn de godsdienstige voorstellingen toch sterk door dezen
godsdienst beïnvloed. De m ian S ea-sea zijn voor het grootste deel tot
op de kom st van het G ouvernem ent vrij gebleven van vreem de
invloeden.
De m ian Sea-sea van Boeko dan vertellen, dat Tem em eno de
naam is van een echtpaar, Lalaki m otoea „de oude m an” , die uit den
hemel op den heiligen berg Tokolong is neergedaald, en Boloki
DE PILOGOT DER BANGGAIERS EN HUN PRIESTERS. 115
m otoea.1) „de oude vrouw ”, die uit de aarde oprees. Tem em eno woont
nu op den T okolong; daarom is men bevreesd voor dezen berg, en
m en durft er niet te jagen. V an hier uit schiep hij (ik spreek in het
m annelijke van dit dubbelwezen) twee m enschen, e e rst een vrouw,
Piandili „w at tot voorbeeld, model, dient”, en toen een man, P inalada
„die m et verf bestreken is”. Tem em eno deed het eiland Peling uit de
w ereldzee verrijzen, en d aarn a schiep hij ook de andere eilanden.
Tem em eno stra ft voor vergrijpen tegen de a d a t; dan m aakt hij de
m enschen ziek. Als m en in nood verkeert, vooral op zee, roept men
Tem em eno aan, en v ra a g t hem om uitkom st. Hij m anifesteert zich een
enkele m aal in een priester, m aar het zijn alleen talapoe babasal
„groote p riesters” wien hij deze eer w aardig keurt, m enschen, die een
naar de opvatting der B anggaiers zuiver leven leiden, en hun m ede-
m enschen geen klwaad doen. Als m en onderstelt, dat Tem em eno
iem and ziek gem aakt heeft, doet m en een belofte (bapoesi): „O
Tem em eno, als N.N. b eter w ordt, zal ik een hoen voor U slachten”.
Ook in Kindandal op het schiereiland Liang zegt men, dat er 2
Tem em eno zijn: de vrouw verblijft in de aarde, de m an boven de aarde.
De m enschen van Boelagi vertellen, dat Tem em eno op den berg
T okolong in het Zuiden, zijn vrouw op den b erg Lipoe babasal in het
N. verblijft. Nu is de Lipoe babasal de heilige berg van de m enschen
in het voorm alige rijkje van Boelagi, en dit is dan w aarschijnlijk de
reden, dat men hier bew eert, dat Tem em eno een vrouw is, die de
m eesteres is van al het geschapene, die hen ziek m aakt, die tegen de
a d a t zondigt, en die aan hen, die h a a r ijverig offers brengen, een lang
leven schenkt. . •
In het O. van den Archipel, w aar de m enschen onder den invloed
van den Islam staan, heeft Tem em eno nagenoeg geheel het k a ra k ter
gekregen van Allah ta ’ala, hetgeen nog in de hand gew erkt w ordt door
de Inlandsche predikers van het C hristendom , die dezen naam voor
God gebruiken. D at Tem em eno een vrouw zou hebben, w ordt ook hier
niet ontkend. Hij is de Schepper van alles. Hij zou ieder m ensch wel
een lang leven willen geven, m aar de m ensch bederft zijn eigen leven
door al het kw aad d a t hij doet. W ijsgeeren onder deze m enschen
zeggen, d at Tem em eno de opperste heer is, die zoowel in den hemel,
als bij ons m enschen verblijift.
De Zonen vun Tememeno. Tem em eno heeft vier zonen; dit be
w eert men ook nog in het O. van deze eilandengroep. Hier doet men
‘) Een eig en a a rd ig h eid van het dialekt der m ian S e a -s e a is, dat z e de k en
de g m idden in de w oord en w egw erp en , en d aa rv o o r een h am za in de p laats stellen.
W a a r de m ian B a n g g a i aki „n iet”, botoki „oud e v r o u w ”, lalaki „m an”, p ilogot enz.
gebruiken, z e g t de m ian 'S e a -se a : a'i, bolo’i, lala'i, pilo’ot enz. Z oo ook T o ’olong
voor T o k o lo n g . O m g e e n v erw arrin g te stich ten blijf ik in dit op stel de uitsp raak
der m ian B a n g g a i schrijven .
116 ALB. C. K RUYT.
die vier w onen op den Tom oesi, den heiligen b erg der m ian Banggai.
Hun nam en zijn: Soelape, Tom poedaoe (in S ea-sea: Tom pidaoe),
Sam a en S am alangan of Tolebo.
De voornaam ste van hen is Soelape, de god van de oebi-tuinen.
In het O osten van den Banggai-A rchipel m aak t m en m idden in het
veld een m iniatuur huisje, zoo groot als een petroleum blik, op één
paal, voor hem. D aarin w ordt een bord geplaatst, w aarop de gebrui
kelijke offerande (sinolong) van sirih-pinang w ordt gelegd. Dit huisje
w ordt gem aakt, w anneer de ranken van de oebi zich om de daarbij
geplaatste klim stokken beginnen te slingeren. Voor de tw eede m aal
legt men er sirih-pinang neer, w anneer de knollen half volw assen zijn,
en voor de derde en laatste keer, w anneer de bladeren geel beginnen
te w orden. Telkenm ale als m en dit offer neerlegt, v ra a g t men daarbij
aan Soelape om een zegen voor het gew as.
In enkele streken van het O osten m aakt men dit offerhuisje pas,
als de knollen in de schuur (lantang) zijn opgeborgen. E r w orden dan
pakjes pajot (geraspte oebi, die in bladeren w ordt verpakt en zóó
gekookt) en kippevleesch neergelegd, en verder kijkt men e r niet
naar om.
In het W esten bij de mian Sea-sea, w aar men zijn oorspronkelijk
heid m eer bew aard heeft, kent m en den naam Soelape wèl, m aar men
spreekt er van Asi m iano „de m enschen (= e ig e n a a rs) van den tuin” ;
of van asi pilogoto „de pilogots van den tuin” . E igenaars, w ant hier
zijn het w eer m an en vrouw , die voor het gew as zorgen. In Boeko
geeft m en dit godenpaar nog den naam van Nggese. Voor hen w ordt
geen huisje gem aakt, m aar men slaat m idden in den tuin tw ee stukken
hout in den grond, m et een span tusschenruim te; die houten steken
ongeveer 3 dm boven den g ro n d uit (op enkele plaatsen v olstaat men
m et één stuk hout). Dan w ordt een geit,een varken of een hoen op die
plek geslacht, en het bloed van het dier laat men op de stukken hout
druppelen. M en roept Asi m iano (Nggese) aan, 'en v ra a g t hen op die
plek te kom en wonen, en het gew as te doeti gelukken. W anneer het
offerdier is toebereid, w ordt een stukje vleesch bij de stukken hout
gelegd.
Men kijkt er verder niet naar om, tot dat de oogst is binnen
gehaald; dan legt men tw ee pakjes geraspte oebi en twee vischjes bij
de houten neer, en men spreekt de tuingoden toe: „Eet gij eerst,
daarn a doen wij h et” ! Alleen w anneer het gew as teekenen van ziekte
vertoont, bidt (m okoloboki) m en tot Asi miano, en v raa g t hun om
hulp. Als m en een nieuwen tuin aanlegt, plant men er de Asi m iano-
stokken van den verlaten akker in over. Zijn ze vergaan, dan legt men
ze m idden in het nieuwe veld, en slaat e r een paar versche stokken.bij
in den grond, w aarover het reeds genoem de offer w ordt geslacht.
De tw eede der vier b roeders is Tom poedaoe (Tom pidaoe). Deze
geeft succes op de jacht. Bij de m ian B anggai m aakt men een offer-
ÖE PI LO GO T DEIR BANGGAIERS EN HUN PRIESTERS. 117
huisje voor hem. H et kom t ook voor, dat m en den Tom poedaoe van
een anderen jager, die veel succes heeft, aanroept, en hem v ra a g t om
hem (den bidder) te vergezellen. Heeft men dan een varken buit ge
m aakt, dan m oet m en dit brengen naar het huis van dengeen, wiens
Tom poedaoe m en heeft aangeroepen, en daar m oet het dier worden
geslacht en verdeeld.
Telkens als m en ter jacht g aat, legt m en een sirih-pinang-offer
(sinolong) in het huisje van Tom poedaoe, dat gewoonlijk op enkele
m eters afstand van de w oning is opgericht. Is m en langen tijd niet ter
jacht gegaan, m.a.w. heeft m en in lang geen offer aan Tom poedaoe
gebracht, dan m aakt deze den nalatige ziek.
In Boeko sprak ik een priester, die bew eerde Tom poedaoe gezien
te heibben: zijn lichaam w as geheel rood; hij had een ruigen gelen
haardos, en hij droeg een rooden baard.; zijn kleeren w aren van
katoen en hij sp rak m et een brom m end neusgeluid. Ook enkele
w'oorden w aren anders dan de gebruikelijke; zoo zei hij voor sogang
(sirih) pinanga „w at gepruim d w o rd t” ; voor baboei (varken) kooeëek,
klanknabootsing van het varkensgeschreeuw ; voor manoek (hoen)
lioekan; voor asoe (hond) daoe.
De derde broer is Sam a. Deze w aakt over de vischvangst. Voor
hem m aakt m en een offerhuisje aan het zeestrand, en daarin legt men
sirih-pinang, telkenm ale, als m en g a a t visschen.
De vierde bro er eindelijk is S am alangan of Tolebo (in Kindandal
op Liang zegt m en D oem aal). Deze god is de heer van den cuscus en
van de bijen. Als m en hem aanroept, steekt m en een offerstok (tem bel)
in den g rond; het boveneinde van den stok is in drieën gespleten, en
daartusschen is een kom m etje geklem d, w aarin het sirih-pinangoffer
voor Sam alangan w o rdt gelegd.
Mboli. Nog een andere geest, die in de w oning huist, heet Mboli,
welk w oord m isschien beteekent „w at m ag, w at mogelijk is”. Deze
geest is ontstaan uit het v ru ch tw ater van den oervader, en de kracht
van het v ru ch tw ater van al zijne nakom elingen heeft Mboli tot een
groote m acht gem aakt.
In de huizen, die m en vroeger bouwde (tegenw oordig w ordt een
120 ALB. C. KRUYT.
algem een model, dat ingevoerd is, gevolgd) had men nog een paal
vóór de deuropening, en daarin w erd Mboli gedacht te huizen. Ook
voor hem houdt men er geen afzonderlijk offerbord op na, m aar bij
het gioote offerfeest, mabatong, dat voor het welzijn van alle huis-
genooten gevierd w ordt, w erd een kleine offerstelling (tim bo) boven
in den paal aangebracht, w aarop jonge kokosnoten en sirih-pinang
w erden gelegd.
m ensch verontrust, dan w ordt bij Pilogot nav raag gedaan, w at dit
voor het leven zijner nazaten te beduiden heeft. Pilogot batan aas is
dus de regelaar van het fysieke leven van de m enschen, die tot de
familie behooren.
geslacht. Men zegt zóó te doen, opdat het geluk, dat Mboli zal geven,
niet door'B alani vernietigd of verhinderd w orde. Dit m oet in dezen
zin w orden opgevat, d at men w enscht dat Balani niets voorbij late gaan
aan zijn verblijfplaats, dat het geluk, den voorspoed, door Mboli ge
schonken of te schenken, kan vernietigen.
M et andere w oorden heeft Balani tot taak booze geesten en kwade
invloeden, die het huis binnen willen gaan, tegen te houden. D aarom
is zijn w oonplaats aan den voet van de trap g em aakt; daarom bestaat
ze uit twee stokken of paaltjes, die een poortje vorm en, w aarin Balani
alles kan tegenhouden, w at er door wil. Om een voorbeeld te noem en:
Als m en verm oedt dat de ziekte van een der huisgenooten veroorzaakt
is door m agisch vergif, doti, of vervloeking van een m edem ensch, dan
slacht m en een hond bij B alini’s verblijf, en m en spreekt hem op'deze
wijze toe: „Gij zijt de weg, w aarlangs het vergif, de doti, in huis
gekom en is; neem Uw deel (de hond), en laat de doti terugkeeren”.
Een oude blinde m an te Boelagi, die bewijzen had gegeven een
helder hoofd te bezitten, tra c h tte mij de verhouding van, de vier pilogot
of huisgoden op de volgende wijze duidelijk te m aken: „Ons lichaam
is als Pilogot b a ta n a a s ; dat lichaam w ordt getroffen door tegenspoed,
w aarv an we de oorzaak niet w eten (deze controleert P ali), door geluk
en voorspoed (deze'bezorgt Mboli), en door ongelukken, die ons door
zw arte kunst en booze w oorden der m enschen w orden bezorgd (deze
controleert Balani).
De vier pilogot vorm en een eenheid en daarom w ordt het offer
feest batong voor alle vier tegelijk gehouden. M aar elk der vier heeft
eigen m acht over den m ensch, en de een kan den ander niet verhin
deren den m ensch onheil te doen toekom en (door onvoldoende
bescherm ing). Buikpijn en een opgezette tong en keel w orden in
verband gebracht m et Pali. Krijgen de kinderen stuipen, dan w ordt
Mboli om herstel gevraagd. B alani’s m isnoegen uit zich in bloed-
afgang en bloedspuwing.
M aar behalve de genoem de gevallen, w aaro m tren t m en niet in het
onzekere v e rk eert to t wien m en zich om uitkom st m oet w enden, m oet
voor elke ziekte door den priester w orden uitgem aakt, in w iens m acht
het ligt den kranke b eter te m aken.
Pilogot bij de mian Banggai. W anneer wij ons naar het O osten
van den B anggai-archipel begeven onder de m ian Banggai, die zooals
al opgem erkt is onder invloed van den Islam staan, dan m erken we
spoedig, d at pilogot hier een ruim er beteekenis heeft gekregen. D a a r
onderscheidt men iamille-pilogot, en clan-p ilogot De eersten w orden
in huis vereerd, evenals onder de m ian Sea-sea, ofschoon niet zoo
intens als daar, terwijl voor de laatsten huizen w orden opgericht,
w aarin ze vereerd w orden. Deze tem pels die niet m eer zijn, dan een
voudige loodsen van sagobladeren m et een vloer erin, heeten koesali.
1)1: PILOGOT DER BANGGAIERS EN HUN PRIESTERS. 123
1. 8*
2 . 9 .
3 . 10 .
4. 11.
5. 12 .
6. 13 .
x
7 . 14 .
W ich elen met de onderkaak van varkens, geiten en honden bij de
bew oners van den Banggai-archipel.
DE PILOGOT DER BANGGAIERS EN HUN PRIESTERS. 125
8) In het 12de hoofdstuk van deel II van zijn werk 'I Celebes obygder geeft
Dr. W . Kaudern een levendige beschrijving van een consult van eenige priesters,
die de genoem de teekenen m oeten duiden.
126 ALB. C. KRUYT.
dan is het Balani, die om een e x tra offer v raagt. Is dit tw eede gaatje
schuin onder het norm ale (fig. 13), dan is m agisch gif, doti, bezig zijn
w erk te doen, en m oet m en door offers dit dreigend gevaar trachten
af te wenden. Is deze bijholte vlak bij den bovenrand der kaak (fig.
14), dan m oet de dienstdoende priester erop rekenen, dat hij spoedig
zal sterven.
Een hond heeft twee zenuw holten aan eiken k an t der onderkaak,
w aarm ee w eer allerlei combinaties worden gem aakt, in denzelfden
geest als die welke ,pas beschreven zijn.
D aar m en bij het slachten van het eerste offerdier zelden dadelijk
de goede teekenen verkrijgt, m oet de offeraar steeds een aantal
beesten in voo rraad houden. De offers aan pilogot eischten vooral in
vroegere jaren een m assa dieren.
En dit niet alleen, m aar Pilogot geeft vaak bij m onde van den
priester te kennen, d a t hij een dier van een bepaalde kleur w enscht te
hebben. Bezit de offeraar zulk een exem plaar niet, dan m oet hij er een
gaan zoeken, en als hij het gevonden heeft, m oet hij het duur betalen ;
Want de eigenaar van het gezochte beest w eet heel goed, d at de ander
zijn dier noodig Jieeft. Om het kw aad, dat het verschijnen van een
regenboog tew eeg b rengt (dat namelijk de vrouw bij de m aandstonden
heel veel bloed kwijt raakt, w aardoor zij 'gaat kwijnen) af te wenden,
eischt P ilogot gewoonlijk een bruinen hond, een bruin varken en een
bruin hoen. In andere gevallen zijn het weer een bont varken en een
w itte hond, die noodig zijn. G eiten m et een zw arten kop en een wit
lijf zijn duur, om dat zoo’n dier, dat tnbembe batoboengkoe heet, vaak
door P ilogot gevraagd w ordt. Van hanen die men bestem d heeft tot
offer aan Pilogot, snijdt men een stuk van den kam af; van geiten, die
op teen volgend feest geofferd zullen w orden, snijdt m en den oortop
af; zulk een gewijde haan heet m anm k soili, een dito geit mbembe
soili; zulke dieren m ogen niet verkocht w orden.
Als een barende het zw aar te verantw oorden heeft, als een kind
m et het gelaat n a a r beneden gekeerd geboren w ordt, als een kind sterk
op een der ouders gelijkt, als m en door een dollen hond gebeten w ordt,
als e r bloedschande of overspel bedreven is, kortom , als zich een v e r
schijnsel heeft voorgedaan, of een daad is verj-icht, w aarv an men
verw acht, dat er onheil uit voort m oet kom en, m oet zoo iets m et een
offer aan Pilogot w orden afgew end. Dit heet m okoloboki (afgewend
w orden kinoloboki). Hierbij kom t gewoonlijk al een priester te pas,
w ant uit de teekens aan het offerdier m oet w orden opgem aakt, of
P ilogot aan de bede zal voldoen, dan wel of hij nog andere offers
eischt. Dit nu k an alleen een priester uitm aken, al w eten gewoonlijk
leeken ook wel iets van de orakeltaal.
De gewone m anier om Pilogot tevreden te stellen is het afleggen
van een belofte, bapoesi. Als iem and ziek gew orden is, als een m oeder
voor h aar pasgeborene geen zog heeft, en in al dergelijke gevallen is
men dadelijk gereed aan een der pilogot een belofte te d o e n : „Als NN
beter w ordt, zal ik een geit slachten”. Of als m en veel w aarde hecht
aan het herstel van een zieke: „W anneer iNN beter w ordt, zal ik een
offerfeest, batong, vieren”.
W ie P riester worden. Als regel kan men aannem en, dat zoodra
een offer m oet w orden gebracht, de leek de hulp inroept van een
priester, talapoe. Zoowel m annen als vrouw en w orden priester, m aar
in het vervolg zal ik alleen van priesters spreken. Men w ordt het
alleen op lateren leeftijd, ongeveer als m en 30 jaar is. Bij sommigen is
de aanleiding om priester te w orden, dat een onbekend persoon (een
voorvader) in den droom verschijnt, en hen m ededeelt, dat Pilogot
zich voortaan in hen >vü m anifesteeren. A nderen w orden eerst ziek of
sukkelend; allerlei m iddelen, die tegen de kw aal w orden aangew end,
baten miet, to td at men tot de overtuiging kom t, dat het P ilogot is, die
hem kwelt, om dat deze m oeite doet een w oonplaats bij hen te zoeken.
Een erv aren priester bevestigt dan Pilogot op hen, w aardoor deze zich
ongehinderd in de uitverkorenen kan openbaren; daarm ee verdw ijnt
tevens de ziekte.
W eer anderen beginnen plotseling te beven, en vertoonen al de
verschijnselen van door Pilogot bezeten te zijn. De verw anten m oeten
dan een varken, een hoen en een hond gereed houden, als het een man
is ; een varken en een hoen, als het een vrouw geldt. Een ervaren priester
effent dan den weg voor den novitius, opdat Pilogot geregeld tot hem
kan inkeeren. Bij deze gelegenheid w orden de opgenoem de dieren
g eslacht; de hond is voor Balani bestem d; dit dier m oet het kwade,
dat tot den k an d id aat-p riester wil doordringen, w egjagen, opdat in
hem alleen plaats zij voor Pilogot. Zijn de teekenen aan deze dieren
niet goed-, dan m oeten andere in hun plaats w orden gedood. Dikwijls
w orden kinderen en kleinkinderen van p riesters ook priester.
128 ALB. C. KRUYT.
te voelen rechts van den tepel, dan zijn het booze geesten (in de
eerste plaats boom geesten), of booze w oorden van den m edem ensch,
die de krankheid hebben bijgebracht. Links onder den tepel gevoeld,
besluit de talapoe, d at de ziekte ontstaan is m et m edew eten vamBalani.
A ndere keeren ontdekt de talapoe de oorzaak van de ziekte uit
de ingew anden van een hoen; of ze w ordt hem geopenbaard in den
droom . H et gebeurt dan wel, d a t hij zegt: „De ziekte van NN is ont
staan door balolimpat”. H ieronder v e rsta a t men, dat een der gehuwde
huisgenooten overspel heeft gepleegd, w aardoor een an d er lid van het
gezin ziek gew orden is. Deze balolimpat of v erderf brengende invloed
van in het geheim gepleegd overspel verliest dadelijk zijn kracht,
zoodra de schuldige zijn of haar m isslag heeft bekend. D oet hij (zij)
dit niet, dan m oet de getroffene sterven.
Is de ongesteldheid van weinig beteekenis, dan bereidt Pilogot
door m iddel van den talapoe w at medicijn, of hij beprevelt of beblaast
w ater, dat de k ran k e drinken m oet. Een veel aangew end middel is
door den talapoe fijngekauw de sirih-pinang. Zoo’n papje heet inanang.
D aarm ee m aak t de jt alapoe een kruis op de plek van het lichaam , die
pijn doet. Die plek w ordt som s ook alleen beblazen (pinoeoet).
Is een van de regelende m achten van het leven van den mensch,
Pali of Balani, beleedigd, dan m oet een grooter of kleiner offerfeest
w orden gem aakt, w aarop die dieren w orden geslacht, die deze m acht
door den m ond van den talapoe eischt.
W o rd t een boom geest aangew ezen als de v eroorzaker van de-
ziekte, om dat hij de levenskracht, m okooe (Mal. semangat) van den
m ensch heeft w eggenom en, dan is het P ilogot in den talapoe, die het
kw aad g a a t herstellen. De talapoe g a a t dan in bezielden toestand naar
den boom, wiens geest het kw aad heeft gedaan. D aar m aakt hij een
offertafeltje (mendebean). D riehoenders kom en hierbij te pas: éénw ordt
geslacht om mogelijk kw aad dat de kranke heeft gedaan, te v er
zoenen; één w ordt de mokooe, het „leven” dat zich heeft verw ijderd,
aangeboden om het te bew egen naar den m ensch terug te keeren ; en
één w o rd t den boom geest aangeboden in ruil voor het „leven” van den
m ensch. Deze plechtigheid d ra a g t den naam van batolos „ruilen”, nl.
de levensgeest voor een hoen.
V aak laat P ilogot het niet zoover kom en, d a t m okooe, het „leven”
van een zijner nakom elingen (verw anten) w ordt geroofd. H et gebeurt
wel, d at de talapoe aan iem and v e rte lt: „De honden van een boozen
geest loerden op je leven (m okooe), om d at te bijten (w aardoor die
persoon ziek zou w o rd en ); m aar om dat je geenerlei zonden (tegen
het gew oonterecht) had bedreven, heeft P ilogot je m okooe aan het
schrikken gem aakt, zoodat h e t opvloog, en de honden het niet pakken
konden. D aarna heeft Pilogot aan de honden een zijner varkens ge
geven om ze te bevredigen. D at varken v ra a g t hij nu van je te ru g ”.
Dan m oet de bew uste persoon een varken leveren, w aarvan een klein
offerfeest w ordt gem aakt.
DE PILOGOT DER BANGGAIERS EN HUN PRIESTERS. 131
Dit is wel een van de veel voorkom ende oorzaken van ziekte, dat
het leven, m okooe, den m ensch ontijdig v erlaat, v aak uit eigen be
weging. Dan m oet Pilogot het terughalen. Is de huisgeest in den
priester gevaren, dan v ra a g t hij een levend hoen, en m et dezen vogel
in den arm roept hij het gevloden leven: „Kom hier, mokooe, keer
terug naar je eigenaar (of m oeder)”. M eent Pilogot het te zien, dan
vangt hij h et op in den doek, dien de talapoe voortdurend in de handen
heeft. Zóó b ren g t hij de m okooe over in een kom m et w ater, die hij
m et een schoteltje toedekt. Som s kan m en dan in het w ater een stukje
nagel, een h a a r of een klein insekt ontdekken als bewijs, dat het
„leven” w erkelijk teruggebracht is. M et dit w ater w o rd t de zieke
gew asschen. Als hij 'daarna dan tw eem aal niest (sambaing) l), is dit
een bewijs dat het leven in hem is teruggekeerd. H et hoen, w aarm ee
de m okooe gelokt is, jen dat een haan is ingeval de zieke een m an, en
een kip, indien de kranke een vrouw is, neem t de talapoe mee naar
huis, en onderhoudt het daar. M en noem t deze handeling mangala
m okooe „het leven halen”, of malako m okooe „het leven grijpen”.
In het W esten w o rd t het aangeboden hoen geslacht; m en onder
zoekt 'dan den blinden darm (manoek kaino” „de poot van het hoen”)
of de m okooe inderdaad is teru g g e k ee rd : w anneer namelijk de blinde
darm recht is, dan is het leven e r; zit er een knik in, dan is het nog
afwezig. In het eerste geval w ordt sirih-pinang op het offerbord van
Pilogot gelegd, en w ordt het „leven” toegesproken: „Blijf nu hier, en
ga niet m eer w e g !”
In Kindandal lokt de talapoe den levensgeest in een koperen
sirihdoos, die hij dichtklapt, w anneer de m okooe erin is. Op den h a rt
kuil van den zieke w ordt de voortvluchtige w eer in het lichaam
gebracht.
4) Eenmaal niezen is niet goed; dit beduidt dat hetgeen men, op het o o g heeft,
niet zal gelukken, het w ordt Verhinderd. Als de talapoe onder zijn werk eenmaal
niest, dan „houdt P ilogot tegen”, d.i. geeft geen leven, laat den zieke niet herstellen.
N iest hij tweemaal, dan „stuurt P ilogot hem”, met leven om den zieke te herstellen.
132 ALB. C. KRUYT.
aanleiding toe is, nog ziek is ; m en doet dit, w anneer de beloften, die
m en gedaan heeft om na het herstel der kranke een groot batong te
geven, niet schijnen te helpen. Bij zulke overhaaste offerfeesten heeft
m en natuurlijk geen tijd om voor veel offerdieren te zorgen. De
g rootere batong is dus steeds het inlossen van een gegeven'belofte
aan Pilogot.
Zulk een belo|te w ordt niet alleen afgelegd voor h et herstel van
een kranke, m aar men doet het bij allerlei gelegenheden. Zoo doet men
geregeld bij de geboorte van een kind de belofte: „Als P ilogot den
kleine voorspoedig doet opgroeien, zal ik m abatong”. Dit gebeurt
dan als het kind ongeveer een jaar oud is. Kinderloozen beloven te
m abatong, als P ilogot m aakt, dat ze ou d ers w orden. A nderen w eer
beloven dit feest te vieren, als P ilogot m aakt, dat ze een voorspoedige
reis hebben, of als ze rijk w orden.
W anneer m en alles voor zulk een feest bijeen heeft, kom en de
talapoe. Bij deze gelegenheid zijn e r altijd twee, m eestal een m an en
een vrouw, opdat ze elkaar kunnen afw isselen bij, de vele w erkzaam
heden, en opdat ze elk aar kunnen helpen bij het duiden der teekenen
aan de offerdieren. Op den eersten dag van het feest brengen zij de
versiering (oboes) om den m iddelpaal, de w oonplaats van Pilogot
batanaas, aan. Suikerriet, bam boestengels in w elker groene b ast aller
lei figuren g ek rast zijn, en D racaenatakken, w orden om den paal heen
gebonden, en jonge kokosnooten w orden erin gehangen. Van jonge
kokos- en arenbladeren w orden guirlandes gem aakt, die het feestelijk
aanzien van het geheel verhoogen. Bij de w oonplaats van Balani
buitenshuis richten ze een timbo op, d.i. een offertafel op 4 pooten.
Zijn ze m et deze voorbereidingen klaar, dan legt de talapoe sirih-
pinang op het offerbord van Pilogot, en m et een kuiken in de hand
roept hij den huisgod aan, en deelt hem het doel van het feest m ed e :
de ziekte is voorbij, en nu wil m en zijn gelofte inlossen, en daarom
v ra a g t m en om levenskracht en gezondheid. D aarna dansen (osoeleti)
de beide talapoe om den paal, en hierm ede is het feest ingeluid. Van
nu af aan w orden eiken avond de trom en de gongs geslagen (buiten
het mabatong m ag niet op de trom — bobolon of gandang — w orden
geslagen).
In den avond van dien e e rsten dag kom t P ilogot in een der
talapoe, en dan deelt deze aan de feestgevers m ede welke dieren de
verschillende pilogot w enschen om den huisgenooten hun gunst te
verzekeren: P ali w enscht die en die dieren van die en die kleur; Mboli
eischt w eer andere, en Balani heeft zijn zinnen w eer op andere gezet.
De feestgevers hebben nu gedurende de volgende dagen gelegenheid
de dieren te zoeken, die Pilogot heeft opgenoem d, en die ze niet in
v o o rraad hebben.
W a n t gedurende de eerste dagen van het feest w orden nog geen
dieren geslacht. Eiken avond kom en de m enschen bijeen bij den feest-
DE PILOGOT DER BANGGAIERS EN HUN PRIESTERS. 133
gever, en onder het oorverdoovend geluid van tro m en gongs, die uit
alle m acht en in een snel tem po geslagen w orden, dansen (osoelen)
de p riesters een poos om den paal heen; d a a rn a dansen de feest
gangers om beurten of enkele tegelijk. Bij dit osoelen, d a t zoowel door
m annen als door vrouw en gedaan w ordt, w orden geen bepaalde
passen gem aakt, m aar het is een voortdurend ophippen van het
lichaam op de ballen van de voeten, zoodat de lijven steeds in op- en
neergaande bew eging zijn. Nu eens hippen ze op dezelfde plek m et
beide voeten tegelijk op en neer, dan hippen ze m et den linkervoet
n a a r rechts, bij elke opw aartsche beweging even m et den rechtervoet
op den grond tippende; dan w eer doen ze dit m et den rechtervoet naar
links gaande. Nu en dan d anst m en m et het gelaat n a a r den paal toe,
dan w eer heeft m en dien den rug toegekeerd. Nu eens van den paal af
gaande, dan dien naderende. A ldoor hippende strijk t m en m et de
handen langs den paal, en dan over het hoofd. Bij het dansen heeft
elk een langen doek in de handen, zooals de p riesters dien ook ge
bruiken; dezen doek spreidt m en uit, terw ijl m en de uiteinden in de
gestrekte arm en vasthoudt. Zonder ophouden laat m en het lichaam
op en neer hippen. H et is een zeer verm oeiende beweging, te m eer,
d a a r het in een zeer snel tem po gebeurt, zoodat iem and het niet lang
kan volhouden. Die verm oeid zijn g aan zitten, en anderen nem en hun
plaats in. E r is niet veel moois en elegants aan dezen dans. Alle
m annen en vrouw en, jongens en m eisjes kunnen osoelen, m aar het zijn
toch voornam elijk vrouw en, die het doen. Bij dit dansen hebben ook
de m annen een sarong aan, en deze m oet laag op de voeten hangen,
zoodat men de bew eging der voeten moeilijk kan w aarnem en. Nu en
dan drukt de dansende ook het gelaat tegen den paal aan.
W anneer de priesters dezen dans uitvoeren, zeggen ze door een
pilogot bezield te zijn. Als Balani in hen v a a rt, v e ra n d e rt het k a ra k ter
van den dans: de passen w orden g rooter en w oester op de m aa t van
dezelfde m uziek; ze m aken telkens schijnaanvallen op den m iddelpaal,
en slaan dezen m et hun d o e k ; bij deze schijnaanvallen bukken ze zich,
alsof ze een vijand besluipen. Deze variatie van het osoelen heet
balatindak; m en bedoelt er een spiegelgevecht mee, en verm oedelijk
denkt m en er booze geesten en invloeden mee te verjagen, die het
leven en de gezondheid der huisgenooten belagen. D oor het osoelen
zegt m en Pilogot te eeren, en hem in een goede stem m ing te brengen.
W anneer na enkele dagen alle benoodigde offerdieren bijeen zijn,
w ordt de dag bepaald, w aarop ze geslacht zullen w orden, bijvoorbeeld
den lOden dag, als het feest 12 dagen duurt. De talapoe hebben dan
zw aar w erk: bij elk dier d at ze dooden, spreken ze eerst den pilogot,
voor wien het dier bestem d is, toe (param oendo). Van elk dier w ordt
dadelijk de onderkaak afgehakt, en dan houden de talapoe zich bezig
m et het duiden der teekens. M eerm alen m oeten de feestgevers m et
e x tra dieren voor den dag kom en, als het blijkt dat de pilogot veel-
134 ALB. C. KRUYT.
bizondere k rac h t aan den m ensch toevoert. De toppen van het riet
w orden 'bij de beide stokken aan den voet van de tra p geplant, w aar
men denkt d at Balani woont.
Volledigheidshalve m oet ik hier nog iets zeggen van het loon dat
de p riesters voor hun w erk krijgen. W anneer ze slechts een enkelen
dag en nacht arbeiden, vo lstaat m en m et een bord of een hoen. Dit
loon d ra a g t den naam van popososi taïapoe (banggaisch) = aan den
p riester sirih-pinang geven. Som s geeft m en een lap katoen, vol
doende voor een baadje en w at geld. Dit laatste vooral in het Oosten,
w aar w at m eer w e lv a art heerscht dan in het W esten.
Heeft een priester de levensgeest, m okooe, die zich van zijn
eigenaar heeft verw ijderd, teruggebracht, dan behoudt hij als loon de
witte, aard en kom en het hoen, die daarbij dienst hebben gedaan.
H et loon voor een groot batong-feest heet patambo. In de eerste
plaats krijgen de talapoe van elk geslacht dier een achterpoot; verder
ontvangt de priesteres 2 b orden van het soort, dat laibatoe heet, en 2
van het soort m anggabatoe; de p riester ontvangt van elke soort 1
bord, en daarboven een lap katoen. V erder krijgen ze hoenders, kokos
noten en oe'bi. Ook de andere personen, die een w erkzaam aandeel in
het feest hebben gehad, krijgen een belooning. De talisoesoe, dit zijn
zij die w ater en hout hebben aangedragen, en die bij het bereiden der
spijzen hebben m eegeholpen, en de tolobatong, dit zijn de drie m annen,
die de trom en de gongs hebben bediend, krijgen elk een bord (laibatoe).