You are on page 1of 8

Samenvatting Godsdienst hoofdstuk 3.

1 Profeet in ballingschap

Jeruzalem was door het leger van Babylonië ingenomen en verwoest.


 Een deel van de bevolking was in ballingschap naar Babylonië gebracht.
 Deze ballingen waren vooral mensen uit het bestuur van het land en van Jeruzalem.
 De tegenstanders van de Babylonische koning Nebukadnessar waren nu onschadelijk
gemaakt.
 Deze ballingschap duurde meer dan 40 jaar
o het was een ellendige tijd waarin de ballingen zich altijd een vreemdeling hebben
gevoeld.

Joden hadden geen tempel in Babylonië.


 Ze hielden hun godsdienstige bijeenkomsten in een gewoon huis
 Zo’n samenkomst werd een synagoge genoemd
 De gebouwen werden later dus ook synagogen genoemd.
 In de synagogen werden:
1. De overgeleverde verhalen van Abraham, Mozes en David verteld/voorgelezen,
2. Er werd gebeden en gezongen om elkaar te troosten en te bemoedigen.

Psalm 137 is een lied dat gaat over de Babylonische ballingschap.


 Sion is een ander naam voor Jeruzalem.
 De groep Boney M maakte in 1973 het lied ‘By the rivers of Babylon’
o Dit lied is gebaseerd op psalm 137

Veel Joden in ballingschap hoopten op een goede toekomst met terugkeer naar hun eigen land.
 De Profeet Jesaja verkondigde dat God zijn volk niet in de steek zou laten en ze zou
bevrijden uit het ballingschap.
In gewone taal =
Opdracht 1

Hoofdstad van Babylonië: Babel


Waarmee je snaren bespeelt: harp
Land waarnaar de Joden waren verbannen: Babylonië
Lied in de Bijbel: Psalm
Bomen die aan de oever staan: wilgen
Beweeglijk deel in je mond: tong
Wat mensen met liederen doen: zingen
Ander woord voor Jeruzalem: Sion
Verleden tijd van denken: dachten
Eerste aartsvader: Abraham
Profeet die leefde tijdens ballingschap: Jesaja
In Babylonië werd dit heiligdom gemist: tempel

Jesaja deed meer profetieën


 profetieën = voorspellingen
 Jesaja vertelde dat ooit het goede het kwade zal overwinnen.
 In de toekomst komt er een rechtvaardige samenleving, mensen leven dan in vrede samen.
 Voor het monument van de verenigde naties zijn woorden van Jesaja gekozen.
o Tekst monument:
God zal rechtspreken tussen volken
Over machtige naties een oordeel vellen
Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot hoefijzers
En hun speren tot snoeimessen
Geen volk zal nog het zwaard trekken tegen een ander volk
Geen mens zal meer weten wat oorlog is
Samenvatting Godsdienst hoofdstuk 3.2 Een verhaal uit Ballingschap
Het machtige rijk van de Babyloniërs duurde ruim 40 jaar.
 Daarna werden de Babyloniërs verslagen door de Perzen.
 De Joodse ballingen werden nu opgenomen in het Perzische rijk van koning Cyrus.
o Het Perzische rijk is nu Iran.

De Joden mochten van koning Cyrus terugkeren naar hun eigen vaderland.
 In Jeruzalem mochten ze hun tempel herbouwen.

Maar een deel van de Joden had het goed naar hun zin in Perzië.
 Ze hadden:
1. een huis
2. werk
3. goede contacten met Perzische stadsgenoten.
 Deze mensen beleven dus in Perzië,
 Hierover staan in het Bijbelboek Ester een spannend verhaal.

In dit boek Ester staat welke problemen Joden kunnen krijgen als ze in een vreemd land willen
leven naar de regels van hun eigen godsdienst.
 Het verhaal Ester speelt in de tijd van koning Xerxes I van Perzië
 hij heet in de Bijbel Ahasveros.
 Het Joodse meisje Ester is de hoofdpersoon.

Ester staat in het 3e boek van de Tenach: de Chetoebim (=Geschriften)


 In ditzelfde 3e deel staat ook het verhaal van Daniel in de leeuwenkuil.
 Er was twijfel onder geleerden of het boek Ester wel thuishoorde in dit derde deel:
1. Ten eerste omdat God er niet in voor kwam
2. Ten tweede omdat een verhaal waarin een meisje koningin wordt meer op een sprookje
lijkt.
Bijbelboek Ester, Cheboetim (3e deel Tenach)

Koning Ahasveros gaf een geweldig feest met veel alcohol voor iedereen.
 Ahasveros was aangeschoten en wilde iedereen laten zien hoe mooi zijn vrouw was
 Zijn vrouw was koningin Wasti.
 Wasti weigerde zich te laten zien aan die dronken mannen.
 Ze stuurde een dienaar naar de koning om te zeggen dat ze niet kwam.
 De koning werd woedend en stuurde haar het paleis uit, terug naar haar familie.

Nu had koning Ahasveros geen vrouw meer. Hij vraagt advies aan de wijze mannen.
 Een wijze man zegt dat de koning zijn mannen het land in moet sturen om mooie meisjes
te zoeken.
 Dan kan er een schoonheidswedstrijd worden gehouden en kan de koning het mooiste
meisje uitzoeken.

Ester is een joods weesmeisje dat wordt opgevoed door haar oom Mordekai.
 Ester spreekt af met haar oom dat ze zich zal opgeven voor de wedstrijd en niet zal
vertellen dat ze Joods is.
 Uiteindelijk kiest de koning Ester uit alle mooie meisjes.
 Ester wordt dus de nieuwe koningin van Perzië.

Koning Ahasveros heeft gezien dat minister Haman altijd heel hard werkt.
 De koning benoemt Haman dus tot grootvorst.
 Nu moet iedereen ook voor Haman buigen, zoals iedereen dat ook doet voor de koning.

Haman geniet van zijn hoge positie. Hij vindt het geweldig dat iedereen voor hem buigt.
 Maar Mordekai buigt niet voor Haman.
 Haman gaat zich steeds meer ergeren aan de man die niet voor hem wil buigen
 Hij wil wraak nemen, omdat hij zich beledigd voelt door dit gedrag.

Haman hoort dat Mordekai Joods is en geeft uit naam van de koning het bevel dat het Joodse
volk uitgeroeid moet worden.
 Hij roept alle stadhouders van de provincies om op te gehoorzamen aan het bevel.
 Het volk is volgens Haman ongehoorzaam aan de wetten van Perzië.
 Hij zegt dat alle Joden op de 13e dag van de 12e maand (dus 13 december) moeten
worden gedood.
 De bezittingen van de Joden mogen worden buitgemaakt door de Perzische burgers.

Mordekai gaat naar de binnenplaats van het paleis om Ester te zien.


 Ze laat hem het bericht over brengen dat ze hem zal treffen in de tuin van het paleis.
 Mordekai vertelt aan Ester over het bevel van Haman.
 Mordekai vraagt Ester om het Joodse volk te helpen, zij is nu immers koningin.

Ester bedenkt en plan en na 3 dagen zoekt Ester de koning op in haar mooiste kleren.
 Ester vraagt de koning om samen met Haman bij haar te komen eten, zodat ze hem iets
kan vragen.
 De koning komt graag langs.
 Haman is erg trots dat hij samen met de koning en koningin mag eten.
Tijdens het eten vraagt de koning aan Ester wat ze wilde vragen, zodat hij haar wens kan
vervullen.
 Op smekende toon vraagt Ester de koning om de grote ramp tegen te houden.
 Ester vertelt de koning dat Haman haar volk wil uitroeien.

De koning is verbaasd over het feit dat Haman, zijn grootvorst , dit had bedacht.
 De koning loop woedend de tuin in, als hij terugkomt laat hij Haman arresteren en in de
gevangenis gooien.
 Haman werd opgehangen aan de galg die Haman had laten maken om Mordekai aan op
te hangen.

 De Joden kregen de boodschap om zich op de 13 e dag van de 12e maand te beschermen tegen
mensen die hen zouden willen doden.

 De Joden vieren nog steeds elk jaar het Poerimfeest om de gedenken hoe het wrede plan van
Haman niet doorging, dankzij Ester, de koningin van de Perzen.
Samenvatting Godsdienst hoofdstuk 3.3 Een feest uit de ballingschap
Poerim wordt elk jaar groot gevierd door de Joden.
 Poerim betekent letterlijk: loten.
 Het is een herinnering aan Haman die door te loten een dag vaststelde waarop de joden
moest worden vermoord
o = de 13e dag van de 12e maand

Als voorbereiding op Poerim is er in het vroege voorjaar eerst een dag van vasten en bezinning.
 Dit vasten herinnert aan de 3 dagen waarin de joden in Perzië hebben gevast
 Dit waren de dagen voordat koningin Ester ongevraagd naar de koning ging om hulp te
vragen.

Op de feestdag leest de voorzanger in de synagoge voor uit de Ester rollen.


 De voorzanger = de Chazan
 Eerst leest hij treurig voor, maar het einde van het verhaal is natuurlijk vrolijk.
 Iedereen in de synagoge leeft mee en elke keer als de naam Haman valt maakt men lawaai.
o Met dit lawaai maakt men duidelijk hoe erg ze Haman haten.
o Zijn naam mag niet meer gehoord worden. (wat dus ook niet lukt door het lawaai)
o Kinderen gillen en maken lawaai met ratels.
o Kinderen zijn verkleed: meisjes met witte jurk en kroon (koningin), jongens kapitein,
indiaan, etc.
o De rabijn (soort dominee) draagt grote hoed van stro en heeft een hark.
o Hij roept ‘Vanavond pakken we Haman bij de oren.

In onze tijd denken de Joden met Poerim aan alle vervolgingen die er sinds Haman zijn geweest.
 In de vorige eeuwen zijn er steeds nieuwe Hamans geweest, het volk werd steeds bedreigd.

Vooral in Israël wordt het Poerim feest uitbundig gevierd met veel activiteiten:
 Concerten, schoonheidswedstrijden (Ester), dansvoorstellingen
 Optochten waar bijv. politici belachelijk worden uitgebeeld.
 Verklede mensen op straat, versierde auto’s.

Kinderen krijgen met Poerim snoepgoed en ouderen krijgen lekker eten en alcohol (meer dan
normaal)
 In sommige Joodse kringen mag iemand mag zoveel alcohol hebben dat het verschil niet
meer te horen is tussen:
o Gezegend is Mordekai en vervloekt is Haman.

Arme mensen worden niet vergeten bij dit feest.


 Joodse gezinnen met geld zorgen er voor dat arme gezinnen ook kunnen genieten van eten
en drinken.
 Pas als je samen feestviert is de vreugde compleet.
Hamansoren zijn speciale koekjes die met Poerim worden gegeten.
 Er zijn 2 soorten:
1. De gewone hamansoren: Dunne plakjes deeg die in olie worden gebakken.
De randen krullen tijdens het bakken om, ze lijken dus op oren.
2. Dikkere hamansoren, deze zijn met noten en rozijnen gevuld.

Opdracht 4

Koning uit Perzië: Ahasveros


Uiting van vrolijkheid: optocht
Verplichting voordat Poerim begint: vasten
Voorwerp om lawaai te maken: ratel
Land waarin je geboren bent: vaderland
Iemand die uit zijn vaderland is verdreven: balling
Volk dat vaak is vervolgd: Joden
Oom van Ester Mordekai
Land van Ballingschap: Babylonië

You might also like