You are on page 1of 2

Uitzicht

Ik was gisteren bij mijn 'Vergeet vrouwtje' in het verzorgingstehuis.


Ze kijkt uit over een vijverpartij, vanaf 6 hoog.
Vorige keer had ik een verrekijker meegenomen om haar iets te doen te geven.
"Kijk, je kunt de meerkoet zien broeden op zijn nest en er is ook al een jong."
Ach jongen dat is toch niets voor mij.
Ze probeert het een halve seconde en geeft de verrekijker snel terug.
Ik google op mijn telefoon een foto van een meerkoet jong, een vreemd geval, compleet met
rode pluisjes op zijn kop.
Ze kijkt me aan alsof ik gek ben.
"Wat is dat nou?"
Ze heeft gelijk, wat is dat nou.
Toen ik gisteren, na twee weken, weer bij haar voor deur stond keek ze mij met dezelfde
ogen aan.
Ik dacht te zien dat ze dacht; "Wat is dat nou?"
Ze is er inmiddels handig in geworden om al pratende ondertussen in haar hoofd na te gaan
met wie ze te maken heeft.
In die rondgang zitten niet veel levende plaatjes meer, steeds minder, in ieder geval niet van
een meerkoetjong, zoals vorige keer bleek.
Al pratende, mij binnen latende, schuifelt ze naar de woonkamer en ik hoor haar opgewekt
zeggen "Het waren er zes hoor."
Ik heb geen idee waar ze het over heeft, zes ruiters van de Apocalyps? Zes musketiers?
Wat bedoel je met zes?
"Zes eieren, het waren zes eieren.
"Daar moest ik toch naar kijken."
Ik was totaal verrast, hoe had ze dat kunnen zien?
Zes eieren, wat een succes.
Dat ze zoveel vergeet en dat toch nog weet.
Dan slaat de twijfel toe, klopt het wel.
Ik haal mijn verrekijker tevoorschijn en kijk naar het lege verlaten nest.
Ondertussen ordenen mijn gedachten zich weer.
Wat maakt het uit?
Laat het bestaan, het is een mooi verhaal.
Maar hoe kan ze nu nog weten dat.
Ik zie door de verrekijker nog net in de verte een meerkoet met jong wegzwemmen.
Dichterbij staat een reiger.
Als ik het vertel zegt ze: "Zou die reiger ze opgegeten hebben, ja jongen, de natuur is
wreed."
Wanneer mijn bezoek ten einde loopt hebben we een aantal keer een ronde gemaakt in
haar hoofd en heeft ze mij gewezen op wat ze daar nog aan herinneringen tegen komt.
Steeds dezelfde en ik ben iedere keer weer verrast wanneer ik weer dezelfde herinnering
krijg voorgeschoteld.
Zolang mijn enthousiaste verbazing en interesse echt zijn blijft ze vertellen.
Anders hapert ze en zegt: "Of heb ik dat al verteld?"
Ik sta bij de deur en ze kijkt in haar agenda.
"Oh kijk, hier staat het, naar de eieren kijken, Jeroen komt, 4 uur."
Tijdens het afdalen op de trappen van zes hoog spookt het door mijn hoofd.
Heeft ze iets gezien van eieren?
Wat was het dat ze onthouden had?
Maakt het uit?
Waar bestond onze ontmoeting uit?
Mijn idee van hulpverlenen, begeleiden en een verrekijker.
Mijn behoefte iets te betekenen.
Haar idee van aardig zijn, attent zijn en een agenda.
Haar behoefte aan contact.

Eenmaal op de grond, buiten, kan het mondkapje af.


De frisse lucht doet goed, het waait altijd rond hoge gebouwen.
Terug in de werkelijkheid?

Maar ik dwaal af.

You might also like