4 2 Logaritmische Functies

= 4 want 625 = 54
1
1 1 
 want  9 2
2 3
bestaat niet want a  IR0 \ {1}
7 7
7
 want 8 2  22  44
4
bestaat niet want –0,01  IR
1 want 81  8
 0 want 70  1
258 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

3
 1
3 want   8
 2
 
2
log3 2 a
 22 2 log9
9 want a logx
x
=4 want 0,0016 = 0,24
= 0,4 want elnx  x
= 2 ln e = 2
21
 2
21
= 21 want 128  27  2 3  3
13
13 
13  1 5
 want 36.5 216  6 5   
5 6
 
4
= 4 want 400 = 16.25 = 2 5
 1
3 log    1
3

log0,08
  1,821928
log4
log12
  0,539591
log100
log1,6
  0,390377
log0,3
= 5log(3,321928095) = 0,745941
1
1  1
 2
log  3 log0,8257480647   2
log(0,1742794618)  2,520526
 
= ln(0,217147241) = -1,527180

 36 = a²  a = 6
1
 a 2  4  a  16
1
 a 1  3  a 
3
 a1  6  a  6
3
2 
 1  1 2
a 3
 a   43  8
4 4
 alog10 = 1  10 = a
 alog64=6  64 = a6  a= 2

1 a 1
 2 . log3  a log3  . a log243
4 4
3 a 5
2 . log3  . a log3
4 4
 2  2. a log3
 1  a log3
 a 3

 x  32  9
1
 x  42 
16
0
 1
 x    1
 2
1
 1
 x  16 2

4
 x  101  10
 x2  52
 x 5

y
 logx4  log
x
1
 4.logx 
2
log y - logz 
1 1
 4.logx  log y  logz
2 2
1 x²y²
 log 4
3 3z
1

3
logx²  log y²  log3  4logz 
1

3
2logx  2log y  log3  4logz 
1
 log1 log(0,01x3 yz)
2
1

2
log0,01 3logx  log y  logz 
3 1 1
 1 logx  log y  logz
2 2 2
1
 2logx  logy  logz
2

.
4
log(2.8) 4 log16  2
5 1
 log  log  2
500 100
2 log52 2 log75 2 log3

25.3
2 log
75
2 log1
0
1 1 1
 2 log 3  2 log 2  2 log 24
1
3. 2
 2 log
24
1
1
 log
2
2
1

27
a log
3
a log9
 2.a log3
log32 a log23
a

2. log9  2.a log8
a
9a
log
 8
9
2. log
a
8
1

2
a logx2  a log y a logz
x2y
a log
z
1a 4
 . logx  .a log y  3.a logz
3 3
1 4
a logx3  a log y 3 a logz3
1 4
x3 .y 3
 log 3
a
z
3
xy 4
a log
z3

a
logc a
logd
 a logb. .
a
logb a
logc
 a logd
 clog a + clog b = clog ab
 clog ab = clog ab
bn n 1 1
logan  n. b loga  n. a  n. a  b
loga
logbn n. logb
bn n
b
loga m
logam  m. b loga  m. b  . b loga
log bn n
b
logx b
logx b
logx
ab
logx   
b
logab b
loga  logb
b b
loga  1

alogb  b
b

log alog b   a a logx  x 
 
b
 alogb  blogb. loga
loga
logb.
 alogb  b logb
 alogb  bloga

domf  IR en bldf  IR 0
voorschrift f 1 :
1
x   .3y
2
 2x  3y
 y  3 log( 2x)
dus : f 1(x)  3 log( 2x) domf 1  IR 0 en bldf 1  IR

dom f  IR en bldf   2,  
x  2 y  2
 x  2  2 y
 y  2 log(x  2)
 y   2 log(x  2)
dus : f 1(x)   2 log(x  2) dom f 1   2,   en bldf 1  IR

dom f   ,1 en bldf  IR
x  2. 2 log(1 y)
x 2
  log(1 y)
2
x
 1 y  22
x
 y  1 22
x
dus : f 1(x)  1 22 dom f  IR en bldf   ,1

dom f   ,2 en blf f  IR
1
 y
x  2 log 1 
 2 
x
y  1
 1 
2  2 
x
y  1
  1  
2  2
  1 x 
 y  2 1    
  2 
 
 y  2  2 x 1
dus : f 1(x)  2  2 x 1 dom f  IR en blf f   ,2

B.V. : 2x2 7x 4 0
1
nulwaarden : 4,
2
1
x -4
2
2x2 7x 4 0 0
1
dom f , 4 ,
2

dom f = IR0

x2 1
B.V. : 0
x
nulwaarden teller : 1
nulwaarden noemer : 0
x 1 0 1
x2 1 0 0
x 0
x2
1
0 | 0
x
dom f 1,0 1,

x2 2x 1
B.V. : 0
x² 5x 6
nulwaarden teller : 1
nulwaarden noemer : 2 , 3
x 1 2 3
x 2
2x 1 0
x2 5x 6 0 0
x2 2x 1 0 | |
x2 5x 6
dom f ,1 1,2 3,

1 x 1 2 1 x
f(x) = 2
log 3  . log
1 x 3 1 x
x -1 1
1 x
BV: 0 1 x
1 x  |  0 
1 x
dom f = ]-1,1[

1 ex  1 1
BV: e  0  0  ex  1  0 en x  0  x  - en x  0
x x e
 1 
dom f = IR \  ,0
 e 

BV: 81 – 3-x > 0  81 > 3-x  3x > 81-1  3x > 3-4  x > -4
dom f = ]-4,+  [

BV:
x  x2  1  0 en x2 -1  0
 x  x2 -1  0 en x  -,-1  1,  
 x  1,  
dom f = [1,+  [

BV: 0,5log(x² - 1) > 0 en x² - 1 >0
 0,5log(x² - 1) > 0,5log1 en x² - 1 > 0
 x² - 1 < 1 (f met f(x) = alogx met 0 < a < 1 is een dalende functie)
en x² - 1 > 0
 x² < 2 en x² > 1
x  2 2 x 1 1
x 2 
2
0  0  x 1  0  0 
2
V1 =   2, 2 V2 =  ,  1   1,   
 
dom f = V1  V2  - 2, 1    1, 2 
   

BV: log(log x) > 0 en log x > 0 en x > 0
 log x > 1 en x > 1 en x > 0
 x > 10 en x > 1 en x > 0
 x > 10
dom f = ]10, +  [

dom f: BV: x + 3 > 0  x > -3
dom f =  3,  
dom g: -x + 5 > 0  x < 5

dom g =  ,5
y 0,5
logx 
verschuiving( 3,2)
 y 0,5
log(x  3)  2 VA: x = -3
y 3
logx spiegelen tov y-as
y 3
log( x) verschuiving(5,0)
y 3
log( x 5) VA: x = 5

A(1,81;1,75) , B(4,64;  0,93)
f(x) g(x) x 3; 1,81 4,64;5

f(x) a log(x  b)  c
V.A. : x  2  b  2
dus : f(x) a log(x  2)  c
(1,2)  f  2 a log3  c (1)
( 1,1)  f  1  0  c (2)
uit (1) en (2) volgt : 1 a log3  a  3
besluit : f(x) 3 log(x  2)  1
V.A. : x  1 b  1
dus : f(x) a log(x  2)  c
(3,4)  f  4 a log2  c (1)
(2,3)  f  3  0  c (2)
uit (1) en (2) volgt : 1 a log2  a  2
besluit : f(x) 2 log(x  1)  3
V.A. : x  3  b  3
dus : f(x) a log(x  3)  c
(4,  2)  f  2  c (1)
(19,0)  f  0 a log16  2 (2)
uit (1) en (2) volgt : 0 a log16  2  a  4
besluit : f(x) 4 log(x  3)  2

V.A. : x  0  b  0
dus : f(x) a logx  c
(1,2)  f  2  c (1)
(4,0)  f  0 a log4  2 (2)
1
a
2
1
besluit : f(x)  2 logx  2

25
= 10 log(10!) = 1025.log(10!) = 10163,9940758 = 9,864516419.10163
3
90
30π .200014
stel x =
0,03510
3
90 2
30π .200014
 log x = log
0,03510
3
 log x = . 90.log(30π) 14.log2000 10.log0,035
2
 log x = 357,68722114
dus x = 10357,6872114
x = 4,866440301.10357
 cos1,32
14
.(cot1,469)28
stel x =
π249 .(π  1)
 log x = 14 . log(cos1,32) + 28 . log(cot 1,469) – 249 . log   log(  1)

 log x = -160,3358273
dus x = 10-160,3358273 = 4,615010569.10-161

a
log27  a log275  3. a log0,125
a
log3  a log6
3
 1
a
log276  a log  
 8
a
log18

a
log 276.83 
a
log(3 .2)
2
 
9
a
log 32.2
  9 3
a
log(32.2)
N  7.(1,015)x N : aantal mensen
x : tijd in jaren vanaf 2011
Maximale wereldbevolking is 16 miljard mensen voor 4 miljard ha land.
16=7.(1,015)x
16
  (1,015)x
7
16
 log  x.log(1,015)
7
16
log
x 7  55,52
log(1,015)
De maximale wereldbevolking zou bereikt zijn in 2011+56=2067.

K = 20000 . (1,075)t met K = kapitaal in euro; t = tijd in jaren
25000 = 20000.(1,075)t
 1,25 = (1,075)t
 log 1,25 = t . log(1,075)
log1,25
 t=  3,085
log1,075
Antwoord: het duurt ongeveer drie jaar eer het kapitaal 25000 euro bedraagt.
2 = (1,075)t
log2
t=  9,584
log1,075
Antwoord: het duurt 9,6 jaar eer het kapitaal verdubbeld is.

De groeifactor per 4 dagen is 0,7.
De groeifactor per dag is (0,7)1/4  0,91469

N = 10N . (0,91469)t met N = toegestane hoeveelheid radioactiviteit en t = tijd in
dagen.
 0,1 = (0,91469)t
log (0,1)
t =
log (0,91469)
 t = 25,8
Na 26 dagen is de buurt min of meer veilig.

De groeifactor voor Brazilië per 30 jaar = 2
De groeifactor voor Brazilië per jaar = 21/30 = 1,0234
NB = 135 . (1,0234)t
NV = 238 . (1,0089)t
t = 40,5
NB = 135 . (1,0234)40,5 = 344,49
NV = 238 . (1,0089)40,5 = 340,74
Brazilië zal in juli 2025 in totaal 344,49 miljoen inwoners hebben en VS zal er 340,74
miljoen hebben.
NB = NV
 135 . (1,0234)t = 238 . (1,0089)t
 log 135 + t . log(1,0234) = log 238 + t . log(1,0089)
 t . [log(1,0234) – log(1,0089)] = log 238 – log 135
 t = 39,735
De inwonersaantallen zullen gelijk zijn in 1985 + 39,7 = 2024,7

Dus in 2024.

4
m  m0 .e1,2097.10 .t
m0 4
halveringstijd :  m0 .e1,2097.10 .t
2
1
 ln  1,2097.104.t
2
1
ln
t 2
1,2097.104
 t  5730
De halveringstijd is 5730 jaar.
4
m  m0 .e1,2097.10 .7000
 m  0,4288.m0
Er blijft nog ongeveer 42,9% van het oorspronkelijk aantal 14C atomen over.
m  0,527m0
4
 0,527  e1,2097.10 .t
 ln(0,527)  1,2097.104 t
ln0,527
t  5295
1,2097.104
De persoon leefde in (5295 – 1991) = 3304 voor Chr.

▪ groeifactor per week = 1,08
S = 30 . (1,08)t met t in weken en S in cm²
S = 60
 60  30.(1,08)
 2  (1,08)t
log2
t 9
log1,08
▪ groeifactor is nu 0,94 per 2 weken
 groeifactor per week = (0,94)1/2  0,969536
S = 60 . (0,969536)t
S = 20
 20 = 60 . (0,969536)t
1
  (0,969536)t
3
1
log
t 3  35,5
log(0,969536)
▪ de totale duur van het experiment bedraagt (9 + 35,5) = 44,5 weken

De groeifactor van het verdovingsmiddel per 4 uur = 0,5
1,5
De groeifactor van het verdovingsmiddel per 1,5 uur = (0,5) 4
N0 = beginhoeveelheid van het verdovingsmiddel, toegediend voor de operatie
N = minimale hoeveelheid van het verdovingsmiddel dat nodig is om het kind
verdoofd te
houden.
1,5
Dus: 420 = N0. (0,5) 4
420
 N0  1,5
 544,67  545 mg
(0,5) 4

R  0,67.logE  1,2
R  1,2
 logE 
0,67
R 1,2
 E  10 0,67
R 1,2 7,0 1,2
E  10 0,67  10 0,67
 1,7.1012
Er kwam 1,71.1012 J energie vrij.
1,7.1012
E  9,8.109
173
R  0,67.log(9,8.109 )  1,2
 R  5,5

v = 100
L = 89,5 - 9,9.log(100a) + 16 - 0,03a = 105,5 - 9,9.log(100a) - 0,03a
Uit de bovenstaande grafiek blijkt dat L afneemt als de afstand tot de snelweg groter
wordt.

a = 100
L = 89,5 - 9,9.log(100v) + 0,16.v -3
L = 86,5 - 9,9.log(100v) + 0,16v
De bewoners ondervinden veel overlast bij hoge en zeer lage gemiddelde snelheden
van het verkeer.
Uit de grafiek van b blijkt dat L minimaal is als v = 26,87 km/u en a = 100

1
B.V. : x  3  0 en 2x  1  0  x 
2
2
log(x  3)  2 2 log(2x  1)
2 log(x  3) 2 log(2x  1)  2
x 3
2 log 2
2x  1
x 3 2
2 log  log4
2x  1
x 3
 4
2x  1
 x  3  8x  4
 x 1
V  1
B.V. : 2x  5  0 en x  1  0  x  1
3
log(2x  5) 3 log(x  1)  1
2x  5
3 lo g 1
x 1
2x  5 3
3 lo g  log3
x 1
2x  5
 3
x 1
 2x  5  3x  3
 x 8
V  8

B.V. : x  3  0  x  3
6
log(x2  1) 6 log3 6 log(x  3)
x2  1 6
 6 lo g  log(x  3)
3
x2  1
  x 3
3
 x2  1  3x  9
 x2  3x  8  0
3  41
x
2
3  41
V 
 2 
B.V. : x2  x  0 en x  5  0  x   5, 1  0,  
2
log(x2  x) 2 log(x  5)  5 2 log3
2 log(x2  x) 2 log(x  5) 2 log3  5
 log 
2

 x2  x (x  5)  
 2 log32
 3 
 

x 2

 x (x  5)
 32
3
 x3  6x2  5x  96  0
 x 3  0 of x2  9x  32  0 (D  0)
 x 3
V  3

B.V. : x  4  0 en x  3  0 en x  2  0 en x  1  0  x  1
6
log(x  4) 6 log(x  3)  1 6 log(x  2)  6 log(x  1)
 6 log(x  4) 6 log(x  3) 6 log6  6 log(x  2)  6 log(x  1)
 6 log  (x  4)(x  3)  6 log 6(x  2)(x  1) 
 (x  4)(x  3)  6(x  2)(x  1)
 x2  7x  12  6x2  18x  12
 5x2  11x  0
11
x0 of x (B.V.)
5
V  0
B.V. : 2x  1  0 en x  2  0  x  2
7
log(2x  1) 7 log(x  2)  1
7 log  (2x  1)(x  2)  7 log7
 (2x  1)(x  2)  7
 2x2  3x  9  0
3
 x  3 of x
2
V  3

1 
B.V. : 2x  1  0 en 3x  1  0 en x  3  0 en 7  x  0  x   ,7 
3 
log(2x  1)  log(3x  1)  log(x  3)  log(7  x)  0
(2x  1)(3x  1)
 log  log1
(x  3)(7  x)
(2x  1)(3x  1)
 1
(x  3)(7  x)
 6x2  x  1  x2  4x  21
 7x2  3x  22  0
11
 x  2 of x (B.V.)
7
V  2
1
B.V. : x  2  0 en 4x  1  0 en 3x  4  0 en 5x  2  0  x 
4
2
log(x  2) 2 log(4x  1) 2 log(3x  4) 2 log(5x  2)  0
(x  2)(3x  4)
 log  log1
(4x  1)(5x  2)
(x  2)(3x  4)
 1
(4x  1)(5x  2)
 3x2  10x  8  20x2  3x  2
 17x2  7x  10  0
10
 x (B.V.) v x 1
17
V   1

BV: x > 0 en x  1
 4log 7 = 3 . 2log x + 2 log x
 4log 7 = 4 . 2log x
2
log7
  4. 2 logx
2
log4
 2log 7 = 8 . 2log x
 7 = x8
 x  8 7  1,27537
V = {1,27537}
BV: x > 0 en 7log x > 0  x > 0 en x > 1  x > 1

1 1
 7log x = want  1  2 log
2 2
1
 x = 72
 x 7
V=  7
B.V.: x> 0
 2log x = 4
 x = 24
 x = 16
V = {16}

BV: x > 0  x  1
1
  3 logx
3
logx
 3log x = -1 of 3log x=1
1
 x= of x = 3
3
1
V= ,3
3
13
BV: x – 3 > 0 en 3x + 13  0  x  3 en x 
3
1 3
 3log(x – 3) = . log2 + 3 log(3x 13)2
2
13 1
 3 log(x  3)  . log2  .3 log(3x  13)2
2 4
13
 3 log(x  3)  . log4(3x  13)2
4
 3 log(x  3) 3 log 4 4(3x  13)2
 x  3  4 4(3x  13)2 K.V. : x  3

  x  3  4(3x  13)2
4
  x  3  2(3x  13)   x  3  2( 3x  13)

2 2
of
 x2  6x  9  6x  26  0 of x2  6x  9  6x  26  0
 x2  12x  35  0 of x2  17  0
 x  5 of x  7 of x  17 of x   17 (K.V.)

V  5,7, 17 

x  6  0 en x + 6  1
 x  -6 en x  5
BV: x  0 en x 1   x 1
x-1  0 x  1

 xlog(x + 6) + xlog(x – 1) = 2 + xlog 2
 xlog(x + 6).(x – 1) = xlog x2 + xlog 2
 xlog(x² + 5x –6) = xlog(2 x2 )
 x2 + 5x –6 = 2 x2
 - x2 + 5x – 6 = 0
 x = 2 of x = 3
V = {2, 3}
x  1  0 en x  1  1
 x  -1 en x  0

BV:     x  -1 en x  0
500x  500  0
 x  -1

log8
  log500(x  1)
log(x  1)
 log 8 = log(x + 1) . [log500 + log(x + 1)]
 log 8 = log(x + 1) . [log 5 + 2 + log(x + 1)]
 0 = [log(x + 1)]² + (2 + log 5). log(x + 1) – log 8
 0 = t² + (2 + log 5) . t – 3 . log 2 (stel log(x + 1) = t)
D = 9 – 6.log 2 + log²2 + 12.log 2
D = (3 + log 2)²
3  log2  3  log2 -3log2-3-log2

 t=  log2 of t   3
2 2
 log(x + 1) = log 2 of log(x + 1) = -3
 x + 1 = 2 of x + 1 = 10-3
 x = 1 of x = -0,999
V = {-0,999; 1}

BV: x > 0
9
 (3log x)² - 10 = 6 . 3log x - 9 log3
 (3log x)² - 10 = 6 . 3log x - 3
 t² - 6t - 7 = 0 (t = 3log x)
 t = -1 of t = 7
 3log x = -1 of 3log x=7
1
 x= of x = 37
3
1 
V =  , 2187
 3 
BV: 0 < x < 3
 3log x² + 3log(3 - x) = 3log 4
 3log[x²(3 - x)] = 3log 4
 x²(3 - x) = 4
 -x³ + 3x² - 4 = 0
 x = 2 of x = -1 (vervalt)
V = {2}

 (2x  1)log4  xlog3
 (2log4  log3)x  log4
log4
x  0,82814...
2log4  log3
V  0,82814
 ( x  1)log6  (3x  7)log5

 (  log6  3log5)x   log6  7log5
 log6  7log5
x  1,431148...
 log6  3log5
V  1,43115
 3x 1  3.22x  4
 (x  1)log3  log3  (2x  4)log2
 (log3  2log2)x  log3  4log2  log3
log3  4log2  log3
x  17,27536672...
log3  2log2
V  17,27537
 7x 1  82x 3
 (x  1)log7  (2x  3)log8
 (log7  2log8)x  3log8  log7
3log8  log7
x  3,698298631...
log7  2log8
V  3,69830

 8.2x 5  9.32x
 log8  (x  5)log2  log9  ( 2x)log3
 (log2  2log3)x  log9  log8  5log2
log9  log8  5log2
x  1,158312199...
log2  2log3
V  1,15831
 2.5x  104x
 log2  xlog5  4xlog10
 x log5  4log10    log2
 log2
x
log5  4log10
 log2
x  0,0911927...
log5  4
V  0,09119
 3x.log5  log7
log7
 3x 
log5
 log7 
 x.log3  log  
 log5 
 log7 
log  
x  log5   0,1728041978...
log3
V  0,17280

 
2
 4.2 x  2 x 5 0
stel 2 x  t
 t2  4t  5  0
 t  1 of t  5
 2 x  1 of 2 x  5
 xlog2  log5
log5
x  2,3219281...
log2
V  2,32193
4
 2x  5  3. 1
2x
 22x  5.2x  12  2x
 22x  4.2x  12  0
stel 2x  y
y 2 6
 y 2  4y  12  0
y  4y  12  0  0 
2
 2  y  6
 2  2x  6
 2x  6
log6
x
log2
 x  2,5849625...
V ]  ;2,58496[

BV: x > 2
1 1
 3
log(x  2)  3
log9
1
 
 x–2≤9 y = 3
logx is een dalende functie 
 
 x ≤ 11
V = ]2, 11] (BV)
BV: x  0
 |x| > 64
 x > 64 of x < -64
V = ]-, -64[ U ]64,+[
BV: x² - 3 > 0  x   ,  3    3,  

   
 x² - 3 > 1
 x² - 4 > 0
 x  ]-, -2[  ]2, +[ (BV)
Bv: x > 0
 log 2 . log x > log 8
log8
 log x >
log2
 log x > 3
 x > 1000
V = ]1000, +[

B.V.: x  0 en x  1  x  1
1 1 1
1
 3 log(4x)  3
log(x  1)  3 log
9
1 1
 3 log(4x)  3
log 9  x  1 
 4x  9(x  1)
 4x  9x  9
9
x (B.V.)
5
 9
V   1, 
 5
B.V.: x > 0 en x  1
▪0<x<1
1
x
log  x
logx²
3
1
  x2
3
1
 x2  0
3
 3  3 
 x   ,   ,   en 0  x  1
 3   3 
 3 
 x ,1 
 3 
▪x>1
1
x
log x
logx2
3
1
x2
3
1
x2 0
3
3 3
x , onmogelijk want x 1
3 3
 3 
Besluit: V =  ,1 
 3 

t = 0 ; N = 20
t = 4 ; N = 150
 de groeifactor per 4 dagen is 7,5
de groeifactor per dag is 1,6549
n = 20 . (1,6549)t
De exponentiële fase eindigt als N = 250
250 = 20 . (1,6549)t
log12,5
 t= =5
log1,6549
De exponentiële fase eindigt na 5 dagen.

N = 1000.2t (exponentiële fase)
De exponentiële fase eindigt als N = 250 000
 250000  1000.2t
t 8
t 0 8
N 1000 250000
N* 499 1
1
1 8
N* neemt exponentieel af met groeifactor 0,46
499
N* = 499.(0,46)t
G 500000
N=
1 b.at 1 499.(0,46)t

0 6
T
N 30 300
N* 32 2
1
2 6
De groeifactor van N* per 6 maand = 0,63 N* 32.(0,63)t
32
1000
N
1 32.(0,63)t
1000
500 
1 32.0,63t
 1 32.0,63t  2
 32.0,63t  1
1
 0,63t 
32
1
 t.log0,63  log
32
1
log
t 32  7,5
log0,63
De exponentiële fase eindigt na 7,5 maanden.

G
N(t) 
1 b.a t
G  660
G 660 660
N 0    20  b  32  N(t) 
1 b 1 b 1 32a t
660 660
N 5  5
 124  a  0,67  N(t)  t
1 32a 1 32  0,67 
660
N(8)  8
 286,9
1 32  0,67 
Antwoord: na 8 jaar zijn er 287 bevers
N(t)  400
660
 t
 400
1 32  0,67 
 t  9,73
antwoord: na 10 jaar zijn er meer dan 400 bevers.

G
N(t) 
1 b.a t
G  250
G 250 250
N 0    10  b  24  N(t) 
1 b 1 b 1 24 a t
250 250
N 2  2
 26  a  0,60  N(t)  t
1 24 a 1 24  0,60 
250
N(6)  6
 118,47
1 24  0,60
antwoord.: 118,5 cm
N(t)  200
250
 t
 200
1 24  0,60 
 t  8,9
antwoord.: na 9 weken

Antwoord: E

4  5 7
geen
1  8  14  15
4  5  6  7  10  12
3  13  14
1  3  8  13  15
14
8  12
3  14
1  6  8  10  11  12  15
1  6  10  15

4 2 Logaritmische Functies

Uploaded by

Document Information

Original Description:

Original Title

Copyright

Available Formats

Share this document

Share or Embed Document

Sharing Options

Did you find this document useful?

Is this content inappropriate?

Copyright:

Available Formats

4 2 Logaritmische Functies

Uploaded by

Copyright:

Available Formats

= 4 want 625 = 54

bestaat niet want a  IR0 \ {1}

bestaat niet want –0,01  IR

258 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

=4 want 0,0016 = 0,24

= 0,4 want elnx  x

259 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

260 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

261 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

262 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

263 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

264 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

2 log52 2 log75 2 log3

265 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

a logx2  a log y a logz

266 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

 clog a + clog b = clog ab

267 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

268 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

dus : f 1(x)  3 log( 2x) domf 1  IR 0 en bldf 1  IR

269 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

dus : f 1(x)   2 log(x  2) dom f 1   2,   en bldf 1  IR

270 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

271 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

dus : f 1(x)  2  2 x 1 dom f  IR en blf f   ,2

272 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

273 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

274 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

275 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

276 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

277 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

278 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

279 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

280 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

 0,5log(x² - 1) > 0,5log1 en x² - 1 > 0

281 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

 log x > 1 en x > 1 en x > 0

 x > 10 en x > 1 en x > 0

282 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

dom g: -x + 5 > 0  x < 5

283 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

f(x) g(x) x 3; 1,81 4,64;5

284 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

dus : f(x) a log(x  2)  c

(1,2)  f  2 a log3  c (1)

uit (1) en (2) volgt : 1 a log3  a  3

besluit : f(x) 3 log(x  2)  1

dus : f(x) a log(x  2)  c

(3,4)  f  4 a log2  c (1)

uit (1) en (2) volgt : 1 a log2  a  2

besluit : f(x) 2 log(x  1)  3

dus : f(x) a log(x  3)  c

(19,0)  f  0 a log16  2 (2)

uit (1) en (2) volgt : 0 a log16  2  a  4

besluit : f(x) 4 log(x  3)  2

285 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

dus : f(x) a logx  c

(4,0)  f  0 a log4  2 (2)

286 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

 log x = 14 . log(cos1,32) + 28 . log(cot 1,469) – 249 . log   log(  1)

287 5 analyse 1, leerweg 4, logaritmische functies, oplossingen

N  7.(1,015)x N : aantal mensen