You are on page 1of 1

Spreker

Een spreker spreekt. Daartoe ontrolt hij het snoer van zijn diaprojector, schuift de eerste slede dia's in de
projector en probeert het gezelschap wakker te houden. Dat gezelschap bestaat uit mensen die de hele dag hard
gewerkt hebben, en die zojuist de maaltijd en de eerste koffie naar binnen hebben gewerkt. Dan wordt het
donker. Het eerste hoofd knikt voorover. Dat moet Louis zijn.
Een goede spreker merkt niets en is enthousiast. Het gezelschap wordt daardoor aangestoken en blijft (of wordt)
wakker. Er zijn begenadigde sprekers die hun gehoor tot de laatste minuut boeien.
Laat op de avond ontvangt de spreker zijn schamel loon (een handdruk en een gering bedrag als vergoeding van
de kosten).
Slechte sprekers bestaan niet. Het zou onbeleefd zijn, achteraf openlijk toe te geven dat men zich heeft verveeld.
Daarom liggen de lovende verslagen al van tevoren klaar. Hooguit is er een zeker leedvermaak als men in een
tijdschrift leest dat die-en-die alweer die lezing heeft gegeven of zal gaan geven. Je weet dat er weer een lovend
verslag komt. Wie trapt er als volgende in.
De spreker knipt de verslagen uit en plakt ze in zijn dagboek. Tot in lengte van dagen is zijn nageslacht ervan
overtuigd dat het afstamt van een begenadigd spreker. Hopelijk is het erfelijk.

Augustus 1988

You might also like