You are on page 1of 2

Het relais

Een relais is, zoals de teleruptor, een elektromagnetische schakelaar (afgekort: EMS).
Er zijn relais, gebruikt in een stuurkring en relais, gebruikt in een vermogenkring.
Deze laatste noemen we contactoren.
Om de werking van een relais beter te kunnen begrijpen, moeten we eerst spreken over
‘magnetisme’.
1. Magnetisme:
Wanneer een gewikkelde koperdraad (spoel genoemd) onder spanning komt te
staan, onstaat er een magnetisch veld.
Dit magnetisch veld bestaat uit magnetische stromen die we INDUCTIE noemen.
De tekening hieronder maakt dit duidelijk:
I (stroom)

Q (inductie)

U
(Spanning)
De inductiestromen kunnen we opvangen in een ijzeren kern. IJzer geleidt
namelijk deze inductiestromen (of magnetisme) zeer goed.
We gaan dus nu de spoel rond een ijzeren kern wikkelen:

I (stroom)

Q(inductie)
Wanneer we nu een ander stuk metaal (anker) nemen, dan wordt dit aangetrokken
door de kern. Dit omdat de inductie beter geleid door ijzer dan door lucht.
2. Het relais:
a) Onderdelen:
2
3

1
4

5 7
6
1. Normaal gesloten contact.
2. Normaal open contact.
3. Pal.
4. Anker..
5. Spoel.
6. Kern.
7. Veer.
b) Werking:
Wanneer je d.m.v. een drukknop spanning aanbrengt aan de spoel (5), dan
zal de kern (6) magnetisch worden. Hierdoor wordt het anker (4)
aangetrokken. De pal (3) verbindt het anker met de contacten. De
contacten zullen dus door de pal meegetrokken worden. Het normaal open
contact (2) zal dus sluiten en het normaal gesloten contact (1) zal openen.
Lost men de drukknop en de spanning valt weg, dan is er ook geen
magnetisme meer. Het anker wordt niet meer aangetrokken maar zal niet
vanzelf terug naar boven gaan. Daarvoor zorgt de veer (7). Wanneer het
anker terug op zijn oorspronkelijke plaats is, zal het normaal open contact
weer openen en het normaal gesloten contact weer sluiten.

You might also like