You are on page 1of 6

DOELSTELLINGEN Nr

Zich lopend verplaatsen en daarbij MZgm7


Afstanden, bewegingsrichtingen en -banen juist inschatten en de meest efficiënte MZrt3
kiezen

De voorkeurslichaamszijde, -bewegingsrichting en -bewegingsrotatie aanvoelen MZlb6


en deze efficiënt gebruiken

MATERIALEN
- 12 Emmers
- 4 Plastic bakken
- Plakband
- Touw
- 20 Eendjes
- 20 Bootjes
- 40 Zeediertjes
- 5 Waterpistolen
- 5 Waterspuiten
- 35 Bekers
- 5 Dienbladen
- 5 Hengeltjes
- 2 stukken dakgoot
- 4 kegels
- Fluitje
- Pictogrammen voor op emmers (eendje, zeediertje)
- Prentjes voor het opruimen (emmer, plastieken bak, beker, dienblad, hengeltje, dakgoot, kegel,
touw, eendje, bootje, zeediertje, waterpistool, waterspuiter)

GERAADPLEEGDE BRONNEN
- Sleurs, T (2017). Zwemmen zonder zwembad: Alles wat je moet weten vóór de
eerste zwemles. Gent: Academie Press
- Cursus beweging, Beweging, UCLL (2017-2018)
- Lesvoorbereiding Liesbeth Goossens voor het OPO beweging UCLL (2017-2018)

SAMENWERKING MET
Leene

(OPTIONEEL): VOORSTELLING BIJ KEUZEPROCES


/
VERLOOP
AANBOD EN DIDACTISCHE AANPAK KLASMANAGEMENT
1
MONDELINGE TAALVAARDIGHEIDSKANSEN
ORIËNTERING
Organisatorische afspraken:
Vandaag gaan we allemaal spelletjes spelen met water. De kleuters starten met bewegen als ze start horen, horen ze het
fluitje dan stoppen ze met bewegen en verzamelen ze.
FASE 1/STAP 1 : speelse opdrachten rond het verkennen van de ruimte (  Als de KO praat zijn de kleuters stil, en luisteren ze aandachtig.
lopen, plaats terugvinden, ruimte, snel reageren)
Materialen: 1 fluitje en waterpistool
Als ik start zeg mogen jullie op het grasveld rondlopen. Let op, je mag niet van
het grasveld af. Als ik fluit kom je terug naar hier. Timing: 5 min

FASE 2/STAP 2 : speelse opdrachten rond het verkennen van de rollen/spelidee Opstelling kleuters en KO: - Het groene kruisje is de KO - De witte
(  lopen, plaats terugvinden, snel reageren, ruimte, richting, omgaan met kruisjes zijn de kleuters
bewegingsbaan van de KO, snelheid) X X X X X X

Als ik start zeg mogen jullie op het grasveld rondlopen maar let op, ik ben het X X X X X X X
watermonster. Als ik in je buurt ben spuit ik je nat. Als ik fluit kom je terug naar
hier

KERN

Op het grasveld zien jullie allerlei waterspelletjes staan. We gaan eens kijken Organisatorische afspraken :
wat we deze namiddag allemaal kunnen doen in de 4 waterspeeltuinen. Jullie De kleuters starten met de opdracht als ze het fluitje horen. Gaan
starten straks in één hoek en we schuiven straks telkens door zodat jullie overal
aan de kegel zitten als ze het fluitje weer horen. Dan wordt er naar
gespeeld hebben.
de volgende hoek doorgeschoven. Eerst gaan ze weer bij de kegel
zitten.
Timing : telkens 8 min per hoek (32 min) en 5 min doorschuiven =
ongeveer 40 min
1
Materialen algemeen : fluitje – 4 kegels

Hoek 1: (  lopen, richting, snelheid, beweging afremmen, plaats, sorteren, Materialen per hoek :
lichaamsas, mikken) - 1 bak met water
Als ik straks fluit mag je van achter deze lijn naar de bak met zeediertjes en - 20 eendjes
eendjes lopen. Je mag dan een eendje of een zeediertje uit de bak halen. Dat - 20 zeediertjes
kan je met je handen doen of met een hangeltje. Daarna loop je terug naar het - 5 hengels
begin en leg je je eendje of je zeediertje in de juiste emmer. Kijk goed naar de - 2 emmers
foto. Dat mag je doen tot er terug gefloten wordt. Dan ruim je eerst op door - Prent met eendjes en prent met zeediertjes
alle zeediertjes, eendjes en hengels naar het begin te brengen. Je gaat dan aan - kegel
de kegel zitten en dan schuiven we straks door.

Differentiatie : de eendjes zijn veel gemakkelijker om te nemen, want die


drijven. De andere diertjes drijven niet, en liggen dus op de bodem. Bij gevolg
zijn deze moeilijker om te nemen. Het is makkelijker om iets met je handen te
pakken dan met het hengeltje.

Impulsen:
- Kijk heel goed waar het moet. Is dit hetzelfde?
- Probeer ook eens de zeediertjes te nemen
- De KO houd het eentje stil zodat het makkelijker is voor de kleuter
om met het hengeltje het eendje te nemen.

Hoek 2 : (evenwicht, lopen, beweging afremmen, plaats, afstand, inschatten)


Als ik straks fluit mag je een beker vullen met water uit deze emmer en op je
dienblad zetten. Dan stap je naar de emmer daar en probeer je je beker op het
dienblad niet te laten vallen. Als je bij de emmer bent mag je je beker daarin - 10 bekers
leeggieten en terug naar het begin lopen. Daar begin je opnieuw. Als het goed - 5 dienbladen
lukt mag je met twee bekers proberen. Als ik terug fluit ruim je op door alle - 4 emmers
bekers en dienbladen aan de start te leggen. Daarna ga je hier aan de kegel - Kegel
zitten. Straks schuiven we dan door.
Differentiatie : met twee bekers is het moeilijker dan met één beker

Impulsen:
- Hoeveel bekers moet je nog nemen om de emmers te vullen?
- Ik wil wel eens zien wie er de meeste bekers kan dragen!
- Neem je dienblad goed met 2 handen vast en kijk goed naar je
bekers.

Hoek 3: (energie doseren, tot rust komen, lopen, richting, beweging afremmen,
plaats, afstand, bewegingen in een bepaalde tijdsvolgorde, voorkeurshelft,
inschatten)

Als ik straks fluit mag je een bootje of een zeediertje uit de emmer halen. Je
loopt naar de andere kant en je zet je bootje of zeediertje op de dakgoot (die
op een emmer en een plastiek bak staat. Je neemt een waterspuit en je
probeert je bootje of waterdiertje van in de dakgoot in de emmer te spuiten. Je
mag blijven water nemen tot het gelukt is. Daarna mag je een nieuw bootje of - 20 zeediertjes
waterdiertje halen en wacht je tot de kleuter voor je klaar is en kan je terug - 20 bootjes
- 4 emmers met water
spuiten. Je doet dit tot er terug gefloten wordt. Dan ruim je alles op door alle
- 2 dakgoten
zeediertjes, bootjes en waterspuiten aan de start te leggen. Dan ga je aan de
- 2 plastic bakken
kegel zitten. Straks schuiven we dan door.
- 5 waterspuiten
- kegel
Differentiatie : er zijn verschillende waterspuiten (grote en kleine). Met een
kleine spuit kan je minder lang spuiten.

Impulsen:
- Moet je hard of zacht spuiten? Staat het ver of dichtbij?
- Je kan eens 1 oog dichtdoen. Zo zie je goed naar waar je je pistool
moet mikken.
- Welke heb je al gedaan? Je kan ook eens het bootje nemen.

Hoek 4: (lopen, richting, beweging afremmen, plaats, afstand, voorkeurshelft,


energie doseren, mikken)

Als ik straks fluit mag je een waterpistool vullen in de emmer. Je loopt met je
pistool naar de stapel bekers. Aan de bekers is een korte en een verre lijn. Je
kiest achter welke lijn je gaat staan. Van aan de lijn spijt je je waterpistool leeg.
Je probeert zoveel mogelijk bekers omver te spuiten. Als je pistool leeg
gespoten is gespoten zet je de stapel bekers terug en mag je je pistool terug
gaan vullen. Als er gefloten wordt stop je en ga je de omgevallen bekers terug
in een stapel zetten. Dan ga je aan de kegel zitten. Straks schuiven we dan door.

Differentiatie : de kleuters kunnen achter de dichte of de verre lijn gaan staan

Impulsen:
- Probeer maar eens van verder te spuiten!
- Je kan eens 1 oog dichtdoen. Zo zie je goed naar waar je je pistool - 5 waterpistolen
moet mikken.
- 2 emmers met water
- Staan de bekers ver? Hoe hard moet je spuiten? Oei, misschien
iets zachter spuiten dus je knopje iets minder hard indrukken.
- 2 stapels van 8 bekers
- Een verre lijn met touw en een dichtere
Alle hoeken worden besproken en gedemonstreerd. Tijdens de spelletjes loopt
de KO rond en moedigt ze de kleuters aan.
“ goed mikken, snel lopen, voorzichtig met die bekers, met een hengel lukt het
ook wel…”

De kleuters krijgen elk een nummer van één tot vier dat is de waterspeeltuin
waar ze beginnen.
GRONDPLAN

Hoek 1 Hoek 2
Hoek 4 Hoek 3

AFRONDING
Organisatorische afspraken:
Jullie krijgen allemaal een kaartje met een foto van een materiaal (een emmer – Elke kleuter helpt met opruimen
een waterpistool,…) ( lopen, richting, plaats zoeken) Als de KO praat is het stil en luisteren de keuters
Als een kleuter aan het woord is luisteren de andere kleuters
Als ik fluit ga je snel het materiaal zoeken dat op je foto staat en breng je het
snel naar hier. Als er nog water in het materiaal zit mag je het leeggieten op het Materialen: 1 fluitje en prentjes van alle materialen
gras. Als je een materiaal gebracht hebt kom je een nieuwe foto halen tot alle
materialen zijn opgeruimd. Timing: 5 min

Opstelling kleuters en KO: alle kleuters zitten in een kring

EVALUEREN & EVOLUEREN

You might also like