You are on page 1of 6

VOORBEREIDING ACTIVITEIT

bachelor kleuteronderwijs 2020-2021

ADMINISTRATIEVE GEGEVENS
datum: 10 mei stageschool: VBS Westakker

naam kleuter-
naam student: Laura Peremans Monique Nuyts en Eline Waem
onderwijzer:

Aantal + leeftijd
OF: □ OF1 x OF2 □ OF3 kleuters:
18 kleuters (5 jaar)

Onderwijsnet: X Gesubsidieerd vrij onderwijs □ OVSG □ GO!

THEMA ACTIVITEIT

x thema vanuit KO: Verkeer - schoolfeest X Klassikale activiteit: bewegingsmoment


□ vanuit kls: □ Begeleide activiteit:

□ zonder thema:

BEGINSITUATIE
De kleuters dansen graag en zijn graag creatief bezig. Ze doen altijd enthousiast mee. Ze vinden het ook leuk om
op muziek bezig te zijn. Bewegen is heel erg belangrijk. Bewegen doen ze op de speelplaats en in de turnles.

Het is bijna schoolfeest en mijn 2 mentoren vroegen of ik hier een dansje bij wilde maken.

Dansen is ook een hobby van mij. Ik vind het zeer ontspannend.

DOELSTELLINGEN Nr
Gericht en intens waarnemen met de zintuigen MZzo1

De eigen bewegingen aanpassen aan statische en dynamische objecten door af


te remmen, te stoppen, te vertragen, te versnellen en/of door van richting te
veranderen, al dan niet met een voorwerp
MZrt2

Afstanden, bewegingsrichtingen en -banen juist inschatten en de meest efficiënte


kiezen MZrt3

Zich lopend verplaatsen en daarbij


MZgm7

Voldoende kracht, lenigheid, uithouding en snelheid ontwikkelen


MZgm12

Bewegingsenergie en spierspanning doseren en tot rust komen MZlb3

De technische en expressieve vaardigheden die nodig zijn om zich muzisch uit te MUva3
drukken in beeld, muziek, dans en drama verfijnen

Zich bewust worden van de eigen muzische en creatieve mogelijkheden (talenten) en die MUgr3
tonen

Tot kwaliteitsvol muzisch samenspel komen MUva1

MATERIALEN
- Liedje Rood en groen kaartje yogakaarten
- box

GERAADPLEEGDE BRONNEN
/

SAMENWERKING MET
/

(OPTIONEEL): VOORSTELLING BIJ KEUZEPROCES


/
VERLOOP

AANBOD EN DIDACTISCHE AANPAK KLASMANAGEMENT


1
MONDELINGE TAALVAARDIGHEIDSKANSEN

ORIËNTERING

Het bewegingsmoment gaat buiten door omdat er niet zo veel De kinderen zijn
plaats is in de klas. buiten en staan
eerst op een rij.

Stoppen bij rood en gaan bij groen:


De kleuters
kijken naar de
Ik heb hier 2 kaartjes bij mij. Wat zou dit betekenen in het KO. De kleuters
verkeer? Ja, groen is dat je mag doorrijden en rood is dat je luisteren naar de
moet stoppen. KO en naar
elkaar. Wanneer
de kleuters iets
Wij gaan nu allemaal verschillende voertuigen spelen. Ik heb willen vragen
hier een zakje met verschillende voertuigen in. Je trekt er 1 en steken ze hun
je kijkt wat er op staat. Dat voertuig ben jij en dat moet je tovervinger op.
naspelen. De kleuters zijn
rustig en blijven
Dus je gaat rondlopen in het voertuig dat je bent. zitten wanneer
Bijvoorbeeld: .. heeft de fiets dus dan gaat doen alsof ik op een de KO of een
fiets zit. Snappen jullie het? andere kleuter
iets voordoet of
vertelt.
Maar je moet heel goed naar mij kijken want ik steek rode en
groene kaartjes omhoog. Wanneer ik rood omhoog steek moet
je snel stoppen want dan mag je niet meer rijden. Wanneer ik Nodig:
groen omhoog steek mag je terug doorrijden.
- rood en
groen
kaartje
Als het muziekje begint beginnen we. Als de muziek stopt
- muziekje
eindigen we en ga je terug op de lijn staan.
verkeer

Impulsen:

- KO wisselt snel
Timing: 5
- Waarom moeten we eigenlijk stoppen bij rood?

1 Welke begrippen komen aan bod? | Hoe ondersteun je wat je zegt? |


(indien van toepassing) Hoe ondersteun je de taalproductie van de kleuters?
- Kom op! Nu gaan we heel snel rijden! minuten
- Nu gaan we heel traag rijden
- STOPPP
- Voetganger voorbij gaan = stoppen

KERN

Weten jullie nog welk liedje we hebben gedanst vorige week De kinderen zijn
voor het schoolfeest? Zal ik het nog eens opzetten? buiten.

De KO zet het liedje op. De kleuters


kijken naar de
KO. De kleuters
Like me – Je hebt een vriend luisteren naar de
KO en naar
elkaar. Wanneer
Voel jij je ook soms zo alleen  handen omhoog tikken om de beurt de kleuters iets
willen vragen
Met al die mensen om je heen  zwaaien
steken ze hun
Als je lacht als je huilt en er niemand luistert  met vinger tikken naar
tovervinger op.
voor en met de benen tikken
De kleuters zijn
Elke dag voor een muur komt te staan  handen omhoog op de 2 tikken rustig en blijven
Kijk me aan, kijk me aan  kijken naar de buur en wijzen naar je ogen staan wanneer
de KO of een
Je hebt een vriend andere kleuter
Iemand die voor jou door vuur gaat iets voordoet of
Elke dag weer voor je klaarstaat vertelt. De KO
Voor altijd aan je zij, je hebt een vriend duid iemand aan
Iemand die je nooit alleen laat wanneer dit
nodig is.
Met jou de toekomst tegemoet gaat

 kleuters dansen per 2: rondjes draaien om de beurt


Timing: 5
minuten
Geloof me maar je hebt een vriend in mij  hartje maken bij zichzelf

Materiaal:

In elke wondermooie dag - Lied


- box
Ahoe
Elke aanstekelijke
Is de nacht soms te lang is het pad te duister

Steek je hoofd dan niet in het zand

 springen

Neem m’n hand, neem m’n hand  handen vasthouden van vriendje

Je hebt een vriend (als je lacht, als je huilt zeg m’n naam)
Iemand die voor jou door vuur gaat
Elke dag weer voor je klaarstaat
Voor altijd aan je zij je hebt een vriend

Je hebt een vriend (als je lacht, als je huilt zeg m’n naam)
Iemand die je nooit alleen laat

Met jou de toekomst tegemoet gaat


Geloof me maar je hebt een vriend in mij

 dansen met elkaar – armen vasthouden en heen en weer bewegen

Gitaarstukje: schudden met de billen

Je hebt een vriend (als je lacht, als je huilt zeg m’n naam)
Iemand die voor jou door vuur gaat
Elke dag weer voor je klaarstaat
Voor altijd aan je zij je hebt een vriend

Iemand die je nooit alleen laat ('k laat je nooit meer alleen)
Met jou de toekomst tegemoet gaat (elke dag weer)
Geloof me maar je hebt een vriend in mij

 dansen met elkaar – indraaien bij elkaar


 kusjes geven op het einde
-

AFRONDING

De kinderen
zitten in de
Sterk maken:
onthaalhoek.

De kleuters
De kleuters gaan allemaal staan.
kijken naar de
KO: we gaan ons zo sterk maken als een auto. KO. De kleuters
De kleuters spannen zich op. De KO gaat langst en probeert tegen de kleuters te duwen luisteren naar de
en te kijken hoe stevig ze staan. De KO verwoord ook hoe sterk de kleuter als een auto KO en naar
staat. elkaar. Wanneer
de kleuters iets
willen vragen
Impulsen: steken ze hun
- ik ben benieuwd wie er heel sterk staat! tovervinger op.
- Wauw, je staat zo sterk als een auto De kleuters zijn
- Wat moet je doen om je heel sterk te staan? rustig en blijven
- Ja, je spieren gebruiken.
zitten wanneer
- … kan jij een helpen om te controleren.
- Oef, jou kan ik niet omver duwen. de KO of een
andere kleuter
iets voordoet of
Yogaspelkaarten: vertelt. De KO
duid iemand aan
De KO heeft de kaarten in haar hand. De kleuters komen 1 voor 1 een kaartje nemen. De
wanneer dit
kleuter benoemt wat er op het kaartje staat. Ze raad wat we moeten doen. De KO leest
voor wat er op het kaartje staat en de kleuters doen de oefening. De KO doet de nodig is. Tijdens
oefening mee. de oefening zijn
de kleuters
rustig en zeggen
ze niks.

Timing: 3
minuten

EVALUEREN & EVOLUEREN

You might also like