You are on page 1of 9

Artikel 1:

Verschillen tussen vrouwen en mannen op de werkvloer: het is een gevoelig


onderwerp. Hoe staat het ervoor in 2019? Zijn er verschillen tussen mannen
en vrouwen die duiden op ongelijkheid?

Veel vrouwen vinden van wel. Uit een internationaal onderzoek van Effectory
blijkt dat vrouwen minder kansen en mogelijkheden ervaren om zich
professioneel te ontwikkelen dan hun mannelijke collega’s. Grote verschillen,
zoals onderstaande, zorgen ervoor dat dit gevoel van ongelijkheid in stand wordt
gehouden.

1. Gemiddeld verdienen mannen meer dan vrouwen


Alhoewel het loonverschil tussen mannen en vrouwen gestaag afneemt, bestaat
het nog steeds. De loonkloof tussen mannen en vrouwen is op het moment zelfs
17 procent, blijkt uit cijfers van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek). Hier
zijn een aantal verklaringen voor. Zo blijkt dat vrouwen vaker in sectoren werken
waar het uurloon lager is, zoals de zorg en het onderwijs. Ook gaan zij vaker
minder uur werken als er kinderen in het spel zijn.
Daarnaast wordt gedacht dat vrouwen op de werkvloer eerder te maken hebben
met discriminatie. Volgens het College voor de Rechten van de Mens zouden
werkgevers vrouwen (onbewust) benadelen door ze te laag in te schalen of
aansluiting te zoeken bij het laatstverdiende salaris. Omdat het oude salaris vaak
ongelijkwaardig is, wordt de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in stand
gehouden.

2. Vrouwen werken vaker parttime dan fulltime


Uit cijfers van het CBS blijkt dat de gemiddelde arbeidsduur per week 36 uur is
voor mannen en 26 uur voor vrouwen. Het verschil ontstaat al in het begin van de
loopbaan, als er nog geen kinderen zijn: 63 procent van de vrouwen en 30
procent van de mannen in de leeftijdsgroep 18-25 jaar werken dan parttime.
Het verschil wordt groter als de leeftijd toeneemt. In de groep 31-35 jaar werkt 86
procent van de vrouwen en 13 procent van de mannen in deeltijd. Het krijgen van
kinderen is dan de voornaamste redenen waarom vrouwen minder vaak gaan
werken. Niet altijd op vrijwillige basis: een deel van de jonge vrouwen zou graag
meer uren willen werken, maar ziet geen mogelijkheid.

3. Er zijn minder vrouwen met topfuncties


Veel functies worden nog altijd eerder door mannen ingevuld dan door vrouwen.
Neem de top van het bedrijfsleven, bijvoorbeeld. In ons land wordt sinds 2017
een streefcijfer van 30 procent gehanteerd voor een evenwichtige verdeling
tussen mannen en vrouwen in topposities binnen organisaties. Om te
onderzoeken of bedrijven dit streefcijfer halen, liet Minister van Engelshoven
(OCW) dit jaar nog onderzoek doen naar de 200 grootste bedrijven in Nederland.
De bedrijven werden gevraagd om hun jaarverslagen te delen en indien het
streefcijfer niet gehaald is, uit te leggen waarom.
Wat bleek? Slechts 13 bedrijven wisten het streefcijfer van 30 procent vrouwen in
zowel de raad van bestuur als de raad van commissarissen te behalen. Onderaan
de lijst bungelden 17 bedrijven die helemaal geen vrouwen hadden in een
topfunctie.

De redenen? "Allemaal in de categorie 'slappe smoesjes'", liet ze weten. "'We


selecteren de beste kandidaten voor de rol' of 'we selecteren op kwaliteit', dat kan
écht niet. Daarmee impliceer je: er zijn geen vrouwen met kwaliteiten." Ze kan
zich geen positie voorstellen waar geen vrouwen voor te vinden zijn. "We hebben
een topvrouwendatabase, met 1500 board-ready vrouwen. Er zijn genoeg
vrouwen die dus hun vinger opsteken", aldus van Engelshoven.

Gelukkig is er ook goed nieuws: in een aantal beroepen wordt de man-


vrouwverdeling gelijker en vermindert de loonkloof. Uit onderzoek van de
Algemene Bestuursdienst blijkt bijvoorbeeld dat het aandeel topvrouwen bij de
Rijksoverheid is gestegen van 31 procent in 2015 naar 34 procent eind 2017. Ook
is het aandeel van vrouwelijke hoogleraren door de jaren heen gestegen. Eind
2017 was 20,9 procent van de hoogleraren aan Nederlandse universiteiten
vrouw, concludeert het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH).

4. Mannen staan eerder open voor werk ver van huis


Uit cijfers van het UWV blijkt dat vrouwen werk zoeken binnen een straal van 28
kilometer vanaf huis, terwijl mannen gemiddeld 49 kilometer van huis zoeken. Het
werk-zoekgebied van de vrouw is daardoor gemiddeld ruim 2300 kilometer,
vergeleken met ruim 7300 vierkante kilometer voor mannen. Door werk dichtbij
huis te zoeken leveren vrouwen vaak inkomen in, maar vooral jonge moeders met
jonge kinderen krijgen er welzijn voor terug.
5. Mannen krijgen eerder promotie dan vrouwen
Vrouwen onderhandelen net zo vaak als mannen over hun salaris, maar
verdienen toch minder. Een van de verklaringen hiervoor zou zijn dat vrouwen
sneller afhaken tijdens een onderhandelingsgesprek.

De reden? Vrouwen hebben tijdens een onderhandelingsgesprek te maken met


gender-stereotype rolverwachtingen, blijkt uit een onderzoek van de Harvard-
universiteit. Ze worden negatiever beoordeeld dan mannen als ze proberen te
onderhandelen over hun salaris, omdat van vrouwen ‘aardigheid’ wordt verwacht
en geen ‘veeleisendheid’. Vragen om meer loon zou duiden op veeleisendheid,
waardoor vrouwen sneller afhaken dan mannen.

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Wet gelijke behandeling man vrouw


Werkgevers mogen bij gelijkwaardige arbeid geen onderscheid maken
tussen vrouwen en mannen. Dit is neergelegd in artikel 141 van het EG-
verdrag en in Nederland in de Algemene Wet Gelijke Behandeling (AWGB).
In de AWGB zijn algemene regels ter bescherming tegen discriminatie
opgenomen. Het verbod op onderscheid naar geslacht is verder uitgewerkt
in de Wet gelijke behandeling man/vrouw en artikel 7:646 BW.

Op grond van de genoemde wetgeving is onderscheid op grond van geslacht hoe


dan ook verboden inzake arbeidsvoorwaarden, in het bijzonder loon. De
verschillende bestanddelen (basisloon, overwerktoeslag, vakantiegeld et cetera)
waaruit het loon is opgebouwd moeten worden berekend op grondslag van
gelijkwaardige maatstaven.

Direct onderscheid op grond van geslacht is in alle gevallen verboden; er bestaat


geen uitzondering op deze norm, behoudens de in de wet genoemde
uitzonderingen:
• als er sprake is van beroeps- of functieactiviteiten waarvoor het geslacht
bepalend is
• als het bedingen betreft die op de bescherming van de vrouw, met name in
verband met zwangerschap en moederschap betrekking hebben
• er is sprake van voorkeursbeleid (zie ook hieronder).
Direct onderscheid wil in dit geval zeggen dat het verschil in beloning tussen
werknemers met vergelijkbare functies is gebaseerd op het feit dat een
werknemer mannelijk of vrouwelijk is. Naast bepalingen of handelingen waarin
het direct onderscheid expliciet wordt vermeld, zal direct onderscheid ook
worden aangenomen als er geen andere objectieve verklaring is voor een
verschil in beloning tussen een mannelijke en een vrouwelijke werknemer met
een functie van (nagenoeg) gelijke waarde.

Indirect onderscheid kan objectief gerechtvaardigd worden. Indirect onderscheid


kan zich voordoen als bij de vaststelling van de beloning weliswaar niet het
geslacht als onderscheidend criterium wordt gehanteerd, maar andere criteria
die onderscheid tot gevolg hebben zoals kostwinnerschap.
Indirect onderscheid kan ook vermoed worden als een bepaalde functie voor het
overwegende deel door werknemers van één geslacht wordt uitgeoefend en
deze functie lager wordt beloond dan een andere gelijkwaardige functie(s) die
voor het overwegende deel wordt/worden uitgeoefend door werknemers van
het andere geslacht.

Als de werknemer feiten naar voren brengt die het vermoeden doen rijzen van
onderscheid op grond van geslacht, moet de werkgever het tegendeel bewijzen.
Bij een vermoeden van direct onderscheid dient de werkgever het onderscheid
derhalve te weerleggen, anders staat daarmee het verboden onderscheid vast
(met uitzondering van de in de wet genoemde uitzonderingen). Bij indirect
onderscheid betekent dit dat de werkgever ofwel dit vermoeden dient te
weerleggen ofwel dat het verschil in beloning wordt gerechtvaardigd door
objectieve factoren waaraan iedere gedachte aan discriminatie vreemd is.

Voorkeursbeleid: vereisten
Voorkeursbeleid is alleen toegestaan indien kan worden aangetoond dat sprake
is van een concrete achterstandssituatie van een bepaalde groep. Daarbij mag
het beleid niet verder gaan dan dat bepaalde groepen in het bijzonder uit
worden genodigd om te solliciteren of de voorkeur krijgen bij gelijke
geschiktheid.
Bij deze vorm van voorkeursbehandeling dient volgens de jurisprudentie van het
Hof van Justitie van de EG een zogenaamde openingsclausule gehanteerd te
worden. Deze clausule dient in te houden dat vrouwen niet bij voorrang
aangesteld of bevorderd mogen worden, als met de persoon van een mannelijke
kandidaat verband houdende redenen de balans in zijn voordeel doen omslaan.
Volgens de rechtspraak van het Hof mogen deze – met de persoon van een
mannelijke kandidaat verbandhoudende – redenen op hun beurt niet
discriminerend zijn ten opzichte van vrouwen. Wanneer het echter niet gaat om
werving en selectie maar bijvoorbeeld om het toewijzen van plaatsen voor
kinderopvang zijn vergaande vormen van voorkeursbehandeling toegestaan.

Aanvullende informatie gelijke beloning op grond van geslacht


Als er voor een bepaalde functie bij een onderneming werknemers werkzaam
zijn van overwegend hetzelfde geslacht (vrouwen óf mannen) en deze functie
aanmerkelijk lager wordt beloond dan een vergelijkbare functie waarvoor
overwegend werknemers van het andere geslacht werkzaam zijn, bestaat er een
vermoeden van ongelijke behandeling (indirect onderscheid). De werkgever zal
dan moeten aantonen dat er voor het indirecte onderscheid een objectieve
rechtvaardigingsgrond bestaat.

Seksuele intimidatie
Sinds 2006 is in de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen ook
seksuele intimidatie opgenomen als implementatie van een Europese richtlijn.
Hierdoor is de positie van een werknemer met een klacht over (seksuele)
intimidatie op het werk versterkt. Een rechter kan nu bij een klacht beslissen om
de bewijslast te verschuiven naar de werkgever. Dat kan gebeuren als de
werknemer een klacht zo met feiten kan onderbouwen dat de rechter het
vermoeden van (seksuele) intimidatie op de werkvloer kan afleiden. Wanneer de
rechter de bewijslast verschuift naar de werkgever, betekent dit dat de
werknemer niet hoeft te bewijzen dat de (seksuele) intimidatie heeft
plaatsgevonden, maar dat het aan de werkgever is te bewijzen dat hij er alles aan
heeft gedaan om (seksuele) intimidatie op de werkvloer te voorkomen.
//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Bestaat er zwangerschapsverlof
voor mannen?
Regelingen tijdens de zwangerschap

Voor een man verandert er op het eerste gezicht weinig wanneer zijn partner zwanger is.
Mannen kunnen doorgaan met werken en hebben nog geen recht op verlof. Dit is anders
voor een vrouw. Vrouwen hebben recht op zwangerschapsverlof van 16 weken. Dit houdt in
dat een vrouw zes weken voor de bevalling mag stoppen met werken. Na de zwangerschap
blijven er dus nog 10 weken verlof over. Dit verlof hoeft niet aangevraagd te worden, omdat
dit wettelijk vastgesteld is. Bij problematische zwangerschappen is het echter gewoonlijk dat
een vrouw eerder met verlof gaat. Wanneer een man zijn partner moet, of wil, ondersteunen
tijdens een (zware) zwangerschap, zal hij hier in de meeste gevallen vakantiedagen voor aan
moeten vragen.

Na de bevalling: zwangerschapsverlof voor mannen

Een vrouw heeft na de bevalling nog recht op minimaal 10 weken zwangerschapsverlof,


afhankelijk van het reeds opgenomen verlof voordat de baby er was. Wat vaak vergeten
wordt, is dat mannen ook recht hebben op zwangerschapsverlof. Dit is wettelijk vastgelegd
en hoeft niet aangevraagd te worden. In tegenstelling tot het zwangerschapsverlof van
vrouwen hebben mannen slechts recht op twee dagen verlof. Deze dagen moeten binnen
vier weken na de bevalling gebruikt worden. De discussie over zwangerschapsverlof voor
mannen is in de laatste jaren behoorlijk opgelaaid. Het is dus afwachten of mannen meer
zwangerschapsverlof krijgen. 

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
INVALSHOEK ETISCH:

De vrouw wordt geschapen als 'hulpe' tegenover de man. Vervolgens is er


de zondeval, waarin de Here onder meer tegen de vrouw zegt dat de man
heerschappij over haar zal voeren. Als je het Oude Testament leest, dan zie
je gedurende een lange reeks van duizenden jaren dat leidinggevende
functies steeds door mannen worden vervuld. In het Nieuwe Testament
wordt die lijn doorgezet. De discipelen van Jezus waren bijvoorbeeld
allemaal man.
Inderdaad, het klopt dat er bijzondere vrouwen in de Bijbel voorkomen met
leidinggevende capaciteiten. De uitzondering is niet het bewijs dat het
anders moet. Nee, zeggen wij, de uitzonderingen bevestigen juist de regel.

Als je het niet erg vindt, dan pak ik de Bijbel er even bij. De apostel Paulus
gaat herhaaldelijk in op de rol van mannen en vrouwen. In 1 Korintiërs 11
staat een veelzeggend stukje. Daar heeft Paulus het over de verhouding van
mannen en vrouwen in het algemeen. Dat is op dat moment niet gerelateerd
aan huwelijk of het spreken in de gemeente. Op andere plaatsen zie je dat
ook.

De vrouw zou geen actieve bestuurlijke rol in de politiek moeten vervullen.


Ik ben van mening dat de vrouw de eerste verantwoordelijkheid heeft in
het gezin.

Ik vind het belangrijk er nog wel iets bij te zeggen: er ontstaat heel
makkelijk een beeld dat vrouwen bij ons de sloofjes zijn die thuis mogen
zitten. Onzin. Ik zie dat in mijn eigen leven. Mijn vrouw en ik zijn er
samen van overtuigd dat haar eerste verantwoordelijkheid in het gezin is en
mijn eerste verantwoordelijkheid om de kost te verdienen. Maar
tegelijkertijd voldoet ze op geen enkele manier aan de karikatuur. Ik
bedoel: ik kom ook thuis en dan blijkt opeens dat er een kamer is
geschilderd. Ik ben dan niet eens verbaasd.

Als je de Bijbel écht leest, zie je dat er wel degelijk een grote mate van
gelijkwaardigheid is tussen man en vrouw. De Bijbel zegt dat de man zijn
vrouw moet liefhebben zoals Christus de gemeente liefheeft. Dat is de
hoge standaard die de Bijbel hanteert. Als ik dat vergelijk met de moderne
maatschappij - daar is de vrouw weliswaar geëmancipeerd, maar wordt
ondertussen breed gezien als vooral een lustobject.
De kans is groot dat het vrouwenstandpunt van de SGP vandaag verandert.
Ik geloof dat er meer getuigenis van was uitgegaan als de partij op dit punt
geen water bij de wijn had gedaan. Het is nog steeds mijn SGP, maar wel
met meer pijn in het hart."

Voor
Wim van Duijn (48), verpleeghuisarts en SGP-raadslid in Katwijk
'Voor mij is het uitgangspunt: wat zegt de Bijbel. Gods woord is de
absolute waarheid. Maar onze interpretatie is dat niet. Daarin zit de
oorzaak van ons meningsverschil. Volgens mij heeft de SGP te veel
vastgehouden aan wat zij nu eenmaal gewend was.

Terecht heeft de SGP een kritische houding tegenover een doorgeslagen


emancipatiestreven. Daarmee bedoel ik een eenzijdig accent op
zelfontplooiing ten koste van een goede huwelijksrelatie. Maar ik denk dat
de partij zelf ook is doorgeslagen. Door haar verzet tegen het
emancipatiestreven is er niet kritisch gekeken naar de bijbelse gegevens.
Mij werd wel eens verweten dat ik me laat bepalen door de tijdgeest en
'verlichtingsdenken'. Maar mij gaat het er echt om wat de Bijbel zegt.

Kernpunt in de discussie is de 'scheppingsorde'. In de Bijbel staat dat God


eerst de man schiep en daarna de vrouw. Het is volgens mij onjuist om te
stellen dat deze scheppingsordening gaat over de hele samenleving. Het
gaat daar duidelijk over de huwelijksrelatie.

Ik pak de Bijbel er even bij, dat praat makkelijker. Neem 1 Korintiërs 11.
Dat is een bijbelpassage die elke keer opduikt als we spreken over het
vrouwenstandpunt. Lees je dat in de context, dan zie je dat de apostel
Paulus de rol van de vrouw heel duidelijk koppelt aan het huwelijk tussen
man en vrouw. Dat kun je niet zomaar doortrekken naar de rol van de
vrouw in de hele samenleving. Dat is de kern van het verschil van inzicht
dat voor- en tegenstanders hebben.

Er is nog een reden waarom ik dit standpunt heb. In de Bijbel zijn er ook
vrouwen, bijvoorbeeld profetessen, die door God leidende functies krijgen.
Was dat omdat de mannen het lieten afweten? Welnee, er wordt niet eens
een hint gegeven die kant op!

Ik zeg niet: mijn interpretatie is de enige ware manier van interpreteren. Bij
de tegenstanders van de vrouw in de politiek mis ik vaak wel de ruimte om
te zien dat er ook serieuze gelovigen zijn die er anders over denken.
Christenen kunnen tot verschillende conclusies komen, zonder dat dit
afbreuk doet aan je geloofwaardigheid.

Je moet voorzichtig zijn om een bepaald standpunt te verabsoluteren tot:


dit is wat Gods woord zegt. Ik vind het bovendien een wonderlijk
standpunt dat indruist tegen het wezen van ons gereformeerd belijden. We
belijden als gereformeerden juist dat we feilbaar zijn. Dat betekent dat
onze eigen lezing van Gods woord ook feilbaar is. Dat betekent dat er altijd
ruimte moet zijn voor andere benaderingen.

Eigenlijk is die hele vrouwendiscussie een ondergeschikt punt. Het is zeker


niet een van de pijlers onder de partij. De grondslag van de partij is Gods
woord. Onze identiteit is het geloof in de drie-enige God. De vertaalslag
naar concrete politieke standpunten is iets anders. Dat heeft wel een relatie
met de grondslag, maar politieke standpunten zijn geen bouwsteen van de
partij. Over politieke standpunten kun je van mening verschillen, over de
identiteit niet.

Ik kan met de Bijbel in mijn hand zeggen dat ik een uitgesproken


voorstander ben van de vrouw in de politiek."
//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Vrouwen moeten gedurende uw samenkomsten zwijgen. Ze


mogen niet spreken, maar moeten ondergeschikt blijven, zoals
ook in de wet staat. Als ze iets willen leren, moeten ze het thuis
aan hun man vragen, want het is een schande voor een vrouw
als ze tijdens een samenkomst spreekt. (1 Kor 14:34–35 – NBV)

Galaten 3:28: ‘Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of
vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus.’ Hier is Paulus etnische, sociale, en
gender-verschillen zo onbelangrijk gaan vinden, dat hij ze zelfs bijna opheft, terwijl
de verzen in 1 Kor. 14 vrouwen en mannen juist recht tegenover elkaar plaatsen.

You might also like