Burgerschap OP2

Cohort 2022
Studiewijzer

VITAAL BURGERSCHAP

LA ORANJE

Docenten:
Hafid Bouteibi
Ronald de Bruijn
Onur Ö zbudak
Beste studenten,
De komende periode willen wij het met jullie hebben over vitaal-burgerschap. Wat is dat eigenlijk vitaal?
Sommigen van jullie kennen het woord waarschijnlijk al.
Jullie gaan in duo’s een mini-les voorbereiden en deze uitvoeren. Als toekomstige onderwijzer kunnen
jullie oefenen door onderzoek te doen naar alle maatregelen op je stageschool over het onderwerp
‘gezondheid’. Waar moet je allemaal rekening mee houden, wanneer je een activiteit op stage gaat
organiseren over vitaliteit? Je gaat samen met een medestudent aan de slag en werkt nauw samen om een
mini-les voor te breiden. Het centrale thema van de mini-les is ‘de vitale school’. Daarnaast gaan we
tijdens de lessen ook in op onze eigen leefstijlen en leefomgeving. Je leefstijl zegt het één en ander over
hoe je omgaat met middelen als drankgebruik, drugs, voeding, bewegen, persoonlijke verzorging,
seksualiteit en sinds twee jaar corona.
Tijdens de lessen gaan we in op de thema’s die hierboven staan plus, overgewicht, stress en omgaan met
weerstand. Andere vormen van leefstijlen krijgen natuurlijk ook ruimte. Je eigen leefstijl zal centraal
staan, wees uitgedaagd om kritisch ernaar te kijken.
Jullie gaan in duo’s aan de slag met het voorbereiden van een mini-les ‘de vitale school’ en presenteren
deze aan je leerjaarklas.

SW Activiteit

10 Inleiding vitaal burgerschap, uitleggen studiewijzer, duo’s vormen en starten met uitleg
beroepsproduct 2 mini-les ‘de vitale school’

11 Inbreng van een actuele thema, klassikaal werken aan een werkvorm.

12 Studenten werken tijdens de les aan de mini-les. Docent ondersteunt waar nodig.

13 Inbreng van een actuele thema, klassikaal werken aan een werkvorm.

14 Studenten werken tijdens de les aan de mini-les. Docent ondersteunt waar nodig.

15 Studenten presenteren de mini-les, eventueel ruimte voor een klassikaal werkvorm.

16 Studenten presenteren de mini-les, eventueel ruimte voor een klassikaal werkvorm.

17 Studenten presenteren de mini-les, eventueel ruimte voor een klassikaal werkvorm.

 Studentencriteria.
Om je studiepunt te behouden word je op de volgende punten beoordeeld tijdens de komende
onderwijsperiode.

Beroepsproduct 1: Inspanningsverplichting

De student……
1. is iedere les aanwezig.
2. doet actief mee. (stelt vragen, merkt zaken op, gaat in gesprek, helpt anderen etc.)
3. werkt nauw samen met medestudent, maakt afspraken die terug te lezen zijn in de afsprakenlijst.
student komt deze afspraken na.
4. heeft een actieve bijdrage tijdens de lessen en levert een bijdrage naar
verwachting.
5. Komt voorbereid naar de les.
6. geeft feedback op presentaties van medestudenten. Student reflecteert op eigen bijdrage en
uitvoering van de mini-les.
7. heeft een actieve werkhouding tijdens discussies en weet kritische vragen te stellen.
8. weet voorbeelden op te noemen van wat zij/hij geleerd heeft.

Beroepsproduct 2: mini-les ‘de vitale school’

Je gaat samen met een medestudent aan de slag met ‘de vitale school’. Hoe ziet volgens jou
een vitale school eruit? Is er een gezondheidsprotocol aanwezig? Wordt er aandacht besteed
aan gezond eten, voldoende bewegen, en bewustwording over gezondheid en de juiste
levensstijl.

Mini-les ‘de vitale school’

Je gaat samen met een medestudent een mini-les opzetten en werkt tijdens de lessen burgerschap en
thuis aan de voorbereiding om een mini-les uit te voeren. Aan het eind van onderwijsperiode 2
presenteer je samen je mini-les. De mini-les bestaat uit een interview, een activiteit, het resultaat van je
onderzoek op je stageschool en andere elementen. Ook is het heel belangrijk om een leerdoel te
formuleren. Je geeft namelijk een les met een reden oftewel doel. Je wilt leerlingen stimuleren tot kennis,
vaardigheden, houding en in beweging krijgen. Je bedenkt een strategie -lesmethode- waarin je
verschillende elementen verwerkt en deze tot uitvoering brengt. De geformuleerde strategie verwerk je
samen met een medestudent in een afsprakenverslag. De mini-les bestaat uit wisselende situaties waarbij
jij als onderwijsassistent weet hoe je moet handelen naar de wensen en behoeftes van je leerlingen. Je
thema presenteer je d.m.v. een Powerpoint/Prezi/Vlog of iets anders. Je voegt een actieve werkvorm toe
en sluit af met een feedbackronde. Tijdens je voorbereiding check je regelmatig in bij de docent om de
voortgang te bespreken.
Verplichte eisen mini-les

1. Op je stageschool ga je onderzoeken wat er aan gezondheid voor leerlingen wordt

gedaan? Is er een gezondheidsprotocol? Is er een beleid uitgeschreven voor
leerlingen om ze actief te krijgen.
“Hoe ziet de vitale school er volgens jou uit”
2. Interview je stagebegeleider of een andere college.
Hoe stimuleren zij de leerlingen tot een bewuste vitale levensstijl
Hoe gaat jouw stageschool om met gezondheidsproblemen
3. Bedenk een activiteit binnen het thema ‘de vitale school’
Samen met een klasgenoot bedenk je een activiteit die je op je stage wenst uit te voeren
Kies uit één van de volgende onderwerpen:
- beweging
- verzorging/hygiëne
- voeding (bijv. heeft ieder kind ontbeten)
- welzijn en geluk van het kind
- eigen keuze (overleg met je stagebegeleider)
Uiteindelijk ga je de activiteit presenteren op school aan je klas. De activiteit mag op je
stageschool uitgevoerd worden, is niet verplicht.
4. Presenteer je mini-les aan je klas op school.
- Digitale presentatie met inhoud over thema ‘de vitale school’
- Een interview
- Een activiteit
5. Reflecteren op je eigen leermomenten.
 Bijlage 1: criteria min-les

De volgende eisen horen terug te komen tijdens de mini-les. Neem deze goed door. De criteria mini-les is
tevens je checklist. De uitvoering van de mini-les wordt beoordeeld door de docent in overleg met alle
medestudenten. Alle studenten hebben een actieve bijdrage tijdens de feedbackronde.
Naam docent:………………………………... Naam studenten:……………………………………
……………………………………

Criteria mini-les & beoordelingsformulier Niet voldaan Voldaan

Student is iedere les aanwezig
Student doet actief mee. (stelt vragen, merkt
zaken op, gaat in gesprek, helpt anderen etc.)
Mini-les duurt maximaal 20 minuten.
Student werkt nauw samen in een groep, maakt
afspraken die terug te lezen zijn in de
afsprakenlijst. Student komt deze afspraken na.
Student heeft een actieve bijdrage binnen de
groep en levert een bijdrage naar verwachting.
Student vertelt en leest niet voor

Student neemt in fysieke zin een actieve houding

aan
Student begrijpt waar het over spreekt tijdens de
presentatie
Aan het einde van de mini-les weet student aan de
hand van feedback minimaal één leermoment te
benoemen.