You are on page 1of 13

Inhoudsopgave

Vademecum inleefstage 23-24


Inhoudsopgave

Inhoud
Inhoudsopgave..................................................................................................................................2

1 Deel 1: Doelen....................................................................................................................3

2 Deel 2 : Opzet inleefstage...................................................................................................5

2.1 Didactische en schoolbrede inleefstage..................................................................................6

2.2 Uitwerking digitaal portfolio....................................................................................................7

2.2.1 Stageplanning en groeipad.....................................................................................................7

2.2.2 Zelfportret...............................................................................................................................8

2.2.3 Stageschoolportret..................................................................................................................9

2.2.4 Eindsynthese inleefstage.......................................................................................................10

2.2.5 Attitudeschaal.......................................................................................................................10

3 Deel 3: Evaluatie...............................................................................................................12

Vademecum inleefstage 23-24 2


1 Deel 1: Doelen

DLR 7: neemt zijn verantwoordelijkheid op in het team en neemt deel aan het
overleg rond de pedagogische en (vak)didactische aanpak. Hij neemt in de
school initiatieven om het pedagogisch project mee te realiseren.

T16: In teamverband functioneren


7.1 binnen het onderwijsteam samenwerken en overleggen:
 zijn opdracht realiseren in samenwerking met de leden van het schoolteam en
rekening houdend met de schoolcultuur en –organisatie;
 participeren in overleg over het schoolbeleid;
7.2 zijn eigen pedagogische en didactische opdracht in het team bespreekbaar
maken, erover reflecteren in het team en rekening houden met de feedback bij zijn
eigen handelen;
7.3 in overleg met collega’s reflecteren over het gezamenlijke functioneren in het
onderwijsteam.

DLR 9: kan in gesprek gaan over zijn beroep en de plaats daarvan in de


samenleving. Hij kan deelnemen aan het maatschappelijk debat rond
onderwijskundige thema’s.

T18: Informatie m.b.t. onderwijsrelevante en maatschappelijke thema’s


doelgericht verwerven, verwerken en communiceren
5.2 nieuwe inzichten en ervaringen delen en bespreekbaar maken;

9.1 is zich bewust van zijn maatschappelijke rol en zijn mogelijke invloed op de bredere
samenleving.

T19: Zich documenteren over de eigen rechtspositie en die van de leerlingen

9.3 een gesprek over zijn beroep en zijn plaats in de samenleving voeren;

9.4 zich documenteren over zijn eigen rechtspositie en die van de lerenden.

Vademecum inleefstage 23-24 3


Attitudes:

1. Beslissingsvermogen
2. Relationele gerichtheid
3. Kritische ingesteldheid
4. Leergierigheid
5. Organisatievermogen
6. Zin voor samenwerking
7. Verantwoordelijkheidszin
8. Flexibiliteit

OLR: hanteert een ethiek die geënt is op fundamentele ethische waarden


en die primair gericht op is op de medemens en de samenleving. Hij ziet
de morele implicaties in van zijn handelen in een grote verscheidenheid
aan contexten. Hij kan morele dilemma’s in concrete onderwijscontexten
identificeren, analyseren en hierin tot keuzes komen die rationeel
onderbouwd zijn en geënt zijn op ethische principes en waarden.

Vademecum inleefstage 23-24 4


2 Deel 2 : Opzet inleefstage

De inleefstage wordt onderverdeeld in 2 delen:

1. Een didactische en schoolbrede inleefstage waarbij je de onderwijs- en


schoolcontext via observerende onderdompeling in het klas - en schoolgebeuren
verkent.

2. Het uitwerken van een digitaal portfolio waarin volgende uitdagingen worden
opgenomen:
a. de stageplanning met registratie van de gegevens van de stage en
opstart van je groeipad;
b. een zelfportret opstellen waarin je jouw eigen beginsituatie (keuze,
sterktes en uitdagingen) beschrijft;
c. een stageschoolportret opstellen waarin je de organisatie van je
stageschool onder de loep neemt;
d. een eindsynthese inleefstage ontwerpen;
e. de attitudeschaal invullen als zelfevaluatie.

Om je inleefstage vlot te kunnen opstarten, organiseren we 4 contactmomenten:

1. een startles met kennismaking, toelichting opzet en opdrachten inleefstage, korte


introductie bekwaamheidsbewijzen, opdracht zelfportret en stageschoolportret en
stageaanvraag;
2. een toelichting en begeleiding opstart digitaal portfolio + inleiding op
onderzoekende houding
3. een supervisiemoment met oefeningen op het tonen van een onderzoekende
houding.
4. een groepssupervisie met uitwisselen van ervaringen, begeleide reflectie
afsluitend evaluatiemoment met verplichte aanwezigheid

Vademecum inleefstage 23-24 5


In wat volgt, wordt het opzet van de inleefstage verder toegelicht. De
opdrachtenfiches zijn terug te vinden op Toledo (zie: samenstelling portfolio:
opdrachtenfiches)..

2.1 Didactische en schoolbrede inleefstage


De inleefstage omvat 1 dag (= didactische inleefstage) één of meerdere leraren
observeren (tijdens het lesgeven, op de speelplaats, in de lerarenkamer, …) en 1
volledige dag (= schoolbrede stage) een zelfde klas volgen vanaf de ochtendbel tot
wanneer de schooldag is afgelopen om de beleving van die klas een volledige dag
mee te maken.

Bij de didactische inleefstage gaat het om 6u observatie in een klas bij één of
meerdere mentoren in een vak waarvoor je onderwijsbevoegdheid hebt. Bij de
observatie in de inleefstage kijk je voor een eerste keer naar een les met de focus op
‘waarmee moet ik allemaal rekening houden als leerkracht?’.

Bij de schoolbrede stage ga je 1 dag (8u observatie) een zelfde klas volgen. Dit geeft
je de kans om je te verdiepen in wie de leerlingen in deze klas zijn en wat
kenmerkend aan hen is. Ook de onderlinge relaties tussen de leerlingen en het
klasklimaat neem je onder de loep in de klas, op de speelplaats…

Na de 2-daagse onderdompeling in de job van leraar, in de klas en op school,


formuleer je een antwoord op volgende vragen:

 Wat houdt de taak van een leraar allemaal in?


 Welke ervaringen tijdens deze inleefstage, inspireren en motiveren je (nog meer)
om leraar te worden?
 Welke uitdagingen zie je? Waarover wil jij (meer) kennis / expertise opdoen?
 Welke verschillen tussen de leerlingen merk je op in de klas en hoe gaan de
verschillende leraren daarmee om?

De antwoorden op deze vragen werk je uit in een eindsynthese inleefstage.

Vademecum inleefstage 23-24 6


2.2 Uitwerking digitaal portfolio

2.2.1 Stageplanning en groeipad

Het beroep van leraar leer je vooral door te observeren en te doen. Je leert
bovendien sneller door wat je ziet en doet systematisch in kaart te brengen en te
analyseren, er over na te denken hoe het (nog) beter kan en daar vervolgens aan te
werken.

Het bijhouden van een groeipad is je startpunt hiervoor. Het groeipad inleefstage
bestaat erin een overzicht te maken van de invulling van de observaties in het
werkveld en van je persoonlijke reflecties.

Via je groeipad werk je aan je doorgroeibekwaamheid. Van de huidige generatie


leraren wordt verwacht dat zij kunnen reflecteren op hun eigen handelen. Dat wil
zeggen dat zij in staat zijn om hun eigen handelen te beschrijven, te analyseren en
waar nodig bij te sturen. Het groeipad geeft je een vorm om dit persoonlijk
ontwikkelingsproces te ondersteunen door jouw persoonlijke ervaringen in het
werkveld te beschrijven.

Noteer volgende zaken:


 de dag en datum van de observatie;
 de uren op de stageplaats en de gegevens van de mentor voor dit moment;
 didactische of schoolbrede stage;
 de activiteit: welke klas, welke richting, welk vak, welk lesonderwerp;
 reflectie: verslaggeving “Wat heb ik gezien? Hoe heb ik dit ervaren?”.

Vademecum inleefstage 23-24 7


Alle bovenstaande gegevens en reflecties worden genoteerd tegen het afsluitend
supervisiemoment.
Je reflecties kunnen je inspireren om je zelfportret, je stageschoolportret en je
eindsynthese inleefstage op te stellen.

Dag en Uren op de Didactisch


datum stageplaats Mentor (D) Activiteit Reflectie

(Studierichting, (Wat heb ik gezien?


Schoolbree Klas, Vak, Hoe heb ik dat
(van…u tot…u) (mailadres) d (SB) Lesonderwerp) ervaren?)

Bij het noteren van je reflecties is het belangrijk om een onderzoekende houding aan
te nemen en kritische bedenkingen te noteren.
Tijdens de contactmomenten wordt met een zelfscan ‘onderzoekende houding’ aan
de slag gegaan.
Door deze zelfscan te doorlopen kan je een beeld vormen van jouw kwaliteiten in
verband met een onderzoekende houding en kan je bepalen op welke punten je nog
kan groeien.

2.2.2 Zelfportret

‘Hoe zie ik mezelf?


Hoe zie ik het lerarenberoep?’
Hoe zie ik mezelf als leerkracht?
Waarom wil ik leerkracht worden?

Vademecum inleefstage 23-24 8


De antwoorden op bovenstaande vragen verwerk je in je zelfportret. Op het moment
dat je het schrijft, sta je stil bij je eigen kwaliteiten en je ambities om leerkracht te
worden. Je stelt jezelf een aantal vragen waardoor je je stap voor stap meer bewust
wordt van de waarden en normen die je handelen in je (toekomstige) job bepalen en
waardoor je een visie op het leraarschap ontwikkelt.
Als je de uitdaging voelt, mag je heel creatief zijn in het uitwerken van je portret… je
kan werken met fotomateriaal, een klasfoto, metaforen, citaten, een
mindmap… Breng jezelf in beeld!

Je krijgt verdere instructies bij het zelfportret tijdens contactmoment 1 van de


inleefstage. De opdracht wordt uitgewerkt tegen de supervisie, contactmoment 4
(met verplichte aanwezigheid)..

De opdrachtenfiche ‘zelfportret’ vind je op Toledo (zie: samenstelling portfolio:


opdrachtenfiches – opdrachten inleefstage).

2.2.3 Stageschoolportret

Het is belangrijk om als stagiair je werkplek, de stageschool, onder de loep te nemen


zodat je de context van de school beter leert kennen. Zoek daarom enkele
basisgegevens van de school op en stel een stageschoolportret op. Startpunt kan het
verkennen van de website van de school zijn aangevuld met het stellen van vragen
aan je mentor op de stageplaats.

Je krijgt verdere instructies bij het stageschoolportret tijdens contactmoment 1 van de


inleefstage. De opdracht wordt uitgewerkt in je digitaal portfolio tegen de supervisie,
contactmoment 4 (met verplichte aanwezigheid).

De opdrachtenfiche stageschoolportret vind je op Toledo (zie: samenstelling portfolio:


opdrachtenfiches – opdrachten inleefstage).

Vademecum inleefstage 23-24 9


2.2.4 Eindsynthese inleefstage

Op basis van alle verzamelde informatie in de inleefstage maak je een eindsynthese


inleefstage. In deze eindsynthese geef je een antwoord op onderstaande vragen.

 Wat houdt de taak van een leraar allemaal in?


 Welke ervaringen tijdens deze inleefstage, inspireren en motiveren je (nog meer)
om leraar te worden?
 Welke uitdagingen zie je? Waarover wil jij (meer) kennis / expertise opdoen?
 Welke verschillen tussen de leerlingen merk je op in de klas en hoe gaan de
verschillende leraren daarmee om?

Je krijgt verdere instructies bij de eindsynthese inleefstage tijdens contactmoment 1


van de inleefstage.

De opdracht wordt uitgewerkt in je digitaal portfolio tegen de supervisie,


contactmoment 4 (met verplichte aanwezigheid).

De opdrachtenfiche eindsynthese inleefstage vind je op Toledo (zie: samenstelling


portfolio: opdrachtenfiches – opdrachten inleefstage).

2.2.5 Attitudeschaal

Op het einde van de inleefstage vul je zelf de attitudeschaal (met toelichting) in als
zelfevaluatie. Hieronder vind je de verwachte attitudes:

A1 beslissingsvermogen:

durven een standpunt in te nemen of tot een handeling over te gaan, en er ook de
verantwoordelijkheid voor dragen.

A2 relationele gerichtheid:

in contacten met anderen kenmerken van echtheid, aanvaarding, empathie en


respect tonen.

Vademecum inleefstage 23-24 10


A3 kritische ingesteldheid:

bereid zijn zichzelf en zijn omgeving ter discussie te stellen, de waarde van een
bewering of een feit, de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te
verifiëren, alvorens een stelling in te nemen.

A4 leergierigheid:

actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen.

A5 organisatievermogen:

erop gericht zijn de taken zo te plannen, te coördineren en te delegeren, dat het


beoogde doel op een efficiënte manier bereikt kan worden.

A6 zin voor samenwerking:

bereid zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken.

A7 verantwoordelijkheidszin:

zich verantwoordelijk voelen voor de school als geheel en het engagement aangaan
om een positieve ontwikkeling van het kind te bevorderen.

A8 flexibiliteit:

bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden, zoals middelen,
doelen, mensen en procedures.

De in te vullen attitudeschaal vind je terug in je digitaal portfolio

Vademecum inleefstage 23-24 11


3 Deel 3: Evaluatie
Het opleidingsonderdeel inleefstage bevindt zich op kennismakingsniveau via
gerichte observatie waarbij het tonen van voldoende professionele attitudes
belangrijk is.
Enerzijds bepaalt het opvolgen van de afspraken die verbonden zijn aan de
inleefstage het al dan niet slagen. Dit wordt gevalideerd in onderstaande tabel
waarbij alle deelopdrachten in overweging worden genomen.
Anderzijds bepaalt ook het tonen van voldoende professionele attitudes het al dan
niet slagen.
Voor de inleefstage wordt overkoepelend een pass/fail-beoordeling toegepast.
Een pass: indien onderstaande deelopdrachten in orde zijn én de globale
attitudebeoordeling voldoende is.
Een fail: indien minimum één van onderstaande deelopdrachten niet in orde is of
indien de attitude als onvoldoende beoordeeld wordt (zie ingevulde attitudeschaal
met bijhorende beslissingsstrategie).

Evaluatie:

Deelopdracht In orde Niet in orde

1.Registratie 6u didactische stage + 8u


schoolbrede stage

2.Digitaal portfolio:

Volgende onderdelen moeten afgewerkt zijn en opgeladen in het digitale portfolio VOOR het
supervisiemoment (= contactmoment 4 met verplichte aanwezigheid‘)

a. stageplanning met opstart groeipad +


reflecties

b. Zelfportret

c. Stageschoolportret

d. eindsynthese inleefstage

e. Ingevulde attitudeschaal met toelichting

Aanwezigheid tijdens het


supervisiemoment

Vademecum inleefstage 23-24 12


Veel succes!

Vademecum inleefstage 23-24 13

You might also like