Professional Documents
Culture Documents
AFSTUDEREN VAK
1
Voorwoord
Je zit nu in de laatste fase van je lerarenopleiding. Dat betekent dat je de beginselen van het lesgeven
al aardig onder de knie hebt en bijna klaar bent om als startbekwaam docent aan de slag te gaan. Wij
vinden het belangrijk dat je als onderwijsprofessional ook in staat bent om kritisch naar je eigen
lespraktijk te kijken, vakdidactische verbeteringen te ontwerpen, uit te proberen en vast te stellen of
deze verbeteringen in jouw onderwijspraktijk ook tot het gewenste resultaat leiden. Het ‘Afstuderen Vak’
is hierop gericht. Hierin doorloop je een ontwerp- en actiegericht onderzoek, rapporteert hierover en
verzorgt een terugkoppeling van je inzichten op je werkplek. Deze vorm van praktijkonderzoek kan
worden gezien als een manier van professioneel leren in de beroepspraktijk.
Voor het Afstuderen Vak kies je een vakdidactisch vraagstuk dat speelt in je eigen lespraktijk,
bijvoorbeeld het ontwikkelen van (een aspect van) een communicatieve vaardigheden van je
leerlingen 1. Je leerlingen ondervinden moeilijkheden met een bepaald aspect van je vak, of ontwikkelen
zich niet zo goed of snel als jij beoogt. In een vooronderzoek probeer je grip te krijgen de uitdagingen
die zij ondervinden. Het kan ook dat je uit vakliteratuur een interessante aanpak hebt gevonden, die
mogelijk goed zou kunnen werken bij jouw doelgroep.
Vervolgens ontwerp je een ‘prototype’ (een lessenserie, een vakdidactische tool, een spel et cetera)
waarvan je verwacht dat het je leerlingen helpt om hun vaardigheid beter, sneller of leuker te ontwikkelen
dan hiervoor het geval was. Je probeert je prototype uit in je lespraktijk, verzamelt gegevens over de
werking en kijkt op basis van die gegevens of je verwachtingen uitkwamen. Tot slot reflecteer je op je
leerervaring: wat betekent deze ervaring voor jouw toekomstig (onderzoekend) handelen in de klas.
In dit vak heb je de mogelijkheid om je te richten op een onderwerp met betrekking tot het leren van het
vak door jouw leerlingen dat je interesseert en daar eens echt ‘in te duiken’. Ongetwijfeld zullen er ook
uitdagende momenten komen. Hoewel je altijd zelf zal moeten beslissen hoe je met ‘beren op de weg’
omgaat, krijg je hier goede begeleiding bij vanuit de opleiding, maar ook van je medestudenten in de
vorm van peerfeedback.
In deze handleiding vind je essentiële organisatorische informatie over dit vak. Daarnaast is er een
syllabus waarin je informatie vindt over het opzetten, uitvoeren en rapporteren van je
afstudeeronderzoek en over de rubric.
Wij hopen dat dit vak je ondersteunt om kritisch te blijven en aanpakken te leren beheersen die maken
dat jij nog effectiever en mooier onderwijs kan verzorgen.
Wij wensen je veel succes bij één van de laatste etappes van je studie!
1
Waar in deze cursushandleiding ‘leerlingen’ staat, kan voor onderzoek in de mbo-context ook studenten worden gelezen.
2
Inhoudsopgave
Voorwoord ..................................................................................................................................................... 2
3. Toetsing en beoordeling....................................................................................................................... 10
3.1 Formatief handelen .................................................................................................................................. 10
3.2 Summatieve toetsmomenten ................................................................................................................. 10
3
1. Inhoud van de cursus
1.1 Opdracht
Volgens de bekwaamheidseisen is een bekwame leraar “een leraar die heeft aangetoond dat hij met
zijn vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische kennis en kunde zijn werk als leraar en als
deelnemer aan de professionele onderwijsgemeenschap die hij samen met zijn collega’s vormt, kan
verrichten op een professioneel doelmatige en verantwoorde wijze” (Onderwijscoöperatie, 2014, p.14).
Hoe ervaren je ook bent als leraar, van tijd tot tijd zal de beroepspraktijk voor vraagtekens zorgen. Je
leerlingen krijgen het begrijpend lezen maar niet onder de knie, vinden het moeilijk om opstellen te
schrijven, hun spreekvaardigheid blijft achter et cetera. Op de momenten dat je niet goed weet hoe je
als leraar (vakdidactisch) moet handelen, heb je onderzoekend vermogen nodig (zie Kader 1).
KADER 1.
Definitie van onderzoekend vermogen (vgl. Munneke et al., 2023, p.27).
Onderzoekend vermogen hebben betekent dat je in professionele situaties vast kunt stellen wat je wel
en niet weet en kunt, en waar nodig deze ontbrekende kennis met een passende grondigheid kan
creëren én bruikbaar te maken voor en mét anderen in de beroepssituatie waarin jij werkt.
Met het ‘Afstuderen Vak’ toon je aan dat je kwalitatief goed onderwijs kan voorbereiden, uitvoeren en
hierop kunt reflecteren. Dit doe je doe je in zes stappen:
Prototype
Vraagverkenning Gegevens Presenteren,
Evaluatieaanpak uitproberen en
en leerdoel Prototype maken analyseren en evalueren en
ontwerpen gegevens weergeven reflecteren
bepalen
verzamelen
In STAP 1 ga je op zoek naar een vakdidactisch vraagstuk. Specifieke criteria voor dit vraagstuk staan
genoemd in Kader 2.
4
KADER 2.
Criteria voor praktijkvraagstukken die geschikt zijn voor een afstudeeropdracht
Praktijkvraagstukken met de juiste complexiteit voor een afstudeeropdracht Talen:
a) betreffen één van de volgende thema’s: bevorderen van communicatieve vaardigheden
(luisteren, lezen, spreken, gesprekken voeren, schrijven), creatief schrijven,
internationalisering, fictie, argumenteren (alleen Nederlands) of taalbeschouwing (alleen
semantisch of pragmatisch perspectief; alleen Nederlands). Let op: motivatie verhogen,
vocabulaire vergroten en grammatica beheersen worden gezien als middel tot een doel en
worden daarom niet geaccepteerd als beoogd leerdoel (outcome), eventueel wel als helpend
mechanisme;
b) spelen in de lespraktijk en kunnen daar (wellicht) ook worden opgelost;
c) worden ervaren door meerdere leerlingen;
d) vragen om een oplossing die niet zomaar kan worden opgezocht (bijvoorbeeld in handboeken);
e) zijn zodanig afgebakend dat ze zijn op te lossen binnen de gegeven tijd (twee
onderwijsperiodes);
f) hebben ook de interesse van je werkplekbegeleider en/of vak(groep)genoten;
g) passen organisatorisch binnen de kaders van jouw onderwijspraktijk.
In STAP 2 ontwerp je een prototype (bijvoorbeeld een lessenserie, vakdidactische aanpak, spel, ...) dat
je leerlingen zou kunnen helpen. In STAP 3 ontwerp je een evaluatieaanpak waarmee je zichtbaar kunt
maken of je prototype in de praktijk ook echt werkt. In de vervolgstappen 4 t/m 6 probeer je je prototype
uit in je lespraktijk, verzamel je evaluatiegegevens en analyseer je deze. Hierna laat je je collega’s
meedenken over de betekenis van de uitkomsten tijdens een activerende workshop. Tot slot evalueer
je je aanpak en reflecteer je op wat deze leerervaring betekent voor jouw toekomstig handelen als leraar.
In de syllabus (Werkgroep afstuderen, 2024) worden al deze stappen grondig toegelicht. Vanuit
de syllabus word je ook doorverwezen naar relevante passages in het boek in de
instructiekaarten op de website bij het boek.
5
1.2 Leerresultaten en beoordelingscriteria
Het afstudeerprogramma van Cluster Talen bestaat uit de volgende onderdelen:
• de Landelijke Kennis Toets (LKT);
• de externe taaltoets (alleen bij de moderne vreemde talen): CPE/ TCF/ Goethe C1 Zertifikat;
• het Afstuderen Beroep;
• het Afstuderen Vak.
Studenten van de voltijdopleidingen werken in dit onderdeel aan beroepstaak 6 uit de leerresultaten:
‘De leraar betrekt theoretische en praktijkgegevens bij het eigen professioneel handelen’. Deze
beroepstaak kent twee dimensies: ‘Literatuur gebruiken’ en ‘Gegevens verzamelen, interpreteren en
laten doorwerken’ met daarbij horende leerresultaten (LERs). Dit zijn:
– pro 3.4: De leraar onderbouwt relaties tussen eigen interventies en (verwachte) uitkomsten met
behulp van relevante literatuur (CIMO-logica);
– pro 4.4: De leraar stelt naar aanleiding van een eigen praktijkvraag
o methodisch de opbrengsten vast van een interventie in de eigen lespraktijk;
o doet dit individueel en in verbinding met anderen;
o verbindt hieraan implicaties voor het eigen handelen;
o zorgt dat inzichten bijdragen aan kwaliteitsverbetering in de school.
Studenten van de deeltijdopleidingen werken aan leeruitkomst “Je draagt bij aan onderwijsverbetering
in je eigen school door evidence-informed en op methodisch-systematische wijze te werken aan het
oplossen van vakdidactische vraagstukken die spelen in je eigen lespraktijk, en je opgedane inzichten
overdraagbaar te maken naar belanghebbenden.“
Deze leerresultaten/leeruitkomst hebben we omgezet in leerdoelen (zie Kader 3). Deze leerdoelen
fungeren één op één als beoordelingscriteria. Je vindt ze dus ook terug in de beoordelingsrubric (zie
Bijlage 3), waarmee je procesverslag zal worden beoordeeld.
KADER 3.
Leerdoelen van deze cursus
De leraar:
– identificeert en verheldert een vakdidactisch vraagstuk in de eigen lespraktijk en doet dit samen
met belanghebbenden (pro4.4)
– ontwerpt een ‘prototype aanpak’ in eigen lespraktijk, gericht op het bereiken van beoogde
uitkomsten (pro3.4)
– onderbouwt relaties tussen eigen interventies, beoogde mechanismen en uitkomsten met behulp
van relevante vakdidactische literatuur (pro3.4)
– stelt methodisch-systematisch de opbrengsten vast van de werking van het prototype in de eigen
lespraktijk (pro4.4)
– verbindt implicaties voor het eigen handelen aan de uitkomsten en zorgt dat inzichten bijdragen
aan kwaliteitsverbetering in de school (pro4.4)
– maakt verkregen inzichten overdraagbaar naar anderen (pro4.4)
– doorloopt dit proces relatief zelfstandig (pro4.4)
2. Opzet & organisatie van de cursus
2.2.1 Toegangseisen
Regulier programma (voltijd):
- minimaal 110 ECTS uit de hoofdfase behaald;
- propedeuse behaald;
- alle cursussen van jaar 2 behaald;
- stage 3 behaald;
- alle cursussen van de leerlijn vakdidactiek behaald;
- cursus ‘Praktijkonderzoek in de school’ of ‘Didactiek N3 Ontwerpend lesgeven’ behaald;
- je volgt geen minor of je volgt voor maximaal 10ec aan profileringsmodules.
Voldoe je niet aan deze toegangseisen en wil je toch starten? In dat geval dien je aan te tonen dat jouw
studieprogramma studeerbaar is. Gebruik hiervoor het formulier in Bijlage 2 en dien dit in bij de
werkgroep Afstuderen (afstuderen-lero-talen@hr.nl).
Voor de variant van het afstuderen, geïntegreerd afstuderen vak en beroep (enkel voor
deeltijdstudenten) is de afronding of een positief advies voor Stage – visie geen advies, maar een
toelatingseis.
2.2.2 Startmomenten
2
Een community omvat een groep begeleiders en studenten binnen hetzelfde startmoment.
7
2.2.3 Buitenlandstage
Als je deel gaat nemen of deel hebt genomen aan een buitenlandstage neem je zo snel mogelijk contact
op met je SLC. De werkgroep afstuderen bekijkt dan samen met je SLC jouw mogelijkheden om zo
nominaal mogelijk te blijven studeren.
2.2.4 Kopopleiding
Studenten in de kopopleiding ontvangen een aangepaste opdracht van de werkgroep afstuderen.
Toelating vindt plaats na overleg met je SLC.
Heb je al een bevoegdheid in een andere taal? Neem contact op met de werkgroep Afstuderen voor
verdere informatie.
2.2 Studiemateriaal
Verplicht:
Het studiemateriaal voor deze cursus bestaat uit:
Werkgroep Afstuderen (2024). Syllabus ontwerp- en actiegericht onderzoek. Hogeschool
Rotterdam: Interne publicatie.
Munneke, L., Rozendaal, J. S., & Van Katwijk, L. (2023). Onderzoekend vermogen
ontwikkelen tijdens je lerarenopleiding. Boom. ISBN 9789024441969
Optioneel:
Van der Donk, C., & Van Lanen, B. (2020). Praktijkonderzoek in de school. Coutinho.
Van der Werff, A., Kampman, L., & Pont, H. (2020). Basisboek ontwerponderzoek. Ontwerp je
onderwijs in de praktijk. Van Gorcum.
2.3 Leeromgeving
De cursus is toegankelijk in Brightspace. Naast de cursusinformatie zijn in Brightspace de
bijeenkomsten beschikbaar met de bijbehorende documentatie. In Brightspace dien je ook jouw
beroepsproducten en procesverslag in.
Inhoudelijke informatie over dit vak vind je in de syllabus en het boek. Bestudeer deze dus grondig.
Per startmoment is een gedetailleerde planning beschikbaar met daarin de inhoud van de
bijeenkomsten en de deadlines. Deze wordt beschikbaar gemaakt via Brightspace en/of ontvang je via
je begeleider.
8
2.5 Studiebelasting
Gedurende dit vak voer je verschillende activiteiten uit. In Tabel 2 is een indicatie gegeven van de
studiebelasting.
TABEL 2.
Indicatie van de studiebelasting van het ‘Afstuderen Vak’.
Activiteit Aantal uren
Bijeenkomsten (inclusief voorbereiding, bijv. peerfeedback) 60
Zoeken en lezen van vakdidactische literatuur 300 pagina’s / 5 pag p.u. = 60
Bestuderen van methodische literatuur 200 pagina’s / 5 pag p.u.= 40
Vooronderzoek doen en ontwerpen 60
Procesverslag stap 1 t/m 3 schrijven 60
Uitvoering prototype en gegevens verzamelen 5 lessen * 2 uur = 10
Raadpleging werkplek (inclusief voorbereiding en evaluatie) 12
Evaluatie en reflectie 30
Procesverslag 4 t/m 6 schrijven 60
Totaal 392 (= 14 EC)
9
3. Toetsing en beoordeling
3.1 Formatief handelen
In de les vindt formatieve toetsing plaats. Wekelijks maak je opdrachten die onderdeel zijn van het
voorbereiden op, ontwerpen en uitvoeren van en evalueren op goed onderwijs. Deze opdrachten
bestaan uit beroepsproducten (bijv. een lessenserie) en opleidingsproducten (bijv. de onderbouwing
van de keuzes die je hebt gemaakt voor jouw lessenserie). In de lessen krijg je (peer)feedback, feed
up en feedforward van je begeleider en medestudenten op de opdrachten die samen het eindproduct
van Afstuderen Vak vormen. Deze (peer)feedback verwerk je vervolgens voor de volgende
bijeenkomst.
TABEL 3.
Overzicht van formatieve en summatieve toetsmomenten
Toets Beoordelingsmoment Opdrachten Monitoring eigen leerproces
Praktijkvraagstuk Formatief Zie outline De beoordeling met feedback en feedforward geeft je
beoordelingsmoment STAP 1 informatie in hoeverre je door kan gaan met het maken
van een ontwerp voor het oplossen van je
praktijkvraagstuk, of dat je vraagstuk nog verder moet
verhelderen (of zelfs een ander vraagstuk moet kiezen).
Onderzoeksplan + Summatief Zie outline De beoordeling met feedback en feedforward geeft je
beroepsproducten beoordelingsmoment 1 STAP 2 + 3 informatie in hoeverre je onderzoek potentie heeft om te
leiden tot een bachelorwaardig eindproduct en/of wat je
daarvoor nog nodig hebt. De feedback brengt je verder
in het proces.
Uitvoering, Summatief Zie outline Samen met je collega’s reflecteer je op en evalueer je je
presentatie, beoordelingsmoment 2 STAP 4 t/m 6 onderzoeksresultaten en het verloop van jouw
evaluatie en (Eindbeoordeling) onderzoek. Je krijgt inzicht in hoe je collega’s aankijken
reflectie. tegen je onderzoeksresultaten en wat dit betekent voor
jou/jullie toekomstig handelen in de klas. De beoordeling
met feedback geeft je informatie in hoeverre de
presentatie van de resultaten en jouw reflectie (met je
collega’s) hierop voldoen aan de beoordelingscriteria. Je
krijgt feedforward voor jouw handelen als startbekwame
docent.
CGI (bij twijfel) Eventuele aanvulling Wanneer de beoordelaars naar aanleiding van het
ingediende werk voor beoordelingsmoment 2 nog
vragen hebben, is er de mogelijkheid om deze te
beantwoorden in een CGI. Voorafgaand aan het CGI
stelt je begeleider je op de hoogte van de
gespreksonderwerpen. Voorwaarde voor het CGI is dat
het aannemelijk is dat in het CGI van 30 minuten
voldoende bewijs kan worden geleverd om het
afstuderen met een voldoende af te ronden. Dit CGI
dient in dit geval als aanvulling op het procesverslag.
Bij tweemaal een onvoldoende bij hetzelfde beoordelingsmoment kijkt de werkgroep samen met je SLC
welke mogelijkheden er voor je zijn om je onderzoek te vervolgen, dan wel opnieuw te beginnen. Daarbij
wordt ook meegewogen in welke mate je ontvangen (peer)feedback hebt verwerkt. Let op: het is
mogelijk dat je geplaatst wordt bij een andere onderzoeksgroep met een andere begeleider.
Wanneer je geen voldoende behaalt bij het formatieve beoordelingsmoment, bespreek je met jouw slc,
afstudeerbegeleider en de werkgroep afstuderen het vervolg van jouw afstudeertraject. Let op: een
voldoende dit formatieve beoordelingsmoment is enkel geldig binnen hetzelfde studiejaar. In een nieuw
studiejaar is je onderwijscontext dermate veranderd, dat de ontwikkelde beroeps- en
opleidingsproducten niet meer aansluiten op jouw onderwijspraktijk en dien je dus, als je het afstuderen
niet in hetzelfde jaar afrondt, opnieuw te beginnen.
10
Het procesverslag bevat de tussenproducten als weergegeven in Bijlage 1 en dient te voldoen aan de
eisen als weergeven in het beoordelingsformulier.
3.2.1 Beoordelingsprocedure
Per beoordelingsmoment:
– De onderzoeksbegeleider controleert of de beroepsproducten en het procesverslag volledig is aan
de hand van het beoordelingsformulier. Daarnaast stuurt de begeleider het materiaal door naar de
onafhankelijke beoordelaar.
– Eén docent die niet bij het onderzoeksproces is betrokken en de onderzoeksbegeleider beoordelen
de betreffende beroepsproducenten en onderdelen van het procesverslag onafhankelijk van elkaar
aan de hand van de rubric.
– De beoordelaars komen over het werk behorende bij het betreffende beoordelingsmoment tot een
gezamenlijk oordeel dat zij verantwoorden in de rubric.
– Als bij beoordelingsmoment 2 blijkt dat de beoordelaars nog vragen hebben en deze te
beantwoorden zijn in een CGI van maximaal 30 minuten, kunnen zij de student uitnodigen voor een
CGI. Het CGI is dan een aanvulling op het procesverslag. Als het CGI niet leidt tot een voldoende,
heeft de student de mogelijkheid om het procesverslag voor beoordelingsmoment 2 te herkansen.
– Wanneer de twee beoordelingen te ver uit elkaar lopen, wordt een onafhankelijke derde
beoordelaar ingeschakeld.
11
BIJLAGE 1 Outline procesverslag
*** BEKNOPTE OUTLINE ***
VOORBLAD met:
Naam student:
Studentnummer:
Opleiding:
Opleidingsvariant:
(VT/DT)
AFS variant
(REGULIER /
GEINTEGREERD)
Titel
afstudeeronderzoek:
Inleverdatum:
Begeleider:
Vakcode(s):
Aantal ECTS:
Gelegenheid:
DEEL A: BEROEPSPRODUCTEN
– Prototype en bijbehorende lesmaterialen
– Meetinstrumenten
– Presentatie werkplek + aanvullende (workshop)materialen
DEEL B: PROCESVERSLAG
12
• Bijdrage werkplekbegeleider
• Literatuurlijst
*) het is van belang dat de inhoud en de omvang van je tekst in balans zijn. Dat betekent dat je tekst
steeds nuttige informatie en geen nodeloze herhalingen bevat.
13
*** Nadere toelichting op de outline van het procesverslag ***
Check op inhoud
– Is alle essentiële informatie opgenomen die de lezer nodig heeft om te begrijpen wat je met je
leerlingen wilt bereiken en waarom dat belangrijk is?
– Is je leerdoel (beoogde outcome) zo concreet mogelijk?
Check op literatuurgebruik
– Zijn al je kernbegrippen duidelijk gedefinieerd vanuit vakliteratuur?
– Verwijs je in de hoofdtekst en de in je literatuurlijst steeds conform APA7-stijl?
Check op samenhang
– Is er een heldere samenhang tussen de beginsituatie van je leerlingen en je leerdoel (outcome)?
Check op afwerking
– Bevat je tekst geen tegenstrijdige informatie?
– Bevat je tekst geen onnodige herhalingen?
– Is het verband tussen zinnen en alinea’s verduidelijkt met signaalwoorden?
FORMATIEF BEOORDELINGSMOMENT
Prototype
Vraagverkenning Gegevens Presenteren,
Evaluatieaanpak uitproberen en
en leerdoel Prototype maken analyseren en evalueren en
ontwerpen gegevens weergeven reflecteren
bepalen
verzamelen
14
STAP 2. Ontwerpeisen opstellen en prototype ontwerpen
In stap 2 ga je op zoek naar informatie die jou kan helpen om met je leerlingen het beoogde leerdoel
(outcome) te bereiken en ontwikkel je op basis van deze informatie je prototype.
Check op samenhang
– Zijn de redeneerketens tussen interventies, mechanismen en je outcome logisch en plausibel?
Met andere woorden, is er sprake van constructive alignment?
Check op ontwerpeisen
– Verantwoord je alle ontwerpeisen met een bijpassend mechanisme?
– Komen al je ontwerpeisen terug in je prototype terug?
– Is jouw set ontwerpeisen voldoende om beoogd leerdoel (outcome) te bereiken met je leerlingen?
Check op literatuurgebruik
– Zijn al je kernbegrippen duidelijk gedefinieerd vanuit de literatuur?
– Zijn al je ontwerpeisen onderbouwd vanuit vakliteratuur, ‘praktische wijsheid’ of beiden?
– Verwijs je steeds conform APA7-stijl?
– Zijn de bronnen die je gebruikt voldoende recent en van kwaliteit?
Prototype
Vraagverkenning Gegevens Presenteren,
Evaluatieaanpak uitproberen en
en leerdoel Prototype maken analyseren en evalueren en
ontwerpen gegevens weergeven reflecteren
bepalen
verzamelen
STAP 3. Evaluatieaanpak ontwerpen
M.b.v. literatuur bedenk je hoe je zichtbaar kunt maken in hoeverre jouw interventies doen wat je je
hoopte dat ze zouden doen (mechanismen uitlokken, leerdoel/outcome bereiken) en werk je je
meetinstrumenten uit. Je meet vanuit meerdere perspectieven en zorgt zo voor triangulatie.
Check op inhoud
– Zijn je leerlingen en je onderwijscontext voldoende verhelderd voor de lezer?
– Is voor de lezer duidelijk welke I’s, M’s en O je zichtbaar wilt gaan maken en welke
meetinstrumenten je hiervoor gaat inzetten?
– Is voor de lezer helder wanneer en hoe vaak je ieder meetinstrument wilt gaan inzetten?
– Is voor de lezer duidelijk welke soort gegevens ieder meetinstrument gaat opleveren?
– Heb je duidelijk gemaakt hoe je werkt aan de kwaliteit van je evaluatie (betrouwbaarheid,
validiteit, triangulatie)?
– Heb je bij deze stap ook verwezen naar literatuur over ‘onderzoek doen’?
BEOORDELINGSMOMENT 1
Prototype
Vraagverkenning Gegevens Presenteren,
Evaluatieaanpak uitproberen en
en leerdoel Prototype maken analyseren en evalueren en
ontwerpen gegevens weergeven reflecteren
bepalen
verzamelen
STAP 4. Uitvoeren en gegevens verzamelen
Je probeert je prototype uit, verzamelt gegevens en beschrijft het verloop van je lessen.
Toelichting op validering: als je bewijzen van derden gebruikt, laat je deze persoon zijn naam,
functie, de datum en handtekening op het bewijs zetten. De validering moet op het bewijs zelf
staan. Het knippen en plakken van handtekeningen is niet toegestaan.
NB: een e-mail is door de koptekst met naam, e-mailadres en datum al gevalideerd.
Prototype
Vraagverkenning Gegevens Presenteren,
Evaluatieaanpak uitproberen en
en leerdoel Prototype maken analyseren en evalueren en
ontwerpen gegevens weergeven reflecteren
bepalen
verzamelen
STAP 5. Gegevens analyseren en weergeven
Check op inhoud
– Heb je alle relevante resultaten uit je evaluatie efficiënt en objectief weergegeven?
– Heb je tabellen/figuren/grafieken voorzien van een duidelijke titel en legenda, zodat ze los van de
tekst te begrijpen zijn?
– Heb je tabellen/figuren/grafieken voorzien van een objectieve toelichting in de tekst die de lezer
leidt naar belangrijke resultaten?
– Wijs je de lezer naar belangrijke resultaten in objectieve termen (meer, minder, groter, kleiner et
cetera)?
– Heb je resultaten op een logische en efficiënte manier geordend, bijvoorbeeld thematisch of naar
meetinstrument?
Prototype
Vraagverkenning Gegevens Presenteren,
Evaluatieaanpak uitproberen en
en leerdoel Prototype maken analyseren en evalueren en
ontwerpen gegevens weergeven reflecteren
bepalen
verzamelen
STAP 6. Presenteren, evalueren en reflecteren
Check op inhoud
– Reflecteer je zowel op de werking van je prototype voor alle leerlingen en je inzet en ontwikkeling
van je onderzoekend vermogen?
– Geef je met deze reflecties tezamen een antwoord op je onderzoeksvraag?
– Overschat je de reikwijdte van je gegevens niet?
– Betrek je bij je reflecties ook vakliteratuur?
Check op samenhang
– Heb je steeds logische relaties gelegd tussen je reflecties, gepresenteerde resultaten en input
van je collega’s?
BEOORDELINGSMOMENT 2
Prototype
Vraagverkenning Gegevens Presenteren,
Evaluatieaanpak uitproberen en
en leerdoel Prototype maken analyseren en evalueren en
ontwerpen gegevens weergeven reflecteren
bepalen
verzamelen
BIJLAGE 2 Aanvraagformulier toelating Afstuderen Vak
(Invullen, wanneer je niet voldoet aan de ingangseisen)
I Gegevens
Naam:
Studentnummer:
Opleiding:
Afstudeervariant: regulier/
geïntegreerd/ Nederlands versneld
Start blok 1 / 3
Ontbrekende ingangseisen:
Handtekening student:
II Studieplan afstudeerfase:
Instructie: Vul de vakken in, die je in het desbetreffende blok gaat volgen/ afronden. Vermeld
het aantal ECTS.
Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4
Beargumenteer, waarom het bovenstaande programma haalbaar is voor jou, ondanks dat je
niet voldoet aan de ingangseisen.
20
BIJLAGE 3 Beoordelingsformulier
Voldoet?
Quickscan basisvereisten
Ja/Nee
Het werk van de student bestaat bij het tweede beoordelingsmoment (eindbeoordeling) uit:
- deel a: een set beroepsproducten (prototype en bijbehorende lesmaterialen, onderzoeksinstrumenten, workshopmaterialen)
- deel b: een procesverslag (stap 1 t/m 6).
Het werk van de student heeft een voorblad met daarop:
– een titel
– afstuderen vak: beroepsproducten / procesverslag
– voor- en achternaam van de student + studentnummer
21
– de inleverdatum
– opleiding en opleidingsvariant (VT/DT)
– variant (regulier / geïntegreerd)
– naam begeleider
De onderdelen van het procesverslag blijven binnen de aangegeven woordenlimiet, waarbij omvang en inhoud in balans zijn.
Tenminste stap 4 t/m 6 procesverslag zijn geschreven in verzorgd Nederlands (taal, spelling, stijl, regel- en alineagebruik) op niveau 4F.
De literatuurlijst en referenties in de tekst voldoen aan de richtlijnen van APA7
De digitale bestandsnaam is opgebouwd volgens het format: [opleiding].2324.[Achternaam].[Voorletter].[Studentnummer]. Afst.vak.docx
Voorbeeld: Nederlands.2324.Jansen,J.1234567.Afst.vak.docx
De opdracht is digitaal ingeleverd via Brightspace.
Het bestand is (ook) aangeleverd in een in Word bewerkbaar formaat (.doc of .docx).
22
– is acceptabel gezien relevante referentiekaders (ERK, SLO); Afstemming (bij afwijkend oordeel):
– is realistisch gezien de beschreven beginsituatie van de leerlingen.
Je leervraag:
– is een hoe-vraag met daarin: soort prototype, doelgroep en beoogde uitkomst;
– bevat letterlijk de beoogde uitkomst;
– bevat niet de oplossing van het vraagstuk/antwoord op je leervraag.
Goed:
Bij de verkenning van je praktijkvraagstuk heb je naast je eigen perspectief en dat van de
leerlingen ook aanvullende perspectieven meegenomen (bijv. werkplekbegeleider,
vakgroep, de lesmethode et cetera) en deze hebben je aanvullende inzichten gegeven.
Het vraagstuk dat je hebt gekozen kent meerdere oorzaken en/of vraagt om een
meervoudige aanpak (met andere woorden, je vraagstuk is bovengemiddelde complex).
2. onderbouwt relaties Voldoet 1e beoordelaar:
tussen eigen Je hebt kennisvragen geformuleerd die goed aansluiten bij het oplossen van je 2e beoordelaar:
interventies, beoogde praktijkvraagstuk. Eindoordeel:
mechanismen en
uitkomsten met behulp Al je kernconcepten zijn juist gedefinieerd vanuit vakliteratuur. Toelichting eindoordeel:
van relevante
vakdidactische Je hebt plausibele relaties gelegd tussen interventies en mechanismen die in potentie Beoordelaar 1:
literatuur en ontwerpt leiden tot het bereiken van je outcome (redeneerketens).
een ‘prototype aanpak’
in eigen lespraktijk Je interventies/ontwerpeisen zijn: Beoordelaar 2:
gericht op het bereiken – onderbouwd met vakliteratuur die richting geeft aan vakdidactisch handelen dat
van beoogde voor jou aangetoond nieuw of anders is;
uitkomsten (Pro3.4; – haalbaar in jouw praktijk (als omschreven). Afstemming (bij afwijkend oordeel):
DD3)
Je prototype:
Zichtbaar in: – is een concrete uitwerking (in de vorm van een lessenserie, tool, spel etc.) van je
Procesverslag stap 2 + ontwerpeisen met alle benodigde lesmaterialen;
prototype. – voldoet aan de kwaliteitseisen die passen bij het door jou gekozen prototype.
Goed
Je interventies/ontwerpeisen en/of je prototype zijn in potentie inspirerend voor vakgenoten.
Je prototype is:
– inclusief (elke leerling wordt betrokken op zijn/haar kwaliteiten; er wordt
gedifferentieerd).
23
– potentieel aantrekkelijk voor leerlingen.
Je heb gebruik gemaakt van één of meer (populair) wetenschappelijke artikelen die richting
geven aan jouw eigen vernieuwd vakdidactisch handelen.
3. stelt methodisch- Voldoet 1e beoordelaar:
systematisch de Je evaluatieaanpak: 2e beoordelaar:
opbrengsten vast van – geeft inzicht in de beoogde opbrengst (outcome) en de werking van je prototype in jouw Eindoordeel:
een interventie in de eigen lespraktijk;
eigen lespraktijk. – voorziet in triangulatie van twee perspectieven op de beoogde opbrengst (outcome); Toelichting eindoordeel:
(pro4.4; DD3) – draagt bij aan ecologische validiteit van je onderzoek;
– is navolgbaar voor anderen; Beoordelaar 1:
Zichtbaar in: – is in ethisch en pedagogisch opzicht acceptabel.
Procesverslag stap 3 + Goed
meetinstrumenten Je evaluatieaanpak: Beoordelaar 2:
– is vindingrijk en vormt een verrijking op standaardaanpakken zoals omschreven in de
syllabus.
– voorziet in triangulatie op meer dan twee perspectieven èn op meerdere concepten. Afstemming (bij afwijkend oordeel):
– geeft leerlingen en/of collega’s invloed op jouw vakdidactisch handelen in de klas.
Beoordelingsmoment 1
Datum:
24
de school. (pro4.4;
DD3,5) Je hebt je evaluatiegegevens voorgelegd in een activerende presentatie of workshop aan je
collega’s. Beoordelaar 2:
Zichtbaar in:
Procesverslag stap 4 Je evaluatie en reflectie:
t/m 6, presentatie – vloeien navolgbaar voort uit je evaluatiegegevens en de input van collega’s. Afstemming (bij afwijkend oordeel):
werkplek en eventuele – hebben betrekking op de werking van jouw prototype voor alle leerlingen en je
aanvullende onderzoekend vermogen.
workshopmaterialen. – bevatten onderbouwde, concrete, haalbare en praktische implicaties voor jouw eigen
(vak)didactisch, pedagogisch en/of onderzoekend handelen in de nabije toekomst.
Goed:
Je presenteert je evaluatiegegevens zeer efficiënt.
Je hebt aantoonbaar een constructieve bijdrage geleverd aan het werk van medestudenten.
Optioneel: unieke kwaliteit van je proces, beroepsproducten en/of verantwoording (+ max. 0,5pt). Alleen toekennen mits alle rubrics tenminste
‘voldoen’.
Toelichting:
25
Feedforward (bondig en geprioriteerd):
1.
2.
3.
Naam & handtekening 1e beoordelaar Naam & handtekening 2e beoordelaar
CIJFERBEPALING
O V G EINDCIJFER UNIEKE KWALITEIT
2+ -- -- Onvoldoende --
1 -- -- 5 --
-- 5 -- 6 Max +0,50
-- 4 1 6,5 “
-- 4 2 7 “
-- 3 3 8 “
-- 1 4 9 “
-- 0 5 10 --
26