You are on page 1of 9

Opdrachtenboek LOB

Onderdeel van Module Begeleiden

Opleiding Sociaal Werker

Cohort 2022-2025

Schooljaar: 2022-2023
Inhoud
Werkwijze ................................................................................................................................................ 3
Dit ga je inleveren:............................................................................................................................... 3
Keuzeruimte ........................................................................................................................................ 3
Inleveren en beoordelen ..................................................................................................................... 3
Opdracht 1: (verplicht) POP: Persoonlijk Ontwikkelingsplan .................................................................. 4
Opdrachten Kwaliteitenreflectie ............................................................................................................. 5
1. Jouw talenten! ......................................................................................................................... 5
2. Maak een strip van je ervaringen ............................................................................................ 5
3. Complimenten in kaart ............................................................................................................ 5
4. Kernkwadranten ...................................................................................................................... 5
5. Horen van een ander ............................................................................................................... 5
Opdrachten Motievenreflectie................................................................................................................ 6
1. Mijn hobby’s ............................................................................................................................ 6
2. Mijn toekomst: ‘Later als ik groot ben’ ................................................................................... 6
3. Mijn persoonlijkheid................................................................................................................ 6
4. Mijn studie............................................................................................................................... 6
5. To do ........................................................................................................................................ 6
Opdrachten Werkexploratie.................................................................................................................... 7
1. Beroepssituatie........................................................................................................................ 7
2. Twee stagedagen in kaart ....................................................................................................... 7
3. Collage van stage ..................................................................................................................... 7
4. Functie/taakbeschrijving ......................................................................................................... 7
5. Covid en Sociaal Wek ....................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Opdrachten Loopbaansturing ................................................................................................................. 8
1. Je droom in beeld .................................................................................................................... 8
2. Sturing nemen in het leren...................................................................................................... 8
3. Je stage .................................................................................................................................... 8
4. Een passende vacature ............................................................................................................ 8
5. Bedrijfssfeer op stage .............................................................................................................. 8
Opdrachten Netwerken........................................................................................................................... 9
1. Maak een ecogram van je professionele netwerk: ................................................................. 9
2. Breid je Offline-netwerk uit ..................................................................................................... 9
3. Breid je Online-netwerk uit ..................................................................................................... 9
4. Ga in gesprek met iemand met een groot professioneel netwerk ......................................... 9

2
Werkwijze
In dit opdrachtenboek staan beoordelingsopdrachten voor LOB in het tweede semester van de
opleiding.

Dit ga je inleveren:
De eerste stap is een POP; een persoonlijk ontwikkelingsplan. Hierin maak je duidelijk wat je wanneer
gaat doen. Je vindt het POP-format ook in dit opdrachtenboek.

Voor iedere loopbaancompetentie vind je meerdere opdrachten in dit opdrachtenboek. Van iedere
loopbaancompetentie kies je er één uit die je tijdens deze module gaat maken:

1. Kwaliteitenreflectie
2. Motievenreflectie
3. Werkexploratie
4. Loopbaansturing
5. Netwerken

Keuzeruimte
In je POP geef je aan welke opdracht je voor welke competentie je gaat doen. Je mag ook iets anders
doen dan de opdrachten die hier genoemd worden: Misschien is er een cursus netwerken op stage of
in je werk, of heb je een goed boek gevonden over het ontdekken van je kwaliteiten: Als het past bij
de competentie én je leert ervan dan kan dat: Bespreek je idee voordat je je POP inlevert met de
docent en bepaal samen welke bewijsvoering je aanlevert.

Inleveren en beoordelen
Het eerste toetsmoment lever je een POP in en één opdracht. Het tweede en derde toetsmoment
steeds twee opdrachten. Een opdracht bestaat uit:

1. Je naam en klas
2. Een korte inleiding waarin je beschrijft:
o Voor welke competentie de opdracht is.
o Wat je van deze opdracht wil leren en of dit is gelukt.
o Hoe je de uitvoering hebt aangepakt.
3. De uitwerking van de opdracht zelf.

Een opdracht heeft minimaal:

1. Een professionele lay-out:


o Titels en gebruik van koppen
o Evt. paginanummering
2. Verzorgde taal (spelling, grammatica, passende woorden).
3. Bronvermeldingen als je theorie of materialen van boeken of internet hebt gebruikt.
4. Bestaat uit minimaal 1 en maximaal 3 A4
5. De inhoud die vermeld staat bij de opdracht.

Let op: Docenten kunnen opdrachten niet of als onvoldoende beoordelen als niet aan een of
meerdere van deze eisen is voldaan.

De opdrachten lever je in tijdens de toetsmomenten in lesweek 6, 12 en 18. Zie ook het toetsplan.

Je levert opdrachten in via TEAMS van je klas.

3
Opdracht 1: (verplicht) POP: Persoonlijk Ontwikkelingsplan
Gebruik het format hieronder:

Loopbaancompetentie: Deze opdracht Start Inleveren bij


(weghalen wat niet van ga ik doen: uitvoering: toetsmoment:
toepassing is)
Kwaliteitenreflectie Werkexploratie 01/03/2023 12/03/2023
Motievenreflectie
Werkexploratie
Loopbaansturing
Netwerken
Kwaliteitenreflectie Kwaliteiten 20/03/2023
Motievenreflectie -refectie
Werkexploratie
Loopbaansturing
Netwerken
Kwaliteitenreflectie Netwerken 02/04/2023
Motievenreflectie
Werkexploratie
Loopbaansturing
Netwerken
Kwaliteitenreflectie Motievenreflectie 20/04/2023
Motievenreflectie
Werkexploratie
Loopbaansturing
Netwerken
Kwaliteitenreflectie Loopbaansturing 02/05/2023
Motievenreflectie
Werkexploratie
Loopbaansturing
Netwerken

➔ Kies per regel één competentie uit.


➔ Zorg ervoor dat je voor iedere competentie één opdracht maakt.
Als je een andere opdracht hebt afgesproken, beschrijf dan ook de afspraken.
➔ Maak een realistische planning: Gebruik het toetsplan en houd rekening met school én privé.

Beoordeling:

• Onvoldoende: Het POP is onvolledig, onhaalbaar en/of onduidelijk


• Voldoende: Alle competenties hebben een passende opdracht.
De planning is haalbaar.
• Goed: Aan alle onderdelen is voldaan en met bovengemiddelde inspanning.

4
Opdrachten Kwaliteitenreflectie
Wat kan ik het beste en hoe weet ik dat?

Kwaliteitenreflectie: Staat voor het nadenken over wat je (niet) kunt


en het bepalen hoe je kwaliteiten kunt inzetten in je
(studie)loopbaan. Het reflecteren op eigen kwaliteiten en het vragen
aan anderen om feedback hierop.

1. Jouw talenten!
Breng met een fotocollage jouw talenten in kaart: Licht in één zin per foto toe welk talent je
laat zien!

2. Maak een strip van je ervaringen


Maak een korte strip over één van de onderstaande vragen:

• Waar kom je je bed voor uit?


• Voor welk probleem ben jij de oplossing?
• Waar ben je trots op?
• Wat zouden andere mensen van jou kunnen leren?
• Hoe wil je door andere mensen gezien worden?
• Wat wil je ooit nog een keer gedaan hebben?

3. Complimenten in kaart
Noteer minstens 3 complimenten die je van iemand gekregen hebt of krijgt. Dit kunnen
complimenten zijn die te maken hebben met de opleiding, het werk of de privésituatie.

Beschrijf wat je dan doet/of gedaan hebt waarom je deze complimenten krijgt.

Geef twee voorbeelden van het afgelopen schooljaar waar je met plezier op terug kijkt. Wat
gaf energie? Wat maakte de situatie bijzonder voor jou (of anderen?)

4. Kernkwadranten
Breng je kwaliteiten, valkuilen, allergie en uitdagingen in kaart. Gebruik hiervoor de link. Tip:
Op tabblad twee staan voorbeelden.

https://maken.wikiwijs.nl/bestanden/838461/Lijst%20uitggewerkte%20kernkwaliteiten.xlsx

Maak 2 “kernkwadranten”.

Geef een korte toelichting wat, of je vindt dat het klopt of niet, en waarom.

5. Horen van een ander


Vraag 3 mensen uit verschillende sociale omgevingen naar jouw kwaliteiten. Bijvoorbeeld:
Iemand op school, stage, thuis, vrienden en/of je bijbaan.

Maak van ieder gesprekje een kort verslag. Analyseer: Benoemen deze mensen verschillende
dingen of juist hetzelfde? Hoe komt dat volgens jou?

Beoordeling:

• Onvoldoende: Er is aan een of meerdere onderdelen niet of onjuist voldaan.


• Voldoende: Alle onderdelen zijn aanwezig.
• Goed: Aan alle onderdelen is voldaan en met bovengemiddelde inspanning

5
Opdrachten Motievenreflectie
Waar ga en sta ik voor en waarom dan?

Motievenreflectie: Staat voor het nadenken over wensen en waarden die van belang zijn voor je
loopbaan. Door te weten wat je belangrijk vindt in het leven, opleiding en werk, kan je richting geven
aan een zinvol en prettig werken en leven.

1. Mijn hobby’s
Maak een mindmap met plaatjes en tekst van jouw hobby’s: Sport, muziek, fotografie,
tekenen, koken, lezen? Waar kom jíj je bed voor uit?
Maak duidelijk of jij van (een van) je hobby je werk zou willen maken en beschrijf waarom
wél of waarom juist niét.

2. Mijn toekomst: ‘Later als ik groot ben’


Vertel wat jij wilt worden en waarom. Wat wil je bereiken? Een hoop geld, een mooi huis, of
doe je liever iets wat gewoon leuk is? Vind je leuk werk belangrijk of niet? Kan je dit met deze
SW-opleiding dit worden?

3. Mijn persoonlijkheid
Je `persoonlijkheid’ is dat waar anderen jou aan herkennen. Het bestaat uit een aantal min of
meer stabiele eigenschappen en karaktertrekken.
Beschrijf jouw beeld van je persoonlijkheid.
Geef *een metafoor: Welk dier, muziekinstrument, voorwerp uit de natuur past daarbij en
waarom?
Past jouw persoonlijkheid bij de doelen die jij je stelt voor de toekomst?

*metafoor: is beeldspraak die berust op een vergelijking. Je vergelijkt een beeld uit de werkelijkheid met iets dat er op lijkt.

4. Mijn studie
Beschrijf waarom je deze studie volgt. Waarom past deze opleiding bij jou? Was dit je eerste
keus en leg uit waarom wel of niet? Wat motiveert jou om naar school te gaan en wat niet?
En: Wat kan je zelf doen om jou hierbij te ondersteunen? Wat kan school hieraan bijdragen?

5. To do
Beschrijf je dagelijkse verantwoordelijkheden.
Bijvoorbeeld: taken in je bijbaan, vrijwilligerswerk, stage, bij vrienden, zorg voor familie of
huishouden en/of de zorg voor jezelf.
Maak inzichtelijk waar je je verantwoordelijk voor voelt.
Welke verantwoordelijkheden geven jouw stress? Welke zijn juist leuk om te doen?

Beoordeling:

• Onvoldoende: Er is aan een of meerdere onderdelen niet of onjuist voldaan.


• Voldoende: Alle onderdelen zijn aanwezig.
• Goed: Aan alle onderdelen is voldaan en met
bovengemiddelde inspanning

6
Opdrachten Werkexploratie
Waar ben ik het meest op mijn plek en waarom daar?

Werkexploratie: Het onderzoeken van je werk en taken in een mogelijk toekomstig beroep. Dat je
werk(zaamheden) kan vinden die passen bij wat jij belangrijk vindt en die passen bij jouw kwaliteiten.

1. Beroepssituatie
Beschrijf twee momenten op je stage: Eén moment waarbij je vond dat dit bij je past en één
moment waarbij je iets moest doen wat minder bij je past. Waarom paste het een beter dan
het ander bij je?

2. Twee stagedagen in kaart


Maak in Excel of Word drie kolommen, volgens onderstaand voorbeeld.
Maak voor ieder uur, één regel. Noteer wat je op dat moment deed en wat je ervan vond.
Analyseer deze stagedagen kort: Hoe kijk je erop terug?

Tijdstip Wat ik deed Hoe ik dat vond

3. Collage van stage


Maak met plaatjes, tekeningen en/of foto’s (let op: geen mensen in beeld zonder
toestemming) jouw stage zichtbaar. Maak erbij duidelijk welke dingen jij graag doet of zou
willen doen en waarom.

4. Functie/taakbeschrijving
Maak een functie of taakbeschrijving van jouw werkzaamheden op stage:

• Geef een inleiding van jouw functie.


• Beschrijf de taken die je uitvoert en wat het doel ervan is.
• Beschrijf welke persoonlijke kwaliteiten hiervoor belangrijk zijn.

Beoordeling:

• Onvoldoende: Er is aan een of meerdere onderdelen niet of onjuist voldaan.


• Voldoende: Alle onderdelen zijn aanwezig.
• Goed: Aan alle onderdelen is voldaan en met
bovengemiddelde inspanning

7
Opdrachten Loopbaansturing
Hoe bereik ik mijn doel en waarom zo?

Staat voor het plannen, beïnvloeden en bespreken van leren en werken gericht op
loopbaanontwikkeling. Jongeren ontwikkelen de competentie om zelf verantwoordelijkheid te
nemen en om een plek op de arbeidsmarkt te verwerven, te behouden of te wijzigen.

1. Je droom in beeld
Maak op een creatieve manier jouw droombaan inzichtelijk. Bijvoorbeeld met een cartoon,
mindmap o.i.d. Werk met tekeningen, plaatjes en foto’s.

2. Sturing nemen in het leren


Reflecteer op je inzet tijdens minimaal 2 lessen naar keuze. Geef antwoord op de
onderstaande vragen per les:

• Noteer voordat de les begint: Wat is mijn doel voor deze les en hoe ga ik dat doen?
• Tijdens de les: Hoe gaat ik werken aan deze doelen in deze les?
• Na afloop: Wat ga ik (nu) verder doen om dit doel te realiseren?

3. Je stage
Beschrijf je stage, de doelen en wat je er doet. Zou je hier graag willen werken in de
toekomst? Wat zijn redenen om er wel te willen werken? Welke juist niet?

4. Een passende vacature


Zoek een vacature voor een sociaal werker en voeg deze toe.
Let op de `functiewaardering’: Wat voor salaris wordt er betaald, en zijn er `secundaire’
arbeidsvoorwaarden? Zoek op in de CAO-Welzijn en welk salaris hierbij hoort.
Als je gediplomeerd bent, zou je hierop solliciteren? Waarom wel of niet?

5. Bedrijfssfeer op stage
De sfeer (of cultuur) verschilt tussen bedrijven en organisaties: bij een bank is dit anders dan
in een huis van de wijk bijvoorbeeld. Beschrijf de sfeer op stage. Denk aan bijvoorbeeld:
• de manier waarop collega’s met elkaar omgaan.
• is de baas ook echt een baas is of juist meer een coach?
• delen mensen persoonlijke of privézaken of juist niet?
• zijn de taken helder verdeeld of kiezen mensen meer zelf wat ze doen?
• staan mensen open voor elkaar of…?
• vind je dat de sfeer bij jou past of niet? Waarom vind je dat?

Beoordeling:

• Onvoldoende: Er is aan een of meerdere onderdelen niet of onjuist voldaan.


• Voldoende: Alle onderdelen zijn aanwezig.
• Goed: Aan alle onderdelen is voldaan en met bovengemiddelde inspanning

8
Opdrachten Netwerken
Wie kan mij helpen mijn doel te bereiken en waarom die mensen?

Staat voor een eigen netwerk gericht op de loopbaanontwikkeling en het opbouwen en


onderhouden van een netwerk. Je ontwikkelt de competentie, zodat je in staat bent om contacten zo
in te zetten, dat je een plaats op de arbeidsmarkt kan verwerven, behouden of wijzigen.

1. Maak een ecogram van je professionele netwerk:


Denk aan: collega’s op stage en bijbaan en mensen uit je informele netwerk als die werken in
het Sociaal Werk.

Reflecteer op je ecogram met de onderstaande vragen:


1. Vind je je netwerk groot of klein?
2. Wil je je netwerk uitbreiden, zo ja; waarmee? Zo nee, waarom niet?

Tip: Het maken van een ecogram, leerde je in het leefgebied Sociale Relaties. Je kunt deze
vinden bij: https://www.movisie.nl/sites/movisie.nl/files/publication-attachment/Aan-de-
slag-met-sociale-netwerken%20%5BMOV-2237000-1.1%5D.pdf

2. Breid je offline-netwerk uit


Stel jezelf voor, ga het gesprek aan met twee voor jou onbekende personen uit het Sociaal
Werk. Dat kan via je BPV of bij andere SW-organisaties.

1. Bedenk van tevoren een doel met deze contacten. Waarmee kunnen ze jou helpen?
2. Leg contact: Dat kan door te vragen of een ander je voorstelt, of door zelf op iemand af
te stappen voor een praatje.
3. Ga in gesprek, wees nieuwsgierig en hulpvaardig: Wat kan de ander voor jou betekenen?
Wat kan jij voor een ander betekenen?

Noteer je ervaringen van de contacten, beschrijf rol en functie en hoe het gesprek verliep.

3. Breid je online-netwerk uit


Ga aan de slag op LinkedIn:

• Volg 3 pagina’s van relevante organisaties


• En/of maak connectie met 3 mensen

Maak screenshots hiervan. Onderbouw je keuzes voor deze personen of organisaties.

4. Ga in gesprek met iemand met een groot professioneel netwerk


Ken je iemand met een groot professioneel netwerk? Ga in gesprek hoe hij/zij dit netwerk
heeft opgebouwd. Vraag om tips en tricks.

Maak duidelijk in je verslag: Met wie je gesproken hebt en wat zijn/haar functie is. Geef een
kort verslag van het gesprek. Maak duidelijk wat je hieruit hebt geleerd.

Beoordeling:

• Onvoldoende: Er is aan een of meerdere onderdelen niet of onjuist voldaan.


• Voldoende: Alle onderdelen zijn aanwezig.
• Goed: Aan alle onderdelen is voldaan en met bovengemiddelde inspanning

You might also like