You are on page 1of 26

Evaluatiebeleid

Schooljaar
2021-2022

GO! Maritiem Instituut Mercator


Mercatorlaan 15 – 8400 Oostende
Tel: 059 70 40 19
3

Inleiding
Het Maritiem Instituut Mercator is een school die BSO en TSO- richtingen en
Deeltijds Onderwijs aanbiedt. Zowel in het DLT als in het BSO en TSO zullen we
proberen om de leerlingen zo goed als mogelijk voor te bereiden op de arbeidsmarkt
als op een eventuele verderzetting (doorstroom) van de studies naar het Hoger
Onderwijs.

Het diploma dat men in het TSO bij het beëindigen van de studies ontvangt hoeft
geen eindpunt. Het diploma dat men in het 6de jaar BSO en deeltijds onderwijs
behaalt kan dat eventueel wel zijn. Maar ook hier zijn er mogelijkheden om verder
door te stromen.

Om het behalen van het diploma in onze school en een eventuele verderzetting van
de studies zo goed als mogelijk voor te bereiden en optimaal te laten verlopen,
hebben we een evaluatiebeleid opgesteld.

1. TOEPASSINGSGEBIED
Alle activiteiten van het Maritiem Instituut van het onderwijs van de Vlaamse
Gemeenschap ten behoeve van organieke opleidingen secundair onderwijs.

2. WAAROM EVALUEREN WIJ?


Het evalueren omvat alle activiteiten om leerlingen te ondersteunen bij het realiseren
van de doelen, het leren te bevorderen, te remediëren indien nodig en te oriënteren.
Op basis hiervan doen wij een uitspraak over het al dan niet bereiken van de doelen.

3. DEFINITIES – AFKORTINGEN – TERMINOLOGIE

FRM Formulier

KWC Kwaliteitscoördinator
4

DVP Dienstverleningsprocedure

LER Leraren

TA Technisch Adviseur

LLN Leerlingen

ICT-COÖ ICT-coördinator

COÖ Coördinator

LLB Leerlingbegeleider

4. VERANTWOORDELIJKEN
COÖ Plannen van de examenperiodes in overleg met de directie
Opmaken van de examenroosters en opvolgen van het goede verloop
LER Opstellen van de examens
Verslagen klassenraad op smartschool
Afnemen van de examens
Verbeteren van de examens
Punten in score (smartschool)
Geven van feedback
LLN Studeren van de examens
Afleggen van de examens
ICT-COÖ Coördinatie puntenprogramma Score
LLB Bijsturen en remediëren
Brieven met remediëringsmaatregelen: bijsturen en archiveren

5. WAT EVALUEREN WIJ?


De evaluatie gebeurt op basis van:

• Leerwinst (de leerling krijgt evenredig gespreid over het schooljaar 4 rapporten
met resultaten van taken en toetsen, genoemd dagelijks werk (DW) en 2 rapporten
met de resultaten van het examen (EX));
• Attitudemeeting: binnen ons pedagogisch project vinden we het ook belangrijk om
bepaalde verwachtingen te formuleren wat betreft de attitude die verwacht wordt
in de huidige maatschappelijke context. Hiermee willen we de kansen op de
arbeidsmarkt vergroten. Het attest erkent de inspanningen inzake Stiptheid, Orde,
Discipline en professionele Attitudes van leerlingen gedurende het hele schooljaar
door middel van een SODA-rapport, dat viermaal per schooljaar opgevolgd wordt.
Dit attest bewijst hun inzet en vergroot hun kans op vakantiejobs,
stageplaatsen en vast werk via www.sodaplus.be;
• Stages: praktijk, attitudes, verslaggeving;
• De geïntegreerde proef (GIP) in het zesde jaar TSO – dubbele finaliteit Dek en
Motoren. De beoordeling van de geïntegreerde proef door een jury ‘die een advies
heirover formuleert) maakt een wezenlijk deel uit van de beslissing die de
delibererende klassenraad neemt over je studieresultaten).

Bij de eindbeslissing houdt de klassenraad rekening met al deze facetten.

6. HOE EVALUEREN WIJ ?


5

Om na te gaan of je de leerstof regelmatig instudeert en begrijpt, hebben de


leerkrachten een aantal mogelijkheden:
- luisteren naar antwoorden op vragen die tijdens de les gesteld worden
(klasgesprek) en de antwoorden beoordelen;
- observaties van gedrag tijdens het werken in de klas;
- het houden van korte overhoringen of toetsen (aangekondigd of niet
aangekondigd) in de les;
- herhalingstoetsen;
- opleggen van oefeningen en (huis)taken:
- permanente evaluatie voor sommige vakken.

Leerkrachten kunnen voor hun vak een afsprakennota (een document met richtlijnen
voor de les i.v.m. evaluatiecriteria, vakattitudes, lessen afstandsonderwijs …) door jou
en je ouders laten ondertekenen om zo de evaluatie nog doorzichtiger te maken.

Maken van toetsen

Vermits een groot deel van de beoordeling gebeurt via taken en toetsen, spreekt het
voor zich dat je die taken en toetsen maakt op het voorziene moment.

Als je een toets niet hebt gemaakt omdat je onwettig afwezig was, maak je met de
leerkracht een nieuwe afspraak op het moment dat je terug op school bent (=
initiatiefplicht). De leerkracht heeft hierin een ondersteunende functie.

Als je een toets niet hebt gemaakt omdat je onwettig afwezig was, bepaalt de leerkracht
wanneer je de toets inhaalt. Je hebt daar geen inspraak in.

Maken van taken

Wat?
Een taak uitvoeren is een vorm van zelfstandig werk.
Taken kunnen naargelang de doelstelling zeer verschillende vormen aannemen:
klastaken, huistaken, voortaken, individuele taken, groepstaken, open en gesloten
taken.

Waarom?
Een taak heeft tot doel competenties van leerlingen te activeren door hen te
confronteren met problemen waarbij ze deze competenties gepast kunnen inzetten.
Aan de hand van taken krijgen leerlingen de kans niet enkel kennis of vaardigheden
te reproduceren maar deze ook te construeren en te gebruiken in functie van een
concreet doel. Dit laatste verhoogt de kans dat er écht wordt geleerd aanzienlijk.
Werken met taken heeft ook nog een aantal bijkomende voordelen. Zo zijn er naast
bepaalde taakafhankelijke kennisinhouden of specifieke vaardigheden dikwijls
vakoverschrijdende competenties vereist om tot een goed resultaat te komen. Met
andere woorden: competenties als plannen, doorzetting of nauwkeurig werken
kunnen bij de evaluatie worden betrokken.

Hoe?
Bij het ontwikkelen van een taak is het van belang de volgende criteria in acht te
nemen: bij elke taak dient duidelijk te zijn welk doel men daarmee wil bereiken
(doelgericht). Dikwijls zullen dat één of meer leerdoelen van het vak zijn, maar taken
6

kunnen ook zinvol zijn om bv. relevante voorkennis te activeren, ter oriëntatie op
nieuwe leerstof, om het leerproces te evalueren of om te reflecteren op de mate
waarin de leerdoelen bereikt zijn. In elk geval dient gelegitimeerd te kunnen worden
waarom de (leer)activiteiten die in de taak gevraagd worden van leerlingen relevant
zijn voor het leerproces.

Een goede taak vereist zo weinig mogelijk activiteiten van leerlingen die niet relevant
zijn voor de beoogde opbrengst; een taak dient uitdagend te zijn. Deze moet niet te
moeilijk (uitvoerbaar) maar zeker ook niet te gemakkelijk zijn. Van de leerlingen mag
net iets meer aan kennis en vaardigheden geëist worden dan waar zij tot op dat
moment blijk van moesten geven; een taak moet duidelijk zijn. Niets is zo frustrerend
als voortdurend om verduidelijking te moeten vragen, zeker als tegelijkertijd een
beroep gedaan wordt op de zelfverantwoordelijkheid van de leerlingen; een taak
dient door de leerlingen als interessant en relevant beschouwd te worden. Er moet
geappelleerd worden aan hun nieuwsgierigheid en/of leergierigheid; een taak moet
goed ingebed zijn in andere activiteiten zowel binnen als buiten het vak. Dit betekent
op de eerste plaats dat er een opbouw dient te zitten in de mate van zelfstandigheid
waarop taken een beroep doen om te voorkomen dat het uitvoeren van taken leidt tot
mechanistisch gedrag. Op de tweede plaats moet er sprake zijn van afwisseling in
werkvormen en activiteiten waarmee leerlingen gelijktijdig te maken hebben. Als in
elk vak voortdurend met groepstaken gewerkt wordt die leerlingen als huistaak
moeten uitvoeren, kan er 'taakmoeheid' ontstaan en bestaat het risico dat taken
oppervlakkig gemaakt worden. Ook binnen een vak dienen er niet te veel taken van
hetzelfde type voor te komen; de situatie waarin de taken gemaakt moeten worden
moet voldoende veilig zijn voor de leerlingen om risico's te kunnen nemen. De
manier van begeleiden door de leerkracht speelt daarbij een belangrijke rol.
Leerlingen moeten merken dat er ruimte om fouten te maken geboden wordt.
Daarnaast is het ook belangrijk dat leerlingen succeservaringen kunnen opdoen.

Wat te doen bij het niet maken van taken?

• Bij het niet tijdig indienen van een taak wordt er in skore een '0' genoteerd
met daarbij 'deadline overschreden'.
• Deadline overschreden = 0/10 -> leerling noteert naam op blad met de naam
van de taak en opdracht -> leerkracht noteert '0' voor deze taak op het
takenblad wanneer deze niet wordt gemaakt.
• Nieuwe kans van indienen -> tweede deadline = maximum 2 dagen later
indienen = er kan maximaal nog 80% van het totaal behaalde resultaat
behaald worden. De '0' van de eerste deadline vervalt als de leerling de taak
maakt.
• Bij het totaal niet indienen van de taak kan dit leiden tot een ‘0’.

Wat bij het totaal niet indienen van de taak?


De leerling wordt doorverwezen naar de studie = ordemaatregel omwille van
administratief niet in orde zijn. Een taak maken is een onderdeel van het
leerproces en moet altijd gemaakt worden. Dit leerproces moet door de
vakleerkracht kunnen opgevolgd worden om een beeld te krijgen op de
verwerking van de leerstof.

• Aan het laatste rapport op het eind van het schooljaar wordt het proces verbaal
van de eindbeslissing toegevoegd.
7

De exacte indeling van de evaluatieperiodes wordt door het directieteam jaarlijks op


het einde van het schooljaar vastgelegd voor het komende schooljaar en besproken
op de eerste personeelsvergadering van het nieuwe schooljaar en is terug te vinden
in de jaarkalender. De indeling van de periodes gebeurt op basis van een gelijke
verdeling van aantal weken per periode.

Hoe dient het rapport gelezen te worden?


De digitale schoolagenda bevat wekelijks de resultaten van het persoonlijk werk van
de leerling (toetsen, huistaken, opdrachten, oefeningen, groepswerk,...). De gegevens
over de kennis van de leerinhouden en de vaardigheden als zowel de vakattitude
worden verzameld en verschijnen in cijfers (op 20 op het rapport DW). Het totaal op
20 wordt eveneens in procent vermeld.
Daarnaast noteert de leerkracht commentaar en/of remediëringsvoorstellen bij de
vakken en de klassenleraar een algemene commentaar onder de resultaten.
De rapporten EX geven de resultaten weer van de examens in punten evenals in
procenten.

Bijsturen en remediëren
De school streeft ernaar dat de leerlingenresultaten bekeken worden als een proces
dat een heel schooljaar lang plaatsvindt en dus voortdurend kan en dient bijgestuurd
te worden waar nodig.
De klastitularis, het leerlingensecretariaat, de leerlingenbegeleiding (LLB), het Centrum
voor Leerlingenbegeleiding (CLB) en de directie staan steeds open voor een gesprek
omtrent remediering en bijsturing. Met behulp van deze feedback kan het leerproces
bijgestuurd worden.

Remediëringsmaatregelen:
• De klassenraad besluit een brief met remediëringsmaatregelen naar de ouders te
sturen. Hiervoor wordt FRM-061 gebruikt.
• Ouders, een leerkracht of een leerling kunnen inhaallessen aanvragen
• De leerkracht, klassenraad en LLB kunnen initiatieven nemen tot het volgen van
inhaallessen.
• Er kan een individueel of klassikaal REM-plan opgesteld worden.
• Wanneer het individueel REM-plan onvoldoende wordt opgevolgd kan er
overgegaan worden naar een REM-contract. Hiervoor wordt FRM-207 Gebruikt.

Remediëringsplan wordt uitgeschreven wanneer er zich een tekort voordoet en


bijsturing zich opdringt. Of wanneer er bepaalde leerstofonderdelen moeten
bijgewerkt worden.
➔ Intradesk -> VWG (2020-2021) -> Remediëringsplan (JSR werkt dit uit)

Individueel remediëringscontract wordt uitgeschreven wanneer vorige remediëring


niet werd opgevolgd. Of aanhoudende onwil is om opdrachten uit te voeren, te
studeren …
➔ Intradesk -> VWG (2020-2021) -> FRM 207 Individueel Remediëringscontract

Remediëringsproef wordt gericht uitgeschreven wanneer bepaalde


leerstofonderdelen voor een vak onvoldoende verwerkt zijn en noodzakelijke kennis
bevatten waarop verder zal gebouwd worden in de loop van het schooljaar. Of
leerstof die uiterst belangrijk is binnen de opleiding en moet verworven zijn.
Vooraf gaand aan deze proef zal een bijles noodzakelijk zijn. Als de leerling het
eerder niet begreep en niet wordt bijgestuurd is de kans groot dat bij het geven van
8

een REM-proef hetzelfde resultaat wordt behaald. Welke zin heeft dan een REM-
proef?
Anders is het wanneer het gelegen is aan onvoldoende studeren.

REM-proeven worden door de vakleerkracht op eigen initiatief afgenomen. Datum


REM-proef wordt genoteerd op het rapport en in de brief gericht naar de ouders.

Wie bewaart het rapport gedurende het schooljaar?


Het rapport wordt op het einde van elke evaluatieperiode meegegeven met de ouder(s)
tijdens het oudercontact. Het rapport wordt getekend door de ouder(s) en binnen de
week terugbezorgd aan de klastitularis, die de rapporten op school bewaart.

Concreet verloop

Onderstaande planning wordt toegepast zoals meegedeeld in de jaarkalender en via


dienstnota’s.

• Het directieteam plant de examenperiodes op het eind van het schooljaar voor het
komende schooljaar. De coördinator bereidt dit voor.
• Alvorens de COÖ de examenroosters opstelt, bevraagt hij het team op specifieke
noden om het examen optimaal te laten verlopen. Bv. de noodzaak om het
computerlokaal te kunnen gebruiken voor het examen.
• Vervolgens stelt de COÖ de examenroosters op.
• De COÖ verdeelt de examenroosters onder de leerkrachten.
• COÖ plaatst rooster op smartschool.
• De leerkracht stelt de examens op en voorziet deze van punten.
• De COÖ overhandigt de benodigde examens op datum van het examen aan de
betreffende leerkracht.
• De leerkracht neemt examen af.
• De leerkracht verbetert de examens.
• De leerkracht dient de verbeterde examens samen met de modeloplossing en een
puntenlijst in de envelop terug in bij de COÖ die deze enveloppen sorteert per klas
en per vak.
• De leerkracht voert zijn punten in via Skore.
• De resultaten worden besproken tijdens de (delibererende) klassenraad.
• De klassenraad verslagen worden in het leerlingenvolgsysteem ingevoerd.
• De klasleerkracht voorziet de rapporten van commentaar. De vakleerkracht doet
dit ook voor de afzonderlijke vakken.
• De klasleerkracht stelt de brief op met de remediëringsmaatregelen die werden
beslist op de klassenraad. De brieven worden ingevoerd in het
leerlingenvolgsysteem. De brieven worden bewaard in het leerlingenvolgsysteem.
• De klasleerkracht bezorgt de leerling zijn of haar rapport begeleid van de nodige
feedback.
• Herexamens vinden enkel nog plaats in uitzonderlijke omstandigheden en zijn het
gevolg van een autonome beslissing van de delibererende klassenraad.
9

6.PROCESSCHEM A
Deelnemen aan
examens

ja

Voorbereiden,
Organisatie &
afnemen en
verwerking van de
verwerken van de
examens door de Deelnemen aan
examens door de
administratie examens door de
leerkracht
leerling

Recht op herexamen?
neen Uitzonderlijk beslissing
Geslaagd? klassenraad

neen
ja

Resultaat van de
Informeren
examenactiviteit

Laatste
ja leerjaar? neen

Sanctionering van Ontvangen van


de studie een attest
10

7. GERELATEERDE DOCUMENTEN

Document Nummer Naam

PROCESSEN − DVP-3.01 − Voorbereiden van de evaluaties


− DVP-3.02 − Deelnemen aan de evaluaties
− DVP-3.03 − Afnemen van de evaluaties
− DVP-3.04 − Verwerken en opvolgen van de
− DVP-5 studieresultaten
− DVP-5.01 − Sanctioneren van de studie
− DVP-5.02 − Deliberatie
− DVP-5.03 − Uitreiken van attesten en brevetten
− Uitreiken van getuigschriften en diploma’s
FORMULIEREN − FRM-061 − Brief ouders KR –
− FRM-163 − Verslag Klassenraad (Delibererend)

7 . AR C H I V E R I N G

Document Wie Waar Termijn

− FRM-061 LLB Smartschool Onbepaald


− FRM-163 TA leerlingenvolgsysteem
Smartschool

8. Soorten evaluatie

8.1 Rapportmap

Het rapport is de neerslag van alle bevindingen, het resultaat van een voortdurende
evaluatie van zowel de individuele leerkracht als van het leerkrachtenteam.

De rapportenmap verzamelt gegevens over het leerproces van de leerling over het
lopende schooljaar. Vorige schooljaren blijven raadpleegbaar via ICT-COÖ.

De vakken of deelvakken die worden geëvalueerd, worden op het rapport vermeld.


Vooral op basis hiervan wordt op het einde van het schooljaar een eindbeslissing
genomen.

In het DLT is er een competentierapport.


In dit rapport wordt verwoord waar de leerling sterk in is en welke
competenties/doelstellingen/vaardigheden er verworven werden. Omgekeerd,
wanneer deze niet verworven zijn zal dit ook beschreven worden.
Wat willen wij bereiken met het uitreiken van een rapport?
De leerling krijgt meer inzicht en feedback op het gebied van behaalde
eindtermen/competenties/doelstellingen/vaardigheden, hierdoor kan elke leerling
11

bewuster hieraan werken en deze verder ontwikkelen. Het rapport zou duidelijk moeten
maken wat de leerling goed kan en waar er nog meer moet op ingezet worden.
De ouder krijgt inzicht en informatie over hoe hun kind op onze school functioneert.
Op die manier hopen wij handvaten te geven aan de ouder in de begeleiding van de
schoolloopbaan van hun kind.
Voor de leerlingen zijn de gegevens van het rapport een middel tot het verwerven
van zelfkennis. Bovendien wakkeren ze de studie-ijver aan.

Voor de ouders is dit rapport de voornaamste geschreven informatie i.v.m. de


leerprestaties, vaardigheden, de studiehouding en de sociale houding van hun kind.
Daarom vragen we bij iedere nieuwe rapportperiode aan de minderjarige leerling om
het rapport door de ouders te laten ondertekenen. De meerderjarige leerling (+18)
mag zelf ondertekenen voor gezien.

De leerkrachten – die de klassenraad vormen – baseren zich hoofdzakelijk op de


gegevens van het rapport om:
• het leerproces van de betrokken leerling te volgen;
• advies uit te brengen;
• remediëring voor te stellen;
• de leerlingen naar de gepaste studierichting te oriënteren;
• de eindbeslissing in verband met de overgang naar een volgend
schooljaar/module te nemen.

De samenstelling van dit rapport is als volgt:

* een voorblad met de gegevens van de school en de leerling;


* een begeleidende brief met o.a. een overzicht van de rapportperioden en de
oudercontacten;
* een vakkenlijst: de opsomming van de vakken die de leerling aangeboden
krijgt gedurende het schooljaar met de naam van de vakleerkracht en de
naam van de klastitularis (die vormt samen met de leerlingenbegeleiding het
eerste aanspreekpunt);
* gaande weg tijdens het schooljaar wordt het rapport aangevuld met een
remediëringsrapport en 3 beoordelingen Dagelijks Werk. Dit is als volgt
uitgewerkt:
o Per vak een getal (maximum 20 punten en omgezet in procenten) dat
een weergave is van het aantal evaluatiemomenten;
o Een rubriek Vakcommentaar om de leerlingen te bevestigen, te
stimuleren, te remediëren bij te sturen of te wijzen op tekorten inzake
inzet, gedrag en studiehouding;

* Een rubriek Commentaar klassenraad waar zowel positieve commentaar


genoteerd wordt als werkpunten vatbaar voor verbetering. Bij elk dagelijks
werk wordt een SODA-attest, dit geeft de schoolattitude van elke individuele
leerling weer, toegevoegd.
* 2 maal in het jaar krijgen de leerlingen een beoordeling Examenperiode;
* Korte REM-proef (remediëringsproef) of REM-plan om studietekorten na
een examen weg te werken. Voor 15 januari voor alle graden.
* Tussentijds kan er een REM-contract uitgeschreven worden wanneer er zich
een tussentijdse bijsturing opdringt.
* Evaluatie van de stages en GIP.
* Na de tweede examenperiode volgt er een eindbeslissing (zie ook pagina
10) die resulteert in een A-, B- of C-attest of gunstig of ongunstig advies (1ste
jaar van de 1ste graad).
12

* Voor leerlingen die een GIP (6de jaars Dek en Motoren) afleggen wordt er
een evaluatie/remediëring van het logboek, de deelopdracht en de attitude
bijgevoegd.

Het rapport is dus een neerslag van alle bevindingen van de klassenraad, het
resultaat van een voortdurende evaluatie van zowel de individuele leerkracht als van
het leerkrachtenteam.

Dit schooljaar krijgen de leerlingen de rapportmap ter inzage volgens onderstaand


rooster
1e trimester Dagelijks werk 1 15 oktober 2021
Dagelijks werk 2 2 december 2021
Examen 1 23 december 2021
2e trimester Dagelijks werk 3 19 maart 2022
3e trimester Dagelijks werk 4 3 juni 2022
Examen 2 29 juni 2022

8.2 Het rapport Dagelijks werk

Om na te gaan of een leerling de leerstof regelmatig instudeert en begrijpt, hebben


de leerkrachten een aantal mogelijkheden zoals:

▪ Luisteren naar en beoordelen van antwoorden op vragen die tijdens de les


gesteld worden (dus tijdens een klassengesprek);
▪ Het houden van korte overhoringen of toetsen (aangekondigd of niet) bij het
begin of op het einde van een les;
▪ Het houden van herhalingstoetsen;
▪ Het opleggen van oefeningen;
▪ Het opleggen van (huis)taken;
▪ Leerkrachten zullen voor hun vak een afsprakennota door de leerling en hun
ouders laten ondertekenen om zo de evaluatie nog doorzichtiger te maken;
▪ Bovendien kunnen de leerkrachten ook nagaan hoe de studiehouding en de
leerattitude is (aandacht, taakaanvaarding, de wijze waarop de agenda ingevuld
wordt, de wijze waarop de notities verzorgd worden,…);

Volgende afspraken worden gemaakt:

▪ Indien een leerling met een geldige reden (attest) niet kan deelnemen aan een
toets of overhoring, dan wordt deze laatste zo vlug mogelijk ingehaald: de
volgende les of op een tijdstip dat met de vakleraar afgesproken wordt;
▪ Indien een taak niet op tijd wordt afgegeven, kan dit leiden tot een “0”;
▪ Als een leerling - om welke reden ook - aan een overhoring, klasoefening of
persoonlijk werk niet kan deelnemen, kan de leerling verplicht worden de
oefeningen of het werk achteraf te maken.
▪ Verbeterde taken en toetsen worden teruggegeven aan de leerlingen en
besproken.
▪ De leerkracht plaatst binnen een termijn van veertien dagen tussen het afnemen
en verbeteren van de toets de behaalde resultaten op Skore.

8.3 Het examen


13

Examens worden georganiseerd met de bedoeling na te gaan in hoeverre grote


hoeveelheden kennis en inzichten, vaardigheden en bepaalde houdingen (die door
de leerplannen voorgeschreven worden en dus gekoppeld zijn aan eindtermen of
ontwikkelingsdoelen) verworven zijn.

De resultaten van examens lichten de leerling in over zijn mogelijkheden en helpen


de leerkrachten de leerling beter te evalueren en te oriënteren. Op basis daarvan kan
de leerkracht een gefundeerd advies over verdere studiekeuze of andere
mogelijkheden geven.

Het is dus belangrijk dat examens ernstig voorbereid worden. In het eerste jaar helpt
de school de leerlingen hierbij door een paar weken vóór de examens enkele
lestijden te besteden aan het opstellen van een degelijke examenplanning.

Leerlingen in andere jaren worden individueel ondersteund door de vakleerkracht,


ondersteuningsteam …

De examens worden tweemaal per jaar georganiseerd en het resultaat wordt voor
ieder vak omgezet in een geheel getal van 0 tot 100.

Bij het opstellen van het examenrooster wordt – om de slaagkansen van de


leerlingen te verhogen – zo veel als mogelijk rekening gehouden met volgende
afspraken die eerst in het BOC (Basisoverlegcomité met de
vakbondsafgevaardigden) onderhandeld werden:
• Indien er 2 vakken op een dag moeten afgenomen worden, komen deze
examens bij voorkeur na het weekend;
• Ook wordt gezorgd voor afwisseling. Een “zwaar” vak wordt gevolgd door een
“licht” vak;
• We plannen geen “zwaar” vak op de laatste dag van de examenperiode;
• Een mondeling examen in aansluiting op een theoretisch examen, wordt
indien mogelijk op een vrijdag geplaatst. Op die manier kan men – indien
nodig - het examen laten verder lopen in de namiddag;
• Bij mondelinge examens wordt, als de klas te groot is, het examen gespreid
over verschillende dagen;
• Voor taalvakken kan een deel vóór de examenperiode worden afgenomen
(bv. dictee, luistervaardigheid);
• Voor de vakken LBV, LO, PO, Praktijk Varen, Techniek, Waterworld en
andere praktijkvakken geldt permanente evaluatie en worden er dus geen
examens georganiseerd.
• De verdediging van de GIP vindt plaats op de laatste dag van de
examenperiode.

Een leerling moet aan alle examens deelnemen. Zoals in alle omstandigheden zijn
wij erg op eerlijkheid gesteld. Fraude bij de examens kan leiden tot een ‘0’ voor dat
examen.

Kan een leerling met geldige reden niet deelnemen aan één of meer examens, dan
moet de directeur of zijn afgevaardigde hiervan onmiddellijk verwittigd worden. Een
ziekte moet steeds gewettigd worden door een medisch attest. De klassenraad
beslist of de leerling bij afwezigheid de niet gemaakte examens moet inhalen en zo
ja, hoe en wanneer. Dit wordt schriftelijk door de vakleraar of de
leerlingenbegeleiding meegedeeld.
14

8.4 Evaluatie van stage en geïntegreerde proef

In bepaalde leerjaren van TSO en BSO gaat speciale aandacht uit naar de
beoordeling van de stages en van de geïntegreerde proef.

De beoordeling van de geïntegreerde proef door een jury (die een advies hierover
formuleert) maakt een wezenlijk deel uit van de beslissing die de delibererende
klassenraad neemt over de studieresultaten. Ook stage en vakoverschrijdende
projecten worden in de eindbeslissing verwerkt.

Voor de GIP zijn er 2 evaluaties. De evaluatie en de remediëring worden in het


logboek en via een afzonderlijk commentaarblad aan het rapport toegevoegd waarin
sterktes en werkpunten worden beschreven.

De onderwerpen van de GIP worden door de leerlingen in samenspraak met de


vakleerkrachten gekozen. Timing voor het indienen van tussentijdse opdrachten en
wijze van evaluatie worden vastgelegd door de werkgroep GIP en bij het begin van
het schooljaar aan de leerling en zijn of haar ouders medegedeeld.
Het cijfer voor DW telt voor 7/20 per rapportperiode mee voor de evaluatie van de
vastgelegde vakken.
Voor 6 DEK zijn dit de vakken: veiligheid, stabiliteit, zeekaart, Nederlands en Engels.
Voor 6 MOTOREN zijn dit de vakken: veiligheid, elektrotechniek, SIM, Nederlands en
Engels.
Het cijfer voor EX1 en 2 wordt als volgt toegepast:
EX1 = 18/50
EX2 = 18/50

8.5 Klassenraad

Om de leerlingen goed te begeleiden, komen de leerkrachten op geregelde


tijdstippen in het schooljaar bijeen onder de leiding van de directeur of haar
afgevaardigde. Zij vormen dan samen de ‘begeleidende klassenraad’. Zij bespreken
kennis en vaardigheden, leerattitudes, gedrag en evolutie van de leerling.

8.6 Remediëring

Als de begeleidende klassenraad vaststelt dat een leerling een bepaalde


kennisachterstand heeft opgelopen, dan zal men meedelen hoe de leerling die
achterstand kan wegwerken. Hetzelfde kan gebeuren in verband met de leerattitudes
en het gedrag.
Korte REM-proef (remediëringsproef) na EX1 of REM-contract kunnen
opgemaakt worden om studietekorten weg te werken. Het is niet de bedoeling te
wachten tot een examen of rapport zich aankondigt om te remediëren. Tussentijds
kunnen deze vormen van remediëren aangeboden worden.

8.7 Communicatie omtrent evaluatie

Naast het rapporteren van de vakresultaten worden de belangrijke vaststellingen die


de begeleidende klassenraad doet, aan de ouders gemeld ofwel via een mededeling
op het rapport, ofwel via de agenda of via een brief.

9. Leerbegeleiding
15

9.1 Leren-leren

De leerlingen moeten niet alleen bepaalde intellectuele capaciteiten hebben maar


moeten ook hun werk kunnen plannen en organiseren. De leerlingen moeten een
goede studiehouding en voldoende wilskracht hebben om elke dag opnieuw bezig te
zijn met leren. Wij proberen onze leerlingen van het eerste leerjaar in de eerste
graad zo goed mogelijk te begeleiden door extra in te zetten op de verschillende
methodieken om te Leren Leren.

In de coachingslessen wordt er vooral gewerkt aan de meer organisatorische


vaardigheden zoals het maken van de boekentas, het invullen van de agenda en het
plannen van schoolwerk.

In elk vak wordt voldoende aandacht besteed door het aanbieden van verschillende
methodieken tot het leren verwerken van de leerstof. Bij de lessen die de leerlingen
moeten leren is het heel belangrijk dat ze goed weten wat ze moet leren en hoe ze
die leerstof zullen verwerken.

Aan de hand van voorbeelden worden er studietechnieken aangeleerd zoals het


maken van schema’s, de hoofdzaken in een tekst onderstrepen, samenvattingen
maken,…

Ook zullen de leerlingen begeleid worden in het maken van hun huistaken binnen en
buiten de lesuren.

Wanneer de leerling onvoldoende thuis begeleid kan worden kan deze steeds
gebruik maken van de huiswerkklas na de lestijden.

9.2 Examenplanning

Wij willen de examenperiodes zo vlot mogelijk laten verlopen en één van onze
prioriteiten is het verhogen van de slaagkansen bij de examens.

Met dit doel voor ogen organiseert onze school een examenplanning voor de
leerlingen van het eerste jaar. Die leerlingen worden een drietal weken voor de
aanvang van de examens begeleid bij het plannen van het leren voor hun examens.

Voor alle leerlingen wordt de week voor de examenperiode een herhalingsweek


gehouden. De leraren bespreken die week nogmaals met de leerlingen hoe ze zich
het best op de examens kunnen voorbereiden en overlopen de examenleerstof. Er
wordt die week geen nieuwe leerstof meer aangeboden en er worden geen toetsen
meer afgenomen. De leerlingen krijgen uitgebreid de kans om vragen te stellen over
de in te studeren leerstof.

Alle leerlingen over alle graden heen wordt, voor elke examenperiode, een
uitgeschreven versie van de te leren examenleerstof overhandigd door de
vakleerkracht.

9.3 Remediëring

Op maan-, dins- en donderdag wordt er huiswerkklas/avondstudie voorzien.


Leerlingen kunnen deze extra begeleiding zelf aanvragen bij het begin van het
schooljaar of tijdens het schooljaar via de leerbegeleiding.
16

Tevens worden er door alle vakleraren extra inhaallessen georganiseerd. Dit voor de
ganse klas, of individueel.

Op maandag het 9de lesuur wordt er een extra lesuur wiskunde voorzien.
Op dinsdag het 9de lesuur wordt er een extra lesuur taalondersteuning
voorzien.

Er wordt ook vaak een kans geboden tot een “tweedekanstoets”. Leerlingen krijgen
de mogelijkheid om een slecht resultaat weg te werken door een toets voor een
tweede maal af te leggen. De leraar zelf beslist of deze extra kans al dan niet
aangeboden wordt.

De leraren schrijven bij de vakcommentaar op het rapport eveneens hoe de leerling


inspanningen kan leveren om een eventueel tekort weg te werken.

Korte REM-proef (remediëringsproef) om studietekorten na een examen weg te


werken. Voor 15 januari voor alle graden. Dit resultaat wordt meegenomen naar de
einddeliberatie en kan de slaagkansen van de leerling vergroten wanneer bij de
REM-proef een positief resultaat werd behaald. Of er kan eventueel een REM-
contract te allen tijde opgesteld worden. Deze remediëringsvormen kunnen
gedurende het hele schooljaar toegepast worden.

9.4 Leerlingencontact

De leerlingen krijgen de kans om steeds individueel met hun vakleerkracht te


spreken over hun resultaten. Dit kan zowel binnen als buiten de les.
Tweemaal per schooljaar wordt er een leerlingencontact georganiseerd waar de
klastitularis of hulptitularis in gesprek met de individuele leerling.
Onderwerpen zoals welbevinden, leervorderingen, onderwijsloopbaanbegeleiding,
gip-opvolging … worden hier besproken.

9.5 Oudercontact

Na iedere rapportperiode wordt de ouders de mogelijkheid geboden om met de


leraren, leerlingenbegeleiding en directie een persoonlijk overleg te hebben tijdens
een oudercontact.

Dit schooljaar heeft dit plaats volgens onderstaand rooster

Na rapport DW1 Vrijdag 15 oktober 2021 16u30 – 19u30


online
Na rapport DW 2 Vrijdag 3 december 2021 16u30 – 19u
online
Na rapport Examen 1 Donderdag 23 december 16u30 – 19u
2021 Online of fysiek
Na rapport DW3 Vrijdag 25 maart 2022 16u30 – 19u
Online of fysiek
Na rapport DW4 Vrijdag 3 juni 2022 16u30 – 19u
Online of fysiek
Na rapport Examen 2 Woensdag 3 juni 2022 16u30 – 19u
17

Online of fysiek

Naast het oudercontact kan er steeds een afspraak gemaakt worden met de
vakleerkracht, leerlingenbegeleider en directie.

Wanneer door coronamaatregelen het oudercontact niet kan plaats vinden zal deze
online georganiseerd worden.

9.6 Smartschool

Smartschool is een open leeromgeving, een leerplatform waarop leerlingen tijdens


de lessen en/of thuis kunnen werken met schoolopdrachten. Leerkrachten stellen
materiaal ter beschikking waarmee leerlingen kunnen oefenen.

Smartschool is een hulpmiddel om documenten te delen, om samen te werken,


communicatie te bevorderen en om informatie overzichtelijk weer te geven. Tijdens
pandemieën of bij leerlingen die in quarantaine moeten wordt hard gebruik
gemaakt van ‘live lessen’.

Deze leeromgeving is gebruiksvriendelijk voor leerkracht en leerling. Elk


personeelslid en elke leerling krijgt een inlogcode waarmee hij/zij toegang krijgt tot dit
systeem. Het gebruik van smartschool is aan een welbepaalde regelgeving
gebonden. Enkel bij akkoordverklaring met deze regelgeving zal toegang verleend
worden.

Om de leerlingen kort te kunnen opvolgen in hun leerproces en bij te sturen maken


leerkrachten gebruik van digitale tools zoals Diddit en Bookwidget. Dit zijn handige
tools om van op afstand, bv. bij afstandsonderwijs, pandemieën … het leerproces op
te volgen. Ook de ouder kan nauwer het leerproces van zijn of haar kind opvolgen.

Via de module Skore, het online-puntenboekje kunnen de leerlingen – en dus ook


hun ouders – de evolutie van hun behaalde resultaten volgen. De leerkracht zorgt
ervoor dat binnen een termijn van veertien dagen tussen het afleggen van de toets
en het verbeteren van de toets de punten genoteerd staan op Skore.

Sinds het schooljaar 2019-2020, naar aanleiding van de lockdown, zijn we gestart
met het gebruik van de Smartschoolschoolagenda. Hier worden de
lesonderwerpen, taken toetsen genoteerd door de vakleerkracht. De leerling noteert
te maken toetsen, taken en opdrachten nog steeds in zijn of haar schoolagenda. De
leerkracht kan hierin ook nota’s, aan- of afwezigheid van een aangeboden bijles
noteren, het ontvangen van een brief, te laat komen, …

Dit is tevens een uitstekend vlot communicatiemiddel tussen leerlingen, leerkrachten,


schoolraad, leerlingenraad, GON-begeleiding en directie.

Omdat niet alle leerlingen over een computer beschikken heeft de school een oproep
gedaan naar de buitenwereld en heeft via schenkingen extra laptops kunnen
verwerven. Deze kunnen het hele schooljaar door gratis uitgeleend worden.
Daarnaast heeft de school budget vrijgemaakt om extra laptops aan te kopen.

10. Evaluatie van leerlingen met specifieke leerlingenkenmerken


18

De school houdt ook op vlak van evaluatie rekening met specifieke


leerlingenkenmerken en past het M-decreet toe. Leerlingen met bvb. dyslexie,
dyscalculie en dysorthografie hebben bij (huis)taken, toetsen en examens recht op
ondersteunende maatregelen (gebruik van hulpmiddelen, extra tijd, mondelinge
toelichting, goede/rustige plaats in de klas, begeleiding bij het begrijpen van
vragen/instructies, …). De school staat open voor flexibele leertrajecten, individueel
aanpassingsplan, …
De school beschikt over een Alineapakket..

Afhankelijk van de gradatie van hun probleem doen de leerlingen (in samenspraak
met de ouders en leerlingenbegeleiding) hier beroep op. Dit gebeurt in
samenwerking met het CLB. Het individuele handelingsplan van een leerling alsook
een algemene infofiche voor de vakleerkrachten, is terug te vinden op Smartschool.

Sommige vakleerkrachten plaatsen hun cursus op het digitaal leerplatform. De


leerling kan de leerstof instuderen in het lettertype dat en de grootte die voor
hem/haar het meest ideaal is.

Ook voor leerlingen met leerbeperkingen (ADHD, ADD, ASS, …) zijn algemene
begeleidingsfiches opgesteld. Dezelfde maatregelen zijn van toepassing. Er is de
mogelijkheid om het examen af te leggen in de begeleidingsklas.

In het begin van het schooljaar wordt er een vergadering met de


leerlingenbegeleiding, ouders, eventueel iemand van het ondersteuningsteam en clb
belegd. Daarna worden per leerling de persoonlijke afspraken en tips voor de
begeleiding aan de leraren aangereikt. Deze bekommernissen worden op een
begeleidende klassenraad meegedeeld aan de leerkrachten en besproken welke
aanpak en ondersteuning er dient geboden te worden.

De EXTERNE begeleiders van onze leerlingen worden bij elke klassenraad


uitgenodigd voor een optimale opvolging. Er wordt regelmatig overleg met de
leerlingenbegeleiding voorzien.

11. Deliberatie en eindbeslissing

11.1 Inleiding
Heel het schooljaar door worden de leerlingen door de leraren en de begeleidende
klassenraad gevolgd en geëvalueerd. Daarna neemt de delibererende klassenraad
een eindbeslissing over de resultaten van het afgelopen schooljaar.

Deze beslissing wordt in beginsel genomen uiterlijk op 30 juni van het betrokken
schooljaar. Niettemin kan die termijn voor uitzonderlijke én individuele gevallen
worden verlengd tot "uiterlijk de eerste schooldag van het daaropvolgend schooljaar".

Deze beslissing mondt uit in de studiebekrachtiging. De leerling kan een


studiebekrachtiging enkel krijgen wanneer hij/zij als regelmatige leerling in onze
school is ingeschreven. Een vrije leerling, krijgt slechts een attest van lesbijwoning.
▪ Oriënteringsattest A: je hebt het leerjaar met vrucht beëindigd, dus met
succes afgerond, en je wordt tot het volgende leerjaar toegelaten.
19

▪ Oriënteringsattest B: je hebt het leerjaar met vrucht beëindigd en je wordt tot


het volgende leerjaar toegelaten, behalve in bepaalde
leerjaren/onderwijsvormen/studierichtingen. Wij zullen de ouders schriftelijk op
de hoogte brengen van de elementen die geleid hebben tot deze beslissing;
we zullen hen daarbij ook herinneren aan de mogelijkheden om tegen deze
beslissing in beroep te gaan – de bepalingen hierover werden ook
uitgeschreven in het schoolreglement.
▪ Oriënteringsattest C: de leerling heeft het leerjaar niet met vrucht beëindigd.
Wij zullen de ouders schriftelijk uitleggen waarom die beslissing genomen
werd; we zullen hen daarbij ook herinneren aan de mogelijkheden om tegen
deze beslissing in beroep te gaan – de bepalingen hierover werden ook
uitgeschreven in het schoolreglement.
De school reikt ook een oriënteringsattest C uit wanneer de leerling het
leerjaar/onderwijsvorm/studierichting slechts gedurende een deel van het
schooljaar in onze school heeft gevolgd.

Het behoort tot de autonome bevoegdheid van de delibererende klassenraad om te


oordelen of de leerling aan een bijkomende proef moet onderworpen worden
vooraleer een definitieve beslissing kan genomen worden. Dit wordt enkel in
uitzonderlijke gevallen toegestaan. De beslissing van de delibererende klassenraad
wordt dan genomen uiterlijk op 30 juni.

Vanaf het schooljaar 2019-2020 brengt de delibererende klassenraad systematisch


een gunstig of ongunstig advies uit met betrekking tot het overzitten van het leerjaar
voor elke leerling waaraan een oriënteringsattest B of, doch enkel in het eerste
leerjaar A of B, een oriënteringsattest A met uitsluiting wordt toegekend.

Een gunstig advies = mogelijkheid tot overzitten.

Een ongunstig advies = verplicht overgaan naar het hoger leerjaar.

11.2 Deliberatiecriteria

11.2.1 Inleiding

In de eerste graad is het vooral belangrijk dat de leerlingen leren studeren, een
efficiënte werkhouding ontwikkelen en de nodige vaardigheden opbouwen om te
leren plannen en verwerken. De nadruk ligt op het dagdagelijkse studeren, plannen
en verwerken van de stof. Vandaar dat het gewicht van dagelijks werk rapporten
gedurende het ganse schooljaar in de eerste graad gelijk wordt gesteld aan dat van
de beide examens.

In het hoger onderwijs ligt de nadruk voornamelijk op de examens. Daarom wordt het
belang van examens ook bij ons groter in de 2de graad, om in de 3de graad zwaarder
door te wegen dan dagelijks werk.

Na rijp beraad tijdens verschillende vergaderingen en de bespreking met de


Pedagogische begeleidingsdienst zijn we met de werkgroep evaluatiebeleid tot
onderstaande leidraad gekomen voor de deliberaties.

Voor de eindbeoordeling wordt rekening gehouden met de drie rapporten Dagelijks


werk en de resultaten van beide examenperiodes. Volgende waardeverhoudingen
worden in rekening gebracht:
20

De verhouding tussen dagelijks werk (DW) en examens (EX)


• verhouding DW/EX 1e graad TSO = 60 / 40 (DW telkens op 20 en EX
telkens op 20)
• verhouding DW/EX 1e graad BSO = 60 / 40 (DW telkens op 20 en EX
telkens op 20)
• verhouding DW/EX 2e graad TSO = 60 / 60 (DW telkens op 20 en EX
telkens op 30)
• verhouding DW/EX 2e graad BSO = 60 / 40 (DW telkens op 20 en EX
telkens op 20)
• verhouding DW/EX 3e graad TSO = 60 / 100 (DW telkens op 20 en EX
telkens op 50)

In TSO en BSO is er een accentverschuiving naar examens met gelijke verdeling


EX1/EX2 aangezien er door de stages niet echt een verschil is in leerstofhoeveelheid
tussen deze twee periodes.

Deze verhoudingen worden in Smartschool-Skore geïmplementeerd. Skore berekend


aan de hand van deze gewichten een jaartotaal per vak, per leerling.

Een tekort voor een Skore-jaartotaal (minder dan 50 %) wordt een jaartekort
genoemd.

Een tekort op het eindexamen (minder dan 50 %) wordt een eindtekort genoemd.

De Skoresoftware berekent ook nog een algemeen totaal op jaarbasis.

11.2 De criteria

11.2.2 Voorafgaande opmerkingen

* Bij het toepassen van de criteria wordt zo goed als mogelijk rekening
gehouden met de resultaten van richtingspecifieke vakken en niet-
richtingspecifieke vakken.

* Er wordt eveneens beredeneerd of de behaalde resultaten in stijgende of in


dalende lijn evolueren (positieve evolutie).

11.2.3 Voorwaarden voor het behalen van een A-attest

* Geen 5 eindtekorten op het laatste examen;

* Geen 3 jaartekorten;

* 50 % of meer op jaarbasis.

11.2.4 Redenen die kunnen leiden tot het behalen van een C-attest

5 of meer eindtekorten op het laatste examen;

OF 3 of meer jaartekorten;

OF minder dan 50 % op jaarbasis;


21

OF een tekort aan evaluatiegegevens wegens problematische afwezigheid;

Leerlingen die aan méér dan 1 van de hierboven opgesomde criteria voldoen
behalen een C-attest. Leerlingen die slechts aan één van deze criteria voldoen
kunnen nog besproken worden voor het behalen van een B-attest (met uitzondering
van de 3de graad).

11.2.5 Redenen voor het behalen van een B-attest met gunstig advies

3 of 4 eindtekorten op het laatste examen

11.2.6 Redenen voor het behalen van een B-attest met ongunstig advies

4 eindtekorten op technische en/of praktijkvakken

OF zie 2.2.3

11.2.5 Belangrijke afspraken

o De vooropgestelde criteria zijn richtinggevend. De uiteindelijke


unanieme beslissing ligt bij de soevereine klassenraad;
o Iedere leerling wordt apart besproken, collega’s mogen alle
argumenten inroepen ter verdediging van een leerling;
o De delibererende klassenraad is een geheime zitting. Er wordt over de
door de collega’s gegeven commentaren niet gecommuniceerd met
leerlingen of ouders. Enkel de gezamenlijke beslissing wordt
meegedeeld;
o Herexamens worden enkel in uitzonderlijke gevallen gegeven (bvb.
inhalen stage of wegens ziekte verantwoord met een doktersbriefje én de
onmogelijkheid om de examens in te halen op de dag die daarvoor
voorzien werd).

11.2.6 Beroepsprocedure tegen de beslissing van de delibererende klassenraad

De leerling heeft altijd het recht om de verbeterde schriftelijke kopijen en de opgaven


van toetsen, proeven en examens in te kijken.

11.2.7 Bezwaar

Het kan gebeuren dat ouders de beslissing van de delibererende klassenraad


betwisten. In dat geval kunnen zij gebruik maken van hun recht op overleg met
de voorzitter van de delibererende klassenraad (of zijn afgevaardigde). Zij
hebben tijd tot de derde werkdag na de uitreiking van het rapport om hun
bezwaren bekend te maken en een persoonlijk onderhoud aan te vragen met de
voorzitter (of zijn afgevaardigde). De datum van het gesprek wordt hun
schriftelijk meegedeeld.

Tijdens het gesprek kunnen de ouders het dossier inkijken en worden de elementen
aangegeven die hebben geleid tot de genomen beslissing.

Na het gesprek zijn er drie scenario’s mogelijk:

• De ouders zijn ervan overtuigd dat de klassenraad de juiste beslissing heeft


genomen en trekken de betwisting in;
22

• De voorzitter van de klassenraad (of zijn afgevaardigde) meent dat de ouders


redenen aanbrengen die het overwegen waard zijn en roept de delibererende
klassenraad zo snel mogelijk opnieuw bijeen om de aangevochten beslissing
opnieuw te bekijken. De klassenraad kan ofwel zijn beslissing herzien en dan
is het probleem opgelost, ofwel zijn beslissing handhaven en dan blijft het
probleem bestaan. Wat ook het resultaat van deze nieuwe bespreking mag
zijn, het wordt zeker schriftelijk en met de nodige motivering aan de ouders
meegedeeld;
• De voorzitter van de klassenraad (of zijn afgevaardigde) meent dat de door
de ouders aangebrachte argumenten geen nieuwe bijeenkomst van de
delibererende klassenraad nodig maken. Dit wordt gemotiveerd aan de
ouders meegedeeld. Als zij de genomen beslissing onjuist blijven vinden, blijft
de betwisting bestaan.

11.2.8 Beroep

Als na het overleg met de voorzitter van de delibererende klassenraad (of zijn
afgevaardigde) of nadat de klassenraad opnieuw is samengekomen de betwisting
blijft bestaan, kunnen de ouders binnen de drie werkdagen na het overleg of nadat
de beslissing van de klassenraad hen werd meegedeeld, schriftelijk beroep instellen
bij de algemeen directeur.

Het is wel belangrijk te weten dat de beroepscommissie pas kan worden opgestart
als de ouders gebruik hebben gemaakt van hun recht op overleg met de voorzitter
van de delibererende klassenraad (of zijn afgevaardigde), zoals hierboven onder
punt 4.1. Bezwaar beschreven.

De algemeen directeur stelt de beroepscommissie samen. Deze bestaat uit minstens


3 leden. Met uitzondering van de directeur kunnen de overige leden van de
delibererende klassenraad er geen deel van uitmaken.

11.2.9 Advies van de beroepscommissie

Om geldig te beraadslagen, moeten er minstens drie leden van de


beroepscommissie aanwezig zijn. In het belang van het onderzoek kan de
beroepscommissie om het even wie horen. De beroepscommissie onderzoekt de
klacht grondig en adviseert de algemeen directeur op een gemotiveerde wijze of de
delibererende klassenraad wel of niet opnieuw moet samenkomen.

De algemeen directeur beslist of de delibererende klassenraad al dan niet opnieuw


moet samenkomen. Moet het niet, dan deelt hij dit onmiddellijk schriftelijk en met de
nodige motivering aan de ouders mee. Moet het wel, dan moet de delibererende
klassenraad uiterlijk op 15 september een definitieve beslissing nemen.

De desbetreffende uiterste datum is 15 maart van het schooljaar in kwestie als de


betwiste beslissing betrekking heeft op een Se-n-Se en genomen werd op 31 januari
dan wel, bij verlenging, uiterlijk op 1 maart van dat schooljaar.

Deze beslissing wordt schriftelijk en met de nodige motivering aan de ouders


meegedeeld.

Binnen het GO! zelf is er na deze procedure geen verder beroep meer mogelijk.
23

11.2.10 Annulatieberoep

Als de beroepsprocedure binnen het GO! is uitgeput, kunnen de ouders bij de Raad
van State een annulatieberoep of een verzoek tot schorsing van de tenuitvoerlegging
indienen. Zij hebben hiervoor zestig kalenderdagen de tijd vanaf het moment dat zij
kennis namen van de beslissing van de algemeen directeur of van de klassenraad.

Deze procedure heeft geen opschortende werking. De betwiste beslissing kan dus
onmiddellijk uitgevoerd worden.

Wat en hoe evalueren wij?

EVALUATIE VAN HET DAGELIJKS WERK


24

Om na te gaan of je de leerstof regelmatig instudeert en begrijpt, hebben je leerkrachten een


aantal mogelijkheden:

- luisteren naar en beoordelen van je antwoorden op vragen die tijdens de les gesteld worden;
- het houden van korte overhoringen of toetsen (aangekondigd of niet aangekondigd) bij het
begin of aan het einde van de les;
- houden van herhalingstoetsen;
- opleggen van oefeningen en (huis)taken.

Leerkrachten kunnen voor hun vak een afsprakennota (een document met richtlijnen voor de les
i.v.m. evaluatiecriteria, vakattitudes ...) door jou en je ouders laten ondertekenen om zo de
evaluatie nog doorzichtiger te maken. De vakgebonden attitudes worden opgenomen in het
rapportcijfer van elk vak.

Als tijdens je afwezigheid een taak of een toets werden gemaakt, moeten die altijd worden
ingehaald. Je hebt initiatiefplicht: je neemt de eerste dag dat je terug op school bent, contact op
met de betrokken leerkracht(en). Indien de leerkracht niet aanwezig is, maak je binnen de vijf
schooldagen een afspraak in verband met het inhalen van de toets of de taak. Bij voorkeur gebeurt
het inhalen op een ogenblik dat je lesvrij bent. Dit kan eventueel op woensdagnamiddag van 13.00
uur tot 15.00 uur, tijdens de middagpauze of ’s avonds na de lessen. Dit wordt telkens in de agenda
vermeld.

De gepresteerde resultaten worden gedurende het hele schooljaar via smartschool via de
module Skore kenbaar gemaakt. Elke leerling ontvangt bij de aanvang van zijn/haar
'schoolcarrière' een persoonlijk account voor dit digitaal leerplatform. Elke ouder ontvangt een co-
account en kan zo de resultaten van zoon en/of dochter mee opvolgen.

Scheiding tussen een disciplinaire en een studiebeoordeling wordt gewaarborgd. Bij een
disciplinaire beoordeling wordt het orde- en tuchtreglement toegepast. Dit is van toepassing als je
het goede verloop van de leeractiviteiten en/of het opvoedingsproject van de school in het
gedrang brengt. Dergelijke gedragingen kunnen geen aanleiding geven tot het aftrekken van
punten op een toets of een examen. Dergelijke gedragingen zullen wel geëvalueerd worden in de
evaluatie van vak- en schoolattitudes.

Bovendien kunnen je leerkrachten ook nagaan hoe je studiehouding is: je aandacht, je


taakaanvaarding, de wijze waarop je je agenda invult, waarop je je schriften verzorgt.

Je gedrag wordt in alle schoolse situaties beoordeeld. Ook tijdens de studie-uitstappen en andere
door de school ingerichte activiteiten mag er op je gedrag niets aan te merken zijn.

De vakgebonden attitudes worden opgenomen in het rapportcijfer van elk vak.

Onze leerlingen krijgen 4 rapporten waarvan één Remediëringsrapport en drie Dagelijks werk
rapporten. Daarbij staan de vakken bij de Dagelijks werk rapporten telkens gequoteerd op 20
punten.
De "3 Dagelijks werk rapporten" geven samen met de examenresultaten een definitief cijfer voor
de berekening van het 'jaarcijfer voor een vak'.

Indien er op een rapportperiode voor één of meerdere vakken geen punten zijn ten gevolge van
vele afwezigheden, onvoldoende gegevens ... dan worden geen punten ingeschreven. Als
vakcommentaar verschijnt: 'Onvoldoende evaluatiegegevens omwille ...'.
25

Hetzelfde geldt indien er geen of onvoldoende evaluaties (= minder dan 3 cijfers, voor één-
uursvakken minder dan 2 cijfers) voor handen zijn ten gevolge van ziekte of gewettigde
afwezigheden waardoor je onvoldoende toetsen of geen inhaaltoetsen hebt gemaakt.

Als op het einde van het schooljaar voor één of meerdere vakken geen punten werden
ingeschreven in één of meerdere reeksen DW, dan kan een leerling in aanmerking komen voor een
herexamen, in overeenstemming met de bepalingen in omzendbrief SO64.

Na het Remediëringsrapport, Examen 1, dagelijks werken en examens worden er oudercontacten


georganiseerd.
U kunt ook steeds tussendoor een afspraak maken met een vakleraar, de leerlingenbegeleiding en
directie om de resultaten van uw kind te bespreken.

OPGELET:
- ongewettigde afwezigheid bij het afnemen van (een) toets(en) kan aanleiding geven tot een
'0/10' voor deze toets.

EVALUATIE VIA EXAMENS

Tweemaal per schooljaar, in december en in juni, worden voor de leerlingen examens


georganiseerd met de bedoeling na te gaan of grote delen van de leerstof verwerkt kunnen
worden.
Voor de leerlingen van de eerste graad van de A-stroom wordt in de week vóór de paasvakantie
een examen georganiseerd voor de vakken Nederlands, Frans en wiskunde.

Je moet aan alle examens deelnemen omdat de resultaten ervan je inlichten over je mogelijkheden
en de school helpen je beter te evalueren en te oriënteren. Op basis daarvan kunnen we je een
gefundeerd advies in verband met je verdere studiekeuze of andere mogelijkheden geven. Alsook
verder inzetten op een gerichtere remediëring.

Het is dus voor jezelf belangrijk dat je die examens ernstig voorbereidt.

Het spreekt voor zichzelf dat, bij het afleggen van examens, oneerlijkheid en bedrieglijke praktijken
worden bestraft.

Deelnemen
Je moet aan alle examens deelnemen. En zoals in alle omstandigheden zijn wij erg op je eerlijkheid
gesteld. Spieken of fraude bij de examens kan leiden tot een '0' voor de betreffende vraag of voor
het hele examen.

Afwezigheid
Kun je met geldige reden niet deelnemen aan één of meer examens, dan moet de directeur of zijn
afgevaardigde hiervan onmiddellijk verwittigd worden. Een ziekte moet steeds gewettigd worden
door een medisch attest. Dit attest wordt binnen de twee dagen na afwezigheid ingediend. Ten
laatste de dag van het inhaalexamen. De klassenraad - op advies van de betreffende
vakleerkracht(en) - beslist of je bij afwezigheid de niet gemaakte examens moet inhalen en zo ja,
hoe en wanneer. Dit wordt dan schriftelijk aan je ouders meegedeeld. Iedere ongewettigde
afwezigheid bij een examen kan leiden tot '0/100' voor dat examen.

De puntenverdeling voor de examens is verschillend voor de 3 graden

- eerste graad A: 2 examenperiodes op 20 punten

- eerste graad B: 2 examenperiodes op 20 punten


26

- tweede graad TSO: 2 examenperiodes op 30 punten

- tweede graad BSO: 2 examenperiodes op 20 punten

- derde graad TSO: 2 examenperiodes op 50 punten

EVALUATIE VIA GEÏNTEGREERDE PROEF (GIP)

De leerlingen van het 6 TSO Maritieme Technieken Dek en 6 TSO Maritieme Technieken Motoren
ontvangen een reglement in verband met de geïntegreerde proef (GIP).

Dit GIP-reglement wordt aan de ouders of meerderjarige leerling ter ondertekening voorgelegd.

De geïntegreerde proef omvat de bekwaamheden die typisch en noodzakelijk zijn voor de


maritieme opleiding. Ze is verbonden met de realiteit van het beroep van
zeevarende/scheepswerktuigkundige en betracht een synthese van verschillende
vormingsaspecten van de studierichting.

De leerling moet zich vaardig tonen door spontane toepassing van kennis, vaardigheden en
attitudes in een beroepssituatie van de maritieme sector. Hierbij dient men rekening te houden
met het nagestreefde studie- en opleidingsprofiel en dus met de einddoelstellingen van de derde
graad.

De GIP draagt zo bij tot een specifieke studierichtingsgebonden invulling van het leergebeuren op
school en heeft een toegevoegde waarde ten opzichte van de vakgebonden evaluatie. De GIP
wordt gedurende het hele schooljaar geëvalueerd op het rapport en kan aanleiding geven tot niet
slagen.

De jury van de tussentijdse evaluaties en eindevaluatie van de GIP, bestaande uit


vertegenwoordigers van de maritieme sectoren, hecht een zeer groot belang aan de GIP.
Er zijn 2 tussentijdse evaluaties: met examen 1 en examen 2. Voor de tussentijdse evaluatie wordt
telkens de externe jury uitgenodigd.

De GIP is een onderdeel van DW en Examens:


DW1 - DW2 - DW3 = 7/20.
Examen 1 en 2 = 18/50.

Dit is van toepassing voor volgende vakken binnen het studiegebied DEK:
veiligheid, stabiliteit, zeekaart, Nederlands en Engels

Dit is van toepassing voor volgende vakken binnen het studiegebied MOTOREN:
veiligheid, elektrotechniek, SM, Nederlands en Engels

Vakleerkrachten en externe juryleden oordelen op basis van de GIP of de leerlingen klaar zijn om
in te stappen in het werkveld van de maritieme sector.

De leerlingen van het 6 TSO Maritieme Technieken Dek en 6 TSO Maritieme Technieken Motoren
die hun GIP niet indienen voor de eindevaluatie, krijgen in juni een uitgestelde beslissing. Zij
moeten hun GIP indienen eind augustus en opnieuw voor de jury hun GIP verdedigen.

EVALUATIE VAN STAGE EN WERKPLEKLEREN


27

In de derde graad van het TSO Maritieme Technieken Dek en TSO Maritieme Technieken Motoren
gaan de leerlingen op stage.
De leerlingen die stage moeten lopen uit 6 TSO Maritieme Technieken Dek en 6 TSO Maritieme
Technieken Motoren , ontvangen tijdig een stagereglement.
Dit stagereglement wordt aan de ouders en/of de meerderjarige leerlingen schriftelijk
meegedeeld.
Vóór aanvang van de stage moeten alle leerlingen deelnemen aan de Basic Safety Training. Dit is
een verplichte activiteit om aan de stage te kunnen deelnemen.
Om te kunnen slagen voor de stage is de duur van de stageperiode minimum 15 dagen per leerjaar
van de derde graad.
De leerlingen van de derde graad TSO Maritieme Technieken Dek en TSO Maritieme Technieken
Motoren kunnen ook “werkplekleren.”
Dit leren op de werkplek kan gebeuren in een (maritiem) bedrijf en/of aan boord van een vaartuig.
Deze activiteiten worden persoonlijk door de directeur ondertekend en aan jou ( als je
meerderjarig bent), je ouders / voogd meegedeeld.
Die activiteiten zijn door de verzekering gedekt.
De stage en het werkplekleren in de maritieme sector zijn wezenlijke onderdelen van de opleiding.
Daarom MOET elke leerling in de 3de graad TSO Maritieme Technieken Dek en TSO Maritieme
Technieken Motoren de stage en het werkplekleren vervolmaken, ook al is het niet deelnemen
aan de stage en het werkplekleren gewettigd door ziekte.

De leerling die niet aan de stage en/of werkplekleren heeft deelgenomen tijdens het schooljaar,
dient zijn stage en/of het werkplekleren in de maanden juli of augustus te realiseren.
Derhalve wordt de eindbeslissing voor betrokken leerling in juni uitgesteld.

You might also like