You are on page 1of 2

De Kerkuil

Arno Paulus

Het zag er aanvankelijk ook voor de kerkuilenmensen niet zo best uit in 2001. U weet dat
verreweg de meeste van onze nestkasten bij boeren in de schuur geplaatst zijn. Voor het
controleren van die kasten moesten wij dus ook bij die boeren zijn, en het was helaas niet
toegestaan om op hun erf te komen in verband met het verspreiden van het mond- en
klauwzeervirus. Gelukkig werden de meeste verboden weer opgeheven ruim voordat wij
altijd op pad gaan. Nu is het voor ons en vooral voor de betrokken veehouders maar te
hopen dat zoiets niet weer voorvalt. Gelukkig viel het aantal ruimingen bij ons in de
omgeving nog mee, maar elke ruiming is natuurlijk één teveel. En het kwam met de gevallen
in Ee en Anjum wel heel erg dichtbij.
Vorig jaar vertelde ik dat na het vorige topjaar in 1996 normaliter in 1999 of 2000 weer een
piek in het aantal succesvolle broedparen te verwachten zou zijn. Deze piek werd dus
bereikt in het jaar 2000, maar 2001 overtrof alle verwachtingen! Eerder schreef ik al over de
invloed van het aantal beschikbare (veld)muizen op het broedsucces van de kerkuil. De
veldmuizenstand bereikt namelijk eens in de drie á vier jaar een hoogtepunt, vroeger werd
dit een ‘’muizenplaag’’ genoemd. Dat betekend voor de kerkuil dat er in zo’n jaar veel
voedsel beschikbaar is en dat ze dus veel jongen kunnen voederen. Ze stemmen hun aantal
te leggen eieren dan ook af op het aantal beschikbare muizen. Het komt wel eens voor dat
zo’n muizenplaag twee broedseizoenen lang duurt. Dit was in 2001 dan ook het geval. Er
waren dat jaar ruim 2450 succesvolle broedparen in heel Nederland, dit zijn er een kleine
400 meer dan in 2000 (zie tabel). Met z’n allen
Seizoen: Nederland: Friesland: Topjaar brachten ze meer dan 8300 jongen groot.
In Friesland hebben ongeveer 543 paren kerkuilen
1990 ± 1200 205 ja
1991 ± 600 116
het geprobeerd en het is hen gelukt om 1575
1992 ± 760 168 jongen te produceren. Deze percentages komen
1993 ± 1070 248 ja neer op ongeveer een vijfde deel van de landelijke
1994 ± 900 204 aantallen, daarmee is Friesland nog steeds de
1995 ± 1000 220 succesvolste provincie.
1996 ± 1400 307 ja Er waren slechts vijf paartjes die het na het eerste
1997 ± 800 244 broedsel nog een keer wilden proberen. Hier kwam
1998 ± 1130 310
niet veel van terecht, 1,8 jong gemiddeld per
1999 ± 1680 407
2000 ± 1970 466 ja
broedsel, tegen 2,9 uit de eerste legsels. Hieruit
2001 ± 2450 543 blijkt dat in de loop van de zomer de muizenstand
tabel 1.: Aantal broedparen van de Kerkuil behoorlijk is gedaald. Het ziet er voor 2002
voorlopig dan ook minder gunstig uit.
Joeke Paulusma en ik zijn zoals gewoonlijk weer begin juni begonnen met de controles in
onze regio rond Surhuisterveen. In eerste instantie leek het allemaal erg goed te gaan. Op
veel plaatsen troffen we broedsels aan. Van de 26 broedplaatsen die we onder onze hoede
hadden werden maar liefst 12 gebruikt. Daarnaast kregen we nog melding van 2 nieuwe
broedsels, daarmee kwam het aantal op 14. Dit is ten opzichte van 1998 een verdubbeling
van het aantal paren. Beschermen werkt
Seizoen: Aantal Aantal Aantal Aantal dus. Hoewel we een recordaantal uilen
broed- eieren: jongen: jongen hadden, vielen de broedresultaten ietsje
paren: geringd:
1991 2 9 8 7
tegen. Dit heeft waarschijnlijk te maken
1992 4 18 18 17 gehad met de al eerder genoemde daling in
1993 6 24 24 24 de muizenstand later in het seizoen. We
1994 2 9 0 0 hadden vrij veel paartjes die met een
1995 4 16 12 8 normaal aantal eieren van start waren
1996 7 18+ 17+ 10 gegaan, maar waarvan we uiteindelijk toch
1997 7 37 25 22 maar weinig of geen jongen van konden
1998 7 37 36 24
1999 11 44 43 33
2000 11 43 40 37 Fûgelwacht Rottefalle - 25
2001 14 50+ 35+ 24
tabel 2: De resultaten van de afgelopen jaren
ringen. Dit kwam omdat er eieren waren verlaten, of niet waren uitgekomen of door sterfte
onder de jongen (zie tabel).
In Rottevalle werd door 2 paartjes gebroed. Er
werden in totaal 8 eieren gelegd, maar uiteindelijk
konden we maar 3 jongen van een ring voorzien.
Één ei is niet uitgekomen en de rest is
doodgegaan. Wederom hadden we in
Houtigehage geen broedgevallen en in
Boelenslaan weer 3. Van de 10 eieren kwamen 9
uit en we hebben 7 geringd, ook hier is de rest
dood gegaan. Ook in Augustinusga vonden we 3
de kerkuil 90%
broedsels, waarvan 1 nieuw broedgeval met
onbekend resultaat. Volgens de eigenaar van de
schuur waren er wel jongen geweest. De andere
2 legsels bestonden samen uit 7 eieren die
allemaal uitkwamen. Toch gingen er nog 2 dood
waardoor we 5 hebben kunnen ringen. In
Drogeham en Surhuizum kwamen elk 2 paartjes
tot broeden. In Drogeham werden 8 eieren
gelegd. Twee eieren zijn blijven liggen en van de
6 jongen zijn 3 geringd, 2 voortijdig uitgevlogen en 1 dood gegaan. In Surhuizum resulteerde
een behoorlijk aantal eieren, 10 stuks maar liefst, in slechts 2 jongen die we geringd hebben.
Dit komt doordat we in de Surhuzummermieden een kerkuil ontdekten die op 8 eieren zat te
broeden, maar dit proces niet heeft afgemaakt. Zes weken later lagen de eieren er namelijk
nog steeds, alleen lagen ze er nu verlaten bij. Een legsel van 8 eieren hadden wij in onze
regio nog niet eerder geconstateerd.
In Harkema werden in een nestkast 3 eieren gelegd, hiervan werden 2 jongen groot en in
Surhuisterveen kregen we melding van een nieuw broedsel. De uilen hadden hier 4 eieren
gelegd achter het uilebord. Twee jongen zijn gesneuveld en de andere 2 hebben we geringd.
In totaal zijn er in 2001 drie nieuwe broedplaatsen bijgekomen en we hebben één nestkast
weggehaald. Daarmee komt het aantal kasten voor 2002 op 28.
Natuurlijk hoop ik dat de aantallen van het komend seizoen die van 2001 zullen evenaren,
maar dat is voor ons ook nog een verassing. Wij zullen in ieder geval weer ons best doen
om zoveel mogelijk werk voor de kerkuil te verzetten.

In geval van:
- vragen;
- meldingen van dode kerkuilen;
- meldingen van mogelijke broedplaatsen voor kerkuilen of steenuilen (met name in
Harkema en Surhuisterveen);
- losse waarnemingen van deze beide soorten;
kunt u altijd kontakt met ons opnemen, wij horen het graag van u.
Joeke Paulusma – Oudega tel. 0512-371141 of Arno Paulus – Augustinusga tel. 0512-
351714

26 - de Prikke 2002

You might also like