Vocabulary Exercises by Random Forest

www.learndutch.
org
Vocabulary exercise – CONTEXT
Translate By Google
Designed & Edited By Random Forest
24 Ekim 2018
1 / 64 Random Forest
LESSON 1_INTRODUCTION LESSON 1_INTRODUCTION
1 Ik ben een man. I'm a man.
2 Ik heet Bart. My name is Bart.
3 Marieke is een vrouw . Marieke is a woman.
4 Bart is een man . Bart is a man.
5 Hoe gaat het? – Goed ! How are you? - Good !
6 Tot ziens! – Doei ! Bye! - Bye !
7 Hallo! Dag ! Hey! Day !
8 De baby is een meisje . The baby is a girl.
9 Ik ben een vrouw. I am a woman.
10 Papa is een man . Papa is a man.
11 Mama is een vrouw . Mama is a woman.
12 Peter is een jongen . Peter is a boy.
LESSON 2_PRONOUNS LESSON 2_PRONOUNS

1 Alsjeblieft ! – Dankjewel! Please ! - Thank you!
2 Alsjeblieft! Dankjewel ! Please! Thank you !
3 Links of rechts? Left or right?
4 Is Bart een man? ja Is Bart a man? Yes
5 Is Marieke een vrouw? ja Is Marieke a woman? Yes
6 Hij is een jongen. He is a boy.
7 Martin en Marieke zijn man en vrouw. Martin and Marieke are husband and wife.
8 Zij is een meisje. She is a girl.
9 Tot ziens! Misschien tot morgen? Bye! Maybe until tomorrow?
10 Heet zij Karin of Karen? Is she called Karin or Karen?
LESSON 3_PROFESSIONS LESSON 3_PROFESSIONS

1 De leerlingen zijn jong. The pupils are young.
2 Wij zijn oud.. We are old ..
3 Kirsten is lerares Nederlands. Kirsten is a Dutch teacher.
4 De 11 voetballers zijn goed. The 11 football players are good.
5 Anja en Violetta zijn meisjes. Anja and Violetta are girls.
6 Peter is boekhouder Peter is an accountant
7 Het meisje is mooi. The girl is beautiful.
8 De koning is niet de baas in Nederland. The king is not the boss in the Netherlands.
9 Ik ben student. I am a student.
10 Bart is leraar. Bart is a teacher.
11 Wij zijn studenten Nederlands. We are Dutch students.
12 Hij is bakker. He is a baker.
13 Jij bent advocaat. You are a lawyer.
14 De clown is leuk. The clown is fun.
LESSON 04_FOOD LESSON 04_FOOD

1 Koffie of thee? Coffee or tea?
2 Lekker! Een boterham met hagelslag! delicious! A sandwich with sprinkles!
3 Vlees = eten . Meat = eat.
4 Wijn = drinken . Wine = drink.
5 Koffie met melk ? Coffee with milk ?
6 De boer verkoopt melk . The farmer sells milk.
7 Een frikandel is vlees . A frikandel is meat.
8 Een boterham met pindakaas . A sandwich with peanut butter.
9 Boerenkool is groente . Kale is vegetables.
10 De slager verkoopt vlees . The butcher sells meat.
11 Drop is snoep. Drop is candy.
Nederlanders eten in de avond: aardappelen + vlees + Dutch people eat in the evening: potatoes + meat +
12
groente vegetables
13 Wijn is alcohol en bier is alcohol. Wine is alcohol and beer is alcohol.
14 Een boterham is brood . A sandwich is bread.
15 De bakker verkoopt brood . The baker sells bread.
16 De ober verkoopt wijn + bier . The waiter sells wine + beer.
17 De pannenkoek is lekker . The pancake is tasty.
18 Friet is gefrituurde aardappelen . French fries are fried potatoes.
19 Is de kaas jong of oud? Is the cheese young or old?
20 Drop is snoep. Drop is candy.
LESSON 5_QUESTIONS LESSON 5_QUESTIONS
1 Ik ben in Drenthe, omdat hier de Summer School is. I am in Drenthe, because here is the Summer School.
2 Wij zijn blij, behalve Marieke. Zij is niet blij. We are happy, except for Marieke. She is not happy.
3 Wat is dit? – Dat is een frikandel. What is this? - That's a frikandel.
4 Hoeveel bloemen zijn dat? – Dat zijn 17 bloemen. How many flowers are they? - That's 17 flowers.
5 Wie is dat? – Dat is Marieke. Who is that? - That's Marieke.

6 Wanneer ? – Dan! When ? - Then!
7 Martin of Gianluca? Wie ? Martin or Gianluca? Who?
The man is happy with the house, but the woman
8 De man is blij met het huis, maar de vrouw niet! does not!
9 Waar is het huis? Where is the house?
10 Deze boterham is hier, en die boterham is daar . This sandwich is here, and that sandwich is there.
Where is the Summer School? - In Amsterdam and

11 Waar is de Summer School? – In Amsterdam en Drenthe! Drenthe!
12 Wanneer ben je in het huis? – Morgen. When are you in the house? - Tomorrow.
13 Wie is dat meisje? Who is that girl?
14 Deze of die ? This or that?
15 Deze pannenkoek is hier , maar die pannenkoek is daar. This pancake is here, but that pancake is there.
16 Ik ben blij, want de leraar is goed! I am happy, because the teacher is good!
17 Hoe? – Zo ? How? - So ?
18 Welke bloemen zijn dat? – Dat zijn tulpen. Which flowers are they? - Those are tulips.
19 Waarom ben je blij? Daarom! Why are you happy? Therefore!
20 Wie is die man? Who is that man?
REVIEW–1–5 REVIEW-1-5
1 De leerlingen zijn jong. The pupils are young.
2 – Hoe gaat het? – Goed ! - How are you? - Good !
3 Tot ziens! Misschien tot morgen? Bye! Maybe until tomorrow?
4 Vlees = eten . Meat = eat.
5 De baby is een meisje . The baby is a girl.
6 Wij zijn oud.. We are old ..
7 Peter is een jongen . Peter is a boy.
8 Wanneer ben je in het huis? – Morgen. When are you in the house? - Tomorrow.
9 Wie is dat meisje? Who is that girl?
10 Waar is het huis? Where is the house?
11 Wij zijn studenten Nederlands. We are Dutch students.
12 De boer verkoopt melk . The farmer sells milk.
13 De bakker verkoopt brood . The baker sells bread.
14 Koffie of thee ? Coffee or tea ?
15 Hij is bakker. He is a baker.
16 Heet zij Karin of Karen? Is she called Karin or Karen?
17 Links of rechts? Left or right?
18 Welke bloemen zijn dat? – Dat zijn tulpen. Which flowers are they? - Those are tulips.
19 – Hallo! Dag ! - Hey! Day !
20 Wie is dat? – Dat is Marieke. Who is that? - That's Marieke.
21 Een frikandel is vlees . A frikandel is meat.
22 Wanneer ? – Dan! When ? - Then!
23 Is Bart een man? ja Is Bart a man? Yes
24 De ober verkoopt wijn + bier . The waiter sells wine + beer.
25 Alsjeblieft! – Dankjewel ! Please! - Thank you !
26 Martin en Marieke zijn man en vrouw. Martin and Marieke are husband and wife.
27 Deze boterham is hier, en die boterham is daar . This sandwich is here, and that sandwich is there.
28 Alsjeblieft ! – Dankjewel! Please ! - Thank you!

29 Zij is een meisje. She is a girl.
30 Bart is een man . Bart is a man.
LESSON 6_TRAFFIC LESSON 6_TRAFFIC

1 De trein rijdt naar het station . The train goes to the station.
2 De boot is in de haven . The boat is in the harbor.
3 De auto rijdt 130 km/uur op de snelweg . The car drives 130 km / h on the highway.
4 Een supermarkt is een winkel . A supermarket is a store.
5 De tram, de trein, de metro en de bus zijn openbaar vervoer . The tram, train, metro and bus are public transport.
6 De dokter werkt in het ziekenhuis . The doctor works in the hospital.

7 De verkoper werkt in de winkel . The seller works in the store.
8 In de school is een bibliotheek . There is a library in the school.
9 De leraar werkt in de school . The teacher works in the school.
10 Het vliegtuig is op het vliegveld . The plane is at the airport.
11 In het ziekenhuis is een apotheek . There is a pharmacy in the hospital.
12 De agent werkt in het politiebureau . The agent works in the police station.
13 De tram stopt bij de halte. The tram stops at the stop.
There is a metro in Amsterdam and Rotterdam. Not in
14 In Amsterdam en Rotterdam is een metro . In Utrecht niet. Utrecht.
15 Bij de sporthal is een zwembad . There is a swimming pool at the sports hall.
LESSON 7_COUNTING LESSON 7_COUNTING

1 Twee x honderd = tweehonderd . Two hundred one = two hundred.
Gisteren was het eenentwintig oktober. Vandaag is het Yesterday it was twenty-first October. Today is
2
tweeëntwintig oktober. October twenty-first.
3 Zes + zes, hoeveel is dat? twaalf Six + six, how much is that? twelve
4 In de ochtend eet ik vier boterhammen. In the morning I eat four sandwiches.
5 Hoeveel is tien + tien? twintig How much is ten + ten? twenty
6 Eén, twee, drie, vier , vijf. One two three four five.
Vandaag is het dertig januari. Morgen is het eenendertig Today is thirty January. Tomorrow is the thirty-first
7
januari. January.
8 Tien + vier = veertien . Ten + four = fourteen.
Hoe snel rijdt een auto op de snelweg in Nederland? How fast does a car drive on the motorway in the
9
honderddertig kilometer per uur Netherlands? a hundred and thirty kilometers per hour
Hoeveel kost een huis in Nederland? tweehonderdduizend How much does a house cost in the Netherlands? two
10
euro hundred thousand euros
11 In de bibliotheek staan tienduizend boeken. There are ten thousand books in the library.
12 In een voetbalteam zijn elf voetballers. There are eleven football players in a football team.
How much does a fries with a frikandel cost? Five
13 Hoeveel kost een frietje met een frikandel? Vijf euro. euro.
14 Op de fiets rijd ik vijftien kilometer per uur. I ride fifteen kilometers per hour on my bike.
LESSON 8_VERBS LESSON 8_VERBS

1 Wij leren Nederlands op de Dutch Summer School. We learn Dutch at the Dutch Summer School.
2 Jullie weten het antwoord. You know the answer.
3 Wij lopen naar het huis. We walk to the house.
4 We kopen het huis voor 150.000 euro. We buy the house for 150,000 euros.
5 ‘Praten’ is een synoniem van ‘ spreken ’ 'Talking' is a synonym of 'speaking'
6 Hier rijden zes bussen en drie trams. Here six buses and three trams run.
7 Jullie wachten tot morgen. You wait until tomorrow.
8 De dokter luistert goed wat de patiënt zegt. The doctor listens carefully what the patient says.
That is a good question. The boss does not know the

9 Dat is een goede vraag. De baas weet het antwoord niet. answer.
10 Uit je neus eten is slecht. Werken is goed. Eating out of your nose is bad. Working is good.
11 De jongen en het meisje eten drop. Lekker! The boy and the girl eat licorice. delicious!
12 De boekhouder en de directeur schrijven een rapport. The accountant and the director write a report.
13 Ik loop niet naar het centrum. I do not walk to the center.
14 Jullie hebben twee auto’s. You have two cars.
The fisherman and the farmer are eighty years old.
15 De visser en de boer worden tachtig jaar. Dat is oud. That's old.
16 Waar werken jullie? Op Schiphol of in het ziekenhuis? Where do you work? At Schiphol or in the hospital?
17 Jullie krijgen boerenkool met worst. Lekker! You get kale with sausage. delicious!
18 Ik zeg dit, maar ik denk dat. I say this, but I think so.
19 U loopt rechts. Ik rijd links. You walk to the right. I drive left.
I'm not going to the store. The teacher will go to the
20 Ik ga niet naar de winkel. De leraar gaat wel naar de winkel. store.
21 ‘spreken’ is een synoniem van praten 'Speaking' is a synonym of talking
22 Gianluca en Martin drinken bier. Gianluca and Martin drink beer.
23 Lars loopt naar de sporthal. Lars walks to the sports hall.
24 We lopen naar het centrum. We walk to the center.
25 De vrouwen slapen slecht. Dat is niet goed. The women sleep badly. That is not good.
26 Jij loopt links en ik loop rechts. You walk left and I walk right.
27 Zij zeggen: ‘ Wacht niet !’ De actie is nu. They say, "Do not wait!" The action is now.
We go to bed at ten o'clock. We are not waiting for
28 Wij gaan om tien uur naar bed. We wachten niet op jou. you.
29 We kijken naar een film. We're watching a movie.
30 We wachten tot de advocaat en de dokter antwoorden We wait for the lawyer and the doctor to answer
De studenten vragen : ‘Welke universiteit is goed?’ Zij weten The students ask, "Which university is good?" They
31
het antwoord niet. do not know the answer.
32 Ik luister naar muziek. I am listening to music.
33 De vrouw gaat morgen naar het ziekenhuis. The woman goes to the hospital tomorrow.
De verkoper en de ober zeggen : ‘tot ziens!’ – Ik antwoord: The salesman and the waiter say: 'Goodbye!' - I
34
‘doei!’ answer: 'bye!'
35 Martin en Gianluca denken : Marieke is mooi! Martin and Gianluca think: Marieke is beautiful!
36 Jullie lezen de vraag. Dan schrijven jullie het antwoord. You read the question. Then you write the answer.
37 Het meisje loopt links. The girl is walking to the left.
38 Wat denk jij? Sorry, dat zeg ik niet. What do you think? Sorry, I'm not saying that.
39 Jullie rijden in een auto. Ik rij op de fiets. You are driving in a car. I ride on the bike.
We wachten bij de halte. We horen de tram al, maar we zien We wait at the stop. We already hear the tram, but we
40
de tram nog niet.. do not see the tram yet ..
41 Zij zien het werkwoord in het boek. They see the verb in the book.
42 De vraag is: ‘Wat denk jij?’ The question is: 'What do you think?'
43 ‘praten’ is een werkwoord 'Talking' is a verb
LESSON 9_ADJECTIVES LESSON 9_ADJECTIVES

1 Om 8 uur ‘s morgens wordt het licht At 8 o'clock in the morning it becomes light
2 Marieke kijkt naar Martin en denkt: Hij is lief . Marieke looks at Martin and thinks: He is sweet.
3 Koning Willem Alexander is niet arm. Hij is rijk King Willem Alexander is not poor. He is rich
The student does not find the lesson boring, but
4 De leerling vindt de les niet saai , maar interessant. interesting.
5 Au! Deze thee is heet ! Au! This tea is hot!
The girl is sleeping with a teddy bear. The teddy bear
6 Het meisje slaapt met een teddybeer. De teddybeer is zacht is soft
7 De meisjes zijn blij, want ze krijgen een tulp The girls are happy, because they get a tulip
8 De vrouw is mooi, maar de man is lelijk The woman is beautiful, but the man is ugly
9 De jongen vindt spruitjes vies The boy finds sprouts dirty
10 Vandaag zijn de kinderen stout . Today the children are naughty.
Wacht niet! Nu eten, want de boerenkool met worst is nu warm Do not wait! Now eat, because the kale with sausage
11
. is now hot.
12 Het hotel heeft vijf sterren. Het is duur The hotel has five stars. It is expensive
13 Het huis is vies, dus ze maakt het schoon The house is dirty, so she cleans it
14 Het meisje vindt de frikandel lekker The girl likes the frikandel
15 Het is winter en het is koud . It is winter and it is cold.
We eten een kroket bij de snackbar. Hij kost € 1,50. Dat is We eat a croquette at the snack bar. He costs € 1.50.
16
goedkoop . That's cheap .
17 We werken tien uur per dag. Dat is zwaar We work ten hours a day. That is heavy
18 ‘Nederland’ betekent ‘ laag land’. 'The Netherlands' means 'low land'.
19 De Euromast in Rotterdam is een hoog gebouw. The Euromast in Rotterdam is a high building.
20 De voetballer loopt snel . Pedro loopt langzaam. The footballer runs fast. Pedro is walking slowly.
21 Ik lees een boek. Het boek is interessant I read a book. The book is interesting
22 We eten spruitjes met aardappels en vlees. We eat Brussels sprouts with potatoes and meat.
23 In de avond is het donker It is dark in the evening

24 De man koopt de auto niet. Hij is arm The man does not buy the car. He is poor
25 De tulpen in de Keukenhof zijn mooi The tulips in the Keukenhof are beautiful
26 De auto rijdt hard : 150 kilometer per uur! The car drives hard: 150 kilometers per hour!
27 Ik koop mooie bloemen voor mijn moeder. I buy beautiful flowers for my mother.
28 De man werkt langzaam , omdat hij negentig jaar oud is. The man works slowly because he is ninety years old.
29 Nederland is een klein land. The Netherlands is a small country.

30 Schiphol is een groot vliegveld. Schiphol is a large airport.
LESSON 10_CALENDAR LESSON 10_CALENDAR

Op zaterdag hebben de leerlingen vrij. Ze gaan dan naar On Saturday the students have free. They then go to
1
Orvelte met de leraar. Orvelte with the teacher.
Autumn starts on 21 September and lasts until 20
2 De herfst begint op 21 september en duurt tot 20 december. December.
De lente is mijn favoriete seizoen. Ik zie dan nieuwe tulpen op Spring is my favorite season. I then see new tulips at
3
de Keukenhof. the Keukenhof.
4 De maand mei is in de lente. The month of May is in the spring.
5 De voetballers gaan morgen naar Amsterdam. The footballers will go to Amsterdam tomorrow.
6 Ik werk vijf dagen per week . I work five days a week.

Het is vrijdag ! Nog een dagje werken en dan is het weekend! It is Friday ! Another day of work and then the
7
Lekker! weekend! delicious!
Monday is the first working day. Then the work week
8 Maandag is de eerste werkdag. Dan begint de werkweek. begins.
Martin is met Marieke. Hij vraagt: wanneer kijken we samen Martin is with Marieke. He asks: when are we looking
9
naar de maan ? at the moon together?
Op welke dag van de week eet jij vis? Ik eet vis op vrijdag. On which day of the week do you eat fish? I eat fish
10
Lekker! on Friday. delicious!
In de zomer gaan veel Nederlanders op vakantie naar In the summer many Dutch people go on holiday to
11
Frankrijk en Spanje. France and Spain.
Ik ben blij! In augustus leer ik Nederlands op de Dutch I'm happy! In August I will learn Dutch at the Dutch
12
Summer School! Summer School!
In January I will go to the Winter School in Drenthe.
13 In januari ga ik naar de Winter School in Drenthe. Leuk! Fun!
In welke maand begint de herfst? Ik weet het antwoord: in In which month does autumn begin? I know the
14
september. answer: in September.
15 Vandaag is het donderdag. Gisteren was het woensdag. Today is Thursday. Yesterday it was Wednesday.
In de maanden juli en augustus hebben veel Nederlanders Many Dutch people have holidays during the months
16
vakantie. of July and August.
17 De toerist eet een lekkere haring met uitjes. The tourist eats a tasty herring with outings.
18 Het jaar heeft 365 dagen. The year has 365 days.
19 Oktober is in de herfst. October is in the fall.
On Wednesday my wife buys minced meat at the
20 Op woensdag koopt mijn vrouw gehakt bij de slager. butcher's.
Op dinsdag heb ik een examen. Het examen is voor mijn I have an exam on Tuesday. The exam is for my
21
inburgering integration
In maart , in de lente, opent de Keukenhof. We zien daar In March, in the spring, the Keukenhof opens. We see
22
mooie tulpen. beautiful tulips there.
De maanden september, oktober, november, december zijn in The months of September, October, November,
23
de herfst December are in autumn
Op 25 en 26 december is het Kerst in Nederland. Dat is in de On 25 and 26 December it is Christmas in the
24
winter. Netherlands. That is in the winter.
25 Op zondag gaan mijn vader en moeder naar de kerk My father and mother go to church on Sunday
Today I eat fish with vegetables and potatoes.
26 Vandaag eet ik vis met groente en aardappels. Lekker! delicious!
Het is vandaag koopzondag ! Ik ga met mijn moeder naar de It is Sunday today! I go with my mother to the shops
27
winkels in het centrum. in the center.
28 Op zondag gaat mijn vader naar de kerk. My father goes to church on Sunday.
Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag , vrijdag. Welke Monday Tuesday Wednesday Thursday Friday.
29
werkdag mist hier? Which work day is missing here?
Augustus, september, oktober, november , december. Welke August, September, October, November, December.
30
maand mist hier? Which month is missing here?
In de winter is het koud. De dagen zijn kort en de nachten During the winter it's cold. The days are short and the
31
lang. nights long.
In welk seizoen is het koud in Nederland? Het antwoord: in de In what season is it cold in the Netherlands? The
32
winter. answer: in the winter.
33 In je agenda zie je de dagen van de week . In your calendar you see the days of the week.
Welke dag komt na dinsdag ? Ik weet het antwoord: Which day will arrive after Tuesday? I know the
34
woensdag. answer: Wednesday.
35 Vandaag werk ik niet, want het is zondag. I do not work today, because it is Sunday.
Op 27 april is het Koningsdag. Dat is een feestdag in On April 27 it is King's Day. That is a public holiday in
36
Nederland. the Netherlands.
De dagen van de week zijn: maandag, dinsdag, woensdag , The days of the week are: Monday, Tuesday,
37
donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag. Wednesday, Thursday, Friday, Saturday and Sunday.
Op 14 februari is het Valentijnsdag. Dan krijgt het meisje mooie On February 14 it is Valentine's Day. Then the girl
38
bloemen. gets beautiful flowers.
39 Op 21 juni begint de zomer in Nederland. On June 21 the summer starts in the Netherlands.
1 Vandaag werk ik niet, want het is zondag. I do not work today, because it is Sunday.
2 Oktober is in de herfst. October is in the fall.
3 Gianluca en Martin drinken bier. Gianluca and Martin drink beer.
4 De vrouw gaat morgen naar het ziekenhuis. The woman goes to the hospital tomorrow.
5 ij zeggen: ' Wacht niet !' De actie is nu. I say: 'Do not wait!' The action is now.
In de zomer gaan veel Nederlanders op vakantie naar In the summer many Dutch people go on holiday to
6
Frankrijk en Spanje. France and Spain.
7 Jullie wachten tot morgen. You wait until tomorrow.
8 We eten spruitjes met aardappels en vlees. We eat Brussels sprouts with potatoes and meat.
That is a good question. The boss does not know the

9 Dat is een goede vraag. De baas weet het antwoord niet. answer.
The fisherman and the farmer are eighty years old.
10 De visser en de boer worden tachtig jaar. Dat is oud. That's old.
11 De man koopt de auto niet. Hij is arm The man does not buy the car. He is poor
12 Ik koop mooie bloemen voor mijn moeder. I buy beautiful flowers for my mother.
13 Om 8 uur 's morgens wordt het licht At 8 o'clock in the morning it becomes light
14 Op zondag gaan mijn vader en moeder naar de kerk My father and mother go to church on Sunday
15 De auto rijdt 130 km/uur op de snelweg . The car drives 130 km / h on the highway.
We eten een kroket bij de snackbar. Hij kost € 1,50. Dat is We eat a croquette at the snack bar. He costs € 1.50.
16
goedkoop . That's cheap .
17 Lars loopt naar de sporthal. Lars walks to the sports hall.
18 'spreken' is een synoniem van praten 'speaking' is a synonym of talking
19 De toerist eet een lekkere haring met uitjes. The tourist eats a tasty herring with outings.
20 We kopen het huis voor 150.000 euro. We buy the house for 150,000 euros.
21 We lopen naar het centrum. We walk to the center.
Het is vrijdag ! Nog een dagje werken en dan is het weekend! It is Friday ! Another day of work and then the
22
Lekker! weekend! delicious!
23 De vrouw is mooi, maar de man is lelijk The woman is beautiful, but the man is ugly
24 Au! Deze thee is heet ! Au! This tea is hot!
De studenten vragen : 'Welke universiteit is goed?' Zij weten The students ask: 'Which university is good?' They do
25
het antwoord niet. not know the answer.
In welke maand begint de herfst? Ik weet het antwoord: in In which month does autumn begin? I know the
26
september. answer: in September.
In January I will go to the Winter School in Drenthe.
27 In januari ga ik naar de Winter School in Drenthe. Leuk! Fun!
28 De meisjes zijn blij, want ze krijgen een tulp The girls are happy, because they get a tulip
In maart , in de lente, opent de Keukenhof. We zien daar mooie In March, in the spring, the Keukenhof opens. We see
29
tulpen. beautiful tulips there.
The student does not find the lesson boring, but
30 De leerling vindt de les niet saai , maar interessant. interesting.
31 De boot is in de haven . The boat is in the harbor.
There is a metro in Amsterdam and Rotterdam. Not in
32 In Amsterdam en Rotterdam is een metro . In Utrecht niet. Utrecht.
Hoe snel rijdt een auto op de snelweg in Nederland? How fast does a car drive on the motorway in the
33
honderddertig kilometer per uur Netherlands? a hundred and thirty kilometers per hour
34 Ik zeg dit, maar ik denk dat. I say this, but I think so.
35 Het is winter en het is koud . It is winter and it is cold.
Op 25 en 26 december is het Kerst in Nederland. Dat is in de On 25 and 26 December it is Christmas in the
36
winter. Netherlands. That is in the winter.
We go to bed at ten o'clock. We are not waiting for
37 Wij gaan om tien uur naar bed. We wachten niet op jou. you.
38 Schiphol is een groot vliegveld. Schiphol is a large airport.
Op 27 april is het Koningsdag. Dat is een feestdag in On April 27 it is King's Day. That is a public holiday in
39
Nederland. the Netherlands.
Het is vandaag koopzondag ! Ik ga met mijn moeder naar de It is Sunday today! I go with my mother to the shops
40
winkels in het centrum. in the center.
41 We werken tien uur per dag. Dat is zwaar We work ten hours a day. That is heavy
Today I eat fish with vegetables and potatoes.
42 Vandaag eet ik vis met groente en aardappels. Lekker! delicious!
During the winter it's cold. The days are short and the
43 In de winter is het koud. De dagen zijn kort en de nachten lang. nights long.
44 De jongen vindt spruitjes vies The boy finds sprouts dirty
45 Het hotel heeft vijf sterren. Het is duur The hotel has five stars. It is expensive
46 Het meisje loopt links. The girl is walking to the left.
47 Jullie hebben twee auto's. You have two cars.
How much does a fries with a frikandel cost? Five
48 Hoeveel kost een frietje met een frikandel? Vijf euro. euro.
Gisteren was het eenentwintig oktober. Vandaag is het Yesterday it was twenty-first October. Today is
49
tweeëntwintig oktober. October twenty-first.
I'm not going to the store. The teacher will go to the
50 Ik ga niet naar de winkel. De leraar gaat wel naar de winkel. store.
LESSON 11_ PREPOSITIONS LESSON 11_ PREPOSITIONS
1 Woensdag is vóór donderdag en na dinsdag. Wednesday is before Thursday and after Tuesday.
In the spring I go to the Keukenhof. I see beautiful

2 In de lente ga ik naar de Keukenhof. Daar zie ik mooie tulpen. tulips there.
De lerares loopt naast de leerling. Ze spreekt Nederlands met The teacher runs next to the student. She speaks
3
hem. Ze is lief. Dutch with him. She is sweet.
Ik ga om acht uur van huis. Ik fiets met mijn vader naar de I leave home at eight o'clock. I cycle with my father to
4
supermarkt. the supermarket.
We zijn in het huis. We drinken beneden een biertje. We We are in the house. We drink a beer downstairs.
5
slapen vanavond boven in de slaapkamer. We're sleeping upstairs in the bedroom tonight.
6 Mijn auto staat op de straat, voor het huis. My car is on the street, in front of the house.
7 Ik drink koffie zonder melk. I drink coffee without milk.
8 Ik drink thee met suiker. I drink tea with sugar.
The man drives fast. He drives over the highway with
9 De man rijdt snel. Hij rijdt over de snelweg met zijn snelle auto. his fast car.
De kerk is links. De supermarkt is rechts. Tussen de kerk en de The church is left. The supermarket is right. My house
10
supermarkt is mijn huis. is between the church and the supermarket.
11 De voetballers praten over sport. The footballers talk about sport.

12 De jongens lopen door het park. The boys walk through the park.
The lesson starts at nine o'clock. The lesson is up to
13 Om negen uur begint de les. De les is tot een uur. an hour.
14 Vandaag loop ik naar school. Today I walk to school.
15 Bij de supermarkt koop ik vis en vlees. I buy fish and meat at the supermarket.
16 De kinderen zijn binnen want buiten is het koud. The children are inside because it is cold outside.
17 We gaan naar buiten want het is zomer. We're going out because it's summer.
Ajax voetbalt vandaag tegen AC Milan. Martin is voor Ajax. Hij Ajax is playing today against AC Milan. Martin is for
18
is tegen AC Milan. Ajax. He is against AC Milan.
19 Voor en na de les ga ik naar de wc. Before and after the lesson I go to the toilet.
I've been in the Netherlands since April. That is not
20 Sinds april ben ik in Nederland. Dat is nog niet lang. long.
The tourists walk around the church. The church is old
21 De toeristen lopen rond de kerk. De kerk is oud en mooi. and beautiful.
Achter de school is een supermarkt. Voor de school is een Behind the school is a supermarket. There is a park in
22
park. Het park is groot. front of the school. The park is big.
23 Mijn voeten zijn onder de tafel. My feet are under the table.
24 Het is zomer! Ik zie de zon boven het huis. It's summer! I see the sun over the house.
25 Ik loop naar de auto. De auto staat voor het huis. I walk to the car. The car is in front of the house.
26 De mooie bloemen staan op de tafel. The beautiful flowers are on the table.
Huisnummer 12 is links, huisnummer 16 is rechts en House number 12 is left, house number 16 is right
27
huisnummer 14 is in het midden and house number 14 is in the middle
LESSON 12_TIME LESSON 12_TIME
1 Soliman en Lars hebben les van negen tot één. Soliman and Lars have lessons from nine to one.
2 Middernacht is twaalf uur ‘s nachts. Midnight is twelve o'clock at night.

‘s Ochtends is synoniem voor ‘ ‘s morgens’. Ik ga ‘s morgens Morning is synonymous with 'morning'. I'm going to
3
voetballen. play football in the morning.
Het is 16:40 uur. In Nederland hoor je: het is twintig voor vijf It is 4:40 PM. In the Netherlands you can hear: it is
4
‘s middags twenty before five in the afternoon
5 Een kwartier duurt vijftien minuten. Fifteen minutes lasts fifteen minutes.
Ik werk van zeven uur tot tien uur in de supermarkt. Ik werk I work in the supermarket from seven o'clock to ten
6
daar drie uur. o'clock. I work there for three hours.
7 Het is 15:35 uur. In het Nederlands zeg je: vijf over half vier. It is 15:35. In Dutch you say: five by half past four.
In the afternoon at a quarter to four I drink coffee with

8 ‘s Middags om kwart voor vier drink ik koffie met mijn collega. my colleague.
We are currently working at Schiphol. We will be
Op dit moment werken wij op Schiphol. In januari gaan we op
9 working at Heathrow in January. That is at London, in
Heathrow werken. Dat is bij Londen, in Engeland. England.
De lessen op de Dutch Summer School duren vier uur. Dat is The lessons at the Dutch Summer School last four
10
lang en interessant. hours. That is long and interesting.
11 Hoe laat is het? Het is nu kwart over drie. What time is it? It is now quarter past three.
12 De nacht duurt van 0:00 uur tot 6:00 uur. The night lasts from 0:00 to 6:00.
13 De mannen voetballen op zaterdag om tien uur. The men play football on Saturday at ten o'clock.
14 Het is 12:30 uur. In het Nederlands zeg je: half een. It is 12:30. In Dutch you say: half one.
15 De avond duurt van 18:00 uur tot middernacht. The evening lasts from 18:00 to midnight.
16 De middag duurt van 12:00 uur tot 18:00 uur. The afternoon is from 12:00 to 18:00.
It is 6:25 PM. In Dutch you say: five before half past
17 Het is 18:25 uur. In het Nederlands zeg je: vijf voor half zeven seven
18 Het is 6:45 uur. In het Nederlands zeg je: kwart voor zeven. It is 6:45. In Dutch you say: quarter to seven.
I watch the news on television in the evening at 8:00

19 Ik kijk ‘s avonds om 20:00 uur naar het nieuws op televisie. PM.
20 Op dat moment was de man rijk. Nu is hij arm. At that moment the man was rich. Now he is poor.
Marieke werkt ‘s morgens op school, tot half twaalf. ‘s Middags Marieke works at school in the morning, until half past
21
is ze vrij. twelve. She is free in the afternoon.
What time does the train go? The train is about ten
22 Hoe laat gaat de trein? De trein gaat om tien over vijf past five
23 Om twaalf uur ‘s nachts is het middernacht. At midnight it is midnight.
‘De morgen’ is synoniem voor ‘de ochtend’. Dat is van 6:00 uur 'The morning' is synonymous with 'the morning'. That
24
tot 12:00 uur. is from 6:00 am to 12:00 pm.
Het is 4:40 uur. In het Nederlandse hoor je: twintig voor vijf ‘s It is 4:40. In the Dutch you can hear: twenty to five at
25
nachts. night.
26 ‘s Nachts slaap ik. I sleep at night.
27 Ik zie de klok Het is nu twintig voor vijf ‘s middags. I see the clock It's now twenty by five in the afternoon.
28 Een minuut duurt zestig seconden. A minute lasts sixty seconds.

Het is 12:00 uur. In het Nederlands hoor je: het is twaalf uur ‘s It is 12:00. In Dutch you can hear: it is twelve o'clock
29
middags. in the afternoon.
Het is 19:55 uur. In het Nederlands zeg je: vijf voor acht ‘s It is 7:55 PM. In Dutch you say: five to eight in the
30
avonds. evening.
It is 15:30. In Dutch you say: half past four in the
31 Het is 15:30 uur. In het Nederlands zeg je: half vier ‘s middags. afternoon.
‘De ochtend’ is synoniem voor ‘de morgen’. Dat is van 6:00 uur 'The morning' is synonymous with 'the morning'. That
32
tot 12:00 uur. is from 6:00 am to 12:00 pm.
33 Een uur heeft zestig minuten. An hour has sixty minutes.
34 De film duurt twee uur Dat is lang. The film lasts two hours That is long.
How long? does the lesson last? The lesson lasts four
35 Hoe lang? duurt de les? De les duurt vier uur. hours.
36 Het is zaterdag. Het is twee uur ‘s nachts. Ik ben dronken. It's Saturday. It is two o'clock at night. I am drunk.
Gianluca reist met het vliegtuig van Brussel naar Rimini, in Gianluca travels by plane from Brussels to Rimini, in
37
Italië. De reis duurt twee uur. Italy. The journey takes two hours.
38 Het is 18:10 uur. In het Nederlands zeg je: tien over zes. It is 6:10 PM. In Dutch you say: ten over six.
Het is 3:15 uur. In het Nederlands zeg je: kwart over drie ‘s It is 3:15 o'clock. In Dutch you say: a quarter past
39
nachts. three at night.
40 Gaan we nu naar de kerk of om twee uur? Are we going to church now or at two o'clock?
41 De avond duurt van 18:00 uur tot middernacht. The evening lasts from 18:00 to midnight.
42 De middag duurt van 12:00 uur tot 18:00 uur. The afternoon is from 12:00 to 18:00.
LESSON 13_LEISURE, HOBBIES AND SPORTS LESSON 13_LEISURE, HOBBIES AND SPORTS
Rafael Nadal en Roger Federer tennissen in Frankrijk, op Rafael Nadal and Roger Federer play tennis in
1
Roland Garros. France, at Roland Garros.
De jongens sporten op zaterdag en zondag. Ze voetballen, The boys play sports on Saturday and Sunday. They
2
tennissen en hockeyen. play football, tennis and hockey.
‘s Morgens gaan de kinderen naar De Efteling. Dat is een In the morning the children go to De Efteling. That is
3
pretpark met mooie attracties. an amusement park with beautiful attractions.
Madonna, Justin Bieber en Britney Spears kunnen goed Madonna, Justin Bieber and Britney Spears can
4
dansen en zingen. Het zijn artiesten. dance and sing well. They are artists.
De vrouwen tuinieren achter het huis. Ze werken met bloemen The women are gardening behind the house. They
5
en planten. work with flowers and plants.
Going out is fun because we sing, drink, talk and
6 Uitgaan is leuk, want we zingen, drinken, praten en dansen. dance.
Een miljoen Nederlanders gaan in de zomer naar Frankrijk met A million Dutch people go to France in the summer
7
de caravan. with the caravan.
Het is zomer. Ik zie de zon. Ik ga vandaag met mijn man naar It's summer. I see the sun. I'm going to the beach with
8
het strand. my husband today.
De cursisten van de Dutch Summer School in Drenthe sjoelen. Shuffle the students of the Dutch Summer School in
9
Dat is een Nederlandse hobby. Drenthe. That is a Dutch hobby.
Bart likes traveling. He goes to warm countries in the
10 Bart vindt reizen leuk. Hij gaat in de herfst naar warme landen. autumn.
Rembrandt, Van Gogh, Mondriaan…. Mooi! Het werk van deze Rembrandt, Van Gogh, Mondrian .... Beautiful! The
11
mannen is kunst. work of these men is art.
We hebben een borrel op het werk. We praten, drinken bier en We have a drink at work. We talk, drink beer and eat
12
eten bitterballen. bitterballen.
Op vrijdag en zaterdag gaan we uit. ‘Stappen’ is een synoniem We go out on Friday and Saturday. 'Steps' is a
13
van uitgaan. synonym of going out.
In hun vrije tijd leren de cursisten de Nederlandse taal in In their free time, the students learn the Dutch
14
Drenthe. language in Drenthe.
Uit eten gaan is mijn hobby. Ik eet elke zaterdag in een duur Eating out is my hobby. I eat every Saturday in an
15
restaurant. expensive restaurant.
Mijn vrienden en ik winkelen in de Kalverstraat in Amsterdam. My friends and I are shopping in the Kalverstraat in
16
We gaan naar winkels en we kopen nieuwe dingen. Amsterdam. We go to stores and we buy new things.
Mijn vrouw en ik drinken ‘s avonds in dit café graag wijn. We My wife and I like to drink wine at night in this café.
17
eten dan ook bitterballen. We also eat bitterballen.
In mijn vrije tijd sport ik veel. Ik tennis, ik hockey en ik loop I play a lot in my spare time. I play tennis, I hockey
18
hard. and I run fast.
19 Met Carnaval dansen Martin en Lars de polonaise. Martin and Lars dance the polonaise with Carnival.
Bij een marathon moet je meer dan 42 kilometer hardlopen. With a marathon you have to run more than 42
20
Dat is zwaar! kilometers. That is heavy!
De oude hobby van Bart is postzegels verzamelen. Hij heeft Bart's old hobby is collecting stamps. He has stamps
21
postzegels uit Engeland, de Verenigde Staten en Indonesië. from England, the United States and Indonesia.
22 Als je veel bier drinkt, word je dronken. If you drink a lot of beer, you become drunk.
It's her birthday. We celebrate her birthday in a
23 Zij is jarig. We vieren haar verjaardag in een restaurant. restaurant.
We koken vandaag voor onze vrienden. We eten boerenkool We cook for our friends today. We eat kale with
24
met worst. sausage.
Mijn collega’s en ik borrelen elke week op vrijdag, van vijf tot My colleagues and I have a drink every week on
25
negen uur. Friday, from five to nine o'clock.
‘ Jarig zijn’ is leuk! Ik vier mijn verjaardag met mijn vrouw. We Being 'birthday' is fun! I celebrate my birthday with
26
gaan lekker eten en dansen. my wife. We go for dinner and dancing.
Lars gaat graag op vakantie. Hij is ook graag buiten. Hij gaat Lars likes to go on holiday. He is also happy outside.
27
daarom kamperen. He therefore goes camping.
De oude mannen wandelen in het park en kijken naar de
28 The old men walk in the park and look at the flowers.
bloemen.
De elf vrouwen zijn buiten. Ze hockeyen vandaag tegen het The eleven women are outside. They are hockey
29
team van Argentinië. today against the team of Argentina.
The man is going to be fifty years today. He is going

De man wordt vandaag vijftig jaar. Hij gaat zijn verjaardag
30 to celebrate his birthday with friends in a café. He
vieren met vrienden in een café. Hij wordt daar dronken en blij. becomes drunk and happy there.
Op een verjaardag eten de Nederlanders bitterballen en kaas. On an anniversary the Dutch eat bitterballen and
31
Ze dansen en ze zingen niet. cheese. They dance and they do not sing.
32 We eten prikkertjes met kaas. We eat prawns with cheese.
We gaan op zaterdag zonnen op het strand bij Zandvoort. We go sunbathing on the beach at Zandvoort on
33
Lekker! Saturday. delicious!
De kleine kinderen luisteren naar de muziek van K3. Ze zingen The small children listen to the music of K3. They sing
34
in het Nederlands en ze dansen ook. in Dutch and they also dance.
35 Ik werk nu niet. Ik heb drie weken vakantie. I do not work now. I have three weeks of vacation.
Collecting stamps, shuffling and gardening are
36 Postzegels verzamelen, sjoelen en tuinieren zijn hobby’s. hobbies.
Ik vind een taal leren interessant. Ik spreek Russisch, Engels I find learning a language interesting. I speak
37
en Nederlands. Russian, English and Dutch.
LESSON 14_AMSTERDAM LESSON 14_AMSTERDAM

Ik zie het Koninklijk Paleis op de Dam. Het gebouw is hoog, I see the Royal Palace on the Dam. The building is
1
oud en mooi. high, old and beautiful.
Het hoofdkantoor van de bank is bij de snelweg. Hier werkt de The bank's head office is at the motorway. The
2
directeur. director works here.
De pont vaart naar Amsterdam–Noord. Ik ga met mijn fiets op The ferry sails to Amsterdam-North. I'm going on this
3
deze boot. boat with my bike.
In het museum op het Museumplein zie ik kunst van Van In the museum on the Museumplein I see art by Van
4
Gogh. Mooi! Gogh. Beautiful!
De wiet komt uit Nederland. Het is Nederlandse marihuana. Ik The weed comes from the Netherlands. It is Dutch
5
koop een gram bij de coffeeshop. marijuana. I buy a gram at the coffee shop.
In Amsterdam are the Red Light District, the

In Amsterdam zijn de Wallen, het Rijksmuseum en het
6 Rijksmuseum and the National Monument on the
Nationaal Monument op de Dam. Dam.
Hier is het stadion van de Amsterdamse voetbalclub Ajax. Here is the stadium of the Amsterdam football club
7
Martin is fan van Ajax. Ajax. Martin is a fan of Ajax.
De toeristen zijn op de rondvaartboot Ze kijken naar het The tourists are on the tour boat They are looking at
8
grachtenpand. the canal house.
There is a palace and a monument on Dam Square in
9 Op de Dam in Amsterdam staan een paleis en een monument. Amsterdam.
Cars are driving on the highway. Cycling on the bike

10 Auto’s rijden op de snelweg. Fietsen rijden op het fietspad. path.
11 Ik woon op een boot: een woonboot. I live on a boat: a houseboat.
There are many bicycles in the bicycle shed at the
12 In de fietsenstalling bij het centraal station zijn veel fietsen. central station.
‘Prostituee’ is een beter woord dan ‘hoer’. De hoer werkt op de 'Prostitute' is a better word than 'whore'. The whore
13
Wallen. works on the Red Light District.
14 De jongens en de meisjes voetballen in het park. The boys and the girls play football in the park.
De toerist is jong. Hij reist door Nederland. Hij rookt wiet in een The tourist is young. He travels through the
15 Netherlands. He smokes weed in a coffee shop in
coffeeshop in Amsterdam. Amsterdam.
Een grachtenpand is een groot huis aan de gracht. Het is oud, A canal house is a large house on the canal. It is old,
16
mooi en duur. beautiful and expensive.
17 Hij is een Amsterdammer Hij woont in Amsterdam–Zuid. He is an Amsterdammer He lives in Amsterdam-Zuid.
18 Mijn huis is klein. Ik woon niet in een paleis. My house is small. I do not live in a palace.
Op de Wallen werken sekswerkers (prostituees). Hier komen Sex workers (prostitutes) work in the Red Light
19
veel toeristen en ook Nederlandse mannen. district. Many tourists and Dutch men come here.
Ik ga naar het concert van Anouk in het stadion van Ajax. De I go to the concert of Anouk in the stadium of Ajax.
20
muziek van Anouk is mooi. Ze is een Nederlandse artieste. The music of Anouk is beautiful. She is a Dutch artist.
Ik zie een woonboot op de gracht. In de woonboot wonen een I see a houseboat on the canal. A boy and a girl live
21
jongen en een meisje. in the houseboat.
Jenn loopt op de brug, over het water van de gracht. Ze ziet Jenn walks on the bridge, over the water of the canal.
22
een rondvaartboot op de gracht. She sees a canal boat on the canal.
Ik wandel met mijn vriendin in het Amsterdamse bos. We zien I walk with my girlfriend in the Amsterdam forest. We
23
een duif en mooie bloemen. see a pigeon and beautiful flowers.
The man and the woman have lived in Amsterdam
24 De man en de vrouw wonen sinds 2014 in Amsterdam. since 2014.
25 Het paaltje staat midden op het fietspad. The post is in the middle of the bike path.
The pigeon eats bread in the square at the National
26 De duif eet brood op het plein bij het Nationaal Monument. Monument.
27 De duif loopt op de Dam en eet brood. The pigeon walks on the Dam and eats bread.
De toeristen doen een rondvaart over de grachten van The tourists do a boat trip on the canals of
28
Amsterdam. Ze maken foto’s van de brug. Amsterdam. They take pictures of the bridge.
LESSON 15_HOUSE LESSON 15_HOUSE

1
2 Soliman opent de deur en gaat naar buiten. Soliman opens the door and goes outside.
3 Achter het huis is de achtertuin . Behind the house is the backyard.
4 ‘ De wc ’ is synoniem voor ‘het toilet’. 'The toilet' is synonymous with 'the toilet'.
De woning van de vrouw heeft een voortuin en een The woman's home has a front garden and a back
5
achtertuin. garden.
De studente heeft een kamer in Eindhoven. Ze studeert daar The student has a room in Eindhoven. She has been
6
nu 2 jaar. studying there for 2 years now.
Op het fornuis zie ik warm vlees, aardappels en groente. On the stove I see hot meat, potatoes and
7
Lekker! vegetables. delicious!
8 Peter zit op het toilet . Peter is sitting on the toilet.
Kirsten en Eveline zitten op de bank . Ze kijken naar ‘Heb je Kirsten and Eveline are sitting on the couch. They
9
zin?’ look at 'Do you feel like it?'
10 In de kast staan boeken. There are books in the cupboard.
I eat at home today. Tomorrow I'm going to a
11 Ik eet vandaag thuis . Morgen ga ik naar een restaurant. restaurant.
12 Ik zit in een bad met warm water. Ik relax en lees een boek. I am in a bath with hot water. I relax and read a book.
De cursisten zitten op de bank. Ze kijken naar een serie op de The students are on the bench. They watch a series
13
televisie . on television.
14 Het is donker in de woonkamer. Waar is de lamp ? It is dark in the living room. Where is the lamp?
In the bathroom are the bath, the shower and the
15 In de badkamer zijn het bad, de douche en de wc. toilet.
Ik koop kaas bij de kaasboer. Thuis doe ik de kaas in de I buy cheese from the cheese farmer. At home I put
16
koelkast . the cheese in the fridge.
17 In de keuken is het heet, maar in de woonkamer is het koel . It is hot in the kitchen, but it is cool in the living room.
In de woonkamer staan een bank, een tafel, stoelen, een In the living room there is a sofa, a table, chairs, a
18
televisie en een kast. television and a closet.
The women are gardening in the garden behind the
19 De vrouwen tuinieren in de tuin achter het huis. house.
Michele en Pedro maken het huiswerk na de les. Ze lezen en Michele and Pedro make the homework after the
20
schrijven. lesson. They read and write.
21 Het bed staat in de slaapkamer, naast de kast. The bed is in the bedroom, next to the closet.
Waar is de wasmachine? De wasmachine is in de bijkeuken , Where is the washing machine? The washing
22
naast de keuken. machine is in the utility room, next to the kitchen.
23 Jullie koken lekker eten in de keuken . You cook good food in the kitchen.
24 Peter kijkt door het raam en ziet de duif. Peter looks through the window and sees the pigeon.
25 We gaan eten. We zitten rond de tafel . We are going to eat. We are sitting around the table.
26 Waar is de auto? De auto is in de garage . Where is the car? The car is in the garage.
27 Op het dak zit een duif. There is a pigeon on the roof.
Xing zit op de stoel naast Gianluca. Ze zijn in Drenthe en leren Xing is sitting on the chair next to Gianluca. They are
28
Nederlands. in Drenthe and they learn Dutch.
29 In de slaapkamer staat mijn bed. Het bed is groot en zacht. My bed is in the bedroom. The bed is big and soft.
30 Vóór het huis is de voortuin . The front garden is in front of the house.
31 Op de de kruk in het café zit een man. Hij drinkt koffie. A man sits on the stool in the cafe. He drinks coffee.
Jenn en Stuart wonen in de Verenigde Staten. Ze zijn Jenn and Stuart live in the United States. They are
32
Amerikaans. American.
‘ Thuiswerken ’ is populair in Nederland. Je werkt (met je 'Working from home' is popular in the Netherlands.
33
computer) in je huis. You work (with your computer) in your home.
34 De douche is in de badkamer. The shower is in the bathroom.

35 De zolder is onder het dak. The attic is under the roof.
36 In het huis wonen een man, een vrouw en drie kinderen A man, a woman and three children live in the house
1 Op het dak zit een duif. There is a pigeon on the roof.
2 Vandaag loop ik naar school. Today I walk to school.
De lessen op de Dutch Summer School duren vier uur. Dat is The lessons at the Dutch Summer School last four
3
lang en interessant. hours. That is long and interesting.
Het is 12:00 uur. In het Nederlands hoor je: het is twaalf uur 's It is 12:00. In Dutch you can hear: it is twelve o'clock
4
middags . in the afternoon.
5 m twaalf uur 's nachts is het middernacht . It's midnight at twelve o'clock at night.
The pigeon eats bread in the square at the National
6 De duif eet brood op het plein bij het Nationaal Monument. Monument.
' Thuiswerken ' is populair in Nederland. Je werkt (met je 'Working from home' is popular in the Netherlands.
7
computer) in je huis. You work (with your computer) in your home.
8 Peter zit op het toilet . Peter is sitting on the toilet.

Het is 3:15 uur. In het Nederlands zeg je: kwart over drie 's It is 3:15 o'clock. In Dutch you say: a quarter past
9
nachts. three at night.
I've been in the Netherlands since April. That is not
10 Sinds april ben ik in Nederland. Dat is nog niet lang. long.
De studente heeft een kamer in Eindhoven. Ze studeert daar The student has a room in Eindhoven. She has been
11
nu 2 jaar. studying there for 2 years now.
We gaan op zaterdag zonnen op het strand bij Zandvoort. We go sunbathing on the beach at Zandvoort on
12
Lekker! Saturday. delicious!
Ik vind een taal leren interessant. Ik spreek Russisch, Engels I find learning a language interesting. I speak
13
en Nederlands. Russian, English and Dutch.
De toeristen zijn op de rondvaartboot . Ze kijken naar het The tourists are on the tour boat. They look at the
14
grachtenpand. canal house.
15 De film duurt twee uur . Dat is lang. The film lasts two hours. That is long.
In the spring I go to the Keukenhof. I see beautiful
16 In de lente ga ik naar de Keukenhof. Daar zie ik mooie tulpen. tulips there.
Huisnummer 12 is links, huisnummer 16 is rechts en House number 12 is left, house number 16 is right
17
huisnummer 14 is in het midden . and house number 14 is in the middle.
18 De voetballers praten over sport. The footballers talk about sport.
The man and the woman have lived in Amsterdam
19 De man en de vrouw wonen sinds 2014 in Amsterdam. since 2014.
20 De nacht duurt van 0:00 uur tot 6:00 uur. The night lasts from 0:00 to 6:00.
De woning van de vrouw heeft een voortuin en een The woman's home has a front garden and a back
21
achtertuin. garden.
22 Het is zomer! Ik zie de zon boven het huis. It's summer! I see the sun over the house.
23 Waar is de auto? De auto is in de garage . Where is the car? The car is in the garage.
Hier is het stadion van de Amsterdamse voetbalclub Ajax. Here is the stadium of the Amsterdam football club
24
Martin is fan van Ajax. Ajax. Martin is a fan of Ajax.
Michele en Pedro maken het huiswerk na de les. Ze lezen en Michele and Pedro make the homework after the
25
schrijven. lesson. They read and write.
26 Mijn auto staat op de straat, voor het huis. My car is on the street, in front of the house.
In de woonkamer staan een bank, een tafel, stoelen, een In the living room there is a sofa, a table, chairs, a
27
televisie en een kast. television and a closet.
Op dit moment werken wij op Schiphol. In januari gaan we op We are currently working at Schiphol. We will be
28 working at Heathrow in January. That is at London, in
Heathrow werken. Dat is bij Londen, in Engeland. England.
Ik ga naar het concert van Anouk in het stadion van Ajax. De I go to the concert of Anouk in the stadium of Ajax.
29
muziek van Anouk is mooi. Ze is een Nederlandse artieste. The music of Anouk is beautiful. She is a Dutch artist.
Gianluca reist met het vliegtuig van Brussel naar Rimini, in Gianluca travels by plane from Brussels to Rimini, in
30
Italië. De reis duurt twee uur . Italy. The journey takes two hours.
31 Een kwartier duurt vijftien minuten. Fifteen minutes lasts fifteen minutes.
32 Gaan we nu naar de kerk of om twee uur? Are we going to church now or at two o'clock?
De elf vrouwen zijn buiten. Ze hockeyen vandaag tegen het The eleven women are outside. They are hockey
33
team van Argentinië. today against the team of Argentina.
Cars are driving on the highway. Cycling on the bike
34 Auto's rijden op de snelweg. Fietsen rijden op het fietspad . path.
Jenn en Stuart wonen in de Verenigde Staten. Ze zijn Jenn and Stuart live in the United States. They are
35
Amerikaans. American.
36 De kinderen zijn binnen , want buiten is het koud. The children are inside, because outside it is cold.
37 Soliman en Lars hebben les van negen tot één. Soliman and Lars have lessons from nine to one.
38 Het bed staat in de slaapkamer, naast de kast. The bed is in the bedroom, next to the closet.
I watch the news on television in the evening at 8:00
39 Ik kijk ‘s avonds om 20:00 uur naar het nieuws op televisie. PM.
' De ochtend ' is synoniem voor 'de morgen'. Dat is van 6:00 'The morning' is synonymous with 'the morning'. That
40
uur tot 12:00 uur. is from 6:00 am to 12:00 pm.
41 Ik zit in een bad met warm water. Ik relax en lees een boek. I am in a bath with hot water. I relax and read a book.
Collecting stamps, shuffling and gardening are

42 Postzegels verzamelen , sjoelen en tuinieren zijn hobby's. hobbies.
The tourists walk around the church. The church is old
43 De toeristen lopen rond de kerk. De kerk is oud en mooi. and beautiful.
44 Ik drink thee met suiker. I drink tea with sugar.
Op de Wallen werken sekswerkers (prostituees). Hier komen Sex workers (prostitutes) work in the Red Light
45
veel toeristen en ook Nederlandse mannen. district. Many tourists and Dutch men come here.
46 Ik woon op een boot: een woonboot . I live on a boat: a houseboat.

Op het fornuis zie ik warm vlees, aardappels en groente. On the stove I see hot meat, potatoes and
47
Lekker! vegetables. delicious!
Jenn loopt op de brug , over het water van de gracht. Ze ziet Jenn walks on the bridge, over the water of the canal.
48
een rondvaartboot op de gracht. She sees a canal boat on the canal.
Het is 19:55 uur. In het Nederlands zeg je: vijf voor acht 's It is 7:55 PM. In Dutch you say: five to eight in the
49
avonds. evening.
Op vrijdag en zaterdag gaan we uit. ' Stappen ' is een We go out on Friday and Saturday. 'Steps' is a
50
synoniem van uitgaan. synonym of going out.
LESSON 16_BODY LESSON 16_BODY

1
2 Gianluca kijkt naar de vrouw en zegt: lekker kontje Gianluca looks at the woman and says: nice ass
3 Ik heb een probleem met mijn oor . Ik hoor niet goed. I have a problem with my ear. I do not hear well.
4 De mond is onder de neus. The mouth is under the nose.

5 ‘Het lichaam’ is synoniem voor ‘ het lijf ’ 'The body' is synonymous with 'the body'
The body: the chest is between the head and the
6 Het lichaam: tussen het hoofd en de buik is de borst . abdomen.
Je eet ‘s avonds een kilo drop. ‘s Nachts heb je een probleem You eat a kilo of liquorice in the evening. At night you
7
met je buik . have a problem with your stomach.
The mustache is under the nose and above the
8 De snor is onder de neus en boven de mond. mouth.
Vier woorden: de vinger, de hand, de elleboog, de arm. Nog Four words: the finger, the hand, the elbow, the arm.
9 vier woorden: de teen, de voet, de knie, het been . Welk woord Four more words: the toe, the foot, the knee, the leg.
mist? Which word is missing?
10 De jongen ziet niet goed. Hij heeft een bril . The boy does not see well. He has glasses .
11 Mijn been heeft een voet. Mijn arm heeft een hand . My leg has a foot. My arm has a hand.
Ik heb een probleem met mijn schouder Ik kan mijn arm niet I have a problem with my shoulder. I can not raise my
12
naar boven doen. arm.
Het meisje krijgt mooie bloemen. Het meisje heeft een blij The girl gets beautiful flowers. The girl has a happy
13
gezicht . face.
De arm: de vinger, de hand, de elleboog. Het been: de teen, de The arm: the finger, the hand, the elbow. The leg: the
14
voet , de knie. Welk woord mist? toe, the foot, the knee. Which word is missing?
15 De vinger is aan de hand. The finger is up.
16 Het hart van Gianluca gaat snel. Hij ziet een lekker kontje. The heart of Gianluca is fast. He sees a nice ass.
17 Het haar op het hoofd van de man is licht. The hair on the man's head is light.
18 De elleboog is tussen de hand en de schouder. The elbow is between the hand and the shoulder.
19 De teen is aan de voet. The toe is on the foot.

20 Een duif heeft geen hoofd, maar een kop . A pigeon has no head, but a head.
21 We gaan naar het strand. Waar is de zonnebril ? We are going to the beach. Where is the sunglasses?
De dokter kijkt naar het lichaam van de jongen; hij kijkt naar The doctor looks at the boy's body; he looks at the
22
het hart, het oor en het hoofd. heart, the ear and the head.
23 De vrouw heeft een baby op de arm . The woman has a baby on her arm.
24 Ik zeg ‘ de bips ’, niet ‘de kont’. Dat is beter. I say 'the ass', not 'the butt'. That's better.
Gianluca kijkt naar de vrouw. De lippen van de vrouw zijn Gianluca looks at the woman. The lips of the woman
25
rood. are red.
26 ‘ De kont ’ is synoniem voor ‘de bips’. 'The butt' is synonymous with 'the ass'.
‘ Het achterwerk ’ is ook ‘de bips’ of ‘de kont’. Het zijn 'The backside' is also 'the ass' or 'the butt'. They are
27
synoniemen. synonyms.
28 Ik heb een probleem met mijn oog . Ik zie niet goed. I have a problem with my eye. I do not see well.
De voetballer loopt niet goed. Hij heeft een probleem met zijn The footballer is not running well. He has a problem
29
knie . with his knee.
Ik zie een duim onder een foto op Facebook en ik zie een I see a thumb under a picture on Facebook and I see
30
duim aan mijn hand. a thumb on my hand.
The man has a lot of hair, he has a mustache and a
31 De man heeft veel haar, hij heeft een snor en een baard . beard.
32 De tand is in de mond, achter de lippen. The tooth is in the mouth, behind the lips.
33 Onder de neus van de man is een snor. Under the nose of the man is a mustache.
The man's hair is ugly. He goes to the hairdresser
34 Het haar van de man is lelijk. Hij gaat morgen naar de kapper. tomorrow.
Tuinieren is zwaar voor de man. De rug van de man is niet Gardening is heavy for the man. The man's back is
35
goed. not good.
LESSON 17_DRESS LESSON 17_DRESS

1
2 Ik ga naar buiten. Ik doe mijn voet in de schoen . I'm going outside. I put my foot in the shoe.
3 In de winter draag ik een warme das . I wear a warm tie in the winter.
It is winter. Max goes outside. He is wearing a warm
4 Het is winter. Max gaat naar buiten. Hij draagt een warme jas . coat.
Het is winter. De kinderen zijn buiten. Ze hebben handschoenen It is winter. The children are outside. They have
5
en een muts . gloves and a hat.
Zij koopt de rok, de jurk en de bh in de kledingwinkel in de She buys the skirt, the dress and the bra at the
6
Kinkerstraat in Amsterdam. clothing store in the Kinkerstraat in Amsterdam.
7 de klomp is een speciale ‘schoen’ uit Nederland. the clog is a special 'shoe' from the Netherlands.
8 Onder de broek draagt de politieman donkere schoenen. Under the pants, the policeman wears dark shoes.
Onder de blouse draagt de vrouw de rok . De rok is niet lang, The woman wears the skirt under the blouse. The
9
maar kort. skirt is not long, but short.
10 De directeur draagt het overhemd onder het colbert. The director wears the shirt under the jacket.
11 De vrouwen dragen geen rok, maar een spijkerbroek. The women do not wear a skirt, but a pair of jeans.
Het is december. Het is koud. Ik draag handschoenen en een

12 It is December. It's cold. I wear gloves and a hat.
muts.
Mijn collega heeft een mooi pak! Hij draagt een broek, een My colleague has a nice suit! He is wearing pants, a
13
overhemd en een colbert . shirt and a jacket.
Hij draagt een stropdas bij het pak . Hij draagt de stropdas He is wearing a tie with the suit. He is wearing the tie
14
boven het overhemd. above the shirt.
De man draagt geen pak, maar een spijkerbroek en een The man does not wear a suit, but a pair of jeans and
15
T–shirt . Dat is goedkoop. a T-shirt. That's cheap.
16 Ik heb de sok aan mijn voet. I have the sock on my foot.
17 Koningin Máxima draagt een hoed op het hoofd. Queen Máxima wears a hat on the head.
De kleding van de advocaat is duur. Hij koopt De kleding in The attorney's clothes are expensive. He buys the
18
de P.C. Hooftstraat. clothes in the P.C. Hooftstraat.
19 Hij draagt het onderhemd onder zijn overhemd. He wears the undershirt under his shirt.
Het is zomer. Marieke gaat naar het strand. Ze draagt een jurk It's summer. Marieke goes to the beach. She is
20
met bloemen. De jurk staat haar mooi. wearing a dress with flowers. The dress is beautiful.
Het meisje draagt schoenen, een onderbroek, een bh, een trui The girl wears shoes, underpants, a bra, a sweater
21
en een spijkerbroek . and jeans.
22 De kleren zijn in de kast in de slaapkamer. The clothes are in the closet in the bedroom.
23 Ik doe de riem in mijn spijkerbroek. I put the belt in my jeans.
24 Draagt hij een stropdas of een strik bij zijn pak? Does he wear a tie or a bow with his suit?
25 De trui is lelijk, maar de broek is mooi . The sweater is ugly, but the pants are beautiful.
26 Een sok is kort, een kous is lang. A sock is short, a stocking is long.
27 Ik draag ‘s nachts een pyjama in bed. I wear a pajama in bed at night.
28 De jongen draagt een warme trui over zijn T–shirt. The boy wears a warm sweater over his T-shirt.
29 Een blouse is kleding voor het bovenlichaam. A blouse is clothing for the upper body.
30 De agent draagt een pet op het hoofd. The agent wears a cap on the head.
31 De man draagt op het werk een stropdas thuis niet. The man does not wear a tie at home at work.
De vrouw is in de badkamer. Ze draagt een onderbroek en een The woman is in the bathroom. She is wearing
32
bh . underwear and a bra.
33 De agent draagt een onderbroek onder zijn broek. The agent wears a pair of underpants under his pants.

1
Voetbalclub PSV uit Eindhoven wint van Feyenoord uit Football club PSV Eindhoven wins Feyenoord from
2
Rotterdam met 10–0. Bart is blij! Rotterdam 10-0. Bart is happy!
3 Weet je waar Marieke woont? Do you know where Marieke lives?
Jan gaat morgen naar school. Daarom, gaat hij vandaag Jan is going to school tomorrow. That's why he's
4
huiswerk maken . going to do homework today.
Marloes en Chi Mei vinden voetballen leuk . Ze gaan op Marloes and Chi Mei like football. They go to the park
5
zaterdag en zondag naar het park. on Saturday and Sunday.
Martin haalt friet en een kroket bij de snackbar. Hij koopt ook Martin gets fries and a croquette at the snack bar. He
6
mayonaise. also buys mayonnaise.
7 Kunnen jullie me helpen? Can you help me?
In Amsterdam gebeurt vandaag iets. Op de Prinsengracht is Something is happening in Amsterdam today. There
8
een concert. is a concert on the Prinsengracht.
De toerist houdt van Nederlands brood. Nederlands brood
9 The tourist loves Dutch bread. He likes Dutch bread.
vindt hij lekker.
Football club Ajax from Amsterdam loses from
Voetbalclub Ajax uit Amsterdam verliest van Feyenoord uit
10 Feyenoord from Rotterdam with 0-3. Martin is not
Rotterdam met 0–3. Martin is niet blij. happy.
Are you coming on my birthday? I have bitterballen
11 Komen jullie op mijn verjaardag? Ik heb bitterballen en bier. and beer.
12 Ze snijden de groente en het vlees in de keuken. They cut the vegetables and the meat in the kitchen.
13 Mijn moeder gelooft dat ik Nederlands kan leren. My mother believes that I can learn Dutch.
14 De mannen houden het huis schoon. The men keep the house clean.
De kinderen helpen de oude man op straat. Hij zegt: The children help the old man on the street. He says:
15
‘Bedankt!’ "Thanks!"
16 We voelen het water. Het water is warm. We feel the water. The water is warm.
Wat doet Lars na de les? Na de les maakt hij huiswerk met What does Lars do after the lesson? After the lesson
17
Jenn. he makes homework with Jenn.
Kirsten is docent Nederlands. Ze zegt tegen de cursisten: ‘ Kirsten is a Dutch teacher. She says to the students:
18
Laten we Nederlands spreken! ’ "Let's speak Dutch! '
Linda is docent. Ze zegt: ‘ Maak het huiswerk! Dan leer je Linda is a teacher. She says: 'Make the homework!
19
beter Nederlands.’ Then you learn Dutch better. '
20 De werkweek begint op maandag. The work week starts on Monday.
Gaan we naar een restaurant? Nee, vandaag niet. Laten we Are we going to a restaurant? No, not today. Let's
21
thuis koken! cook at home!
Rita is katholiek. Dat is haar geloof . Ze gaat ‘s zondags naar Rita is Catholic. That is her faith. She goes to church
22
de kerk. on Sundays.
Soliman en Stuart volgen Nederlandse les in Drenthe. Dat is Soliman and Stuart follow Dutch lessons in Drenthe.
23
leuk en interessant. That is fun and interesting.
24 Wie maakt vandaag het eten? Who makes the food today?
25 ‘s Avonds bel ik mijn moeder en mijn vriendin Wabke. In the evening I call my mother and my friend Wabke.
26 We lenen een boek van Suzanne. We borrow a book from Suzanne.

27 We brengen de kinderen naar school. We bring the children to school.
Do you see something through the window? Yes, I
28 Zie jij iets door het raam? Ja, ik zie een gebouw en een bos. see a building and a forest.
29 De docent beslist : ‘We gaan vandaag naar Orvelte!’ The teacher decides: 'We are going to Orvelte today!'
30 Roos valt op straat. Ze zegt: ‘Au! Mijn knie!’ Roos falls on the street. She says, "Au! My knee!'
We kennen Gianluca en Lars, want we kijken naar ‘Heb je We know Gianluca and Lars, because we look at 'Do
31
zin?’ you feel like it?'
LESSON 19_WORK LESSON 19_WORK

De man werkt niet goed. De directeur van het bedrijf gaat de The man is not working properly. The director of the
1
man morgen ontslaan . company will fire the man tomorrow.
Which education do you have? I have a Master's
2 Welke opleiding heb je? Ik heb een Master Economie. degree in Economics.
3 Hij drinkt koffie met de collega van het bedrijf. He drinks coffee with the colleague of the company.
4 Hij werkt in de zaak van zijn vader. He works in the business of his father.
5 Kun jij solliciteren in het Nederlands? Ja, dat kan ik! Can you apply in Dutch? Yes I can do that!
6 Hoeveel is de vergoeding voor de reiskosten? How much is the reimbursement for the travel costs?
Ik heb een auto van de zaak en ik krijg een vergoeding voor de I have a company car and I am reimbursed for travel
7
reiskosten . expenses.
The work of the man is heavy. He works fifty hours a
8 Het werk van de man is zwaar. Hij werkt vijftig uur per week. week.
What is your gross salary? How much do you earn
9 Wat is je bruto salaris ? Hoeveel verdien je per maand? per month?
10 Wat is je netto salaris per maand? What is your net salary per month?
The experience at this company is good. Harm-Jan
11 De ervaring bij dit bedrijf is goed. Harm–Jan leert veel. learns a lot.
Heb jij een auto van de zaak ? Ja, want ik reis veel voor mijn Do you have a company car? Yes, because I travel a
12
werk. lot for my work.
13 Het sollicitatiegesprek was goed. U bent aangenomen ! The job interview was good. You have been accepted!
14 Hoeveel verdienen jullie? Dat zeggen we niet! How much do you earn? We do not say that!
15 De oude vrouw en de oude man hebben een pensioen . The old woman and the old man have a pension.
My colleague drives the business to the company by

16 Mijn collega rijdt met de auto van de zaak naar het bedrijf . car.
Met wie heb je het sollicitatiegesprek ? Ik heb het gesprek Who do you have the job interview with? I have the
17
met de directeur van het bedrijf. conversation with the director of the company.
18 De reiskostenvergoeding is honderd euro per maand. The travel allowance is one hundred euros per month.
Je gaat veranderen van baan . Het is een goed idee, want je You are going to change jobs. It is a good idea
19
bent niet blij. because you are not happy.
I email the application letter and the resume to the
20 Ik e–mail de sollicitatiebrief en het cv aan het bedrijf. company.
21 Svetlana leent het geld voor haar opleiding bij de bank. Svetlana lends the money for her training at the bank.
22 Ik spreek Nederlands bij de sollicitatie bij dit bedrijf. I speak Dutch when applying for this company.
23 Is het gesprek in het Engels of in het Nederlands? Is the conversation in English or in Dutch?
The resume is not good. I'm going to change the
24 Het cv is niet goed. Ik ga het cv veranderen . resume.
Marloes works at a school with children. Her job is
25 Marloes werkt op een school met kinderen. Haar baan is leuk. fun.
26 De jonge man schrijft de brief in het Nederlands. The young man writes the letter in Dutch.
Ik had gisteren een sollicatiegesprek. Ik denk nu: gaat de I had a solo interview yesterday. I now think: will the
27
directeur me aannemen ? director accept me?
De advertentie op de website is interessant. Ik ga een brief The advertisement on the website is interesting. I'm
28
aan het bedrijf schrijven. going to write a letter to the company.
Hoeveel is de de belasting in Nederland? Gemiddeld 40% van How much is the tax in the Netherlands? On average
29
het bruto salaris. 40% of the gross salary.
30 Sorry, u bent ontslagen . U werkt niet goed. Sorry, you are fired. You are not working properly.
Colleagues receive the holiday allowance in the
De collega’s krijgen in de maand mei het vakantiegeld . Ze
31 month of May. They are happy and go on holiday to
zijn blij en gaan op vakantie naar Spanje. Spain.
In het cv (curriculum vitae) lees ik over de opleiding en de In the resume (curriculum vitae) I read about the
32
ervaring van de vrouw. training and the experience of the woman.
Harm–Jan ziet een vacature op internet. Hij schrijft een brief Harm-Jan sees a vacancy on the internet. He writes a
33
aan het bedrijf. letter to the company.
How much does the woman earn? - I do not know,
34 Hoeveel verdient de vrouw? – Ik weet het niet, bruto of netto? gross or net?
LESSON 20_FAMILY LESSON 20_FAMILY
De vader en moeder hebben twee kinderen: een jongen en een The father and mother have two children: a boy and a
1
meisje. Ik ben het meisje. De jongen is mijn broer . girl. I am the girl. The boy is my brother.
De oma is de moeder van de moeder, of de moeder van de The grandmother is the mother of the mother, or the
2
vader. mother of the father.
3 De man van mijn oma is mijn opa . The husband of my grandmother is my grandfather.
4 De nicht is de zus van de neef. The niece is the sister of the nephew.
Het kind is nu zeven jaar. Het leest een kinderboek. Het boek The child is now seven years old. It reads a children's
5
heet ‘Tips voor de verdrietige koe’. book. The book is called 'Tips for the sad cow'.
‘ De kennis ’ is synoniem van ‘de bekende’. Het is een man of 'The knowledge' is synonymous with 'the known'. It is
6
vrouw die je kent. a man or woman you know.
Ik ben nu verloofd. In april ga ik trouwen met mijn vriend. Dat I am engaged now. In April I will marry my friend. I
7
vind ik leuk en romantisch. find that fun and romantic.
Kom je uit een groot gezin ? Nee, ik heb één broer en geen Do you come from a large family? No, I have one
8
zus. brother and no sister.
9 De zus van mijn vader is mijn tante. The sister of my father is my aunt.
De neef van Gianluca heeft veel problemen met zijn vrouw. Hij The cousin of Gianluca has many problems with his
10
gaat scheiden . wife. He is going to divorce.
Is Marieke verloofd met Martin? Gaan ze trouwen? Of zijn ze Is Marieke engaged to Martin? Will they marry? Or
11
getrouwd? Of zijn ze verliefd? Ik weet het niet! are they married? Or are they in love? I do not know!
‘ De bekende ’ is synoniem van ‘de kennis’. Het is geen vriend, 'The known' is synonymous with 'the knowledge'. It is
12
maar een persoon die je kent. not a friend, but a person you know.
Mary heeft een dochter. De dochter heeft een zoon: Jack. Jack Mary has a daughter. The daughter has a son: Jack.
13
is het kleinkind van Mary. Jack is the grandchild of Mary.
My father and mother are divorced. They now live
14 Mijn vader en moeder zijn gescheiden. Ze wonen nu apart. separately.
Het kind van Jim is een meisje. Het kind is de dochter van The child of Jim is a girl. The child is the daughter of
15
Jim. Jim.
Zijn je oom en tante gescheiden? Nee, zij zijn getrouwd . Are your uncle and aunt separated? No, they are
16
Waarom vraag je dat? married. Why do you ask that?
The child of Joke is a boy. The child is the son of
17 Het kind van Joke is een jongen. Het kind is de zoon van Joke. Joke.
The son of Carolina falls on the street. He says:
18 De zoon van Carolina valt op straat. Hij zegt: ‘ mama , help!’ 'Mommy, help!'
De vriendin van mijn broer wil graag trouwen. Ze houdt van My brother's girlfriend wants to get married. She loves
19
mijn broer. my brother.
Mijn oom is getrouwd met mijn tante . Ze hebben twee My uncle is married to my aunt. They have two
20
kinderen: mijn neef en mijn nicht. children: my cousin and my niece.
De moeder kijkt naar haar dochter en zoon. Ze houdt van haar The mother looks at her daughter and son. She loves
21
kinderen. De kinderen zeggen ‘Mama! Kom hier!’ her children. The children say 'Mama! Come here!'
De dochter van Piet is op de wc. Ze vraagt: ‘ papa , kom je me Piet's daughter is in the toilet. She asks: 'Dad, are you
22
helpen?’ coming to help me?'
The family is not big. I have one uncle, one aunt, one
De familie is niet groot. Ik heb één oom, één tante, één neef,
23 nephew, one niece, one grandfather and one
één nicht, één opa en één oma. grandmother.
Mijn zus is in 2014 gescheiden. Nu heeft ze een nieuwe vriend My sister was divorced in 2014. Now she has a new
24
. Hij is leuk. Ze is blij. friend. He is cute. She is happy.
25 Pedro, heb jij verkering ? – Nee, maar ik wil wel een vriendin. Pedro, are you dating? - No, but I want a girlfriend.
De klasgenoot van Pedro heet Lars. Ze hebben Nederlandse The classmate of Pedro is called Lars. They have
26
les op een vakantiepark in Drenthe. Dutch lessons at a holiday park in Drenthe.
Pedro vindt het meisje leuk. Hij is verliefd op het meisje en hij Pedro likes the girl. He is in love with the girl and he
27
wil graag verkering met haar. would like to go out with her.
Zijn je vader en moeder getrouwd? Nee, zij zijn gescheiden . Are your father and mother married? No, they are
28
Ze wonen nu apart. Dat is beter. divorced. They now live separately. That's better.
29 De broer van mijn vader is mijn oom . The brother of my father is my uncle.
30 De neef is de broer van de nicht. The nephew is the brother of the niece.
Het gezin is vandaag actief. Vader en moeder werken. De The family is active today. Father and mother work.
31
kinderen zijn op school. The children are at school.
Het kind van Jim is een meisje. Het kind is de dochter van The child of Jim is a girl. The child is the daughter of
1
Jim. Jim.
Zijn je vader en moeder getrouwd? Nee, zij zijn gescheiden . Are your father and mother married? No, they are
2
Ze wonen nu apart. Dat is beter. divorced. They now live separately. That's better.
3 Draagt hij een stropdas of een strik bij zijn pak? Does he wear a tie or a bow with his suit?
4 Ik heb een probleem met mijn oor . Ik hoor niet goed. I have a problem with my ear. I do not hear well.
Het is winter. De kinderen zijn buiten. Ze hebben handschoenen It is winter. The children are outside. They have
5
en een muts gloves and a hat
Hoeveel is de de belasting in Nederland? Gemiddeld 40% How much is the tax in the Netherlands? On average
6
van het bruto salaris. 40% of the gross salary.
Onder de blouse draagt de vrouw de rok . De rok is niet lang, The woman wears the skirt under the blouse. The
7
maar kort. skirt is not long, but short.
8 ' De kont ' is synoniem voor 'de bips'. 'The butt' is synonymous with 'the ass'.
De vader en moeder hebben twee kinderen: een jongen en een The father and mother have two children: a boy and a
9
meisje. Ik ben het meisje. De jongen is mijn broer . girl. I am the girl. The boy is my brother.
Het is zomer. Marieke gaat naar het strand. Ze draagt een jurk It's summer. Marieke goes to the beach. She is
10
met bloemen. De jurk staat haar mooi. wearing a dress with flowers. The dress is beautiful.
11 Onder de neus van de man is een snor. Under the nose of the man is a mustache.
Do you see something through the window? Yes, I
12 Zie jij iets door het raam? Ja, ik zie een gebouw en een bos. see a building and a forest.
The man has a lot of hair, he has a mustache and a
13 De man heeft veel haar, hij heeft een snor en een baard . beard.
14 De klomp is een speciale 'schoen' uit Nederland. The clog is a special 'shoe' from the Netherlands.
15 In de winter draag ik een warme das . I wear a warm tie in the winter.
16 De directeur draagt het overhemd onder het colbert. The director wears the shirt under the jacket.
19 Ik spreek Nederlands bij de sollicitatie bij dit bedrijf. I speak Dutch when applying for this company.
De kleding van de advocaat is duur. Hij koopt De kleding in de The attorney's clothes are expensive. He buys the
20
P.C. Hooftstraat. clothes in the P.C. Hooftstraat.
Ik heb een probleem met mijn schouder Ik kan mijn arm niet I have a problem with my shoulder. I can not raise my
21
naar boven doen. arm.
22 's Avonds bel ik mijn moeder en mijn vriendin Wabke. In the evening I call my mother and my friend Wabke.
23 Het sollicitatiegesprek was goed. U bent aangenomen ! The job interview was good. You have been accepted!
24 De jonge man schrijft de brief in het Nederlands. The young man writes the letter in Dutch.
Soliman en Stuart volgen Nederlandse les in Drenthe. Dat is Soliman and Stuart follow Dutch lessons in Drenthe.
25
leuk en interessant. That is fun and interesting.
Kom je uit een groot gezin ? Nee, ik heb één broer en geen Do you come from a large family? No, I have one
26
zus. brother and no sister.
The children help the old man on the street. He says:
27 De kinderen helpen de oude man op straat. Hij zegt: 'Bedankt!' "Thanks!"
28 We brengen de kinderen naar school. We bring the children to school.
29 Pedro, heb jij verkering ? – Nee, maar ik wil wel een vriendin. Pedro, are you dating? - No, but I want a girlfriend.
30 Kun jij solliciteren in het Nederlands? Ja, dat kan ik! Can you apply in Dutch? Yes I can do that!
Je eet 's avonds een kilo drop. 's Nachts heb je een probleem You eat a kilo of liquorice in the evening. At night you
31
met je buik . have a problem with your stomach.
It is winter. Max goes outside. He is wearing a warm
32 Het is winter. Max gaat naar buiten. Hij draagt een warme jas . coat.
Het meisje draagt schoenen, een onderbroek, een bh, een trui The girl wears shoes, underpants, a bra, a sweater
33
en een spijkerbroek . and jeans.
34 Het haar op het hoofd van de man is licht. The hair on the man's head is light.
' De kennis ' is synoniem van 'de bekende'. Het is een man of 'The knowledge' is synonymous with 'the known'. It is
35
vrouw die je kent. a man or woman you know.
The family is not big. I have one uncle, one aunt, one
De familie is niet groot. Ik heb één oom, één tante, één neef,
36 nephew, one niece, one grandfather and one
één nicht, één opa en één oma. grandmother.
De neef van Gianluca heeft veel problemen met zijn vrouw. Hij The cousin of Gianluca has many problems with his
37
gaat scheiden . wife. He is going to divorce.
38 Onder de broek draagt de politieman donkere schoenen. Under the pants, the policeman wears dark shoes.
39 Ik heb de sok aan mijn voet. I have the sock on my foot.

40 Ik draag 's nachts een pyjama in bed. I wear a pajama in bed at night.
De toerist houdt van Nederlands brood. Nederlands brood
41 The tourist loves Dutch bread. He likes Dutch bread.
vindt hij lekker.
Mijn collega heeft een mooi pak! Hij draagt een broek, een My colleague has a nice suit! He is wearing pants, a
42
overhemd en een colbert . shirt and a jacket.
Vier woorden: de vinger, de hand, de elleboog, de arm. Nog Four words: the finger, the hand, the elbow, the arm.
43 vier woorden: de teen, de voet, de knie, het been . Welk woord Four more words: the toe, the foot, the knee, the leg.
mist? Which word is missing?
De klasgenoot van Pedro heet Lars. Ze hebben Nederlandse The classmate of Pedro is called Lars. They have
44
les op een vakantiepark in Drenthe. Dutch lessons at a holiday park in Drenthe.
Ik had gisteren een sollicatiegesprek. Ik denk nu: gaat de I had a solo interview yesterday. I now think: will the
45
directeur me aannemen ? director accept me?
46 Gianluca kijkt naar de vrouw en zegt: lekker kontje Gianluca looks at the woman and says: nice ass
47 Is het gesprek in het Engels of in het Nederlands? Is the conversation in English or in Dutch?
Zij koopt de rok, de jurk en de bh in de kledingwinkel in de She buys the skirt, the dress and the bra at the
48
Kinkerstraat in Amsterdam. clothing store in the Kinkerstraat in Amsterdam.
Rita is katholiek. Dat is haar geloof . Ze gaat 's zondags naar Rita is Catholic. That is her faith. She goes to church
49
de kerk. on Sundays.
Harm–Jan ziet een vacature op internet. Hij schrijft een brief Harm-Jan sees a vacancy on the internet. He writes a
50
aan het bedrijf. letter to the company.
LESSON 21_ANIMALS LESSON 21_ANIMALS

1 ‘ De kat ’ is een synoniem van ‘de poes’. 'The cat' is a synonym of 'the cat'.
De hond is een huisdier en een vriend. Denk aan: de The dog is a pet and a friend. Think of: the rottweiler,
2
rottweiler, de buldog en de dalmatiër. the bulldog and the dalmatian.
I have a chicken in the garden. She is the wife of the
3 Ik heb een kip in de tuin. Zij is de vrouw van de haan. cock.
4 Ik drink melk van de koe . I drink milk from the cow.
De oren van het konijn zijn lang. Het beest is zacht. Denk aan: The ears of the rabbit are long. The beast is soft.
5
Nijntje en Bugs Bunny. Think of: Miffy and Bugs Bunny.
Welke vogel is dat? Is het een ooievaar, een mus of een duif? Which bird is that? Is it a stork, a sparrow or a
6
Het is een mus! pigeon? It's a sparrow!
7 De ooievaar brengt de baby naar de moeder. The stork brings the baby to the mother.
The turtle lives near the water in the garden. He is
8 De schildpad woont bij het water in de tuin. Hij is langzaam. slow.
Een hamster is een klein, zacht dier. Het kleine beest is familie A hamster is a small, soft animal. The little beast is
9
van de haas, het konijn en de muis. family of the hare, the rabbit and the mouse.
Nederlanders hebben een kat, een hamster, een goudvis of een The Dutch have a cat, a hamster, a goldfish or a dog
10
hond als huisdier . as a pet.
Oh nee! Een muis in de keuken! Hij is klein, eet kaas en houdt Oh no! A mouse in the kitchen! He is small, eats
11
niet van de poes. cheese and does not like the cat.
De haas loopt snel en heeft lange oren. Het dier is familie van The hare runs fast and has long ears. The animal is
12
het konijn, de hamster en de muis. related to the rabbit, the hamster and the mouse.
13 De cowboy rijdt op het paard . The cowboy rides on the horse.

The sparrow is known in the Netherlands. This bird is
14 In Nederland is de mus bekend. Deze vogel is klein. small.
Het is vijf uur ‘s ochtends. Ik hoor de haan in de tuin. Hij is de It's five o'clock in the morning. I hear the cock in the
15
man van de kip. garden. He is the man of the chicken.
16 Ik drink melk van de geit . I drink milk from the goat.
On the Dam in Amsterdam you see a famous bird: the
17 Op de Dam in Amsterdam zie je een bekende vogel: de duif . pigeon.
18 De poes brengt een muis naar het huis. The cat brings a mouse to the house.
The ears of the donkey are long. He is family of the
19 De oren van de ezel zijn lang. Hij is familie van het paard. horse.
‘ Het beest ’ is synoniem van ‘het dier’. Denk aan: een konijn, 'The beast' is synonymous with 'the animal'. Think of:
20
een paard of een schaap. a rabbit, a horse or a sheep.
21 De vis is nu in het water. The fish is now in the water.
I want to make a sweater for the winter, with wool
22 Ik wil een trui maken voor de winter, met wol van het schaap . from the sheep.
De zoon van Linda heeft een goudvis als huisdier. Hij is klein, The son of Linda has a goldfish as a pet. He is small,
23
stil en oranje. Hij zegt: ‘blub’ quiet and orange. He says: 'blub'
Vóór de winter ga ik hamsteren . Ik koop dan veel eten en doe I will hoard before winter. I buy a lot of food and put it
24
dat in de keukenkastjes. in the kitchen cupboards.
25 Donald Duck is een bekende eend . Donald Duck is a famous duck.
26 Het varken woont op de boerderij. The pig lives on the farm.
The swan is elegant, beautiful, big and white. He lives
De zwaan is elegant, mooi, groot en wit. Hij leeft op en bij het
27 on and near the water and is related to the duck and
water en is familie van de eend en de gans. the goose.
On the farm you see many animals: the cow, the
Op de boerderij zie je veel beesten: de koe, het paard, het
28 horse, the pig, the sheep, the chicken, the goat and
varken, het schaap, de kip, de geit en de ezel. the donkey.
De gans is een watervogel. Hij is familie van de eend en de The goose is a water bird. He is family of the duck
29
zwaan. and the swan.
30 Het dier heeft een kop. De man heeft een hoofd. The animal has a head. The man has a head.
LESSON 22_FOOTBALL LESSON 22_FOOTBALL
De verdediger loopt bij de keeper van zijn elftal. Hij maakt The defender walks with the goalkeeper of his team.
1
geen doelpunten, maar hij helpt de keeper. He does not score goals, but he helps the keeper.
De spits schopt de keeper. Dat is niet goed. Hij krijgt een rode The striker kicks the keeper. That is not good. He
2
kaart van de scheidsrechter. receives a red card from the referee.
De redding van de doelverdediger was fantastisch. Hij keept The goalkeeper's save was fantastic. He is good
3
goed vandaag. today.
De middenvelder van elftal A schopt de spits van elftal B zacht. The midfielder of team A kicks the striker of team B
4 softly. He does not get a card. Elftal B approaches the
Hij krijgt geen kaart. Elftal B krijgt een vrije trap. ball.
De middenvelder loopt tussen de verdediger en de spits. Hij The midfielder runs between the defender and the
5
heeft nu de bal en schiet naar de spits. striker. He now has the ball and shoots to the striker.
6 De spits schiet de bal in het doel. Goal!!!! The striker shoots the ball into the goal. Goal!!!!
What is 'the European Championship'? That is 'the

Wat is ‘het EK’? Dat is ‘ het Europees kampioenschap ’. De
7 European championship'. The Dutch women won the
Nederlandse vrouwen wonnen het EK in 2017. European Championships in 2017.
8 In 2018 organiseert Rusland het WK . In 2018 Russia is organizing the World Cup.
De spits loopt vóór de middenvelder. Hij loopt hard. Hij maakt The striker runs before the midfielder. He is running
9
een mooi doelpunt. fast. He makes a nice goal.
Het T–shirt van de Nederlandse voetballers is oranje . Dat is de The Dutch footballers' T-shirt is orange. That is the
10
kleur van Nederland. color of the Netherlands.
De verdediger van Ajax schopt de middenvelder van PSV hard. The defender of Ajax kicks the midfielder of PSV hard.
11 PSV krijgt een strafschop . De verdediger krijgt een rode PSV gets a penalty. The defender receives a red
kaart. card.
12 Kan de nieuwe spits het elftal redden ? Ik hoop het! Can the new striker save the team? I hope so!
De verdediger van PSV schiet de bal achter de lijn. Ajax krijgt The defender of PSV shoots the ball behind the line.
13
een hoekschop . Ajax gets a corner kick.
De voetballer schopt de voetbal in het doel! Ajax heeft een The footballer kicks the football into the goal! Ajax has
14
doelpunt! De Amsterdammers zijn blij. a goal! The Amsterdammers are happy.
In de eerste helft heeft de keeper veel energie. Na de rust, in In the first half, the keeper has a lot of energy. After
15
de tweede helft, niet. the rest, in the second half, not.
The twelfth man is not in the team. They are the
16 De twaalfde man is niet in het elftal. Het zijn de supporters. supporters.
De spits krijgt de voetbal. Hij staat tussen de laatste verdediger The striker gets the football. He stands between the
17
en de keeper. Het is buitenspel . last defender and the goalkeeper. It is offside.
Ik lees oud nieuws: Nederland verliest in 2010 de finale van het I read old news: The Netherlands loses in 2010 the
18
wereldkampioenschap van Spanje. final of the world championship of Spain.
De kleren van de supporter van het Nederlands elftal zijn The clothes of the supporter of the Dutch national
19
oranje. team are orange.
De spits maakt een doelpunt . Nu is het 3–1 voor Ajax. Ik ben The striker makes a goal. Now it is 3-1 for Ajax. I'm
20
blij. De keeper van Feyenoord is niet blij. happy. The keeper of Feyenoord is not happy.
21 De keeper schopt de voetbal naar de spits. The goalkeeper kicks the football to the striker.
22 ‘ De keeper ’ is een synoniem van ‘de doelverdediger’. 'The keeper' is a synonym of 'the goalkeeper'.
Mijn droom: Nederland wint het WK! De straat is oranje. We zijn My dream: The Netherlands wins the World Cup! The
23
kampioen ! street is orange. We are champion!
De verdediger van Feyenoord krijgt een rode kaart van de The defender of Feyenoord receives a red card from
24
scheidsrechter . the referee.
Na de rust, in de tweede helft , krijgt de verdediger een rode After the break, in the second half, the defender gets
25
kaart. a red card.
Het voetbal is populair in Nederland. In augustus 2017 won Football is popular in the Netherlands. In August 2017
26
het vrouwenelftal het Europees kampioenschap. the women's team won the European championship.
Het elftal heeft elf mannen. Ik ben verdediger. Mijn beste The team has eleven men. I am a defender. My best
27
vriend is middenvelder. friend is midfielder.
De voorzet van de middenvelder was goed. De spits maakt The midfielder's cross was good. The striker makes a
28
een doelpunt. goal.
Met een gele kaart heb je een klein probleem. Met een rode With a yellow card you have a small problem. With a
29
kaart heb je een groot probleem. red card you have a big problem.
Tussen de eerste helft en de tweede helft is het rust . De It is quiet between the first half and the second half.
30
trainer praat dan met de spelers van het elftal. The trainer then talks to the players of the team.
31 Het schot was goed. We hebben een doelpunt! Het is nu 1–0. The shot was good. We have a goal! It is now 1-0.
The European championship is 'the European
32 Het Europees kampioenschap is ‘ het EK ’. Championship'.
33 De doelverdediger staat in het doel. The goalkeeper is in the goal.
34 De doelverdediger staat in het doel . The goalkeeper is in the goal.
1 De 600 euro voor een jas?! Ik vind dat niet goedkoop! The 600 euros for a coat ?! I do not think that's cheap!
2 Ik lijk op mijn moeder. Zij is ook lang en donker. I look like my mother. She is also tall and dark.
Mijn nicht is jarig. Ik ga vandaag naar haar verjaardag. Ik geef My cousin's birthday. I'm going to her birthday today. I
3
haar mooie tulpen. give her beautiful tulips.
Mijn broer en zijn vriendin bouwen een huis bij het strand. Ze My brother and his girlfriend are building a house near
4
willen in april in het huis gaan wonen. the beach. They want to live in the house in April.
I have an active colleague at this company. He does

Ik heb een actieve collega bij dit bedrijf. Hij stopt niet met
5 not stop working at five o'clock. He goes on until 8:30
werken om vijf uur. Hij gaat door tot half tien ‘s avonds. PM.
Lars houdt van gaat door . Hij voetbalt, wandelt en tennist elke Lars likes to continue. He plays football, walks and
6
zaterdag en zondag. tennis every Saturday and Sunday.
Mijn neef gebruikt de auto op maandag, dinsdag en My cousin uses the car on Mondays, Tuesdays and
7
donderdag. Op woensdag en vrijdag fietst hij. Thursdays. He cycles on Wednesday and Friday.
Lars en Martin gaan kamperen. Ze hebben een tent hebben . Lars and Martin go camping. They have a tent. They
8
Ze gaan vandaag een tent kopen. are going to buy a tent today.
9 Het meisje laat de voetbal aan haar broer zien . The girl shows the football to her brother.
Mag ik je een biertje aanbieden ? Ik betaal! – Oh… dat is lief. Can I offer you a beer? I pay! - Oh ... that's sweet.
10
Bedankt! Thanks!
De verkoper van de kledingwinkel toont de broeken en de The seller of the clothing store shows the pants and
11
jurken aan de vrouw. the dresses to the woman.
Bart zegt tegen Paul: ‘Maak je huiswerk en blijf studeren! ’ Hij Bart says to Paul: 'Do your homework and keep
12 studying! 'He wants the American boy to learn Dutch
wil dat de Amerikaanse jongen goed Nederlands leert. well.
13 Tot wanneer blijven jullie in Eindhoven? Until when do you stay in Eindhoven?
The children are on school trip. They play in the
14 De kinderen zijn op schoolreis. Ze spelen in het pretpark. amusement park.
15 Mieke is single. Ze wil graag een man ontmoeten . Mieke is single. She would like to meet a man.
Kun je in dit restaurant met een creditcard betalen ? – Ja Can you pay with a credit card in this restaurant? -
16
hoor, dat kan! Yes, you can!
De prostituee staat achter het raam en kijkt naar de man. De The prostitute stands behind the window and looks at
17 the man. The man walks on the Red Light District in
man loopt op de Wallen in Amsterdam. Amsterdam.
Opa en oma vertellen over het WK van 1978. Nederland Grandpa and grandmother talk about the 1978 World
18 speelde toen tegen Argentinië. Ze herinneren zich dat WK nog Cup. The Netherlands then played against Argentina.
goed. They remember that World Cup is still good.
Mijn tante en oom overwegen naar Brazilië op vakantie te My aunt and uncle consider going to Brazil on
19
gaan. Het lijkt een goed idee. vacation. It seems like a good idea.
20 Wat wil je vandaag doen? What do you want to do today?
Hoeveel geld wil je per maand aan kleding uitgeven ? – Ik heb How much money do you want to spend on clothes
21
100 euro per maand voor kleren nodig. per month? - I need 100 euros per month for clothes.
Mijn oma vergeet veel, maar nu herinnert ze zich iets van My grandmother forgets a lot, but now she
22
gisteren. remembers something from yesterday.
It's 6 'o clock. - What do you mean? I want to eat
23 Het is 6 uur. – Wat bedoel je? Ik wil iets eten! something!
The child grows quickly, because it eats and drinks a
24 Het kind groeit snel, want het eet en het drinkt veel. lot.
25 Ik neem een biertje. I take a beer.
De stoel staat bij de tafel in de woonkamer. Mijn tante zit op The chair is at the table in the living room. My aunt is
26
de stoel. Mijn oom is in de keuken. sitting on the chair. My uncle is in the kitchen.
Gianluca probeert het huiswerk te maken, maar hij herinnert Gianluca tries to do the homework, but he does not
27
zich de grammatica niet. remember the grammar.
LESSON 24_WEATHER LESSON 24_WEATHER

Het is winter. Het sneeuwt. De kinderen maken ballen van de It is winter. It's snowing. The children make balls from
1
sneeuw. Ze spelen in het park. the snow. They play in the park.
Nu is het 1 graad. Morgen gaat het vriezen . Het wordt morgen Now it is 1 degree. Tomorrow it will freeze. It will be
2
heel koud: 4 graden onder nul. very cold tomorrow: 4 degrees below zero.
I do not see the sun. I see a lot of clouds. It's clouded
3 Ik zie de zon niet. Ik zie veel wolken. Het is bewolkt . .
De kinderen kijken door het raam. Het is winter. Ze willen dat The children look through the window. It is winter.
4
het gaat sneeuwen . Ze spelen graag in de sneeuw. They want it to snow. They like to play in the snow.
‘ Lekker weer, hè ’ zegt de man in de bus. Ik antwoord: 'Nice weather, eh' the man says in the bus. I answer:
5
‘Zeker! De zon schijnt en het regent niet.’ 'Certainly! The sun is shining and it is not raining. "
Het is ochtend. Mijn zus rijdt met de auto in de mist . Ze ziet de It is morning. My sister drives the car with the car. She
6
snelweg niet goed. does not see the highway properly.
Lekker weer, hè! zeker ! De temperatuur is goed: 24 graden en Nice weather is not it! certainly ! The temperature is
7 good: 24 degrees and the sun is shining. I'm going to
de zon schijnt. Ik ga lekker naar het strand! the beach!
Het stormt en het hagelt vandaag. Gisteren was het mooi weer It is storming and it is hailing today. Yesterday was
8 the nice weather. Yesterday the sun was shining and
. Gisteren scheen de zon en stormde het niet. it was not rushing.
Suzanne is op de zolder van het huis van haar opa en oma. Ze Suzanne is in the attic of the house of her grandfather
9 and grandmother. She hears the wind over the roof.
hoort de wind boven het dak. Het waait hard. There is a strong wind.
10 Wat is neerslag ? Dat is regen, mist, sneeuw of hagel. What is precipitation? That is rain, fog, snow or hail.
Het is mooi weer . Het is 23 graden en de zon schijnt. Het is The weather is nice . It is 23 degrees and the sun is
11
niet bewolkt. shining. It is not cloudy.
12 Het is winter. Het vriest. Het is één graad onder nul. It is winter. It is freezing. It is one degree below zero.
Ik kijk naar de thermometer en zie de temperatuur . Het is I look at the thermometer and see the temperature.
13
vandaag 30 graden. Dat is warm. Today it is 30 degrees. That is warm.
Windmills are mills that give energy. In the

Windmolens zijn molens die energie geven. In Nederland zie
14 Netherlands you see many Windmills, on land and in
je veel Windmolens , op het land en in de zee. the sea.
Hoeveel graden is het? – Ik weet het niet. Je kunt op de How many degrees is it? - I do not know. You can
15
thermometer in de woonkamer kijken. watch the thermometer in the living room.
Wat voor weer wordt het? – Ik weet het niet. We kunnen op What kind of weather will it be? - I do not know. We
16
televisie naar het weerbericht kijken. can watch the weather report on television.
Het is herfst. Het regent vandaag. Gisteren regende het ook. It's autumn. It is raining today. It rained yesterday.
17
En ik denk dat het morgen ook gaat regenen. And I think it will rain tomorrow.
18 Achter de wolken schijnt de zon. Behind the clouds the sun shines.
19 Wat voor weer is het vandaag? What kind of weather is it today?
Today I want to watch a movie at home on the couch.
Vandaag wil ik thuis op de bank naar een film kijken. Het
20 It is raining and it is storming. It is a good day to be
regent en het stormt. Het is een goede dag om binnen te zijn. inside.
Het is winter. De kinderen spelen op het ijs . Ze dragen mutsen It is winter. The children play on the ice. They wear
21
en handschoenen. hats and gloves.
Het is bijna herfst, maar het lijkt zomer. De zon schijnt en het is It is almost autumn, but it looks summer. The sun is
22
vandaag 29 graden. shining and it is 29 degrees today.
Mijn dochter houdt niet van onweer . Ze gaat onder haar bed in My daughter does not like thunderstorm. She goes
23 under her bed in her bedroom, when it thunders and
haar slaapkamer liggen, wanneer het dondert en bliksemt. thunderstorms.
De jongen ziet eerst de bliksem . Dan hoort hij de donder. Het The boy first sees the lightning. Then he hears the
24
onweert hard. thunder. The storms hard.
25 De tulp, de klomp en de molen zijn typisch Nederlands. The tulip, the clog and the mill are typically Dutch.
De storm is zwaar. Het waait heel hard. Ik kan niet snel The storm is heavy. It blows very hard. I can not cycle
26
fietsen. quickly.
Ik wil weten of het gaat regenen , want ik ga fietsen.. Ik kijk op I want to know if it's going to rain because I'm going to
27 cycle. I'm looking at Buienradar.nl. I see that the rain
Buienradar.nl. Ik zie dat de regen om 15:00 uur begint. starts at 3:00 PM.
Het waait hard. Sven is op het strand. Hij voelt de wind in zijn There is a strong wind. Sven is on the beach. He feels
28 the wind in his hair and on his body. He's going to
haar en op zijn lichaam. Hij gaat surfen. surf.
Ik wil niet dat het gaat hagelen . Mijn auto staat buiten. Hagel I do not want it to hail. My car is outside. Hail is not
29
is niet goed voor de auto. En ook niet voor je hoofd. Au! good for the car. And not for your head either. Au!
Het weer is slecht. Het onweert. Ik zie de bliksem en ik hoor de The weather is bad. There's a thunderstorm. I see the
30
donder . Ik blijf lekker binnen. lightning and I hear the thunder. I stay inside.
The rain is falling hard on the street. I see a lot of
31 De regen valt hard op de straat. Ik zie veel water. water.
It's storming. I hear the thunder and I see the
Het stormt. Ik hoor de donder en ik zie de bliksem. Het is
32 lightning. The weather is bad . I do not want to cycle
slecht weer . Ik wil vandaag niet fietsen. today.
Marieke luistert naar het weerbericht op de radio. Ze wil weten Marieke listens to the weather report on the radio.
33 of het gaat regenen. Ze wil vandaag graag naar Orvelte fietsen She wants to know if it is going to rain. She would like
met Bart. to cycle to Orvelte today with Bart.
Carl receives a message via Whatsapp from his sister

Carl krijgt een bericht via Whatsapp van zijn zus uit
34 from Switzerland. She writes: 'It is snowing, it is
Zwitserland. Ze schrijft: ‘Het sneeuwt, het vriest en het stormt.’ freezing and it is storming.'
Het weerbericht: De zon schijnt . Het wordt 19 graden en het The weather forecast: The sun is shining. It gets 19
35
waait vandaag niet. degrees and it does not blow today.
36 De sneeuw ligt op straat. De auto’s rijden langzaam. The snow is on the street. The cars drive slowly.
LESSON 25_ADJ LESSON 25_ADJ

1 De toeristen vinden haring met uitjes echt lekker . The tourists really enjoy herring with outings.
Kirsten vraagt: ‘Is het duidelijk ? Begrijpen jullie de Kirsten asks, "Is it clear? Do you understand
2
grammatica?’ grammar? "
Is this answer correct or wrong? - It is not correct,
Is dit antwoord juist of verkeerd ? – Het is niet juist, want je
3 because you write 'he understands' with a 't', not with
schrijft ‘hij begrijpt’ met een ‘t’, niet met een ‘d’. a 'd'.
My colleague is available on Monday, Tuesday,
Mijn collega is beschikbaar op maandag, dinsdag, donderdag
4 Thursday and Friday. He can not work on
en vrijdag. Op woensdag kan hij niet werken. Wednesday.
Martin vindt frikandellen heel lekker . Hij gaat elke vrijdag naar Martin really likes frikandellen. He goes to the snack
5
de snackbar. bar every Friday.
Xing vraagt: ‘Is dit de enige vrije tafel? Of heeft u nog een Xing asks: "Is this the only free table? Or do you have
6
andere? Ik zit echt niet graag bij het toilet!’ another one? I really do not like sitting at the toilet! "
The student goes to sleep at three o'clock at night.

7 De cursist gaat om drie uur ‘s nachts slapen. Dat is echt laat . That is really late.
Gianluca zit in een café. Hij ziet een mooi meisje met lang, Gianluca is in a cafe. He sees a beautiful girl with
8 blond haar. Hij vraagt: ‘ Ben jij beschikbaar? of heb je een long, blond hair. He asks: "Are you available? or do
vriend?’ you have a friend? "
The friend of Wabke is very long. He is two meters
9 De vriend van Wabke is heel lang . Hij is twee meter vijf. five.
I would like to sleep in this hotel. Is that possible? -
Ik wil graag in dit hotel slapen. Kan dat? – Sorry, meneer, dat
10 Sorry, sir, that is not possible. The hotel is full. I do
kan niet. Het hotel is vol . Ik heb geen kamer beschikbaar. not have a room available.
De les begint om één uur. Pedro komt om kwart over één. Hij is The lesson starts at one o'clock. Pedro comes at a
11
te laat . quarter past one. He is too late .
Mijn oom werkt van maandag tot en met vrijdag. Zaterdag en My uncle works from Monday to Friday. He is free on
12
zondag is hij vrij . Saturday and Sunday.
Are you going to play tennis tomorrow? Do you play
13 Ga je morgen tennissen? Speel je enkel of dubbel? single or double?
The answer is correct. Lars understands the grammar
14 Het antwoord is juist . Lars begrijpt de grammatica heel goed. very well.
Kan ik blijven slapen? Is dat mogelijk ? Ja hoor, dat kan. Om Can I stay asleep? Is that possible ? Yes, that is
15
hoe laat kom je? possible. At what time are you coming?
Ben jij vrijdag om tien uur beschikbaar? – Waarschijnlijk wel. Are you available on Friday at ten o'clock? - Probably.
16
Ik ga even in mijn agenda kijken. Ik bel je later. I'm going to look in my agenda. I will call you later.
De les is klaar ! We gaan slapen! O nee… ik bedoel: ‘we gaan The lesson is ready! We are going to sleep! Oh no ... I
17
huiswerk maken’. mean: 'we're going to do homework'.
Xing is met Chi Mei in een Chinees restaurant. Ze vraagt: ‘Wil je Xing is with Chi Mei in a Chinese restaurant. She
18 asks, "Do you want to sit at this table or at another
aan deze tafel zitten of aan een andere tafel? table?
Max gaat vandaag heel vroeg werken. Hij begint om zes uur ‘s Max is going to work very early today. He starts at six
19
morgens. o'clock in the morning.
Welk elftal kan beter voetballen? Het elftal van Nederland of Which team can play football better? The team of the
20
het elftal van Duitsland? Netherlands or the team of Germany?
21 Deze dag is heel speciaal . Wij gaan trouwen! This day is very special. We are getting married!
Marloes loves her boyfriend very much. She loves him

22 Marloes houdt heel veel van haar vriend. Ze vindt hem erg lief. very much.
Bram vindt zijn huidige baan heel interessant. Hij leert nu Bram finds his current job very interesting. He is
23
veel. learning a lot now.
Do you really like me? Yes! I love you! O ... What a
24 Vind je me echt leuk? Ja! Ik hou van je! O… Wat romantisch! romantic!
25 Het haar van mijn moeder is donker en kort . My mother's hair is dark and short.
He earns double on Sunday. Not 10, but 20 euros per
26 Op zondag verdient hij dubbel . Niet 10, maar 20 euro per uur. hour.
Paul spreekt goed Nederlands. Mary spreekt beter Nederlands Paul speaks Dutch well. Mary speaks better Dutch
27 dan Paul. Jim spreekt het best . Hij woont al sinds 1998 in than Paul. Jim speaks the best. He has lived in the
Nederland. Netherlands since 1998.
The work of the company director is really very
Het werk van de directeur van het bedrijf is echt heel
28 important. He travels a lot and he earns a lot of
belangrijk . Hij reist veel en hij verdient heel veel geld. money.
Mirjam vindt les 22 van 1000 words onduidelijk. Ze begrijpt Mirjam finds lesson 22 of 1000 words unclear. She
29
echt niet wat ‘buitenspel’ is. really does not understand what 'offside' is.
30 Het is zondag. De kerk is leeg . Ik ben te vroeg. It is Sunday. The church is empty. I am too early.
De verkoper heeft een speciale aanbieding : twee kilo The seller has a special offer: two kilos of potatoes for
31
aardappelen voor één euro. Dat is goedkoop! one euro. That's cheap!
1 De ooievaar brengt de baby naar de moeder. The stork brings the baby to the mother.
Mijn oom werkt van maandag tot en met vrijdag. Zaterdag en My uncle works from Monday to Friday. He is free on
2
zondag is hij vrij . Saturday and Sunday.
Mijn broer en zijn vriendin bouwen een huis bij het strand. Ze My brother and his girlfriend are building a house near
3
willen in april in het huis gaan wonen. the beach. They want to live in the house in April.
Tussen de eerste helft en de tweede helft is het rust . De It is quiet between the first half and the second half.
4
trainer praat dan met de spelers van het elftal. The trainer then talks to the players of the team.
Xing vraagt: 'Is dit de enige vrije tafel? Of heeft u nog een Xing asks: "Is this the only free table? Or do you have
5
andere? Ik zit echt niet graag bij het toilet!' another one? I really do not like sitting at the toilet! "
Mijn oma vergeet veel, maar nu herinnert ze zich iets van My grandmother forgets a lot, but now she
6
gisteren. remembers something from yesterday.
Kan ik blijven slapen? Is dat mogelijk ? Ja hoor, dat kan. Om Can I stay asleep? Is that possible ? Yes, that is
7
hoe laat kom je? possible. At what time are you coming?
' Het beest ' is synoniem van 'het dier'. Denk aan: een konijn, 'The beast' is synonymous with 'the animal'. Think of:
8
een paard of een schaap. a rabbit, a horse or a sheep.
Op zondag verdient hij dubbel . Niet 10, maar 20 euro per He earns double on Sunday. Not 10, but 20 euros per
9
uur. hour.
Nice weather is not it! Certainly ! The temperature is
Lekker weer, hè! Zeker ! De temperatuur is goed: 24 graden
10 good: 24 degrees and the sun is shining. I'm going to
en de zon schijnt. Ik ga lekker naar het strand! the beach!
Gianluca probeert het huiswerk te maken, maar hij herinnert Gianluca tries to do the homework, but he does not
11
zich de grammatica niet. remember the grammar.
12 Achter de wolken schijnt de zon. Behind the clouds the sun shines.
In de eerste helft heeft de keeper veel energie. Na de rust, in In the first half, the keeper has a lot of energy. After
13
de tweede helft, niet. the rest, in the second half, not.
14 De sneeuw ligt op straat. De auto's rijden langzaam. The snow is on the street. The cars drive slowly.
Wat voor weer wordt het? – Ik weet het niet. We kunnen op What kind of weather will it be? - I do not know. We
15
televisie naar het weerbericht kijken. can watch the weather report on television.
16 Ik neem een biertje. I take a beer.
De verkoper heeft een speciale aanbieding : twee kilo The seller has a special offer: two kilos of potatoes for
17
aardappelen voor één euro. Dat is goedkoop! one euro. That's cheap!
18 Het is winter. Het vriest. Het is één graad onder nul. It is winter. It is freezing. It is one degree below zero.
De kleren van de supporter van het Nederlands elftal zijn The clothes of the supporter of the Dutch national
19
oranje. team are orange.
Het weer is slecht. Het onweert. Ik zie de bliksem en ik hoor The weather is bad. There's a thunderstorm. I see the
20
de donder . Ik blijf lekker binnen. lightning and I hear the thunder. I stay inside.
The twelfth man is not in the team. They are the

21 De twaalfde man is niet in het elftal. Het zijn de supporters. supporters.
Het stormt en het hagelt vandaag. Gisteren was het mooi weer It is storming and it is hailing today. Yesterday was
22 the nice weather. Yesterday the sun was shining and
. Gisteren scheen de zon en stormde het niet. it was not rushing.
23 Ik drink melk van de geit . I drink milk from the goat.
Ik wil niet dat het gaat hagelen . Mijn auto staat buiten. Hagel I do not want it to hail. My car is outside. Hail is not
24
is niet goed voor de auto. En ook niet voor je hoofd. Au! good for the car. And not for your head either. Au!
De jongen ziet eerst de bliksem . Dan hoort hij de donder. Het The boy first sees the lightning. Then he hears the
25
onweert hard. thunder. The storms hard.
Mijn nicht is jarig. Ik ga vandaag naar haar verjaardag. Ik geef My cousin's birthday. I'm going to her birthday today. I
26
haar mooie tulpen. give her beautiful tulips.
27 De keeper schopt de voetbal naar de spits. The goalkeeper kicks the football to the striker.
28 ' De kat ' is een synoniem van 'de poes'. 'The cat' is a synonym of 'the cat'.
De voetballer schopt de voetbal in het doel! Ajax heeft een The footballer kicks the football into the goal! Ajax has
29
doelpunt! De Amsterdammers zijn blij. a goal! The Amsterdammers are happy.
Kun je in dit restaurant met een creditcard betalen ? – Ja Can you pay with a credit card in this restaurant? -
30
hoor, dat kan! Yes, you can!
Bram vindt zijn huidige baan heel interessant. Hij leert nu Bram finds his current job very interesting. He is
31
veel. learning a lot now.
Vóór de winter ga ik hamsteren . Ik koop dan veel eten en I will hoard before winter. I buy a lot of food and put it
32
doe dat in de keukenkastjes. in the kitchen cupboards.
The children are on school trip. They play in the
33 De kinderen zijn op schoolreis. Ze spelen in het pretpark. amusement park.
Marieke luistert naar het weerbericht op de radio. Ze wil Marieke listens to the weather report on the radio.
34 weten of het gaat regenen. Ze wil vandaag graag naar Orvelte She wants to know if it is going to rain. She would like
fietsen met Bart. to cycle to Orvelte today with Bart.
Oh nee! Een muis in de keuken! Hij is klein, eet kaas en houdt Oh no! A mouse in the kitchen! He is small, eats
35
niet van de poes. cheese and does not like the cat.
De verkoper van de kledingwinkel toont de broeken en de The seller of the clothing store shows the pants and
36
jurken aan de vrouw. the dresses to the woman.
Opa en oma vertellen over het WK van 1978. Nederland Grandpa and grandmother talk about the 1978 World
37 speelde toen tegen Argentinië. Ze herinneren zich dat WK nog Cup. The Netherlands then played against Argentina.
goed. They remember that World Cup is still good.
Is this answer correct or wrong? - It is not correct,

Is dit antwoord juist of verkeerd ? – Het is niet juist, want je
38 because you write 'he understands' with a 't', not with
schrijft 'hij begrijpt' met een 't', niet met een 'd'. a 'd'.
De les is klaar ! We gaan slapen! O nee… ik bedoel: 'we gaan The lesson is ready! We are going to sleep! Oh no ... I
39
huiswerk maken'. mean: 'we're going to do homework'.
On the farm you see many animals: the cow, the
Op de boerderij zie je veel beesten: de koe, het paard, het
40 horse, the pig, the sheep, the chicken, the goat and
varken, het schaap, de kip, de geit en de ezel. the donkey.
Martin vindt frikandellen heel lekker . Hij gaat elke vrijdag naar Martin really likes frikandellen. He goes to the snack
41
de snackbar. bar every Friday.
42 Het is zondag. De kerk is leeg . Ik ben te vroeg. It is Sunday. The church is empty. I am too early.
Het is vijf uur 's ochtends. Ik hoor de haan in de tuin. Hij is de It's five o'clock in the morning. I hear the cock in the
43
man van de kip. garden. He is the man of the chicken.
44 Mieke is single. Ze wil graag een man ontmoeten . Mieke is single. She would like to meet a man.
Paul spreekt goed Nederlands. Mary spreekt beter Nederlands Paul speaks Dutch well. Mary speaks better Dutch
45 dan Paul. Jim spreekt het best . Hij woont al sinds 1998 in than Paul. Jim speaks the best. He has lived in the
Nederland. Netherlands since 1998.
De stoel staat bij de tafel in de woonkamer. Mijn tante zit op The chair is at the table in the living room. My aunt is
46
de stoel. Mijn oom is in de keuken. sitting on the chair. My uncle is in the kitchen.
Bart zegt tegen Paul: 'Maak je huiswerk en blijf studeren! !' Hij Bart says to Paul: 'Do your homework and keep
47 studying! ! " He wants the American boy to learn
wil dat de Amerikaanse jongen goed Nederlands leert. Dutch well.
Een hamster is een klein, zacht dier. Het kleine beest is A hamster is a small, soft animal. The little beast is
48
familie van de haas, het konijn en de muis. family of the hare, the rabbit and the mouse.
Hoeveel graden is het? – Ik weet het niet. Je kunt op de How many degrees is it? - I do not know. You can
49
thermometer in de woonkamer kijken. watch the thermometer in the living room.
Max gaat vandaag heel vroeg werken. Hij begint om zes uur 's Max is going to work very early today. He starts at six
50
morgens. o'clock in the morning.
LESSON 26_HEALTH LESSON 26_HEALTH
Merel gaat naar het ziekenhuis voor een onderzoek . Ze heeft Merel gaat naar het ziekenhuis voor een onderzoek .
1
nu al drie weken veel pijn op haar borst. Ze heeft nu al drie weken veel pijn op haar borst.
Ik wil met spoed naar de EHBO . Ik ben heel duizelig en ik heb Ik wil met spoed naar de EHBO . Ik ben heel duizelig
en ik heb 40 graden koorts. Ook heb ik pijn op mijn
2 40 graden koorts. Ook heb ik pijn op mijn borst en bij mijn
borst en bij mijn schouders. Alsjeblieft, breng me naar
schouders. Alsjeblieft, breng me naar de eerste hulp. de eerste hulp.
Op het spreekuur onderzoekt de huisarts de patiënt. Ze zegt: ‘U Op het spreekuur onderzoekt de huisarts de patiënt.
Ze zegt: ‘U heeft een vergiftiging . In uw lichaam zit
3 heeft een vergiftiging . In uw lichaam zit iets slechts. Kan uw
iets slechts. Kan uw vrouw u naar het ziekenhuis
vrouw u naar het ziekenhuis brengen?’ brengen?’
De patiënt vertelt over de pijn in zijn lichaam. Hij heeft pijn bij De patiënt vertelt over de pijn in zijn lichaam. Hij
4
zijn hart, pijn in zijn buik en zere benen. heeft pijn bij zijn hart, pijn in zijn buik en zere benen.
Ik heb heel veel pijn aan mijn tanden. Ik denk dat ik
Ik heb heel veel pijn aan mijn tanden. Ik denk dat ik een
5 een ontsteking heb. Ik bel de de tandarts voor een
ontsteking heb. Ik bel de de tandarts voor een afspraak. afspraak.
Mama, ik ben elke morgen heel misselijk . Heb ik
Mama, ik ben elke morgen heel misselijk . Heb ik een baby in
6 een baby in mijn buik? Nee meisje, je eet te veel
mijn buik? Nee meisje, je eet te veel snoep! snoep!
Wat denk jij? Morgen behandelt de huisarts een ontsteking in Wat denk jij? Morgen behandelt de huisarts een
7 mijn oor. Betaalt de verzekering de behandeling van de ontsteking in mijn oor. Betaalt de verzekering de
huisarts? behandeling van de huisarts?
Mijn neef gaat naar de apotheek met het recept van de huisarts. Mijn neef gaat naar de apotheek met het recept van
8 de huisarts. Hij haalt de medicijnen voor zijn
Hij haalt de medicijnen voor zijn moeder. moeder.
Joke gaat naar het ziekenhuis voor een behandeling . De Joke gaat naar het ziekenhuis voor een behandeling
9
dokter gaat proberen haar beter te maken. . De dokter gaat proberen haar beter te maken.
De huisarts kan de patiënt niet helpen. Ze verwijst hem naar De huisarts kan de patiënt niet helpen. Ze verwijst
10 een specialist. De patiënt wil een recept voor medicijnen, maar hem naar een specialist. De patiënt wil een recept
dat krijgt hij niet. voor medicijnen, maar dat krijgt hij niet.
Mijn neus zit vol. Ik ben verkouden . Heb je medicijnen nodig? Mijn neus zit vol. Ik ben verkouden . Heb je
11
Nee, ik heb geen medicijnen nodig. medicijnen nodig? Nee, ik heb geen medicijnen nodig.
Om hoe laat is het spreekuur van de huisarts? – Van negen Om hoe laat is het spreekuur van de huisarts? –
12 uur ‘s ochtends tot half vier ‘s middags. Wilt u een afspraak met Van negen uur ‘s ochtends tot half vier ‘s middags.
de dokter maken? Wilt u een afspraak met de dokter maken?
Ik voel me misselijk en heb hoge koorts. Ik kan vandaag niet Ik voel me misselijk en heb hoge koorts. Ik kan
13
werken. Ik ga me ziek melden . vandaag niet werken. Ik ga me ziek melden .
Het is zaterdagavond. De vrouw gaat naar het café en drinkt te Het is zaterdagavond. De vrouw gaat naar het café en
drinkt te veel bier. Ze fietst naar huis en valt hard. Ze
14 veel bier. Ze fietst naar huis en valt hard. Ze heeft bloed op
heeft bloed op haar hoofd. Nu brengt haar vriend haar
haar hoofd. Nu brengt haar vriend haar naar de eerste hulp . naar de eerste hulp .
Het is nu winter. Veel Nederlanders zijn ziek. Ze

Het is nu winter. Veel Nederlanders zijn ziek. Ze hebben
15 hebben hoofdpijn, zijn verkouden en hebben koorts.
hoofdpijn, zijn verkouden en hebben koorts. Ze hebben griep . Ze hebben griep .
Mijn oor doet zeer. Ik heb een ontsteking in mijn oor. Morgen Mijn oor doet zeer. Ik heb een ontsteking in mijn oor.
Morgen ga ik naar de huisarts. Hij heeft spreekuur
16 ga ik naar de huisarts. Hij heeft spreekuur van negen tot twaalf.
van negen tot twaalf. Misschien krijg ik een recept
Misschien krijg ik een recept voor medicijnen. voor medicijnen.
De oude vrouw valt in de douche. Ze kan niet bewegen en heeft De oude vrouw valt in de douche. Ze kan niet
17 pijn bij haar hart. Haar man belt 112: ‘Ik wil met spoed een bewegen en heeft pijn bij haar hart. Haar man belt
ambulance ! Help!’ 112: ‘Ik wil met spoed een ambulance ! Help!’
Goedemorgen, u spreekt met Marjan Jansen. Ik wil graag een Goedemorgen, u spreekt met Marjan Jansen. Ik wil
18 afspraak bij de tandarts maken. Dat kan, mevrouw. Kunt u graag een afspraak bij de tandarts maken. Dat kan,
dinsdag om half elf? mevrouw. Kunt u dinsdag om half elf?
Ik heb vandaag een afspraak bij de dokter. Ik wil graag een Ik heb vandaag een afspraak bij de dokter. Ik wil
19 recept voor medicijnen. Dan kan ik bij de apotheek medicijnen graag een recept voor medicijnen. Dan kan ik bij de
halen. apotheek medicijnen halen.
Ik voel me echt niet goed vandaag. Ik heb pijn in mijn

Ik voel me echt niet goed vandaag. Ik heb pijn in mijn hele lijf.
20 hele lijf. Mijn hele lichaam doet zeer. Ik heb
Mijn hele lichaam doet zeer. Ik heb medicijnen nodig. medicijnen nodig.
Ik bel het alarmnummer 112: ‘Goedenavond, ik heb met spoed Ik bel het alarmnummer 112: ‘Goedenavond, ik heb
met spoed een ambulance nodig. Mijn opa is heel
21 een ambulance nodig. Mijn opa is heel ziek. Hij kan niet meer
ziek. Hij kan niet meer lopen en heeft veel pijn op zijn
lopen en heeft veel pijn op zijn borst. Kom snel!’ borst. Kom snel!’
De huisarts onderzoekt het been en de knie van mijn dochter. De huisarts onderzoekt het been en de knie van mijn
22 Maar hij weet niet wat het probleem is. Hij verwijst haar naar dochter. Maar hij weet niet wat het probleem is. Hij
een specialist. verwijst haar naar een specialist.
Het is spreekuur. De huisarts vraagt aan de patiënt: ‘Waar doet Het is spreekuur. De huisarts vraagt aan de patiënt:
23 het zeer ? ‘ De patiënt antwoordt: ‘Ik heb pijn aan mijn ‘Waar doet het zeer ? ‘ De patiënt antwoordt: ‘Ik heb
schouder.’ pijn aan mijn schouder.’
De vader kijkt met de thermometer naar de temperatuur van zijn De vader kijkt met de thermometer naar de
24 temperatuur van zijn dochter. 39 graden…. Ze heeft
dochter. 39 graden…. Ze heeft koorts . koorts .
De man fietst hard en hij valt met zijn hoofd op de straat. Hij is De man fietst hard en hij valt met zijn hoofd op de
25 duizelig . De wereld beweegt. Hij ziet sterren en kan niet goed straat. Hij is duizelig . De wereld beweegt. Hij ziet
denken. sterren en kan niet goed denken.
De huisarts van Joke geeft een verwijsbrief . Joke kan de brief De huisarts van Joke geeft een verwijsbrief . Joke
26 kan de brief aan de specialist in het ziekenhuis laten
aan de specialist in het ziekenhuis laten zien. zien.
LESSON 27_GEOGRAPHY LESSON 27_GEOGRAPHY
Mijn oom heeft een boerderij in polder. Zijn boerderij staat Mijn oom heeft een boerderij in polder. Zijn boerderij
staat achter de dijk. Een is typisch Nederlands. Denk
1 achter de dijk. Een is typisch Nederlands. Denk aan de
aan de Noordoostpolder. Vroeger was hier enkel
Noordoostpolder. Vroeger was hier enkel water. Nu is het land. water. Nu is het land.
Lars houdt van de natuur. Hij gaat graag wandelen door het Lars houdt van de natuur. Hij gaat graag wandelen
2 bos, de bergen en duinen. Hij kijkt dan naar de dieren en door het bos, de bergen en duinen. Hij kijkt dan naar
bloemen. de dieren en bloemen.
Weet je wat de hoofdstad van Nederland is? – Ja, natuurlijk! Weet je wat de hoofdstad van Nederland is? – Ja,
3
Dat is Amsterdam. natuurlijk! Dat is Amsterdam.
Een kanaal is een soort rivier, maar dan niet gemaakt door de Een kanaal is een soort rivier, maar dan niet gemaakt
4
natuur. Je ziet hier veel boten. door de natuur. Je ziet hier veel boten.
5 Een duin is een soort berg van zand bij het strand. Een duin is een soort berg van zand bij het strand.
De stad waar ze veel Nederlandse televisieprogramma’s De stad waar ze veel Nederlandse

6
maken, heet Hilversum. televisieprogramma’s maken, heet Hilversum.
Uit welke plaats kom jij? Ik kom uit Middelburg. Dat is de Uit welke plaats kom jij? Ik kom uit Middelburg. Dat is
7
hoofdstad van de provincie Zeeland. de hoofdstad van de provincie Zeeland.
In deze streek zie je veel tulpen. Je kunt hier fietsen en mooie In deze streek zie je veel tulpen. Je kunt hier fietsen
8
foto’s maken. en mooie foto’s maken.
Mijn tante werkt op het gemeentehuis Ze organiseert Mijn tante werkt op het gemeentehuis Ze organiseert
9
evenementen voor de gemeente. evenementen voor de gemeente.
Op zondag ga ik met mijn gezin wandelen op de hei bij Op zondag ga ik met mijn gezin wandelen op de hei
10 Hilversum. We gaan met de hond. Als we nog plaats hebben in bij Hilversum. We gaan met de hond. Als we nog
de auto, kan jij ook mee. plaats hebben in de auto, kan jij ook mee.
Een bekende rivier in Nederland is de Rijn. Het water van deze Een bekende rivier in Nederland is de Rijn. Het water
11 van deze rivier stroomt van Zwitserland naar de
rivier stroomt van Zwitserland naar de Noordzee. Noordzee.
Een bekende Nederlandse vestingstad is Naarden. Rond de Een bekende Nederlandse vestingstad is Naarden.
stad is een gracht en een wal (een soort dijk). Militairen Rond de stad is een gracht en een wal (een soort
12
verdedigden de stad vroeger. De bouw van Naarden is heel dijk). Militairen verdedigden de stad vroeger. De bouw
van Naarden is heel speciaal.
speciaal.
Een meer is een soort zee in het land. Rond dit water
13 Een meer is een soort zee in het land. Rond dit water is land. is land.
Den Haag is de hoofdstad van de provincie Zuid–Holland. Het is Den Haag is de hoofdstad van de provincie
Zuid–Holland. Het is de op twee na grootste
de op twee na grootste gemeente van Nederland. Enkel
14 gemeente van Nederland. Enkel Amsterdam en
Amsterdam en Rotterdam zijn groter. Den Haag is belangrijk Rotterdam zijn groter. Den Haag is belangrijk voor de
voor de politiek. politiek.
In de provincie Limburg is de hoogste heuvel van Nederland. In de provincie Limburg is de hoogste heuvel van
15 Hij heet de ‘Vaalserberg’ en is iets van 320 meter hoog. Dit is Nederland. Hij heet de ‘Vaalserberg’ en is iets van
onze Nederlandse berg! 320 meter hoog. Dit is onze Nederlandse berg!
Ken je een Nederlands eiland ? Ja, ik ga elke zomer op Ken je een Nederlands eiland ? Ja, ik ga elke zomer
16 vakantie naar Texel. Rond het eiland is de zee. Texel ligt bij de op vakantie naar Texel. Rond het eiland is de zee.
kust van de provincie Noord–Holland. Texel ligt bij de kust van de provincie Noord–Holland.
Nederland is een laag land, maar we hebben wel een ‘berg ‘ in Nederland is een laag land, maar we hebben wel een
17 de provincie Limburg: de Vaalserberg. Dit is de Nederlandse ‘berg ‘ in de provincie Limburg: de Vaalserberg. Dit is
Mount Everest. de Nederlandse Mount Everest.
In Rotterdam is een bekende brug. Rotterdamers noemen deze In Rotterdam is een bekende brug. Rotterdamers
18 noemen deze brug ‘De Zwaan’. De brug ligt boven
brug ‘De Zwaan’. De brug ligt boven de rivier de Nieuwe Maas. de rivier de Nieuwe Maas.
Kom je uit de stad? – Nee, ik kom uit een dorp op het Kom je uit de stad? – Nee, ik kom uit een dorp op
19 platteland. Het dorp is heel klein. We hebben één kerk, één het platteland. Het dorp is heel klein. We hebben één
school en één café. kerk, één school en één café.
Woon jij in de stad of op het platteland ? Ik woon op het Woon jij in de stad of op het platteland ? Ik woon op
20 platteland, in een dorp. Rond mijn dorp lopen koeien en zijn het platteland, in een dorp. Rond mijn dorp lopen
boerderijen. koeien en zijn boerderijen.
In de provincie Zuid–Holland vind je de steden Rotterdam, In de provincie Zuid–Holland vind je de steden

21
Delft, Leiden, Dordrecht en Gouda. Rotterdam, Delft, Leiden, Dordrecht en Gouda.
Mijn vader fietst op de dijk. Hij kijkt naar het water

22 Mijn vader fietst op de dijk. Hij kijkt naar het water van de rivier. van de rivier.
De auto rijdt in de tunnel onder de rivier de
23 De auto rijdt in de tunnel onder de rivier de Westerschelde. Westerschelde.
Een dam stopt het water van een rivier. De dam in de Een dam stopt het water van een rivier. De dam in de
24
Oosterschelde kan open en dicht. Oosterschelde kan open en dicht.
Ik ben nu bij het strand. Ik sta op een duin en kijk naar een Ik ben nu bij het strand. Ik sta op een duin en kijk naar
25
boot. De boot vaart op de zee. een boot. De boot vaart op de zee.
Bekende steden in ons land zijn Amsterdam, Rotterdam, Den Bekende steden in ons land zijn Amsterdam,
26
Haag, Eindhoven en Maastricht. Rotterdam, Den Haag, Eindhoven en Maastricht.
LESSON 28_MOVING TO NL LESSON 28_MOVING TO NL

Ik moet de gwe vóór 1 september betalen. Dat zijn de kosten I have to pay the gwe before 1 September. These are
1
voor gas, water en licht. the costs for gas, water and light.
Dudi en Sharon willen zich inschrijven voor de Dutch Summer Dudi and Sharon want to register for the Dutch
Summer School. They want to do State Exams in the
2 School. Ze willen in de herfst Staatsexamen doen. Het is
autumn. It is important that they study a lot and do
belangrijk dat ze veel studeren en huiswerk maken. homework.
Ik ga in juni naar Mongolië. Ik heb voor de reis een visum I am going to Mongolia in June. I need a visa for the
3
nodig. trip.
Als je in een ander land wilt werken, heb je een If you want to work in another country, you need a
4
werkvergunning nodig. work permit.
De advocaat ziet in het huurcontract dat de man de woning The lawyer sees in the lease that the man has rented
5
sinds 2011 huurt. the house since 2011.
Voor deze allochtoon is de inburgering belangrijk. Hij wil zich The integration is important for this immigrant. He
wants to feel good in the Netherlands. He wants to
6 goed voelen in Nederland. Hij wil hier werken, contact hebben
work here, have contact with his neighbors and feel at
met zijn buren en zich hier thuis voelen. home here.
Welk NT2–examen ga je doen? Wil je naar de universiteit? Which NT2 exam are you going to do? Do you want to
7
Dan moet je Staatsexamen II doen. go to university? Then you have to do State Exam II.
Andrei wil Nederlander worden. Naturalisatie is als je de Andrei wants to become a Dutchman. Naturalization
8
Nederlandse nationaliteit krijgt. is when you get Dutch nationality.
De agent zegt: ‘Meneer! U rijdt te hard. Ik wil uw rijbewijs The agent says: "Sir! You drive too fast. I want to see
your driving license! "The man replies:" Please, here
9 zien!’ De man antwoordt: ‘Alstublieft, hier is mijn rijbewijs . Ik
is my driving license. I drive too hard, because my
rijd te hard, omdat mijn vrouw nu bij de EHBO is. Sorry!’ wife is now at the first aid. Sorry!'
Mijn man komt uit Brazilië. Hij wil in Nederland komen wonen. My husband is from Brazil. He wants to live in the
10 Hij heeft het inburgeringsexamen gedaan. Hij wacht nu op een Netherlands. He did the civic integration exam. He is
verblijfsvergunning . now waiting for a residence permit.
Hoe legitimeer jij je? Gebruik je het paspoort of de How do you legitimize? Do you use the passport or
11
identiteitskaart ? identity card?
Mijn broer heeft geen paspoort, maar een identiteitskaart . Hij My brother does not have a passport, but an identity
12
legitimeert zich met deze kaart. card. He legitimizes himself with this card.
Svetlana denkt aan haar familie. Ze mist haar land en haar Svetlana thinks of her family. She misses her country
13
vader en moeder. Ze heeft heimwee . and her father and mother. She's homesick.
Wil je een huis huren of een huis kopen? – Ik wil huren , Do you want to rent a house or buy a house? - I want
14
want ik heb op dit moment niet veel geld. to rent, because I do not have much money right now.
Het contact met e buren is goed. De buurman heet Karel en de The contact with the neighbors is good. The neighbor
15 buurvrouw heet Leila. Ze koken elke maand voor mijn man en is called Karel and the neighbor is Leila. They cook
mij. Lekker! every month for my husband and me. delicious!
De politieagent vraagt: ‘Mevrouw, mag ik uw legitimatiebewijs The policeman asks: "Madam, may I see your proof of
16 zien, alstublieft?’ De vrouw antwoordt: ‘Ja, natuurlijk. Hier is identity, please?" The woman replies: "Yes, of course.
mijn paspoort.’ Here is my passport. "
Mijn nicht wil een appartement kopen in een groot gebouw. Ze My niece wants to buy an apartment in a large
17 vraagt hoeveel het appartement kost en wil weten hoeveel de building. She asks how much the apartment costs and
VVE–bijdrage is. wants to know how much the VVE contribution is.
De man reist vandaag naar India. Op het vliegveld moet hij The man travels to India today. At the airport he must
18
zich legitimeren vóór hij het vliegtuig neemt. identify himself before he takes the plane.
De hobby van de buurman is tuinieren. Dat is leuk, want hij The hobby of the neighbor is gardening. That's nice,
19 maakt ook mijn tuin schoon. Ik ben blij met het goede contact because he also cleans my garden. I am happy with
met hem en de buurvrouw. the good contact with him and the neighbor.
Je schrijft je naam en je adres op dit inschrijfformulier . De You write your name and address on this registration
20 cursus begint op 12 oktober. Na het inschrijven krijg je form. The course starts on 12 October. After
informatie via e–mail. registration you will receive information via e-mail.
Wanneer je immigreert naar een ander land, is het belangrijk When you immigrate to another country, it is
21
om de taal te leren en te integreren. important to learn and integrate the language.
Ik lees het adres in het huurcontract: Derkinderenstraat 24, I read the address in the lease: Derkinderenstraat 24,
22
1062 DB, Amsterdam. Dat is bij het Rembrandtpark. 1062 DB, Amsterdam. That is at the Rembrandtpark.
Ik lees een oude brief van mijn tante, uit 1958. Ze schrijft: ‘Oom I read an old letter from my aunt, from 1958. She
23 Hans en ik gaan naar Canada emigreren . We blijven niet in writes: 'Uncle Hans and I are going to emigrate to
Nederland.’ Canada. We do not stay in the Netherlands. "
Wat is een allochtoon ? In Nederland is dat een persoon die What is an immigrant? In the Netherlands this is a
person who comes from another country or whose
24 uit een ander land komt of van wie de vader en/of moeder niet
father and / or mother does not come from the
uit Nederland komt. Netherlands.
NT2 is het leren van de Nederlandse taal, als Nederlands niet NT2 is learning the Dutch language, if Dutch is not
25 je moedertaal is. In een basiscursus ga je tot niveau A1. Spreek your mother tongue. In a basic course you go to level
je al beter? Doe dan A2 of B1. A1. Do you speak better? Then do A2 or B1.
Stuart wil studeren aan een Nederlandse universiteit. Hij gaat Stuart wants to study at a Dutch university. He will
first take the Staatsexamen NT2 to learn Dutch well.
26 eerst het Staatsexamen NT2 doen om goed Nederlands te
This is important. The university demands that from
leren. Dat is belangrijk. De universiteit vraagt dat van hem. him.
Bij het inburgeringsexamen krijg je vragen over de In the civic integration examination you will receive
questions about the Dutch language, traditions,
27 Nederlandse taal, de tradities, de cultuur, de gemeente, de
culture, the municipality, insurance and about how
verzekeringen en over hoe Nederlanders zijn. Dutch people are.
Sven heeft een nieuwe baan in Eindhoven. Hij verhuist Sven has a new job in Eindhoven. He moves from
28
donderdag van Utrecht naar de provincie Brabant. Utrecht to the province of Brabant on Thursday.
Vandaag hebben mijn vriendin en ik een afspraak bij de

Today, my girlfriend and I have an appointment with
29 makelaar . Hij gaat ons helpen met het verkopen van onze the broker. He will help us with selling our home.
woning.
De buurvrouw gaat zich inschrijven voor een The neighbor will register for an integration course.
30 inburgeringscursus. Ze spreekt nu een beetje Nederlands. Ze She now speaks a little Dutch. She wants to learn the
wil de taal graag beter leren. language better.
How much do you pay per month for this room? - The
Hoeveel betaal je per maand voor deze kamer? – De huur is
31 rent is 500 euros per month. This is cheap for
500 euro per maand. Voor Amsterdam is dat goedkoop. Amsterdam.
Malcolm vindt het belangrijk om goed te integreren in Malcolm thinks it is important to integrate well in the
Netherlands. He learns the language and speaks a lot
32 Nederland. Hij leert de taal en spreekt veel met Nederlanders.
with Dutch people. He learns about the culture and
Hij leert over de cultuur en de tradities van het land. traditions of the country.
Wat een stress! Ik heb om kwart over acht een vliegtuig naar What a stress! I have a plane to England at a quarter
33 Engeland en ik kan mijn paspoort niet vinden! Hoe kan ik me past eight and I can not find my passport! How can I
dan legitimeren? legitimize myself then?
LESSON 29_MOODS LESSON 29_MOODS
Waarvoor ben je bang? Ik ben bang voor de hond van de What are you afraid off? I'm afraid of the neighbor's
1
buren! Hij is heel onrustig, kwaad en agressief. dog! He is very restless, angry and aggressive.
2 Zijn jouw buren vriendelijk ? Ja hoor, ze zijn heel aardig. Are your neighbors friendly? Yes, they are very nice.
Gianluca is echt heel romantisch . Hij koopt rode rozen voor Gianluca is really very romantic. He buys red roses for
3 het meisje. En hij eet een pizza met haar onder het licht van de the girl. And he eats a pizza with her under the light of
maan. the moon.
Op 3 januari begint de cursus Nederlands van de Winter On January 3, the Dutch course of the Winter School
4 School. Ik ben heel ongeduldig ! Ik wil dat de cursus vandaag starts. I am very impatient! I want the course to begin
al begint! today!
Ik vind het zielig voor Tanja dat haar vriend niet op de I find it sad for Tanja that her boyfriend is not on the
5
verjaardag komt. Het is vervelend voor haar. birthday. It is annoying for her.
Tanja is teleurgesteld . Ze is vandaag jarig, maar haar vriend Tanja is disappointed. She is celebrating her birthday
6 today, but her boyfriend can not come to her birthday.
kan niet naar haar verjaardag komen. Dat is heel vervelend. That is very annoying.
Het is lente. De zon schijnt. Mijn vriendje is lief en opgewekt. It's spring. The sun shines. My boyfriend is sweet and
7 Mijn buren zijn vandaag extra vriendelijk. Ik word hier heel blij cheerful. My neighbors are extra friendly today. I am
van. very happy about this.
‘ Opgewekt ’ is een synoniem van ‘vrolijk’. Heb jij een 'Excited' is a synonym of 'cheerful'. Do you have an
8 Opgewekt humeur? Dan ben je vrolijk en blij. Dat zijn upbeat mood? Then you are happy and happy. These
positieve gevoelens. are positive feelings.
Martin is a fan of Ajax. He is grumpy, because Ajax is

Martin is fan van Ajax. Hij is chagrijnig , want Ajax speelt
9 not playing well today. The team can not win from AC
vandaag niet goed. Het elftal kan niet van AC Milan winnen. Milan.
De kinderen zijn vandaag stout en vervelend . Ze luisteren niet The children are naughty and annoying today. They
10 do not listen to their father. They sing and talk too
naar hun vader. Ze zingen en praten te hard en ze zijn onrustig. loudly and they are restless.
De buurman is boos op zijn zoon. De jongen gebruikt de auto The neighbor is angry with his son. The boy uses the
11
zonder het te vragen. car without asking.
Lars en Soliman vervelen zich niet in Drenthe. Ze hebben elke Lars and Soliman are not bored in Drenthe. They
12 dag les, ze eten ‘s avonds vlees van de bbq en wandelen in de have classes every day, they eat meat from the bbq in
natuur. the evening and walk in nature.
Ik ben heel tevreden . Mijn partner is lief. Mijn kinderen zijn I'm very content . My partner is sweet. My children
13
opgewekt. Mijn baan is interessant. have been raised. My job is interesting.
My aunt is depressed. She has not been happy for

Mijn tante is depressief . Ze is al jaren niet vrolijk. Ze denkt
14 years. She thinks a lot and feels tired, sad and
veel en voelt zich moe, verdrietig en teleurgesteld. disappointed.
My neighbor is very relaxed about yoga. After the
Van yoga wordt mijn buurman heel ontspannen . Na de les
15 lesson he meditates for fifteen minutes and then he
mediteert hij een kwartier en dan drinkt hij een kopje thee. drinks a cup of tea.
Do you find your colleague sympathetic? Certainly!

Vind je je collega sympathiek ? Zeker! Hij is heel aardig en
16 He is very nice and talks to me every day. I like to
praat elke dag met me. Ik werk graag met hem samen. work with him.
The mood of my partner is not good in the morning.

Het humeur van mijn partner is ‘s ochtends niet goed. Hij is
17 He is then grumpy and impatient. It goes better after
dan chagrijnig en ongeduldig. Na de koffie gaat het beter. coffee.
Ik werk vijftig uur per week en ik sport ‘s avonds. Ik ben echt I work fifty hours a week and I play sports in the
18
heel moe . Ik ben kapot! evening. I am really tired. I'm exhausted!
19 Dit meisje is heel vrolijk . Ze is opgewekt en blij. This girl is very happy. She is cheerful and happy.
Mijn zoon is ‘s nachts bang . Hij slaapt niet graag in het donker. My son is scared at night. He does not like to sleep in
20 Hij denkt dat er ‘s nachts monsters in de slaapkamer komen. the dark. He thinks that there are monsters in the
Zielig hè! bedroom at night. Is not it sad!
De dochter van de buurvrouw, mijn buurmeisje, is verdrietig . The daughter of the neighbor, my neighbor, is sad. It
21 Het gaat niet goed op school en ze vindt de andere kinderen is not going well at school and she does not like the
niet aardig. other children.
Ik ben vandaag onrustig . Misschien ga ik naar yoga of een
I am restless today. Maybe I go to yoga or drink a cup
22 kopje thee drinken met een vriendin. Dan gaat het misschien
of tea with a friend. Then it might be better.
beter.
Ze is verdrietig en teleurgesteld. Ze zegt niet veel, maak ik zie She is sad and disappointed. She does not say much,
23
het. Ze praat niet graag over gevoelens . I see it. She does not like to talk about feelings.
Jenn is enthousiast over de cursus Nederlands in Drenthe. Ze Jenn is enthusiastic about the course Dutch in
24 Drenthe. She learns a lot. The teachers and the other
leert veel. De docenten en de andere cursisten zijn sympathiek. students are sympathetic.
Vandaag gaat July trouwen met haar nieuwe vriend. Wie ziet ze Today July is going to marry her new friend. Who
25 sees them at the party? Her ex! Jenny is very
op het feest? Haar ex! Jenny is heel verrast . Haar vriend ook. surprised. Her friend too.
Are you satisfied with your new job? No, I'm

Ben jij tevreden over je nieuwe baan? Nee, ik ben ontevreden
26 dissatisfied. I am bored, because the work is not
. Ik verveel me, want het werk is niet interessant. interesting.
27 ‘ Aardig ’ is een synoniem van ‘vriendelijk’. 'Nice' is a synonym of 'friendly'.
Ik ben heel boos. Ja, ik ben echt kwaad . Mijn collega komt I am very angry. Yes, I am really angry. My colleague
28
elke dag te laat! is late every day!
De huisarts is serieus . Hij onderzoekt de patiënt en denkt na The doctor is serious. He examines the patient and
29
over een goede behandeling. thinks about a good treatment.
LESSON 30_MEALS LESSON 30_MEALS
Het Nederlandse woord voor ‘de lunch’ is ‘ het middageten ’. The Dutch word for 'lunch' is 'lunch'. I lunch at work
1
Ik lunch op mijn werk met mijn collega’s. with my colleagues.
Alstublieft meneer, hier is uw Chinese gerecht. Wilt u ook Please, sir, here is your Chinese dish. Do you also
2
sambal ? Of houdt u niet van pittig? want sambal? Or do not you like spicy?
Mag ik de fles rode wijn betalen, alstublieft? – Ja, natuurlijk. Can I pay for the bottle of red wine, please? - Yes of
3
Dat is twintig euro. course. That is twenty euros.
Het kind kan nog niet met mes en vork eten. Het gebruikt The child can not yet eat with a knife and fork. It uses
4
geen mes en geen vork , maar een lepel. no knife and no fork, but a spoon.
Het gerecht heeft een lekkere geur. Het ruikt echt heel lekker, The dish has a nice smell. It smells really nice,
5
heerlijk! Het ruikt naar gebakken kip. delicious! It smells like fried chicken.
6 Citroenen zijn zuur . Ze zijn niet zoet. Lemons are sour. They are not sweet.
The cook starts working at four o'clock in the
De kok begint met werken om vier uur ‘s middags. Hij werkt in
7 afternoon. He works in an expensive restaurant and
een duur restaurant en kookt heel lekker. cooks very well.
De pannen en de borden staan op tafel. We kunnen gaat eten. The pans and the plates are on the table. We can eat.
8 Eet smakelijk! O… nee…. Waar is het bestek ? We hebben Enjoy your meal! Oh no…. Where is the cutlery? We
ook een mes en vork nodig! also need a knife and fork!
Do you like cooking ? No, but my friend does, so I eat

Hou je van koken ? Nee, maar mijn vriend wel, dus ik eet
9 well. I do not cook much. Going to a restaurant is
goed. Ik kook niet veel. Naar een restaurant gaan vind ik leuker. more fun.
10 De kinderen hebben dorst . Ze willen drinken. The children are thirsty. They want to drink.
De pan staat op het vuur in de keuken. Wat gaan we eten? The pan is on the fire in the kitchen. What are we
11 Het avondeten wordt spruitjes met gebakken aardappelen en going to eat? The evening meal is sprouts with fried
gehakt. Lekker! potatoes and chopped. delicious!
In China eten ze met stokjes. In Nederland eten ze met mes en In China they eat with chopsticks. In the Netherlands
12 vork . Veel mensen hebben de vork in de linkerhand en het they eat with a knife and fork. Many people have the
mes in de rechterhand. fork in the left hand and the knife in the right hand.
Wat eet jij bij het ontbijt ? Ik eet op werkdagen yoghurt met What do you eat at breakfast? I eat yogurt with fruit
13 fruit. In het weekend eet ik ‘s ochtends een ei met brood en on working days. In the mornings I eat an egg with
kaas. bread and cheese in the mornings.
Hoe smaken spruitjes? – Weet je dat niet? Spruitjes zijn How do Brussels sprouts taste? - Do not you know
14
bitter . that? Brussels sprouts are bitter.
15 Ze zeggen: ‘Waar rook is, is vuur.’ They say: 'Where there is smoke, there is fire.'
16 De hutspot is klaar. Ga zitten, en…. eet smakelijk ! The stew is ready. Sit down, and .... enjoy your meal !
Ik heb een heerlijke fles Spaanse wijn. Wil je misschien een I have a delicious bottle of Spanish wine. Do you want
17
glas ? Ja, lekker! Ik hou van rode wijn. a glass? Yes Nice! I love red wine.
18 Soep eet je met een lepel . You eat soup with a spoon.
Chocolate, coffee and Brussels sprouts are a bit
19 Chocolade, koffie en spruitjes zijn een beetje bitter . bitter.
‘ de tong ’ zit in je mond, achter je tanden. Met de tong kun je 'The tongue' is in your mouth, behind your teeth. You
20
proeven. Dat is de smaak onderzoeken. can taste with the tongue. That is the taste research.
The students are hungry. They are looking for a

De studenten hebben honger . Ze zoeken een restaurant in
21 restaurant in the center of the city. They want to eat
het centrum van de stad. Ze willen nu eten. now.
Ik hou van de geur van de bloemen op de hei. Ze ruiken I love the smell of the flowers on the moor. They smell
22
heerlijk. wonderful.
Will you come home to me for supper? Yes Nice! Are
Kom je voor het avondeten naar mij thuis? Ja, leuk! Kom je
23 you coming at six o'clock in the evening? I make kale
om zes uur ‘s avonds? Ik maak boerenkool met worst. with sausage.
24 Het middageten is de lunch . Lunch is lunch.
Ik zet de pan op tafel en doe het eten op het bord van mijn I put the pan on the table and put the food on my
25 vrouw. Ze kijkt naar haar bord en zegt: ‘Heerlijk, schatje! wife's plate. She looks at her plate and says,
Bedankt. Smakelijk eten!’ "Wonderful, honey! Thanks. Enjoy your meal!'
De kok bakt het vlees in olijfolie. Hij bakt de aardappels met The cook bakes the meat in olive oil. He is baking the
26
boter. potatoes with butter.
27 Ik krijg sambal bij het Chinese gerecht. De sambal is pittig . I get sambal at the Chinese dish. The sambal is spicy.
My grandfather can not smell well. His nose is not

28 Mijn opa kan niet goed ruiken . Zijn neus is niet goed. good.
De ober zet de borden op tafel. Hij zegt: ‘ Smakelijk eten ! ’ The waiter puts the plates on the table. He says:
29
Dat is een synoniem van ‘eet smakelijk’. "Tasty food! 'That is a synonym of' eat tasty '.
Wat heb je daar? Ik heb hier snoepjes. De snoepjes zijn zoet . What have you got there? I have sweets here. The
30
Ze smaken naar suiker. candies are sweet. They taste like sugar.
31 Het water van de Noordzee is zout . The water of the North Sea is salty.
Ik heb een goede maaltijd nodig, met groente, vlees en I need a good meal, with vegetables, meat and
32
aardappelen. Ik heb honger. potatoes. I'm hungry.
Mijn broer heeft honger . Hij gaat naar de keuken, pakt een My brother is hungry. He goes to the kitchen, picks up
33
pan en begint te koken. Hij maakt kip met rijst. a pan and starts cooking. He makes chicken with rice.
Which ice cream do you want? Which taste ? I'd like

34 Welk ijsje wil je? Welke smaak ? Ik wil graag vanille, alsjeblieft. vanilla, please.
35 In de zomer kun je beter geen vuur maken in het bos. In the summer you better not make a fire in the forest.
‘ Hutspot ’ is een typisch Nederlands wintergerecht. Het is 'Hutspot' is a typical Dutch winter dish. It is potato
36
aardappelpurree met wortels, ui en vlees. curry with roots, onion and meat.
My grandmother and I drink a cup of coffee in the
Mijn oma en ik drinken een kopje koffie in het centrum.
37 center. Cozy. My grandmother drinks coffee with
Gezellig. Mijn oma drinkt koffie met suiker en melk. Ik zonder. sugar and milk. I without.
38 Ik gebruik een mes om het vlees mee te snijden. I use a knife to cut the meat.
De hutspot staat op het vuur . Hij is bijna klaar. We kunnen The stew is on the fire. He is almost done. We can eat
39
om zeven uur eten. at seven o'clock.
My grandfather can not smell well. His nose is not
1 Mijn opa kan niet goed ruiken . Zijn neus is niet goed. good.
Wat is een allochtoon ? In Nederland is dat een persoon die What is an immigrant? In the Netherlands this is a
person who comes from another country or whose
2 uit een ander land komt of van wie de vader en/of moeder niet
father and / or mother does not come from the
uit Nederland komt. Netherlands.
Welk ijsje wil je? Welke smaak ? Ik wil graag vanille, Which ice cream do you want? Which taste ? I'd like
3
alsjeblieft. vanilla, please.
Martin is a fan of Ajax. He is grumpy, because Ajax is

Martin is fan van Ajax. Hij is chagrijnig , want Ajax speelt
4 not playing well today. The team can not win from AC
vandaag niet goed. Het elftal kan niet van AC Milan winnen. Milan.
Ik ben nu bij het strand. Ik sta op een duin en kijk naar een I am now at the beach. I am standing on a dune and
5
boot. De boot vaart op de zee . looking at a boat. The boat sails on the sea.
Het gerecht heeft een lekkere geur. Het ruikt echt heel The dish has a nice smell. It smells really nice,
6
lekker, heerlijk! Het ruikt naar gebakken kip. delicious! It smells like fried chicken.
De kok begint met werken om vier uur 's middags. Hij werkt in The cook starts working at four o'clock in the
7 afternoon. He works in an expensive restaurant and
een duur restaurant en kookt heel lekker. cooks very well.
Hoeveel betaal je per maand voor deze kamer? – De huur is How much do you pay per month for this room? - The
8 rent is 500 euros per month. This is cheap for
500 euro per maand. Voor Amsterdam is dat goedkoop. Amsterdam.
In de provincie Limburg is de hoogste heuvel van Nederland. In the province of Limburg is the highest hill in the
Netherlands. He is called the 'Vaalserberg' and is
9 Hij heet de 'Vaalserberg' en is iets van 320 meter hoog. Dit is
something of 320 meters high. This is our Dutch
onze Nederlandse berg! mountain!
Mijn broer heeft geen paspoort, maar een identiteitskaart . My brother does not have a passport, but an identity
10
Hij legitimeert zich met deze kaart. card. He legitimizes himself with this card.
Het is lente. De zon schijnt. Mijn vriendje is lief en opgewekt. It's spring. The sun shines. My boyfriend is sweet and
11 Mijn buren zijn vandaag extra vriendelijk. Ik word hier heel blij cheerful. My neighbors are extra friendly today. I am
van. very happy about this.
De pannen en de borden staan op tafel. We kunnen gaat eten. The pans and the plates are on the table. We can eat.
12 Eet smakelijk! O… nee…. Waar is het bestek ? We hebben Enjoy your meal! Oh no…. Where is the cutlery? We
ook een mes en vork nodig! also need a knife and fork!
Wat heb je daar? Ik heb hier snoepjes. De snoepjes zijn zoet . What have you got there? I have sweets here. The
13
Ze smaken naar suiker. candies are sweet. They taste like sugar.
Mag ik de fles rode wijn betalen, alstublieft? – Ja, natuurlijk. Can I pay for the bottle of red wine, please? - Yes of
14
Dat is twintig euro. course. That is twenty euros.
Alstublieft meneer, hier is uw Chinese gerecht. Wilt u ook Please, sir, here is your Chinese dish. Do you also
15
sambal ? Of houdt u niet van pittig? want sambal? Or do not you like spicy?
Een dam stopt het water van een rivier. De dam in de A dam stops the water from a river. The dam in the
16
Oosterschelde kan open en dicht. Oosterschelde can open and close.
In Rotterdam is een bekende brug . Rotterdamers noemen There is a well-known bridge in Rotterdam.
17 deze brug 'De Zwaan'. De brug ligt boven de rivier de Rotterdamers call this bridge 'De Zwaan'. The bridge
Nieuwe Maas. is above the river Nieuwe Maas.
Voor deze allochtoon is de inburgering belangrijk. Hij wil zich The integration is important for this immigrant. He
wants to feel good in the Netherlands. He wants to
18 goed voelen in Nederland. Hij wil hier werken, contact hebben work here, have contact with his neighbors and feel at
met zijn buren en zich hier thuis voelen. home here.
Ik heb een heerlijke fles Spaanse wijn. Wil je misschien een I have a delicious bottle of Spanish wine. Do you want
19
glas ? Ja, lekker! Ik hou van rode wijn. a glass? Yes Nice! I love red wine.
Het is spreekuur. De huisarts vraagt aan de patiënt: 'Waar doet It is consultation. The GP asks the patient: 'Where
20 het zeer ?' De patiënt antwoordt: 'Ik heb pijn aan mijn does it work?' The patient replies: "I have pain on my
schouder.' shoulder."
De huisarts is serieus . Hij onderzoekt de patiënt en denkt na The doctor is serious. He examines the patient and
21
over een goede behandeling. thinks about a good treatment.
22 Ik krijg sambal bij het Chinese gerecht. De sambal is pittig . I get sambal at the Chinese dish. The sambal is spicy.
Vandaag hebben mijn vriendin en ik een afspraak bij de

Today, my girlfriend and I have an appointment with
23 makelaar . Hij gaat ons helpen met het verkopen van onze the broker. He will help us with selling our home.
woning.
Lars houdt van de natuur . Hij gaat graag wandelen door het Lars loves nature. He likes to walk through the forest,
24 bos, de bergen en duinen. Hij kijkt dan naar de dieren en the mountains and dunes. He then looks at the
bloemen. animals and flowers.
Wat denk jij? Morgen behandelt de huisarts een ontsteking in What do you think? Tomorrow the GP will treat an
25 mijn oor. Betaalt de verzekering de behandeling van de inflammation in my ear. Does the insurance pay for
huisarts? the treatment of the general practitioner?
Waarvoor ben je bang? Ik ben bang voor de hond van de What are you afraid off? I'm afraid of the neighbor's
26
buren! Hij is heel onrustig, kwaad en agressief. dog! He is very restless, angry and aggressive.
De huisarts onderzoekt het been en de knie van mijn dochter. The doctor examines the leg and knee of my
27 Maar hij weet niet wat het probleem is. Hij verwijst haar naar daughter. But he does not know what the problem is.
een specialist. He refers her to a specialist.
Hoe smaken spruitjes? – Weet je dat niet? Spruitjes zijn bitter How do Brussels sprouts taste? - Do not you know
28
. that? Brussels sprouts are bitter.
Stuart wil studeren aan een Nederlandse universiteit. Hij gaat Stuart wants to study at a Dutch university. He will
first take the Staatsexamen NT2 to learn Dutch well.
29 eerst het Staatsexamen NT2 doen om goed Nederlands te
This is important. The university demands that from
leren. Dat is belangrijk. De universiteit vraagt dat van hem. him.
Wat een stress! Ik heb om kwart over acht een vliegtuig naar What a stress! I have a plane to England at a quarter
30 Engeland en ik kan mijn paspoort niet vinden! Hoe kan ik me past eight and I can not find my passport! How can I
dan legitimeren? legitimize myself then?
Uit welke plaats kom jij? Ik kom uit Middelburg. Dat is de What place do you come from? I am from Middelburg.
31
hoofdstad van de provincie Zeeland. That is the capital of the province of Zeeland.
De kok bakt het vlees in olijfolie. Hij bakt de aardappels met The cook bakes the meat in olive oil. He is baking the
32
boter. potatoes with butter.
Een kanaal is een soort rivier, maar dan niet gemaakt door de A channel is a kind of river, but not made by nature.
33
natuur. Je ziet hier veel boten. You see a lot of boats here.
Ik heb een goede maaltijd nodig, met groente, vlees en I need a good meal, with vegetables, meat and
34
aardappelen. Ik heb honger. potatoes. I'm hungry.
Wat eet jij bij het ontbijt ? Ik eet op werkdagen yoghurt met What do you eat at breakfast? I eat yogurt with fruit
35 fruit. In het weekend eet ik 's ochtends een ei met brood en on working days. In the mornings I eat an egg with
kaas. bread and cheese in the mornings.
Nederland is een laag land, maar we hebben wel een ' berg ' The Netherlands is a low country, but we do have a
36 in de provincie Limburg: de Vaalserberg. Dit is de Nederlandse 'mountain' in the province of Limburg: the
Mount Everest. Vaalserberg. This is the Dutch Mount Everest.
Welk NT2–examen ga je doen? Wil je naar de universiteit? Which NT2 exam are you going to do? Do you want to
37
Dan moet je Staatsexamen II doen. go to university? Then you have to do State Exam II.
Ik werk vijftig uur per week en ik sport 's avonds. Ik ben echt I work fifty hours a week and I play sports in the
38
heel moe . Ik ben kapot! evening. I am really tired. I'm exhausted!
Ik vind het zielig voor Tanja dat haar vriend niet op de I find it sad for Tanja that her boyfriend is not on the
39
verjaardag komt. Het is vervelend voor haar. birthday. It is annoying for her.
40 De kinderen hebben dorst dorst. Ze willen drinken. The children are thirsty thirsty. They want to drink.
Ik voel me misselijk en heb hoge koorts. Ik kan vandaag niet I feel sick and have a high fever. I can not work today.
41
werken. Ik ga me ziek melden . I'm going to report sick.
Ik ben heel tevreden . Mijn partner is lief. Mijn kinderen zijn I'm very content . My partner is sweet. My children
42
opgewekt. Mijn baan is interessant. have been raised. My job is interesting.
Mijn tante werkt op het gemeentehuis . Ze organiseert My aunt works at the town hall. She organizes events
43
evenementen voor de gemeente. for the municipality.
A lake is a kind of sea in the country. Land is around
44 Een meer is een soort zee in het land. Rond dit water is land. this water.
Op het spreekuur onderzoekt de huisarts de patiënt. Ze zegt: 'U The general practitioner examines the patient at the
consultation hour. She says, "You have a poisoning.
45 heeft een vergiftiging . In uw lichaam zit iets slechts. Kan uw
There is something bad in your body. Can your wife
vrouw u naar het ziekenhuis brengen?' take you to the hospital? "
46 Soep eet je met een lepel . You eat soup with a spoon.
Hoe legitimeer jij je? Gebruik je het paspoort of de How do you legitimize? Do you use the passport or
47
identiteitskaart ? identity card?
48 Ik gebruik een mes om het vlees mee te snijden. I use a knife to cut the meat.
De huisarts kan de patiënt niet helpen. Ze verwijst hem naar The GP can not help the patient. She refers him to a
49 een specialist. De patiënt wil een recept voor medicijnen, maar specialist. The patient wants a prescription for
dat krijgt hij niet. medicines, but he does not get that.
De pan staat op het vuur in de keuken. Wat gaan we eten? The pan is on the fire in the kitchen. What are we
50 Het avondeten wordt spruitjes met gebakken aardappelen en going to eat? The evening meal is sprouts with fried
gehakt. Lekker! potatoes and chopped. delicious!
LESSON 31_FRUIT Veg

1 De citroen is zuur. De citroen heeft vitamine C. The lemon is sour. The lemon has vitamin C.
Het is winter en het is koud. Mijn dochter en ik gaan naar de It is winter and it is cold. My daughter and I are going
to the river. We see ice on the river. We go to a
2 rivier. Op de rivier zien we ijs. We gaan naar een restaurant en
restaurant and eat pea soup. The soup is warm and
eten erwtensoep . De soep is warm en groen. green.
The tennis player eats a banana. He needs energy.

De tennisser eet een banaan . Hij heeft energie nodig. De
3 The banana comes from Ecuador. The banana is a
banaan komt uit Ecuador. De banaan is een soort fruit. kind of fruit.
Welke verse groente eet je? Ik eet veel spinazie, boerenkool Which fresh vegetables do you eat? I eat a lot of
4
en boontjes. spinach, kale and beans.
5 De peer is familie van de appel. The pear is family of the apple.
Ik maak een salade. Ik doe tomaat, rode ui, ei, komkommer en I make a salad. I put tomato, red onion, egg,
6
sla in de salade. Lekker! cucumber and lettuce in the salad. delicious!
De perzik is familie van de pruim en de abrikoos. De perzik is The peach is family of the plum and the apricot. The
7
heel zacht vanbuiten. peach is very soft from the outside.
8 In China eten ze veel rijst . They eat a lot of rice in China.
Ik koop ijs met fruit in een restaurant. Het ijs is van aardbeien I buy ice cream with fruit in a restaurant. The ice
cream is from strawberries and cherries. Melon,
en kersen. Naast het ijs ligt meloen, mandarijn en appel.
9 mandarin and apple are next to the ice cream. On top
Bovenop het ijs ligt een kleine, roze framboos . De framboos of the ice is a small, pink raspberry. The raspberry is
is zoet. sweet.
Wil je vlees bij de boerenkool? Ja, ik wil graag een rookworst Do you want meat with kale? Yes, I would like a
10
bij de boerenkool. Lekker! smoked sausage with kale. delicious!
De abrikoos is familie van de perzik en de pruim. De abrikoos The apricot is family of the peach and the plum. The
11
is niet groot. apricot is not big.
De sinaasappel is familie van de mandarijn en de citroen. De The orange is family of the mandarin and the lemon.
12 sinaasappel is rond en oranje. Ik maak jus d’orange van de The orange is round and orange. I make orange juice
sinaasappel . from the orange.
Ik heb honger! Ik neem eerst tomatensoep met balletjes , dan I'm hungry! I first take tomato soup with balls, then
13 boerenkool met worst en dan een fruitsalade met meloen, pruim kale with sausage and then a fruit salad with melon,
en framboos. plum and raspberry.
Zilveruitjes zijn kleine, witte uitjes. Normale uien zijn groter Silver onions are small, white onions. Normal onions
14
dan zilveruitjes . are larger than silver onions.
15 Van tomaten kun je soep maken. You can make soup from tomatoes.
Ik eet ‘s morgens yoghurt met vers fruit : banaan, I eat yoghurt in the morning with fresh fruit: banana,
16
sinaasappels en aardbeien. oranges and strawberries.
Popeye is een sterke man. Hij eet veel spinazie . Dat is groen Popeye is a strong man. He eats a lot of spinach.
17
en lijkt een beetje op sla. That is green and looks a bit like lettuce.
De mandarijn lijkt op de sinaasappel, maar hij is kleiner. De The mandarin is similar to the orange, but it is
18
mandarijn is oranje. smaller. The mandarin is orange.
Kun je deze bes eten? Ik weet het niet… De vogel eet deze Can you eat this berry? I do not know ... The bird
19
bes wel. does eat this berry.
20 Een appel is groen, rond en hard. An apple is green, round and hard.
I live on a farm in the countryside. I have a chicken in
Ik woon op een boerderij op het platteland. Ik heb een kip in de
21 the garden. In the morning I always eat an egg at
tuin. ‘s Morgens eet ik altijd een ei bij het ontbijt. breakfast.
Mijn vriend ruikt niet lekker uit zijn mond. Hij eet veel knoflook My friend does not smell well from his mouth. He eats
22
. a lot of garlic.
De watermeloen is heel groot en zwaar. De watermeloen is The watermelon is very big and heavy. The
watermelon is green on the outside and pink on the
23 groen vanbuiten en roze vanbinnen. De watermeloen is
inside. The watermelon is nice in the summer, when
lekker in de zomer, als het warm is. it's hot.
Moniek koopt een meloen bij de Turkse winkel. De meloen is Moniek buys a melon at the Turkish store. The melon
24 is yellow from the outside and light green on the
geel vanbuiten en lichtgroen vanbinnen. Hij is rond. inside. He's around.
Do you feel like sausage? Yes Nice. Do you have
25 Heb je zin in worst ? Ja, lekker. Heb je salami of rookworst? salami or smoked sausage?
26 De boon is lang, klein en groen. The bean is long, small and green.
Ben je verdrietig? Ik zie water in je ogen. Waarom huil je? – Ik Are you sad? I see water in your eyes. Why are you
27
huil, omdat ik een ui snijd. crying? – I'm crying because I cut an onion.
28 Een komkommer is lang, groen en hard. A cucumber is long, green and hard.
You can make soup from a pea. A pea is small and
29 Van een erwt kun je soep maken. Een erwt is klein en rond. round.
Nederlanders eten in de winter boerenkool met worst . Dit is The Dutch eat kale with sausage in the winter. This is
30
een typisch Nederlands gerecht. a typical Dutch dish.
31 Wil je suiker en melk in je koffie? Do you want sugar and milk in your coffee?
In the morning my friend bakes an egg every day. He
‘s Morgens bakt mijn vriend elke dag een ei. Hij eet het ei met
32 eats the egg with tomato and cheese. He does salt
tomaat en kaas. Op het ei doet hij zout en peper . and pepper on the egg.
Ik doe peper en zout in het avondeten. Nu is het echt lekker. I do pepper and salt in the evening meal. Now it is
33
Eet smakelijk! really tasty. Enjoy your meal!
Jantje ziet een pruim aan de boom. De pruim is familie van Jantje sees a plum on the tree. The plum is family of
34
de perzik. the peach.
35 De maaltijd heeft meer smaak met een beetje zout ,vind ik. The meal has more flavor with a bit of salt, I think.
De aardbei, de bes, de framboos en de kers zijn klein, rood The strawberry, berry, raspberry and cherry are small,
36 fruit. De kers is rond, en donkerrood. De kers groeit aan een red fruits. The cherry is round, and dark red. The
boom. cherry grows on a tree.
37 De wortel is lang en oranje. The root is long and orange.
Gianluca maakt een saus voor de pasta. Hij gebruikt tomaat , Gianluca makes a sauce for the pasta. He uses
38
oregano en knoflook. De saus is rood. tomato, oregano and garlic. The sauce is red.
Mijn opa heeft een mooie tuin. Hij gaat naar de tuin en ziet een My grandfather has a nice garden. He goes to the
garden and sees a small, red fruit: a strawberry. You
39 kleine, rode vrucht: een aardbei . Je kunt de aardbei met
can eat the strawberry with bread or ice cream. Or in
brood of ijs eten. Of in een fruitsalade. a fruit salad.

Lars kampeert en maakt elke avond vuur. De rook komt in zijn Lars camps and makes fire every night. The smoke
1 haar. Hij gaat nu zijn haar wassen . Dan ruikt zijn haar weer comes into his hair. He is now going to wash his hair.
lekker. Then his hair smells good again.
We zijn op vakantie in Azië. We ontdekken veel nieuwe We are on holiday in Asia. We discover many new
2 dingen. We ontdekken nieuw eten, nieuwe landen, nieuwe things. We discover new food, new countries, new
culturen… Het is een groot avontuur. cultures ... It is a great adventure.
Het is zomer. We genieten van de zon, het strand, de zee en It's summer. We enjoy the sun, the beach, the sea
3 onze vrije tijd. We vertrekken pas om half elf ‘s avonds naar and our free time. We only leave home at 10.30 in the
huis. evening.
Mijn oma kan niet goed bijten , want ze heeft problemen met My grandmother can not bite well, because she has
4
haar tanden. Mijn hond kan wel goed bijten . problems with her teeth. My dog can bite well.
De kinderen wassen zich na het voetballen. Ze gebruiken een The children wash themselves after playing football.
5 They use a washcloth. When they come out of the
washandje. Als ze uit de badkamer komen, zijn ze schoon. bathroom, they are clean.
Zullen we kersen in de fruitsalade doen? Nee, liever niet. Ik Will we put cherries in the fruit salad? No rather not. I
6 houd niet van kersen. Zullen we aardbeien gebruiken? Of kies do not like cherries. Will we use strawberries? Or do
je frambozen? you choose raspberries?
Hoe noem je de man van je tante? De man van je tante noem What do you call your aunt's husband? You call the
7
je: de oom! man of your aunt: the uncle!
Mijn zus is vier maanden zwanger. Ze is in verwachting van My sister is four months pregnant. She is pregnant
8 haar eerste kind, een meisje. In mei word ik tante. Ik droom nu with her first child, a girl. In May I become aunt. I am
al van mijn nieuwe nichtje. already dreaming of my new niece.
Waar is het washandje ? – Dat ligt in de badkamer. Ga je je Where is the washcloth? - That's in the bathroom. Are
9
wassen? you going to wash yourself?
Mijn nichtje huilt veel. Ze vertrouwt haar vriend niet. Hij My niece is crying a lot. She does not trust her friend.
10 gedraagt zich niet normaal. Hij komt laat thuis en ze ontdekt He does not behave normally. He comes home late
romantische berichten op zijn telefoon. and she discovers romantic messages on his phone.
Ben je ‘s ochtends misselijk? Echt? Ben je misschien zwanger? Are you nauseous in the morning? Really? Are you
11 Verwacht je een baby? Misschien moet je even naar de pregnant? Are you expecting a baby? Maybe you
huisarts. should go to the doctor.
Vertrouw jij die collega? – Nee. Hij rijdt in een peperdure auto Do you trust that colleague? - No. He drives a very
expensive car and goes on holiday five times a year.
12 en gaat vijf keer per jaar op vakantie. Waar komt zijn geld
Where does his money come from? I do not
vandaan? Dat begrijp ik niet. understand that.
Mijn zus droomt van een vakantie in België. Ik wil niet naar My sister dreams of a holiday in Belgium. I do not
want to go to Belgium, but to Mexico. There it is better
13 België, maar naar Mexico. Daar is het weer beter. Mijn zus
again. My sister does not dream of the sun, but of
droomt niet van de zon, maar van chocolade en bier, denk ik. chocolate and beer, I think.
What are you looking for? - I'm looking for my
14 Wat zoek je? – Ik zoek mijn bril. Ik zie niks. glasses. I see nothing.
Hoe noem je de zoon van je oom? Noem je hem ‘nicht’, of What do you call the son of your uncle? Do you call
15
vergis ik me ? him 'niece', or am I mistaken?
De man en de vrouw lachen om de komische situatie. The man and the woman laugh at the comical
16
Hahahahaha! situation. Hahahahaha!
Wat verkopen ze in de groentewinkel? Ze verkopen groente What do they sell in the greengrocer's shop? They
17 en fruit. Ik koop een meloen, twee peren, spinazie, boerenkool sell fruit and vegetables. I buy a melon, two pears,
en een kilo wortels. spinach, kale and a kilo of carrots.
Sorry, ik begrijp het niet. Wat is ‘zullen’? Is het een Sorry I do not understand. What is 'will'? Is it a verb?
18 werkwoord? Kun jij het me vertellen of zal ik naar een video van Can you tell me or will I watch a video from Bart at
Bart op learndutch.org kijken? learndutch.org?
Mijn Braziliaanse vriend haat fietsen in de regen en wind. Hij My Brazilian friend hates cycling in the rain and wind.
19 houdt echt niet van het Nederlandse weer in de herfst. Hij He really does not like the Dutch weather in the fall.
droomt van de Braziliaanse zon. He dreams of the Brazilian sun.
De watermeloen is heel groot. Zullen we hem delen ? Wil je The watermelon is very large. Shall we share it? Do
20 ook watermeloen? Ja, graag! Ik vind watermeloen heel lekker. you also want watermelon? Yes please! I really like
Bedankt. watermelon. Thanks.
I can not choose ! Will I take rice with chicken or

Ik kan niet kiezen ! Zal ik rijst met kip of aardappels met vis
21 potatoes with fish? What do you choose? Will we
nemen? Wat kiezen jullie? Zullen we de gerechten delen? share the dishes?
De vrouwen van het Nederlandse voetbalelftal zeggen: ‘Wij The women of the Dutch national football team say:
22 stoppen niet ! Wij zullen doorgaan tot de finale van het 'We do not stop! We will continue until the final of the
wereldkampioenschap! We zullen winnen!’ World Championship! We will win! "
Mijn therapeut zegt: ‘Mannen begrijpen vrouwen soms niet. En My therapist says: "Sometimes men do not
understand women. And women sometimes do not
23 vrouwen begrijpen mannen soms niet. Het is belangrijk om
understand men. It's important to talk a lot in a
veel te praten in een relatie.’ relationship. '
Wanneer zullen we naar het pretpark vertrekken ? Zullen we When will we leave for the theme park? Shall we
leave at eleven o'clock? - I think that's a good time.
24 om elf uur vertrekken ? – Dat vind ik een goede tijd. Dan zijn Then we are there at half past one. Do you drive or do
we er om half twee. Rijd jij of rijd ik? I drive?
Ik heb ontdekt dat ze bij dit bedrijf medicijnen voor zwangere I have discovered that they are developing medicines
25
vrouwen ontwikkelen . for pregnant women at this company.
Mijn zus krijgt over vijf maanden een baby. Ze is zwanger . Ik My sister will have a baby in five months. She is
pregnant . I like it. I become aunt! I am already
26 vind het leuk. Ik word tante! Ik zoek nu al babykleren in de
looking for baby clothes in the clothing store. Nice
kledingwinkel. Leuk hè! right!
Mijn dochter slaapt bij opa en oma in de caravan. Ze gedraagt My daughter is sleeping with grandpa and
grandmother in the caravan. She behaves very well.
27 zich heel goed. Ze huilt niet en deelt haar snoep met opa. Ze She does not cry and shares her candy with grandpa.
geniet van haar vakantie. She enjoys her vacation.
LESSON 33_MATERIALS LESSON 33_MATERIALS

Schrijf jij met een pen of met een potlood ? – Ik gebruik liever Do you write with a pen or with a pencil? - I prefer to
1
een pen. use a pen.
Mijn man en ik bouwen een huis van baksteen. Het huis krijgt My husband and I are building a brick house. The
2 een woonkamer, een badkamer, twee slaapkamers en een house has a living room, a bathroom, two bedrooms
zolder. and an attic.
Heeft u pen en papier ? – Ja, dat heb ik! Ok, schrijf op: ’06 Do you have pen and paper? - Yes I have! Ok, write
3
81716151′ on: '06 81716151 '
Vind jij het vervelend als je vrienden de hele tijd met hun Do you find it annoying when your friends are sitting
with their cell phones all the time? - Yes, I do not like
4 mobieltje in de hand zitten? – Ja, dat vind ik niet leuk. Als ik
that. When I'm with friends, I do not use my cell
met vrienden ben, gebruik ik mijn mobieltje niet. phone.
De auto van mijn oom rijdt op benzine. Mijn oom gaat naar The car of my uncle runs on petrol. My uncle goes to
5 België om benzine te kopen voor zijn auto. In België is benzine Belgium to buy gasoline for his car. In Belgium, petrol
op het moment goedkoper dan in Nederland. is cheaper at the moment than in the Netherlands.
The specifications of my grandmother are silver. It's

Het bestek van mijn oma is van zilver. Het is heel duur. Mijn
6 very expensive. My wedding ring is also made of
trouwring is ook van zilver. silver.
Welke brandstof gebruikt jouw auto? – Mijn auto rijdt op Which fuel does your car use? - My car runs on
7
diesel. En die van jou? diesel. And yours?
Wij wonen op de planeet ‘ aarde ’, niet op de maan en ook niet We live on the planet 'earth', not on the moon and
8
op de zon. also not on the sun.
Het hout van de kast is oud. Sven gebruikt een speciale olie The wood of the cupboard is old. Sven uses a special
9
om het hout mooi te maken. oil to make the wood beautiful.
Do you want a ring of silver or a ring of gold? What do

Wil je een ring van zilver of een ring van goud ? Wat denk je?
10 you think? - I want a ring of gold of course! I like
– Ik wil een ring van goud natuurlijk! Ik houd van duur! expensive!
Ik ben mijn sleutel kwijt ! Waar is hij? Ik kan hem niet vinden I have lost my key! Where is he? I can not find him
11
en ik wil nu met de auto rijden. Wat een probleem! and I want to drive now. What a problem!
In het materiaal staal zit ook ijzer. Ze gebruiken staal vaak als Steel is also iron in the material. They often use steel
12
bouwmateriaal. as building material.
De boekhouder gebruikt de rekenmachine . Hij wil weten The accountant uses the calculator. He wants to know
13
hoeveel ik moet betalen. how much I have to pay.
Ik wil mijn huisarts bellen, maar ik ben mijn mobieltje kwijt. Ik I want to call my doctor, but I lost my cell phone. I can
14
kan niet bellen zonder telefoon. not call without a telephone.
Jij gaat naar de kledingwinkel en voelt aan de de stof van de You go to the clothing store and feel the fabric of the
15
jurken en rokken. dresses and skirts.
Je moet het huis schoonmaken! Het huis is vies en ik zie stof in You have to clean the house! The house is dirty and I
16 see dust in the living room and bedroom. I am allergic
de woonkamer en slaapkamer. Ik ben allergisch voor stof ! to dust!
17 Ik schrijf een brief met de pen van mijn vader. I write a letter with my father's pen.
Vandaag zat ik in het vliegtuig. Maar nu sta ik weer op de Today I was on the plane. But now I'm on the ground
18
grond. again.
Zullen we samen de wereld ontdekken? Zullen we gaan reizen Will we discover the world together? Will we travel to
19
naar Azië, Afrika en Australi:e? JA! Een goed idee! Asia, Africa and Australia? YES! A good idea!
Ik houd van muziek. Ik geniet van spelen op mijn gitaar. Ik vind I love music. I enjoy playing on my guitar. I think it's a
20
het een mooi instrument . nice tool.
De plank is gemaakt van hout. Het hout komt van een boom The shelf is made of wood. The wood comes from a
21
uit het bos. tree from the forest.
Ken je ‘schaar, steen , papier’? Of begrijp je dat niet? Het is Do you know 'scissors, stone, paper'? Or do you not
22
een soort spel. Een steen is hard. understand that? It is a kind of game. A stone is hard.
In Amsterdam heb je echt een slot op je fiets nodig. Zonder In Amsterdam you really need a lock on your bike.
23
slot ben je je fiets snel kwijt! You can quickly lose your bike without your lock!
De kok kan de worst met een mes snijden . Het is winter en hij The cook can cut the sausage with a knife. It is winter
24
gaat lekkere erwtensoep maken. and he is going to make tasty pea soup.
25 Mijn oom gebruikt het gereedschap om zijn auto te repareren. My uncle uses the tool to repair his car.
Ik ben in de keuken van het restaurant. In de keuken staat een I am in the kitchen of the restaurant. There is a
26 machine in the kitchen. The cook cuts the meat with
machine . Met de machine snijdt de kok het vlees. the machine.
Zullen we het raam openen ? Het is nu te warm binnen. Buiten Will we open the window? It is now too hot inside.
27 Outside it is blowing and it is cold. I want fresh air in
waait het en is het koud. Ik wil graag frisse lucht in huis. the house.
Jasper has a fixed telephone at his company. He

Jasper heeft op zijn bedrijf een vaste telefoon . Hij gebruikt
28 uses that phone and his cell phone for his work. He
die telefoon en zijn mobieltje voor zijn werk. Hij belt veel. calls a lot.
Om hoe laat sluiten de winkels op zaterdag? – Ik denk dat de At what time do shops close on Saturday? - I think the
29 winkels tot zes uur ‘s avonds open zijn, maar ik weet het niet stores are open until 6 o'clock in the evening, but I'm
zeker. Ik zal even op de computer kijken. not sure. I'll just look at the computer.
In de provincie Zeeland zit soms zand uit de Sahara in de In the province of Zeeland sometimes sand from the
30
lucht . Dat is speciaal hè! Sahara is in the air. That is special, is not it!
In dit bedrijf maken ze gereedschap van ijzer . In spinazie zit In this company they make tools from iron. Iron is also
31
ook ijzer . found in spinach.
De kapper gebruikt een schaar om het haar van Xing te
32 The hairdresser uses scissors to cut the hair of Xing.
knippen .
33 Hij gebruikt de schaar om het papier in twee delen te knippen. He uses the scissors to cut the paper into two parts.
34 Waar staat jouw computer ? Where does your computer stand?
O… nee… Dit gebeurt elke morgen! Ik ben de sleutel kwijt. O ... no ... This happens every morning! I lost the key.
35
Nu kan ik de deur niet openen. Now I can not open the door.
Mijn vader wil niet dat zijn gereedschap op de grond ligt. Hij legt My father does not want his tools on the ground. He
36
al het gereedschap op een plank in een ijzeren kast. puts all the tools on a shelf in an iron cupboard.
LESSON 34_ADVERBS
‘Iets is beter dan niets ’, denkt mijn neef en hij geeft vijftig cent 'Something is better than nothing', my cousin thinks
1
aan het goede doel. and he gives fifty cents to the charity.
Mirjam vraagt: ‘Sorry, kun je me misschien even helpen? Mijn Miriam asks: "Sorry, can you help me? My computer
2 computer doet het niet.’ Bart antwoordt: ‘Ja, natuurlijk kan ik je is not working. "Bart replies," Yes, of course I can help
helpen, maar je moet nog even op me wachten.’ you, but you have to wait for me. "
Pedro heeft vijf euro. Soliman heeft tien euro. Lars heeft vijftien Pedro has five euros. Soliman has ten euros. Lars
3 has fifteen euros. Pedro has the least and Lars has
euro.Pedro heeft het minst en Lars heeft het meest . the most.
Does the neighbor have a lot of money or little? I do

Heeft de buurman veel geld of weinig? Dat weet ik niet. Zijn
4 not know. His clothes are always expensive, so I think
kleding is altijd duur, dus ik denk dat hij veel geld heeft. he has a lot of money.
Ooit wil ik eens naar Nederland. Ik wil de beesten van dat land I once want to go to the Netherlands. I want to see the
animals of that country, for example the cow, the
5 eens zien, bijvoorbeeld de koe, het paard en de zwaan. En ik
horse and the swan. And I want to eat cheese and
wil kaas en haring eten. En molens en tulpen zien. herring. And see mills and tulips.
Ooit wil ik eens naar India. Ik droom van een reis door de Once I want to go to India. I dream of a journey
through nature in that country. Now I do not have
6 natuur in dat land. Nu heb ik nog niet genoeg geld, maar ik zal
enough money yet, but I will work hard and I will go
hard werken en Ooit zal ik gaan. once.
Dokter, ik heb erg veel pijn aan mijn knie. Hij doet echt zeer. Doctor, I have a lot of pain in my knee. He really does
7
Kunt u even kijken, alstublieft. Wat heb ik? very. Can you take a look, please. What do I have?
De verse groente van deze groenteboer is erg lekker Ik eet The fresh vegetables from this greengrocer is very
8 altijd veel wortels, spinazie, tomaten, boontjes en erwtjes van tasty. I always eat a lot of carrots, spinach, tomatoes,
deze man. beans and peas from this man.
Natasha woont dichtbij Ik woon op nummer 14 en zij woont op Natasha lives close by I live at number 14 and she
lives at number 20 in the same street. So I almost
9 nummer 20 in dezelfde straat. Dus ik zie haar bijna altijd naar
always see her cycling to work. She always comes
haar werk fietsen. Om zes uur ‘s avonds komt ze altijd terug. back at six o'clock in the evening.
Begrijp je niet waarom Martin verdrietig is? Kijk dan deze video Do not you understand why Martin is sad? Then have
10
van ‘Heb je zin?’ nog eens terug. a look at this video of 'Do you feel like it'?
The party starts at a quarter past eight in the evening,

Het feest begint om kwart over acht ‘s avonds, maar je kunt
11 but of course you can also come at seven o'clock.
natuurlijk ook al om zeven uur komen. Dat is geen probleem. That's no problem.
Veel suiker eten is erg ongezond, dus ik probeer weinig zoete Eating a lot of sugar is very unhealthy, so I try to buy
little sweet things. But of course I sometimes eat
12 dingen te kopen. Maar natuurlijk eet ik soms wel iets zoets,
something sweet, for example an ice cream, because
bijvoorbeeld een ijsje, want dat is erg lekker. that is very tasty.
Wat zullen we vrijdag doen? Heeft u een idee? – Ja, ik heb What will we do on Friday? Do you have an idea? -
Yes, I have more ideas. For example, we can go to
13 meer ideeën. We kunnen bijvoorbeeld naar de bioscoop
the cinema or to the theater. Or maybe a visit with
gaan, of naar het theater. Of misschien even bij Karin op visite? Karin?
Heb jij genoeg geld om de boekenkast te kopen? Nee, ik heb Do you have enough money to buy the bookcase?
No, I do not have enough money. I have a hundred
14 niet genoeg geld. Ik heb honderd euro en de kast kost
euros and the cabinet costs one hundred and fifty
hondervijftig euro. euros.
15 Xing drinkt nog één wijntje en dan gaat ze naar huis. Xing drinks one more wine and then she goes home.
Pieter, kun je even kijken ? Mijn fiets is kapot. Begrijp jij wat Pieter, can you take a look? My bicycle is broken. Do
16 het probleem is? Kun jij hem repareren? Ik begrijp nooit hoe dat you understand what the problem is? Can you repair
moet. it? I never understand how to do that.
Ober, mag ik alstublieft iets drinken? Ik heb erg veel dorst. – Waiter, can I have something to drink? I am very
17
Ja natuurlijk, mevrouw. Wat wilt u? thirsty. - Yes, of course, madam. What do you want?
Van wie hou je meer van je zoon of van je dochter? – Wat een Who do you love more about your son or your
18 vraag! Ik heb geen antwoord op deze vraag. Ik houd erg veel daughter? - What a question! I have no answer to this
van mijn zoon én van mijn dochter natuurlijk! question. I love my son and my daughter, of course!
Leila heeft soms heimwee. Ze denkt dan aan haar vader en Leila is sometimes homesick. She then thinks of her
father and mother, and then she wants to return to
19 moeder, en ze wil dan terug naar Marokko. Dat gebeurt niet
Morocco. That does not happen every day, but
elke dag, maar soms wel. sometimes it does.
Op zondag ga ik altijd hockeyen in het park. Ik doe dat echt On Sundays I always play hockey in the park. I really
20
elke week. Ik vind het altijd heel leuk. do that every week. I always like it very much.
Woont Soliman dicht bij de kaasboer? – Ja, zeker! Hij moet Does Soliman live close to the cheese farmer? - Hell
yes! He only has to walk two minutes. He will
21 maar twee minuten lopen. Hij gaat daarom ook bijna elke week
therefore also buy a kilo of cheese almost every
een kilo kaas kopen. week.
Liefje, kun je even kijken? Ik heb iets in mijn oog. – Weet je het Sweetheart, can you watch? I have something in my
22
zeker? Ik zie niets in je oog. eye. - Are you sure? I do not see anything in your eye.
U woont in Amsterdam. Spanje is dan ver en Zuid-Afrika is nog You live in Amsterdam. Spain is then far and South
23
veel verder . Africa is much further.
Woon je ver van je werk? – Nee, absuluut niet. Ik woon erg Do you live far from your work? - No, absurdly not. I
live very close. I have to cycle less than ten minutes
24 dichtbij. Ik moet minder dan tien minuten fietsen om bij mijn
to get to work. My work is therefore close to my
werk te komen. Mijn werk is dus dicht bij mijn huis. house.
Ik denk dat vlees eten niet gezond is. Daarom eet ik nooit I think that eating meat is not healthy. That's why I
25 vlees. Geen worst, geen gehakt, echt niets van vlees. Ik eet never eat meat. No sausage, no minced meat, really
bijvoorbeeld wel kip en vis. nothing of meat. For example, I eat chicken and fish.
Do you have enough money? - Hmm ... not really. I

Heb jij genoeg geld? – Hm… niet echt. Ik heb op het moment
26 have little money at the moment because I do not
weinig geld, omdat ik geen baan heb. have a job.
Where is Natasha? - I do not know where she is now.
Waar is Natasha? – Ik weet niet waar ze nu is. Maar ze was
27 But she was just in the garden. Will I check if she is
net in de tuin. Zal ik even kijken of ze er nog is? still there?
Hoeveel geld heb je? Kun je me iets lenen? – Sorry, ik heb echt How much money do you have? Can you lend me
28
nik . Ik heb net mijn huur betaald. something? - Sorry, I really do not. I just paid my rent.
De sollicitant is alleen op dinsdag, woensdag en donderdag The applicant is only available on Tuesday,
29 beschikbaar. Op de andere dagen kan hij niet werken. Dat is Wednesday and Thursday. He can not work on the
erg vervelend. other days. That's very annoying.
Heb je alles ? Je sleutels, je agenda, je mobieltje en een Do you have everything? Your keys, your agenda,
30
warme jas? your cell phone and a warm coat?
Linda, kun je even kijken, alsjeblieft? Kom eens even, als je wilt. Linda, can you take a look, please? Come here, if you
31 want. I'm almost done with the homework. Is it okay
Ik ben bijna klaar met het huiswerk. Is het goed zo? like this?
Do you already have enough money to go on holiday?

Heb jij al genoeg geld om op vakantie te gaan? – Nee, nog
32 - No not yet. I only have five hundred euros now. That
niet. Ik heb nu pas vijfhonderd euro. Dat is niet genoeg. is not enough.
Natasha eet drie aardappels, Soliman eet twee aardappels en Natasha eats three potatoes, Soliman eats two
33 Martin eet één aardappel. Martin eet het minst . Hij heeft potatoes and Martin eats one potato. Martin eats the
weinig honger. least. He is not very hungry.
Deze man eet erg ongezond Hij eet bijvoorbeeld bijna elke This man eats very unhealthy For example, he eats
fries almost every day with mayonnaise, frikandels,
34 dag friet met mayonaise, frikandellen, snoep en pizza met te
candy and pizza with too much salty cheese and fat
veel zoute kaas en vet vlees. meat.
Maurice is pas een week in Nederland. Dat is nog niet lang, Maurice has only been in the Netherlands for a week.
35 dus hij spreekt de taal nog bijna niet. ‘Ooit zal ik de taal goed That is not long, so he hardly speaks the language
spreken’, zegt hij. yet. "I will speak the language once," he says.
Natasha spreekt Russisch, Engels en een beetje Nederlands. Natasha speaks Russian, English and a little Dutch.
36
Momenteel doet ze een cursus Nederlands in Drenthe. Currently she is doing a Dutch course in Drenthe.
Gianluca, Soliman, Lars and Kathy go to the bbq. - Is

Gianluca, Soliman, Lars en Kathy gaan naar de bbq. – Gaat
37 Svetlana going too? Yes of course! Svetlana is also
Svetlana ook ? Ja, natuurlijk! Svetlana gaat ook . going.
De leraar schrijft: ‘De leerling heeft reeds drie dagen zijn The teacher writes: "The student has not made his
38 huiswerk niet gemaakt. Dat is erg vervelend’. ‘reeds ’ is een homework for three days. That's very annoying'.
ander woord voor ‘al’. 'Already' is another word for 'all'.
Soliman vertrekt om 15:45 uur naar de sporthal en hij komt om Soliman leaves for the sports hall at 15:45 and returns
39
18:30 weer terug . Hij gaat dus 2 uur en drie kwartier weg. at 6:30 PM. So he leaves 2 hours and 45 minutes.
Lars heeft vijfduizend euro en Mary heeft tienduizend euro. Lars Lars has five thousand euros and Mary has ten
thousand euros. Lars has less money than Mary.
40 heeft minder geld dan Mary. Mary had ooit een heel goede
Mary once had a very good job, which is why she has
baan, daarom heeft ze erg veel geld. a lot of money.
LESSON 35_COLOURS
1 Het paaltje is recht . De banaan is niet recht . The post is straight. The banana is not right.
Vind jij Nederlands makkelijk ? Hm… een beetje. Soms vind ik Do you find Dutch easy? Hm ... a bit. Sometimes I find
2 de taal ook wel een beetje moeilijk, de grammatica bijvoorbeeld. the language a bit difficult, the grammar for example.
En jij? And you?
Het T–shirt van de Nederlandse voetbalvrouwen is oranje . Dat The Dutch football women's T–shirt is orange. That is
3
is de nationale kleur van Nederland. the national color of the Netherlands.
4 Een banaan en een citroen zijn geel . A banana and a lemon are yellow.
5 De zwaan is wit . Suiker is ook wit . The swan is white. Sugar is also white.
6 De straat is breed en het fietspad is smal. The street is wide and the bike path is narrow.
Weet jij welke kleuren de vlag van België heeft? – Ja, Do you know what colors the flag of Belgium has? –
7
natuurlijk: zwart, geel en rood. Yes, of course: black, yellow and red.
Bij het volgende stoplicht gaat u naar links. Het ziekenhuis is Turn left at the next traffic light. The hospital is at the
8
aan het eind van de straat. end of the street.
We are on a wide highway and the car is broken! He

We zijn op een brede snelweg en de auto is kapot! Hij rijdt niet
9 does not drive anymore! My husband puts a triangle
meer! Mijn man zet een driehoek achter de auto. behind the car.
10 Mijn tante is al een beetje oud. Haar haar wordt grijs . My aunt is already a bit old. Her hair turns gray.
Het grachtenpand is smal . Het is twee meter breed. Dat is The canal house is narrow. It is two meters wide. That
11
heel smal . is very narrow.
Mijn buurman heeft dezelfde auto als ik. De auto is niet My neighbor has the same car as me. The car is no
12
anders. Hij is ook klein en blauw. different. He is also small and blue.
De kok wil altijd weten hoe de smaak van het eten is. Hij eet The cook always wants to know the taste of the food.
13 daarom heel veel. Hij is zeker niet dun. Nee, de kok is een He therefore eats a lot. He is certainly not thin. No,
beetje dik . the cook is a bit fat.
Gianluca vindt het huiswerk vandaag erg moeilijk . Hij begrijpt Gianluca finds the homework very difficult today. He
14
bijna niets. understands almost nothing.
15 De pruim is paars . Een tulp kan ook paars zijn. The plum is purple. A tulip can also be purple.
16 Het verkeerslicht staat op groen, dus je mag verder rijden. The traffic light is green, so you can continue driving.
Ze zeggen dat jongens van blauw houden en dat meisje van They say that boys love blue and that girl loves pink.
17 roze houden. Is dat echt zo? Het varken op de boerderij is Is that really true? The pig on the farm is pink with a
roze met een beetje grijs. bit of gray.
We wachten al drie minuten. Het verkeerslicht kan nu ieder We have been waiting for three minutes. The traffic
18
moment op groen gaan. light can now go green every moment.
De Nederlandse vlag is rood wit en blauw. De nationale kleur is The Dutch flag is red white and blue. The national
19
oranje. color is orange.
20 De cirkel is rond; een vierkant en een driehoek zijn dat niet. The circle is round; a square and a triangle are not.
Lars houdt van de natuur. Hij houdt van de kleur groen . In de Lars loves nature. He likes the color green. In the
21
zomer vindt hij het bos heel mooi. summer he finds the forest very beautiful.
Bart zegt: ‘ Nederlands is een makkelijke taal . ’. Gianluca
Bart says: 'Dutch is an easy language.' Gianluca says:
22 zegt: ‘Bart is erg optimistisch. Ik vind Nederlands een beetje
"Bart is very optimistic. I find Dutch a bit difficult ... '
moeilijk…’
23 Je moet hier wachten! Zie je het stoplicht niet? You have to wait here! Do you not see the traffic light?
Ik zie geen wolken. De zon schijnt. De lucht is blauw . Dus we I do not see clouds. The sun shines. The sky is blue .
24 gaan lekker naar het strand. Zullen we nu gelijk gaan? – Ja! So we go to the beach. Will we be right now? – Yes!
Goed idee! Good idea!
Het paard van Sinterklaas is wit. Het paard van de cowboy is The horse of Sinterklaas is white. The cowboy's horse
25
bruin . Het haar van Martin is ook bruin . is brown. The hair of Martin is also brown.
It is dark outside. It's night. I do not see anything.

26 Buiten is het donker. Het is nacht. Ik zie niets. Alles is zwart . Everything is black.
27 Marieke en Gianluca drinken elk een glas rode wijn. Marieke and Gianluca each drink a glass of red wine.
Welke kleur heeft een citroen? Dat is een makkelijke vraag! What color does a lemon have? That is an easy
28 Een citroen is natuurlijk geel. En de banaan heeft dezelfde question! A lemon is naturally yellow. And the banana
kleur. has the same color.
Ik eet erg veel ongezond eten. Ik eet altijd pizza, friet en ijsjes. I eat a lot of unhealthy food. I always eat pizza, fries
29
Daarom ben ik erg dik . and ice creams. That's why I am very fat.
Het kind maakt een cirkel en een driehoek. Ze maakt geen The child makes a circle and a triangle. She does not
30
vierkant . Dat is nog te moeilijk. make a square. That is still too difficult.
Is your mother fat or thin? – She is very thin, because

Is jouw moeder dik of dun ? – Ze is heel dun , want ze eet
31 she eats little. She never eats meat and only likes
weinig. Ze eet nooit vlees en houdt alleen van verse groente. fresh vegetables.
Zullen we maandag of dinsdag samen iets doen? – Nee, dat Will we do something Monday or Tuesday together? –
32
kan niet…. Ik moet beide dagen werken. No that is not possible…. I have to work both days.
Is de aarde plat of rond? – Weet je dat echt niet? Rond Is the earth flat or round? – You really do not know
33
natuurlijk! that? Around of course!
We zijn op vakantie in Azië. We ontdekken veel nieuwe We are on holiday in Asia. We discover many new
1 dingen. We ontdekken nieuw eten, nieuwe landen, nieuwe things. We discover new food, new countries, new
culturen… Het is een groot avontuur. cultures ... It is a great adventure.
Hoe noem je de zoon van je oom? Noem je hem 'nicht', of What do you call the son of your uncle? Do you call
2
vergis ik me ? him 'niece', or am I mistaken?
3 Xing drinkt nog één wijntje en dan gaat ze naar huis. Xing drinks one more wine and then she goes home.
4 en gaat vijf keer per jaar op vakantie. Waar komt zijn geld
Where does his money come from? I do not
Mijn therapeut zegt: 'Mannen begrijpen vrouwen soms niet. My therapist says: "Sometimes men do not
understand women. And women sometimes do not
5 En vrouwen begrijpen mannen soms niet. Het is belangrijk understand men. It's important to talk a lot in a
om veel te praten in een relatie.' relationship. '
6 De zwaan is wit . Suiker is ook wit . The swan is white. Sugar is also white.
Hoe noem je de man van je tante? De man van je tante noem What do you call your aunt's husband? You call the
7
je: de oom! man of your aunt: the uncle!
8 Mijn tante is al een beetje oud. Haar haar wordt grijs . . My aunt is already a bit old. Her hair turns gray. .
Mijn Braziliaanse vriend haat fietsen in de regen en wind. Hij My Brazilian friend hates cycling in the rain and wind.
9 houdt echt niet van het Nederlandse weer in de herfst. Hij He really does not like the Dutch weather in the fall.
droomt van de Braziliaanse zon. He dreams of the Brazilian sun.
Popeye is een sterke man. Hij eet veel spinazie. . Dat is groen Popeye is a strong man. He eats a lot of spinach. .
10
en lijkt een beetje op sla. That is green and looks a bit like lettuce.
Wanneer zullen we naar het pretpark vertrekken ? Zullen we When will we leave for the theme park? Shall we
leave at eleven o'clock? - I think that's a good time.
11 om elf uur vertrekken ? – Dat vind ik een goede tijd. Dan zijn
Then we are there at half past one. Do you drive or do
we er om half twee. Rijd jij of rijd ik? I drive?
Mijn opa heeft een mooie tuin. Hij gaat naar de tuin en ziet een My grandfather has a nice garden. He goes to the
garden and sees a small, red fruit: a strawberry. You
12 kleine, rode vrucht: een aardbei . Je kunt de aardbei met
can eat the strawberry with bread or ice cream. Or in
brood of ijs eten. Of in een fruitsalade. a fruit salad.
Moniek buys a melon at the Turkish store. The melon
Moniek koopt een meloen bij de Turkse winkel. De meloen
13 is yellow from the outside and light green on the
is geel vanbuiten en lichtgroen vanbinnen. Hij is rond. inside. He's around.
Heb je alles ? Je sleutels, je agenda, je mobieltje en een Do you have everything? Your keys, your agenda,
14
warme jas? your cell phone and a warm coat?
Heb jij genoeg geld om de boekenkast te kopen? Nee, ik heb Do you have enough money to buy the bookcase?
No, I do not have enough money. I have a hundred
15 niet genoeg geld. Ik heb honderd euro en de kast kost
euros and the cabinet costs one hundred and fifty
hondervijftig euro. euros.
We wachten al drie minuten. Het verkeerslicht kan nu ieder We have been waiting for three minutes. The traffic
16
moment op groen gaan. light can now go green every moment.
Het is zomer. We genieten van de zon, het strand, de zee en It's summer. We enjoy the sun, the beach, the sea
17 onze vrije tijd. We vertrekken pas om half elf 's avonds naar and our free time. We only leave home at 10.30 in the
huis. evening.
De Nederlandse vlag is rood , wit en blauw. De nationale kleur The Dutch flag is red, white and blue. The national
18
is oranje. color is orange.
Wat zullen we vrijdag doen? Heeft u een idee? – Ja, ik heb What will we do on Friday? Do you have an idea? -
Yes, I have more ideas. For example, we can go to
19 meer ideeën. We kunnen bijvoorbeeld naar de bioscoop
the cinema or to the theater. Or maybe a visit with
gaan, of naar het theater. Of misschien even bij Karin op visite? Karin?
Bart zegt: ' Nederlands is een makkelijke taal. '. Gianluca Bart says: 'Dutch is an easy language. '. Gianluca
20 zegt: 'Bart is erg optimistisch. Ik vind Nederlands een beetje says: "Bart is very optimistic. I find Dutch a bit difficult
moeilijk…' ... '
Is de aarde plat of rond? – Weet je dat echt niet? Rond Is the earth flat or round? - You really do not know
21
natuurlijk! that? Around of course!
De watermeloen is heel groot en zwaar. De watermeloen is The watermelon is very big and heavy. The
watermelon is green on the outside and pink on the
23 groen vanbuiten en roze vanbinnen. De watermeloen is
inside. The watermelon is nice in the summer, when
lekker in de zomer, als het warm is. it's hot.
Leila heeft soms heimwee. Ze denkt dan aan haar vader en Leila is sometimes homesick. She then thinks of her
father and mother, and then she wants to return to
24 moeder, en ze wil dan terug naar Marokko. Dat gebeurt niet
Morocco. That does not happen every day, but
elke dag, maar soms wel. sometimes it does.
Zullen we kersen in de fruitsalade doen? Nee, liever niet. Ik Will we put cherries in the fruit salad? No rather not. I
25 houd niet van kersen. Zullen we aardbeien gebruiken? Of kies do not like cherries. Will we use strawberries? Or do
je frambozen? you choose raspberries?
Het is winter en het is koud. Mijn dochter en ik gaan naar de It is winter and it is cold. My daughter and I are going
to the river. We see ice on the river. We go to a
26 rivier. Op de rivier zien we ijs. We gaan naar een restaurant en
restaurant and eat pea soup. The soup is warm and
eten erwtensoep . De soep is warm en groen. green.
Mijn buurman heeft dezelfde auto als ik. De auto is niet My neighbor has the same car as me. The car is no
27
anders. Hij is ook klein en blauw. different. He is also small and blue.
Ik heb ontdekt dat ze bij dit bedrijf medicijnen voor zwangere I have discovered that they are developing medicines
28
vrouwen ontwikkelen . for pregnant women at this company.
Mijn dochter slaapt bij opa en oma in de caravan. Ze gedraagt My daughter is sleeping with grandpa and
grandmother in the caravan. She behaves very well.
29 zich heel goed. Ze huilt niet en deelt haar snoep met opa. Ze
She does not cry and shares her candy with grandpa.
geniet van haar vakantie. She enjoys her vacation.
30 en gaat vijf keer per jaar op vakantie. Waar komt zijn geld Where does his money come from? I do not
31 Het verkeerslicht staat op groen, dus je mag verder rijden. The traffic light is green, so you can continue driving.
Mirjam vraagt: 'Sorry, kun je me misschien even helpen? Mijn Miriam asks: "Sorry, can you help me? My computer
32 computer doet het niet.' Bart antwoordt: 'Ja, natuurlijk kan ik je does not work. " Bart answers: "Yes, of course I can
helpen, maar je moet nog even op me wachten.' help you, but you have to wait for me."
33 Het paaltje is recht . De banaan is niet recht . The post is straight. The banana is not right.
34 Wil je suiker en melk in je koffie? Do you want sugar and milk in your coffee?
Wat verkopen ze in de groentewinkel? Ze verkopen groente What do they sell in the greengrocer's shop? They
35 en fruit. Ik koop een meloen, twee peren, spinazie, boerenkool sell fruit and vegetables. I buy a melon, two pears,
en een kilo wortels. spinach, kale and a kilo of carrots.
Soliman vertrekt om 15:45 uur naar de sporthal en hij komt om Soliman leaves for the sports hall at 15:45 and returns
36
18:30 weer terug . Hij gaat dus 2 uur en drie kwartier weg. at 6:30 PM. So he leaves 2 hours and 45 minutes.
Lars kampeert en maakt elke avond vuur. De rook komt in zijn Lars camps and makes fire every night. The smoke
37 haar. Hij gaat nu zijn haar wassen . Dan ruikt zijn haar weer comes into his hair. He is now going to wash his hair.
lekker. Then his hair smells good again.
Jantje ziet een pruim aan de boom. De pruim is familie van Jantje sees a plum on the tree. The plum is family of
39
de perzik. the peach.
I can not choose ! Will I take rice with chicken or

Ik kan niet kiezen ! Zal ik rijst met kip of aardappels met vis
40 potatoes with fish? What do you choose? Will we
nemen? Wat kiezen jullie? Zullen we de gerechten delen? share the dishes?
Gianluca, Soliman, Lars and Kathy go to the bbq. - Is
Gianluca, Soliman, Lars en Kathy gaan naar de bbq. – Gaat
41 Svetlana going too? Yes of course! Svetlana is also
Svetlana ook ? Ja, natuurlijk! Svetlana gaat ook . going.
Do you have enough money? - Hmm ... not really. I
Heb jij genoeg geld? – Hm… niet echt. Ik heb op het moment
42 have little money at the moment because I do not
weinig geld, omdat ik geen baan heb. have a job.
De kinderen wassen zich na het voetballen. Ze gebruiken The children wash themselves after playing football.
43 een washandje. Als ze uit de badkamer komen, zijn ze schoon. They use a washcloth. When they come out of the
heel leuk. bathroom, they are clean. very nice.
De watermeloen is heel groot. Zullen we hem delen ? Wil je The watermelon is very large. Shall we share it? Do
44 ook watermeloen? Ja, graag! Ik vind watermeloen heel lekker. you also want watermelon? Yes please! I really like
Bedankt. watermelon. Thanks.
You can make soup from a pea. One is small and
45 Van een erwt kun je soep maken. Een is klein en rond. round.
Pieter, kun je even kijken? ? Mijn fiets is kapot. Begrijp jij wat Pieter, can you take a look? ? My bicycle is broken.
46 het probleem is? Kun jij hem repareren? Ik begrijp nooit hoe dat Do you understand what the problem is? Can you
moet. repair it? I never understand how to do that.
Ik zie geen wolken. De zon schijnt. De lucht is blauw . Dus we I do not see clouds. The sun shines. The sky is blue .
47 gaan lekker naar het strand. Zullen we nu gelijk gaan? – Ja! So we go to the beach. Will we be right now? - Yes!
Goed idee! Good idea!
48 De wortel is lang en oranje. The root is long and orange.
De perzik is familie van de pruim en de abrikoos. De perzik The peach is family of the plum and the apricot. The
49
is heel zacht vanbuiten. peach is very soft from the outside.
LESSON 36_CELEBRATION
Op 27 april is het Koningsdag in Nederland. De straten zijn On April 27 it is King's Day in the Netherlands. The
streets are orange. In Amsterdam, children sell old
1 oranje. In Amsterdam verkopen kinderen oude dingen op straat.
things on the street. I hear music and it's party time.
Ik hoor muziek en het is feest. Koning Willem Alexander is jarig! King Willem Alexander's birthday!
De paashaas heeft eieren. De eieren hebben ieder een andere The Easter bunny has eggs. The eggs each have a
2 kleur: geel, roze, rood, groen, blauw, oranje… Mijn dochter van different color: yellow, pink, red, green, blue, orange
zes zoekt de eieren. ... My daughter of six is looking for the eggs.
Mijn dochter krijgt met Pasen een paasei van chocolade. Ze is My daughter gets an Easter egg of chocolate at
3
blij met het ei. Easter. She is happy with the egg.
Vandaag vieren we feest. Het is de verjaardag van Kathy. We Today we celebrate. It is Kathy's birthday. We receive
4
ontvangen bezoek uit de hele wereld. visitors from all over the world.
Koopt je vriendje altijd een mooi cadeau voor je op je Does your boyfriend always buy a nice gift for you on
your birthday? – Certainly! I always get something
5 verjaardag? – Zeker! Ik krijg altijd iets moois van hem, nice from him, for example a silver pen or a summer
bijvoorbeeld een zilveren pen of een zomerjurk. dress.
De vrienden vieren oud en nieuw in een café in het centrum. The friends celebrate old and new in a café in the
6 Het is 31 december. Om twaalf uur precies drinken ze een glas center. It is December 31st. At noon they drink a
champagne. glass of champagne.
Ken je Zwarte Piet ? Hij helpt Sinterklaas op 5 december met Do you know Zwarte Piet? He helps Sinterklaas with
7 de cadeautjes. Niet alle Nederlanders houden van Zwarte Piet the presents on December 5th. Not all Dutch people
. like Zwarte Piet.
Ik vier elk jaar Kerstmis. Ik koop cadeaus voor mijn kinderen en I celebrate Christmas every year. I buy gifts for my
children and buy a beautiful Christmas tree. I put the
8 koop een mooie kerstboom . Onder de kerstboom leg ik de
presents under the Christmas tree. I also always buy
cadeautjes. Ik koop ook altijd enkele kaarsen. some candles.
Marieke heeft vandaag een vrije dag . Ze gaat vandaag echt Marieke has a day off today. She is not going to do
9 niks doen. Of…. misschien gaat ze alleen even een vriendin anything today. Or…. maybe she will just surprise a
met een bezoek verrassen. friend with a visit.
I see one candle on the cake. The child therefore
10 Ik zie één kaars op de taart. Het kind wordt dus één jaar. becomes one year.
Sinterklaas vaart van Spanje naar Nederland op een boot vol Sinterklaas sails from Spain to the Netherlands on a
boat full of presents and Zwarte Pieten. On 5
11 met cadeautjes en Zwarte Pieten. Op 5 december vieren de
December the children celebrate the feast of
kinderen het feest van Sinterklaas . Sinterklaas.
With New Year's Eve I certainly eat more than one
Met Oud en Nieuw eet ik zeker meer dan één oliebol . De
12 oliebol. The oliebol may not be as healthy, but very
oliebol is misschien niet zo gezond, maar wel erg lekker! tasty!
Vier jij je verjaardag altijd? – Ik vier mijn verjaardag soms, Do you always celebrate your birthday? – I sometimes
13 maar niet altijd. Dit jaar ontvang ik weinig bezoek, want ik ben celebrate my birthday, but not always. This year I
een beetje ziek. receive little visitors, because I'm a bit ill.
Met Kerstmis, op 25 december vieren Christenen de geboorte At Christmas, on December 25, Christians celebrate
14 van Jezus. Ze gaan dan naar de kerk. Soms hebben ze thuis the birth of Jesus. They then go to church. Sometimes
ook een kerstboom. they also have a Christmas tree at home.
Wanneer is het Nieuwjaar ? – Op 1 januari natuurlijk. Dan When is the New Year? – On January 1st of course.
15 begint het nieuwe jaar. Wat ga jij doen met Nieuwjaar ? Ik ga Then the new year begins. What are you going to do
op bezoek bij mijn familie. with New Year? I am visiting my family.
On December 25 and 26 we will celebrate Christmas

16 Op 25 en 26 december vieren we in Nederland Kerstmis . in the Netherlands.
Joke is jarig. Ze zegt: ‘ welkom op mijn verjaardag. Leuk dat je Joke's birthday. She says: 'Welcome to my birthday.
17 Nice to have you here! Would you like pie and a cup
er bent! Wil je misschien taart en een kopje koffie?’ of coffee? "
They celebrate carnival in the province of Limburg.

In de provincie Limburg vieren ze carnaval . Dit gebeurt in de
18 This happens in the month of February. Then they
maand februari. Dan zingen ze en dansen ze de polonaise. sing and dance the polonaise.
In the morning I hardly ever eat eggs, but my friend

‘s Ochtends eet ik bijna nooit eieren , maar mijn vriend eet
19 eats eggs every day with tomato and cheese. He likes
iedere dag eieren met tomaat en kaas. Dat vindt hij erg lekker. that very much.
Op 26 april is de bruiloft van mijn zus. Ze gaat dan trouwen On April 26, the wedding of my sister. She will then
marry a rich man from Russia. She will of course
20 met een rijke man uit Rusland. Ze zal de Russische familie van
receive the Russian family of her husband on that
haar man op die dag natuurlijk ook ontvangen. day.
The invitation says: "The party is on 10 August. It

Op de uitnodiging staat: ‘Het feest is op 10 augustus. Het
21 starts at four o'clock in the afternoon. Are you
begint om vier uur ‘s middags. Kom je ook? Je bent welkom!’ coming? You're welcome!'
Op zaterdag en zondag wil ik altijd graag bezoek ontvangen . On Saturday and Sunday I always want to receive a
22 Soms komen mijn vader en moeder. Soms komen mijn visit. Sometimes my father and mother come.
vrienden. Sometimes my friends come.
In the Netherlands we celebrate New Year's Eve on
In Nederland vieren we oudjaar op 31 december, dat is na
23 December 31, which is after Christmas. We eat
Kerstmis. We eten met oudjaar oliebollen. oliebollen with New Year's Eve.
Wie ga je uitnodigen op je verjaardag? Ik vraag mijn zus, mijn Who are you going to invite on your birthday? I ask
24
broer en mijn beste vrienden. my sister, my brother and my best friends.
Mijn tante gaat bij mijn moeder op bezoek . Ze drinkt een kopje My aunt goes to visit my mother. She drinks a cup of
25 koffie met melk en suiker. De vrouwen praten over het weer en coffee with milk and sugar. The women talk about the
over de geboorte van mijn neefje. weather and about the birth of my nephew.
Het is vandaag Pasen . Een feest van het christelijk geloof. It is Easter today. A feast of the Christian faith. For
26 Voor jonge kinderen is dit het feest van de paashaas en young children this is the feast of the Easter bunny
paaseieren. and Easter eggs.
It is freezing! It is ten degrees below zero. Today the

Het vriest! Het is tien graden onder nul. Vandaag moeten de
27 children do not have to go to school. They are
kinderen niet naar school. Ze hebben ijsvrij ! Ze zijn erg blij. ice–free! They are very happy.
Hemelvaartsdag is veertig dagen na Pasen. Het is een Ascension Day is forty days after Easter. It is a
28 christelijke feestdag. In Nederland is Hemelvaartsdag een vrije Christian holiday. Ascension Day is a free day in the
dag. Hemelvaartsdag is altijd op donderdag. Netherlands. Ascension Day is always on Thursday.
Het is 9 augustus. Kirsten, Mirjam en Max zijn vandaag jarig. It is 9 August. Kirsten, Mirjam and Max are celebrating
29 Bart organiseert een groot feest voor de docenten en hij koopt their birthday today. Bart organizes a big party for the
een lekkere taart. teachers and he buys a tasty cake.
Ik vier vandaag mijn verjaardag, dus mijn collega’s krijgen taart I celebrate my birthday today, so my colleagues get a
30 cake. Cherry, raspberries and strawberries are on the
. Op de taart liggen kersen, frambozen en aardbeien. cake.
De kinderen ontvangen op 5 december cadeautjes van The children receive presents from Sinterklaas on 5
31
Sinterklaas. December.
Zullen we Marieke op haar verjaardag verrassen ? – Ja, leuk! Will we surprise Marieke on her birthday? – Yes Nice!
32 Ik koop een mooi cadeau en jij kunt een taart bakken. We I buy a nice gift and you can bake a cake. We can
kunnen haar familie en vrienden ook uitnodigen. also invite her family and friends.
Met Pinksteren kun je naar een bekend festival in de provincie At Pentecost you can go to a famous festival in the
33 Limburg: Pinkpop. Pinksteren is vijftig dagen na Pasen en tien province of Limburg: Pinkpop. Pentecost is fifty days
dagen na Hemelvaart. after Easter and ten days after Ascension.
Ken jij een Nederlandse feestdag ? – Ja hoor, Pasen is Do you know a Dutch holiday? – Yes, for example,
34 bijvoorbeeld een feestdag in Nederland. De kinderen zoeken Easter is a public holiday in the Netherlands. The
dan eieren. children then search for eggs.
Mijn vader is religieus. Hij is christelijk, dus met Kerstmis denkt My father is religious. He is Christian, so at Christmas
35 hij aan de geboorte van Jezus, niet aan de kerstman . Mijn he thinks of the birth of Jesus, not of Santa. My niece
nichtje gelooft in de kerstman . Hij geeft haar cadeautjes. believes in Santa. He gives her gifts.
LESSON 37_ANIMALS
Ik zie een grijze zeehond in de Waddenzee. De zeehond ligt I see a gray seal in the Wadden Sea. The seal is on
1 op het strand van het eiland Vlieland. In de Noordzee zie je dit the beach of the island Vlieland. You sometimes see
dier soms ook. this animal in the North Sea.
De jongen woont in Thailand. Hij rijdt op een olifant . De The boy lives in Thailand. He is riding an elephant.
2
olifant is groot, dik, sterk en grijs. The elephant is big, thick, strong and gray.
Do you know a man monkey? Yes, for example, I

Ken jij misschien een mensaap ? Ja, ik ken bijvoorbeeld de
3 know the orangutan. This monkey is very similar to a
orang–oetan. Deze aap lijkt veel op een mens. human being.
In Nederland zijn geen kamelen , alleen in de dierentuinen. In There are no camels in the Netherlands, only in the
4
Egypte heb je veel kamelen . zoos. In Egypt you have a lot of camels.
Ik heb een bij in de keuken. De bij gaat naar het fruit. In de I have a bee in the kitchen. The bee goes to the fruit.
5 tuin gaat de bij naar de tulpen. Ik ben een beetje bang, want ik The bee goes to the tulips in the garden. I'm a bit
ben allergisch. scared because I'm allergic.
De aap wordt wild als hij de kinderen ziet. Hij is niet rustig, The monkey becomes wild when he sees the children.
6
maar beweegt heel veel. Hij loopt snel. He is not calm, but moves a lot. He is running fast.
Lars camps with a tent in Canada. He is very scared

Lars kampeert met een tent in Canada. Hij is even heel bang,
7 for a moment, because he sees a brown bear. The
want hij ziet een bruine beer . De beer eet vis bij de rivier. bear eats fish at the river.
De walvis is heel groot en woont in de oceaan. Hij lijkt op een The whale is very large and lives in the ocean. He
8
vis, maar is eigenlijk geen vis. looks like a fish, but is not actually a fish.
De giraffe woont in Afrika of in een dierentuin. De giraffe kan The giraffe lives in Africa or in a zoo. The giraffe can
9
ver kijken. look far.
Ik houd van dolfijnen . Ze spelen met mensen in het water en I love dolphins. They play with people in the water and
10
lijken heel lief en vrolijk. seem very sweet and cheerful.
De vlinder gaat van bloem naar bloem. De vlinder is bruin, The butterfly goes from flower to flower. The butterfly
11
wit, zwart, rood en oranje. is brown, white, black, red and orange.
12 De leeuw, de kat en de tijger zijn familie. The lion, the cat and the tiger are family.
The deer lives in the forest. It is a fast animal. You will
Het hert woont in het bos. Het is een snel dier. Op veel
13 also find this animal on many children's farms in the
kinderboerderijen in Nederland vind je dit dier ook. Netherlands.
Welke beesten wonen in de dierentuin ? – In de dierentuin Which animals live in the zoo? – Lions, tigers,
14
wonen leeuwen, tijgers, apen, beren en slangen. monkeys, bears and snakes live in the zoo.
The frog is green and lives near the water. Think

15 De kikker is groen en woont bij het water. Denk aan: Kermit. about: Kermit.
The fox has its 'home' under the ground, for example
De vos heeft zijn ‘woning’ onder de grond, bjivoorbeeld in het
16 in the forest. He sometimes goes to a farm and then
bos. Hij gaat soms naar een boerderij en eet dan kippen. eats chickens.
De eekhoorn woont in het bos. De eekhoorn is familie van The squirrel lives in the forest. The squirrel is related
17
het konijn. to the rabbit.
Ken jij een insect ? – Ja hoor, ik ken de vlieg, de bij en de Do you know an insect? – Yes, I know the fly, the bee
18
mug. and the mosquito.
Ik kan niet slapen, want ik heb een mug in mijn slaapkamer. Dit I can not sleep because I have a mosquito in my
19 bedroom. This is really annoying. I think the mosquito
is echt irritant. Ik vind de mug een vervelend insect. is an annoying insect.
20 Ik zie een slang . De slang is zeven meter lang! I see a snake. The snake is seven meters long!
Ik wil geen vlieg in mijn keuken en ook niet in mijn soep. Een
I do not want a fly in my kitchen or in my soup. A fly is
21 vlieg is een insect. Soms heeft een vlieg ziektes voor de an insect. Sometimes a fly has illnesses for humans.
mens bij zich.
De krokodil is groen en een beetje bruin. Hij leeft in en bij het The crocodile is green and a bit brown. He lives in
22
water. and near the water.
De aap is familie van de mens. Mensen lijken soms veel op dit The monkey is family of man. People sometimes look
23 a lot like this animal. The monkey likes to eat
dier. De aap eet graag bananen. bananas.
Ben jij bang voor de haai ? – Ja, natuurlijk ! Jij niet ? De haai Are you afraid of the shark? – Yes of course ! Not you
24
zwemt in de oceaan. ? The shark swims in the ocean.
De leeuw is de koning van de dieren. Ik ben ook een leeuw The lion is the king of the animals. I am also a lion
25
want ik ben jarig in augustus. because my birthday is in August.
De slak is niet snel. Nee, de slak is heel langzaam. Soms The snail is not fast. No, the snail is very slow.
26 wil ik snel vertrekken en vind ik dat mijn vriend op een slak Sometimes I want to leave quickly and I find that my
lijkt. friend looks like a snail.
27 Ik ben bang van de wolf . De wolf is familie van de hond. I'm afraid of the wolf. The wolf is family of the dog.
Eet jij graag wild ? Ja, ik eet graag hertenvlees en konijn. Deze Do you like to eat wildly? Yes, I like to eat venison
28 and rabbit. These animals live (sometimes) in the
dieren leven (soms) in het wild . wild.
LESSON 38_ADJECTIVES
Are you okay? – Certainly! This sofa is very
1 Zit je goed? – Zeker! Deze bank is heel comfortabel . Fijn! comfortable. Nice!
De jongen is een beetje stil . Wat denk jij? Heeft hij een The boy is a bit quiet. What do you think? Does he
2 probleem? Normaal praat hij verschrikkelijk veel. Ik vind het have a problem? Normally he talks a lot. I find it
vreemd dat hij zo stil is. strange that he is so quiet.
Buiten regent het en is het nat. Binnen is het lekker warm en It rains outside and it is wet. Inside it is nice and warm
3 droog . Zullen we gezellig een film kijken? Mijn bank is heel and dry. Shall we watch a movie? My bank is very
comfortabel! comfortable!
De beer, de wolf en de leeuw zijn heel sterk . Als je deze The bear, the wolf and the lion are very strong. If you
4
dieren ziet, moet je voorzichtig zijn. see these animals, you have to be careful.
Goed zo! je maakt je huiswerk iedere dag en leert snel. Vertel Well done! you do your homework every day and
5 learn quickly. Tell me…. Do you think the course is
eens…. Vind je de cursus eigenlijk makkelijk of moeilijk? easy or difficult?
In het algemeen spreken de leerlingen veel Nederlands in hun In general, the pupils speak a lot of Dutch in their free
6 vrije tijd, maar vandaag is de familie van Jenn op bezoek, dus time, but today Jenn's family is visiting, so they speak
spreken ze Engels. English.
Mijn zus is momenteel heel zwak . Ze is ziek. Ze heeft veel My sister is currently very weak. She is ill. She has a
7 koorts en slaapt slecht. Deze tijd is niet makkelijk voor haar. Ze lot of fever and sleeps badly. This time is not easy for
heeft het moeilijk. her. She's having a hard time.
Vind jij het vreemd dat Nederlanders hun schoenen soms ook Do you find it strange that Dutch people sometimes
8 binnen dragen? – Ja, dat vind ik wel een beetje bijzonder. Ik wear their shoes inside? – Yes, I think that's a bit
vind het eigenlijk een beetje vies. special. I actually think it's a bit dirty.
Hoeveel verdient je man eigenlijk ? Hij is heel beroemd, dus ik How much does your husband actually earn? He is
9 denk dat hij verschrikkelijk veel geld heeft. – Sorry, maar ik wil very famous, so I think he has a lot of money. – Sorry,
eigenlijk geen antwoord op je vraag geven. but I really do not want to answer your question.
10 De man is erg slim . Hij heeft een IQ van 140. The man is very smart. He has an IQ of 140.
I think the dolphin is a special animal. When I am in

Ik vind de dolfijn een bijzonder dier. Als ik met een dolfijn in
11 the water with a dolphin, the animal seems to
het water ben, lijkt het dier mij te begrijpen. Dat is echt speciaal. understand me. That is really special.
Het is winter. Het vriest hard. Op de rivier ligt ijs. Ik loop op het It is winter. It is freezing. Ice is on the river. I walk on
12 ijs. Het ijs is glad . Ik loop dus heel voorzichtig en langzaam. the ice. The ice is smooth. So I walk very carefully
Het is moeilijk om op ijs te lopen! and slowly. It is difficult to walk on ice!
Ik vier morgen mijn verjaardag. Het wordt heel gezellig . Mijn I celebrate my birthday tomorrow. It will be very cozy.
13 familie en mijn vrienden komen. We gaan veel praten en naar My family and my friends are coming. We are going to
muziek luisteren. Ik maak ook lekker eten. talk a lot and listen to music. I also make good food.
Opa vertelt over de winter van 1944. Die tijd was voor veel Grandpa talks about the winter of 1944. That time was
14 Nederlanders verschrikkelijk . Het was heel koud. Veel terrible for many Dutch people. It was very cold. Many
Nederlanders waren zwak en hadden veel honger. Dutch people were weak and were very hungry.
In the Netherlands it is customary to eat with knife

15 In Nederland is het gebruikelijk om met mes en vork te eten. and fork.
O… nee! Ik word te laat wakker . Het is al elf uur. Eigenlijk Oh no! I wake up too late. It's already eleven o'clock.
Actually, I have to work at a quarter past eight, but
16 moet ik om kwart over acht werken, maar dat kan niet meer.
that is no longer possible. How awful! I'm going to call
Wat verschrikkelijk! Ik ga mijn baas bellen. my boss.
Het is zaterdag. Vandaag ben ik lekker lui! Ik ga rustig en It's Saturday. Today I am lazy! I sit quietly and
17 comfortabel op de bank zitten en ik bel mijn vrienden om comfortably on the couch and I call my friends to
gezellig te praten. socialize.
Als je spreekt over ‘ Nederlands als Vreemde Taal (NVT) ’, When you speak about 'Dutch as a Foreign Language
18 spreek je over Nederlands leren in het buitenland, dus, (NVT)', you speak about Dutch learning abroad, so,
bijvoorbeeld, niet in Nederland zelf. for example, not in the Netherlands itself.
Het is druk op straat. Ik wil hardlopen, maar dat is een beetje It is busy in the street. I want to run, but that's a bit
19
moeilijk nu. difficult now.
Zullen we een kopje koffie drinken bij mij thuis? – Nee, sorry, ik Will we have a cup of coffee at my house? – No,
20 kan niet. Ik heb het vandaag heel druk . Echt verschrikkelijk sorry, I can not. I am very busy today. Really terribly
druk . Ik moet vandaag tien uur werken. busy. I have to work ten hours today.
We zijn met tien personen. Even kijken…. Mary is nummer We are ten people. Have a look…. Mary is number
seven, Toine is number eight, Mieke number nine ... ..
21 zeven, Toine is nummer acht, Mieke nummer negen….. En
And there is number 10: Romina. We are now
daar is nummer 10: Romina. We zijn nu compleet ! complete!
Ik maak mijn huiswerk niet iedere dag, want ik ben een beetje I do not do my homework every day, because I'm a bit
22
lui . Dat is eigenlijk niet zo goed. lazy. That is actually not so good.
Willem Alexander says something that is not very
Willem Alexander zegt iets wat niet heel slim is. Zijn vrouw
23 smart. His wife Máxima says: "That was a little stupid
Máxima zegt: ‘Dat was een beetje dom van je, liefje.’ of you, honey."
De Nederlandse voetballer Johan Cruijff was beroemd over Dutch football player Johan Cruijff was famous all
over the world. He played football very well, so that
24 heel de wereld. Hij voetbalde heel goed, dus dat was niet
was not strange. Do you know Dutch footballers of
vreemd. Ken jij Nederlandse voetballers van deze tijd? this time?
25 Doe je voorzichtig ? Het ijs is glad! Val niet! Are you being careful? The ice is smooth! Do not fall!
My wife is homesick and feels lonely. She has only
Mijn vrouw heeft heimwee en voelt zich eenzaam . Ze is pas
26 been in the Netherlands for a month and has no
sinds een maand in Nederland en heeft nog geen vrienden. friends yet.
The street is wet, because it is autumn and it has
De straat is nat , want het is herfst en het regent al de hele
27 been raining all day. That is nothing special in the
dag. Dat is niets bijzonders in Nederland. Netherlands.
Ik vind het fijn dat je mij me op bezoek komt, omdat ik soms I like that you visit me, because sometimes I am a bit
28 een beetje eenzaam ben. Als jij er bent, vind ik dat heel lonely. If you are there, I find it very cozy. Thank you
gezellig. Bedankt voor je bezoek! for your visit!
LESSON 39_OTHER–1
In het noorden van Nederland zijn eilanden, bijvoorbeeld There are islands in the north of the Netherlands, for
example Texel, Vlieland and Ameland. At the top of
1 Texel, Vlieland en Ameland. Bovenin het land, dus in het
the country, so in the north are the provinces of
noorden zijn de provincies Friesland en Groningen. Friesland and Groningen.
Is het in Nederland ‘s nachts veilig op straat? Of is het Is it safe on the streets at night in the Netherlands? Or
2
gevaarlijk in het donker? is it dangerous in the dark?
Zal ik nog een lekker kopje koffie zetten? – Nee, dat kan niet Will I still have a nice cup of coffee? – No, that is no
3 meer. We moeten echt nu weg. We mogen niet te laat komen longer possible. We really have to leave now. We can
op de afspraak. not be late for the appointment.
Je ziet de zon ‘s ochtends in het oosten. ‘s Middags draait de You see the sun in the east in the morning. In the
4
zon naar het westen. afternoon the sun turns to the west.
5 Zal ik je kopje op de tafel De schaduw ? Will I put your cup on the table The shadow?
The sun shines. The shadow of the building falls on
6 De zon schijnt. De schaduw van het gebouw valt op straat. the street.
De directeur leidt ons bedrijf op een goede manier. Alles draait The director is leading our company in a good way.
7 goed. Het bedrijf doet het goed op de markt en mijn collega’s Everything is running well. The company is doing well
zijn tevreden. on the market and my colleagues are satisfied.
Ik wil dat het snel vrede wordt. Oorlog is slecht. We zijn bang I want it to be peace soon. War is bad. We are scared
8 en hebben honger. We willen geen problemen meer met andere and hungry. We no longer want problems with other
landen. We willen echt vrede . countries. We really want peace.
De oorlog was in 1945 klaar. In dat jaar was het vrede in The war was finished in 1945. In that year it was
9
Nederland. peace in the Netherlands.
Mijn moeder gebruikt de kaasschaaf om kaas te snijden. Ze My mother uses the cheese slicer to cut cheese. She
10
eet elke dag een boterham met kaas. eats a sandwich with cheese every day.
11 De zon komt op in het oosten en gaat onder in het westen . The sun rises in the east and goes down in the west.
Op welke manier snijd jij de kaas? Ik gebruik altijd een How do you cut the cheese? I always use a cheese
12
kaasschaaf. Mijn man gebruikt een mes. slicer. My husband uses a knife.
Wat is jouw droom? Wat wil je in de toekomst doen? Wil je What's your dream? What do you want to do in the
13 dokter worden? Of advocaat? Dan moet je je huiswerk maken future? Do you want to become a doctor? Or lawyer?
en hard werken! Then you have to do your homework and work hard!
Goedemiddag, mogen wij hier zitten, alstublieft ? – Ja, Good afternoon, can we sit here, please? – Yes of
14
natuurlijk! Deze plaatsen zijn vrij! course! These places are free!
De krant van Amsterdam heet ‘Het Parool’. In deze krant vind The newspaper of Amsterdam is called 'Het Parool'.
15 In this newspaper you will find news about the city,
je nieuws over de stad, het land, Europa en de wereld. the country, Europe and the world.
The army of Germany was in the Netherlands during

Het leger van Duitsland was in de Tweede Wereldoorlog in
16 the Second World War. This war was also terrible for
Nederland. Deze oorlog was ook voor Nederland verschrikkelijk. the Netherlands.
Een belangrijk onderwerp in het nieuws van vandaag is de An important topic in today's news is the war in my
17
oorlog in mijn geboorteland. Ik word verdrietig van het nieuws. country of birth. I am sad from the news.
In het zuiden van Nederland vind je de provincies Limburg, In the south of the Netherlands you will find the
18
Brabant en Zeeland. provinces of Limburg, Brabant and Zeeland.
Het is oorlog. Het leger doet een aanval op het centrum van de
19 It is war. The army is attacking the center of the city.
stad.
Leeuwen en tijgers zijn gevaarlijk . Je moet voorzichtig zijn als Lions and tigers are dangerous. You have to be
20
je ze ziet. careful when you see them.
Ik zoek dat ding om kaas mee te snijden. Hoe heet dat ding ? I'm looking for that thing to cut cheese with. What's
21
– Dat is een ‘kaasschaaf’. that name called? – That is a 'cheese slicer'.
I read the news about the war and the attack on the
Ik lees het nieuws over de oorlog en de aanval op de stad in
22 city in the newspaper. It's terrible. I am afraid of the
de krant. Het is verschrikkelijk. Ik ben bang voor de toekomst. future.
23 Duitsland ligt ten oosten van Nederland. Germany is located east of the Netherlands.
Op de markt bij de rivier kun je veel kopen: kaas, melk, At the market near the river you can buy a lot: cheese,
24
groente, fruit en ook goedkope kleding. milk, vegetables, fruit and also cheap clothes.
25 Het is nacht. Boven het huis zie ik een ster . It's night. I see a star above the house.
Wat is voor jou ‘ geluk ’ ? Voor mij is geluk goed contact What is 'happiness' for you? For me, happiness is
26 met familie en vrienden, wonen in een veilig land en veel doen good contact with family and friends, living in a safe
voor anderen. country and doing a lot for others.
Marieke says: "You have to make good the exercise

Marieke zegt: ‘Jullie moeten de oefening over de grammatica
27 on grammar. That is very important! Also for you,
goed maken.Dat is heel belangrijk! Ook voor jou, Gianluca!’ Gianluca! '
Hoeveel kosten de appels en sinaasappels op de markt? Is How much do the apples and oranges cost on the
28 deze markt goedkoop of kan ik beter fruit in de supermarkt market? Is this market cheap or can I buy fruit in the
kopen, als ik weinig geld heb? supermarket better if I have little money?
We hebben veel werk vandaag. We hebben het echt druk en We have a lot of work today. We are really busy and
29 we worden al een beetje moe. Ik ga lekker koffiezetten . Dan we are getting a bit tired. I'm going to make coffee.
blijven we wakker! Then we stay awake!
LESSON 40_OTHER–2
In onze tuin hebben we gras . bloemen en een boom. Het We have grass in our garden. flowers and a tree. The
1 gras is mooi groen. De kinderen voetballen soms op het gras grass is beautiful green. The children sometimes play
. football on the grass.
Hoi Tine en Martijn! Hoe gaat het met jullie ? En met jullie Hi Tine and Martijn! How are you ? And with your
2
kinderen? children?
Pardon, meneer , mag ik uw leeftijd weten? Bent u al tachtig Excuse me, sir, can I know your age? Are you already
3 jaar oud? En uw vrouw? Hoe oud is zij? Is het verschil in leeftijd eighty years old? And your wife? How old is she? Is
met haar groot? the difference in age with her big?
Hoe gaat het met uw man? Vindt hij zijn nieuwe baan nog How is your husband? Does he still like his new job?
4
leuk? – Zeker! Hij vindt het heel fijn op zijn werk. – Certainly! He likes it very much at work.
Wat vind jij een belangrijk verschil tussen je eigen land en What do you think is an important difference between
5 Nederland? Wat doen de mensen bijvoorbeeld heel anders in your own country and the Netherlands? For example,
jouw land? what do people do differently in your country?
Svetlana haar haar is te lang. Ze gaat vandaag om kwart voor Svetlana hair is too long. Today she goes to Mrs.
6 vier naar Mevrouw Schaar in het centrum. Mevrouw Schaar is Schaar in the center at a quarter to four. Mrs. Schaar
kapster. Knippen is haar werk. is a hairdresser. Cutting is her job.
Ben je jarig? O… Gefeliciteerd! – Hahaha, nee! Het was een Is it your birthday? O ... Congratulations! – Hahaha
no! It was a joke ! I'm not really celebrating! I am only
7 grap ! Ik ben niet echt jarig! Ik ben pas in februari jarig. Dan
celebrating my birthday in February. Then you can
mag je voor me zingen en een cadeau geven! Hahaha! sing for me and give a present! Hahaha!
Dit is bijna het einde van de laatste les van 1000 words. Je bent This is almost the end of the last lesson of 1000
8 words. You're almost done. How many words do you
bijna klaar. Hoeveel woorden ken je nu? know now?
De juffrouw zegt tegen mijn dochter dat ze haar huiswerk beter The teacher says to my daughter that she needs to
improve her homework. She may not go on a school
9 moet maken. Ze mag anders niet op schoolreis. Ik vind dat niet
trip otherwise. I do not think that's normal. I'm mad at
normaal. Ik ben kwaad op de juffrouw ! the lady!
Meneer Jansen houdt meer van het geluid van vogels, dan van Mr. Jansen likes the sound of birds more than loud
10 harde muziek. Hij gaat altijd in Drenthe op vakantie. Daar is bos music. He always goes on holiday in Drenthe. There
en het is daar lekker rustig. is forest and it is nice and quiet there.
Als we samen naar de verjaardag gaan, kunnen we samen een If we go to the birthday together, we can buy a gift for
Marjan together. Shall we give a book? She often
11 cadeau voor Marjan kopen. Zullen we een boek geven? Ze
reads when she is traveling, so that seems like a
leest vaak, als ze op reis is, dus dat lijkt me een goed idee. good idea.
Hoi, wij zijn Merel en Tim. Dit is ons / onze huis en dit zijn ons Hi, we are Merel and Tim. This is our house and these
12
/ onze dochters. are us / our daughters.
Juffrouw, wat is uw favoriete gerecht? Mijn favoriete gerecht? Miss, what is your favorite dish? My favorite dish? Hm
13
Hm… dat is moeilijk. Ik vind bijna alles lekker! ... that's hard. I like almost everything!
Als ik in een café ben, zing ik vaak het liedje ‘Een beetje When I'm in a café, I often sing the song "A little bit in
14 verliefd’ van André Hazes. Het is een echt Amsterdams liedje. love" by André Hazes. It is a real Amsterdam song.
Ken je het? Do you know it?
Mevrouw Visser woont al sinds 1985 in ons dorp. Meneer Mrs Visser has been living in our village since 1985.
15 Visser, haar man, kent ook iedereen uit het dorp. Ja, ze kennen Mr. Visser, her husband, also knows everyone from
echt alle mensen hier. the village. Yes, they really know all people here.
Je bent jarig! Vandaag is je verjaardag! Wat leuk. Gefeliciteerd It's your birthday! Today is your birthday! How nice.
16
! Congratulations !
Onze oma is jarig. O… leuk! Gefeliciteerd! Zullen we een liedje Our grandmother's birthday. Oh nice!
17
zingen ? Congratulations! Shall we sing a song?
Met wilde beesten, zoals de leeuw, de wolf en de beer, moet je With wild animals such as the lion, the wolf and the
18
voorzichtig zijn. bear, you have to be careful.
Hoi Tine, hoe oud zijn jouw / je kinderen eigenlijk? Ik denk dat Hi Tine, how old are your children? I think your / your
19 jouw / je kinderen net zo oud zijn als mijn kinderen: vijf en children are just as old as my children: five and
zeven. seven.
Van welke muziek houd jij? Ik hou van klassieke muziek , zoals Which music do you like? I love classical music, such
as Mozart, Bach and Chopin. Recently I went to the
20 Mozart, Bach en Chopin. Laatst ben ik naar het Concertgebouw
Concertgebouw in Amsterdam. There was music by
in Amsterdam gegaan. Daar was muziek van Beethoven. Beethoven.
Ik kampeer op dit moment in Zuid–Frankrijk. Mijn caravan staat I am currently camping in the South of France. My
21
naast een grote boom . caravan is next to a big tree.
Mevrouw, hoe oud bent u? En weet u wat de leeftijd is van de Madam, how old are you? And do you know what the
22
meester van uw kinderen? age of the master of your children is?
Zullen we morgen samen uitgaan? We kunnen iets eten en dan Shall we go out tomorrow together? We can eat
something and then go to the movie. Lastly, for
23 naar de film. Als laatst kunnen we bijvoorbeeld iets drinken in
example, we can have a drink in a nice cafe .... Good
een leuk café…. Goed idee ! Om hoe laat kom je me halen? idea ! At what time will you get me?
24 Een mens is een bijzonder dier. A man is a special animal.
Heb jij een eigen auto of gebruik je de auto van je partner? – Ik Do you have your own car or do you use your
25 heb een eigen auto, maar soms gebruik ik zijn auto, want zijn partner's car? – I have my own car, but sometimes I
auto is sneller. use his car, because his car is faster.
Iedereen uit mijn groep gaat dit jaar op vakantie. Iedereen Everyone from my group is going on holiday this
year. Everyone goes to distant countries, such as
26 gaat naar verre landen, zoals Canada, de Verenigde Staten,
Canada, the United States, Mexico and Indonesia.
Mexico en Indonesië. Echt alle mensen reizen dit jaar ver. Really, all people travel far this year.
Hallo, ik ben Silvia. mijn broer heet Maarten. Hoe heet jouw Hello, I'm Silvia. my brother is Maarten. What's the
27
broer? name of your brother?
Ik wil morgen graag bitterballen eten en sjoelen, maar als I would like to eat croquettes and shavings tomorrow,
28 iemand een beter idee heeft, moet hij of zij het zeggen, but if someone has a better idea, he or she must say
natuurlijk. it, of course.
In de cursus hebben we veel nieuwe woorden geleerd. We have learned many new words in the course.
29
Iedereen uit de groep kan nu beter Nederlands spreken. Everyone in the group can now speak Dutch better.
Laatst was ik in de winkel van Tom. Zijn naam staat boven de Recently I was in Tom's store. His name is above the
30
deur van de winkel. De winkel heet: ‘Kopen bij Tom’. shop door. The store is called 'Buying at Tom'.
In het boek lees ik de naam van de Amsterdamse artiest André In the book I read the name of the Amsterdam artist
31
Hazes. Kun jij een liedje van hem zingen? André Hazes. Can you sing a song from him?
Max komt om kwart over zeven naar het gebouw, Marjan om Max comes to the building at a quarter past seven,
32 acht uur en Gerard komt het laatst . Hij komt pas om negen Marjan at eight and Gerard comes last. He does not
uur. arrive until nine o'clock.
Als je me het nummer van die jongen geeft, zing ik een liedje If you give me the song of that boy, I'll sing a song for
33 voor je! Deal? Ik wil hem heel graag Whatsappen, want ik vind you! Deal? I really want him Whatsapp, because I like
hem heel leuk. Wat is zijn nummer ? – 06 …….. him very much. What is his number? – 06 ...... ..
In the Netherlands, people often have more than one

In Nederland hebben mensen vaak meer dan één fiets per
34 bicycle per family. Often everyone in the family has a
gezin. Vaak heeft iedereen uit het gezin een fiets. bicycle.
De kinderen zitten op school. Hoe heet hun juffrouw? Ik geloof The children are at school. What is their teacher's
35
dat ze ‘Marijke’ heet. name? I believe she is called 'Marijke'.
Ken jij misschien iemand die ons kan helpen met ons Do you know someone who can help us with our
huiswerk? We vinden de oefeningen heel moeilijk… Ja hoor, ik homework? We find the exercises very difficult ... Yes,
36
ken wel iemand : Marieke! Zij is docente bij de Dutch I know someone: Marieke! She is a teacher at the
Dutch Summer School.
Summerschool.
In onze tuin is geen gras. We houden niet van groen. We There is no grass in our garden. We do not like green.
37 hebben ook geen bomen en bloemen. Wij houden meer van We also have no trees and flowers. We love stone
steen. more.
Do the people in your country of birth also have
Hebben de mensen in jouw geboorteland ook voor alles
38 insurance for everything? Generally speaking in the
verzekeringen? In Nederland over het algemeen wel. Netherlands.
Welk Nederlands woord vind jij echt moeilijk ? – Ik vind het Which Dutch word do you find really difficult? – I find
39
woord ‘verschrikkelijk’ verschrikkelijk moeilijk. En jij? the word 'terrible' terribly difficult. And you?
Mijn dochter heeft dit jaar geen juffrouw, maar een meester . My daughter has no teacher this year, but a master.
40 Hij is heel sympathiek, altijd vrolijk en verschrikkelijk aardig voor He is very sympathetic, always cheerful and very nice
de kinderen. to the children.
The fox has its 'home' under the ground, for example
De vos heeft zijn 'woning' onder de grond, bjivoorbeeld in het
1 in the forest. He sometimes goes to a farm and then
bos. Hij gaat soms naar een boerderij en eet dan kippen. eats chickens.
Do you know a man monkey? Yes, for example, I

Ken jij misschien een mensaap ? Ja, ik ken bijvoorbeeld de
2 know the orangutan. This monkey is very similar to a
orang–oetan. Deze aap lijkt veel op een mens. human being.
Vind jij het vreemd dat Nederlanders hun schoenen soms ook Do you find it strange that Dutch people sometimes
3 binnen dragen? – Ja, dat vind ik wel een beetje bijzonder. Ik wear their shoes inside? - Yes, I think that's a bit
vind het eigenlijk een beetje vies. special. I actually think it's a bit dirty.
Zullen we een kopje koffie drinken bij mij thuis? – Nee, sorry, ik Will we have a cup of coffee at my house? - No, sorry,
4 kan niet. Ik heb het vandaag heel druk . Echt verschrikkelijk I can not. I am very busy today. Really terribly busy. I
druk . Ik moet vandaag tien uur werken. have to work ten hours today.
Koopt je vriendje altijd een mooi cadeau voor je op je Does your boyfriend always buy a nice gift for you on
5 verjaardag? – Zeker! Ik krijg altijd iets moois van hem, your birthday? - Certainly! I always get something nice
bijvoorbeeld een zilveren pen of een zomerjurk. from him, for example a silver pen or a summer dress.
De straat is nat , want het is herfst en het regent al de hele dag. The street is wet, because it is autumn and it has
6 been raining all day. That is nothing special in the
Dat is niets bijzonders in Nederland. Netherlands.
Als ik in een café ben, zing ik vaak het liedje 'Een beetje When I'm in a café, I often sing the song "A little bit in
7 verliefd' van André Hazes. Het is een echt Amsterdams liedje. love" by André Hazes. It is a real Amsterdam song.
Ken je het? Do you know it?
Als je me het nummer van die jongen geeft, zing ik een liedje If you give me the song of that boy, I'll sing a song for
8 voor je! Deal? Ik wil hem heel graag Whatsappen, want ik vind you! Deal? I really want him Whatsapp, because I like
hem heel leuk. Wat is zijn nummer ? – 06 …….. him very much. What is his number? - 06 ...... ..
Opa vertelt over de winter van 1944. Die tijd was voor veel Grandpa talks about the winter of 1944. That time was
9 Nederlanders verschrikkelijk . Het was heel koud. Veel terrible for many Dutch people. It was very cold. Many
Nederlanders waren zwak en hadden veel honger. Dutch people were weak and were very hungry.
Met Kerstmis, op 25 december vieren Christenen de geboorte At Christmas, on December 25, Christians celebrate
10 van Jezus. Ze gaan dan naar de kerk. Soms hebben ze thuis the birth of Jesus. They then go to church. Sometimes
ook een kerstboom. they also have a Christmas tree at home.
De aap wordt wild als hij de kinderen ziet. Hij is niet rustig, The monkey becomes wild when he sees the children.
11
maar beweegt heel veel. Hij loopt snel. He is not calm, but moves a lot. He is running fast.
Mevrouw Visser woont al sinds 1985 in ons dorp. Meneer Mrs Visser has been living in our village since 1985.
12 Visser, haar man, kent ook iedereen uit het dorp. Ja, ze kennen Mr. Visser, her husband, also knows everyone from
echt alle mensen hier. the village. Yes, they really know all people here.
Ik vier morgen mijn verjaardag. Het wordt heel gezellig . Mijn I celebrate my birthday tomorrow. It will be very cozy.
13 familie en mijn vrienden komen. We gaan veel praten en naar My family and my friends are coming. We are going to
muziek luisteren. Ik maak ook lekker eten. talk a lot and listen to music. I also make good food.
Het is zaterdag. Vandaag ben ik lekker lui! Ik ga rustig en It's Saturday. Today I am lazy! I sit quietly and
14 comfortabel op de bank zitten en ik bel mijn vrienden om comfortably on the couch and I call my friends to
gezellig te praten. socialize.
This is almost the end of the last lesson of 1000
Dit is bijna het einde van de laatste les van 1000 words. Je
15 words. You're almost done. How many words do you
bent bijna klaar. Hoeveel woorden ken je nu? know now?
Pardon, meneer , mag ik uw leeftijd weten? Bent u al tachtig Excuse me, sir, can I know your age? Are you already
16 jaar oud? En uw vrouw? Hoe oud is zij? Is het verschil in leeftijd eighty years old? And your wife? How old is she? Is
met haar groot? the difference in age with her big?
Do the people in your country of birth also have

Hebben de mensen in jouw geboorteland ook voor alles
17 insurance for everything? Generally speaking in the
verzekeringen? In Nederland over het algemeen wel. Netherlands.
18 De man is erg slim . Hij heeft een IQ van 140. The man is very smart. He has an IQ of 140.
Van welke muziek houd jij? Ik hou van klassieke muziek , Which music do you like? I love classical music, such
zoals Mozart, Bach en Chopin. Laatst ben ik naar het as Mozart, Bach and Chopin. Recently I went to the
19
Concertgebouw in Amsterdam gegaan. Daar was muziek van Concertgebouw in Amsterdam. There was music by
Beethoven.
Beethoven.
The sun shines. The shadow of the building falls on
20 De zon schijnt. De schaduw van het gebouw valt op straat. the street.
Mijn moeder gebruikt de kaasschaaf om kaas te snijden. Ze My mother uses the cheese slicer to cut cheese. She
21
eet elke dag een boterham met kaas. eats a sandwich with cheese every day.
Wat vind jij een belangrijk verschil tussen je eigen land en What do you think is an important difference between
22 Nederland? Wat doen de mensen bijvoorbeeld heel anders in your own country and the Netherlands? For example,
jouw land? what do people do differently in your country?
Iedereen uit mijn groep gaat dit jaar op vakantie. Iedereen Everyone from my group is going on holiday this year.
Everyone goes to distant countries, such as Canada,
23 gaat naar verre landen, zoals Canada, de Verenigde Staten,
the United States, Mexico and Indonesia. Really, all
Mexico en Indonesië. Echt alle mensen reizen dit jaar ver. people travel far this year.
Ik zie een grijze zeehond in de Waddenzee. De zeehond ligt I see a gray seal in the Wadden Sea. The seal is on
24 op het strand van het eiland Vlieland. In de Noordzee zie je dit the beach of the island Vlieland. You sometimes see
dier soms ook. this animal in the North Sea.
25 Duitsland ligt ten oosten van Nederland. Germany is located east of the Netherlands.
Mevrouw, hoe oud bent u? En weet u wat de leeftijd is van de Madam, how old are you? And do you know what the
26
meester van uw kinderen? age of the master of your children is?
Wie ga je uitnodigen op je verjaardag? Ik vraag mijn zus, Who are you going to invite on your birthday? I ask
27
mijn broer en mijn beste vrienden. my sister, my brother and my best friends.
Hoeveel kosten de appels en sinaasappels op de markt? Is How much do the apples and oranges cost on the
28 deze markt goedkoop of kan ik beter fruit in de supermarkt market? Is this market cheap or can I buy fruit in the
kopen, als ik weinig geld heb? supermarket better if I have little money?
Het is druk op straat. Ik wil hardlopen, maar dat is een beetje It is busy in the street. I want to run, but that's a bit
29
moeilijk nu. difficult now.
De vlinder gaat van bloem naar bloem. De vlinder is bruin, The butterfly goes from flower to flower. The butterfly
30
wit, zwart, rood en oranje. is brown, white, black, red and orange.
Ik heb een bij in de keuken. De bij gaat naar het fruit. In de I have a bee in the kitchen. The bee goes to the fruit.
31 tuin gaat de bij naar de tulpen. Ik ben een beetje bang, want ik The bee goes to the tulips in the garden. I'm a bit
ben allergisch. scared because I'm allergic.
In de cursus hebben we veel nieuwe woorden geleerd. We have learned many new words in the course.
32
Iedereen uit de groep kan nu beter Nederlands spreken. Everyone in the group can now speak Dutch better.
The frog is green and lives near the water. Think

33 De kikker is groen en woont bij het water. Denk aan: Kermit. about: Kermit.
34 Ik zie een slang . De slang is zeven meter lang! I see a snake. The snake is seven meters long!
We hebben veel werk vandaag. We hebben het echt druk en We have a lot of work today. We are really busy and
35 we worden al een beetje moe. Ik ga lekker koffiezetten . Dan we are getting a bit tired. I'm going to make coffee.
blijven we wakker! Then we stay awake!
Mijn tante gaat bij mijn moeder op bezoek . Ze drinkt een kopje My aunt goes to visit my mother. She drinks a cup of
36 koffie met melk en suiker. De vrouwen praten over het weer en coffee with milk and sugar. The women talk about the
over de geboorte van mijn neefje. weather and about the birth of my nephew.
Het is winter. Het vriest hard. Op de rivier ligt ijs. Ik loop op het It is winter. It is freezing. Ice is on the river. I walk on
37 ijs. Het ijs is glad . Ik loop dus heel voorzichtig en langzaam. the ice. The ice is smooth. So I walk very carefully
Het is moeilijk om op ijs te lopen! and slowly. It is difficult to walk on ice!
In the Netherlands we celebrate New Year's Eve on

In Nederland vieren we oudjaar op 31 december, dat is na
38 December 31, which is after Christmas. We eat
Kerstmis. We eten met oudjaar oliebollen. oliebollen with New Year's Eve.
39 De leeuw, de kat en de tijger zijn familie. The lion, the cat and the tiger are family.
40 Een mens is een bijzonder dier. A man is a special animal.
Sinterklaas vaart van Spanje naar Nederland op een boot vol Sinterklaas sails from Spain to the Netherlands on a
boat full of presents and Zwarte Pieten. On 5
41 met cadeautjes en Zwarte Pieten. Op 5 december vieren de
December the children celebrate the feast of
kinderen het feest van Sinterklaas . Sinterklaas.
In de provincie Limburg vieren ze carnaval . Dit gebeurt in de They celebrate carnival in the province of Limburg.
42 This happens in the month of February. Then they
maand februari. Dan zingen ze en dansen ze de polonaise. sing and dance the polonaise.
In the Netherlands it is customary to eat with knife

43 In Nederland is het gebruikelijk om met mes en vork te eten. and fork.
Je bent jarig! Vandaag is je verjaardag! Wat leuk. Gefeliciteerd It's your birthday! Today is your birthday! How nice.
44
! Congratulations !
Goedemiddag, mogen wij hier zitten, alstublieft? – Ja, Good afternoon, can we sit here, please? - Yes of
45
natuurlijk! Deze plaatsen zijn vrij! course! These places are free!
Ik houd van dolfijnen . Ze spelen met mensen in het water en I love dolphins. They play with people in the water and
46
lijken heel lief en vrolijk. seem very sweet and cheerful.
Welke beesten wonen in de dierentuin ? – In de dierentuin Which animals live in the zoo? - Lions, tigers,
47
wonen leeuwen, tijgers, apen, beren en slangen. monkeys, bears and snakes live in the zoo.
Hoe gaat het met uw man? Vindt hij zijn nieuwe baan nog How is your husband? Does he still like his new job? -
48
leuk? – Zeker! Hij vindt het heel fijn op zijn werk. Certainly! He likes it very much at work.
The deer lives in the forest. It is a fast animal. You will

Het hert woont in het bos. Het is een snel dier. Op veel
49 also find this animal on many children's farms in the
kinderboerderijen in Nederland vind je dit dier ook. Netherlands.
Juffrouw, wat is uw favoriete gerecht? Mijn favoriete gerecht? Miss, what is your favorite dish? My favorite dish? Hm
50
Hm… dat is moeilijk. Ik vind bijna alles lekker! ... that's hard. I like almost everything!

Vocabulary Exercises by Random Forest

Uploaded by

Document Information

Original Title

Copyright

Available Formats

Share this document

Share or Embed Document

Sharing Options

Did you find this document useful?

Is this content inappropriate?

Copyright:

Available Formats

Vocabulary Exercises by Random Forest

Uploaded by

Copyright:

Available Formats

www.learndutch.

LESSON 2_PRONOUNS LESSON 2_PRONOUNS

LESSON 3_PROFESSIONS LESSON 3_PROFESSIONS

LESSON 04_FOOD LESSON 04_FOOD

LESSON 5_QUESTIONS LESSON 5_QUESTIONS

3 Wat is dit? – Dat is een frikandel. What is this? - That's a frikandel.

5 Wie is dat? – Dat is Marieke. Who is that? - That's Marieke.

Where is the Summer School? - In Amsterdam and

28 Alsjeblieft ! – Dankjewel! Please ! - Thank you!

LESSON 6_TRAFFIC LESSON 6_TRAFFIC

6 De dokter werkt in het ziekenhuis . The doctor works in the hospital.

LESSON 7_COUNTING LESSON 7_COUNTING

LESSON 8_VERBS LESSON 8_VERBS

That is a good question. The boss does not know the

LESSON 9_ADJECTIVES LESSON 9_ADJECTIVES

23 In de avond is het donker It is dark in the evening

29 Nederland is een klein land. The Netherlands is a small country.

LESSON 10_CALENDAR LESSON 10_CALENDAR

6 Ik werk vijf dagen per week . I work five days a week.

That is a good question. The boss does not know the

LESSON 11_ PREPOSITIONS LESSON 11_ PREPOSITIONS

In the spring I go to the Keukenhof. I see beautiful

11 De voetballers praten over sport. The footballers talk about sport.

LESSON 12_TIME LESSON 12_TIME

2 Middernacht is twaalf uur ‘s nachts. Midnight is twelve o'clock at night.

In the afternoon at a quarter to four I drink coffee with

I watch the news on television in the evening at 8:00

28 Een minuut duurt zestig seconden. A minute lasts sixty seconds.

The man is going to be fifty years today. He is going

LESSON 14_AMSTERDAM LESSON 14_AMSTERDAM

In Amsterdam are the Red Light District, the

Cars are driving on the highway. Cycling on the bike

17 Hij is een Amsterdammer Hij woont in Amsterdam–Zuid. He is an Amsterdammer He lives in Amsterdam-Zuid.

LESSON 15_HOUSE LESSON 15_HOUSE

34 De douche is in de badkamer. The shower is in the bathroom.

8 Peter zit op het toilet . Peter is sitting on the toilet.

Collecting stamps, shuffling and gardening are

46 Ik woon op een boot: een woonboot . I live on a boat: a houseboat.

LESSON 16_BODY LESSON 16_BODY

4 De mond is onder de neus. The mouth is under the nose.

15 De vinger is aan de hand. The finger is up.

19 De teen is aan de voet. The toe is on the foot.

LESSON 17_DRESS LESSON 17_DRESS

Het is december. Het is koud. Ik draag handschoenen en een

LESSON 18_VERBS LESSON 18_VERBS

26 We lenen een boek van Suzanne. We borrow a book from Suzanne.

LESSON 19_WORK LESSON 19_WORK

My colleague drives the business to the company by

LESSON 20_FAMILY LESSON 20_FAMILY

39 Ik heb de sok aan mijn voet. I have the sock on my foot.

LESSON 21_ANIMALS LESSON 21_ANIMALS

13 De cowboy rijdt op het paard . The cowboy rides on the horse.

LESSON 22_FOOTBALL LESSON 22_FOOTBALL

What is 'the European Championship'? That is 'the

LESSON 23_VERBS LESSON 23_VERBS

I have an active colleague at this company. He does

LESSON 24_WEATHER LESSON 24_WEATHER

Windmills are mills that give energy. In the

Carl receives a message via Whatsapp from his sister

LESSON 25_ADJ LESSON 25_ADJ

The student goes to sleep at three o'clock at night.

Marloes loves her boyfriend very much. She loves him

The twelfth man is not in the team. They are the