You are on page 1of 2

OEFENING 8

A. Luisteroefening
In de supermarket
Luister naar de dialogen. Op welke afdelingen zijn de klanten van deze supermarkt? Vul in.

afdeling dialoog

zuivelafdeling 2,3
broodafdeling 1
groente –en fruitafdeling 5
vleesafdeling 6
huishoudelijke artikelen 4

B. Leesoefening
I. Over Nederland
In Nederland wonen meer dan 16 miljoen mensen.
Nederland heeft twaalf provincies.
Nederland heeft zes de eilanden in het noorden van Nederland heten Waddeneilanden.
In Friesland spreken de mensen Nederlands en Fries.
Provincie en hoofdstad hebben dezelfde namen in : Groningen en Utrecht.

Bossche bol Arnhemse meisjes

De Bossche bol komt uit de provincie Noord-Brabant en Arnhemse Meisjes komen uit de
provincie Gelderland.
Het eiland Vlieland hoort bij de provincie Friesland.

II. Haring
Kies het juiste antwoord (Pilih jawaban yang tepat).

1. Wanneer noem je haring Holandse Nieuwe?


a. Na half juli.
b. Als de haring vet genoeg is.
c. Als de haring zout is.

2. Waarom moeten de vissers de haring zouten?


a. Voor het bewaren van de haring.
b. Voor de smaak van de haring.
c. Voor de kleur van de haring.

3. Welke haringsoort ziet u op de foto?

a. Haring aan het staartje.


b. Zure haring.
c. Rolmops.

4. Wat betekent ‘haring moet zwemmen’?


a. Bij haring moet je iets drinken.
b. Haring leeft in de zee.
c. Haringen drinken veel water.

C. Grammaticaoefening
I. Wat hoort bij elkaar? (Manakah pasangannya?) Maak de zinnen compleet (Lengkapi
kalimat-kalimat berikut).

1. Ik heb dorst c. dus ik wil iets drinken.


2. Ik heb geen tijd d. dus ik kan niet komen.
3. Manuel eet een broodje a. want hij heeft honger.
4. Ik wil graag komen b. maar ik heb geen tijd.
5. Ik eet genoeg f. en ik drink genoeg.
6. Ga jij de boodschappen doen e. of moet ik naar de supermarkt gaan?

II. Maak de zinnen af (Selesaikan kalimat-kalimat ini).


1. Ik heb honger, dus ik will eet een brodje.
2. Ik ga naar de slager, want ik rundvlees wilde kopen.
3. Ik lust geen fruit en groenten.
4. Ik houd niet van spruitjes, maar van sperziebonen.
5. Ga je een boek lezen of naar de supermarkt
6. Hij wil gezond eten, dus eet hij veel groenten en fruit

You might also like