Professional Documents
Culture Documents
Veiligheidsbesturingen Systeemfamilie PSS: ST Systeembeschrijving Artikelnr. 18 591
Veiligheidsbesturingen Systeemfamilie PSS: ST Systeembeschrijving Artikelnr. 18 591
Systeemfamilie PSS
ST Systeembeschrijving
Artikelnr. 18 591
Hoewel Pilz grote zorg heeft besteed aan de juistheid van deze bedieningshandleiding,
wijst zij alle aansprakelijkheid voor schade als gevolg van onjuistheden en/of onvolkomen-
heden van de hand.
De inhoud van deze handleiding kan te allen tijde zonder voorafgaande aankondiging
worden gewijzigd. Wij houden ons aanbevolen voor opmerkingen over eventuele onjuist-
heden.
Inleiding 1-1
Verklaring van de symbolen 1-2
Systeemoverzicht 2-1
Hardware 2-1
Programmering 2-3
Programmering 5-1
Programma-opmaak 5-1
Programma oversturen 5-2
Programmaverloop 5-2
Adressering 5-4
Organisatiebouwstenen 5-5
Standaardfunctiebouwstenen 5-5
Standaardfunctiebouwsteen SB254 5-6
Werking 6-1
Communicatie met de periferie 6-1
Direct adresseren van de periferie 6-1
Procesafbeeldingen 6-1
Tijdsverloop 6-2
Cyclustijd 6-3
Zelftest 6-3
Gewenste I/O-configuratie 6-4
Werkelijke I/O-configuratie 6-5
Weergave op het display 6-6
Real-time klok instellen 6-7
Fail-safe-databouwstenen lezen 6-7
Beïnvloeden/Forceren 6-8
Gebruikerspoort 6-9
Handshaking 6-9
Oversturen zonder protocol 6-11
Oversturen met ISI-protocol 6-11
ID-behandeling 6-13
Bedienen van de gebruikerspoort 6-13
Configuratie 6-13
Data verzenden 6-16
Data ontvangen 6-18
Communicatie met het fail-safe-deel 6-21
Bedrijfstoestanden en -wissels 6-23
STOP-toestand 6-24
RUN-toestand 6-24
Toestand "Geen ST" 6-24
Toestand "Fatal Error 6-24
Toestand "ST Fatal Error" 6-25
Bedrijfstoestandswissel van de PSS 6-25
Spanning inschakelen 6-25
Ingebruikname 7-1
Eerste ingebruikname 7-1
Heringebruikname na een fout 7-2
Totaal wissen 7-3
Bijlage 9-1
Systeemdatabouwstenen 9-1
DB000 9-1
DB004 9-2
DB005 9-3
DB006 9-3
DB007 9-3
DB008 9-4
DB009 9-4
Organisatiebouwstenen 9-5
Standaardfunctiebouwstenen - Systeemaanroepen 9-6
FUNK = 0/1/2 9-6
FUNK = 4/5/6 9-7
FUNK = 8/10/11 9-7
FUNK = 12 9-8
FUNK = 32 9-8
FUNK = 36 9-8
Verbindingskabels gebruikerscommunicatiepoort 9-9
Wijzigingen in de ST Systeembeschrijving 9-10
Deze beschrijving maakt deel uit van het systeemhandboek PSS en geeft
een toelichting op het functioneren en het gebruik van het standaarddeel
van de programmeerbare veiligheidsbesturingen van de systeemfamilie
PSS. De beschrijving is onderverdeeld in de volgende hoofdstukken:
1 Inleiding
2 Systeemoverzicht
geeft informatie over de belangrijkste eigenschappen.
4 Opbouw
geeft informatie over de hardware-structuur en de taken van de
verschillende systeemeenheden.
5 Programmering
beschrijft de programmering, het programmaverloop en de
adressering van de veiligheidsbesturingen.
6 Systeemgedrag
geeft informatie over de systeemverlopen van de PSS en de
mogelijke wijzigingen door de operator.
7 Ingebruikname
licht de handelwijze toe bij de eerste ingebruikname en bij
het heringebruiknemen b.v. na een storing van de installatie.
8 Foutdiagnose en -oplossing
toont mogelijke fouten aan en beschrijft hoe deze fouten via een
diagnoseprogramma gedetecteerd en opgelost kunnen worden.
9 Bijlage
bevat overzichtslijsten van systeemdatabouwstenen, organisatie-
bouwstenen, enz.
GEVAAR!
Neemt u deze aanwijzing beslist in acht! U wordt gewaarschuwd voor
direct dreigende gevaren die zeer ernstige lichamelijke verwondingen
en de dood kunnen veroorzaken en u wordt gewezen op overeenkom-
stige voorzorgsmaatregelen.
WAARSCHUWING!
Neemt u deze aanwijzing beslist in acht! U wordt gewaarschuwd voor
gevaarlijke situaties die zeer ernstige lichamelijke verwondingen en
de dood kunnen veroorzaken en u wordt gewezen op overeenkomstige
voorzorgsmaatregelen.
LET OP!
U wordt gewezen op een gevarenbron die lichte of kleine verwondingen
en materiële schade als gevolg kan hebben en u wordt geïnformeerd over
overeenkomstige voorzorgsmaatregelen.
BELANGRIJK
Er worden situaties beschreven waardoor het product of apparaten in de
omgeving daarvan beschadigd kunnen worden en er worden overeenkom-
stige voorzorgsmaatregelen gegeven.
INFO
U krijgt toepassingstips en informatie over bijzonderheden; bijzonder
belangrijke passages in de tekst worden op deze manier aangeduid.
Besturing en
Besturing veiligheids- Fail-Safe- Standaard- regeling
functies b.v. taken zonder
persbesturing, deel deel
veiligheidsfunctie,
noodstopschakelaar diagnose
Hardware
INFO
De bus voor het standaarddeel is bij de PSS 3000 optioneel.
Afb. 2-2: Voorbeeld van de bezetting van de PSS 3000 (van links naar rechts): de
voedingsmodule, de CPU, 4 fail-safe-modulen en 5 standaardmodulen
24 V
0V
RUN ST
O -1.16
RUN FS O +1.16
O 1.8
POWER O 1.9
O 1.10
AUTO PG O 1.11
ST SPS O 1.12
PG O 1.13
O 1.14
RUN
FS O -1.17
STOP O +1.17
F-Stack O 1.15
O/T 1.0
O/T 1.1
I 0.0
I 0.1
I 0.2
I 0.3
0V
RS 232 I 0.4
I 0.5
I 0.6
I 0.7
I 0.8
I 0.9
I 0.10
I 0.11
0V
I 0.12
I 0.13
I 0.14
I 0.15
I 0.16
I 0.17
I 0.18
I 0.19
PG
Programmering
Notities
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING!
Het standaarddeel van de veiligheidsbesturingen mag alleen voor niet
veiligheidsgerelateerde applicaties gebruikt worden.
Notities
Compacte besturing
1
2
3
Afb. 4-1: Voorbeeld van de compacte besturing PSS 3056
Modulaire besturing
2 3 4 5
INFO
Modulen voor standaardtoepassingen kunnen bij de PSS 3000 uitsluitend
op een moduuldrager met standaardbus (PSS BMP 8, bestelnr. 301 000 en
PSS BMP4/2, bestelnr. 301 006) gebruikt worden.
Voedingsmodule
CPU
Geheugen
Bus-
Inter- Micro-
face computer B
Dual- Dual-
Port-RAM Port-RAM
Geheugen
FS-bus- Geheugen FS
interface Bus-
Inter- Micro-
Micro- face computer C
computer A Dual-
ST-bus- Port-RAM
interface Geheugen ST
Geheugen
Programmageheugen
Het programmageheugen is als steekbare cassette uitgevoerd en met een
RAM- of Flash-EPROM-geheugen uitgerust. Programmageheugens met
een Flash-EPROM-geheugen kunnen direct in de CPU geprogrammeerd
Datageheugen
Variabele waarden zoals insteldata, foutmeldingen en systeemdata wor-
den in het datageheugen bewaard. Het datageheugen is onderverdeeld in
databouwstenen met elk max. 1024 woorden.
Een databouwsteen bestaat uit een databouwsteenkop en de gebruikers-
data. De databouwsteenkop bevat informatie over de databouwsteen. Er
zijn twee soorten databouwstenen:
• Read-only-databouwstenen
kunnen door het gebruikersprogramma alleen gelezen worden.
• Read-write-databouwstenen
kunnen gelezen en beschreven worden.
Gebruikerspoort
Timers
De CPU is met 64 timers uitgerust. Deze worden door een centrale timer
bestuurd.
De timers zijn als inschakelvertraging gerealiseerd. Elke timer wordt bere-
kend uit twee parameters:
Tellers
De CPU beschikt over 64 tellers. Elke teller bestaat uit een tellerwoord en
een tellerbit. Het tellerwoord kan waarden tussen -32.768 en 32.767 aan-
nemen. Is de waarde van het tellerwoord > 0, dan neemt de tellerbit de
waarde 1 aan. Het standaarddeel gebruikt de tellers 0 ... 63. De tellers van
het fail-safe-deel 64 ... 127 kunnen alleen gelezen worden.
Display
Keuzeschakelaars
AUTO PG
Het programma start automatisch, het programmeer-
SPS ST
apparaat mag alleen lezend adresseren.
PG
AUTO PG
ST
Het programma is gestopt, het programmeerapparaat
SPS
kan lezend en schrijvend adresseren.
PG
Toets fout-stack
In-/Uitgangsmodulen
Programma-opmaak
Installatie A
b. v. path
Project A ...\ANLAGE_A
Organisatie- Programma-
bouwstenen bouwstenen
Data-
bouwstenen Functie-
bouwstenen
Afb. 5-1: Programma-opbouw
INFO
Programma's van het fail-safe-deel en het standaarddeel moeten in
verschillende projecten (paths) liggen.
Programma oversturen
RS 232
RUN ST
RUN FS
POWER
AUTO PG
SPS ST
PG
RUN
FS
STOP
F-STACK
PAP
RS 485 PG-poort
Afb. 5-2: Programma oversturen bij het voorbeeld van de PSS 3000
Programmaverloop
Inlees-
blok Ingangen inlezen
ST
Gebrui-
kerspro- Afwerking van het
gramma gebruikersprogramma Cyclustijd ST Cyclustijd
0 ... 100 ms
ST
Uitvoer-
blok Waarden weergeven
ST
Uitvoerblok FS
Testblok FS
Cyclustijdblok
Adressering
0 1 2 3 4 5 6 7 8
Afb. 5-4: Adressering van de steekplaatsen bij het voorbeeld van PSS 3000 en PSS 3100
Woordmodulen die meer dan 32 bit bezetten, zijn vrij adresseerbaar. Het
adres kan gekozen worden uit het bereik 0 ... 16383 en wordt in een
databouwsteen (DB005) ingevoerd.
INFO
Gebruikt u alleen de OB's die in de "Bijlage" staan.
Standaardfunctiebouwstenen
INFO
Duidt u nieuw samengestelde standaardfunctiebouwstenen niet met de
nummers van de voorgedefinieerde standaardfunctiebouwstenen aan.
Een onder deze aanduidingen opgeslagen standaardfunctiebouwsteen
overschrijft de oorspronkelijke bouwsteen. De oorspronkelijke bouwsteen
is niet meer beschikbaar en de daarin beschreven functie kan niet uitge-
voerd worden.
Standaardfunctiebouwsteen SB254
SB254
StBsCall
W FUNK ERG W
De directe adressering heeft het voordeel dat ook signalen die korter zijn
dan de cyclustijd, verwerkt kunnen worden. Het gebruikersprogramma kan
tijdens een programmaverloop de in- en uitgangen meermaals aftasten en
krijgt altijd de actuele toestand.
INFO
Woordmodulen worden altijd direct geadresseerd.
Procesafbeeldingen
Tijdsverloop
Cyclustijd
FS-gebruikers- ST-gebruikers- FS- en Testschijven
FS-PAE programma ST-PAE programma ST-PAA
FS-gebruikersprogramma
Zie FS Systeembeschrijving
ST-gebruikersprogramma
Het gebruikersprogramma wordt na succesvol inlezen van de ingangs-
waarden gestart. Het standaarddeel laat lezende adresseringen toe van
fail-safe-ingangen en -uitgangen, -merkers, -tellers, -tellerwoorden en
-timers.
Duur FS- en ST-gebruikersprogramma samen: max. 100 ms
Cyclustijd
Zelftest
De zelftest wordt in het fail-safe-deel uitgevoerd, zie FS Systeem-
beschrijving.
Gewenste I/O-configuratie
Ingave in DB005:
• Databouwsteen DB005 oproepen; er verschijnt een tabel om waarden in
te geven.
• Parameters invoeren
• Databouwsteen opslaan
Werkelijke I/O-configuratie
INFO
De werkelijke I/O-configuratie laat alleen standaardmodulen zien, geen
fail-safe-modulen!
Aan elke module is een code toegekend (zie beschrijving van de module).
Deze code staat in de datawoorden 20 ... 43 in DB000:
Moduulconfiguratietest inschakelen
Parameters vastleggen:
Parameters vastleggen:
Fail-safe-databouwstenen lezen
INFO
Fail-safe-databouwstenen kunnen alleen aangeroepen worden als het fail-
safe-deel zich in de RUN-toestand bevindt (FS-statusmerker, zie "Commu-
nicatie met het fail-safe-deel").
Beïnvloeden/Forceren
INFO
De gebruikerspoort kan ofwel voor het standaarddeel ofwel voor het fail-
safe-deel gebruikt worden.
Als de poort voor het fail-safe-deel geconfigureerd is, kan deze door het
standaarddeel alleen gebruikt worden als
• in het standaarddeel totaal gewist wordt en
• de bedrijfsspanning van de PSS uit- en weer ingeschakeld wordt.
Door gebruik van de signaalomzetter PAP (RS 232 -> RS 485) en het ISI-
protocol (zie volgende bladzijde) kan een netwerk met max. 32 deelne-
mers (1 master, 31 slaves) en een kabellengte van max. 1.200 m worden
opgebouwd.
PSS 3000
RS 485
RS 232 PAP
Master PAP PAP PAP
Handshaking
Bij het oversturen van gegevens zonder handshaking wordt geen reke-
ning gehouden met de ingangssignalen DSR en CTS. De uitgangs-
signalen DTR en RTS worden bediend. De verbindingskabel voor het
oversturen zonder handshaking is in de bijlage afgebeeld.
ID-behandeling
Configuratie
Vóór de data-overdracht moet de poort geconfigureerd worden. Daarvoor
staan de functies 0/1/2 van standaardfunctiebouwsteen SB254 ter
beschikking.
DW000: Gereserveerd
DW001: Foutcodering bij configuratiefout ERG = 16.
Het bevat het nummer van het datawoord dat een ongeldige
waarde bevat. Is de inhoud van DW001 "FFF0", dan is de
gebruikerspoort aan het fail-safe-deel toegekend.
DW001 kan alleen gelezen worden.
DW012: DTR-besturing
De ontvangstbuffer heeft voor 2044 tekens plaats. Om te
verhin-
deren dat tekens verloren gaan, kan het verzenden gestopt
worden vóór de ontvangstbuffer vol is. Daartoe wordt het stuur-
signaal DTR op 0 geset. In DW012 wordt opgegeven hoeveel
tekens vóór 2044 het verzenden gestopt moet worden.
Waardenbereik: 0 ... 2044, basisinstelling: 3
Voorbeeld: DW012 = 5, d.w.z. na 2039 tekens wordt DTR = 0
geset en daardoor de partner opgeroepen om het zendproces
te beëindigen.
Treedt tijdens de configuratie een fout op, dan is het resultaat van de
statusoproep ERG = 16. In databouwsteen DB006, DW001 staat bij welke
instelling een fout is opgetreden. Heft u de fout op en reset u deze met de
functie FUNK = 2 of met een nieuwe configuratie-opdracht FUNK = 1.
Tijdens de bewerking van de reset levert de statusoproep als resultaat
ERG = 32 op. Als de bewerking is beëindigd, wordt ERG = 1.
INFO
De gebruikerspoort wordt bij iedere STOP-RUN-overgang met de waarden
van de basisinstelling geconfigureerd en DB006 met de waarden van de
basisinstelling geïnitialiseerd. Om de poort met gebruikersspecifieke waar-
den te configureren, moet deze bij iedere STOP-RUN-overgang opnieuw
geïnitialiseerd worden (b.v. in OB020 of OB022).
De configuratie reset de poort. De zend- en ontvangstbuffer worden ge-
wist.
Data verzenden
Data ontvangen
INFO
Het fail-safe-deel kan de operanden van het standaarddeel niet adres-
seren. De communicatie is alleen via de boven beschreven
communicatiemerkers mogelijk.
Het standaarddeel kan de procesafbeeldingen van de in- en uitgangen, de
merkers, de databouwstenen, de timers en tellers van het fail-safe-deel
lezend adresseren.
PSS
uitgeschakeld
Spanning
inschakelen
1
STOP-toestand
LED "RUN ST" uit
Display: "0000"
of: "S-##"/"F-##"
RUN-toestand
LED "RUN ST" aan
Display: "0000"
of: "F-##"
Zware Fatale
fout fout
4 5 6
STOP-toestand
In de STOP-toestand gebeurt het volgende:
• Het standaardgebruikersprogramma wordt niet verwerkt.
• Het fail-safe-gebruikersprogramma wordt onveranderd verwerkt.
• Alle functies van het programmeerapparaat zijn beschikbaar.
RUN-toestand
In de RUN-toestand gebeurt het volgende:
• Het standaardgebruikersprogramma wordt afgewerkt.
• Het fail-safe-gebruikersprogramma wordt onveranderd verwerkt.
• Alle functies van het programmeerapparaat zijn beschikbaar.
(Uitzonderingen: Programma laden en wissen).
Spanning inschakelen 1
INFO
Na afloop van OB001 worden totale-wismerker (M 112.05),
aanloopmerker (M 112.03), herstartmerker (M 112.04) gereset en ST-
RUN-merker (M112.00) geset.
Alle uitgangen (FS en ST) worden uitgeschakeld. Het FS- en het ST-
gebruikersprogramma worden gestopt.
Notities
Eerste ingebruikname
Eisen hardware:
• Netvoedingsmodule: Voedingsspanning (zie handleiding van de net-
voedingsmodule of de beknopte beschrijving van de PSS) aangesloten
• In-/uitgangsmodulen: Voedingsspanning (24 V DC) aangesloten
• Bezetting van de moduuldrager correct: Eerste steekplaats met net-
voedingsmodule en tweede steekplaats met CPU-module bezet.
Eisen software:
• Werkend gebruikersprogramma is beschikbaar
• Gewenste I/O-configuratie in DB004 ingevoerd
• Bij woordmodulen: Adressering in DB005 invoeren
INFO
De programmacassette wordt bij het totale wissen niet gewist. Een RAM-
cassette moet met het programmeerapparaat gewist worden.
Foutbehandeling
De veiligheidsbesturing controleert tijdens het verloop van het programma
voortdurend de hard- en software. Een fout die daarbij wordt ontdekt, leidt
tot het volgende verloop:
• Indeling van de fout in een foutklasse. Aan iedere foutklasse is een
foutcode toegekend.
• Weergave van de foutcode op het display van de CPU-module.
• Invoer van de fout met bijbehorende parameters in de fout-stack.
DW Inhoud
084 Pointer op actuele fout
085 Foutklasse van de 1ste ingevoerde fout
086 Foutnummer van de 1ste ingevoerde fout
087 Foutlocatie van de 1ste ingevoerde fout
088 Foutparameter van de 1ste ingevoerde fout
089 ... 092 Foutbeschrijving van de 2de ingevoerde fout
093 ... 096 Foutbeschrijving van de 3de ingevoerde fout
097 ... 100 Foutbeschrijving van de 4de ingevoerde fout
101 ... 104 Foutbeschrijving van de 5de ingevoerde fout
105 ... 108 Foutbeschrijving van de 6de ingevoerde fout
109 ... 112 Foutbeschrijving van de 7de ingevoerde fout
113 ... 116 Foutbeschrijving van de 8ste ingevoerde fout
117 ... 120 Foutbeschrijving van de 9de ingevoerde fout
121 ... 124 Foutbeschrijving van de 10de ingevoerde fout
125 ... 128 Foutbeschrijving van de 11de ingevoerde fout
129 ... 132 Foutbeschrijving van de 12de ingevoerde fout
133 ... 136 Foutbeschrijving van de 13de ingevoerde fout
137 ... 140 Foutbeschrijving van de 14de ingevoerde fout
141 ... 144 Foutbeschrijving van de 15de ingevoerde fout
145 ... 148 Foutbeschrijving van de 16de ingevoerde fout
RUN-toestand
LED "RUN ST"
aan
AUTO PG AUTO PG
Fatale Fatale Lichte Zware
SPS SPS
fout in fout in fout in ST ST fout in
FS ST ST PG PG ST
Afb.8-1: Omschakelen van de besturing door een fout of wijziging van de keuzetoets FS
Soorten fouten:
• Lichte fouten
Het systeem schakelt naar de STOP-toestand (als in de fout-OB geen
andere instructies staan), de LED "RUN" is uit en op het display ver-
schijnt een foutmelding "S-##". Het fail-safe-gebruikersprogramma loopt
verder en alle functies van het programmeerapparaat zijn beschikbaar.
- Mogelijke oorzaken:
Fouten in het gebruikersprogramma
- Behandeling:
· Met het programmeerapparaat de fout-stack uitlezen
· Met de dynamische programmaweergave een triggerconditie instellen
om de fout op te zoeken
Voorbeeld: S023
S-07
S020:
C=20: Foutklasse 20, d.w.z. meldingsfout
N=02: Foutnummer 02, d.w.z. standaarddeel is in de STOP-toestand
geschakeld.
S107:
C=07: Foutklasse 07, CRC-fout
N=01: Foutnummer 01, d.w.z. de programmacassette bevat een foutieve
bouwsteen
AT betekent: De foutlocatie volgt
yyxxx Foutplaats: Bouwsteentype yy en bouwsteennummer xxx
Diagnose
Voor het maken van een foutdiagnose zijn er verschillende middelen:
• Weergave van variabelen: De actuele toestand van de variabelen (b.v.
in- en uitgangen) wordt in een tabel weergegeven.
• Dynamische programmaweergave: De actuele inhoud van de operanden
van een programmadeel wordt weergegeven.
Dynamische programmaweergave
Notities
Systeemdatabouwstenen
Voor de communicatie tussen het standaardgebruikersprogramma of het
programmeerapparaat en het besturingssysteem zijn de databouwstenen
DB000 en DB004 ... DB009 beschikbaar. De volgende tabellen laten een
overzicht van de bezetting zien.
DB000
DB000 bevat algemene programmagegevens en kan niet door het
gebruikersprogramma gewijzigd worden.
DB004
DB004 bevat algemene programmagegevens van het standaarddeel.
DB006
DB007
DB007 bevat de zendgegevens van de gebruikerspoort.
DB008
DB008 bevat de zendgegevens van de gebruikerspoort.
DB009
Organisatiebouwstenen
De voorwaarde voor het oproepen van organisatiebouwstenen is door het
besturingssysteem bepaald, de functie is bepaald door de gebruiker. De
volgende tabellen geven een overzicht van de bezetting.
Standaardfunctiebouwstenen - Systeemaanroepen
De volgende tabel beschrijft de functies van standaardfunctiebouwsteen
SB254 die leiden tot een oproep van het besturingssysteem:
Functiecode Functie
0 ... 11 Bedienen van de gebruikerscommunicatiepoort
12 Real-time klok setten
32 Weergave op het display
36 Fail-safe-databouwsteen aanroepen
Wijzigingen in de ST Systeembeschrijving
www www.pilz.com
18 591-12/99 Printed in Germany