Professional Documents
Culture Documents
MODERNE DEVOTIE OVERIJSSEL Ov
MODERNE DEVOTIE OVERIJSSEL Ov
OVERIJSSEL
Van Vollenhove, St. Jansklooster en
Hasselt naar de IJsselsteden. Van de Vecht
en Salland, naar Twente en de Dinkel.
Iets later dan de broeders vestigden in 1405 zich zusters in Vollenhove, mede
door toedoen van de broeders van het klooster St. Janskamp. Het klooster
krijgt de naam Clarenberg. Ook de zusters kiezen in 1418 voor de Derde Orde
van Franciscus, ze sluiten zich aan bij het Kapittel van Utrecht.
In 1592 kwam er een einde aan het kloosterleven van de Moderne Devotie
zusters. Op de plek van het klooster staat nu een groot verzorgingstehuis, met
de naam van Nieuw Clarenberg.
De zusters van Hasselt vormden voor het eerst een gemeenschap in 1397, sterk
beïnvloedt door de Moderne Devotie. In 1414 sloten ze zich aan bij het Kapittel
van Utrecht, daardoor werden ze ook formeel met de Moderne Devotie
verbonden. De Rooms Katholieke Kerk, middels de Paus, had toestemming
gegeven voor deze Derde Orde met de regel van Franciscus.
Het Mariaklooster in Hasselt was sterk verbonden met het Moderne Devotie
klooster op de Agnietenberg te Zwolle. Deze Augustijner Koorheren, met
Thomas van Kempen in hun midden, kregen zelfs onderdak toen zij op de
vlucht waren vanwege een conflict rond de bisschoppen.
Naast het klooster van de Moderne Devotie in Hasselt was er ook nog het
Zwartewaterklooster van de Benedictinessen, gelegen tussen Hasselt en
Zwartsluis. Het klooster Mariënberg kende een bijzondere vestigingsreden(Slag
bij Ane) en was tussen 1233 en 1588 een klooster met veel invloed. In 1492
werd het een dubbelklooster. Na 1588 zijn de nonnen gevlucht naar Hasselt.
Daar vonden de nonnen onderdak in het Mariaklooster, later vonden ze een
eigen plek aan de Herengracht.
Bij Hattem hadden zich al eerder enkele nonnen gevestigd die de regels van
Mariënberg niet streng genoeg vonden.
Geert Groote heeft meerdere keren Kampen bezocht. De ene keer als prediker
en missionaris van een hervormingsbeweging. De andere keer als
boeteprediker en als brenger van de juiste leer. Kampen en IJsselmuiden
raakten daardoor al vroeg beïnvloed door de Moderne Devotie.
Zwolle en Windesheim
Deventer en Zwolle worden wel gezien als de bakermat van de Moderne
Devotie beweging. Het is daarom niet verwonderlijk dat in beide steden relatief
veel gemeenschappen van de Broeders en Zusters van het Gemene Leven
worden gevonden. Een aantal van die locaties maken nog steeds deel uit van
het straatbeeld.
3. Rond 1401 trokken een aantal Zusters van het Gemene Leven over de
stadsgracht. Ze stichten een gemeenschap ten oosten van de stad, op de
plek waar later het ziekenhuis de Weezenlanden kwam te staan. In 1484
kozen de zusters voor de regel van Augustinus. Het werden conversinnen
van St. Augustinus, in het klooster Mariënbosch of Buschklooster.
Vanwege dreiging zijn ze in 1510, 1516 en definitief in 1524, binnen de
stadsmuren gevlucht. Het einde van het klooster kwam in 1591.
4. In 1397 was er ook al een groep Zusters van het Gemene Leven uit de
stad getrokken. Zij kozen, net als de zusters van het Buschklooster, in
1484 voor de regel van Augustinus en werden conversinnen van St.
Augustinus. Het klooster van St. Agnes of Maatklooster bevond zich net
als het Buschklooster ten oosten van de stad. Van 1581 tot 1593 werden
de zusters van het St. Agnesklooster ondergebracht in het grote
Dominicanenklooster, binnen de stadsmuren. De Dominicanen waren er
door de Spanjaarden uitgezet. Zo werd het Dominicanenklooster in haar
laatste jaren een klooster voor Moderne Devote zusters, die er een veilig
onderkomen vonden.
Deze Zusters van het Gemene Leven vestigden zich in 1409 buiten de
stad in een huis in Musschenhagen buiten de Voorsterpoort. In 1438
erven de zusters het naastgelegen Geertruid van Zuthemhuis. Zo
ontstaat het Wytenhuis of Agathaklooster. Het Agathaklooster was te
vinden op de plaats waar nu de Brandweerkazerne en Leen Bakker zijn
gevestigd aan de Harm Smeengekade en de Mussenhage. Vanwege
toenemende onrust verhuizen ze naar binnen de muren van de stad.
Zeker tot 1611 zijn de zusters nog samen blijven wonen.
Een grote groep Zusters van het Gemene leven ontfermden zich over de
kinderen in de stad en richten een Kinderhuis in. Speciaal voor arme en
weeskinderen. Ze werden daarbij geholpen door Frater Hendrik Foppens
van Gouda, de coördinator, rector en huisvader van de gemeenschappen
van de Zusters van het Gemene Leven in Zwolle.
Het Caeciliaklooster bereikte tussen 1389 en 1600 een geweldige
omvang tussen Bitterstraat, Broerstraat en de Kleine Aa. Wat resteert is
nog de Weeshuispoort, verhuisd naar de Praubstraat. Daarnaast is er nog
het Hervormd Weeshuis, terug te herleiden naar het Caeciliaklooster. Zij
zetten zich in het bijzonder in voor projecten voor kinderen en jongeren.
Weeshuispoort aan de Praubstraat. Het is hier naar toe verhuisd toen het
klooster en het Kinderhuis gesloopt werden.
Deze Zusters van het Gemene Leven hebben zich binnen de stadsmuren
gevestigd, aan de oostkant van de stad. Ze werkten veel samen met de
Moderne Devoten van het Bethlehemsklooster en van het klooster van
Windesheim. Het Cadenetersklooster was te vinden aan de
Schoutenstraat van 1390 tot 1616. De kloosterkapel bestaat nog steeds
en doet nu dienst als de Waalse Kerk. Frater Hendrik Foppens begeleidde
ook dit zusterhuis.
De Kloosterkapel van het Geertruid Cadenetershuis van de Zusters van
het Gemene Leven. Nu is het een Waalse Kerk.
In hetzelfde jaar dat Geert Groote overleed aan de Pest, vestigden zich
Broeders aan de Begijnestraat(Praubstraat) in 1384. Al snel verhuisden
de Broeders naar de Nemelerberg, later Agnietenberg genoemd(1385).
Geert Groote had hen nog geholpen om een goede plek te vinden.
In het jaar 1395 kozen ze ervoor om door te gaan als Broeders van het
Gemene Leven. Ze wilden graag een klooster stichten maar kregen
Daarvoor geen toestemming van het Stadsbestuur van Zwolle.
Volgende pagina
Een aantal Broeders uit Deventer wilden zich graag terugtrekken buiten
de stad. Geert Groote heeft daar nog net voor zijn dood toestemming
voor gegeven. Het ging immers in tegen zijn ideaal van een
lekenbeweging midden in de samenleving. In 1387 kozen de Broeders, na
overleg met de bisschop van Utrecht en de Paus, voor de regel van
Augustinus. Er zal geen aparte regel komen voor de Moderne Devotie.
Samen met het klooster Eemstein bij Dordrecht, Mariëndal bij Arnhem
en het klooster Nieuw Licht bij Hoorn, vormde het Augustijner klooster
van Windesheim in 1395 de eerste Congregatie van de Moderne Devotie.
Windesheim werd het moederklooster, vandaar de naam het Kapittel
van Windesheim. Vanuit dit klooster in Windesheim werden de andere
kloosters bestuurd, tot in Vlaanderen en ver in Dutsland toe.
In 1581 kwam er een eind aan de activiteiten van dit belangrijke klooster
van de Moderne Devotie. Wat nog resteert zijn de brouwerij en de
graanzolder( zie foto hieronder) van het klooster, met daarnaast nog wat
kloosterboerderijen en onderaardse gangen en kelders.
Dirk van Herxen ( 1381 – 1457) was afkomstig uit het Buurtschap Herxen,
vlakbij Windesheim. Hij volgde de Latijnse School in Deventer en ging toen op
advies van de prior van Windesheim, Johan Vos van Heusden, naar Zwolle. Hij
trok in 1406 in het Fraterhuis Gregorius, waar Gerard van Kalkar rector was. In
datzelfde jaar werd hij tot priester gewijd. Toen Gerard van Kalkar in 1409
overleed, werd Dirk van Herxen de tweede rector van het Fraterhuis. Hij bleef
dat tot aan zijn dood. Dirk was sterk missionair ingesteld, zo stichtte hij
Fraterhuizen in Den Bosch, Doesburg, Groningen en Harderwijk.
Een grafsteen van Dirk van Herxen is nu terug te vinden in de oude brouwerij
van het klooster Windesheim, tegenwoordig een Nederlands Hervormde Kerk.
Onder invloed en inspiratie van Geert Groote gingen een aantal broeders
een devote gemeenschap vormen in het Vicarishuis, aan de Engesteeg,
in 1380. Florens Radewijns trok veel met Geert Groote op, hij ontfermde
zich later ook over de tiener Thomas van Kempen. In 1383 kozen de
broeders, onder leiding van Florens Radewijns voor de Gemeenschap van
Broeders van het Gemene leven.
Ze verhuisden uit het Vicarishuis naar het Heer Florenshuis aan de
Pontsteeg. Dat was in 1391 en daar zijn ze tot 1574 gebleven.
Plaquette op het Florenshuis te Deventer(vorige pagina).
De Zusters van St. Caecilia leefden in gemeenschap aan het Lamme van
Dieseplein. Dit Zusterhuis stond er vanaf 1388. Vanaf het begin leefden
de Zusters vanuit de Geest van de Moderne Devotie. Net als de Zusters
van het Buyskenshuis moesten zij een aantal jaren in ballingschap
doorbrengen. De Zusters van het Lamme van Diesehuis verbleven van
1426 tot 1432 in Zutphen. Daarna konden ze hun leven tot 1591
vervolgen in het Lamme van Diesehuis.
4. Het Kerstekenshuis, Zusters van het Gemene Leven
Deze Zusters van St. Ursula vormden vanaf 1400 een gemeenschap. Ook
zij moesten vluchten en hebben van 1426 tot 1432 in ballingschap in
Zutphen doorgebracht. Daarna zij ze in 1470 gefuseerd met het
Kerstekenshuis. Ook dit samengevoegde Zusterhuis moest in 1591 met
haar activiteiten stoppen.
Op de plek waar nu het Burgerweeshuis staat stond vroeger een Huis van
Begijnen. Vandaar ook de naam Begijnestraat. De Begijnen vestigden zich
daar al in 1306. Ze werden bijgestaan door de Minderbroeders. Veel
later, in 1506, kozen de Begijnen voor de Derde Orde en de regel van
Franciscus. Ze sloten zich aan bij het Kapittel van Utrecht van de
Moderne Devotie. Het Olde Convent is in Deventer de enige
geloofsgemeenschap die koos voor deze vorm van de Moderne Devotie.
Daarmee waren voor de Zusters alle drie vormen van de Moderne
Devotie in Deventer aanwezig. Het Olde Convent paste qua vorm tussen
de Zusters van het Gemene Leven en het klooster in Diepenveen in.
Naast het Olde Convent was aan de Begijnestraat ook nog het
Stappenhuis gevestigd, ook daar leefden Begijnen. Zij kozen niet voor de
Moderne Devotie, maar werkten er wel veel mee samen. Nu is het
Stappenhuis een mooi hofje.
Het Burgerweeshuis staat nu op de plek van het Olde Convent.
Net als bij de broeders in Deventer waren er ook onder de zusters die
een groot verlangen hadden om zich helemaal op God te richten. Ze
vonden een rustige plek in Diepenveen, met voldoende mogelijkheden
voor uitbreiding. Wat begon in 1400 als een Zustergemeenschap van de
Moderne Devotie, onder leiding van rector Jan Brinckerinck veranderde
al snel in 1402 in een kloostervorm met de regel van Augustinus. In 1412
sloten de Augustinessen zich aan bij het Kapittel van Windesheim. Als
Zusters van de Moderne Devotie waren ze nauw verwant met dit
Kapittel.
In 1578 zijn ze Deventer ingevlucht vanwege toenemende onrust. In
1591 werden de activiteiten van de Augustinessen van de Moderne
Devotie stilgelegd. De Kloosterkapel is nu een kerk van de Protestantse
Kerk Nederland.
Heer Everds was een huisarts in Almelo. Hij had veel gehoord over Geert
Groote en wilde hem wel eens aan de tand voelen. Zo ontmoette hij Geert
Groote in Deventer en raakte onder de indruk en geïnspireerd. Teruggekomen
in Almelo richtte hij een huis in voor Broeders van het Gemene Leven. In 1394
kreeg dit huis een formele status binnen de Moderne Devotie Beweging. Het
werd vanaf toen het Meester Everdshuis genoemd. In 1404 werd het Huis
gesloten, veel broeders waren ondertussen naar andere locaties getrokken.
Albergen, gemeente Tubbergen
Net als bij de eerste christenen hadden veel broeders en zusters van de
Moderne Devotie het verlangen om erop uit te trekken. Vooral de broeders
waren missionair ingesteld. Zo gingen een aantal broeders uit Zwolle op weg
naar het oosten. In Albergen vonden ze een geschikte plek op de kruising van
wegen tussen Oost en West, Noord en Zuid. Hier stichten ze in 1406 een
gemeenschap van Broeders van het Gemene Leven. Een deel van de Broeders
wilde later verder gaan naar een kloostervorm met de regel van Augustinus.
Een ander deel van de Broeders haakte daarom af. In 1447 sloten de
overgebleven Broeders zich als Augustijner Koorheren aan bij het Kapittel van
Windesheim. Het klooster kwam tot grote bloei en had grote betekenis voor de
hele omgeving. Na veel oorlogsschermutselingen werd het Antoniusklooster in
1582 opgeheven.
Maquette van het Klooster Sint Antonius, met Sint Antonius uitgelicht
In Ootmarsum stond vanaf 1277 een Commanderij van de Duitse Orde. Deze
orde is in Utrecht sterk hervormd door de Moderne Devotie Beweging. De
Duitse Orde richtte zich vooral op ziekenzorg en ontwikkeling. Ook waren ze
vaak biechtvaders voor de zusters van de Moderne Devotie.
In 1635 kwam er een eind aan de activiteiten van Commanderij Gregorius in
Ootmarsum.
Mariënberg
Op de plek van de oude Kapel is door Plaatselijk Belang een nieuw Kapel
gebouwd ; Mariaborch.
Dalfsen