You are on page 1of 28

Een professional

met diepgang III


Competenties voor de hbo-theoloog

Een geactualiseerd opleidingsprofiel


en opleidingskwalificaties
van de hbo-opleiding Godsdienst-Pastoraal Werk

april 2017
2
Inhoudsopgave

Woord Vooraf 4
Inleiding ............................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ 5

Hoofdstuk 1
De opleiding Godsdienst Pastoraal Werk (GPW) als onderdeel van het domein sociaal-agogische opleidingen........ 8
1.1 De opleiding GPW en opleidingen Sociaal Werk ................................................................................................................................................................................................8
1.2 De missie van Sociaal Werk......................................................................................................................................................................................................................................................................... 8
1.3 Trends en ontwikkelingen binnen het professioneel handelen van de sociaal-agogische.................................................. 9
en religieus-agogische professional
1.4 Taakgebieden van het sociaal-agogisch handelen...................................................................................................................................................................................... 10

Hoofdstuk 2
De hbo-theoloog ......................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................... 11
2.1 Het werkveld van de hbo-theoloog ...................................................................................................................................................................................................................................... 11
2.2 De missie: een professional met diepgang ............................................................................................................................................................................................................. 11
2.3 De kernkwaliteiten van de hbo-theoloog .................................................................................................................................................................................................................. 11
2.4 De generieke competenties van de hbo-theoloog .................................................................................................................................................................................. 12
2.5 Onderscheid in kern- en generieke competenties .................................................................................................................................................................................... 12

Hoofdstuk 3
Opleidingskwalificaties van de hbo-theoloog ..................................................................................................................................................................................................................................... 13
3.1 De opleidingscompetenties ................................................................................................................................................................................................................................................................. 13
A. Kerncompetenties van het religieus-agogisch handelen .............................................................................................................................................................. 13
B. Generieke competenties ............................................................................................................................................................................................................................................................................ 15

Hoofdstuk 4
De ‘body of knowledge’ van de opleiding Godsdienst-pastoraal werk .................................................................................................................................................. 17

Hoofdstuk 5
Het eindniveau van de opleidingskwalificaties GPW ............................................................................................................................................................................................................... 24

Aanbevelingen ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. 25
Geraadpleegde literatuur ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................... 26
Geraadpleegde websites ............................................................................................................................................................................................................................................................................................................. 27

Een professional met diepgang III Competenties voor de hbo-theoloog 3


Woord vooraf

Dit document beschrijft het geactualiseerde competen- Mede daarom is het adequaat dat het Brancheoverleg
tieprofiel van de hbo-theoloog. voor de GPW-opleidingen ervoor heeft gekozen het
Het bouwt voort op Professional met Diepgang, Domein- competentieprofiel van de bachelor theologie in te
competenties voor de Bachelor of Theology, dat in 2006 voegen binnen het sociaal-agogisch domein, uiteraard
is opgesteld door het Brancheoverleg Godsdienst Pas- met behoud van het specifiek op theologie en zingeving
toraal Werk (GPW) en in 2011 is dit herzien (PmD II). In gerichte karakter van GPW.
deze nieuwe versie worden de opleidingskwalificaties
die in beide documenten zijn geformuleerd bewerkt en De term ‘godsdienst-pastoraal werker’, waarmee de
geactualiseerd in aansluiting op recente ontwikkelin- hbo-theoloog wordt aangeduid, getuigt van de ver-
gen binnen het domein van de Hogere Sociale Studies wantschap met de sociaal-agogische collega’s, de eigen
en in aansluiting bij andere relevante ontwikkelingen, identiteit van deze ‘levensbeschouwelijk’ professional
zoals o.a beschreven in het KNAW-rapport Klaar om te en sluit daarnaast aan bij de gangbare benaming van de
wenden en het WRR-rapport Geloven in het publieke opleiding in het CROHO.
domein.1
De aanduiding hbo-theoloog omvat in dit document
Anders dan binnen het wetenschappelijk onderwijs, verschillende levensbeschouwelijke oriëntaties, waaron-
waar religiewetenschap en theologie behoren tot het der als belangrijkste in Nederland het christendom, het
domein van de geesteswetenschappen, is er binnen de Jodendom, het humanisme, de islam, het boeddhisme,
wereld van het hoger beroepsonderwijs voor gekozen het hindoeïsme.
opleidingen die zich richten op godsdienst, levensbe-
schouwing en pastoraat onder te brengen bij het soci-
aal-agogisch domein. Deze keuze benadrukt het deels
agogische karakter van de opleidingen GPW, die steeds
gericht zijn op de beroepsuitoefening van de bachelor
theologie. Het doet daarmee voor een deel recht aan
het karakter van de studie en de beroepsuitoefening
van de theoloog, maar slechts voor een deel; voor een
ander deel onderscheidt de hbo-theoloog zich van de
sociale agogen op een aantal punten die sterk de eigen-
heid van het beroep bepalen. Die eigenheid zal in dit do-
cument onder meer blijken uit een aantal competenties,
die specifiek gelden voor de opleiding tot hbo-theoloog
en buiten het brede domein van de sociale agogiek
vallen. De plaatsing van het werk van de hbo-theoloog
binnen het brede veld van sociaal werk is evenwel in
overeenstemming met een groeiende beroepspraktijk,
waarin theologen hun eigensoortig beroep uitoefenen
als collega’s van sociaal-agogen.

1 Clevers, H. e.a., Klaar om te wenden. De academische bestudering


van religie in Nederland: een verkenning. Amsterdam: KNAW,
2015. En tevens: Donk van de, W.B.H.J e.a., Geloven in het publieke
domein. Verkenningen van een dubbele transformatie. Amster-
dam: AUP, 2006.

4
Inleiding

In juni 2015 heeft de agendacommissie van het Bran- hiervoor zal zijn het profiel zoals dat in ‘Professional
cheoverleg de lectoren van CHE, Viaa, Fontys en Winde- met Diepgang II’ is verwoord.
sheim gevraagd om het beroepsprofiel van de hbo-theo- 3. Een aantal aanbevelingen voor vervolgonderzoek.
loog te actualiseren. In de projectopdracht werd Deze aanbevelingen zijn gerelateerd aan de kansen,
gesproken over een uitwerking in twee fasen, te weten: maar ook aan mogelijke bedreigingen, die de inven-
tarisatie onder opbrengst 1 zal hebben opgeleverd.
1) een toekomstverkenning gericht op de positie, rol
en profilering van de hbo-theoloog binnen de sa- Op initiatief van het Brancheoverleg is een projectgroep
menleving van 2025, en daaruit volgend ingesteld bestaande uit een aantal lectoren van de
CHE, Viaa, Windesheim en Fontys. Het Brancheoverleg
2) een geactualiseerd beroepsprofiel. wil een vervolg geven aan de in dit profiel verwerkte
resultaten door een proces in te richten dat moet leiden
In een reactie op dit voorstel hebben lectoren van ge- tot verdere validering en tot de vaststelling van het
noemde opleidingen aangegeven dat de voorgestelde werkingsgebied.
toekomstverkenning en actualisering van het beroeps-
profiel van de hbo-theoloog – gelet op de complexiteit Werkwijze
van de vraagstelling - een veel grondiger onderzoek De werkgroep bestaande uit dr. S. (San) van Eersel
zouden vereisen dan het projectvoorstel toelaat. Op (Windesheim), dr. R. (René) Erwich (CHE en voorzitter),
grond hiervan is in overleg met de agendacommissie dr.ir. M. (Marja) Jager-Vreugdenhil (Viaa) en dr. A.J. (Hans)
van het Brancheoverleg in juni 2015 besloten om het Jonker (Fontys) heeft de actualisering van het profiel ter
projectvoorstel op te splitsen in twee gedeelten: hand genomen door middel van de volgende stappen:

1) een eerste kleinschalige verkenning van het be- 1. Het inventariseren, lezen en analyseren van relevan-
roepsperspectief van de hbo-theoloog, uitmondend te documenten die betrekking hebben op de profile
in een geactualiseerd beroepsprofiel dat door oplei- ring van de hbo-theoloog. Hiertoe werden relevante
dingen kan worden gebruikt voor de inrichting van brondocumenten bestudeerd op trends en ontwik-
hun curriculum, en kelingen die voor het beroep en de ontwikkeling van
het beroep van de hbo-theoloog van betekenis zijn
2) de aanvraag van een RAAK-subsidie waarmee bo- (vgl. het literatuuroverzicht achterin dit document)
vengenoemde vragen diepgaander kunnen worden 2. Een nadere analyse van de betekenis van deze do-
onderzocht in een tweede fase na vaststelling van cumenten voor een actualisering van het bestaande
het geactualiseerde profiel. profiel Een professional met diepgang II.
3. Een toetsing van het geactualiseerde profiel bij een
Doel van het project selectie van relevante sleutelfiguren uit het domein
Doel van dit project is om te komen tot een voorlopige en de verwerking van feedback in het geactualiseer-
actualisering van het bestaande beroepsprofiel van de de profiel.
hbo-theoloog, zoals dat in ‘Professional met Diepgang 4. Een slotrapportage van de bevindingen. Deze rap-
II’ wordt verwoord. Deze actualisering kan vervolgens portage omvat zowel een eerste en voorlopige
als uitgangspunt dienen voor een veel breder en meer beschrijving van het beroepsprofiel van de toekom-
gefundeerd onderzoek naar de plek die de hbo-opgelei- stige hbo-theoloog, als ook een aantal aanbevelin-
de theoloog anno 2025 zou kunnen innemen. gen voor het eerdergenoemde vervolgonderzoek.

Voorgestelde resultaten De beschrijving van het profiel en de opleidingskwa-


Het project kent drie opbrengsten: lificaties baseert zich qua inhoud in hoofdzaak op het
document Professional met Diepgang II. Wat betreft
1. Een eerste beschrijving van het beroepsperspectief kader en vorm sluit de beschrijving aan bij Vele takken,
van de hbo-theoloog. Hieronder verstaan we een eer- één stam (2008). Tevens verhoudt het profiel zich tot
ste verkenning van de reële kansen en mogelijkheden het vernieuwde conceptcompetentieprofiel van Sociaal
voor de uitoefening van het beroep van hbo-theo- Werk. Wat betreft het niveau richt het geactualiseerde
loog in de Nederlandse samenleving van 2025. profiel zich op het GPW-bachelorniveau en hierbij is de
2. Een op grond van dit perspectief geactualiseerd opleiding GL buiten beschouwing gelaten vanwege ei-
beroepsprofiel van de hbo-theoloog. Uitgangspunt gen accenten en de relatie met het educatieve domein.

Een professional met diepgang III Competenties voor de hbo-theoloog 5


Verhouding tot het domeinprofiel Sociaal Werk Tevens is rekening gehouden met de eisen die gesteld
Tijdens het schrijven van dit profiel (2016) werd worden aan de kwaliteit van de bachelor-afgestudeer-
tegelijkertijd ook aan een nieuw opleidingsprofiel de, zoals recent verwoord in de hbo-agenda Kwaliteit als
Sociaal Werk geschreven door vertegenwoordigers Opdracht (KaO) en in Beoordelen is Mensenwerk.3
van het landelijke opleidingsoverleg in het sociaal- Daarin wordt gesteld dat een hbo-opgeleide dient te
agogisch domein. Dit betrof een herziening van het voldoen aan de volgende standaard:
profileringskader Vele takken, één stam, dat op zijn beurt • een gedegen theoretische basis
een vervolg was op de Profilering Agogische Domeinen. • responsiviteit en openheid ten opzichte van culture-
Deze documenten beschrijven overkoepelend en le ontwikkelingen
kaderstellend de sociaal-agogische competenties die • ondernemerschap
gemeenschappelijk zijn voor alle opleidingen binnen het • onderzoekend vermogen om bij te kunnen dragen
domein. aan de ontwikkeling van het beroep,
• voldoende professioneel vakmanschap, en tenslotte
De opleidingskwalificaties van de hbo-opleiding GPW • beroepsethiek en maatschappelijke oriëntatie die
zijn in Een professional met Diepgang beschreven in het past bij een verantwoordelijke professional.
kader van de sociaal-agogische opleidingen, omdat de • vanzelfsprekend maakt de internationale dimensie
GPW-opleidingen zijn ondergebracht binnen het sociaal- onderdeel uit van elk aspect van deze standaard.
agogisch domein. Deze positionering benadrukt het
deels agogische karakter van de opleidingen GPW. Om expliciet te voldoen aan de eis van een gedegen
theoretische basis is in dit document een extra onder-
Een deel van de GPW-competenties is afgeleid van de deel opgenomen over de body of knowledge van de
competenties van het Sociaal Werk-profiel; een an- opleiding GPW, gevolgd door een algemene indicatie
der deel van de competenties geldt specifiek voor de van het niveau waarop de beschreven competenties
hbo-theoloog. In het bijzonder moet hierbij gedacht moeten worden beheerst.
worden aan de verbinding van theologische kennis en Vanwege de eis dat de afgestudeerde over het onder-
hermeneutische vaardigheid. zoekend vermogen dient te beschikken om bij te kun-
Voor het deel dat wel refereert aan de Sociaal Werk- nen dragen aan de ontwikkeling van het beroep heeft
competenties is nagegaan in hoeverre de beoogde de competentie professionalisering extra aandacht
bijstelling in het profiel Sociaal Werk aanleiding gaf tot gekregen.
wijzigingen in het GPW-profiel. Daartoe is een concept De eis van een voortdurende onderzoekende en inno-
van het nieuwe domeinprofiel Sociaal Werk geraad- verende houding van de professional komt voort uit de
pleegd ten behoeve van de bijstelling van het profiel veranderde context van de GPW-er, die steeds minder
en de kwalificaties van de opleidingen GPW.2 Daarnaast vaak is geïnstitutionaliseerd. Binnen deze context zijn
is op basis van eigen studie ook nagegaan op welke hbo-theologen niet langer alleen binnen kerkelijke
manier de algemeen agogische, maar ook de specifiek organisaties werkzaam, maar ook binnen een groeiende
theologische competenties, bijgesteld zouden moeten diversiteit aan werkomgevingen (in instellingen voor
worden naar aanleiding van de recente maatschappelij- zorg en welzijn, binnen leger en justitie, in ondernemin-
ke ontwikkelingen. gen). Deze bredere werkcontext bestaat uit meer fluïde
gemeenschappen of netwerken dan voorheen (bijvoor-
beeld als vrijgevestigde professional). Dit geldt voor alle
hbo-professionals in zekere mate4, en voor
mens- en maatschappijgerichte beroepen waar ook
GPW onder valt in nog sterkere mate.

3 HBO-Raad, Kwaliteit als Opdracht. Leiden, 2009 en Andriessen,


D., Beoordelen is mensenwerk. Vereniging Hogescholen.
2 De projectgroep heeft gewerkt met een conceptversie van het Den Haag, 2014.
nieuwe profiel Sociaal Werk (versie 0.6/14.03.2016). De definitie- 4 Andriessen, D., Praktisch relevant én methodisch grondig?
ve versie van dit profiel wordt in de loop van 2016 verwacht. Dimensies van onderzoek in het HBO. Utrecht: HU, 2014.

6
Omdat de context waarin hbo-theologen werken zo
divers en in ontwikkeling is, is de formulering van de
kwalificaties zo weinig mogelijk gespecificeerd naar tra-
ditionele taakgebieden, zonder deze overigens te willen
uitsluiten. Dat binnen de opleiding voldoende aandacht
wordt besteed aan de beroepsethiek en maatschappe-
lijke oriëntatie lag reeds in de bestaande competenties
besloten.

De internationale dimensie is verweven in alle overige


onderdelen. In het curriculum van de opleiding dient de
internationale oriëntatie tot uiting te komen, waarbij
interculturele sensitiviteit aandacht dient te krijgen.

Een professional met diepgang III Competenties voor de hbo-theoloog 7


Hoofdstuk 1
Dit hoofdstuk vervolgt met een beschrijving van het
De opleiding Godsdienst brede en generieke domein van de sociaal agogische
opleidingen en beroepen, waaronder de opleiding GPW
Pastoraal Werk (GPW) als en de hbo-theoloog ressorteren. Hoofdstuk 2 bespreekt
vervolgens wat specifiek is voor de opleiding GPW en de
onderdeel van het domein hbo-theoloog.

sociaal-agogische opleidingen 1.2 De missie van Sociaal Werk

In het concept Profiel Sociaal Domein wordt de profile-


ring van de sociaal-agogische opleidingen beschreven.
1.1 De opleiding GPW en opleidingen De missie die daar wordt geformuleerd voor het sociaal
Sociaal Werk werk is ontleend aan de internationale organisaties
IASSW en de IFSW8 en luidt:
De opleiding GPW leidt op tot hbo-theoloog, met
functies zoals kerkelijk werker, pastoraal of diaconaal The Social Work profession promotes social change,
werker, algemeen levensbeschouwelijk werker of re- problem solving in human relationships and the empo-
li-ondernemer.5 De hbo-theoloog is gespecialiseerd werment and liberation of people to enhance well-being.
in het begeleiden van mensen met betrekking tot de Utilising theories of human behaviour and social systems,
levensbeschouwelijke aspecten van het leven. Hij werkt social work intervenes at the points where people interact
binnen kerken en instellingen of als vrijgevestigd levens- with their environments. Principles of human rights and
beschouwelijk werker of consulent.6 social justice are fundamental to Social Work.
De bacheloropleiding GPW behoort binnen het hoger
beroepsonderwijs tot de sociaal-agogische opleidingen Dit impliceert dat sociaal-agogisch werk
en leidt op tot de graad van Bachelor of theology. In • bepaalde doelen nastreeft (sociale verandering, pro-
beginsel is het mogelijk dat deze binnen het hbo en bleemoplossing, toerusting en bevrijding) teneinde
vervolg krijgt in een masteropleiding GPW.7 een gewenste eindtoestand (‘well-being’) te bereiken,
In het nieuwe profiel wordt de concrete beroepsbe- • daartoe bepaalde kennis en vaardigheden benut
oefening van Sociaal Werkers onderverdeeld in drie (theories),
landelijk gedefinieerde profielen: Welzijn en Samenle- • en intervenieert op een specifiek punt in het sociale
ving, Zorg en Jeugd. Daarbij wordt opgemerkt dat deze systeem (the point where people interact with their
profielen soms in combinatie zullen voorkomen in de environments) en zich daarbij baseert op zekere
beroepspraktijk, en dat er ook overschrijdende perspec- waarden (human rights and social justice).
tieven of thematische perspectieven zijn waarin sociaal
werk van betekenis is en die niet direct binnen deze pro- Het sociaal-agogisch handelen is in essentie gericht op
fielen geduid kunnen worden. De hbo-theoloog heeft het sociaal functioneren van mensen oftewel hun deel-
bij uitstek een profiel dat een dergelijk overschrijdend nemen aan het maatschappelijk leven. Aspecten daar-
en thematisch perspectief heeft. Het is overschrijdend van op verschillende niveaus zijn:
omdat de hbo-theoloog zich zowel richt op individuele • Individueel sociaal functioneren: relationele
pastorale zorg als op ontwikkeling van geloofsgemeen- autonomie. Dit aspect heeft betrekking op het
schappen en de verbinding van geloofsgemeenschap- gegeven dat mensen individu willen zijn én
pen met andere gemeenschappen. Ook thematisch verbonden willen zijn met anderen. Enerzijds gaat
is het theologisch profiel onderscheidend van andere het om zelfbepaling, zelfregie en authenticiteit.
sociaal-agogische beroepen. Anderzijds om het willen meedoen met en meetellen
bij anderen, participeren.
• Sociaal functioneren van netwerken. Dit aspect heeft
betrekking op het functioneren van netwerken,
waarbij het PDM doelt op allerlei menselijke verban-
5 Wellicht zou de aanvulling met de (kerkelijk) jongerenwerker
den, waaronder familie, scholen, verenigingen en
wenselijk zijn, echter deze opleiding wordt nu in zeer geringe
cultuurgemeenschappen, en ook virtuele netwerken.
mate aangeboden.
Deze netwerken zijn belangrijk voor het individueel
6 VTES, p. 11.
sociaal functioneren.
7 Op het moment van afronding van dit document is er geen
aparte hbo-master GPW, wel bieden enkele opleidingen een
uitstroompakket aan gericht op de geestelijke verzorging binnen
de master Godsdienstleraar. Fontys Hogescholen en Windesheim 8 De International Association of Schools of Social Work en de
kennen een Master-GL met een GV-uitstroom. International Federation of Social Workers.

8
• Sociaal functioneren van gemeenschappen. Het PDM Dat betekent een nauwere samenwerking met niet-
doelt hiermee op meer gedifferentieerde, complexe professionals: leden van deze netwerken, vrijwilligers,
en omvangrijke verbanden dan bij netwerken, bij- of mensen die elkaar als lotgenoten helpen vanuit hun
voorbeeld buurten, wijken met gedifferentieerde ervaringsdeskundigheid.
cultuurgemeenschappen, steden met gedifferenti- Voor het domein van de hbo-theoloog betekent dit
eerde sociale vraagstukken. Het gaat hierin om de net als voor andere sociaal-agogen dat het perspectief
realisatie van waarden als rechtvaardigheid, rechts- van het sociaal functioneren van netwerken en ge-
gelijkheid, kansengelijkheid en veiligheid, die belang- meenschappen belangrijker wordt dan voorheen. De
rijk zijn voor het sociaal functioneren van mensen en betekenis van netwerken, waaronder geloofsgemeen-
netwerken.9 schappen, voor het sociaal functioneren van individuen
neemt toe. Kerken en andere geloofsgemeenschappen
Zowel de sociaal-agogische als ook de religieus-ago- zien hierin voor zichzelf ook zeker een rol weggelegd.10
gische professional werkt in zeer diverse sociale con- Niet alleen zal mogelijk meer een beroep op hen ge-
texten, waarbinnen mensen, groepen en organisaties daan worden voor de eigen leden, ze willen ook graag
functioneren. In zijn werk is vaak een combinatie nodig vanuit hun religieuze eigenheid vormgeven aan (dia-
van het werken vanuit het perspectief van het individu- conale) initiatieven ten behoeve van mensen die hulp
eel sociaal functioneren, het perspectief van netwerken nodig hebben buiten de eigen gemeenschap. Daarbij
(specifiek ook vaak: geloofsgemeenschappen) en het neemt de vraag toe naar professionals die deze ini-
perspectief van een veel grotere gemeenschap, vooral tiatieven professioneel kunnen ondersteunen.11 Dit
als het gaat om het nastreven van waarden van recht- betekent voor de hbo-theoloog dat hij zich meer zal
vaardigheid en barmhartigheid. In alle gevallen zijn de richten op het sociaal functioneren op het niveau van
opgaven, waar het sociaal-agogisch werk voor staat, netwerken (geloofsgemeenschap) en gemeenschap-
tijd- en cultuurgebonden en hebben ze een normatieve pen (verbinding met complexere gemeenschappen op
dimensie. bijv. buurt- of dorpsniveau), en/of de betekenis van de
eigen religieuze traditie voor het nieuw vormgeven van
waarden als rechtvaardigheid en barmhartigheid tot op
1.3 Trends en ontwikkelingen binnen mondiaal niveau.
het professioneel handelen van Een algemenere trend die zichtbaar is in de samenleving
de sociaal- agogische en religieus- is die van de individualisering en daaraan gekoppeld
agogische professional. de-institutionalisering. Mensen kiezen op alle levenster-
reinen, maar zeker ook op het religieuze en sociale vlak,
In de afgelopen jaren is het sociaal domein sterk veel vrijer dan voorheen uit alle voorhanden mogelijk-
in ontwikkeling en daarmee ook de professie heden. Ze zijn daarbij minder vanzelfsprekend loyaal
van de sociaal-agogen. Zeer bepalend hierin is aan specifieke tradities of gemeenschappen. Dit brengt
de grote stelselwijziging, concreet de invoering veel dynamiek en onzekerheid voor geloofsgemeen-
van de Wet maatschappelijke ondersteuning, de schappen met zich mee en tegelijkertijd voor individuen
Zorgverzekeringswet, de Wet langdurige zorg, de een veel complexere opgave om zichzelf te definiëren
Jeugdwet, de Participatiewet en de Wet op het en zich ergens aan te verbinden. Tegelijkertijd nemen
passend onderwijs. Deze stelselwijziging heeft grote vragen op het gebied van zingeving en religie zeker niet
veranderingen in de Nederlandse verzorgingsstaat ten af: juist waar de samenleving complexer wordt is er veel
gevolge en beoogt een duidelijke cultuurverandering. behoefte aan betekenisgeving en verbinding met ‘het
Belangrijke elementen in de beoogde hogere’.12 Voor de hbo-theoloog betekent dit dat hij
cultuurverandering zijn een nadrukkelijker beroep op een belangrijke taak heeft in het verbinden van zowel
zelfregie en het vinden van eigen oplossingen voor individuele mensen als geloofsgemeenschappen en
problemen, gepaard met een grotere rol voor informele andere netwerken in hun zoektocht naar betekenisvolle
sociale netwerken rond mensen die ondersteuning verbondenheid met elkaar en met het hogere dat ge-
nodig hebben. Daarnaast wordt gestuurd op meer zocht wordt.
efficiëntie en resultaatgerichtheid in de professionele
zorg. Van sociaal-agogen wordt in toenemende mate
gevraagd om niet zozeer zelf mensen individueel te
begeleiden, maar veel meer mensen te ondersteunen
om samen met de voor hen relevante netwerken hun
sociaal functioneren vorm te geven.
10 Jager-Vreugdenhil, 2012
11 Slendebroek-Meints, 2013.
9 Profiel Sociaal Domein p. 8 – 11. 12 Van den Brink. De lage landen en het hogere.

Een professional met diepgang III Competenties voor de hbo-theoloog 9


1.4 Taakgebieden van het sociaal- Taakgebied 3
agogisch handelen Dit was eerder geformuleerd als:
Professionaliseringstaken: werken aan eigen professionali-
Sociaal agogisch handelen kende in het oude profiel sering en aan die van de beroepsgroep.
(VTES) drie taakgebieden en daaraan gekoppeld een Het werken aan professionaliteit en professionalisering
set van competenties.13 In het concept van het nieuwe omvat alle taken die bijdragen aan de ontwikkeling van
profiel zijn deze taakgebieden op hoofdlijnen gehand- een eigen beroepsidentiteit. Eveneens het vermogen
haafd.14 een bijdrage te leveren aan het beroep of de beroeps-
ontwikkeling. Dat gebeurt door signalering van lacunes
Taakgebied 1 tussen wat beleidsmatig en politiek wordt beoogd in de
Dit was eerder geformuleerd als: werkvelden en de praktijk van alledag waarin niet aan
Agogisch-vakmatige taken: het ondersteunen van mensen, beoogde normen en/of standaarden wordt voldaan.
groepen of samenleving. Daarnaast gaat het om onderzoek, innovatie en het
Deze taken voeren sociaal-agogen uit in de zes eerder- ontwerpen van diensten en methodieken voor klanten,
genoemde domeinen van menselijk functioneren klantgroepen of (geloofs)gemeenschappen.

Dit is nu geformuleerd als: Dit is nu geformuleerd als:


Bevorderen van sociaal functioneren: Sociaal werkers Professionaliseren: Sociaal Werkers maken ethische
bevorderen de relationele autonomie van mensen in/ afwegingen met gebruik van internationale beroeps-
en hun primaire leefomgeving. Ze bevorderen de kracht codes, maken gebruik van de discretionaire ruimte en
van een breed scala aan verschillende (typen) netwer- brengen hun ethische afwegingen over het voetlicht
ken t.b.v. optimaal sociaal functioneren van mensen, bij de verschillende betrokkenen. Ze handelen kritisch
netwerken en gemeenschappen. En ze bevorderen de reflecterend en zijn gericht op duurzame werking van
kracht van een breed scala aan verschillende (typen) interventies. En ze ontwikkelen zichzelf (en dragen bij
netwerken t.b.v. optimaal sociaal functioneren van men- aan beroepsontwikkeling).
sen, netwerken en gemeenschappen.
De taakgebieden voor sociaal-agogische professionals
Taakgebied 2 lijken hiermee in essentie gehandhaafd te worden. Wel
Dit was eerder geformuleerd als: worden nieuwe accenten gelegd op basis van de in 1.3
Organisatorische en bedrijfsmatige taken: werken in of geschetste ontwikkelingen.
vanuit een bedrijf of arbeidsorganisatie.
Dit betreft het bijdragen aan het functioneren van een
bedrijf of arbeidsorganisatie, waaronder kwaliteitszorg,
beleidsontwikkelingen, samenwerking in netwerken,
aansturing van medewerkers en vrijwilligers en dergelij-
ke. Het veronderstelt het vermogen tot ondernemend
denken en handelen.

Dit is nu geformuleerd als:


Werken in en met diverse organisatorische verban-
den: Sociaal werkers werken transparant, resultaatge-
richt en efficiënt. Ze onderscheiden output en outcome.
Ze dragen bij aan het organiseren van (interdisciplinaire)
samenwerking binnen of tussen (professionele) netwer-
ken op zodanige wijze dat mensen, netwerken en ge-
meenschappen hun eigen doelstellingen kunnen halen.
En ze dragen bij aan de voortgang van het teamwerk,
initiëren wat er moet gebeuren naar de teamleden en
dragen bij aan de agendasetting van opdrachtgevers.

13 naar VTES, p.21-24.


14 14 PSD p. 18.

10
Hoofdstuk 2
De inspiratie van waaruit en het geestelijk domein waar-
De hbo-theoloog in hij werkt vereisen dat hij een professional met diep-
gang is. De missie van deze professional met diepgang
kan, in aansluiting op de algemene missie van sociaal
In dit hoofdstuk wordt het eigene weergegeven van werk, aldus worden omschreven:
de hbo-theoloog als professional. Eerst wordt kort het
werkveld beschreven. Daaropvolgend wordt stil gestaan Het werk van de hbo-theoloog bevordert
bij de missie, taken, kernkwaliteiten en generieke com- persoonlijke en sociale verandering,
petenties van de hbo-theoloog. in het bijzonder de groei in (gemeenschappelijke) spiri-
tualiteit en oriëntatie op waarden,
en draagt aldus bij aan
2.1 Het werkveld van de hbo-theoloog de verbetering van menselijke relaties,
waarbij mensen worden toegerust en hun bevrijding
Zoals reeds in de inleiding gesteld leidt de opleiding wordt bevorderd, zodat zij zelf en hun medemensen
GPW hbo-theologen op voor een heel breed werkveld: komen tot een betekenisvol leven
kerkelijk werk, pastoraat, jeugdwerk, opbouwwerk, zoals dit bedoeld is in religieuze, levensbeschouwelijke
diaconaat, geestelijke verzorging en levensbeschou- of kerkelijke tradities en beoogd wordt in de multire-
welijke begeleiding, zowel in kerkelijke instellingen en ligieuze en pluriforme samenleving waarvan zij deel
ook steeds meer daarbuiten, in instellingen voor zorg uitmaken.
en welzijn alsook als vrijgevestigde professionals. De De hbo-theoloog is gericht op het (sociaal) functioneren
hbo-theologen zijn in een grote diversiteit aan functies van netwerken en gemeenschappen en hun
werkzaam en hebben allen gemeenschappelijk dat zij gekozen theologische, levensbeschouwelijke waarden.
een beroepsopleiding hebben gevolgd waarin religieu- De professional zet zijn kennis en vaardigheden in, in
ze/levensbeschouwelijke en agogische competenties verschillende contexten.
nauw met elkaar verbonden zijn: het gaat steeds om De sociaal-agogische professie maakt gebruik van ken-
vraagstukken waarin religieus-agogisch (resp. levensbe- nis uit de theologische, religie- en sociale wetenschap-
schouwelijk-agogisch) gehandeld wordt. Hierbij speelt pen en uit bronnen van spiritualiteit en filosofie.
vooral de verhouding tot het transcendente een rol van Ze intervenieert op het punt waar existentiële, levens-
betekenis. Een ander werkveld van de hbo-theoloog is beschouwelijke of religieuze vragen van mens en we-
het onderwijs, docent godsdienst-levensbeschouwing. reld aan de orde zijn.
Zoals al eerder aangegeven, zal dit hier niet verder wor- Waarden en normen, recht en onrecht worden ge-
den uitgewerkt. plaatst in het transcendente perspectief van waaruit de
religieus-agogisch professional werkt.

2.2 De missie: een professional met Dit impliceert dat de hbo-theoloog


diepgang • bij de doelen die hij nastreeft (persoonlijke en sociale
verandering, toerusting en bevrijding) zich richt op
De hbo-theoloog ondersteunt individuen, groepen, een specifieke invulling van betekenisvol leven van
(geloofs)gemeenschappen of andere sociaal verbanden mensen, namelijk zoals deze is gedefinieerd binnen
in de samenlevingsdelen in het omgaan met religieu- de religieuze, levensbeschouwelijke of kerkelijke
ze, levensbeschouwelijke en existentiële vragen en tradities waarbinnen of van waaruit wordt gewerkt
stimuleert bij hen aandacht voor zingevingsvragen als en/of is gedefinieerd binnen het eigen religieuze
dimensie van het leven en voor het transcendente. Hij of levensbeschouwelijke referentiekader van de
doet dat met kennis van een specifieke religieuze of professional
levensbeschouwelijke traditie die hij representeert en/ • daarbij gebruik maakt van kennis uit de theologie
of vanuit de eigen identiteit. Dat kan zijn in de vorm van en de sociale wetenschappen, maar ook uit bronnen
pastorale zorg, meditatie, intern of extern gerichte ver- van spiritualiteit
kondiging, diaconaat of educatie, en ook door middel • daar intervenieert waar existentiële, levensbeschou-
van religieuze vieringen en rituelen. welijke of religieuze vragen aan de orde zijn
• daarbij waarden en normen, recht en onrecht beoor-
deelt vanuit een religieus en/of levensbeschouwelijk
perspectief.
• zich zowel op het werken met individuen als op het
werken met groepen richt.

Een professional met diepgang III Competenties voor de hbo-theoloog 11


2.3 De kernkwaliteiten van de hbo- van bepaalde religieuze of levensbeschouwelijke tradi-
theoloog ties. Hij ondersteunt (groepen) mensen in religieus en
agogisch perspectief. Voor hem geldt ook wat in het
Uit de beroepscompetenties van de hbo-theoloog die vorige hoofdstuk gezegd is over de sociaal-agoog, na-
in hoofdstuk 3 worden beschreven kunnen de volgende melijk dat deze professioneel betrokken is bij het indivi-
kernkwaliteiten worden gedestilleerd. dueel sociaal functioneren, het sociaal functioneren van
Op grond van zijn persoonlijke levensovertuiging is hij netwerken en van gemeenschappen (zie boven onder
• religieus en/of levensbeschouwelijk sensitief en 1.2). De taakgebieden van de sociaal-agoog zijn dan ook
theologisch onderlegd te vertalen naar het religieus-agogisch handelen van de
• reflexief ten aanzien van eigen (geloofs)aannames hbo-theoloog:
• integer en authentiek
• enthousiast en ondersteunend 1. bevorderen van religieus-sociaal/ levensbeschouwelijk
• communicatief en samenwerkend -sociaal functioneren van mensen, netweken en (ge-
• verantwoordelijk en reflexief loofs-)gemeenschappen.
• innovatief en ondernemend Hier gaat het om het specifieke vakgebied en de bijzon-
• in staat ethisch verantwoord mensen te begeleiden dere professionaliteit van de religieus-agogisch profes-
• dienstbaar sional. Het zijn de specifieke hermeneutische activitei-
• onderzoekend ten die kenmerkend zijn voor zijn beroepsuitoefening,
geworteld in spiritualiteit en religieus/levensbeschou-
welijke bronnen
2.4 De generieke competenties van de
hbo-theoloog 2. het werken in en met diverse organisatorische verbanden.
Het tweede gebied omvat de taken die voortvloeien uit
De hbo-theoloog heeft een aantal meer generieke het feit dat de professional werkt in of vanuit een orga-
competenties ontwikkeld als voorwaarde voor het nisatie. Dat kan zowel een kerkelijke als niet-kerkelijke
religieus-agogisch handelen. Zijn beroepscompetenties organisatie zijn, een instelling voor zorg en welzijn of
veronderstellen de volgende generieke competenties: een eigen onderneming. Het kan zijn in dienstverband
• legt verbanden tussen religieuze en/of levensbe- of als vrijgevestigde ondernemer. Steeds zijn er organi-
schouwelijke tradities van zichzelf en van anderen en satorische, coördinerende en beleidsmatige taken. Veel-
de actualiteit al wordt er gewerkt met anderen in (multidisciplinaire)
• onderzoekt, duidt en interpreteert maatschappelijke samenwerkingsverbanden en/of netwerken.
en culturele processen
• biedt ondersteuning bij religieuze en levensbeschou- 3. professionalisering
welijke vragen Kenmerkend voor de professionaliteit van de hbo-theo-
• handelt ethisch verantwoord en integer loog is de spiritualiteit waarop zijn professionaliteit is
• handelt contactueel en communicatief gebaseerd. Deze spiritualiteit zal hij dus steeds verder
• inspireert en ondersteunt mensen dienen te ontwikkelen en onderhouden. Daarnaast ver-
• bereidt bijeenkomsten voor en leidt deze eist zijn professionaliteit dat hij zijn vakmanschap verder
• entameert en begeleidt educatieve processen ontwikkelt, trends en knelpunten signaleert, onderzoek
• bevordert zelfstandigheid en delegeert doet en aan innovatie werkt. Dit veronderstelt voortdu-
• handelt gestructureerd en doelgericht rende reflectie en levenslang leren.
• initieert en begeleidt diaconale activiteiten
• handelt professioneel en oplossingsgericht Voor dit profiel is er niet voor gekozen competenties
te formuleren per taakgebied, maar om onderscheid
Deze generieke competenties liggen ten grondslag aan te maken in competenties die de kern van het religi-
en worden verbijzonderd in de opleidingscompetenties, eus-agogisch handelen bepalen en competenties die
die in het volgend hoofdstuk worden beschreven. meer generiek en ondersteunend zijn. Globaal zijn voor
de taken in taakgebied 1 competenties nodig die speci-
fiek van toepassing zijn op het domein van de hbo-theo-
2.5 Onderscheid in kern- en generieke loog, terwijl voor taakgebied 2 en 3 meer generieke
competenties competenties nodig zijn.

Te midden van zijn collega-agogen neemt de hbo-theo-


loog een bijzondere positie in. Kenmerkend voor zijn
functioneren is dat hij elke feitelijke of beoogde veran-
dering dient te begrijpen vanuit de waarden en normen

12
Hoofdstuk 3

Opleidingskwalificaties
van de hbo-theoloog
A Kerncompetenties van het religieus-agogisch
handelen

Als kerncompetenties voor de hbo-theoloog worden


vier competenties benoemd die de kern bepalen van
3.1 De opleidingscompetenties het beroepsprofiel van de hbo-theoloog:

In dit hoofdstuk worden de specifieke kwalificaties A.1 hermeneutisch competent


beschreven van de hbo-theoloog op bachelor niveau, A.2 agogisch competent
onderverdeeld naar twee typen competenties: A.3 competent in persoonlijke en spirituele
A. Kerncompetenties van het religieus-agogisch ontwikkeling
handelen A.4 communicatief competent
B. Generieke competenties. A.5 pastoraal competent/ competent in geestelijke
begeleiding
De competenties die in dit hoofdstuk worden
beschreven zijn in hoofdzaak ontleend aan het
document ‘Een Professional met Diepgang,
Domeincompetenties voor de Bachelor of Theology’. Ze A.1 Hermeneutisch competent
zijn hier evenwel geordend door onderscheid te maken
in kern- en generieke competenties. In de indeling Definitie:
zijn gedeeltelijk de drie taakgebieden herkenbaar Het vermogen om enerzijds de bronnen van een specifieke
zoals die gehanteerd zijn voor het sociaal-agogisch religieuze gemeenschap en/of organisatie en/of de
domein: het eerste taakgebied is verdeeld over de eigen spiritualiteit en anderzijds de mens in zijn huidige
kerncompetenties, het tweede en derde taakgebied context in hun onderlinge betekenisvolle samenhang te
zijn ondergebracht bij de generieke competenties, verhelderen en te verbinden en op basis daarvan passend
met uitzondering van de competentie ‘persoonlijke en te handelen.
spirituele ontwikkeling’, die bij de kerncompetenties is
gevoegd. Indicatoren:
a. Legt op methodische wijze verbanden (theoretische
en praktische) tussen een specifieke religieuze tradi-
tie en de actuele situatie.
b. Brengt hedendaagse levensbeschouwelijke vragen
van mensen in verbinding met de religieuze en le-
vensbeschouwelijke tradities en geeft daaraan een
levensbeschouwelijke interpretatie.
c. Duidt maatschappelijke en culturele processen in
het licht van een specifieke religieuze traditie.
d. Heeft inzicht in de eigen referentiekaders en in die
van anderen.
e. Reflecteert op en legt verbinding (theoretisch en
praktisch) tussen een specifieke religieuze traditie
en de huidige cultuur en samenleving.

A.2 Agogisch competent

Definitie:
Het vermogen om vanuit een specifieke religieuze gemeen-
schap en/of organisatie en/of de eigen spiritualiteit op een
bewuste, doelgerichte, procesmatige en systematische
wijze (samen) te werken aan verandering.

Een professional met diepgang III Competenties voor de hbo-theoloog 13


Indicatoren: A.4 Communicatief competent
a. Analyseert bestaande situaties samen met betrok-
kenen en maakt op basis van de analyse een samen- Definitie:
hangend ontwerp/plan ter verbetering, dan wel een Het vermogen om adequaat en doelgroepgericht te
ontwerp/plan hoe present te zijn indien verbetering communiceren met individuen, groepen, organisaties en
niet mogelijk lijkt. in netwerken, zowel mondeling als schriftelijk, verbaal
b. Stelt evaluatiecriteria op en reflecteert regelmatig als non-verbaal, waar van toepassing ook in de specifieke
op product en proces van uitvoering, daarbij gebruik context van een viering of ritueel
makend van de feedback van hen die begeleid wor-
den en andere betrokkenen. Indicatoren:
c. Appelleert aan het zelf oplossend vermogen van a. Maakt gebruik van symbolen, beelden en voorbeel-
hen die begeleid worden en hun netwerk en maakt den om levensbeschouwelijke onderwerpen ter
mensen bewust van hun individuele situatie en hun sprake te brengen en uit te leggen.
rol in geloofsgemeenschappen of andere sociale b. Geeft, waar van toepassing, op een in de context
verbanden. passende wijze, vorm aan een viering of ritueel sa-
d. Faciliteert een leeromgeving of geeft leeractivitei- men met anderen, daarbij ritueel stijlvol handelend.
ten vorm ten behoeve van leer- en vormingspro- Luistert naar signalen van individuen, groepen en
cessen met religieuze en/of levensbeschouwelijke (geloofs)gemeenschappen, probeert deze te ver-
thema’s staan en vraagt waar nodig om verduidelijking.
e. Verbindt op reflectieve wijze religieuze en/of le- c. Is in staat een dialoog te voeren waarbij eigen stand-
vensbeschouwelijke gemeenschappen met de punten en beslissingen overtuigend en met enthou-
ontwikkelingen in de samenleving en zet hen waar siasme onder woorden kunnen worden gebracht en
nodig aan tot actie. toont hierbij respect voor de ander.
f. Gaat op een professionele en oplossingsgerichte d. Schrijft heldere teksten met een duidelijke structuur
wijze om met weerstanden; durft te confronteren en opbouw.
en te corrigeren, verzoent en stimuleert. e. Formuleert passende gebeden en rituele/liturgische
teksten.
f. Kiest de juiste communicatie passend bij de doel-
A.3 Competent in persoonlijke en spirituele groep en maakt daarbij gebruik van informatie- en
ontwikkeling communicatietechnologie.

Definitie:
Het vermogen om vanuit een specifieke religieuze A.5 Pastoraal competent/ competent in geestelijke
gemeenschap en/of organisatie en/of de eigen spiritualiteit begeleiding
te reflecteren op attitude, identiteit en handelen in
beroepssituaties en om zich persoonlijk en professioneel te Definitie:
ontwikkelen. Het vermogen om mensen, individueel en groepsgewijs,
vanuit een contextuele optiek en op hermeneutisch
Indicatoren: verantwoorde wijze te ondersteunen in het omgaan met
a. Toont de volgende kernkwaliteiten: religieuze en levensvragen in zeer uiteenlopende situaties.
• levensbeschouwelijk sensitief
• integer en authentiek Indicatoren:
• enthousiast en overtuigend a. Hanteert het onderscheid tussen een gewoon ge-
• communicatief en samenwerkend sprek, hulpverlening en geestelijke begeleiding/
• verantwoordelijk pastoraat.
• reflexief ten aanzien van eigen (geloofs)aannames b. Verleent pastorale zorg/geestelijke begeleiding van-
b. Is in staat kritisch te reflecteren op religieuze tra- uit het zicht op wat nodig is en refereert aan religieu-
dities of stromingen, bijbehorende geschriften, ze en/of levensbeschouwelijke bronnen en traditie.
gebruiken en symbolen en weet die op waarde te c. Hanteert verschillende pastorale gesprekstech-
schatten. nieken gericht op geestelijke begeleiding en stelt
c. Geeft evenwichtig en op een authentieke, integere adequate diagnoses.
en ethisch verantwoorde wijze vorm aan zijn profes- d. Herkent en hanteert grenzen binnen het eigen pro-
sionele identiteit. fessionele handelen, weet de professionele balans
d. Reflecteert op de eigen religieuze en spirituele ont- tussen afstand en nabijheid te behouden en kan op
wikkeling. basis van eigen analyse waar nodig passend verwij-
e. Toont relativeringsvermogen en kent zijn grenzen. zen naar derden.

14
e. Heeft inzicht in menselijk gedrag, psychologische en e. Werkt en rapporteert volgens het kwaliteitsbor-
geestelijke processen met specifieke aandacht voor gingsysteem van de organisatie en/of is in een min-
de verhouding tot het transcendente. der geïnstitutionaliseerde context in staat het eigen
handelen aan relevante partijen (subsidieverstrek-
kers, opdrachtgevers, ‘klanten’) te verantwoorden

B Generieke
competenties
en te legitimeren.

B.2 Competent in samenwerken


Tenslotte worden diverse competenties benoemd die
van belang zijn voor alle hbo-opgeleiden, en daarmee Definitie:
ook voor de hbo-theoloog. De competenties worden Het vermogen om samen te werken met collega’s en
hier in de beschrijving toegespitst op de beroepspraktijk andere betrokkenen of doelgroepen, zowel binnen als
van de hbo-theoloog. buiten de (kerkelijke of levensbeschouwelijke) organisatie.

B.1 competent in organiseren en innoveren Indicatoren:


B.2 competent in samenwerken a. Bevordert brede samenwerking, zowel met
B.3 competent in leiding geven professionals als met vrijwilligers, en werkt in
B.4 competent in professionalisering teamverband.
b. Motiveert tot samenwerking met collega’s
en vrijwilligers en met andere organisaties en
instellingen.
B.1 Competent in organiseren en innoveren c. Organiseert activiteiten met verschillende
doelgroepen, brengt diverse opvattingen met
Definitie: elkaar in gesprek en begeleidt interreligieuze
Het vermogen om zorg te dragen voor de organisatorische ontmoetingen.
zaken die samenhangen met het werken in of vanuit d. Legt relaties met relevante organisaties,
een (kerkelijke) organisatie, instelling en ook in meer instellingen, en netwerken en bouwt deze uit,
dynamische contexten waaronder in vrijgevestigde onderhoudt deze en behartigt daarbij de belangen
praktijken. van de te vertegenwoordigen organisatie of
gemeenschap.
Indicatoren:
a. Levert een proactieve en ondernemende bijdrage
aan de structurele aspecten van de organisatie, met B.3 Competent in leiding geven
aandacht en zorg voor personeel, betrokken vrijwilli-
gers, financiën en voorzieningen. Definitie:
b. Schept in een minder geïnstitutionaliseerde of snel Het vermogen om individuen (professionals en
veranderende omgeving zelf waar nodig kaders vrijwilligers), groepen, (geloofs)gemeenschappen en
voor de organisatie van het eigen werk (financiën, organisaties dienstbaar te leiden en te begeleiden op
voorzieningen, relatiebeheer). religieus en/of levensbeschouwelijk gebied, gericht op
c. Draagt constructief en loyaal-kritisch bij aan het doelen die samenhangen met identiteit.
formuleren en behalen van gemeenschappelijke
doelen in organisaties en samenwerkingsverbanden Indicatoren:
en stimuleert hierbij (voor zover van toepassing) de a. Draagt verantwoordelijkheid voor en geeft
identiteit van de organisatie. transparant, integer en dienstbaar leiding aan
d. Levert een actieve bijdrage aan (vernieuwings-)pro- geloofs-en zingevingsprocessen bij individuen en
jecten door het doen van praktijkgericht onderzoek groepen.
naar aanleiding van gesignaleerde vragen of knel- b. Is zich bewust van de voorbeeldfunctie die een
punten, door het vertalen van de resultaten daarvan leider heeft en handelt hier ook naar.
in praktische aanbevelingen, en door het (initiëren c. Delegeert effectief taken met daarbij behorende
van) de implementatie daarvan. verantwoordelijkheden.

Een professional met diepgang III Competenties voor de hbo-theoloog 15


B.4 Competent in professionalisering

Definitie:
Het vermogen om een bijdrage te leveren aan de ontwikke-
ling van het beroep en de beroepsmethodiek met gebruik-
making van praktijkgericht onderzoek.

Indicatoren:
a. Heeft een eigen visie op het beroep, op basis van
theologische inzichten, eigen levensovertuiging en
ervaringen in de beroepsuitoefening.
b. Onderzoekt de eigen beroepspraktijk en/of de
voorwaarden voor de eigen beroepsuitoefening en
vertaalt de bevindingen in consequenties voor het
eigen handelen en dat van andere betrokkenen in
deze beroepspraktijk.
c. Onderzoekt (veranderingen in) de context van de
praktijk waarin hij zijn beroep uitoefent (organisatie,
geloofsgemeenschap, wijk), en vertaalt de resulta-
ten in praktische aanbevelingen voor verbetering
van die praktijk.
d. Draagt bij aan verspreiding van religieus-agogische
kennis onder collega’s, gemeenten, parochies, instel-
lingen en andere organisaties.

16
Hoofdstuk 4
in het beroepenveld.15 Bij het samenstellen is
De ‘body of knowledge’ gebruik gemaakt van gevalideerde bronnen,
zoals opleidingsprofielen, management-reviews
van de opleiding en curricula van alle bij het LOO aangesloten
opleidingen. In dit concept laten wij het master-
Godsdienst-pastoraal werk niveau buiten beschouwing.
4. Er is gestreefd naar een concept kennisbasis die
een goede balans zou vormen tussen specificiteit
en flexibiliteit. Ten eerste moet de kennisbasis
Inleiding voldoende specifiek zijn om op een transparante
In dit hoofdstuk wordt de concept kennisbasis (ver- en toetsbare wijze de basiskennis te beschrijven
sie 1 februari 2012) voor de opleidingen Godsdienst die verwacht mag worden van afgestudeerden,
Pastoraal Werk die verenigd zijn binnen het LOO (Lan- ongeacht de plek waar zij hun opleiding hebben
delijk Opleidings Overleg Godsdienst Pastoraal Werk) gevolgd. Anderzijds moet de kennisbasis voldoende
beschreven. De kennisbasis heeft als doel om landelijk flexibel zijn om recht te kunnen doen aan de eigen
de gemeenschappelijke basiskennis vast te stellen kleur van de verschillende opleidingen en hun
die verwacht mag worden van een afgestudeerde levensbeschouwelijke visie en achtergrond.
hbo-theoloog op bachelor-niveau, ongeacht de hoge-
school waaraan zij/hij de opleiding heeft gevolgd. De Leeswijzer
kennisbasis maakt het eenvoudiger verantwoording af De kennisbasis omvat vijf gebieden, kennis:
te leggen over het kennisgedeelte van de inhoud van de 1. Gericht op praktijken
opleidingen ten opzichte van het werkveld en andere 2. Gericht op professionaliteit
onderwijsinstellingen. 3. Gericht op bronnen
Ook maakt de kennisbasis zichtbaar dat de verschillende 4. Gericht op doordenking van theologische en
hbo-opleidingen theologie werken vanuit een gedeelde filosofische inhoud
basis, die zij elk op hun eigen specifieke wijze uitwerken. 5. Gericht op vertolking

Uitgangspunten Deze vijf gebieden functioneren als een kapstok,


1. De kennisbasis beschrijft het conceptuele, kennisge- waaraan de verschillende vakken en disciplines in de
richte deel van de competenties van de hbo-theo- opleiding zijn gehangen. De thematische indeling doet
loog (zie hoofdstuk 3). Binnen een competentie- recht aan het beroepsgerichte karakter van de hbo-
gerichte benadering is het eigenlijk niet mogelijk opleidingen theologie en is gedacht vanuit de praktijk
om kennis ‘los’ te beschrijven, aangezien deze altijd van de hbo-theoloog (op bachelor-niveau).
wordt aangeboden in samenhang met vaardigheden
en houdingsaspecten. Maar omwille van de transpa- Bij de nadere invulling van deze gebieden wordt
rantie en de toetsbaarheid wordt in dit hoofdstuk eerst aangegeven welke vakken of disciplines binnen
het kennisaspect van het competentieprofiel geïso- dit gebied vallen (kolom 1). Hierbij is grotendeels
leerd beschreven. aansluiting gezocht bij de herkenbare disciplines
2. De kennisbasis beschrijft de gedeelde basiskennis van de theologie, aangevuld met beroeps- en
die in het majorgedeelte van de opleiding wordt ontwikkelingsgerichte vakken.
aangeboden. Daarbuiten en daarboven leggen de
verschillende opleidingen eigen accenten. Ook kan Vervolgens wordt per vak of discipline een globale
een student zich, door het kiezen van minoren en aanduiding gegeven van de kennisinhouden die binnen
een afstudeerprofiel, op bepaalde kennisgebieden het curriculum worden gepresenteerd (kolom 2). In
verder ontwikkelen. Deze kennisbasis beschrijft de deze aanduiding is ernaar gestreefd de balans tussen
kennis die iedere afgestudeerde hbo-theoloog ten- specifiek en flexibel optimaal te laten zijn.
minste moet hebben verworven om startbekwaam
geacht te kunnen worden.
3. Er is uitgegaan van het huidige opleidingsaanbod
van de in het LOO verenigde hbo-opleidingen
15 De in dit hoofdstuk beschreven kennisbasis is op grond van
Godsdienst Pastoraal Werk. De kennisbasis loopt
de opdracht tot actualisering van het beroepsprofiel van de
niet vooruit op te verwachten ontwikkelingen
hbo-theoloog niet aangepast en integraal overgenomen uit
het document Een professional met diepgang II. In het licht van
de laatste aanpassing van dit document vindt de Commissie
Actualisering Profiel het wenselijk dat deze kennisma- king wel
aangepast wordt.

Een professional met diepgang III Competenties voor de hbo-theoloog 17


In de derde kolom is deze kennis verbonden met het den in het majorprogramma. Deze overeenkomst geldt
competentieprofiel van de hbo-theoloog. Elke com- voor wat betreft de GL-thema’s 1, 2, 3, 4, 5 en 7 volledig,
petentie heeft een kenniscomponent, naast een vaar- en thema 8 deels. Thema 6: Vakdidactiek is om voor
digheids- en attitudinaal aspect. In kolom 3 wordt de de hand liggende redenen niet of nauwelijks terug te
verbinding zichtbaar met de kenniscomponenten van de vinden in de kennisbasis GPW. Uiteraard is er ook binnen
GPW-competenties. GPW aandacht voor godsdienstpedagogiek en
–didactiek, maar gezien het verschil in doelgroep en
In kolom 4 is zichtbaar gemaakt hoe de verschillende wijze van leren zien wij dit ondanks de overeenkomsten
elementen in de kennisbasis GPW overeenkomen met toch als een vak apart. Hetzelfde geldt voor thema 8
elementen in de kennisbasis GL. De praktijk leert dat in uit de kennisbasis GL: Vakspecifieke vaardigheden. Een
veel opleidingen het vakinhoudelijke onderwijs wordt aantal daarvan zijn ook in de kennisbasis GPW terug te
aangeboden aan gecombineerde groepen GPW en GL. vinden, voor andere geldt dat deze dermate specifiek
Het is daarom van belang dat opleidingen kunnen laten zijn voor het vak docent dat ze niet in het curriculum
zien dat de hierin verworven kennis aansluit bij de eisen van GPW te vinden zijn. Omgekeerd biedt de kennisba-
die in de specifieke kennisbases worden gesteld. De sis GPW elementen van kennis die voor de hbo-theo-
cijfers verwijzen naar de thema’s waaruit de kennisbasis loog relevant zijn, maar die niet in de kennisbasis GL zijn
GL is opgebouwd, ter verduidelijking zijn de correspon- opgenomen. Op grond van de uitgevoerde vergelijking
derende benamingen uit de kennisbasis GL kort weer- lijkt de conclusie gewettigd dat beide kennisbases vol-
gegeven. De vergelijking laat zien dat voor het grootste doende overlap kennen om een substantieel gedeelte
deel van de kennisbasis er een grote mate van overeen- van het onderwijs in gezamenlijke groepen te kunnen
stemming is in wat er aan basiskennis wordt aangebo- (blijven) uitvoeren.

18
Kennisbasis

Gebied: 1. Gericht op praktijken

Vak Inhoud Competenties KB GL

1.1 • kerkelijke kaart, systeemtheorie 1.6 agogisch competent 2.1 Aspecten van
Gemeenteop- • kerkmodellen 2.1 competent in organi- religie
bouw • veranderingsprocessen, leiderschap, conflicthante- seren en innoveren 2.2 Aspecten van
ring, groepsdynamica 2.2 competent in samen- godsdienst
• agogiek, m.n. begeleiden van vrijwilligers werken 2.3 Aspecten van
2.3 competent in leiding levensbeschou-
geven wing
5.1 kerkelijke kaart

1.2 • conceptuele en methodische kennis van het levens- 1.2 pastoraal competent 4.2 Zincommunica-
Pastoraat beschouwelijk gesprek 1.7 communicatief tie
• theorie van gespreksvoering, rituelen in het pasto- competent 8.2 Levensbeschou-
raat, presentietheorie welijk gesprek
• kennis van stromingen: contextueel Pastoraat,
bevrijdingspastoraat, levensbeschouwelijke counse-
ling, kerygmatisch pastoraat

1.3 • wezen en geschiedenis van diakonaat 1.4 missionair-diaconaal


Diakonaat • functies van diakonaat competent
• actuele ontwikkelingen op diakonaal terrein 2.3 competent in leiding
geven

1.4 • missionaire presentie 1.4 missionair-diaconaal 4.3 Interlevensbe-


Missionair werk • interreligieuze gespreksvoering competent schouwelijke
• apologetiek 1.7 communicatief communicatie
competent 8.8 Apologetiek

1.5 • kennis van jeugdcultuur, geloofsbeleving van 1.5 educatief competent 8.9 Mystagogiek
Godsdienst- jongeren 1.6 agogisch competent
pedagogiek • inzicht in verschillende benaderingen van
geloofseducatie met jongeren en volwassenen
(mystagogiek, gemeentepedagogiek, levenslang
leren, discipelschapmodel)
• kennis van geloofsontwikkeling
• inzicht in voorbereiding en uitvoering van
educatieve trajecten, methodes en methodieken
• kennis van ontwikkelingen in jeugd- en jongeren-
werk

1.6 • kennis van liturgie en ritueel in de eigen traditie 1.1 hermeneutisch


Liturgie • doordenking van de functie van rituelen in gods- competent
en ritueel dienst in het algemeen 1.3 liturgisch competent
• kennis van bronnen en methoden voor liturgische
en/of rituele vormgeving van belangrijke levensmo-
menten

Een professional met diepgang III Competenties voor de hbo-theoloog 19


Gebied: 2. Gericht op professionaliteit

Vak Inhoud Competenties KB GL

2.1 • kennis van gendervraagstukken in relatie 2.3 competent in leiding 4.3 Interlevensbeschouwe-
Persoon en tot religie en de eigen genderpositie in geven lijke communicatie
professie het werk 3.1 competent in
• kennis van diverse reflectiemethoden persoonlijke en
• kennis van vormen en methoden van spirituele ontwikkeling
spirituele vorming en praktijken met het
oog op de eigen spirituele vorming
• algemene kennis van ICT- gebruik en ICT-
vaardigheden en gebruik sociale media

2.2 • kennis van intervisiemethodieken 1.7 communicatief


Intervisie competent
2.2 competent in
samenwerken
3.1 competent in
persoonlijke en
spirituele ontwikkeling

2.3 • kennis van beroepenveld 2.1 competent in 1.2 Oriëntatie op het


Werkveld GPW • netwerken organiseren en beroep
• samenwerken met andere disciplines innoveren
• omgaan met een organisatiecontext 2.2 competent in
samenwerken
3.1 competent in
persoonlijke en
spirituele ontwikkeling

2.4 • kennis van de theologische disciplines 1.1 hermeneutisch 1.1 Wat is theologie?
Theologie • zicht op het eigene van hbo-theologie, competent
als ambacht met name op de toepasbaarheid 1.2 pastoraal competent
van theologische inhouden in de 1.3 liturgisch competent
beroepspraktijk 1.4 missionair-diaconaal
• kennis en elementaire beheersing van competent
methoden van kwalitatief en kwantitatief 1.5 educatief competent
(theologisch) onderzoek 3.1 competent in
• ontwikkeling van persoonlijke en
onderzoeksvaardigheden en een spirituele ontwikkeling
onderzoeksattitude die past bij de
professionele beroepspraktijk van de hbo-
theoloog en het niveau van beroepsmatig
handelendat van hem of haar wordt
verwacht.

20
Gebied: 3. Gericht op bronnen

Vak Inhoud Competenties KB GL

3.1 • inleidingsvragen 1.1 hermeneutisch


Kennis van • theologie O.T en N.T. c.q. kerkelijke competent
bronteksten van traditie, Koran etcetera 1.2 pastoraal competent
de eigen traditie • basiskennis van inhoud en genres (o.a. 1.3 liturgisch competent
poëzie, profetie, apocalyptiek) 1.4 missionair-diaconaal
competent
1.5 educatief competent

3.2 • kennis van verschillende leeswijzen 1.1 hermeneutisch 8.6 Exegese


Exegetische competent
vaardigheden 1.3 liturgisch competent

3.3 • Basiskennis van christendom, 1.1 hermeneutisch 3.1 Bronnen binnen


Godsdienst- jodendom, islam, hindoeïsme, competent Jodendom
wetenschap boeddhisme, humanisme 1.4 missionair-diaconaal 3.2 Bronnen binnen
• kennis van ontstaan, inhoud, receptie competent Christendom
van de diverse heilige boeken 3.3 Bronnen binnen Islam
• kennis van geschiedenis en cultuur, 3.4 Bronnen binnen
rituelen, feesten, opvattingen van de hindoeïsme
verschillende religies 3.5 Bronnen binnen
humanisme
3.6 Bronnen binnen
boeddhisme

3.4 • hoofdlijnen van de geschiedenis 1.1 hermeneutisch 5.3 Secularisatie


Geschiedenis van van de eigen traditie en de competent 5.4 Pluraliteit
de eigen traditie in hoofdstromingen daarin 1.2 pastoraal competent 7.1 Samenleving in
context • hoofdlijnen van de Vroege Kerk, 1.3 liturgisch competent historisch perspectief
het grote schisma, Reformatie en 1.4 missionair-diaconaal
Katholieke Reformatie, Moderne Tijd competent
• kennis van kerkorde en regelgevingen 1.5 educatief competent
in eigen traditie
• kennis van religieuze ontwikkelingen
in verleden en heden in religie en
maatschappij; Ontwikkelingen
in de samenleving op het terrein
van zingeving, spiritualiteit en
levensbeschouwing (new age,
atheisme, ietsisme, humanisme,
individualisering, subjectivering,
emancipatie, verzuiling en ontzuiling,
pluraliteit en secularisatie).

Een professional met diepgang III Competenties voor de hbo-theoloog 21


Gebied: 4. Gericht op doordenking van theologische en filosofische inhoud

Vak Inhoud Competenties KB GL

4.1 • concepten uit de systematische theologie, ont- 1.1 hermeneutisch 2.6 Godsbeelden
Geloofsleer staan, inhoud, doorwerking competent 2.7 Mensbeelden
• stromingen in de theologie van de twintigste en 1.2 pastoraal competent 2.8 Wereldbeelden
eenentwintigste eeuw aan de hand van enkele 1.3 liturgisch competent 5.2 Concepten uit de
belangrijke theologen 1.4 missionair-diaconaal traditie
• kennis van de geschiedenis en de actualiteit van competent
oecumenische beweging en dialoog 1.5 educatief competent
• zicht op de specifieke verhouding van Kerk en Jo-
dendom door de eeuwen heen en in de actualiteit

4.2. • kennis van enkele invloedrijke denkers: grondleg- 1.1 hermeneutisch 2.5 Filosofie
Filosofie gers, klassieke en moderne competent 2.6 Godsbeelden
• enkele centrale begrippen van de filosofische 1.2 pastoraal competent 2.7 Mensbeelden
ideeën 1.3 liturgisch competent 2.8 Wereldbeelden
• kennis van de cultureel-maatschappelijke context 1.4 missionair-diaconaal
• modellen van zingeving competent
1.5 educatief competent

4.3 • levensbeschouwelijke ethiek 1.1 hermeneutisch


Ethiek • wijsgerige ethiek competent
• verbinding en grenzen geloof en ethiek, zor- 1.2 pastoraal competent
gethiek 3.1 competent in per-
• beroepsethiek: pastoraat en macht, gender, be- soonlijke en spiritue-
roepscode le ontwikkeling

4.4. • functionele en substantiële dimensies van gods- 1.2 pastoraal competent 7.2 Godsdienstpsychologi-
Godsdienst- dienst en religie 1.6 agogisch competent sche ontwikkelingen
psychologie • levensbeschouwing en spiritualiteit 3.1 competent in per- 2.1 Aspecten van religie
• intrinsieke en extrinsieke motivatie soonlijke en spiritue- 2.2 Aspecten van
• psychologische stromingen en godsdienst le ontwikkeling godsdienst
• ervaring en geloof, voorwaarden voor een religi- 2.3 Aspecten van
euze ervaring levensbeschouwing
• effecten religieuze ervaring 2.4 Aspecten van
• elementaire kennis van psychopathologie en psy- spiritualiteit
chosomatische factoren 4.2 Zincommunicatie

4.5 • kennis van organisatievormen, godsdienstsociolo- 2.1 competent in 2.1 Aspecten van religie
Godsdienst- gische theorieën en concepten organiseren en 2.2 Aspecten van
sociologie innoveren godsdienst
2.3 Aspecten van
levensbeschouwing

22
Gebied: 5. Gericht op vertolking

Vak Inhoud Competenties KB GL

5.1 • kennis van hermeneutische theorieën en 1.1 hermeneutisch 1.3 Omgaan met en
Hermeneutiek methoden, taaltheorie competent betekenis van taal
• inzicht in de methodiek van het leggen 1.2 pastoraal competent 4.1 Hermeneutiek
van verbanden tussen de religieuze tradi- 1.3 liturgisch competent
tie en de actuele situatie 1.4 missionair-diaconaal
competent

5.2. • kennis van doorwerking religieuze tra- 1.1 hermeneutisch


Kunst en dities in kunst en cultuur in heden en competent
cultuur verleden 1.2 pastoraal competent
1.3 liturgisch competent
1.5 educatief competent

5.3 • het onderscheiden van de specifieke 1.4 missionair-diaconaal 4.3 Interlevensbeschouwelij-


Interlevens- kenmerken van intra-religieuze en inter- competent ke communicatie
beschouwelijke religieuze communicatie 1.7 communicatief com-
communicatie • kennis van verschillende culturen petent
• kennis van voorwaarden voor en metho- 3.1 competent in per-
den van dialoog soonlijke en spirituele
ontwikkeling

Een professional met diepgang III Competenties voor de hbo-theoloog 23


Hoofdstuk 5

Het eindniveau van de


opleidingskwalificaties GPW

De beschreven opleidingscompetenties voor de • De mate van zelfstandigheid


hbo-theoloog refereren aan de generieke opleidings- • De mate van complexiteit
kwalificaties voor hbo-opleidingen welke zijn opgesteld • De mate van verantwoordelijkheid
door de commissie Franssen. Daarbij beogen zij te • Het toepassen in uiteenlopende praktijksituaties
voldoen aan de eisen die geformuleerd zijn in de zgn.
Dublin-descriptoren die in Europees verband zijn opge- Anderzijds geven de Dublin descriptoren aan, aan
steld voor het hoger onderwijs. De Dublin-descriptoren welke eisen de afgestudeerden op het bachelor- en
zijn algemene internationale beschrijvingen voor het masterniveau dienen te voldoen wat betreft:
eindniveau van het bachelor- en masteronderwijs. Dit
maakt het mogelijk om opleidingen internationaal te • Kennis en inzicht
vergelijken. In het kader van accreditatie dienen hbo-op- • Toepassen van kennis en inzicht
leidingen aan te tonen hoe zij voldoen aan de eisen van • Oordeelsvorming
de Dublin-descriptoren. • Communicatie
• Leervaardigheden
De competenties, beschreven in hoofdstuk 3, kunnen
naar inhoud zowel op bachelor- als op master-niveau Omdat de uitwerking van de eindniveaus afhankelijk
gerealiseerd worden. Daartoe dienen de indicatoren is van de definitieve versie van het profiel sociaal
voorzien te worden van een specifiek bekwaamheidsni- domein, hebben we er in deze fase voor gekozen om de
veau.16Deze zijn in dit document nog niet voor elke vergelijkingstabellen weg te laten.
competentie afzonderlijk aangegeven. Dit dient te
geschieden in het programma van de hogeschool die de Aanvullend aan de Dublin descriptoren vermelden we
opleiding GPW uitvoert. een aantal NLQF-indicatoren:18

Hier volgt slechts in algemene zin een niveau-aandui- • Context


ding. Deze is enerzijds ontleend aan de beroepenstruc- • Probleemoplossende vaardigheden
tuur in het sociaal-agogisch werk.17 Voor het niveau • Ontwikkelvaardigheden
van afgestudeerden in het hoger beroepsonderwijs is • Informatievaardigheden
niveau C (Ontwerpen en uitvoeren) en D (Regie voeren) • Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid
aan de orde. De niveaus hebben betrekking op:

16 Inmiddels wordt ook gewerkt met de NLQF-niveaus vgl. hiertoe


http://www.nlqf.nl; gericht op bacheloropleidingen betreft het
NLQF-niveau 6. [Geraadpleegd 29-4-2016].
17 Zie Klaar voor de toekomst, 2006. 18 Vgl. http://www.nlqf.nl [geraadpleegd 11-5-2016].

24
Aanbevelingen

De werkgroep heeft op basis van de door het 2. Nadere uitwerking van de BOKS: de werkgroep
Brancheoverleg verstrekte opdracht een geactualiseerd adviseert een nadere uitwerking van de kennisbasis
profiel beschreven. Zoals al aangegeven vraagt dit op basis van het geactualiseerde profiel, met inacht-
profiel gezien de trends en ontwikkelingen om vervolg- neming van de NLQF-indicatoren.
onderzoek. De werkgroep geeft hieronder een aantal
aanbevelingen voor de komende periode: 3. Beroepsprofiel: de werkgroep adviseert om met het
oog op de legitimering van het beroep duidelijkheid
1. Competentieprofiel en curricula: de werkgroep advi- te verschaffen ten aanzien van de veelheid aan
seert het geactualiseerde profiel te verwerken in de beroepsomschrijvingen die het werkveld en het veld
actuele curricula. van de opleidingen domineren.

De werkgroep:

Dr. R. Erwich (voorzitter)


Dr. S. van Eersel
Dr.ir. M. Jager-Vreugdenhil
Dr. A.J. Jonker

Ede/Utrecht/Zwolle, 3 april 2017

Een professional met diepgang III Competenties voor de hbo-theoloog 25


Geraadpleegde literatuur (selectie)

Anbeek, C., Aan de heidenen overgeleverd. Hoe theologie de Eijk, W.J., Het geloof in Christus vieren en verbreiden. Z.j.
21ste eeuw kan overleven. Baarn: Ten Have, 2013. Andriessen, Erwich, R., Gemeente in beeld. Vragen naar vitaliteit. Kampen:
D., Praktisch relevant én methodisch grondig? Dimensies van Kok, 2013.
onderzoek in het HBO. Utrecht: HU, 2014 Erwich, R., Beroepstrots! De hbo-theoloog als zelfbewuste
Andriessen, D., Beoordelen is mensenwerk. Vereniging beroepsgelovige. Ede: CHE, 2014. Erwich, R., Hoek, J.,
Hogescholen. Den Haag, 2014. Praamsma, J. M., Theologie als beroep. Verhalen van hoop.
Utrecht: Kok, 2014. Erwich, R., Praamsma, J.M., Grensgangers.
Beck, U., Individualization: Institutionalized Individualism and its Pendelen tussen geloof en cultuur. Utrecht; Kok, 2016.
Social and Political Consequences. London: Sage, 2001.
Beld van den, T., Het andere gezicht van de kerk. De acht mei Feiter, R., Müller, H., Frei geben: Pastoraltheologische Impulse
beweging 1985-2003. Nijmegen: Valkhof Pers, 2015. aus Frankreich. Ostfildern: Grünewald Verlag, 2012.
Bizot, T., De onbekende gelovige. Antwerpen: Halewijn, 2013.
Boersema, P., Paas, S. (red.), Onder Spanning; een veelzijdige kijk Gilley, G.E., Marktdenken in de kerk. Gaat het evangelie in de
op veranderingen in kerk en samenleving. Utrecht: Kok, 2011. uitverkoop? Amsterdam: Oostpublicaties, 2008. Groot de, K.,
Bons-Storm, R., Met één been in de kerk. Gorinchem: Narratio, Pieper, J., Putman, W., Zelf zorgen voor je ziel. De actualiteit
2004. van christelijke spirituele centra. Almere: Parthenon, 2013.
Brink van den, G. (red.), De lage landen en het hogere. De Grotenhuis te, M., Ontkerkelijking: oorzaken en gevolgen.
betekenis van geestelijke beginselen in het moderne bestaan Ede, 1998.
Amsterdam: AUP, 2012.
Brink van den, G. en Burg van, E. (red)., Strijdbaar of Hart de, J., Maak het nieuw! Over religieuze ontwikkelingen en
lijdzaam. De positie van Christenen in het publieke domein. de positie van de kerken: een persoonlijke geschiedenis Den
Heerenveen: Groen, 2006. Haag: SCP, 2011.
Brouwer, R., Geloven in gemeenschap. Het verhaal van een Hart de, J., Zwevende gelovigen. Oude religie en nieuwe
protestantse geloofsgemeenschap. Kampen: Kok, 2009. spiritualiteit. Amsterdam: Bert Bakker, 2011.
Brouwer, R., Levend lichaam. Dynamiek van christelijke Hart de, J., Geloven binnen en buiten verband.
geloofsgemeenschappen in Nederland. Kampen: Kok, 2007. Den Haag: SCP, 2014.
Bucher, R., Wenn nichts bleibt, wie es war; zur prekären Zukunft HBO-Raad, Kwaliteit als Opdracht. Leiden, 2009.
der katholischen Kirche. Würzburg: Echter Verlag, 2012. Heelas, P., Woodhead, L., The Spiritual Revolution. Why religion
is giving way to spirituality. Oxford: Blackwell, 2005.
Cameron, H., en Bhatti, D., Talking about God in practice. Heijden van der, S., Kerk voor een nieuwe generatie.
Theological Action, Research and Practical Theology. London: Heerenveen: Medema, 2012.
SCM Press, 2010. Heitink, G., Golfslag van de tijd. Europa’s niet te stillen
Cameron, H., en Richter, P., Studying local churches. A verlangen naar God. Utrecht: Kok, 2011.
handbook. London: SCM Press, 2005. Hellemans, G., Kloppenburg, M., en Tieleman, H., De
Cameron, H., en Reader, J., Slater, V., Theological Reflection moderniteit van religie. Zoetermeer: Meinema, 2001. Hendriks,
for Human Flourishing. Pastoral practice and public theology. J., Goede wijn. Waarderende gemeenteopbouw. Utrecht: Kok,
London: SCM Press, 2012 2013.
Clevers, H. e.a., Klaar om te wenden. De academische Hendriks, J., en Noordegraaf, A. Met liefde en beleid. Hand-
bestudering van religie in Nederland: een verkenning. reikingen voor de praktijk van gemeenteopbouwprocessen.
Amsterdam: KNAW, 2015. Gorinchem: Ekklesia, 1999.
HSAO, Vele takken, één stam. Kader voor de hogere sociaal-ago-
Dam van, P., Kennedy, J., en Wielenga, F., Achter de zuilen. Op gische opleidingen. Amsterdam: SWP, 2008.
zoek naar religie in naoorlogs Nederland. Amsterdam: AUP,
2014. Jager-Vreugdenhil, M., Nederland participatieland? De ambitie
Dekker, G., Heeft de kerk zichzelf overleefd. Zoetermeer: van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de
Meinema, 2010. praktijk in buurten, mantelzorgrelaties en kerken. Amsterdam:
Dekker, P., de Hart J. en Faulk, L., Toekomstverkenning UvA, 2012.
vrijwillige inzet 2015. Den Haag: SCP, 2007. Jeroense, J., Overduin, T., Nieuw Heilig. Over hedendaagse
Donk van de, W.B.H.J e.a., Geloven in het publieke domein. inspiratie. Vught: Skandalon, 2014.
Verkenningen van een dubbele transformatie. Amsterdam:
AUP, 2006.

26
Jewell, M. R., Ramey, D. A., The changing face of church. Geraadpleegde websites
Emerging models of parish leadership. Chicago: Loyola Press,
2010.
Johnson, L., van Wetering, M.W., Adams, Becker, S., Estrada V. https://www.onderwijsraad.nl/publicaties/2015/advies-
en Cummins, M., Gepersonaliseerd leren in Nederland, Australië, strategische-agenda-hoger-onderwijs-en-onderzoek- 2015-
Canada, Europa en de VS. NMC Horizon Project - Strategic 2025/item7299 [12-2-16]
Brief. 2/1, 2015. Austin, Texas: The New Media Consortium; en
Zoetermeer: Stichting Kennisnet. https://www.onderwijscooperatie.nl/wp-content/uploads/
Voorstel-Herijking-Bekwaamheidseisen-2014.pdf [12-2-16]
Kalsky, M., Alsof ik thuis ben. Samenleven in een land vol
verschillen. Almere: Parthenon, 2013. http://www.elearnspace.org/Articles/connectivism.htm [12-2-
Kalsky, M., en Pruim, F., Flexibel geloven. Zingeving voorbij de 16]
grenzen van religies. Vught: Skandalon, 2014.
Kennedy, J., Bezielende verbanden. Gedachten over religie, http://www.wrr.nl/fileadmin/nl/publicaties/PDF-
politiek en maatschappij in het moderne Nederland. Rapporten/2013-11-01__WRR_Naar_een_lerende_economie.
Amsterdam: Bert Bakker, 2009. pdf [12-2-16]
Kennedy, J., Stad op een berg. De publieke rol van protestante
kerken. Zoetermeer: Boekencentrum, 2010. Körver, Sj., In het https://www.waag.org/sites/waag/files/public/media/
oog in het hart. Geestelijke verzorging 2.1. Nijmegen: Valkhof publicaties/trendrapport-2014low.pdf [12-2-16]
Pers, 2014.
http://techshop.ws/images/0071821139%20Maker%20
Nauta, R., Paradoxaal leiderschap. Schetsen voor een Movement%20Manifesto%20Sample%20Chapter.pdf [12-5-
psychologie van de pastor. Nijmegen: Valkhoff Pers, 2006. 2-16]

Oh, K., en Nussli, N., Teacher training in the use of a threedi- http://www.downes.ca/files/books/Connective_Knowledge-
mensional immersive virtual world: Building understanding 19May2012.pdf [12-2-16]
through first-hand experiences Journal of Teaching and Learn-
ing with Technology, Vol. 3:1, 2014, pp. 33 - 58. http://www.nlqf.nl [12-2-16]

Protestantse Kerk, Positie van de hbo-theoloog - kerkelijk


werker. Rapport Generale Synode, april 2011.

Slendebroek-Meints, J., Help! Onderzoek binnen CGK, NGK en


GKV naar huidig en gewenst diaconaat en wat daarvoor nodig
is. Zwolle: Centrum voor Samenlevingsvraagstukken, 2014.

Top, B. (red.), Religie en verdraagzaamheid. 10 gesprekken


over tolerantie in een extreme tijd. Kampen: Ten Have, 2005.

Van Uden, M., Pieper, J., Wat baat religie?


Godsdienstpsychologen en godsdienstsociologen over het nut
van religie. Nijmegen: KSGV, 1998.
Uden van, M., Pieper, J., Zichtbare en onzichtbare religie. Over
de varianten van religieuze zin. Nijmegen: Valkhof Pers, 2009.

Vink, N., Van rooms naar hedendaags spiritueel. De zoektocht


van een randgelovige. Zoetermeer: Meinema, 2011.

Zondervan, T., Bricolage en bezieling. Over jongeren, cultuur en


religie. Averbode, 2011.

Een professional met diepgang III Competenties voor de hbo-theoloog 27

You might also like