Professional Documents
Culture Documents
Professional Met Diepgang III (April 2017 Definitief)
Professional Met Diepgang III (April 2017 Definitief)
april 2017
2
Inhoudsopgave
Woord Vooraf 4
Inleiding ............................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ 5
Hoofdstuk 1
De opleiding Godsdienst Pastoraal Werk (GPW) als onderdeel van het domein sociaal-agogische opleidingen........ 8
1.1 De opleiding GPW en opleidingen Sociaal Werk ................................................................................................................................................................................................8
1.2 De missie van Sociaal Werk......................................................................................................................................................................................................................................................................... 8
1.3 Trends en ontwikkelingen binnen het professioneel handelen van de sociaal-agogische.................................................. 9
en religieus-agogische professional
1.4 Taakgebieden van het sociaal-agogisch handelen...................................................................................................................................................................................... 10
Hoofdstuk 2
De hbo-theoloog ......................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................... 11
2.1 Het werkveld van de hbo-theoloog ...................................................................................................................................................................................................................................... 11
2.2 De missie: een professional met diepgang ............................................................................................................................................................................................................. 11
2.3 De kernkwaliteiten van de hbo-theoloog .................................................................................................................................................................................................................. 11
2.4 De generieke competenties van de hbo-theoloog .................................................................................................................................................................................. 12
2.5 Onderscheid in kern- en generieke competenties .................................................................................................................................................................................... 12
Hoofdstuk 3
Opleidingskwalificaties van de hbo-theoloog ..................................................................................................................................................................................................................................... 13
3.1 De opleidingscompetenties ................................................................................................................................................................................................................................................................. 13
A. Kerncompetenties van het religieus-agogisch handelen .............................................................................................................................................................. 13
B. Generieke competenties ............................................................................................................................................................................................................................................................................ 15
Hoofdstuk 4
De ‘body of knowledge’ van de opleiding Godsdienst-pastoraal werk .................................................................................................................................................. 17
Hoofdstuk 5
Het eindniveau van de opleidingskwalificaties GPW ............................................................................................................................................................................................................... 24
Aanbevelingen ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. 25
Geraadpleegde literatuur ........................................................................................................................................................................................................................................................................................................... 26
Geraadpleegde websites ............................................................................................................................................................................................................................................................................................................. 27
Dit document beschrijft het geactualiseerde competen- Mede daarom is het adequaat dat het Brancheoverleg
tieprofiel van de hbo-theoloog. voor de GPW-opleidingen ervoor heeft gekozen het
Het bouwt voort op Professional met Diepgang, Domein- competentieprofiel van de bachelor theologie in te
competenties voor de Bachelor of Theology, dat in 2006 voegen binnen het sociaal-agogisch domein, uiteraard
is opgesteld door het Brancheoverleg Godsdienst Pas- met behoud van het specifiek op theologie en zingeving
toraal Werk (GPW) en in 2011 is dit herzien (PmD II). In gerichte karakter van GPW.
deze nieuwe versie worden de opleidingskwalificaties
die in beide documenten zijn geformuleerd bewerkt en De term ‘godsdienst-pastoraal werker’, waarmee de
geactualiseerd in aansluiting op recente ontwikkelin- hbo-theoloog wordt aangeduid, getuigt van de ver-
gen binnen het domein van de Hogere Sociale Studies wantschap met de sociaal-agogische collega’s, de eigen
en in aansluiting bij andere relevante ontwikkelingen, identiteit van deze ‘levensbeschouwelijk’ professional
zoals o.a beschreven in het KNAW-rapport Klaar om te en sluit daarnaast aan bij de gangbare benaming van de
wenden en het WRR-rapport Geloven in het publieke opleiding in het CROHO.
domein.1
De aanduiding hbo-theoloog omvat in dit document
Anders dan binnen het wetenschappelijk onderwijs, verschillende levensbeschouwelijke oriëntaties, waaron-
waar religiewetenschap en theologie behoren tot het der als belangrijkste in Nederland het christendom, het
domein van de geesteswetenschappen, is er binnen de Jodendom, het humanisme, de islam, het boeddhisme,
wereld van het hoger beroepsonderwijs voor gekozen het hindoeïsme.
opleidingen die zich richten op godsdienst, levensbe-
schouwing en pastoraat onder te brengen bij het soci-
aal-agogisch domein. Deze keuze benadrukt het deels
agogische karakter van de opleidingen GPW, die steeds
gericht zijn op de beroepsuitoefening van de bachelor
theologie. Het doet daarmee voor een deel recht aan
het karakter van de studie en de beroepsuitoefening
van de theoloog, maar slechts voor een deel; voor een
ander deel onderscheidt de hbo-theoloog zich van de
sociale agogen op een aantal punten die sterk de eigen-
heid van het beroep bepalen. Die eigenheid zal in dit do-
cument onder meer blijken uit een aantal competenties,
die specifiek gelden voor de opleiding tot hbo-theoloog
en buiten het brede domein van de sociale agogiek
vallen. De plaatsing van het werk van de hbo-theoloog
binnen het brede veld van sociaal werk is evenwel in
overeenstemming met een groeiende beroepspraktijk,
waarin theologen hun eigensoortig beroep uitoefenen
als collega’s van sociaal-agogen.
4
Inleiding
In juni 2015 heeft de agendacommissie van het Bran- hiervoor zal zijn het profiel zoals dat in ‘Professional
cheoverleg de lectoren van CHE, Viaa, Fontys en Winde- met Diepgang II’ is verwoord.
sheim gevraagd om het beroepsprofiel van de hbo-theo- 3. Een aantal aanbevelingen voor vervolgonderzoek.
loog te actualiseren. In de projectopdracht werd Deze aanbevelingen zijn gerelateerd aan de kansen,
gesproken over een uitwerking in twee fasen, te weten: maar ook aan mogelijke bedreigingen, die de inven-
tarisatie onder opbrengst 1 zal hebben opgeleverd.
1) een toekomstverkenning gericht op de positie, rol
en profilering van de hbo-theoloog binnen de sa- Op initiatief van het Brancheoverleg is een projectgroep
menleving van 2025, en daaruit volgend ingesteld bestaande uit een aantal lectoren van de
CHE, Viaa, Windesheim en Fontys. Het Brancheoverleg
2) een geactualiseerd beroepsprofiel. wil een vervolg geven aan de in dit profiel verwerkte
resultaten door een proces in te richten dat moet leiden
In een reactie op dit voorstel hebben lectoren van ge- tot verdere validering en tot de vaststelling van het
noemde opleidingen aangegeven dat de voorgestelde werkingsgebied.
toekomstverkenning en actualisering van het beroeps-
profiel van de hbo-theoloog – gelet op de complexiteit Werkwijze
van de vraagstelling - een veel grondiger onderzoek De werkgroep bestaande uit dr. S. (San) van Eersel
zouden vereisen dan het projectvoorstel toelaat. Op (Windesheim), dr. R. (René) Erwich (CHE en voorzitter),
grond hiervan is in overleg met de agendacommissie dr.ir. M. (Marja) Jager-Vreugdenhil (Viaa) en dr. A.J. (Hans)
van het Brancheoverleg in juni 2015 besloten om het Jonker (Fontys) heeft de actualisering van het profiel ter
projectvoorstel op te splitsen in twee gedeelten: hand genomen door middel van de volgende stappen:
1) een eerste kleinschalige verkenning van het be- 1. Het inventariseren, lezen en analyseren van relevan-
roepsperspectief van de hbo-theoloog, uitmondend te documenten die betrekking hebben op de profile
in een geactualiseerd beroepsprofiel dat door oplei- ring van de hbo-theoloog. Hiertoe werden relevante
dingen kan worden gebruikt voor de inrichting van brondocumenten bestudeerd op trends en ontwik-
hun curriculum, en kelingen die voor het beroep en de ontwikkeling van
het beroep van de hbo-theoloog van betekenis zijn
2) de aanvraag van een RAAK-subsidie waarmee bo- (vgl. het literatuuroverzicht achterin dit document)
vengenoemde vragen diepgaander kunnen worden 2. Een nadere analyse van de betekenis van deze do-
onderzocht in een tweede fase na vaststelling van cumenten voor een actualisering van het bestaande
het geactualiseerde profiel. profiel Een professional met diepgang II.
3. Een toetsing van het geactualiseerde profiel bij een
Doel van het project selectie van relevante sleutelfiguren uit het domein
Doel van dit project is om te komen tot een voorlopige en de verwerking van feedback in het geactualiseer-
actualisering van het bestaande beroepsprofiel van de de profiel.
hbo-theoloog, zoals dat in ‘Professional met Diepgang 4. Een slotrapportage van de bevindingen. Deze rap-
II’ wordt verwoord. Deze actualisering kan vervolgens portage omvat zowel een eerste en voorlopige
als uitgangspunt dienen voor een veel breder en meer beschrijving van het beroepsprofiel van de toekom-
gefundeerd onderzoek naar de plek die de hbo-opgelei- stige hbo-theoloog, als ook een aantal aanbevelin-
de theoloog anno 2025 zou kunnen innemen. gen voor het eerdergenoemde vervolgonderzoek.
6
Omdat de context waarin hbo-theologen werken zo
divers en in ontwikkeling is, is de formulering van de
kwalificaties zo weinig mogelijk gespecificeerd naar tra-
ditionele taakgebieden, zonder deze overigens te willen
uitsluiten. Dat binnen de opleiding voldoende aandacht
wordt besteed aan de beroepsethiek en maatschappe-
lijke oriëntatie lag reeds in de bestaande competenties
besloten.
8
• Sociaal functioneren van gemeenschappen. Het PDM Dat betekent een nauwere samenwerking met niet-
doelt hiermee op meer gedifferentieerde, complexe professionals: leden van deze netwerken, vrijwilligers,
en omvangrijke verbanden dan bij netwerken, bij- of mensen die elkaar als lotgenoten helpen vanuit hun
voorbeeld buurten, wijken met gedifferentieerde ervaringsdeskundigheid.
cultuurgemeenschappen, steden met gedifferenti- Voor het domein van de hbo-theoloog betekent dit
eerde sociale vraagstukken. Het gaat hierin om de net als voor andere sociaal-agogen dat het perspectief
realisatie van waarden als rechtvaardigheid, rechts- van het sociaal functioneren van netwerken en ge-
gelijkheid, kansengelijkheid en veiligheid, die belang- meenschappen belangrijker wordt dan voorheen. De
rijk zijn voor het sociaal functioneren van mensen en betekenis van netwerken, waaronder geloofsgemeen-
netwerken.9 schappen, voor het sociaal functioneren van individuen
neemt toe. Kerken en andere geloofsgemeenschappen
Zowel de sociaal-agogische als ook de religieus-ago- zien hierin voor zichzelf ook zeker een rol weggelegd.10
gische professional werkt in zeer diverse sociale con- Niet alleen zal mogelijk meer een beroep op hen ge-
texten, waarbinnen mensen, groepen en organisaties daan worden voor de eigen leden, ze willen ook graag
functioneren. In zijn werk is vaak een combinatie nodig vanuit hun religieuze eigenheid vormgeven aan (dia-
van het werken vanuit het perspectief van het individu- conale) initiatieven ten behoeve van mensen die hulp
eel sociaal functioneren, het perspectief van netwerken nodig hebben buiten de eigen gemeenschap. Daarbij
(specifiek ook vaak: geloofsgemeenschappen) en het neemt de vraag toe naar professionals die deze ini-
perspectief van een veel grotere gemeenschap, vooral tiatieven professioneel kunnen ondersteunen.11 Dit
als het gaat om het nastreven van waarden van recht- betekent voor de hbo-theoloog dat hij zich meer zal
vaardigheid en barmhartigheid. In alle gevallen zijn de richten op het sociaal functioneren op het niveau van
opgaven, waar het sociaal-agogisch werk voor staat, netwerken (geloofsgemeenschap) en gemeenschap-
tijd- en cultuurgebonden en hebben ze een normatieve pen (verbinding met complexere gemeenschappen op
dimensie. bijv. buurt- of dorpsniveau), en/of de betekenis van de
eigen religieuze traditie voor het nieuw vormgeven van
waarden als rechtvaardigheid en barmhartigheid tot op
1.3 Trends en ontwikkelingen binnen mondiaal niveau.
het professioneel handelen van Een algemenere trend die zichtbaar is in de samenleving
de sociaal- agogische en religieus- is die van de individualisering en daaraan gekoppeld
agogische professional. de-institutionalisering. Mensen kiezen op alle levenster-
reinen, maar zeker ook op het religieuze en sociale vlak,
In de afgelopen jaren is het sociaal domein sterk veel vrijer dan voorheen uit alle voorhanden mogelijk-
in ontwikkeling en daarmee ook de professie heden. Ze zijn daarbij minder vanzelfsprekend loyaal
van de sociaal-agogen. Zeer bepalend hierin is aan specifieke tradities of gemeenschappen. Dit brengt
de grote stelselwijziging, concreet de invoering veel dynamiek en onzekerheid voor geloofsgemeen-
van de Wet maatschappelijke ondersteuning, de schappen met zich mee en tegelijkertijd voor individuen
Zorgverzekeringswet, de Wet langdurige zorg, de een veel complexere opgave om zichzelf te definiëren
Jeugdwet, de Participatiewet en de Wet op het en zich ergens aan te verbinden. Tegelijkertijd nemen
passend onderwijs. Deze stelselwijziging heeft grote vragen op het gebied van zingeving en religie zeker niet
veranderingen in de Nederlandse verzorgingsstaat ten af: juist waar de samenleving complexer wordt is er veel
gevolge en beoogt een duidelijke cultuurverandering. behoefte aan betekenisgeving en verbinding met ‘het
Belangrijke elementen in de beoogde hogere’.12 Voor de hbo-theoloog betekent dit dat hij
cultuurverandering zijn een nadrukkelijker beroep op een belangrijke taak heeft in het verbinden van zowel
zelfregie en het vinden van eigen oplossingen voor individuele mensen als geloofsgemeenschappen en
problemen, gepaard met een grotere rol voor informele andere netwerken in hun zoektocht naar betekenisvolle
sociale netwerken rond mensen die ondersteuning verbondenheid met elkaar en met het hogere dat ge-
nodig hebben. Daarnaast wordt gestuurd op meer zocht wordt.
efficiëntie en resultaatgerichtheid in de professionele
zorg. Van sociaal-agogen wordt in toenemende mate
gevraagd om niet zozeer zelf mensen individueel te
begeleiden, maar veel meer mensen te ondersteunen
om samen met de voor hen relevante netwerken hun
sociaal functioneren vorm te geven.
10 Jager-Vreugdenhil, 2012
11 Slendebroek-Meints, 2013.
9 Profiel Sociaal Domein p. 8 – 11. 12 Van den Brink. De lage landen en het hogere.
10
Hoofdstuk 2
De inspiratie van waaruit en het geestelijk domein waar-
De hbo-theoloog in hij werkt vereisen dat hij een professional met diep-
gang is. De missie van deze professional met diepgang
kan, in aansluiting op de algemene missie van sociaal
In dit hoofdstuk wordt het eigene weergegeven van werk, aldus worden omschreven:
de hbo-theoloog als professional. Eerst wordt kort het
werkveld beschreven. Daaropvolgend wordt stil gestaan Het werk van de hbo-theoloog bevordert
bij de missie, taken, kernkwaliteiten en generieke com- persoonlijke en sociale verandering,
petenties van de hbo-theoloog. in het bijzonder de groei in (gemeenschappelijke) spiri-
tualiteit en oriëntatie op waarden,
en draagt aldus bij aan
2.1 Het werkveld van de hbo-theoloog de verbetering van menselijke relaties,
waarbij mensen worden toegerust en hun bevrijding
Zoals reeds in de inleiding gesteld leidt de opleiding wordt bevorderd, zodat zij zelf en hun medemensen
GPW hbo-theologen op voor een heel breed werkveld: komen tot een betekenisvol leven
kerkelijk werk, pastoraat, jeugdwerk, opbouwwerk, zoals dit bedoeld is in religieuze, levensbeschouwelijke
diaconaat, geestelijke verzorging en levensbeschou- of kerkelijke tradities en beoogd wordt in de multire-
welijke begeleiding, zowel in kerkelijke instellingen en ligieuze en pluriforme samenleving waarvan zij deel
ook steeds meer daarbuiten, in instellingen voor zorg uitmaken.
en welzijn alsook als vrijgevestigde professionals. De De hbo-theoloog is gericht op het (sociaal) functioneren
hbo-theologen zijn in een grote diversiteit aan functies van netwerken en gemeenschappen en hun
werkzaam en hebben allen gemeenschappelijk dat zij gekozen theologische, levensbeschouwelijke waarden.
een beroepsopleiding hebben gevolgd waarin religieu- De professional zet zijn kennis en vaardigheden in, in
ze/levensbeschouwelijke en agogische competenties verschillende contexten.
nauw met elkaar verbonden zijn: het gaat steeds om De sociaal-agogische professie maakt gebruik van ken-
vraagstukken waarin religieus-agogisch (resp. levensbe- nis uit de theologische, religie- en sociale wetenschap-
schouwelijk-agogisch) gehandeld wordt. Hierbij speelt pen en uit bronnen van spiritualiteit en filosofie.
vooral de verhouding tot het transcendente een rol van Ze intervenieert op het punt waar existentiële, levens-
betekenis. Een ander werkveld van de hbo-theoloog is beschouwelijke of religieuze vragen van mens en we-
het onderwijs, docent godsdienst-levensbeschouwing. reld aan de orde zijn.
Zoals al eerder aangegeven, zal dit hier niet verder wor- Waarden en normen, recht en onrecht worden ge-
den uitgewerkt. plaatst in het transcendente perspectief van waaruit de
religieus-agogisch professional werkt.
12
Hoofdstuk 3
Opleidingskwalificaties
van de hbo-theoloog
A Kerncompetenties van het religieus-agogisch
handelen
Definitie:
Het vermogen om vanuit een specifieke religieuze gemeen-
schap en/of organisatie en/of de eigen spiritualiteit op een
bewuste, doelgerichte, procesmatige en systematische
wijze (samen) te werken aan verandering.
Definitie:
Het vermogen om vanuit een specifieke religieuze A.5 Pastoraal competent/ competent in geestelijke
gemeenschap en/of organisatie en/of de eigen spiritualiteit begeleiding
te reflecteren op attitude, identiteit en handelen in
beroepssituaties en om zich persoonlijk en professioneel te Definitie:
ontwikkelen. Het vermogen om mensen, individueel en groepsgewijs,
vanuit een contextuele optiek en op hermeneutisch
Indicatoren: verantwoorde wijze te ondersteunen in het omgaan met
a. Toont de volgende kernkwaliteiten: religieuze en levensvragen in zeer uiteenlopende situaties.
• levensbeschouwelijk sensitief
• integer en authentiek Indicatoren:
• enthousiast en overtuigend a. Hanteert het onderscheid tussen een gewoon ge-
• communicatief en samenwerkend sprek, hulpverlening en geestelijke begeleiding/
• verantwoordelijk pastoraat.
• reflexief ten aanzien van eigen (geloofs)aannames b. Verleent pastorale zorg/geestelijke begeleiding van-
b. Is in staat kritisch te reflecteren op religieuze tra- uit het zicht op wat nodig is en refereert aan religieu-
dities of stromingen, bijbehorende geschriften, ze en/of levensbeschouwelijke bronnen en traditie.
gebruiken en symbolen en weet die op waarde te c. Hanteert verschillende pastorale gesprekstech-
schatten. nieken gericht op geestelijke begeleiding en stelt
c. Geeft evenwichtig en op een authentieke, integere adequate diagnoses.
en ethisch verantwoorde wijze vorm aan zijn profes- d. Herkent en hanteert grenzen binnen het eigen pro-
sionele identiteit. fessionele handelen, weet de professionele balans
d. Reflecteert op de eigen religieuze en spirituele ont- tussen afstand en nabijheid te behouden en kan op
wikkeling. basis van eigen analyse waar nodig passend verwij-
e. Toont relativeringsvermogen en kent zijn grenzen. zen naar derden.
14
e. Heeft inzicht in menselijk gedrag, psychologische en e. Werkt en rapporteert volgens het kwaliteitsbor-
geestelijke processen met specifieke aandacht voor gingsysteem van de organisatie en/of is in een min-
de verhouding tot het transcendente. der geïnstitutionaliseerde context in staat het eigen
handelen aan relevante partijen (subsidieverstrek-
kers, opdrachtgevers, ‘klanten’) te verantwoorden
B Generieke
competenties
en te legitimeren.
Definitie:
Het vermogen om een bijdrage te leveren aan de ontwikke-
ling van het beroep en de beroepsmethodiek met gebruik-
making van praktijkgericht onderzoek.
Indicatoren:
a. Heeft een eigen visie op het beroep, op basis van
theologische inzichten, eigen levensovertuiging en
ervaringen in de beroepsuitoefening.
b. Onderzoekt de eigen beroepspraktijk en/of de
voorwaarden voor de eigen beroepsuitoefening en
vertaalt de bevindingen in consequenties voor het
eigen handelen en dat van andere betrokkenen in
deze beroepspraktijk.
c. Onderzoekt (veranderingen in) de context van de
praktijk waarin hij zijn beroep uitoefent (organisatie,
geloofsgemeenschap, wijk), en vertaalt de resulta-
ten in praktische aanbevelingen voor verbetering
van die praktijk.
d. Draagt bij aan verspreiding van religieus-agogische
kennis onder collega’s, gemeenten, parochies, instel-
lingen en andere organisaties.
16
Hoofdstuk 4
in het beroepenveld.15 Bij het samenstellen is
De ‘body of knowledge’ gebruik gemaakt van gevalideerde bronnen,
zoals opleidingsprofielen, management-reviews
van de opleiding en curricula van alle bij het LOO aangesloten
opleidingen. In dit concept laten wij het master-
Godsdienst-pastoraal werk niveau buiten beschouwing.
4. Er is gestreefd naar een concept kennisbasis die
een goede balans zou vormen tussen specificiteit
en flexibiliteit. Ten eerste moet de kennisbasis
Inleiding voldoende specifiek zijn om op een transparante
In dit hoofdstuk wordt de concept kennisbasis (ver- en toetsbare wijze de basiskennis te beschrijven
sie 1 februari 2012) voor de opleidingen Godsdienst die verwacht mag worden van afgestudeerden,
Pastoraal Werk die verenigd zijn binnen het LOO (Lan- ongeacht de plek waar zij hun opleiding hebben
delijk Opleidings Overleg Godsdienst Pastoraal Werk) gevolgd. Anderzijds moet de kennisbasis voldoende
beschreven. De kennisbasis heeft als doel om landelijk flexibel zijn om recht te kunnen doen aan de eigen
de gemeenschappelijke basiskennis vast te stellen kleur van de verschillende opleidingen en hun
die verwacht mag worden van een afgestudeerde levensbeschouwelijke visie en achtergrond.
hbo-theoloog op bachelor-niveau, ongeacht de hoge-
school waaraan zij/hij de opleiding heeft gevolgd. De Leeswijzer
kennisbasis maakt het eenvoudiger verantwoording af De kennisbasis omvat vijf gebieden, kennis:
te leggen over het kennisgedeelte van de inhoud van de 1. Gericht op praktijken
opleidingen ten opzichte van het werkveld en andere 2. Gericht op professionaliteit
onderwijsinstellingen. 3. Gericht op bronnen
Ook maakt de kennisbasis zichtbaar dat de verschillende 4. Gericht op doordenking van theologische en
hbo-opleidingen theologie werken vanuit een gedeelde filosofische inhoud
basis, die zij elk op hun eigen specifieke wijze uitwerken. 5. Gericht op vertolking
18
Kennisbasis
1.1 • kerkelijke kaart, systeemtheorie 1.6 agogisch competent 2.1 Aspecten van
Gemeenteop- • kerkmodellen 2.1 competent in organi- religie
bouw • veranderingsprocessen, leiderschap, conflicthante- seren en innoveren 2.2 Aspecten van
ring, groepsdynamica 2.2 competent in samen- godsdienst
• agogiek, m.n. begeleiden van vrijwilligers werken 2.3 Aspecten van
2.3 competent in leiding levensbeschou-
geven wing
5.1 kerkelijke kaart
1.2 • conceptuele en methodische kennis van het levens- 1.2 pastoraal competent 4.2 Zincommunica-
Pastoraat beschouwelijk gesprek 1.7 communicatief tie
• theorie van gespreksvoering, rituelen in het pasto- competent 8.2 Levensbeschou-
raat, presentietheorie welijk gesprek
• kennis van stromingen: contextueel Pastoraat,
bevrijdingspastoraat, levensbeschouwelijke counse-
ling, kerygmatisch pastoraat
1.5 • kennis van jeugdcultuur, geloofsbeleving van 1.5 educatief competent 8.9 Mystagogiek
Godsdienst- jongeren 1.6 agogisch competent
pedagogiek • inzicht in verschillende benaderingen van
geloofseducatie met jongeren en volwassenen
(mystagogiek, gemeentepedagogiek, levenslang
leren, discipelschapmodel)
• kennis van geloofsontwikkeling
• inzicht in voorbereiding en uitvoering van
educatieve trajecten, methodes en methodieken
• kennis van ontwikkelingen in jeugd- en jongeren-
werk
2.1 • kennis van gendervraagstukken in relatie 2.3 competent in leiding 4.3 Interlevensbeschouwe-
Persoon en tot religie en de eigen genderpositie in geven lijke communicatie
professie het werk 3.1 competent in
• kennis van diverse reflectiemethoden persoonlijke en
• kennis van vormen en methoden van spirituele ontwikkeling
spirituele vorming en praktijken met het
oog op de eigen spirituele vorming
• algemene kennis van ICT- gebruik en ICT-
vaardigheden en gebruik sociale media
2.4 • kennis van de theologische disciplines 1.1 hermeneutisch 1.1 Wat is theologie?
Theologie • zicht op het eigene van hbo-theologie, competent
als ambacht met name op de toepasbaarheid 1.2 pastoraal competent
van theologische inhouden in de 1.3 liturgisch competent
beroepspraktijk 1.4 missionair-diaconaal
• kennis en elementaire beheersing van competent
methoden van kwalitatief en kwantitatief 1.5 educatief competent
(theologisch) onderzoek 3.1 competent in
• ontwikkeling van persoonlijke en
onderzoeksvaardigheden en een spirituele ontwikkeling
onderzoeksattitude die past bij de
professionele beroepspraktijk van de hbo-
theoloog en het niveau van beroepsmatig
handelendat van hem of haar wordt
verwacht.
20
Gebied: 3. Gericht op bronnen
4.1 • concepten uit de systematische theologie, ont- 1.1 hermeneutisch 2.6 Godsbeelden
Geloofsleer staan, inhoud, doorwerking competent 2.7 Mensbeelden
• stromingen in de theologie van de twintigste en 1.2 pastoraal competent 2.8 Wereldbeelden
eenentwintigste eeuw aan de hand van enkele 1.3 liturgisch competent 5.2 Concepten uit de
belangrijke theologen 1.4 missionair-diaconaal traditie
• kennis van de geschiedenis en de actualiteit van competent
oecumenische beweging en dialoog 1.5 educatief competent
• zicht op de specifieke verhouding van Kerk en Jo-
dendom door de eeuwen heen en in de actualiteit
4.2. • kennis van enkele invloedrijke denkers: grondleg- 1.1 hermeneutisch 2.5 Filosofie
Filosofie gers, klassieke en moderne competent 2.6 Godsbeelden
• enkele centrale begrippen van de filosofische 1.2 pastoraal competent 2.7 Mensbeelden
ideeën 1.3 liturgisch competent 2.8 Wereldbeelden
• kennis van de cultureel-maatschappelijke context 1.4 missionair-diaconaal
• modellen van zingeving competent
1.5 educatief competent
4.4. • functionele en substantiële dimensies van gods- 1.2 pastoraal competent 7.2 Godsdienstpsychologi-
Godsdienst- dienst en religie 1.6 agogisch competent sche ontwikkelingen
psychologie • levensbeschouwing en spiritualiteit 3.1 competent in per- 2.1 Aspecten van religie
• intrinsieke en extrinsieke motivatie soonlijke en spiritue- 2.2 Aspecten van
• psychologische stromingen en godsdienst le ontwikkeling godsdienst
• ervaring en geloof, voorwaarden voor een religi- 2.3 Aspecten van
euze ervaring levensbeschouwing
• effecten religieuze ervaring 2.4 Aspecten van
• elementaire kennis van psychopathologie en psy- spiritualiteit
chosomatische factoren 4.2 Zincommunicatie
4.5 • kennis van organisatievormen, godsdienstsociolo- 2.1 competent in 2.1 Aspecten van religie
Godsdienst- gische theorieën en concepten organiseren en 2.2 Aspecten van
sociologie innoveren godsdienst
2.3 Aspecten van
levensbeschouwing
22
Gebied: 5. Gericht op vertolking
5.1 • kennis van hermeneutische theorieën en 1.1 hermeneutisch 1.3 Omgaan met en
Hermeneutiek methoden, taaltheorie competent betekenis van taal
• inzicht in de methodiek van het leggen 1.2 pastoraal competent 4.1 Hermeneutiek
van verbanden tussen de religieuze tradi- 1.3 liturgisch competent
tie en de actuele situatie 1.4 missionair-diaconaal
competent
24
Aanbevelingen
De werkgroep heeft op basis van de door het 2. Nadere uitwerking van de BOKS: de werkgroep
Brancheoverleg verstrekte opdracht een geactualiseerd adviseert een nadere uitwerking van de kennisbasis
profiel beschreven. Zoals al aangegeven vraagt dit op basis van het geactualiseerde profiel, met inacht-
profiel gezien de trends en ontwikkelingen om vervolg- neming van de NLQF-indicatoren.
onderzoek. De werkgroep geeft hieronder een aantal
aanbevelingen voor de komende periode: 3. Beroepsprofiel: de werkgroep adviseert om met het
oog op de legitimering van het beroep duidelijkheid
1. Competentieprofiel en curricula: de werkgroep advi- te verschaffen ten aanzien van de veelheid aan
seert het geactualiseerde profiel te verwerken in de beroepsomschrijvingen die het werkveld en het veld
actuele curricula. van de opleidingen domineren.
De werkgroep:
Anbeek, C., Aan de heidenen overgeleverd. Hoe theologie de Eijk, W.J., Het geloof in Christus vieren en verbreiden. Z.j.
21ste eeuw kan overleven. Baarn: Ten Have, 2013. Andriessen, Erwich, R., Gemeente in beeld. Vragen naar vitaliteit. Kampen:
D., Praktisch relevant én methodisch grondig? Dimensies van Kok, 2013.
onderzoek in het HBO. Utrecht: HU, 2014 Erwich, R., Beroepstrots! De hbo-theoloog als zelfbewuste
Andriessen, D., Beoordelen is mensenwerk. Vereniging beroepsgelovige. Ede: CHE, 2014. Erwich, R., Hoek, J.,
Hogescholen. Den Haag, 2014. Praamsma, J. M., Theologie als beroep. Verhalen van hoop.
Utrecht: Kok, 2014. Erwich, R., Praamsma, J.M., Grensgangers.
Beck, U., Individualization: Institutionalized Individualism and its Pendelen tussen geloof en cultuur. Utrecht; Kok, 2016.
Social and Political Consequences. London: Sage, 2001.
Beld van den, T., Het andere gezicht van de kerk. De acht mei Feiter, R., Müller, H., Frei geben: Pastoraltheologische Impulse
beweging 1985-2003. Nijmegen: Valkhof Pers, 2015. aus Frankreich. Ostfildern: Grünewald Verlag, 2012.
Bizot, T., De onbekende gelovige. Antwerpen: Halewijn, 2013.
Boersema, P., Paas, S. (red.), Onder Spanning; een veelzijdige kijk Gilley, G.E., Marktdenken in de kerk. Gaat het evangelie in de
op veranderingen in kerk en samenleving. Utrecht: Kok, 2011. uitverkoop? Amsterdam: Oostpublicaties, 2008. Groot de, K.,
Bons-Storm, R., Met één been in de kerk. Gorinchem: Narratio, Pieper, J., Putman, W., Zelf zorgen voor je ziel. De actualiteit
2004. van christelijke spirituele centra. Almere: Parthenon, 2013.
Brink van den, G. (red.), De lage landen en het hogere. De Grotenhuis te, M., Ontkerkelijking: oorzaken en gevolgen.
betekenis van geestelijke beginselen in het moderne bestaan Ede, 1998.
Amsterdam: AUP, 2012.
Brink van den, G. en Burg van, E. (red)., Strijdbaar of Hart de, J., Maak het nieuw! Over religieuze ontwikkelingen en
lijdzaam. De positie van Christenen in het publieke domein. de positie van de kerken: een persoonlijke geschiedenis Den
Heerenveen: Groen, 2006. Haag: SCP, 2011.
Brouwer, R., Geloven in gemeenschap. Het verhaal van een Hart de, J., Zwevende gelovigen. Oude religie en nieuwe
protestantse geloofsgemeenschap. Kampen: Kok, 2009. spiritualiteit. Amsterdam: Bert Bakker, 2011.
Brouwer, R., Levend lichaam. Dynamiek van christelijke Hart de, J., Geloven binnen en buiten verband.
geloofsgemeenschappen in Nederland. Kampen: Kok, 2007. Den Haag: SCP, 2014.
Bucher, R., Wenn nichts bleibt, wie es war; zur prekären Zukunft HBO-Raad, Kwaliteit als Opdracht. Leiden, 2009.
der katholischen Kirche. Würzburg: Echter Verlag, 2012. Heelas, P., Woodhead, L., The Spiritual Revolution. Why religion
is giving way to spirituality. Oxford: Blackwell, 2005.
Cameron, H., en Bhatti, D., Talking about God in practice. Heijden van der, S., Kerk voor een nieuwe generatie.
Theological Action, Research and Practical Theology. London: Heerenveen: Medema, 2012.
SCM Press, 2010. Heitink, G., Golfslag van de tijd. Europa’s niet te stillen
Cameron, H., en Richter, P., Studying local churches. A verlangen naar God. Utrecht: Kok, 2011.
handbook. London: SCM Press, 2005. Hellemans, G., Kloppenburg, M., en Tieleman, H., De
Cameron, H., en Reader, J., Slater, V., Theological Reflection moderniteit van religie. Zoetermeer: Meinema, 2001. Hendriks,
for Human Flourishing. Pastoral practice and public theology. J., Goede wijn. Waarderende gemeenteopbouw. Utrecht: Kok,
London: SCM Press, 2012 2013.
Clevers, H. e.a., Klaar om te wenden. De academische Hendriks, J., en Noordegraaf, A. Met liefde en beleid. Hand-
bestudering van religie in Nederland: een verkenning. reikingen voor de praktijk van gemeenteopbouwprocessen.
Amsterdam: KNAW, 2015. Gorinchem: Ekklesia, 1999.
HSAO, Vele takken, één stam. Kader voor de hogere sociaal-ago-
Dam van, P., Kennedy, J., en Wielenga, F., Achter de zuilen. Op gische opleidingen. Amsterdam: SWP, 2008.
zoek naar religie in naoorlogs Nederland. Amsterdam: AUP,
2014. Jager-Vreugdenhil, M., Nederland participatieland? De ambitie
Dekker, G., Heeft de kerk zichzelf overleefd. Zoetermeer: van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de
Meinema, 2010. praktijk in buurten, mantelzorgrelaties en kerken. Amsterdam:
Dekker, P., de Hart J. en Faulk, L., Toekomstverkenning UvA, 2012.
vrijwillige inzet 2015. Den Haag: SCP, 2007. Jeroense, J., Overduin, T., Nieuw Heilig. Over hedendaagse
Donk van de, W.B.H.J e.a., Geloven in het publieke domein. inspiratie. Vught: Skandalon, 2014.
Verkenningen van een dubbele transformatie. Amsterdam:
AUP, 2006.
26
Jewell, M. R., Ramey, D. A., The changing face of church. Geraadpleegde websites
Emerging models of parish leadership. Chicago: Loyola Press,
2010.
Johnson, L., van Wetering, M.W., Adams, Becker, S., Estrada V. https://www.onderwijsraad.nl/publicaties/2015/advies-
en Cummins, M., Gepersonaliseerd leren in Nederland, Australië, strategische-agenda-hoger-onderwijs-en-onderzoek- 2015-
Canada, Europa en de VS. NMC Horizon Project - Strategic 2025/item7299 [12-2-16]
Brief. 2/1, 2015. Austin, Texas: The New Media Consortium; en
Zoetermeer: Stichting Kennisnet. https://www.onderwijscooperatie.nl/wp-content/uploads/
Voorstel-Herijking-Bekwaamheidseisen-2014.pdf [12-2-16]
Kalsky, M., Alsof ik thuis ben. Samenleven in een land vol
verschillen. Almere: Parthenon, 2013. http://www.elearnspace.org/Articles/connectivism.htm [12-2-
Kalsky, M., en Pruim, F., Flexibel geloven. Zingeving voorbij de 16]
grenzen van religies. Vught: Skandalon, 2014.
Kennedy, J., Bezielende verbanden. Gedachten over religie, http://www.wrr.nl/fileadmin/nl/publicaties/PDF-
politiek en maatschappij in het moderne Nederland. Rapporten/2013-11-01__WRR_Naar_een_lerende_economie.
Amsterdam: Bert Bakker, 2009. pdf [12-2-16]
Kennedy, J., Stad op een berg. De publieke rol van protestante
kerken. Zoetermeer: Boekencentrum, 2010. Körver, Sj., In het https://www.waag.org/sites/waag/files/public/media/
oog in het hart. Geestelijke verzorging 2.1. Nijmegen: Valkhof publicaties/trendrapport-2014low.pdf [12-2-16]
Pers, 2014.
http://techshop.ws/images/0071821139%20Maker%20
Nauta, R., Paradoxaal leiderschap. Schetsen voor een Movement%20Manifesto%20Sample%20Chapter.pdf [12-5-
psychologie van de pastor. Nijmegen: Valkhoff Pers, 2006. 2-16]
Oh, K., en Nussli, N., Teacher training in the use of a threedi- http://www.downes.ca/files/books/Connective_Knowledge-
mensional immersive virtual world: Building understanding 19May2012.pdf [12-2-16]
through first-hand experiences Journal of Teaching and Learn-
ing with Technology, Vol. 3:1, 2014, pp. 33 - 58. http://www.nlqf.nl [12-2-16]