Professional Documents
Culture Documents
BIBLIOTHEEK KITLV
0023 3047
^
$&*£-
ytEsviie' rV*ÈAiu« i Î3S8SK&
BESCHRIJVING
1
fr)
R
1 *<
1
K
m^m^^m^$^?m^iîmiï^^m?$8m^ £S(
c - i 19 £ - A/
BEKNOPTE BESCHRIJVING
VAN DEN
OMSTREKEN,
V E R D E D I G I N G S K E A C H T EN BEWAPENING
EN VAN DE
(Deze door het Indisch bestuur opgezonden beknopte beschrijving behoort bij de Kaart
van den Kraton en zijne omgeving, welke op last van Zijne Excellentie den Minister van
Kolonien is uitgegeven, ten voordeele der nagelaten kinderen van do militairen beneden
den rang van officier, die in Atjoh het leven lieten.
Van de Kaart, zoo min als van de Beschrijving, zijn exemplaren als echt aan te
merken, die niet van een stempel van het Departement van Kolonien zijn voorzien.)
X) »93 9 ^
^ ^
BESCHRIJVING
VAN DEN
J
De Kraton van Groot-Atjeh is gelegen op den linkeroever der Atjoh-
rivier, ongeveer 3V2 paal boven hare monding, dààr waar de rivier eene ^3Su C
bijna regthoekige kronkeling in oostelijke rigting maakt, in het alluviale
kultuurland, dat rijk bevolkt en zorgvuldig bebouwd, zich langs de
Atjeh-rivier uitstrekt. U-*z~r^i.
Omgeven aan do noord- en westzijde door bouwland en rijstvelden,^
waartusschen tal van begraafplaatsen aangetroffen worden, die, als tot
do geschiedenis van het land behoorende, eene afzonderlijke beschouwing
overwaardig zijn, stuit de Kraton aan de oost- en zuidzijde tegen moerassig
terrein.
De buitenwal is nagenoeg aan alle kanten, door zwaar geboomte of
bamboe-doeri-paggers aan het oog onttrokken, zóó zelfs, dat na weken
toovens in de Mesigit, en nadat de bresbatterij on dagen achtereen, een
zwaar vuur op den Kraton onderhouden hadden, en het geboomte gedund
was, toch hot beloop der enceinte nog niet met zekerheid kon worden
bepaald.
Do Kraton vormt een langwerpigen vierhoek, waarvan do lange zijden:
Ooster- on Westerface, een lengte hebben van 600 meters; de Noorder-
en Zuiderface daarentegen slechts van 250 meters.
Het oppervlak van den Kraton, dat binnen de vuurlijn 166 223 D meters
of 23 Gouvernements bahoes bedraagt, wordt intusschen gewijzigd, zoowel
omdat de Westerface, in haar midden, een uïtspringenden hoek vormt,
als omdat het noordelijk dool der Oosterface binnenwaarts gebroken is,
on zich elders, hier en daar, eenige kleinere bastions of uit- en insprin-
gende hoeken bevinden. Wijkt alzoo de vorm van den Kraton geheel af
van hetgeen daaromtrent door spionnen en langs andere wegen verzameld
was, nog meer is dit het geval met hetgeen binnen den Kraton gevonden
werd; want terwijl door den vijand bijzondere moeite was besteed, om de
Noorder- en Westerface van den buitenwal, waarop onze aanval verwacht
6
werd, te versterken, zoo niet onneembaar te maken, was alles binnen do
enceinte, in don oorspronkclijken toestand, namelijk in dien van verval
en verwaarloozing gebleven.
De muren, die vroeger gezegd werden eene tweede en derde enceinte
to vormen, werden slechts voor een gering gedeelte en zonder dat daar-
door oenige afsluiting verkregen werd, teruggevonden. Het terrein daar-
tusschen, mot uitzondering van het plein voor de Sultanswoning, vormde
een ordeloos geheel van bamboehuizen tusschen pisangboomen en struik-
gewas, aanleunende aan bosschaadjes, heuvels mot zwaar geboomte en
begraafplaatsen; een en ander van het zuidelijk- en oostelijkgodeelte
van den Kraton gescheiden door de rivier Koerong Daroe, die op 100
meters ten noorden van den zuid-westelijken hoek des Kratons binnen
stroomt, eerst 200 meters in oostelijke en vervolgens 450 meters in
noordelijke rigting de binnenruimte bospoelt, on deze digt naast de
noorderpoort verlaat.
Bij hare kronkeling langs het binnenplein, stroomt zij tusschen muren,
die grootendeels vervallen zijn.
Aan den regteroever der Koerong Daroe liggen do begraafplaatsen van
Sultan IBRAHIM ALAOE 'D-DIN MANTSJOER SCHAH en der oude vorsten van het
rijk van Atjeh, alsmede van personen behoord hebbende tot de vorstelijke
familie, benevens eenige huizen, waarvan de Sultan tijdelijk gebruik maakte.
Hot eigenlijke woonhuis van den Sultan lag ten westen van de Koorong
Daroe aan den westelijkon rand van liet binnenplein, alwaar ook het
kruidmagazijn en het raadhuis gevonden worden.
Behalve door den weg, die van de Noorderpoort langs do Koerong
Daroe, tusschen de half vervallen muren, naar het genoemde plein, en van
dââr over ceno loopbrug, naar de begraafplaatsen der vorsten leidt, en
dan langs don regteroever van het riviertje naar hot zuidelijk gedeelte
van deu Kraton gaat, werd do binnenruimte door slecht onderhouden
voetpaden doorkruist, die allen op verschillende punten van don buitenwal
uitkwamen.
Alle in den Kraton aangetroffen huizen, dat van den Sultan niet uit-
gezonderd, gaven den indruk van verwaarloozing on totaal gemis aan
zindelijkheid en orde; zelfs de begraafplaatsen waren even als het overige
metselwerk, vervallen. Do toestand stond zelfs achter bij hetgeen in de
kampongs gevonden werd, waardoor men ook hier tot de conclusie zoudo
komen, dat het gezag van den Sultan denkbeeldig en zijne positie eeno
gohcele afhankelijke was; j a , dat hij in vergelijking met de hoofden der
Mockims, in een staat van armoede verkeerde, waardoor hij verhinderd
werd zich met eenigo woelde to omgeven, en die hom zelfs niet vergunde
aan de verpligtingen te voldoen, welke door den inlandschen hadat ge-
7
boden zijn. Van den geringsten vorstelijken luister was hier dan ook
geenerlei vertoon.
Gelijk hier boven gezegd is, werden in de nabijheid van den Kraton
en voornamelijk ten westen en noord-westen daarvan, gebouwen aange-
troffen, die eene nadere beschrijving verdienen, zoo als de Mesigit, de
graven der radja's en kotta Goenoengan.
De Mesigit, gelegen ten noord-westen van den Kraton, is eon soort van
vierkant, gevormd door buitenmuren van klipsteen van 1.80 ol hoogte; de
oost- en westkant is 170 meters, de noordzijde 120 en de zuidzijde 110
meters lang; do oostelijke muur was gedeeltelijk vervallen.
De binnen-enceinte werd gevormd door muren van 1,50 el hoogte, die
grootendeels vervallen waren en een gemetseld fundament omsloten, dat
zich 1 meter boven den beganen grond verhief, en waarop vroeger het
hoofdgebouw der Mesigit heeft gestaan, dat tijdons do eerste expeditie ver-
brand en niet weder opgebouwd word.
De Mesigit dateert van moer dan twee eeuwen hèr; getuige de binnen-
en buitenmuren, waar zware waringinboomen door heen gegroeid zijn.
Zij word in 1614 door Sultan ISKANDER MOEDA gesticht en hoot, volgens
prof. F. J. V E T H , Beitoe 'r rahman of volgens oen van HABIB ABDUL
HACHMAN gevonden aan den Sultan gerichten brief: Beitoe 'el Backman,
't geen Stad dos Barmhartigen betoekent.
Was voor ons het bezit van do Mesigit van voel gewigt, ten einde van
daar tegen den Kraton te opereren, ook de vijand scheen aan die plaats,
al werd zij door ons voor de derde maal geoccupeerd en zoodoende in het
oog van de belijders van don Islam ontheiligd, eene bijzondere waarde to
hebben gehecht, getuige zoowel de hevige tegenstand bij het veroveren
der Mesigit op 6 Januanj ondervonden, als de aanval in den nacht van
7 op 8 J a n u a n j , die door de kalme salvo's onzer troepen afgeslagen werd.
Thans zijn do buitenmuren dor Mesigit omvergeworpen en vernield door
middel van buskruid en lithofracteur. Slechts puinhoopen doen de plaats
kennen, waar voor de derde maal, stormenderhand, de Nederlandsche vlag
geplant werd.
Van den zuidwestelijken hoek van do Mesigit zuidwaarts opgaande, ont-
moet men op 300 motor, ecno begraafplaats, bestaande uit een gemetseld
vierkant van 30 meters lengte, 20 meters breodto en 1,5 meters hoogte,
on de graven van vroegere vorsten bevattende. Kuim honderd meters vorder
ligt een dergelijk kleiner vierkant. Beide deze punten, die de wester-
face van don Kraton beheerschten, werden dien ten gevolge door ons
bezet.
Noch door bouwtrant noch door rijke versieringen zijn dezo begraaf-
plaatsen merkwaardig.
8
Soort. Aanmerkingen.
N°.
M
NOORDERFACE.
20 Id., 3.78 0-20 brons, id, ligt in den hoek van Hoorder-
en "Westerface.
13
M". Soort. IL ;Q
l Aanmerkingen.
Hl M S
WESTERFACE.
ZUIDERFACE.
OOSTERFACE.
I l i n n c n d e n Et ia É om.
Kanon, 2.70 0.66 brons, omtrek kop 2,17, afstand monding tot l s t o
band 1,24, tappen 1,46, 2de band 2,19,
kulas 2,70, inscriptie: Jacobus Reo:
? 1.40 0.33 id.
Kanon, 1.30 0.0!) id. bruikbaar, ligt op affuit.
Achterlader, 2.53 0.10 ijzer, onbruikbaar. )
id. jj ( L i g g e n zuidoost van h e t
Kanon, 1.25 0.10
ruidmagazijn.
ld. 2.30 0.11 id. id.
ld. 1.35 0.08 id. bruikbaar op rolpaard. ) L i g g ^ bezuiden h e t
( )
t >
t ;
( i r-
4M
t ;
( ; i
4..J
Ci O
{ ; o
u
«1
s;!
o n
4-1
n:> H
U «t*
i;! o
( f «
L 1 ti
I
S:!
n:J
a
H
r"
H
M
x:
C.) o t!)
ro ISI
C.) co O
IN n
o
.. -.'i ...i o H
d -r I r o
U t! o a ', J
«
o
o
3 i
«w CJ\
»J
'' 5 :
ni C.)
31 ) tu :
u
o
111 T CJ
o
Hi' > t»
H O J
Isi
ß ti d S c
i« I a) H H iS -
Ci u iu :
;:i Oi i ! 1)-J, d
:>i H £J a i
Ö
ii E! OJ <u H U t/3 -
m -I N u H
H -1 ; U d a a .a (|) H 'H ï
uI ' C 4-J + Oi
-II gli ' H rel (U >-i N D 35 S
(j J
3E : i!.. r 4-J m Q a '01 rH -