Opdracht 5: SID-in (2) __/10

Voor een specifieke opdracht twee programma’s selecteren en integreren in één product. (LPD 14)
__/5
Kiezen en Er werden geen Er werden twee Er werden twee Er werden twee
gebruiken van twee ICT-tools ICT-tools ingezet. ICT-tools ingezet. ICT-tools ingezet.
twee ICT-tools ingezet. De keuze sluit niet De keuze sluit aan De keuze sluit
(0) volledig aan bij bij het doel van de volledig aan bij
het doel van de opdracht. het doel van de
opdracht. (2) opdracht. De ICT-
(1) tools werden
optimaal gebruikt.
(3)
Het gebruik van Het gebruik van Het gebruik van
de twee ICT-tools de twee ICT-tools de twee ICT-tools
werd niet werd geïntegreerd werd geïntegreerd
geïntegreerd tot tot één product tot één product
één product (filmpje). (filmpje). In het
(filmpje). (1) product komen
(0) alle vragen aan
bod.
(2)
Een planning opstellen en uitvoeren. (LPD 22) __/1
Deadline halen Je hebt de Je hebt de
deadline niet deadline gehaald.
gehaald. (1)
(0)
De gevolgde strategie evalueren en eventueel bijstuderen. (LPD 23) __/4
Reflectie Je hebt niet of Je hebt nagedacht Je hebt kritisch Je hebt kritisch
onvoldoende over jouw nagedacht over nagedacht over
nagedacht over voorbereiding op jouw jouw
jouw de SID-in. Je bent voorbereiding op voorbereiding op
voorbereiding op oppervlakkig de SID-in. Je de SID-in. Je
de SID-in. ingegaan op wat benoemt concrete benoemt concrete
(0-1) je eventueel zaken die je zaken die je
anders had anders had anders had
kunnen doen. kunnen doen. kunnen doen. Je
(2) (3) geeft een volledig
beeld van wat je
hebt geleerd en
welke concrete
stappen je nu zal
ondernemen.
(4)