sloppenwijk. De sloppenwijk lag maar een kilometer van de grote stad en daar tussenin stond een kippenboerderij. Haar moeder werkte daar. En op de dag van haar 6de verjaardag werd ze naar de kippenboerderij gestuurd om daar te gaan werken. Ze kwamen binnen en een grote man kwam naar haar en haar moeder toe. ‘Dit is mijn dochter, meneer. Ze is vandaag 8 geworden. Heeft u nog een baan voor haar?’ ‘Als ze echt 8 is zoals u beweert. Ze krijgt omdat ze jong is natuurlijk maar een kwart van wat ik u betaal. En ze moet zich verstoppen in de lege ton kippenvoer als de bel gaat. U kent de regels. begrepen kleine meid?’ En hij boog zich zowat over haar heen. Ze knikte zachtjes. ‘Ze moet werken in het hok bij de kippen. Ze moet de kippen met het rode kenmerk er uithalen en naar het hok brengen met de kippen die naar de slacht gaan. En alle tijd die je nodig hebt om het haar uit te leggen moet je langer doorwerken. Begrepen?’ Mijn moeder knikt en we lopen naar het hok. Ze legt het uit en vertrekt. Ze loopt het hok in. Er lopen honderden kippen. Er zitten een aantal kippen achter een kip aan en de kip vliegt op haar schouder. Ze jaagt de andere kippen weg en gaat samen met kip ‘Tok’ aan het werk. Na 2 weken begon haar moeder ziek te worden. Ze is ziek geworden door de bacteriën op de boerderij. Een week daarna stierf ze. Nadat haar moeder stierf vertrok haar vader. Hij nam al het geld mee. Ze bleef alleen over met haar broer, broertje en zusje. Ze wou stoppen met werken op de boerderij. Maar nadat haar broer haar dat verboden had had ze het besloten. Ik loop morgen weg nadat ik op de boerderij gewerkt heb. Ze werd de volgende dag namelijk uitbetaalt. Ze had een grote tas mee genomen. Na werk smokkelde ze Tok mee uit de boerderij. Ze liep naar de stad in de hoop dat ze ergens eten kon krijgen. Na uren rond te hebben gelopen ging ze op een stoeprandje zitten. Ze haalde Tok uit de tas legde de tas opzij en hield Tok stevig tegen haar aan. (Kijk naar de foto). Ze had het ijskoud maar Tok was lekker warm door zijn veren. Na 1 dag begon ze honger te krijgen en bij dag 2 kwam er iemand naar haar toe die ze herkende maar wist niet wie het was. De vrouw nam haar mee naar een weeshuis waar ze mocht overnachten. Ze herkende haar van de krant over dat ze het weeshuis had opgericht. Ze mocht blijven onder de voor waarde dat ze mee hielp met het huishouden. Terwijl de andere kinderen nog sliepen, of nog aan tafel zaten of vrije tijd hadden hielp zij. Met ontbijt maken, afruimen, afwassen en schoonmaken. Maar ze vond het niet erg want het was altijd beter dan in de kippenboerderij werken. Tok kreeg een kippenhok in de tuin. Een week later werden haar broer, broertje en zusje ook opgenomen in het weeshuis. Na 2 maanden werden haar broertje en zusje geadopteerd door een familie in de stad zelf. Zo kan ze hen nog opzoeken. Haar broer mocht blijven en hielp met het opknappen van het weeshuis.