You are on page 1of 14

Extra informatie per tijdsperiode

Eerste kleding
De eerste kleding werd gemaakt van dierenhuid.
Om aan voedsel te komen jaagden mensen op
dieren uit hun omgeving. Van de huid van de
dieren maakten ze kleding. Ze kleedden zich ook
met planten en grassen die ze om hun lichaam
wikkelden of bonden. Hoe mooi kleding was, was
minder belangrijk. Kleren moesten de mens vooral
beschermen tegen het weer.

Romeinen
Romeinen droegen heel andere kleding dan wij.
Maar droegen Romeinse mannen nu echt een jurk?
Als je goed kijkt, zie je dat de Romeinse kleding
eigenlijk best handig was bedacht.
Een toga was een heel groot kleed van ongeveer
zes meter lang. Dat sloeg je een paar keer om je
lichaam. Er werd voor gezorgd dat het kleed over
de linkerarm zat, en niet over de rechter die je voor
de meeste dingen gebruikt.
In een toga kon je niet erg goed bewegen, maar
dat was ook niet nodig. De toga was namelijk een
deftig kledingstuk, voor mensen die geen zwaar
werk hoefden te doen. Soms droeg een deftige
Romein alleen een toga, maar vaak droeg hij er een
tunica (een soort lang T-shirt met een riem) onder.
Je zou de toga dus kunnen vergelijken met een
deftig jasje.
De Romeinse damesjurk was een lange tunica,
tot op de grond en vaak met een wijde kraag.
Sommige dames droegen over hun lange jurk nog een tweede, dunnere en lossere jurk die stola
genoemd werd. Deftige dames droegen een soort omslagdoek die palla heette. Een deftige
getrouwde dame met een gezin droeg soms ook een sluier of een hoofddoek.

Naar: www.romeinen.info

L4 - Thema 4 - les 8 - bronnenblad 1 77


Pruikentijd
De pruikentijd was een periode in de achttiende eeuw. In die
tijd was het mode dat rijke mensen een pruik droegen.
Rijke mensen pochten graag met hun rijkdom en droegen
kostbare kleding. Ze lieten zich rondrijden in een koets en
pronkten met verschillende sierraden.
Zowel mannen als vrouwen kleedden zich erg opzichtig met
veel make-up, kant, goud en strikken.
De vrouwen droegen een onderjurk, een korset en een
hoepelrok. De rokken waren van zijde en de schoenen
hadden hoge hakken. De hoepels onder de rok waren heel
groot, zodat vrouwen hun rok moesten optillen als ze door
een deur wilden.
Mannen droegen een strak pak en gepoederde pruiken. Ook
de vrouwen droegen grote pruiken.

Jaren twintig
Na de oorlog was eenvoudige kleding in de mode. Dat kwam
vooral omdat de meeste mensen weinig geld hadden en dus
geen dure kleding konden kopen.
De rokken kwamen soms tot boven de knie. In die tijd vond men
dat vaak erg raar of schokkend.
De mannen droegen een kostuum. Als ze naar de stad gingen,
droegen ze een hoed. Ook de vrouwen hadden dan een hoed op:
meestal een bolvormig hoofddeksel dat wat op een bolhoed lijkt.
Tijdens feesten droegen de mannen een net pak en de vrouwen
een losse jurk die op de heupen strakker zat. Als accessoires droegen ze een haarband met een veer
en lange parelkettingen.

Flowerpower (jaren zestig)


Eind jaren zestig begin jaren zeventig ontstond de flowerpower, ook
wel de hippietijd genoemd. Hippies waren tegen oorlog en geweld,
en voor vrede en liefde.
De hippies wilden andere kleren dragen dan hun ouders. Hun kleding
had vrolijke patronen met veel kleuren en vormen. De vrouwen
droegen vaak haarbanden en bloemen in hun haar, maar ze droegen
ook lange kralenkettingen, slippers, hemden, kapotte spijkerbroeken
met over de gescheurde delen gekleurde lappen.

78 L4 - Thema 4 - les 8 - bronnenblad 1


De eerste kleding 21e 2001 - 2100

20e 1901 - 2000

19e 1801 - 1900

18e 1701 - 1800

1601
17e -
1700

16e 1501 - 1600

15e 1401 - 1500

14e 1301 - 1400

13e 1201 - 1300

12e 1101 - 1200

11e 1001 - 1100

10e 901 - 1000

801
9e 801 - 900

800
8e 701 - 800

7e 601 - 700

6e 501 - 600

5e 401 - 500

4e 301 - 400

3e 201 - 300

2e 101 - 200

 Kleding gemaakt van 1e


1

1 - 100

dierenhuid 1e v.C. 100 - 1 v.C.


1 v.C.

 Mannen en vrouwen 2e v.C. 200 - 101 v.C.

dragen hetzelfde. 3e v.C. 300 - 201 v.C.

Kleding zonder versiering 4e v.C. 400 - 301 v.C.

5e v.C. 500 - 401 v.C.

6e v.C. 600 - 501 v.C.

7e v.C. 700 - 601 v.C.

8e v.C. 800 - 701 v.C.

EEUW JAAR

L4 - Thema 4 - les 8 - kopieerblad 1 79


Dierenhuid

eden:
Benodigdh
a t i e v e b o eken over
– inform
dieren
- lakens
erf
- textielv
tels
- verfbors
- schaar

Zo ga je te werk:

STAP 1: 
Zoek in informatieve boeken over dieren of op het internet naar
dierenprints. Bestudeer ze goed.
STAP 2: Verf de patronen op een laken.

STAP 3: Knip openingen voor je armen en hoofd.

80 L4 - Thema 4 - les 8 - kopieerblad 1


Romeinen 21e 2001 - 2100

20e 1901 - 2000

19e 1801 - 1900

 Zowel mannen als vrouwen worden


18e 1701 - 1800

ingewikkeld in een stuk stof. 1601


17e -
1700
 Er wordt niets genaaid.
16e 1501 - 1600

Kleding zonder versiering


15e 1401 - 1500

14e 1301 - 1400

13e 1201 - 1300

12e 1101 - 1200

11e 1001 - 1100

10e 901 - 1000

801
9e 801 - 900

800
8e 701 - 800

7e 601 - 700

6e 501 - 600

5e 401 - 500

4e 301 - 400

3e 201 - 300

2e 101 - 200

1e
1

1 - 100

1e v.C. 100 - 1 v.C.


1 v.C.

2e v.C. 200 - 101 v.C.

3e v.C. 300 - 201 v.C.

4e v.C. 400 - 301 v.C.

5e v.C. 500 - 401 v.C.

6e v.C. 600 - 501 v.C.

7e v.C. 700 - 601 v.C.

8e v.C. 800 - 701 v.C.

EEUW JAAR

L4 - Thema 4 - les 8 - kopieerblad 2 81


Benodigdhe
den:
Inwikkelen - oude lak
ens
of draperen - veiligheid
sspelden
- lint, tou
Zo ga je te werk: w of riem

STAP 1: 
Vouw het laken dubbel.

STAP 2: 
Draai de gesloten kant
van het laken naar rechts en stap er vervolgens in.

STAP 3: Maak met de veiligheidsspelden het laken vast over je schouders.

STAP 4: Maak het laken ook langs de zijkant vast met veiligheidsspelden.

STAP 5: Bind een lint, touw of riem om je middel.

Zo kun je ook te werk gaan:

STAP 1: 
Hou de hoek van het laken
vast tegen je linkerheup.

STAP 2: 
Wikkel het laken rond je
middel, zodat je een rok
krijgt.

STAP 3: 
Maak vast met een
veiligheidsspeld, zodat je rok
niet afzakt.

STAP 4: 
Gooi de rest van het laken
over je rechterschouder.

82 L4 - Thema 4 - les 8 - kopieerblad 2


Pruikentijd 21e 2001 - 2100

20e 1901 - 2000

19e 1801 - 1900

 Vrouwen dragen wijde rokken.


18e 1701 - 1800

 Mannen dragen een pak. 1601


17e -
1700
 Zowel mannen als vrouwen dragen een pruik.
16e 1501 - 1600

 Kleding met heel veel versieringen


15e 1401 - 1500

 Er werd veel genaaid.


14e 1301 - 1400

13e 1201 - 1300

12e 1101 - 1200

11e 1001 - 1100

10e 901 - 1000

801
9e 801 - 900

800
8e 701 - 800

7e 601 - 700

6e 501 - 600

5e 401 - 500

4e 301 - 400

3e 201 - 300

2e 101 - 200

1e
1

1 - 100

1e v.C. 100 - 1 v.C.


1 v.C.

2e v.C. 200 - 101 v.C.

3e v.C. 300 - 201 v.C.

4e v.C. 400 - 301 v.C.

5e v.C. 500 - 401 v.C.

6e v.C. 600 - 501 v.C.

7e v.C. 700 - 601 v.C.

8e v.C. 800 - 701 v.C.

EEUW JAAR

L4 - Thema 4 - les 8 - kopieerblad 3 83


Benodigdheden
:
– stevige stro
Pruiken maken ken wit papier
- watten
Zo ga je te werk: - restjes gek
leurd papier
STAP 1: 
Maak van de witte stroken - lijm
papier een band voor - schaar
rond het voorhoofd.
- nietjesmac
hine
STAP 2:  iet aan de bovenkant
N
van de kroon kruiselings stroken wit papier.
Dat is de basis voor je pruik.

STAP 3: Beplak de pruik met watten.

STAP 4: 
Versier de kroon met strikjes,
lintjes …

Zo kun je ook te werk gaan: Benodigdheden:


- oude badmuts
STAP 1: 
Knip oude kranten in repen van
twee tot drie centimeter breed. - kranten
- stevige plakband
STAP 2: 
Zet de badmuts op het hoofd
van een proefpersoon. - schaar

STAP 3: 
Krul de repen krantenpapier door er
met een schaar langs te ‘ritsen’.

STAP 4: 
Plak de krullen op de muts:
begin onderaan en zorg dat ze elkaar
overlappen.

84 L4 - Thema 4 - les 8 - kopieerblad 3


Jurk maken Benodigdheden:
– vuilniszakken
Zo ga je te werk:
- stuk touw
STAP 1: 
Neem een vuilniszak en - plastic zakken
knip de onderkant
open. Nu heb je een rok.
- plakband
- restjes gekleurd papier
STAP 2:  tap in de rok en maak hem
S
vast rond je middel met een stuk touw.

STAP 3: 
Bevestig andere zakken aan je rok. Je kunt de zakken opblazen voor een
extra dik effect. Maak de rok zo breed als je wilt.

STAP 4: 
Versier je rok met zelfgemaakte servettenbloemen of strikjes.

Jurk maken Benodigdheden:


– vuilniszakken
Zo ga je te werk:
- stuk touw
STAP 1: 
Neem een vuilniszak en - plastic zakken
knip de onderkant
open. Nu heb je een rok.
- plakband
- restjes gekleurd papier
STAP 2:  tap in de rok en maak hem
S
vast rond je middel met een stuk touw.

STAP 3: 
Bevestig andere zakken aan je rok. Je kunt de zakken opblazen voor een
extra dik effect. Maak de rok zo breed als je wilt.

STAP 4: 
Versier je rok met zelfgemaakte servettenbloemen of strikjes.

L4 - Thema 4 - les 8 - kopieerblad 3 85


Jaren twintig
21e 2001 - 2100

20e 1901 - 2000

 Mannen dragen een pak en zien er heel 19e 1801 - 1900

deftig uit. 18e 1701 - 1800

 Vrouwen dragen gemakkelijke jurken met 17e 1601


-
1700

franjes. 16e 1501 - 1600

15e 1401 - 1500

14e 1301 - 1400

13e 1201 - 1300

12e 1101 - 1200

11e 1001 - 1100

10e 901 - 1000

801
9e 801 - 900

800
8e 701 - 800

7e 601 - 700

6e 501 - 600

5e 401 - 500

4e 301 - 400

3e 201 - 300

2e 101 - 200

1e
1

1 - 100

1e v.C. 100 - 1 v.C.


1 v.C.

2e v.C. 200 - 101 v.C.

3e v.C. 300 - 201 v.C.

4e v.C. 400 - 301 v.C.

5e v.C. 500 - 401 v.C.

6e v.C. 600 - 501 v.C.

7e v.C. 700 - 601 v.C.

8e v.C. 800 - 701 v.C.

EEUW JAAR
86 L4 - Thema 4 - les 8 - kopieerblad 4
Jurk maken Benodigdheden:
- te grote T-shirts
Zo ga je te werk:
- dikke repen stof
STAP 1: 
Knip de mouwen van het - schaar
T-shirt. - naald en draad of
veiligheidsspelden
STAP 2: 
Neem een stuk stof van
een laken en knip er
franjes in.

STAP 3: 
Speld of naai de franjes
aan het T-shirt.

STAP 4: Herhaal tot je een jurk hebt.

Benodigdheden:
- te grote T-shirts
- froezelpapier
- schaar
- lijm

Zo kun je ook te wer


k gaan:

STAP 1: 
Knip de mouw en van het T-shirt.
STAP 2: 
Neem froezelpa pier. Kleef de stroke
n vast op het T-shirt
.
STAP 3: 
Ga door tot je een jurk hebt.

L4 - Thema 4 - les 8 - kopieerblad 4 87


Flowerpower (jaren zestig) 21e 2001 - 2100

20e 1901 - 2000

19e 1801 - 1900

 Mannen en vrouwen dragen 18e 1701 - 1800

vaak een (jeans)broek. 17e 1601


-
1700

 Ze dragen kleurrijke T-shirts. 16e 1501 - 1600

15e 1401 - 1500

14e 1301 - 1400

13e 1201 - 1300

12e 1101 - 1200

11e 1001 - 1100

10e 901 - 1000

801
9e 801 - 900

800
8e 701 - 800

7e 601 - 700

6e 501 - 600

5e 401 - 500

4e 301 - 400

3e 201 - 300

2e 101 - 200

1e
1

1 - 100

1e v.C. 100 - 1 v.C.


1 v.C.

2e v.C. 200 - 101 v.C.

3e v.C. 300 - 201 v.C.

4e v.C. 400 - 301 v.C.

5e v.C. 500 - 401 v.C.

6e v.C. 600 - 501 v.C.

7e v.C. 700 - 601 v.C.

8e v.C. 800 - 701 v.C.

EEUW JAAR

88 L4 - Thema 4 - les 8 - kopieerblad 5


T-shirt verven
Zo ga je te werk:
STAP 1: 
Kies je patroon.
Patroon A: strepen
–– Leg je T-shirt plat op tafel.
–– Vouw het als een accordeon op.
Voor verticale strepen vouw je van
de onderkant naar de bovenkant.
Voor horizontale strepen vouw je
van de ene naar de andere zijkant.
–– Bind de rol op meerdere plaatsen
samen met touw of elastieken.
Patroon B: spiraal
–– Leg je T-shirt plat op tafel.
–– Pak met je duim en wijsvinger het midden
van het T-shirt vast. Draai het T-shirt
helemaal op.
–– Bind de bol vast met drie elastieken of
touwtjes. Zo maak je zes gelijke delen.
De bol lijkt nu op een taart die in punten
is gesneden.
Patroon C: stippen
–– Leg je T-shirt plat op tafel.
–– Pak kleine stukjes stof tussen je vingers.
–– Bind touwtjes om de uiteinden van de stukjes stof die je vasthebt. Voor kleine
stippen laat je maar een tot twee centimeter stof uit het knoopje steken. Voor
grotere stippen laat je er een groter stuk stof uitsteken.
–– Je kunt ‘schietschijven’ maken door meerdere stukjes touw om een puntje te
wikkelen. Hoe meer touwtjes, hoe meer ringen je krijgt.

Benodigdheden:
- witte T-shirts
- elastieken of touw
- textielverf
- knijpflessen en teil
- plastic zakken
- rubberen handschoenen
- schort
- plastic om je bank te
beschermen

L4 - Thema 4 - les 8 - kopieerblad 5 89


STAP 2: 
Verf het T-shirt.
–– Doe een schort en rubberen handschoenen
aan. Trek plastic over je bank om die te
beschermen.
–– Lees de gebruiksaanwijzing op de textielverf.
Kijk hoeveel water je aan de verf moet
toevoegen.
–– Wil je het hele T-shirt in dezelfde kleur verven?
Meng de verf met de juiste hoeveelheid water
in een teil. Laat het T-shirt weken.
–– Wil je het T-shirt in verschillende kleuren
verven? Doe een beetje verf in een knijpfles en meng de verf met de juiste
hoeveelheid water. Doe dat voor de verschillende kleuren die je wilt gebruiken.
Spuit de verf op een bepaalde plek op het T-shirt. Voor andere plekken gebruik
je andere kleuren.

STAP 3: 
Doe het T-shirt in een plastic zak en laat de verf zo een dag intrekken. Als je
de zak op een warme plek legt, werkt het sneller.

STAP 4: 
Haal het T-shirt uit de plastic zak. Spoel het voorzichtig uit tot je geen verf
meer in het water ziet. Haal ondertussen de elastieken of touwtjes eraf.

90 L4 - Thema 4 - les 8 - kopieerblad 5

You might also like